Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
De vraag die we aan de orde stellen, is van Hannie van Kippersluis en gaat over PR 33.013.K, de nota RDWI. Het is haar opgevallen dat er in die kadernota gesproken wordt over dalende kosten, terwijl het misschien juist logischer zou zijn als het tegenovergestelde het geval zou zijn. Zij vraagt zich af wat daar achter zit. Ik kijk naar wethouder Hoogstraat. Ja?
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik zal proberen het eenvoudig uit te leggen, want het is altijd wat technisch. Ik kijk naar het scherm omdat u daarop te zien bent. Dus vandaar dat we elkaar aankijken. Het is altijd een technische exercitie. Kijk, de RWI baseert zich in de kadernota op cijfers van het CBS. En daar zit ook gewoon een hele grote onzekerheidsmarge in.
Daarnaast wordt de prognose van het aantal cliënten in de bijstand eigenlijk altijd gebaseerd op cijfers van zo'n twee jaar daarvoor. Dus het is altijd gebaseerd op getallen die twee jaar geleden actueel waren. Toen was het bestand ook echt wel een stuk hoger. Dat is de afgelopen twee jaar ontzettend gedaald, en dat zie je eigenlijk ook wel terug in de jaartallen. De aantallen van 2022, waarop de prognoses voor 2024 gebaseerd worden, laten dus die daling zien. Dit is een terugrekening van een aantal jaren, een tweetal jaren terug.
Daarnaast is het wel goed om te beseffen dat, als er een stijging is in het aantal werklozen – God, ik zocht naar het woord – die mensen vaak eerst in de WW terechtkomen. Dus dan is er ook nog een enigszins vertraagde kracht voordat ze in de bijstand terechtkomen. Dus er is altijd een rekening met twee jaar geleden, plus altijd een beetje een vertragende werking, en dat maakt dat de prognoses zijn zoals ze zijn. Dus ze kloppen wel, en ze zijn ook in overeenstemming met de realiteit. Het is wel goed om te weten dat we met de prognoses van 2023 nu iets van 4% boven zitten, dus het zal iets stijgen.
Dus ja, het klopt en we kunnen daarmee verder. Is dat een antwoord op uw vraag? Wat betreft de kosten voor het sociaal domein: in die zin heeft het geen gevolgen voor de kosten van het sociaal domein, maar meer voor de begroting van de kadernota. Dat neemt niet weg dat, als er minder mensen in de bijstand zitten, dat natuurlijk minder kosten met zich meebrengt voor eventuele aansluiting op ons sociaal domein. Maar er zijn ook nog wel heel veel andere mensen die we ook kunnen helpen, dus het is een beetje appels met peren vergelijken.
Dankjewel, Hannie van Kippersluis. Nu komen we bij punt PR 23.014: het jaarverslag van Leader Utrecht Oost. Er zijn vragen van Gerard van Vliet van GroenLinks. Enerzijds gaat het over de voedselbosjes op schoolpleinen: hoe staat het daarmee, en is er een mogelijkheid tot uitbreiding? Ook vraagt hij of dit initiatief benut kan worden voor het fenomeen 'tiny forests'. Dit vat ik kort samen. Ik kijk nu naar wethouder Catsburg. Ja?
Dank je voor de vraag, Gerard. Je vraagt of er aandacht is voor Tiny Forests en voedseltuinen en dergelijke. Vanuit de rol van de groene makelaar zijn we actief op zoek naar geschikte locaties in Zeist waar we voedselbossen of plukbossen kunnen aanleggen, of hoe je ze ook wilt noemen. Ik heb onlangs ook gesproken met de tuinvereniging die gevestigd is aan de Krommerijnlaan. Zij hebben een gebied dat momenteel nog eigendom is van de gemeente De Bilt, waar ze plannen voor hebben.
We zijn dus op zoek en we realiseren ook kleine voedselbossen, zoals bijvoorbeeld in Vollenhoven, in samenwerking met de groene makelaar. En binnen de context van speeltuinen of scholen is het niet LEADER die daar een rol in speelt, maar bijvoorbeeld IVN. We doen dit samen met IVN en ook weer met de groene makelaar. LEADER richt zich echt op de verbinding tussen platteland en stad, en dan zie je dat het verstedelijkte gebied binnen Zeist niet tot het werkgebied van LEADER behoort. Maar bijvoorbeeld in Den Dolder wel, waardoor er in Den Dolder ook projecten lopen. Dus daar waar initiatieven zijn, ook bij scholen en dergelijke, doen we dat samen met de groene makelaar en IVN. En daarbuiten kijken we inderdaad naar de mogelijkheden om een substantieel groot gebied te vinden waar we eventueel een voedselbos of plukbossen kunnen realiseren. We zijn er dus actief naar op zoek.
Dankjewel. Dan gaan we naar punt PR 23.15. Een brief van de gemeente Zwijndrecht behandelt het wetsontwerp dat regelt dat de benoeming van voorzitters in commissies niet uitsluitend aan raadsleden, maar ook aan externe financiële deskundigen kan worden toegevoegd. Ik begrijp dat burgemeester Koos Janssen hierop een reactie of antwoord wil geven.
Ja, misschien heel kort: de wetsbehandeling ligt voor bij de Eerste Kamer, maar moet daar nog geagendeerd worden. Als het meezit – we krijgen natuurlijk een nieuwe Eerste Kamer na de verkiezingen van 15 maart – volgt de procedure om te komen tot een nieuwe Eerste Kamer. Als de behandeling in de huidige Eerste Kamer plaatsvindt, is dat voor 16 juni. Dat is nog onzeker. Als de wet dan is aangenomen, zal de Raad misschien met het presidium, het seniorenconvent of op welke andere manier dan ook moeten kijken hoe we hiermee omgaan. Er is een nieuwe wet; hoe gaan we daar hier mee om? Dat is echt aan de Raad zelf om daar een afweging in te maken, en dan zouden daar regels, verordeningen of kostenplaatjes voor gemaakt kunnen worden. Dus het voorstel is om gewoon even de wetsbehandeling af te wachten.
Dank u voor de beantwoording. Dan komen we bij PR 23-016, het rapport van de Kinderombudsman en de Nationale Ombudsman. Ik stel voor dat we bij dit onderwerp stilstaan, aangezien er toch een aanzienlijk verschil is in het type onderwerp op de agenda. Ik stel voor dat we enige vertraging inlassen om dit onderwerp alle aandacht te geven die het nodig heeft. Er zijn namelijk flink wat vragen over gesteld, onder andere vanuit de hoek van Nieuw Democratisch Zeist Karlovy Scalini, maar ook vanuit David Tompot. Laat ik beginnen, denk ik, met de vraag neer te leggen bij de betreffende wethouder om te reflecteren op wat dat rapport inhoudt en wat het zou kunnen betekenen voor Zeist. Laura Hoogstraat, ja.
