Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dames en heren, wilt u allen uw plek innemen, want ik wil graag gaan beginnen. Hup hup. Dames en heren, iedereen van harte welkom bij het vragenuur lijst ingekomen stukken. We gaan vanavond vragen krijgen over 6 poststukken, over één raadsinformatiebrief en in totaal 27 vragen. Dus we gaan vlot van start. Welkom aan het college. Geheel voltallig, hartstikke goed. En we gaan gelijk naar de vraag over het eerste poststuk. Dat betreft de zorgmelding over recreatie en brandveiligheid in Amersfoort. En er zijn vragen over gesteld door de heer Fiscelini van Nieuw Democratisch Zeist en door de heer Van Vliet van GroenLinks. En volgens mij ga ik voor de beantwoording naar burgemeester Langenaken. Gaat uw gang? Ja.
Ja, dank, dank ook voor de vragen. Want de waarschuwingen en de zorgen van de inwoners uit onze gemeente zijn ook wel natuurlijk terecht. We hebben best wel de afgelopen tijd zeker kwetsbare momenten gehad waarin we in fase twee zaten, hè? Dat betekent dus dat er enorme droogte was. En dat we daar ook extra, want dat is de eerste vraag, hè? Welke maatregelen zijn genomen? Nou, dan is dus bij de dagcamping Oosterwold. Bij die fase twee zijn we extra alert geweest op de natuur. Er is ook extra gecommuniceerd. Staatsbosbeheer verbiedt in die fase dus om te barbecuen en ook om te roken op dat terrein. Dan is eigenlijk de volgende vraag, geldt er een absoluut rookverbod en open vuurverbod? Wij hebben ook in onze APV opgenomen dat er in de bossen en natuurterreinen in de periode van 1 maart tot 1 oktober een rookverbod geldt, dus ook in de andere fases noem ik het maar even. Als er minder risico's zijn, hebben we een rookverbod. Dat betekent dus dat er in de bossen, de heide, de veengronden en in de duingebieden of binnen een afstand van 30 meter daarvan niet mag worden gerookt. Datzelfde artikel geeft ook aan dat het verboden is om, als het de openlucht betreft, brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of te laten liggen. En dat betekent dus geen open vuurverbod, maar wel dat iedereen het heel netjes moet opruimen. En op het moment dat ook daar weer geldt dat het fase twee is, hè? Dat hebben we nogmaals de afgelopen tijd gehad. Dat is nu weer van de baan. Dan is er wel een open vuurverbod en dan is het ook verboden om te roken en open vuur te gebruiken op die verschillende terreinen. Nou, dan nog de vraag over de toezicht en de handhaving. Nou, op warme droge dagen wordt er extra toezicht gehouden door Staatsbosbeheer en er wordt strenger gehandhaafd op het terrein. De gemeentelijke handhaving handhaaft niet actief. Daar hebben we het wel ook wel eens over gehad. Natuurlijk rondom het wolven, omdat het dan in de buitengebieden en vooral onder Staatsbosbeheer valt. Maar wij handhaven wel op excessen en er wordt natuurlijk samengewerkt met Staatsbosbeheer en indien nodig trekken we samen op. Zal ik ook meteen even doorgaan naar de vragen nog van Gerard van Vliet. Eigenlijk zijn ze redelijk hetzelfde, heb ik het idee. Er is dus een communicatie gedaan, hè? Misschien is het ook goed om te zeggen en misschien heeft u het ook wel gezien dat we ook met de Veiligheidsregio Utrecht en de brandweer een communicatiecampagne hebben lopen over het voorkomen van natuurbranden. We hebben als gemeente ook een sociale media campagne gevoerd. Er wordt campagnemateriaal verspreid onder de recreatieondernemers. Komende weken verschijnt er een advertentie in de Nieuwsbode. En op afvalscheidingstations worden posters geplaatst op zijspunt NL en FRU. Nou ja, kun je er dus van alles over vinden. Met andere woorden, de campagne is heel stevig van start gegaan, want op dit moment zijn de risico's hoog en dan weer die b-vraag. Die heeft dus te maken met die natuurbrandrisico fase twee. Nou, daar heb ik eigenlijk net al iets over gezegd. Tot zover, voorzitter, dank.
