Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Mijn naam is Aad Grinwis. Ik ben raadslid en mag vanavond voorzitter zijn, en we worden uitgezonden op YouTube door de gemeente. Ja, ik krijg zojuist de mededeling van de griffie dat ze het alleen opnemen, dus geen YouTube. U had dus niet naar de kapper hoeven te gaan. De wethouder is meneer Van Dijk en hij zal waarschijnlijk straks de vragen beantwoorden; daar hadden we het eerder over in de vergadering. Grapje, dat zou wel mooi zijn. En Johan Jansen is de griffier. Er zijn geen sprekers en geen insprekers, dus laten we maar beginnen. Wie heeft de eerste vraag voor het college? Simin van Groen, dank u wel, voorzitter. SPSPSP, dat klopt.
Klopt, ik heb een aantal vragen. Zal ik ze achter elkaar stellen? Ja, een kleine vijf. Ja, ja, nou, ik zal langzaam praten, dan kunt u rustig meeschrijven.
Vraag één: In de verordening wordt verwezen naar een lijst, de zogenaamde branche- of artikelenlijst, waarin is vastgelegd welke branches welke artikelen mogen verkopen. Echter, die lijst ontbreekt bij de stukken, en wij zouden die lijst graag willen zien. En wel hierom: het lijkt ons nuttig om te weten of het bijvoorbeeld in onze gemeente is toegestaan om op een markt messen te verkopen. In deze tijd, waarin steeds meer jongeren met een mes op zak lopen, lijkt het ons niet goed dat de gemeente deze laagdrempelige verkoop op een markt moet bevorderen. Dus wij willen graag die artikelenlijst zien.
Vraag twee: Eveneens ontbreekt een sanctielijst. Hierin zouden de sancties staan die gelden bij overtredingen op de weekmarkt. Ja, we hebben al iets gezien over uitsluiting en dergelijke, maar misschien zijn er nog meer sancties waarvan wij niet op de hoogte zijn.
Even kijken, ja, volgende vraag: Hoe komt de stroomvoorziening eruit te zien? Wordt dat een ondergrondse installatie, of wordt het een elektriciteitshuisje dat ergens geplaatst wordt? En wordt er dan wel voldoende rekening gehouden met de mogelijke herinrichting van dat gebied, zoals bijvoorbeeld de sloop van de klinker?
En dan nog de laatste vraag: Is de capaciteit van de stroomvoorziening voldoende om bijvoorbeeld gelijktijdig een markt en een evenement, zoals bijvoorbeeld een kermis of een Winter Wonderland, mogelijk te maken?
Dat waren mijn vragen.
Bedankt. Zullen we meteen de hele ronde afmaken? Is dat handig, of moeten we deze nu beantwoorden? Wat zullen we doen met de hele ronde? Maar ja, hier mag ik meneer Bredius natuurlijk ja.
In de tekst wordt vijf keer gesproken over het marktreglement. Het marktreglement van Zeist 2024, maar volgens mij bestaat dat nog niet. Wanneer kan de Raad dit verwachten? Ik zou dat er graag bij willen hebben. Het is in orde. Goed.
De artikelen 4 en 5 stellen dat het college toezegt dat, voorafgaand aan de besluiten over deze artikelen, de Raad geïnformeerd wordt. Dit is van belang, aangezien het gaat om belangrijke punten betreffende verplaatsing. We hebben dit al eerder gezien. Bovendien, als er nadere regels in deze verordening gesteld moeten worden, dient men te bedenken dat de verordening nog steeds een kaderstellend document is en dat de Raad hierin een taak heeft. Dit betreft onder andere het evenementenbeleid. Maar kan het college toezeggen dat de markt als uitgangspunt wordt gehanteerd? We passen de andere evenementen toch aan de markt aan, en niet andersom? We laten de markt zich niet aanpassen aan het evenement. Ja, en dan komt de vraag over toekomstbestendigheid. Kan het college een paar concrete voorbeelden geven van wat nu het perspectief is richting het jaar 2030, waar deze verordening op gericht is, en dus het punt van toekomstbestendigheid? Dat waren mijn vragen, meneer.
Ik heb er twee. Ik was enigszins verbaasd toen ik in het reglement - niet te verwarren met de verordening - artikel twee, lid 3 las dat er op Koningsdag geen markt wordt gehouden, omdat dan ook de winkels gesloten zouden zijn. Echter, ik heb wel eens winkels open gezien op Koningsdag, dus dat was iets waarover ik verbaasd was. Ook heb ik een vraag over het reglement, artikel 9. Wat gebeurt er als de houder van een vergunning niet langer zelf gebruik wil of kan maken van de vergunning, bijvoorbeeld omdat hij is overleden of in staat van faillissement verkeert? Ik vraag me af wat dit precies betekent, aangezien in geval van faillissement de echtgenoot niet noodzakelijkerwijs betrokken is, maar de huwelijksgemeenschap wel kan zijn. Waar gaat dit over? Wat als een failliete marktkoopman of diens echtgenote toezeggingen doet, zoals 'Ik wil iets ruilen en dat kan volgende week' of 'Betaal maar alvast, ik heb het voor je besteld'? Dat kan problematisch zijn. Dat was het, mevrouw.