Dank u wel. Allereerst wil ik ingaan op de vraag van de heer Vis Scalini. Het is inderdaad een rapport met veel betekenis, en de uitvoering ervan is ook van betekenis. Het voorstel staat vast. We gaan het afhandelen met een Raadsinformatiebrief (RIB) en laten zien hoe we dat doen. Ons voorstel zou zijn, als u dat ook zo zou zien zitten, dat wethouder Angel, de heer Welsink, dank u, en ik samen met u een avond organiseren om u mee te nemen in wat het betekent en wat er speelt rondom, nou ja, problemen zoals huisuitzettingen, die we te allen tijde willen voorkomen, maar ook hoe jeugdzorg en het sociaal team daarop aansluiten en hoe we daarin werken. Want dat is eigenlijk de grootste opdracht: voorkomen dat mensen worden uitgezet. Dat is ook de insteek van alle partijen in Zeist. We hebben echt wel met elkaar afspraken gemaakt over hoe we omgaan met eventuele huisuitzettingen en, eigenlijk nog eerder, hoe we dat kunnen voorkomen. De gemeente en de corporaties hebben afgesproken om in een vroeg stadium te signaleren en in te grijpen als er problemen dreigen te ontstaan. We hebben al de afspraak in de prestatieafspraken dat we geen huisuitzettingen doen wegens huurschuld. Dat zou de problemen alleen maar groter maken, dus daarin gaan we altijd kijken wat er aan de hand is en wat er meer nodig zou kunnen zijn. Mocht er dan op een gegeven moment toch een opeenstapeling van problemen zijn, dan zie je ook vaak dat er in de situatie gekeken wordt of het Centrum voor Gezinsontwikkeling (CG) of het sociaal team kan aansluiten om te helpen. Vaak zijn er meer eerdere problemen, en dan kun je denken aan overlast. Soms is het drugsgerelateerd en soms is het gewoon de onmacht van het gezin of van de ouders of van de mensen die er wonen. Als mensen dan hulp ervaren, dan gaan we aan de slag om de problemen op te lossen. En soms is de oplossing dat er een andere woonplek wordt gevonden, dus dat er ergens een nieuwe situatie wordt gecreëerd met een nieuw begin. Soms is dat zelfs een ander huis in hetzelfde wooncomplex, om zo buren of situaties uit elkaar te halen. Er wordt altijd gekeken wat er mogelijk is en hoe we daaraan kunnen bijdragen. Als het dan zover is, en dat is vaak eigenlijk als er zorg geweigerd wordt of als er sprake is van strafbare feiten en er overgegaan wordt tot een huisuitzetting, dan wordt er uiteraard gekeken, als er kinderen in het spel zijn, om daar altijd een passende oplossing voor te vinden of in ieder geval de zorg aan te vullen. En soms gaat dat zo ver dat je daar ook Veilig Thuis bij moet inschakelen. In enkele gevallen is er dus geen oplossing. Dan is het vaak het weigeren van hulp en dan wordt er toch overgegaan tot huisuitzetting. Dan nog kan een advocaat een beroep doen op een laatste kans en dan wordt er alsnog gekeken wat er mogelijk is om nog een andere plek te vinden om opnieuw te kunnen starten. En dat is ook weleens dat er naar een andere gemeente wordt gekeken, zodat mensen echt een nieuwe start kunnen krijgen. Hebben we dan huizen om mensen een goede plek te geven? Ja, we hebben een vijftal doorbraakwoningen, zoals we dat noemen. Dus als het nodig is, hebben we altijd een woning beschikbaar waarin we plekken kunnen creëren voor een gezin, een kind of een persoon. Over hoeveel gevallen gaat het dan? Even kijken, in 2021 ging het om vijf gevallen, in 2020 om twee situaties, in 2019 om acht en in 2018 om vier gevallen. U wordt daar altijd over geïnformeerd binnen de evaluatie of de jaarlijkse rapportage van de prestatieafspraken. En er wordt ook iedere keer geëvalueerd hoe dat loopt en wat er aan de hand is. We houden niet bij of het een gezin is, een man of vrouw; het gaat over huisuitzettingen. Wat is dan de bestemming geweest waar de bewoners naartoe gaan? Het komt eigenlijk nooit voor dat een gezin volledig op straat komt te staan. Wel kan de situatie ingewikkeld zijn, bijvoorbeeld als ouders in scheiding liggen. Dan is het eigenlijk de regel dat als een van de ouders een huis heeft, het kind bij die ouder een woning heeft. Dan maakt de andere ouder geen aanspraak op een urgentiewoning, maar ook daarin moet er altijd gekeken worden naar wat de situatie precies is en of het een afweging is om daar goed naar te kijken. Dus vanuit het CG en sociaal team wordt altijd zoveel mogelijk ondersteund om te zorgen dat de kinderen goed terechtkomen en het liefst ook in een situatie waarbij een kind niet naar een andere school hoeft of zijn vriendjes of clubjes moet verlaten. Dus al die aspecten worden echt meegenomen en bekeken. Hoe reflecteren we dan op de aanbeveling? Nou, daar reflecteren we op in de zin van dat we gewoon weer opnieuw gaan kijken wat het betekent en of we het beter kunnen doen. Dus in die zin kunnen we de oproep van de Nationale Ombudsman en de Kinderombudsman alleen maar steunen. En nogmaals de oproep aan u om met elkaar het gesprek aan te gaan, u te laten informeren en met elkaar te kijken hoe we daar eventueel nog iets extra's in kunnen doen, omdat er nu al veel gebeurt. Is er een organisatie die contact houdt met de mensen? Ja, dus het CJG en het sociaal team zijn echt wat dat betreft de eerste poort en ook de mensen die altijd meehelpen en blijven kijken wat er nodig is. De andere vragen zijn vrij specifiek; daar zou ik op terug moeten komen, maar daar zouden we in ieder geval dan tijdens die avond gewoon over kunnen doorpraten. En er zijn ook nog schriftelijke vragen gesteld door de PvdA. Die zullen we natuurlijk ook gewoon beantwoorden. Dus in die zin is het hartstikke goed om er met elkaar verder op in te gaan en te kijken hoe we het eventueel nog beter zouden kunnen doen. Dank u wel.
Ja, voorzitter, dit is voor het moment voldoende. Ik vind het idee om een gezamenlijke avond te beleggen tussen de Raad en het College hierover uitstekend, dus ik zie dat met belangstelling tegemoet. Dank u.
Ja, dank u wel, voorzitter. Allereerst dank ik ook de wethouder voor het uitgebreide antwoord. Ik had nog wel een vraag: betreft deze aanpak ook geld? Geldt de door de wethouder zojuist met trots verwoorde aanpak ook onverkort voor mensen die vanwege overlast of criminaliteit, eventueel zelfs drugscriminaliteit, uit hun huis gezet zouden worden? Is dezelfde aanpak van toepassing, want dat kwam er niet helemaal goed uit naar voren in uw antwoord. Met andere woorden, ik begreep niet helemaal of dezelfde aanpak geldt en of deze mensen dus niet zomaar op straat gezet mogen worden zonder dat er gekeken wordt naar vervangende woonruimte. Dat was mijn vraag. Verder kijk ik uiteraard ook heel erg uit naar die avond, als die gaat komen. Dank u wel.