Ja, dank wethouder of burgemeester voor de beantwoording. Is er ook zicht, zeg maar, op hoe Staatsbosbeheer die handhaving doet? Want het is voor ons op zich ook natuurlijk als gemeente belangrijk. Zij hebben ook maar een beperkte hoeveelheid handhavers, heb ik begrepen. En gaat die campagne hierna nog door? Want op zich is het een onderwerp wat langer dan alleen in fase twee, zoals u ook al toelichtte, van belang is.
Ja, als je dus kijkt naar het rookverbod, hè? Dan geldt dat gewoon in de hele zomerperiode, noem ik het maar even, of eigenlijk al vanaf, zeg maar, kwartaal, wat is het? Twee en drie. Ja, wij kijken uiteindelijk. Natuurlijk stelt ook Staatsbosbeheer zijn eigen prioriteiten en ze moeten ook op meer handhaven dan alleen op dit. Maar zeker op het moment dat het heel kwetsbaar is en de risico's groter zijn op natuurbranden, wordt er echt stevig gehandhaafd. En ja, wij gaan er eigenlijk vanuit dat ze dat op andere momenten ook doen met het rookverbod. Maar wij kunnen daar zelf geen toezicht op houden. En de vraag over de campagne of die doorgaat. De vraag of de campagne doorgaat, ja, dat ook. Ja, de campagne gaat door en sterker nog, daar zitten we nu nog volop in, ja. Dan sluiten we dit onderwerp af en dan gaan we naar poststuk 25067. Dat betreft de oproep tot ondertekenen en/of ondersteunen van de position paper over leerlingenvervoer. En daar heeft ook de heer Carlo Fisculine van Nieuw Democratisch Zeist vragen over gesteld. En daarvoor kijk ik naar wethouder Welting. Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, weet je, we hebben ook kennis genomen van die position paper. We zijn het wel eens met de stelling dat het huidige leerlingenvervoersysteem nog niet genoeg werkt en ook wel verbetering vraagt. We zijn echter van mening dat de beschreven voorstellen niet per se de gewenste oplossingen bieden. De problemen die zich voordoen binnen het leerlingenvervoer zitten voor een groot gedeelte ook in het steeds Europees moeten aanbesteden en de daarmee verbonden marktwerking. En die hebben gewoon een negatief effect op die doelgroep, want dat betekent dat je met goede chauffeurs die je gewoon hebt, elke keer om de drie jaar wisselingen hebt. Met het verplaatsen van die verantwoordelijkheid naar het ministerie verschuiven we het probleem verder van ons af. En ja, strakkere normen geven in dat opzicht juist minder ruimte voor lokaal maatwerk. We hebben afgelopen najaar in onze regio, ondanks de problemen met de aanbesteding, juist ook goede ervaringen opgedaan met het overleg met de ouders en het zoeken naar oplossingen. Dat was natuurlijk ook financieel best wel prijzig, hoor, maar dat heeft ook positieve effecten gehad dat we meer aanspraak, hè, of meer gesprekken ook hebben gehad met de ouders over bepaalde dingen. Ook zelf, ja, en juist. Hè, we vertrouwen ook in die eigen kracht van ouders en leerlingen en die samenwerking met het onderwijs was heel nauw, dus het verder af organiseren om het naar het ministerie te verplaatsen, dat is niet de oplossing. Hè, landelijk zien wij echt wel dat gewoon minder kinderen naar het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zouden moeten gaan, want daar kan je veel meer nabijheid en thuisnabij onderwijs geven, zodat leerlingenvervoer ook echt beschikbaar blijft voor degenen die dat nodig hebben. Ja, en parallel daaraan gaan we binnenkort als regio Zuidoost Utrecht ook wel op pad om te kijken hoe ze dat in Gooi en Vechtstreek hebben gedaan, want die hebben het gewoon echt naar binnen gehaald en die zijn het zelf gaan organiseren. Nou, dat vraagt ook echt wel iets, hè? Dus we hebben nu net de aanbesteding gedaan, dus dat is ook niet iets wat we zomaar kunnen realiseren. Maar we zijn wel aan het nadenken over, ja, willen we nou over drie jaar weer hetzelfde euvel hebben of gaan we toch echt ook alternatief? Dus dat zijn we