De rechtervleugel, zal ik maar zeggen. Dank u, voorzitter. Ik heb drie vrij korte vragen. Ik had ze al eerder gesteld, maar voor de helderheid zal ik twee van die vragen herhalen. We gaan € 60.000 investeren, en dat wordt gelukkig over 20 jaar uitgesmeerd, dus daar maak ik me helemaal niet zoveel zorgen over. Maar we weten ook – er werd al over perspectief gesproken – dat we niet kunnen garanderen dat de markt altijd op dezelfde plek zit. Dus de vraag is: is de techniek die aangelegd gaat worden verplaatsbaar? En wat gaat ons dat eventueel kosten? Dat is een vraag in geval van een permanente andere locatie van de markt. De tweede vraag, ook naar aanleiding van het raadsvoorstel, is dat er als kanttekening wordt vermeld dat er mogelijke bouwontwikkelingen zijn; dat werd ook al genoemd. De klinker, et cetera. Wat zijn nu de mogelijke consequenties en wat zijn de daarbij behorende risico's? Want we doen graag een risico-inschatting en koppelen daar een getal aan. En de derde vraag gaat over de 34k taakstelling die genoemd wordt. Dat is weliswaar geen beslispunt, maar wordt wel meerdere keren vermeld in het raadsvoorstel. Ik heb eens gekeken in het IOC-rapport, en daar kom ik die 34k en die taakstelling helemaal niet tegen. Sterker nog, ik kom de markt daar helemaal niet tegen. Dus ik vroeg me af: waar komt die 34k taakstelling vandaan? Hoe is die onderbouwd? En als die daadwerkelijk vanuit de IC naar ons toe komt, wat is dan de verklaring van het feit dat het voor 2024 nog niet geregeld kon worden?
Excuses voor de vertraging bij de vergadering. Collega C heeft eigenlijk twee vragen. Artikel 5 gaat over de verplaatsing, en ik denk dat dit aansluit bij de heer Bredius. Maar ja, als er dringende redenen zijn, geeft dat altijd ruimte voor discussie, denk ik. Volgens mij zijn er destijds ook andere afspraken met de marktcommissie gemaakt over het eventueel verplaatsen bij activiteiten of andere evenementen die er zijn. Dus dat is de eerste vraag: hoe zit dat precies? Wat verstaan we onder dringende redenen en is dat wel duidelijk?
En het tweede, wat ik mis in het hele stuk, heeft te maken met het parkeren van de wagens van de marktkooplieden. Er is destijds een afspraak gemaakt dat er geen wagens van de kooplieden op de markt zouden staan, tenzij ze echt te maken hebben met de verkoop van hun waar, bijvoorbeeld een vrieswagen of iets dergelijks. Wat we op dit moment zien, is dat er toch veel wagens van groenteverkopers of andere kooplieden op het marktplein staan. Daarover lees ik niets over de regels in de verordening. Ik zou heel graag willen weten hoe het college daar tegenaan kijkt.
Dank u wel voor het even checken. Ik heb een paar dubbele vragen die al gesteld zijn, dus die zal ik laten zitten. Ik zag inderdaad in het raadsvoorstel staan dat de vergunningen uitgegeven worden voor een periode van 15 jaar. Ik was nieuwsgierig waar dit vandaan komt. Had het ook 10 of 20 jaar kunnen zijn, of is dat geen optie? Verder was ik benieuwd naar de financiële toelichting waarin staat dat de € 60.000,- in 20 jaar terugverdiend wordt door de marktondernemers. Maar hoe zit het nu? Stel dat iemand na 15 jaar een vergunning krijgt, hoe draagt hij dan bij aan de kosten, of is de bijdrage naar rato? Dat was mij nog niet helemaal duidelijk.
Even kijken. Het nieuwe systeem is heel handig met die extra informatie. Ja, er staat inderdaad bij artikel 3 in de marktverordening dat het college de markt vast kan stellen of kan instellen. 'Kan' vind ik wat vrijblijvend; is het 'kan instellen' of 'gaat instellen'? Ook de lijst met branches wordt genoemd. Ik vond dat wat vrijblijvend, klopt dat?
En wat betreft artikel 4 en 5: er zijn al wat vragen over gesteld. Ook daar zouden we graag een toelichting op willen. Wat wordt er precies bedoeld met 'dringend'? En klopt het dat er inderdaad sprake is van een verschuiving van de bevoegdheid van de raad naar het college? Dat was een vraag die wij hadden.
Tot zover, voorzitter.
Is het zinvol als de wethouder en mevrouw Bosch het even overleggen? Dan schorsen we de vergadering even. Nou, daar heb je veel verdriet van, maar ik vraag het toch. Mag ik dat niet vragen? Hoeft niet? Oké. Oh, ik zat...