Ik hoor wat u zegt, hè? De ombudsman spreekt zich ook uit over deze kwestie, vooral met betrekking tot kinderen. Wat ik bedoel is dat we in de situatie waarin uiteindelijk tot huisuitzetting wordt overgegaan, absoluut niet naar kinderen kijken. Ja, in gevallen van criminaliteit en overlast is het vaak zo dat iemand ook gewoon geen hulp accepteert. Dus in die zin is het soms ook iemands recht om geen hulp te accepteren. En dan houdt het ook op. Maar we moeten misschien ook vanuit de praktijkervaringen van de mensen zelf horen hoe zij hiermee omgaan en hoe ver dat gaat. Dus ik zou die avond ook willen gebruiken om die vragen te beantwoorden en eventueel met elkaar af te spreken hoe we nog een extra stap kunnen zetten.
Voorzitter, dank u wel en dank aan de wethouder voor de uitgebreide beantwoording. Ik zou een algemene oproep willen doen met betrekking tot het vragenuur. Ik zie hier acht vragen bij één stuk staan. Ik denk dat we ook het instrument van schriftelijke vragen kunnen benutten. Naar mijn mening moet goed worden overwogen dit te gebruiken, in plaats van dat we dergelijke, ja, ellenlange vragen gaan stellen, want anders redden we het nooit binnen de gestelde tijd en is het naar mijn mening ook niet effectief. Dit is slechts een suggestie.
Suggestie: Ik wilde als voorzitter zelf ook nog een suggestie doen. Het is mij opgevallen dat we een oude gewoonte hebben waarbij, als twee fracties bij een Raadsinformatiebrief (RIB) om een informatieavond vragen, de raad dat goedkeurt en er in ieder geval een bijeenkomst wordt belegd. Ik denk dat we daar heel blij mee zijn, en dat hoor ik ook in het aanbod van het college om dat te doen. Maar ik wijs de raad erop dat u dat instrument zelf ook heeft, dus dat sluit misschien ook aan bij de opmerking van de heer Fluitman, als ik het goed heb. Dat kan, want zo'n RIB als deze lijkt mij wel typisch een van de onderwerpen waarbij het zou kunnen passen. Dit gezegd hebbende, gaan we naar het volgende onderwerp: PR 23-013. De motie werkt niet mee aan greenwashing door Shell. Staatsbosbeheer is een belangrijke partij voor Zeist en Shell is weer een belangrijke partij voor Staatsbosbeheer, en zo ontstaat er een driehoek waarvan de heer Van Vliet zich afvraagt: hoe zit dat nou? En kunnen we voorkomen dat dit blijft bijdragen aan de doelstellingen van Zeist? Ik parafraseer de vraag enigszins. Wethouder Fluitman, zei ik, maar het is wethouder Catsburg. Dank u wel.
Nu zit ik wel te broeden op een flitsende opmerking, maar die komt even niet bij me op. Ja, Shell is belangrijk voor Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer is belangrijk voor ons, maar Shell is, denk ik, voor heel veel mensen van ons belangrijk, als we nog gewoon in een autootje willen rijden. Nee, ik bedoel, of er nu een bomenfonds is of niet. Dat is een fonds dat projecten initieert en financiert in gebieden van Staatsbosbeheer. Dat is een onafhankelijke stichting die haar eigen inkomstenbronnen moet zoeken. Nou, die is een partnerschap met Shell aangegaan voor een aantal miljoen, en daaruit worden projecten gefinancierd. Er lopen op dit moment, voor zover ons bekend, geen plannen voor projecten in Zeist vanuit het bomenfonds, ook niet vanuit Staatsbosbeheer die daar in ons grondgebied gepland zijn. Dus wij zien op dit moment in ieder geval geen reden om hierover met Staatsbosbeheer in contact te treden. Daarnaast, zoals ik al heb aangegeven, zijn het drie legale, zelfstandige organisaties die ieder hun eigen verantwoordelijkheid hebben. En ook op de pagina van Staatsbosbeheer staat toch redelijk uitgebreid beschreven waarom zij uiteindelijk hebben besloten om met Shell in zee te gaan. Nou, daar kunnen we heel wat van vinden. U vindt daar wat van? Ik vind daar wat van, maar dat is hun keuze en ik zie op dit moment geen rol voor het college om Staatsbosbeheer daarop aan te spreken, in ieder geval niet op de manier zoals in de motie in Utrecht wordt besproken. Maar nogmaals, er lopen geen projecten vanuit het bomenfonds van Staatsbosbeheer in Zeist op dit moment.
Nu is het zo dat het mij niet alleen ging om de vraag of er wel of niet bijdragen van Shell via Staatsbosbeheer voor bomen in Zeist waren, maar meer om het algemene verhaal. Maar goed, ik heb het wezen horen zeggen dat zij zichzelf geen rol hierin vinden hebben. Dus ja, dat is iets waarover ik me moet beraden.
Het is wat het is voor nu. We blijven bij u, want bij de actualisatie van de Eddy B 23 0 0 4-normenkader ten behoeve van de controle van de jaarrekening stelt de heer Van Vliet van GroenLinks een aantal vragen die betrekking hebben op, zeg maar, de volledigheid van de kaders bij de verschillende programma's. Bij toekomstbestendige programma's worden wel een aantal milieu- en andere criteria genoemd, maar in andere programma's niet. Ik denk dat we daarvoor bij wethouder Van Dijk moeten zijn. Ja, we...
We zijn nog een beetje aan het zoeken naar de juiste manier om dit te doen, maar je moet het eigenlijk zo zien: in het document, in het normenkader, zijn per programma overzichten opgenomen van datgene wat qua wet- en regelgeving relevant is. Dus als iets echt bij een programma hoort, omdat het over een bepaald inhoudelijk thema gaat, dan staat het daar genoemd. En eigenlijk is programma 1 een soort verzamelprogramma dat over bestuur gaat. Dat is in die zin ook het meest algemene programma. Vervolgens is het zo dat alles wat daar staat, ook van toepassing kan zijn op de andere programma's. Andersom is dat dus minder voor de hand liggend. Maar ik ben het met u eens dat we dat handiger en scherper kunnen neerzetten. Het voorstel is om dat te doen in het normenkader voor 2023, dus volgend jaar dat nog wat scherper te formuleren. Maar als de zorg bestaat dat bijvoorbeeld de Gemeentewet niet genoemd wordt bij programma 2, dan is die zorg onterecht, want die is ook daarop van toepassing. Dus nogmaals, wat bij programma 1 staat opgenomen, kan ook heel goed betrekking hebben op de andere programma's. Tot zover, voorzitter. Dank u, meneer.
Bedankt voor de uitleg over het college en het belang van scherper kijken in 2023. Mijn vraag is vooral ingegeven door het feit dat de onderwerpen die speciaal benoemd worden, zoals milieu, natuur en lucht, vaak meer aandacht krijgen omdat men weet dat daarop getoetst wordt. Dit vormt de achtergrond van mijn vraag. Als deze thema's in sommige programma's expliciet genoemd worden, is het duidelijk dat ze onderdeel zijn van de toetsing, en daarom is er meer focus op. In die zin ben ik verheugd dat het college gaat onderzoeken hoe de normen en kaders in 2023 aangescherpt kunnen worden.