aan het verkennen. Brengt me ook op de tweede vraag van, ja, wat doen we dan in het hier en nu voor de problemen die er zijn? Nou, we trekken daarin samen op met de regio Eemland en Zuidoost Utrecht, hè? Want we hebben het leerlingenvervoer ook aanbesteed in de regio. Er is ook met Eemland en Zuidoost Utrecht een brief opgesteld door onze advocaten om te zorgen dat wij, nou, daar hebben we ook onze zorgen geuit richting Connexxion, dus dat is ook echt wel een formeel traject waar wij in zitten. Met Connexxion dat ze op een aantal punten gewoon nalatig zijn en dat de kwaliteit van het leerlingenvervoer ook echt omhoog moet. En dat gaat zowel over, nou, hoe komen nou de vervoerders aan hun data? Hoe loopt het nou met de onderaannemers? De informatievoorziening aan ouders is gewoon niet goed genoeg met de app en ook de tijdigheid van het vervoer is een belangrijke. En die spelen ook binnen de gemeente Zeist en er is afgelopen jaarperiode ook wel hard gewerkt aan een aantal casussen om die meteen op te pakken. Daar zien we ook wel verbeteringen in, maar het is nog niet opgelost, dus we zitten er nog steeds bovenop en blijven Connexxion wel aan zijn afspraken houden om daar verbetering in aan te brengen. Dus kortom, we snappen het pleidooi van deze brief, maar zien nog niet direct de oplossing in het verre van ons af en het overhevelen naar het ministerie. Tot zover, voorzitter.
Ja, dank dank voor het antwoord. Het is en blijft een hele moeilijke problematiek. In feite moet het per kind bekeken kunnen worden en dat brengt extra kosten met zich mee enzovoort. Die groep ouders die het zelf geregeld heeft, is dat wellicht een oplossing voor Zeist? En in hoeverre wordt er aan die groep een CQ, als je dat als Zeist door de ouders laat organiseren, in hoeverre ze dan de mogelijkheid hebben dat Zeist daar financieel in bijdraagt?
Nou, dat is wel degelijk ook doordat die aanbesteding natuurlijk dat we daar problemen mee hadden hè? En de invoerdatum niet 1 september was maar 1 januari ja, hebben we ook eigenlijk alle zeilen bijgezet en zijn we ook echt een-op-een gesprekken gaan voeren met ouders, want een aantal ouders was zich ook niet bewust van het feit dat dit zo'n issue is. Dat is één. Twee, dat we ook echt wel, en soms heb je daar ook de tijd voor nodig, hè? Bijvoorbeeld bij bepaalde scholieren van het voortgezet speciaal onderwijs, hebben we ook echt gekeken naar zijn er ook mogelijkheden om die zelfredzaamheid van de ouders, maar zeker ook van de kinderen te bevorderen. En dan moet je denken aan het verstrekken van bijvoorbeeld een elektrische fiets of ook een vervoersvergoeding aan ouders. Dus er zijn allerlei mogelijkheden bekeken om daarmee ook, en dat blijven we ook doen, om heel kritisch te kijken, is dat leerlingenvervoer nou echt nodig? Of kan het ook dat leerlingen bijvoorbeeld dat zelf doen? Daarin hebben we ook wel geleerd dat je dat ook niet te snel moet doen en zeker bij leerlingen van het speciaal onderwijs. Daar zitten soms kwetsbare leerlingen bij, soms ook ouders die het niet helemaal goed kunnen inschatten of hun kind dat wel of niet kan en dan heb je een periode nodig en dat doen we ook samen met de scholen. En daar zijn ook pakketten voor waarbij je leerlingen echt leert van hé, hoe kunnen ze nou stapsgewijs leren om zelf die weg naar school af te leggen? Al dan niet ondersteund met een elektrische fiets, dus er zijn wel degelijk dragen we daarin bij als gemeente. Dat doen ook de omliggende gemeentes van Zuidoost Utrecht om te kijken kunnen we het op een andere manier organiseren? Het is wel bij gemeenten verschillend, hè? Wijk bij Duurstede ligt echt een stuk verder en ook bijvoorbeeld Utrechtse Heuvelrug is een geografisch wijdverspreidere gemeente, maar we kijken wel degelijk naar de mogelijkheden en oplossingen en dragen daar ook dus in bij richting de ouders, ja.