Ik zat nog naar u te kijken, maar ja, dat kan. We zijn hier voor de politiek, heren van het CDA, althans ik wel, ja. Misschien is het goed, voorzitter, om even iets abstracter, iets algemener te beginnen, want in een aantal vragen zitten misverstanden, misschien zelfs meerdere misverstanden besloten over waar dit over gaat. Misschien ligt het daaraan. Waar dit vooral over gaat, is dat we te maken hebben met een vraagstelling over de verzelfstandiging van een markt. Daar is vanuit de Raad over gesproken en uiteindelijk ook over besloten, in de zin van dat we dat uiteindelijk niet willen gaan doen. Maar toen dat besloten werd, is de Raad ook meegenomen en is ook gezegd: "Oké, maar er was niet alleen sprake van een vraag, wel of niet verzelfstandigen? Er was ook een vraag over hoe de inkomsten en de uitgaven zich tot elkaar verhouden." Nou, dat is onder de streep een min. Die midden is die 34.000 en ten tijde van het burgerberaad was dat zo. Maar dat is niet onderdeel van het advies van het ISE, tenzij ik me vergis. Het gaat om de ambtelijke heroverwegingen die daaraan voorafgingen. Die 34.000 is een taakstelling, want dat is de min, dus er zijn meer uitgaven dan inkomsten. Dat willen we in balans gebracht hebben. Even los van de vraag of we wel of niet verzelfstandigen, verzelfstandigen is iets waar met name de marktondernemers geen voorstander van zijn, en daar zijn op zich goede redenen voor. Daarom willen wij dat ook niet forceren, maar we willen uiteindelijk wel aan de slag met die uitspraak van de Raad, om ervoor te zorgen dat inkomsten en uitgaven met elkaar in balans zijn. Nou, dan heb je een taakstelling van 34.000 in te vullen, dan klinkt het een beetje raar dat je vervolgens geld gaat uitgeven. Dat is die 60.000 af te schrijven in 20 jaar, oftewel 3.000 per jaar, 250 euro per maand, snel gerekend. Die verhoudt zich tot die 34.000 als in 3.000 en niet 60.000. Dus je verdient 3.000 of je geeft 3.000 meer uit, maar uiteindelijk verdien je 34.000 per jaar terug. Waar zit dat in? Dat zit in het feit dat we op dit moment moeten leunen op de BHU, dus de belastingsamenwerking in deze regio. De kosten die wij doorbelasten aan de marktondernemers voorlopig via de BGU, dat is een hele dure manier om kosten in rekening te brengen. Als we het zelf zouden moeten doen, is het nog duurder, dus ook geen oplossing. De oplossing die wij hebben bedacht, dat is die stroomvoorziening. Dat is niet de stroomvoorziening als zodanig. Het gaat om een voorziening bovenop de stroomvoorziening, hè? We hebben een stroomvoorziening op de markt. Daar verandert niks aan. Als er meer nodig is, zoals met Wind in Wonderland, dan zetten we een aggregaat bij. Dat blijft ook naar de toekomst toe zo. Waar dit over gaat, waar die 60.000 over gaat, dat is een manier om de stroomkosten, zeg maar, goed te kunnen meten. En vervolgens ook één op één per stekker, eigenlijk per wagen per ondernemer, in rekening te kunnen brengen. Dat doen we nu niet. Dat werkt nu anders met een staffel via de BGU, buitengewoon kostbaar, en door dit anders te doen, geven we invulling aan het deel van die taakstelling, terwijl het licht hier uitgaat. Dat is niet de enige manier. Het heeft ook te maken met hoeveel interne menskracht je op de markt zet, ook een manier om invulling te geven aan de taakstelling, dus hoeveel accountmanagement zit daarop? Dat brengen we terug, maar opgeteld halen we daarmee die taakstelling uiteindelijk. Maar dit gaat dus ja, dit voorstel over twee dingen: aan de ene kant dus die stroomvoorziening in de zin van het meten en in rekening brengen van stroom bij individuele ondernemers, maar niet de stroomvoorziening in de fysieke zin. Dus hoeveel kilowattuur breng je naar het gebied toe en daarmee naar de marktondernemers en of naar Winter Wonderland? Als dat al plaatsvindt, want dat verandert hiermee niet. Dat zou mooi zijn als dat met dat bedrag zou kunnen, maar dat is niet zo, dus die voorziening blijft van dezelfde omvang en is er meer nodig, zoals in de tijden van Winter Wonderland, dan schakelen we op. Maar dat is hiermee niet afgedicht. Dat misverstand zou ik graag willen rechtzetten. Het tweede element in het voorstel heeft te maken met de verordening die aangepast moet worden, omdat er een aantal dingen in de loop van de tijd zijn gewijzigd en er is sprake van Europese regelgeving. U heeft ongetwijfeld in de krant gelezen dat de benaming in de stad Utrecht daar nogal rigoureus in eerste instantie mee werd omgegaan. Ja, voorzitter, maar u pakt graag even het verhaal af, dus dat creëert al een hele hoop onrust bij marktondernemers. Die proefden wij ook en die willen we wegnemen. Maar los daarvan willen wij graag invulling geven aan datgene wat Europese regelgeving van ons vraagt. En dat maakt dat je dus in ieder geval op het gebied van de vergunde termijnen iets moet doen en in overleg met een landelijke brancheorganisatie voor de markten is gekozen. En dat is dan ook gelijk het antwoord op de vraag van de heer Visser over die periode van 15 jaar. Die hebben we dus niet zelf verzonnen. Die komt met name daaruit en dat is eigenlijk ook een beetje de normtermijn die we her en der in het land zien ontstaan. Dus, even als aftrap, en dan kom ik zometeen nog op de vragen van de heer Visser terug.
Even tussendoor, naar aanleiding van de toelichting van de portefeuillehouder, wil ik mijn dank uitspreken. Volgens mij was het een helder verhaal over de sterkere overweging van de niet-verzelfstandiging, waarover we al een besluit hadden genomen, en over hoe we nu verder moeten. Ik zit echter nog met een vraag die misschien voor u duidelijk is na hoe u het heeft verteld, maar voor mij is het nog niet helemaal duidelijk geworden. Kan de markt, of een evenement zoals Winter Wonderland – maar we kunnen het ook hebben over een optreden van Jantje Smit op het plein, of wat we ook maar gaan krijgen – gebruikmaken van dezelfde stroomvoorziening? Of is het nog steeds zo dat, als je een extra evenement hebt, er ook een extra stroomvoorziening moet komen?