Daar wil ik graag nog even op reageren, want er lijkt sprake te zijn van een mogelijk misverstand dat ik graag wil ophelderen. Het betreft hier een normenkader voor de accountant. Dus wanneer het echt aankomt op een inhoudelijk vraagstuk, dan gelden er heel andere regels en is het kader ook wezenlijk anders. Maar dit gaat specifiek over wat er van de accountant wordt verwacht te toetsen. Het is dus een specifieke set van wet- en regelgeving die dan relevant is, maar zeker niet uitputtend. Dank u.
Dank tot zover. We gaan over naar RIB 23 0 6 RIB over de jaarwisseling 2022-2023. Hanny van Kippersluis uit Zeist stelt de belangrijke vraag of er al iets is onderzocht. We hebben nu bevestigd dat we de veroorzakers van de vijf autobranden hebben. En vanuit Nieuw Democratisch Zeist vraagt Jan Bredius zich af of met die ene zin die in de RIB staat, eigenlijk naar zijn mening wat grotere incidenten bedoeld worden en of daarop gereflecteerd kan worden. Ik denk dat ik hiervoor naar burgemeester Jansen kijk.
Ja, dat is goed. Er zijn een aantal incidenten geweest met de jaarwisseling, waaronder autobranden en scooterbranden. Annie van Kippersluis vraagt daarnaar. Bij een aantal van die incidenten is er nog aanleiding om te zoeken naar daders. Bij een tweetal is dat het geval en dat onderzoek loopt momenteel nog. Het is bij dit type incidenten altijd zo dat, als er opsporingselementen zijn die voor de politie de moeite waard zijn, de politie altijd onderzoek doet. Dus in twee van de zes incidenten loopt dat onderzoek nog. Naar een van die incidenten vraagt ook de heer Bredius. Ja, we kiezen ervoor in de raadsinformatiebrieven niet de retoriek van het krantenbericht over te nemen. Dat geldt trouwens voor al onze raadsinformatiebrieven. Ik noem dat zelf al een zegen, dat we wat onderkoeld bij de feiten blijven en niet ingaan op de waardering van de feiten. En dat is de reden dat we het geformuleerd hebben zoals we dat hebben gedaan. Maar dat neemt niet weg dat we het even serieus nemen als u het beoogt aan te geven door het stellen van uw vraag. Dus we noemen het zeer serieuze zaken en het onderzoek ernaar loopt nog. Zodra er ontwikkelingen zijn, zal B en W u informeren.
Ja, een korte aanvullende vraag. Het is gebruikelijk dat er ook een indicatie van de kosten en de schade wordt gegeven, wat in voorgaande jaren altijd terug te vinden was. Dit jaar is dat echter niet het geval.
In de raadsinformatiebrief (RIB) over de jaarwisseling wordt gesproken over een schadebedrag. Ik dacht dat er € 10.000 genoemd werd, of misschien niet. Ja, daar staat het bedrag; dus de schade wordt in de RIB genoemd. Anders zou het een omissie zijn. Dit is de omvang van de schade. Ik was nagenoeg zeker dat dit bedrag ergens in de RIB genoemd wordt. Ik zal...
Ik kijk nog even naar Harry van Kippersluis. Zij is belangrijk. Bent u nog in de uitzending? Is dat voldoende voor jou? Je had ook vragen over dit onderwerp, Annie. Ik zie je lippen bewegen, maar er komt niets hoorbaars uit. Ook niet.
Oké, goed, bedankt. Voorzitter, ik bedank het college voor de beantwoording. Het is fijn om te horen dat er in ieder geval bij twee gevallen een nader onderzoek is ingesteld. Ik besef het belang hiervan en word graag op de hoogte gehouden. Voor nu dank ik u wel.
In de kaderbrief Rmnp van 23-07 vraagt Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist of er een lijst beschikbaar is met afschrijvingen op de post materieel. Dit is bijna een gesloten vraag die met 'ja' of 'nee' beantwoord kan worden. Ik kijk even naar links naar wethouder Catsburg.
Maar misschien zeg ik wel "misschien"? Nee, u heeft die vraag eerder gesteld, en het is dus terecht dat u er even op terugkomt dat de cijfers er nog niet zijn. Het maakt onderdeel uit van het verbeterplan waar we nu volop mee bezig zijn. Dat wordt nu geactualiseerd. We hebben inderdaad aangedrongen op de cijfers, maar die zijn verouderd, althans, ze zijn niet actueel. Laat ik het zo zeggen: ze zijn niet helemaal verouderd, maar ze zijn niet actueel. Als u die wilt hebben, dan kan dat. U kunt ook even geduld hebben totdat we de meest actuele cijfers hebben. En dan zullen we die via het besloten deel van het RIS aan u doen toekomen, want het is wel in principe bedrijfsmatig gevoelige informatie.
Ik vraag u ook om enig begrip, u wacht er al een poos op en ik vraag toch nog om enig begrip voor de situatie rondom de financiële administratie van de RMN. Ook omdat IJsselstein heeft aangegeven - en dat is een verschrikkelijk bericht - dat zij in ieder geval het groenonderhoud terugtrekken bij de RMN. IJsselstein was de enige gemeente die het groenonderhoud bij de RMN had ondergebracht. Het is eigenlijk een vreemde eend in de bijt. Waarvan zowel de RMN als IJsselstein zegt dat we dat eigenlijk gewoon niet willen, dat dat bij de RMN is. Maar dat legt natuurlijk ook weer een behoorlijk beslag op de financiële administratie, omdat er toch zaken ontrafeld moeten worden. Dus vandaar dat alles wel even langer duurt dan dat we hopen, maar weet dat we erachteraan zitten. Ik hoop dat u nog even geduld heeft om de juiste cijfers te krijgen, zodat u ook de actuele cijfers heeft. Dat wilde ik zeggen.
Ik had het even bij het verkeerde eind. Ik dacht dat het schadebedrag in de brief genoemd werd, maar ik zie nu dat dat niet het geval is. Dus dank voor de vraag, en nog meer dank voor de vraag. Het schadebedrag was € 10.000 en lag daarmee iets lager in vergelijking met voorgaande jaren. Het is veel, maar toch heb ik er een redelijk gevoel bij. Dank, dank, dank.
Dank u wel, voorzitter. Ja, ik wil de wethouder bedanken voor zijn aandacht voor het feit dat er inderdaad eerder intern om een dergelijke lijst is gevraagd. Deze vraag is gesteld naar aanleiding van nieuwe investeringen in vrachtwagens, waarbij een fors bedrag gemoeid is. Ik herinnerde me dat er oudere lijsten bestonden, dus als de wethouder mij de keuze voorlegt, dan zou ik het op prijs stellen als we zowel de oude afschrijvingslijsten kunnen ontvangen als de informatie over de nieuwe orders die nu in de pijplijn zitten. Want ik ben vooral ook benieuwd naar de wisseling en hoe die investering zich precies vertaalt naar de redenen voor die nieuwe investeringen en de controle daarop. Die zou onze fractie graag willen uitvoeren.