Nog één vraag dan. Er is nu door deze actiegroep gezegd, we leggen het of we willen het bij de Tweede Kamer of bij het ministerie neerleggen. U geeft aan wat voor mogelijkheden er met ouders zijn besproken, maatwerk zoeken enzovoort. Maar wordt daar nu juist niet landelijke wetgeving, landelijke regelgeving gemist van in die gevallen moet het zo en in die gevallen moet het zo en dat moet voor alle kinderen die passend onderwijs moeten volgen, speciaal onderwijs moeten volgen, hetzelfde zijn.
Ik zei daar juist niet voor pleiten, omdat ik denk dat juist het lokale maatwerk waarin we in samenspraak met de scholen en de ouders en vaak zie je ook wel zeker bij bepaalde leerlingen uit speciaal onderwijs dat soms het CNG daar ook bij betrokken is dat je dan op maat kan kijken, wat is wel of niet passend? En op het moment dat we, hè, we hebben denk ik ook wel, nou, ik weet niet of u de documentaire heeft gezien die er een tijd geleden ook was waarin mijn collega Jan Kuipers van Wijk bij Duurstede ook aan het woord ging. Over ja, we hebben een enorme groei gehad van het speciaal onderwijs en daarin zijn ouders soms ook wel. Ja, dat bedoel ik niet oneerbiedig naar de ouders toe, want er zijn echt wel leerlingen die het nodig hebben, maar in een soort automatisme als mijn kind naar het speciaal onderwijs gaat met zoveel kilometers heb ik recht op, terwijl we juist eigenlijk proberen dat we dat niet per se dat niet het automatisme is als uw kind naar het speciaal onderwijs gaat en u woont op zoveel kilometer dat het dan automatisch leerlingenvervoer moet zijn. Daar is juist die explosieve groei naartoe naar voren gekomen. Dus we willen juist in dat lokale maatwerk en ook in de regio kijken. Ja, wat is nou behapbaar voor ouders om het ook zelf te doen? Ook in samenspraak met wat een leerling wel of niet aankan en soms kan dat het eerste jaar bijvoorbeeld nog niet, maar kan je met de school wel toewerken naar een groepje leerlingen gaat met elkaar het wel samen leren, dus dat maatwerk zou bij ons wel voorop moeten staan met het idee. We houden het systeem overeind door het echt alleen toe te passen voor die leerlingen die het ook echt nodig hebben. Duidelijk.
Dan gaan we door naar poststuk 25.070 wat betreft BGA jaarstukken. Daar zijn vragen over ingediend door de heer Bredius van Nieuwe Democratische Zeist. Alleen de heer Bredius is vanavond niet aanwezig, dus ik kijk eigenlijk even naar het college of naar de desbetreffende portefeuillehouder of deze schriftelijk afgehandeld kunnen worden.
Bij deze. Gaan we door naar het volgende poststuk, dat betreft poststuk 25072, de uitnodiging rondleiding bij de kringloop Zeist op 29 mei 2025. En daar heeft de heer Van Vliet vragen over gesteld en volgens mij kijk ik voor de beantwoording naar wethouder Kasburg.