En dat laatste verandert hierdoor niet. Dit is daadwerkelijk een methode om de stroom te meten en deze in rekening te brengen. Per stekker, waarbij Jan Smit in uw voorbeeld een aparte stekker zou vertegenwoordigen, kunnen we in het geval van Winter Wonderland ook daadwerkelijk meten hoeveel stroom er verbruikt wordt door Winter Wonderland en dit één-op-één in rekening brengen. Dat is momenteel minder eenvoudig, tenzij we Winter Wonderland of Jan Smit op een aggregaat aansluiten, zoals ook mogelijk is.
Ik hoop dat u zegt: "Dus het heeft met de stekker te maken, Jan, dat er een stekker in het bonte Winterland zit, waardoor het zeker is." Maar als we Jan Smit op het plein hebben, om even wat neutraler te blijven, en er is ook markt, kan die nieuwe stroomvoorziening dat dan aan?
Het is geen nieuwe stroomvoorziening; het is een manier om te meten en in rekening te brengen. Die stroomvoorziening was niet voldoende om zowel de markt als Winter Wonderland te faciliteren in december en januari.
Ik begrijp dat. Maar voor mij gaat het ook om het feit dat we steeds een discussie hebben wanneer iemand daar iets wil en de markt bestaat. Dan moet er een nieuw aggregaat van iets anders komen. Of zeggen we nu eindelijk: "Oké, we hebben daar een dusdanig apparaat staan dat onbeperkt iedereen kan aansluiten"?
De tekst die je hebt gegeven is onvolledig en onsamenhangend, waardoor het moeilijk is om deze volledig grammaticaal correct te maken zonder de betekenis te veranderen of aan te nemen. Echter, ik kan een poging doen om een grammaticaal correcte zin te vormen met de gegeven fragmenten:
"Wat niet wegneemt dat een microfoon echt wel belangrijk is voor Jan Smit. Ja, ik zal instemmen met de huidige voorziening."
Let op dat deze zin is gevormd door aannames te maken over de context en de bedoeling van de originele tekst. Als je een specifieke boodschap wilt overbrengen, zou je meer informatie moeten verstrekken om de tekst correct te kunnen aanpassen.
Maar ik kan nog meerdere artiesten opnoemen waarvan u denkt: "Ja, die zijn iets minder bekend, zoals in Camerino of iets dergelijks." Ik weet niet of dat dan gebeurt.
Vraag: Blijkbaar ja, ik voel wel dat ik meneer Fluitman eens moet meevragen, want ik weet niet wat ik nu voor me moet zien. U heeft het over een andere manier van meten en in rekening brengen, maar wat gaan we dan zien op...
Dat is nee. Er is, zeg maar, één elektriciteitskast op de markt, op het marktplein. Die kunnen we eventueel laten zien. Dat is gewoon de standaardvoorziening van de steden. Die verandert niet, net zoals het niet verandert als er wind of onderland zou zijn. Komend jaar, als we opnieuw meer capaciteit nodig hebben, zullen we dat oplossen met een aggregaat. Geen dieselaggregaat zoals vorig jaar, maar met een accu, zoals dat ook dit jaar bij de laatste versie van Mittelland is gedaan, dus relatief duurzaam. Daar zit het probleem niet; dit moet je zien als een softwarelaag waarmee we het gebruik van de stroom en ook daarmee de kosten van de stroom per gebruiker in rekening kunnen brengen bij de gebruiker. En dat is een nette manier om dat te doen. Dus in plaats van dat je een inschatting maakt en het al dan niet evenredig verdeelt over alle ondernemers, krijgt iemand die bijvoorbeeld visboer is en veel ijs nodig heeft, en dus relatief veel stroom verbruikt ten opzichte van de aardappelhandelaar, ook een hogere rekening gepresenteerd. Dat doen we nu niet, dus in die zin is het eerlijker, denk ik, of in ieder geval minder oneerlijk. Het tweede punt is, nogmaals, dat we die dienstverlening niet meer nodig hebben, omdat we het, ja, met gebruik van nieuwe technologie en nieuwe software, zo meteen in rekening kunnen brengen. Het gaat gewoon via een app van de marktondernemers. Ja.
Voorzitter, dat staat toch ook in de toelichting? Een aanpassing van de stroomvoorziening betekent dat iedereen die gebruik wil maken van de aangepaste stroomkast op deze wijze te maken krijgt met een afrekening op maat. Het lijkt alsof iedereen er gebruik van kan maken en dat dit een uitbreiding van de capaciteit is, maar de wethouder zegt dat dit niet het geval is. Ook...
Mijn verhaal past, denk ik, uitstekend binnen de formulering die daar staat. Maar als u zegt dat het enigszins ambigu is en dat men er iets anders in zou kunnen lezen, dan hoop ik dat mijn uitleg duidelijk maakt wat wel en niet het geval is. Oké, misschien kunnen we na de vragen van de voorzitter en de deelname van mevrouw Polsboeien hier rekening mee houden. Maar ik begin gewoon, en dan zien we wel wat er overblijft.
Hoe ziet de stroomvoorziening eruit, nu en in de toekomst? Nou, dat verandert hiermee dus niet. Dat was een vraag van u, mevrouw. Even kijken... Is er genoeg stroom voor de markt in Wonderland? Dat is dus ook niet het geval, zoals uitgelegd in het marktreglement. Ja, dat is gisteren toegevoegd, dus dat moeten we nog even nalezen, denk ik. De bevoegdheid is overigens van het college, niet van de raad, maar het leek ons goed om dat inzichtelijk te maken, want u heeft gelijk. Er wordt in de verordening wel een aantal keren naar verwezen. Het is prima om dat te delen. U kunt daar ook gewoon op googlen, het is te vinden op overheid.nl.