Wil je het prima hebben? Dan kunnen we de niet-actuele informatie vervangen door de meest recente. Zou je dat ook zo willen noemen? We kunnen het beschikbaar stellen in het vertrouwelijke of besloten deel van het RIS. Is dat voldoende?
"Ik denk dat Jan Bredius het voldoende vindt, ja, prima. 23, 0, 10 veiligheidscijfers, 22 cijfers stuurt nu Thijmen. Het is Visser opgevallen dat het aantal ongevallen op de weg fors is toegenomen. Maar we zitten nog steeds fors en significant boven de regionale cijfers. De analyse hiervan is beschikbaar. Koos Janssen, denk ik, of nee? Wethouder van verkeer, nee."
Nee, wij waren ook verrast door deze cijfers. Navraag heeft uitgewezen dat in deze cijfers niet alleen de gemeentelijke wegen zijn meegenomen, maar ook de provinciale en rijkswegen. Vandaar dat er een behoorlijk fors aantal in staat. Als je kijkt naar onze eigen gemeentelijke ongevalscijfers, dan zie je dat er sinds 2017 eigenlijk een dalende trend is. We zullen even kijken of we de gemeentelijke cijfers, zoals die bij ons bekend zijn, aan u kunnen meegeven. We zullen in ieder geval verzoeken dat in toekomstige overzichten een specificatie komt van wat op de rijkswegen, provinciale wegen en wat gemeentelijk is, dus meer onderzoek. De conclusie hier is dat er wellicht op de provinciale wegen en rijkswegen meer ongelukken zijn gebeurd dan in het verleden het geval was.
Eddy B., 23-11: In de decembercirculaire vraagt Jan Bredius zich af waar het jaar naartoe is gevlogen, om het even te parafraseren. Tompot heeft een aantal vragen die betrekking hebben op de bijstandsuitkering, met name ook gericht op studenten. Ik denk dat ik naar Walter van Dijk ga kijken.
Het tweede deel, denk ik, zal mevrouw Hofstra met je doornemen. Helaas is het probleem met Havenga nog niet verdwenen. Het is wel zo dat aanvankelijk de 25e op de 26e zou volgen, wat zou betekenen dat in 2026 een tekort zou ontstaan, dus 9 miljoen minder in de begroting van Zeist. In de septembercirculaire is vanuit het rijk aangegeven dat ze voor 2026 deels compensatie bieden, waardoor het tekort voor dat jaar in feite een jaar is opgeschoven. Dus voor zover u zou willen spreken van een uitgestelde financiële kloof, zou u dat op dit moment aan het kalenderjaar 2027 moeten koppelen. Tot zover mijn toelichting.
De gemeente heeft in de decembercirculaire een toelage ontvangen voor de energietoeslag voor studenten en de RSD, die de uitvoering van de energietoeslag voor studenten namens de deelnemende gemeenten in de regio verzorgt. Dit gebeurt op basis van maatwerk. Studenten konden zich al melden en er is afgesproken dat iedereen die er mogelijk aanspraak op maakt, inclusief studenten, de toeslag kan aanvragen. We hebben dit ook uitgebreid naar zelfstandig wonende jongeren. We hebben echter geen overzicht van het aantal studenten dat hiervoor in aanmerking komt. Er bestaat geen centraal bestand bij de RSD of bij de gemeente waaruit we studenten kunnen aanschrijven. We hebben wel twee keer bij de SSH geïnformeerd of er signalen zijn van huurachterstanden of vragen rondom de energietoeslag. Er zijn weinig signalen binnengekomen. We denken dat studenten over het algemeen goed op de hoogte zijn van de mogelijkheid om de toeslag aan te vragen. Er is geen reden om aan te nemen dat dit onvoldoende bekend is. We zien dat de regeling goed is aangevraagd; naast de 1047 automatische toekenningen zijn er tot 2 februari jongstleden in totaal 2845 extra aanvragen in behandeling genomen, die bijna allemaal zijn afgehandeld. We zien dus geen reden om te veronderstellen dat de regeling niet bekend is.
Met betrekking tot vraag 4, de implementatie van het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap, is deze nog steeds afhankelijk van de verdere besluitvorming rond het wetsvoorstel. Het is nog niet aangenomen. Er is aangekondigd dat het per 1 juli 2023 in werking treedt. We moeten afwachten en dan beoordelen wat dit betekent en of we u via een informatienota of, indien nodig, een raadsvoorstel moeten informeren. We denken dat we, als het wetsvoorstel per 1 juli 2023 ingaat, hier dit jaar op terugkomen.
Dank jullie wel. Eddy B. heeft op 23-12 een consultatie gehouden over de regionale veiligheidsstrategie. Jan Bredius vraagt aan het college of zij het met hem eens zijn dat overlast, zinloos geweld en slachtofferschap ten onrechte geen prioriteit krijgen. Hij wil iets toevoegen aan die vraag. "Jan, toch?"
Om de tekst grammaticaal correct te maken, moeten we enkele zinnen herschikken en verduidelijken. Hier is een mogelijke correctie:
"Laat ik een nuance aanbrengen, of beter gezegd, een nuancering, want uit de vraag zou je kunnen afleiden dat Nieuw Democratisch Zeist de ondermijning niet serieus neemt. Dat is beslist niet het geval; wij vinden dat dit ook door het college serieus wordt aangepakt. Echter, we merken op dat deze drie onderwerpen er enigszins bekaaid vanafkomen. Laat ik het zo zeggen: ze worden in de schakering niet als even ernstig ervaren. Dank u."
Dank voor de vraag. Bij de planvorming of beleidsvorming op het gebied van veiligheid worden allerlei schaalniveaus onderscheiden. We hebben het landelijke plan, de Nationale Politie en het departement dat in behandeling is bij de Kamer. Daarbij gaat het over de speerpunten van het veiligheidsbeleid, zoals maatschappelijke onrust, cybercrime en ondermijning. De regionale plannen, zoals ze nu voorliggen, zijn daarvan afgeleid, omdat een deel van de Nationale Politie zich moet inzetten voor die landelijke speerpunten. Ook hebben wij op lokaal niveau zorgen over deze thema's.
Dat neemt niet weg dat we op lokaal niveau bezig zijn met ons eigen plan. Het lokale veiligheidsplan 2023-2026 wordt dit jaar gemaakt en komt in september, na het zomerreces, in behandeling bij de Raad tijdens de ronde tafel, het debat en het Raadsbesluit. Daar zullen we ook aandacht besteden aan wat we noemen 'wijkveiligheid', en de onderwerpen die u noemt, die zeer belangrijk zijn, zullen zeker hun plek krijgen in onze wijkveiligheidsplannen.