Ja, dank u wel. Jan van Vliet is er wel, hè? Anders doe ik hem ook schriftelijk. Nee, dank voor de vragen. Ja, het gaat over een uitnodiging voor een rondleiding en we krijgen allemaal vragen over beleid. Maar we gaan hem gewoon beantwoorden. Ja, in hoeverre is hergebruik daadwerkelijk een integraal onderdeel van lokaal afvalbeleid in de gemeente Zeist? Ja, net wat je integraal vindt en noemt. Het is wel duidelijk dat ons huidige afvalbeleid aan herziening toe is en daarvoor heeft de Raad ook geld. Nee, in de kadernota gaan we daar straks geld voor vragen om dat in 2026 samen met de RMN-gemeentes een nieuw lokaal afvalbeleid te maken in afstemming met de RMN-gemeentes waarin circulariteit een belangrijkere rol speelt dan in het huidige afvalbeleid. Want circulariteit heeft de laatste jaren echt wel zijn opgang gedaan en is steeds belangrijker geworden. Daarnaast zie je wel dat ook in de organisatie circulariteit bij heel veel collega's hoog in het vaandel staat. Nou goed, ik heb wat gepost over de gemeentewerf, hè? Bijvoorbeeld waar 55.000 grind of stoeptegels zijn verwerkt. Het hout is hergebruikt. Heel veel hout is hergebruikt. Dus het zit wel in de kopjes van mensen. Maar echt volledig in beleid geïntegreerd is het nog niet, maar daar gaan we wel naartoe. Voortgang en oprichting realisatie van circulaire ambachtscentrum, ja, we zijn daarover in constructief goed overleg met Kringloop Zeist, met de RMN, maar ook eventueel andere partners zoals de BIGA. Maar dat is best lastig om een goede businesscase hiervoor te ontwikkelen en ruimte voor een dergelijk centrum te vinden. Overigens vind ik ook zelf dat gezien de overeenkomst die wij met Kringloop Zeist hebben, namelijk dat zij gemotiveerd worden en dat er echt wel een financiële prikkel is om apparatuur of spullen die zij krijgen te repareren en weer te verkopen, dat dat in ieder geval ook een stukje basis is van een circulair ambachtscentrum. Namelijk, ja, dat zorgen dat wat je binnenkrijgt dat je dat repareert en of een andere functie geeft en weer kan verkopen en dat onze overeenkomst met de kringloop daar wel op gericht is. Dus dat is eigenlijk de stand van zaken nu. Dus ja, er zit eigenlijk weinig voortgang nog, maar dat zit hem voornamelijk in de businesscase en de landelijke overheid erkent dat ook. Er is ook een subsidieregeling voor circulaire ambachtscentra, maar die is op dit moment zo minimaal dat je er eigenlijk niet zoveel mee kunt. Kringloop Zeist over circulaire transitie, middelzoekende voor meer erkenning en waardering voor de kosten. Wat zou gemeente RDWI en andere partners meer kunnen doen? Ja, dat is opgeschreven door Kringloop Zeist. En dat is altijd goed als Kringloop Zeist samen met de RDWI of andere partners zoals de BIGA, waar ik weet dat de gesprekken ook lopen, inderdaad kijken hoe zij een plek kunnen bieden. Dat is ook een van de doelstellingen van Kringloop Zeist natuurlijk, om deze mensen aan het werk te helpen. Waarbij overigens ook Kringloop zelf al aangeeft dat deze mensen ook begeleiding nodig hebben. Dat zijn natuurlijk vaak ook weer betaalde krachten, dus je zit altijd met de businesscase rondom ook dit soort trajecten. Dus het is niet en er lopen natuurlijk al heel veel mensen ook daar rond, hè? Die met een afstand tot de arbeidsmarkt die of die aan het re-integreren zijn op wat voor manier dan ook. Dus ja, daar is aandacht voor en daar hebben we ook de gesprekken over met de kringloop. Versterken van regionale circulaire economie. Ja, op dit moment wordt er op regionaal niveau binnen RMN-verband gekeken naar het afvalstoffenbeleid en te