Bij verplaatsing moeten we vooraf de raad informeren. Dat is wat bewerkelijk, maar dat neemt niet weg dat wij in de verordening duidelijk aangeven dat een verplaatsing terughoudend zal plaatsvinden en altijd in overeenstemming met de marktcommissie. Op dit moment is de afspraak dat we dat alleen doen voor Winter Wonderland en voor de kermis, dus dat is echt de uitzondering. Maar de regel bepaalt waar het om verplaatsing gaat.
En zo kom ik bij mijn beantwoording. Is het goed als ik even doorga met de nadere regels en de rol van de raad? Ja, dat is eigenlijk wel hetzelfde. We hebben een verordening waar de raad over gaat. Daar hebben we het vanavond over. Die staat op de agenda van de eerstvolgende raadsvergadering, verwacht ik. Er zit heel veel detail in het reglement en beide zitten in een setting waarbij het regelmatig nodig blijkt om aanpassingen te maken. Als de verordening aangepast moet worden, zoals nu met die 15 jaar Europese wetgeving, maar we passen veel meer zaken in de verordeningen aan. Dat geeft al aan hoeveel dynamiek daarin zit. Daarover overleggen we dus ook met de landelijke brancheorganisatie. In het reglement is dat nog veel meer het geval. Dat is de reden om dat niet naar de raad te brengen. Vanuit de raad hebben we het gemandateerd naar het college.
Dan de markt: is dat een uitgangspunt voor het evenementenbeleid? Dat zou raar zijn als we op deze manier een hard kader voor het evenementenbeleid zouden vaststellen, dus dat doen we andersom. Er loopt op dit moment ook een project, als onderdeel van het uitvoeringsprogramma van deze coalitie, om tot een nieuw evenementenbeleid te komen. Dat gaat over kaders op inhoud, maar ook over locaties en daarmee raakt het ook aan het fysieke gebied van de markt en het marktplein. Ik moet naar u kijken, bedenk ik me. Dus nee, de warenmarkt is niet een uitgangspunt voor het evenementenbeleid, althans niet direct. Maar de vraag of de warenmarkt op het marktplein wel of niet georganiseerd moet worden, is denkbaar. Dat is zeker in theorie mogelijk, maar uiteindelijk gaat u daar zelf over. Ik verwacht niet dat we tot een andere plek voor de warenmarkt zullen komen, maar het is denkbaar. Dus geen harde garanties.
Ja, dat is altijd fijn. Wij willen graag verduidelijking, want ik hoor u veel vertellen over de gestelde vragen. Er zijn voor mij twee dingen die nu opvallen. Ten eerste zegt u dat u geen helder onderscheid maakt tussen het marktplein en het evenementenplein. Ik zou daarom graag van u willen weten hoe dat plein ooit gesitueerd is en wat de intentie daarvan is geweest. Ten tweede wil ik heel graag van u weten – en dat zijn de dringende momenten waarop u zegt dat de markt moet wijken – over de evenementen die u noemt, zoals de kermis en Winter Wonderland. Maar als ik de verordening lees, lijkt het alsof die enorm veel ruimte biedt. Misschien niet voor het komende jaar of de komende twee jaar, maar wel voor over vier jaar, en wat dat dan betekent. Als we bijvoorbeeld een pinkstermarkt van een week lang willen houden, of iets anders dat op dat mooie evenementenplein zou kunnen plaatsvinden. U noemt bijvoorbeeld dat Jan Smit drie weken blijft. Kunt u daarom specifieker zijn in het benoemen en wellicht ook voorstellen om dat in één document samen te vatten? Daarin zou u kunnen aangeven welke momenten u als dringend beschouwt, waarop de markt moet wijken of dat we moeten overwegen de markt anders in te vullen. Zo blijft in mijn ogen het evenementenplein beschikbaar. En dan ga ik al verder, want het evenementenplein is ooit zo benoemd om het breder beschikbaar te stellen, en ik hoor u het nu sterk beperken, voorzitter.
Voorzitter, ik sprak niet over een evenementenplein. Dat is geen term die wij gebruiken; wij spreken over evenementenbeleid, en dat koppelen we los van de fysieke plek van de markt. De markt is weliswaar een geografische aanduiding van die plek, maar we ontkoppelen die dus. Er vindt een projectproces plaats om te komen tot een evenementenbeleid, waar ook...
U bent bekend met het feit dat de markt ooit zo was dat de markt zo is neergezet. Het evenementenplein was er. Ja, waar interim plaatsvindt. Peering is altijd toegestaan, toch? Ik...
Mijn interruptie betreft het feit dat u ervan uitgaat dat het marktplein slechts een marktplein is, terwijl ik ervan uitga dat het marktplein tevens een evenementenplein is. Ik...