Het is dus niet zo dat we een generiek beleid hebben dat overal in Zeist even intensief is, bijvoorbeeld wat betreft overlast of een van de andere ernstige onderwerpen die u noemt. Maar we zullen, gevoed door de samenleving, het wijkteam en de wijkwethouder, kijken wat de speerpunten van beleid zijn op wijkniveau, en dat lokale niveau is heel belangrijk.
Dat plan wordt voor vier jaar vastgesteld en elk jaar komen we met een brief aan de Raad over hoe het afgelopen jaar is geweest en wat de plannen zijn voor het komende jaar, zoals we nu in half december een brief hebben geschreven aan de Raad over het voorbije jaar.
Het is goed om dit te vragen, want dat geeft ons de gelegenheid om in het college van B en W een gedachtewisseling te hebben, zoals we vorige week hebben gedaan, over wat nu precies het schaalniveau is waarop we acteren: landelijk, regionaal of lokaal. We maken beleid, maar geven ook vrijheid om een eigen invulling te geven. En dat komt hier en in de samenleving aan de orde.
Ik wil nog even iets opmerken voor de Raad: u heeft het natuurlijk al genoteerd, maar ik wil benadrukken dat er bij deze RIB ook ruimte is voor de fracties om hun opmerkingen over de regionale veiligheidsstrategie aan te geven richting het College voor 3 maart, als ik me goed herinner aan de inhoud van die brief.
Dan kom ik nu op het planproces van de Willem Arendshoeve. Er zijn vragen gesteld door Freek André de la Porte van D66, door Bas van der Schild van GroenLinks en door Nieuw Democratisch Zeist, vertegenwoordigd door Bredius Fiscali van INI. Ik denk dat de overkoepelende vraag is: wat is er aan de hand en hoe komen we hieruit? Maar de heer Fiscali wil nog een nadere toelichting geven.
Ik zou graag een nader voorstel willen doen, voorzitter, naar aanleiding van uw eerdere opmerking van vanavond. Ik stel voor om een informatieavond te beleggen over dit onderwerp, aangezien het erg zwaar en ingewikkeld is. Ik neem aan dat de andere indienende partijen het hiermee eens zijn.
Ik heb de volgende vraag: kunnen we de behandeling van de vragen vanavond uitstellen tot het moment waarop we de informatieavond organiseren? Dat is mijn eerste vraag. Mijn tweede opmerking betreft het belang van zo'n informatieavond. Ik zou het zeer waarderen als Altrecht zelf antwoord kon geven op de vragen die wij hebben. Het college staat telkens voor de taak om als sluis te fungeren naar de Raad en naar de inwoners van Zeist en Den Dolder. Echter, het zou goed zijn als Altrecht zelf uitlegt waarom deze situatie zich voordoet. Meneer...
Ja, ik sluit me aan bij de woorden van de heer De La Porte, maar verder zou ik het wel op prijs stellen als we vanavond nog korting krijgen op de gestelde vragen.
Het lijkt mij ook een goed plan. Ik neem aan dat de wethouder zich heeft voorbereid, en we kunnen het onderwerp in 10 minuten nooit de aandacht geven die het verdient, gezien alle vragen die het oproept. Laten we dus kijken of we de twee zaken kunnen combineren. Ik geef het woord aan de wethouder. Er is al steun uitgesproken voor een nadere bijeenkomst, maar misschien kan de wethouder ook iets zeggen over hoe zij daar tegenaan kijkt. Wethouder Welving, wethouder Van Dijk, ik houd me nog steeds aan die portefeuille-indeling. Ik heb genoeg, maar...
Maar dat ligt niet aan u, want ruimtelijke projecten zijn niet bij een wethouder belegd, dus dat kan af en toe verrassingen veroorzaken. Voorzitter, dit is informatie die ons ook nog niet zo heel lang geleden heeft bereikt, dus vandaar dat we hebben aangegeven dat wij wat tijd nodig hebben om ons te beraden. Het is ook best wel een complex speelveld, want u noemde, meneer, andere rapporten onterecht. Al fivoor speelt natuurlijk een rol, maar het is ook zo dat Altrecht op enig moment na het vaststellen van de gebiedsvisie in 2017 een aanbesteding heeft gedaan die is gewonnen door EPD. Dat is dus ook een belangrijke partij in deze kwestie. Iedereen is zich op dit moment aan het beraden en dat vereist ook wel enige afstemming met elkaar, zoals u zult begrijpen. Als het gaat om de vraag vanuit D66, namelijk welke garanties het college heeft, dan geldt daarvoor in ieder geval dat wij al een tijdje bezig zijn om het vertrek, waarvan we nog steeds uitgaan dat het op enig moment zal plaatsvinden, zo goed mogelijk af te hechten. Dus dat betekent dat Altrecht en fivoor het terrein ook op de goede wijze zouden moeten verlaten. Maar dat proberen we ook contractueel goed met elkaar af te ronden. Dat is nog niet gelukt. Dat is in ieder geval een van de zaken die voor ons van belang zijn om echt met elkaar te constateren dat we het met elkaar eens zijn over alle rafelrandjes, zodat er geen misverstand kan zijn over wie waar eigenaar van is, wie waarvoor verantwoordelijk is en waar het gaat om het onderhoud, dat de overdracht van allerlei zaken helder is belegd. Dat is op dit moment nog niet het geval en dat is voor ons wel van belang om uiteindelijk te kunnen zeggen: "Oké, nu zijn de bestemmingsplannen ook echt zover dat ze in procedure gebracht kunnen worden." Maar voor de rest van het antwoord zou ik echt willen verwijzen naar de tijd die wij nog even nodig hebben om ons te beraden op de situatie die nu is ontstaan. En daar zal dus ook bij horen datgene wat we van Altrecht gaan vragen aan duidelijkheid en zeker een volgende keer, want dan vraagt u ook al naar... Nou ja, ik hoop niet dat er nog een volgende keer zal zijn, maar je weet het niet. Er zal dan hetzelfde gelden. Even kijken, dan denk ik dat ik uw vragen wel zo'n beetje heb behandeld, toch? Of...?
Ik heb een vraag, en dat is wat dat eigenlijk inhoudt. Dat speelt het meest door mijn hoofd, en daar voel ik me ook het meest door aangesproken. Eerst werd er gezegd dat de kans groot is dat we in 2023 zouden vertrekken. Toen kwam er toch een redelijk definitieve datum, namelijk 2025. Daarmee zijn we als Raad aan de slag gegaan. U als college bent ermee aan de slag gegaan, en vandaar ook mijn eerste vraag: "Ja, met een toezegging, hoeveel meer heb je nodig dan een toezegging om daadwerkelijk zekerheid te bieden?" Dat is de tweede vraag. Ik heb het gevoel dat we veel verwachtingen hebben. We hebben verwachtingen bij ondernemers die in De Dolder willen investeren. We hebben verwachtingen rondom het realiseren van, zeg maar, het drieluik. Er zijn veel ontwikkelingen die we met elkaar in evenwicht proberen te brengen, en dat lukt niet. Parallel daaraan maken wij ook kosten voor de veiligheid rondom de trein, een situatie die we sinds 2018 hebben. Die kosten worden door ons als gemeente gedragen. Wat voor invloed heeft dat op de beslissing van Altrecht, waarvan ik denk: "Dat was de vraag"? En nu, meneer De La Porte, hoe vast staat het nu, en hoe definitief is ooit gezegd dat we 2025 als vertrekdatum mochten accepteren? Zit daar, wat u betreft, nog speling in die vraag? Wethouder, het kwam bij mij over als geen...