kijken hoe je daar meer circulair mee kan, meer circulariteit kan bewerkstelligen. Ook is het zo dat er een voortrekker circulaire ambachtscentra bij de provincie was die aan het kijken was hoe die dat van de grond kon krijgen. De provincie is met de subsidiëring van die persoon gestopt. Recent hebben we als AVU gezegd, we vinden dat zo belangrijk. We gaan die persoon binnen de AVU trekken en dus voor dit jaar hebben we binnen de AVU iemand die zich richt op circulaire ambachtscentra om te kijken van nou, hoe kunnen wij nou lokale gemeentes en kringloopwinkels of mensen die een ambachtscentrum willen starten helpen met de businesscase en daar worden bijvoorbeeld heel veel onderzoeken gedaan naar wat daadwerkelijk wordt afgeleverd bij recycle stations en wat de opbrengst daarvan zou kunnen zijn. Is er inmiddels een convenant tussen Kringloop Zeist en de gemeentes? Ja, dat zou u tijdens de rondleiding aan de kringloop moeten vragen. Dat durf ik niet te zeggen. Aangegeven wordt dat het doel is om in 2050 de Nederlandse economie volledig circulair en inclusief te laten zijn. Welke voortgang is er wat dat betreft in de regio Kromme Rijn, Heuvelrug en meer specifiek in de gemeente Zeist? Nou, Heuvelrug, dat weet ik niet, maar voor Zeist verwijs ik eigenlijk naar de update die we in maart 2025 hebben gestuurd naar uw Raad, waarin we ook aangeven dat we ook intern bezig zijn met een circulair plan om te kijken hoe we daar in Zeist ook echt meer handen en voeten aan kunnen geven, maar ook hoe we dat kunnen monitoren en inzichtelijk kunnen krijgen van welke percentages we het dan uiteindelijk hebben. Want voor specifieke getallen voor Zeist zijn voor zover mij of ons bekend niet bekend. Dan ben ik er, denk ik, voorzitter.
Ja, dank wethouder voor de inderdaad uitgebreide beantwoording. Ook, zeg maar tussen de regels door, de betrokkenheid die ik voel om de circulariteit te vergroten in de werkwijze. Het is op zich wel zo dat die businesscase al langer wat lastig is. En ja, hoe gaan we als overheid, niet alleen Zeist, maar ook andere overheden, zorgen dat die businesscase wel rondkomt? Want anders blijven wij in een cirkel ronddraaien. Dus dat is een beetje een vraag. En de tweede vraag is: ja, en eigenlijk geldt dat ook een beetje bij het circulaire ambachtencentrum. Op het moment dat jouw producten vanuit zo'n centrum geen meerwaarde krijgen vanuit de samenleving, ja, dan is dat ook lastig om te financieren. Dus moet je daar niet ook veel meer maatregelen hebben vanuit de rijksoverheid om dat te stimuleren?
Ja, binnen alle beperkingen die er zijn, is dat natuurlijk wel één van de richtingen, hè, want ook de kringloop Zeist is natuurlijk gewoon een zelfstandige opererende organisatie, weliswaar in de stichtingvorm. Maar we hebben natuurlijk ook commerciële kringloopwinkels en kringloopwinkels met andere goede doelen, dus je hebt ze in allerlei vormen en maten en het is een markt op zich, hè? Dus zomaar iets steunen kan ook niet op dit gebied. Maar het is ook onderdeel natuurlijk van de inventarisatie die we aan het doen zijn. Van hoe kunnen wij in Zeist een slag maken, stappen maken op weg naar die circulaire samenleving die we uiteindelijk als doel hebben met elkaar, dus dit zijn wel dingen die bekeken worden, ja.
Op zich, zeg maar, zo horend zijn wij en zij is bezig om die aanpak te maken. In 2050 is al ja, dat lijkt ver weg, maar is nog niet zo heel ver weg. Daar moet echt in Nederland zo'n grote omslag gemaakt worden. Hoe krijg je die economies of scale echt maar omgefitst, want op zich ga je het niet redden met beperkte initiatieven.