Wat mij betreft ging het daar niet over. Was uw vraag eigenlijk een andere? Namelijk, is dit voorstel een kader voor het evenementenbeleid? Nee, dat is het niet. Dus de huidige plek van de warenmarkt is geen vast kader voor het evenementenbeleid. We laten die zaken los. Dus de vraag over wat de uiteindelijke plek zal zijn in, pakweg, 2030 voor de warenmarkt zal ook onderdeel zijn van het evenementenbeleid op dit moment. Voor dit document gaan we ervan uit dat de warenmarkt plaatsvindt op het marktplein. Het tweede punt gaat met name over de dynamiek, dus over hoeveel wijzigingen er plaatsvinden op het moment dat je zou zeggen, buiten Winter Wonderland en de Pinksterkermis, want dat zijn evenementen die we kennen in Zeist en die georganiseerd worden op die plek. Vandaar dat er daarover met de marktcommissie contact is geweest in het verleden. We weten, en ook zij weten, dat dat een plek is waar een evenement jaarlijks georganiseerd wordt. Je zou dat kunnen uitbreiden met allerlei zaken waar al dan niet theoretisch Jan Smit, Imca Marina, et cetera, zouden optreden. We zouden dat in de verordening kunnen opnemen. Ik heb geen bezwaar, maar dat betekent wel dat je de verordening nog frequenter dan nu al verwacht mag worden, zult moeten aanpassen. Maar we doen dat niet. Sterker nog, het komt ook niet in het reglement. We lossen het liever op aan de hand van een procesafspraak dat, als wij of de marktkooplui een dringende reden zien om tot verplaatsing over te gaan, we dan met elkaar in overleg gaan. En ja, dat is ook hoe het op dit moment werkt en dat werkt bevredigend voor alle partijen. Dan was ik, denk ik, door uw vragen heen, meneer Bredius, en we komen bij de Partij van de Arbeid, die echt vragen heeft over het reglement. Ik denk dat ik dat even aan mevrouw Bosch overlaat in de hoop dat zij het antwoord daarop heeft. Bij GroenLinks is de vraag of de techniek verplaatsbaar is. Nou, de techniek verandert dus niet in deze en de techniek waar we het over hebben, is software, dus die is zeker verplaatsbaar. Zijn er risico's ten aanzien van de ontwikkelingen van de markt? Ja, die zijn er zeker als het gaat om de plek van de warenmarkt. Dat is ook een van de redenen om aan de slag te gaan met het evenementenbeleid, want het is heel goed denkbaar dat we vanuit een gebiedsvisie die in gang is gezet voor het gebied rondom het Emmaplein, tot keuzes zouden kunnen komen die u als raad zou kunnen maken en die de warenmarkt in de weg zouden kunnen zitten, of positiever geformuleerd, die ertoe zouden kunnen leiden dat we een betere plek vinden voor de warenmarkt. Geen idee, maar die situatie is zeker denkbaar. Ja, dan raakt dat ook aan de stroomvoorziening. De taakstelling van 34 KISE is dan de keer toegelicht, maar u had daar nog een vraag over.
Aanvullende vraag, dankjewel. Als de techniek in de vorm van die app plaatsbaar is, betekent dat dan ook dat voor een incidentele verplaatsing van de markt geen problemen ontstaan?
Ja, dat hangt ervan af of het, zeg maar, op de stroomvoorziening die nu door de markt gebruikt wordt, wordt aangesloten. Als dat echt zo is, dus als het om het Emmaplein of het Marktplein gaat, dan zal het niet direct iets uitmaken. Als het echter naar het busstation zou gaan, dan wordt het wel een probleem. Ja, het CDA is nog een andere kwestie. Die gaat met name over het parkeren van de wagens van Marco. Dat stond niet in de verordening en zit ook niet in de verordening, dus dat klopt. Het stond wel in het reglement en zit ook in het reglement. Het stond in artikel 22, uit mijn hoofd, en het zit nu in artikel 17. Of het is net andersom; ik zeg het nu uit mijn hoofd: eerst zat het in artikel 22 en nu in artikel 17. Dus dat verandert niet qua inhoud.
Als er nu niet gehandhaafd wordt, dan geeft het voorstel dat nu voorligt geen reden om aan te nemen dat er straks wel gehandhaafd zal worden. Dus als u aangeeft dat er meer gehandhaafd moet worden, dan is dat een signaal waar we, los van dit voorstel, iets mee zullen gaan doen. Nu kom ik bij de vragen van Van Zeist. De eerste vraag ging over die 15 jaar en hoe dat nu zit; dat heb ik toegelicht in samenspraak met de landelijke organisatie. Hoe werkt dat met die kosten van 60.000? Als iemand na 15 jaar instapt, ja, die kosten maken we aan de voorkant. Die 60.000 schrijven wij in onze boekhouding over 20 jaar af, en dat leidt dan tot afschrijvingskosten van 3.000 per jaar. Maar ja, dat raakt iedereen die hier in Zeist als inwoner of als ondernemer iets met onze begroting en onze kosten te maken heeft. Dus of je nu instapt of over 15 jaar of over 10 jaar, dat maakt in die zin niet uit. En dan nog de vraag, die wel belangrijk is: is er sprake van een verschuiving van verantwoordelijkheden vanuit de Raad naar het college of andersom? Dat is niet het geval. Nee, dus. In onze beleving is er sprake van veel wijzigingen zowel aan de verordeningen als in het reglement, maar niet in de zin van een verschuiving tussen Raad en College, zeker niet. En dan zijn er nog een aantal dingen over branchelijsten en sanctielijsten waarvan ik echt hoop dat u mij uit de brand kunt helpen. Dat zou mooi zijn.
Er is een reserveringslijst voor de markt, die inderdaad ook door het college wordt vastgesteld. Op deze lijst staan de verschillende branches vermeld met de maximale aantallen per branche. Er is een maximaal aantal verkopen per product vastgesteld, en er zijn beperkingen aan het aantal verkopers per branche. Bijvoorbeeld, we hebben drie kaasboeren; het zou niet handig zijn om nog zes kaasboeren toe te voegen, want dan wordt het moeilijk om nog een boterham te verdienen. Op deze manier zijn er dus een aantal branches benoemd en zijn er aantallen aangegeven. Er zijn ook een aantal plekken over voor branchevreemde producten, producten die dus nog niet op de markt zijn. Als iemand bijvoorbeeld dekbedden of dekbedovertrekken wil verkopen, dan kan dat, omdat die nog niet worden aangeboden.