Ja, voorzitter, ik wil graag twee punten aanstippen. Ten tijde van het vaststellen van de gebiedsvisie, ongeveer twee jaar geleden als ik het goed heb, spraken we over de tijdlijnen zoals u die nu schetst. Na het vaststellen van de gebiedsvisie heeft Altrecht ongevraagd - dat wil zeggen, niet op ons verzoek - een brief gestuurd. Deze brief is destijds ook met de raad gedeeld. Hierin gaven zij aan dat zij per 1 januari 2027 vertrokken zouden zijn, wat te maken had met de aanbesteding en het contract bij PD. Op dit moment is de garantie die wij op papier van Altrecht hebben ontvangen - zoals gezegd, ongevraagd - voor 1 januari 2027, die harde toezegging, die garantie in hun eigen woorden, recentelijk ingetrokken door Altrecht. Dat is de situatie waar we nu voor staan.
Wat de kosten betreft, deze worden, zoals u weet, altijd geregeld via een anterieure overeenkomst met BPD, de ontwikkelaar. Alle kosten zijn in principe daarin opgenomen en het kostenverhaal vindt langs die weg plaats. U noemt echter een voorbeeld met betrekking tot beveiliging. Ik zou moeten verifiëren of dat in voldoende mate is opgenomen in de overeenkomst, omdat die natuurlijk primair over de ontwikkeling gaat en niet over dit soort kosten. Dus in die zin ligt daar misschien nog een vraag waarop ik op dit moment het antwoord niet heb. U gaat door, denk ik, met...
We gaan kijken, je voelt het gewoon aankomen. Het is tien voor half negen; dit onderwerp gaan we vanavond nooit in de volledige breedte en diepgang behandelen, zoals de Raad wil. Dus ik denk dat we in ieder geval het voorstel, dat er ligt om er een aparte bijeenkomst aan te wijden, moeten vaststellen. Laten we dat doen en laten we de tijd nu aan de wethouder geven om zoveel mogelijk ook de andere vragenstellers nog een beetje tegemoet te komen, en niet alleen die van D66. Dus mijn voorstel is: beantwoordt u de vragen van GroenLinks en van de vergadering in december.
Dan stap ik over naar de vragen van GroenLinks, want die zijn van een heel andere orde. Ze gaan met name over de stikstofberekeningen. We hebben lang moeten wachten op een calculator voor die berekeningen, en die gaan om berekeningen voor zowel de ontwikkelfase als de gebruiksfase. Die calculator is nu beschikbaar, dus die berekeningen kunnen nu ook uitgevoerd worden. De uitkomsten daarvan hebben we nog niet, maar ze gaan over stikstofdepositie. Die stikstofdepositie heeft namelijk betrekking op Natura 2000-gebieden. Nou, die hebben we niet in onze directe omgeving. Ook de Utrechtse Heuvelrug is bijvoorbeeld geen Natura 2000-gebied, dus wij hebben reden om aan te nemen dat er geen uitkomsten uit die berekeningen verwacht hoeven te worden die ons zouden kunnen hinderen. Dit heeft ook te maken met keuzes die met name tijdens de ontwikkeling nog gemaakt moeten worden. Dus welke apparatuur je inzet bij de bouw van de wijk speelt daarin ook mee. Nou, dat zijn keuzes waar wij uiteindelijk als gemeente niet over gaan, maar waar we op basis van wat we nu weten wel calculaties op kunnen loslaten. En er was ook nog een vraag over hoe dit uitwerkt voor andere projecten. Ja, dit is echt een doorrekening die per project uitgevoerd zou moeten worden, dus datgene wat ik net heb gezegd, gaat heel specifiek over dit project op de WA Hoeve. Tot zover wat betreft GroenLinks, dank u.
Nu, in ieder geval bedankt voor het antwoord. Maar ik had in de vorige set vragen ook gevraagd hoe de Dolderse samenleving wordt geïnformeerd over deze ontwikkelingen, want natuurlijk bereikt hen ook het nieuws dat Altrecht en Fivoor geen garantie voor 2027 kunnen afgeven. Ja, goed.
Ja, ik heb zojuist al een flink aantal partijen genoemd die terecht betrokken zijn. Fivoor, BD, de gemeente en de provincie spelen hierin ook een rol, maar zeker ook de samenleving in Den Dolder. Toen we de gebiedsvisie in 2017 vaststelden, is de keuze gemaakt om een planbegeleidingsgroep in te stellen. Dit is een groep vertegenwoordigers uit de omgeving die actief betrokken worden bij alles wat rondom dit project speelt. Zij zijn gelijktijdig met de Raad, of eigenlijk direct daarna, geïnformeerd toen we de raadsinformatiebrief hebben verstuurd. De planbegeleidingsgroep is dus ook direct op de hoogte gebracht van wat er speelt. In die zin zijn ze goed geïnformeerd en we hebben regulier overleg met bijvoorbeeld de belangenvereniging. Ik ben daar morgen op bezoek en dit onderwerp staat nadrukkelijk op de agenda.
Dan vroeg de heer Bredius - want er is enerzijds de heer Bredius en anderzijds DZ - hoe dit nieuws mij heeft bereikt. Nou, dat is via de projectmanager gegaan. Dit is een specifieke projectmanager vanuit de gemeente voor dit project. Hij heeft vrij recent een e-mailbericht ontvangen waarin Altrecht dit heeft aangegeven. Ik weet niet of dit uw vraag volledig beantwoordt, maar de vorm van communicatie was inderdaad een e-mailbericht.
Naar aanleiding van wat ik zojuist heb gehoord, wil ik graag verduidelijken: de wethouder zegt nu dat er kennelijk een mailbericht is waarin een statige garantie voor 2027 is herroepen. Dus, als ik het goed begrijp, is dat de letterlijke zin die in dat mailbericht staat, terwijl er in de raadsinformatiebrief iets anders staat. Er is een bericht, enzovoort. Heb ik dat correct?
Ik heb de mail hier niet beschikbaar, maar u kunt ervan uitgaan dat de wijze waarop het verwoord is in de Raadsinformatiebrief in lijn is met de wijze waarop het bericht tot ons is gekomen, dus in lijn met het mailbericht van Van Altrecht. En als u er prijs op stelt, heb ik ook geen enkel bezwaar om de mail met de Raad te delen. Ja, dan meneer Viscaalini, dat sluit wel weer aan, denk ik, op datgene wat vanuit D66 werd gevraagd. Dus ja, 'pas op de plaats maken' zijn niet de woorden waar ik voor zou kiezen. Wij gebruiken de woorden 'ons beraden', dus echt even in de hele breedte kijken: wat is hier aan de hand? Wat ligt hieraan ten grondslag? Op welke manier zouden we nu verder willen gaan? Dat zou kunnen leiden tot de bewoording waar u voor kiest, 'pas op de plaats maken', maar dat is niet de bewoording die u in die Raadsinformatiebrief heeft teruggelezen, dus ik denk dat dat prematuur is. Zo moet u het niet lezen. Het is echt 'ons beraden', zoals we dat ook hebben geformuleerd.