Wat betreft de verkoop van messen: we hebben die vraag gelukkig nog niet gehad. Ik denk dat als messen niet verkocht mogen worden op de markt, het aan de Raad is om daarover een besluit te nemen. Maar dat weet ik niet helemaal zeker. De vraag zal zeker eerst intern besproken worden voordat we iemand toestaan om messen te verkopen. Ik weet niet of het überhaupt aantrekkelijk is, want het publiek dat op de markt komt, is naar mijn idee niet direct het publiek dat messen koopt. Maar hoe dat verder moet, weet ik ook niet. In dat geval zou ik zeker bij de wethouder langs gaan om te vragen hoe we hiermee om moeten gaan. Kan dit zomaar of moeten we iets anders doen?
Dan is er de sanctielijst. Er staan een aantal dingen in die absoluut niet kunnen. Er zijn momenten waarop je mensen een formele waarschuwing wilt geven. Dat zijn de dingen die in de sanctielijst benoemd zijn. Dus als iemand bijvoorbeeld niet opdaagt zonder bericht en als dat vaker gebeurt, dan ga je op een gegeven moment zeggen: "Dit kan niet. Ik geef je nu een officiële waarschuwing." Dat staat in de sanctielijst en na drie keer waarschuwen volgt verwijdering. Er zit een bepaalde volgorde in, en ook de sanctielijst wordt door het college vastgesteld.
In het reglement staat dat er geen markt is op Koningsdag. Ik kan me niet herinneren dat dit is omdat de winkels ook dicht zijn. Het is vooral omdat er altijd een kindermarkt is op de markt en er dus gewoon geen plek is voor de warenmarkt. Van oudsher is er al een kindermarkt, een kleedjesmarkt, en dat is de reden waarom er in de verordening staat dat er geen markt is op Koningsdag.
Dan het faillissement: dat hebben we ook niet eerder meegemaakt. In de regel zal het zo zijn dat als iemand failliet gaat, de marktplaats gewoon wordt opgezegd en niet overgaat naar de echtgenote of een medewerker, tenzij die medewerker zelf een bedrijf overneemt of start. Dat is op zich geen reden om dan nee te zeggen. Anders is het bij overlijden of bij mensen die zo ziek zijn dat ze het zelf niet meer kunnen. De marktvergunning staat op naam, dus als de echtgenote haar taak niet meer kan uitoefenen op de markt en de vergunning wil overdragen naar haar man, dan kan dat. Dat is wat hier in het stuk over het faillissement geregeld wordt. Ik heb het nog niet eerder meegemaakt, maar het is niet logisch dat een marktkoopman nog blijft komen na een faillissement.
Het werd een beetje een vreemde situatie toen ik hem daar zo zag staan, dat moet ik heel eerlijk zeggen. En dan zou ik bijna zeggen dat degenen op wie de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing is verklaard, daar eigenlijk niet bij horen. Maar ik denk dat het inderdaad ook wel een droge materie is. Dat ben ik wel met u eens. Toen ik het zag staan, dacht ik: "Hè, wat vreemd." Want het is natuurlijk wel zo dat een faillissement van een ondernemer ook de partner kan raken, en die hoeft dan niet failliet te zijn. Maar die partner zit dan wel met een eventuele huwelijksgemeenschap. Hoe zit dat dan precies?
Deze zin is mogelijk onvolledig en lijkt meerdere ideeën te bevatten die niet logisch met elkaar verbonden zijn. Om de tekst grammaticaal correct te maken, moeten we aannemen wat de bedoeling van de spreker of schrijver zou kunnen zijn. Hier is een poging om de zinnen grammaticaal correct te maken, maar let op dat de betekenis kan veranderen omdat de oorspronkelijke intentie niet duidelijk is:
"Hij is misschien ook niet de maatstaf, mogelijk zelfs een papieren tijger. Ik denk dat dat me opviel."
Ik heb nog wel een aanvullende vraag, Voorzitter, naar aanleiding van artikel 4 en 5. Wat mij betreft is artikel 4 voldoende toegelicht. Het college is bevoegd nadere regels te stellen; dat is het marktreglement, neem ik aan. Of artikel 5 betreft de verplaatsing om een dringende reden: het college kan besluiten de markt op een andere tijd te organiseren. Ik heb aan het college gevraagd of zij willen toezeggen dat de Raad van tevoren wordt geïnformeerd. Deze vraag is nog niet naar mijn herinnering met zoveel woorden beantwoord, en daarom voeg ik deze vraag toe, Voorzitter. Omdat in het Reglement 2024, dat inderdaad gisteren is toegevoegd en door mij ook naast de huidige regelgeving is gehouden, zien we in artikel twee iets wat lijkt op dat artikel uit de verordening, maar daar staat het anders. De markt kan op grond van dringende redenen, ter beoordeling van het college, in afwijking van het eerste lid tijdelijk plaatsvinden op een andere dag, andere tijden, andere plaats of zelfs in het geheel worden afgelast. Dus daar is die afgelasting ook aan toegevoegd, en het college kan ook tot afgelasting besluiten. Ja, daar wordt de Raad al helemaal niet over geïnformeerd. En aangezien die twee andere zaken, dus de verplaatsingen, in de verordening staan, kan ik me voorstellen dat je zegt: "We gaan de Raad daaraan voorafgaand consulteren." Hoewel een dringende reden kan voorkomen, kan het toch nooit zo zijn dat die reden zo dringend is dat de Raad niet vooraf geconsulteerd of geïnformeerd kan worden. Iemand kan de Raad immers zo snel als mogelijk informeren.