Ja, dan de bestemmingsplannen. Hoe zit het met BPD? BPD heeft ons gevraagd - dat is tot nu toe mondeling gebeurd - om de bestemmingsplannen voor het noordelijk en zuidelijk ontwikkelde gebied en de historische middenas voor te bereiden. Want dat zijn de bestemmingsplannen die ook al in de inspraak zijn geweest, die ter inzage hebben gelegen en waarvan de uitkomsten zijn verwerkt in de bestemmingsplannen. Dus in die zin ligt eigenlijk alles klaar om het ook echt in procedure te brengen. Het enige waar het nog een klein beetje hangt, dat is wat ik net in de richting van de heer Van der Schuld aangaf: dat zijn die berekeningen over stikstofdepositie. Maar BPD heeft ons mondeling aangegeven - weliswaar gegeven de uitspraak die er nu ligt - dat zij denken dat het gepast is om de bestemmingsplannen niet in procedure te brengen. Dus in die zin zitten zij op dezelfde lijn.
Ik kijk even naar... Nou, ik wil er nog iets over verkeer zeggen, want we hebben ook nog een project 'Nieuwe Verbindingen' dat heet. Daarin komen heel veel ontwikkelingen in Den Dolder samen, niet in het minst de afsluiting van het spoor, maar ook de ontwikkeling van de WHO speelt daarin mee, evenals de komst van de Politieacademie. En ja, dat project is in zekere zin onafhankelijk hiervan. We gaan er nog steeds vanuit, tot nader order, dat dit uitstel is en geen afstel. Oftewel, ja, dat zouden de profetische woorden kunnen zijn, voorzitter. Laten we hopen van niet. Dus in die zin is dat een project wat onafhankelijk hiervan, zou ik zeggen, gecontinueerd wordt en waarbij we er dus nog steeds vanuit gaan dat die Politieacademie er komt en ook dat dit project er komt. Maar het zijn natuurlijk wel risico's die we in dat project meenemen en voortdurend ook afwegen.
Verbindingen is een integraal opgezet project dat gaat over de afsluiting van het spoor, nietwaar? Het betreft dat voormalige drieluik, dus de aansluiting op de Dolderseweg, zowel aan de kant van de Pleineslaan in het noorden, als ook aan de zuidelijke kant, waar nog een route bepaald moet worden. En dat gebeurt op vrij korte termijn, in overleg met ProRail en de provincie. Ik noemde al De Twee Hoeve en de Politieacademie. Al die zaken worden in dat project integraal bekeken, samen met alle betrokken partijen. Nou, die heb ik net al opgenoemd. Uiteindelijk wordt er een afweging gemaakt over wat de beste plek is om die koppeling met de nieuwe Dolderseweg te maken. Of het nu om één of twee koppelingen gaat, dank u.
Zeg het niet, zelfs niet als u mij toestemming geeft. U heeft om een bijeenkomst gevraagd. Die zal plaatsvinden, want ik heb in ieder geval een andere partij zien knikken.
Zeker, maar ik rond dit even af. Ik zag nog een vraag van de heer Fluitman, dus ik ga nu over tot het plannen van de bijeenkomst. Of niet, want meneer Fluitman heeft nog een opmerking.
Ja, dank u wel, voorzitter. De opmerking die ik heb, is dat ik ooit heb geleerd, toen ik in een college zat, dat 'integraal' een heel smerig woord is, omdat je dan namelijk nooit tot iets komt. Dus de vraag is of je alles integraal moet bekijken, of dat je op een gegeven moment moet zeggen: "Oké, het was hier, en dan gaan we wel iets doen." Mijn zorgpunt is wel hoe ProRail erin zit, en dat hoeft u vanavond niet te vertellen. Maar ik wil wel graag tijdens de informatieavond weten hoe lang ProRail ons nog de tijd geeft ten aanzien van de uitvoering van het drieluik.
Ja, dank u, voorzitter. Ik had nog een vraag over de bijeenkomst van vorige maand. Vraagt u zich af, want er was toen een toezegging gedaan, gaan we...
We gaan dit niet meer doen. Vanavond wilde ik het wel, maar om 08:30 uur moeten we stoppen. Het is duidelijk een belangrijk onderwerp; het leeft enorm. Ik kan me daar ook iets bij voorstellen. Dit thema heeft veel losgemaakt. Volgens mij is de Raad zich ook goed bewust van het feit dat het niet alleen hier in deze Raad speelt, maar natuurlijk ook daarbuiten, in Den Dolder. Er zijn alle redenen om snel de koppen bij elkaar te steken. Ik wijs de Raad erop dat u niet alleen naar het college hoeft te kijken voor de vragen die ze hebben, maar dat u er vooral bent om de vragen te stellen die beantwoord moeten worden tijdens die informatiebijeenkomst. Dus mijn voorstel is dat de woordvoerders op dit dossier heel snel de koppen bij elkaar steken met het college en een avond plannen om dit te bespreken. Dat zal best lastig zijn, maar Roland weet ons daar altijd bij te helpen door het juiste moment te vinden en aan te geven welke onderwerpen die avond besproken moeten worden, wat wel en niet kan, en laat daar enige spoed achter zitten. Dat gezegd hebbende, rond ik dit af en geef ik als laatste het woord aan Burgemeester Jansen om iets te zeggen over Turkije, wat terecht is.
Om het kort te houden: ik vind het belangrijk dat we dit ook tegen elkaar zeggen als fractievoorzitters en fracties. Dank voor uw positieve reactie en voor het medeleven dat we vanuit de gemeente tonen met de aardbevingen in Syrië en Turkije, zowel in woord als in de vorm van een geldbedrag. Ook het halfstok hangen van de vlag vind ik passend. Ik wil u graag een indicatie geven: in Zeist wonen ongeveer 600 mensen met een Turkse achtergrond en ongeveer 500 mensen met een Syrische achtergrond. We onderhouden nauw contact met deze mensen. Bijvoorbeeld, aanstaande vrijdag zal ik het vrijdagmiddaggebed bijwonen, en er is een benefietconcert in Den Dolder waar we vertegenwoordigd zullen zijn. Ik denk dat het goed is om dit te benoemen, omdat maatschappelijke initiatieven en verbondenheid ook groot zijn, begrijpt u? Het is belangrijk dat we dit met elkaar delen en erover praten. Als u ons ergens op wilt attenderen, doe dat dan alstublieft. U verricht natuurlijk ook uw eigen representatieve werk. Laat ik het zo zeggen: het is goed om dit op gepaste wijze en momenten met elkaar te delen, want de raad laat zich, samen met de gemeente, van zijn beste kant zien. Dat wilde ik gezegd hebben. Dank u wel.