De zin "In één seconde te beantwoorden dat de wethouder wellicht." is grammaticaal incorrect en mist context. Om de zin grammaticaal correct te maken, moet deze worden herschreven met een volledige gedachte. Hier is een mogelijke correctie:
"De wethouder zal wellicht in één seconde antwoorden."
Ja, we kunnen heel snel handelen, zeker, voorzitter, en tegelijkertijd is het misschien goed om wat voorbeelden te geven waarom dit toch echt zo is geformuleerd. U moet dan denken aan situaties zoals een afgelaste bijeenkomst vanwege een zware storm. Wat ook denkbaar is, is een terrorismedreiging van ISIS, en zo zijn er allerlei zaken waarvan het echt ondenkbaar is dat je op dat moment afstemming zoekt met de Raad. Je zult echt heel snel, al dan niet op instructie van andere partijen, tot een besluit moeten komen als het gaat om bijvoorbeeld verplaatsing. In de wat meer voorstelbare zin, hoewel de storm in het verleden bepaald niet ondenkbaar is gebleken, moet u bijvoorbeeld denken aan wat vorig jaar gebeurde. Toen hadden we reden om iets aan de Raad voor te leggen over de verplaatsing naar de Donkere Laan. De warenmarkt heeft daar ook in de kerstperiode plaatsgevonden, een beetje gepresenteerd als een pilot. Maar één ding is zeker: dat brengt kosten met zich mee, bijvoorbeeld voor de stroomvoorziening, en dat raakt direct aan het budgetrecht van de Raad. En dat is dan ook de reden dat we dit in de vorm van een raadsvoorstel destijds aan de Raad hebben voorgelegd. Dat zal bijna altijd moeten, omdat er eigenlijk altijd sprake zal zijn van kosten. En ja, dan raak je aan het budgetrecht van de Raad. Dus langs die weg is de betrokkenheid van de Raad eigenlijk de facto wel geborgd. Ja.
Ja, om even aan te sluiten op de vraag van de heer Bredius: ja, ik zal informeren en dat is prima. Maar ik vind ook dat er op een gegeven moment een bevoegdheid bij het college ligt om de maatregelen te treffen die zij passend achten. En het is aan ons als Raad om eventueel achteraf daar vragen over te stellen. Maar het zou, denk ik, onwerkbaar worden als wij als Raad bij alle afwegingen vooraf betrokken moeten worden. Want dan zitten er altijd weken of maanden tussen, terwijl je vaak te maken hebt met zaken die heel snel besloten moeten worden. Neem bijvoorbeeld de coronacrisis, maar dat terzijde. Dat zijn geen zaken die je met de raad kunt bespreken. Dat is echt een bevoegdheid die, volgens mij, bij het college ligt.
Ja, dank u wel, voorzitter. Dank u wel voor uw toelichting zojuist. Ik moest er even over nadenken, vandaar mijn misschien wat latere reactie. Als ik u goed beluisterd heb, begrijp ik dat er nog geen marktkooplieden zijn geweest die een aanvraag hebben ingediend om messen te mogen verkopen. Mocht dat wel het geval zijn, dan zou het in principe kunnen, aangezien er nog geen messenverkoper aanwezig is. Gaat u dan de wethouder vragen, en beslist de wethouder dan zelf, of gaat hij daarover de raad consulteren? Hoe moet ik dat zien?
De mevrouw uit Lunteren, die nooit wethouder is geweest, maakt niet zomaar een keuze op basis van emotie of wat dan ook in dit soort gevallen. Er komt eigenlijk gewoon een voorstel naar het college of naar de wethouder waarin alles is afgewogen en er vervolgens een afgewogen advies volgt. Daarbij zal veiligheid een rol spelen, maar ook wet- en regelgeving. Als het zou gaan om gevaarlijke situaties, ga ik ervan uit dat er ongetwijfeld een negatief advies zou volgen, wat ik of wij dan zouden overnemen. Stel dat het om eenvoudige keukenmeisjes zou gaan binnen een veel groter assortiment, dan wordt de afweging misschien net wat ingewikkelder. Maar zo moet u het ongeveer zien. In ieder geval zijn het zaken waarvan het niet in de rede ligt dat die vanuit de Raad worden besloten, omdat het veel te bewerkelijk wordt. Dat is de reden om dat onderscheid te maken tussen verordening, bevoegdheid van de Raad en uitwerking in een reglement, bevoegdheid van het college.
Dat lijkt me inderdaad het meest praktisch, dat begrijp ik. Ik heb nog wel een vraag over die brancheringslijst waar u het over had, en over de sanctielijst: kunnen die nog toegestuurd worden? Fijn.
Hartelijk dank voor alle informatie. Het is op zich een mooie constructie dat we een goede samenwerking hebben met de marktkooplui en dit kunnen regelen zonder de BGHU. Dus als we in de toekomst nog eens dergelijke constructies kunnen realiseren, dan denk ik dat dat heel mooi zou zijn. Hartelijk dank.
Ja, dank u, voorzitter. Het CDA heeft geen behoefte aan een debat. Complimenten aan de portefeuillehouder en de ambtenaar, die, voor zover ik weet, al jarenlang een lastige discussie hebben gevoerd over verzelfstandiging. En wat nu? Ik denk dat er nu een mooie verordening voorligt. Er zijn goede afspraken gemaakt. Ik heb er vertrouwen in dat de connecties tussen de markt en de gemeente heel goed zijn. Ik zou u willen vragen om dat ook zo te houden en wat ons betreft, ligt er een mooi voorstel. Maar het was wel goed om vanavond dan nog even kort met elkaar te spreken. Dus dank u wel, meneer Fluitman.