Ja, als u het niet al weet. Nee, het is natuurlijk een onmogelijke vraag op dit moment. Ja, we moeten die slag maken, maar we weten ook dat het tijd kost en dat er natuurlijk heel veel aan de producentenkant zit. Dus we moeten zowel aan de producentenkant als aan de afnemers- en de consumentenkant een stukje bewustwording creëren, maar ook zeker daadwerkelijk acties ondernemen. En ja, ik denk dat er toch iets is van een lange adem en ja, lumineuze ideeën als ik ze van u mag jatten en dan wil ik ze wel vermarkten, dan komt het wel goed.
Dan gaan we naar het volgende poststuk. Dat betreft poststuk 25 075, een special over het onderwerp armoede. Daar heeft mevrouw Kant van het CDA een vraag over gesteld en voor de beantwoording kijk ik volgens mij naar wethouder Hoogstraat.
Ja, dank u wel, voorzitter. Er zijn een aantal vragen. Dank voor de vragen over het rapport De Staat van Utrecht over armoede, de special over armoede, en daarin blijkt dat armoede in Zeist relatief vaak voorkomt in vergelijking met andere gemeenten in de provincie. Dat geldt ook voor Amersfoort en Utrecht en dat op sommige indicatoren Zeist zelfs nog ongunstiger scoort dan het landelijk gemiddelde. Eigenlijk ook nog eens als enige gemeente in de provincie Utrecht en daar zijn we uiteraard niet tevreden over en vinden we heel zorgelijk. Desalniettemin zijn de cijfers ook niet nieuw voor ons en voelen we zeker wel de urgentie om daar iets aan te doen. En dat hebben we dan ook vertaald in ons beleidskader, hè? Wat we met elkaar hebben afgesproken, het beleidskader financiële bestaanszekerheid 2024-2027, wat we eigenlijk vorig jaar oktober met elkaar hebben vastgesteld en vanuit dit beleidskader werken we dus ook hard aan het bestrijden van armoede en ook zeker aan het vergroten van die financiële bestaanszekerheid van al onze inwoners, maar vooral ook zeker de kwetsbare inwoners. In januari hebben we u geïnformeerd over eigenlijk het uitvoeringsplan van het beleidskader en daar vindt u eigenlijk ook al de acties in voor de komende jaren. Hoe we die financiële bestaanszekerheid van onze inwoners willen versterken. Daar staat ook in hoe we het gaan monitoren, dus we gaan ook aan de gang met een monitorplan om die effecten van dat beleid goed te monitoren en op die manier ook echt wel te kunnen volgen dat we, nou ja, in ieder geval verbetering maken. Dus en daar zullen we u zeker van op de hoogte houden. Verder werken we natuurlijk aan een aanpak tegen energiearmoede. Dat doen we eigenlijk op verschillende manieren, onder andere door te zorgen dat die energierekening eigenlijk omlaag gaat, hè? Dat doen we bijvoorbeeld met gratis verduurzamingsmaatregelen aan de deur. Er zijn ook echt deur-tot-deur acties, hè? Er wordt dus echt letterlijk aangebeld met de Fixbrigade, energiemaatjes via andere kanalen van Mijn Groene Huis en ook blijven we natuurlijk andere maatregelen doen om inwoners te ondersteunen. En één grote stap die we aan het maken zijn is om te onderzoeken hoe ver we kunnen zorgen dat we proactief onze bestaanszekerheidsregelingen kunnen verstrekken aan de inwoners die dat nodig hebben, ook omdat taal en het kunnen organiseren en de bureaucratie gewoon een groot obstakel kan zijn. Nou, verder staat in het rapport aangegeven dat Zeist een hogere gemiddelde woonquote heeft, hè? Het gemiddelde percentage van het huishoudinkomen dat besteed wordt aan woonlasten, bijvoorbeeld huur of koop. Het is niet helemaal duidelijk of het nou om huur en koop gaat. Het is gewoon lastig te doorgronden welke inwoners het zijn. Desalniettemin is het wel interessant om er verder onderzoek naar te doen om er mee aan de slag te kunnen gaan, dus dat willen we wel verder gaan uitzoeken wat nou precies de oorzaak ervan is en hoe we daar eventueel een antwoord op kunnen formuleren. En daar zullen we u, indien mogelijk, zeker ook over informeren. Tot zover.
Bijvoorbeeld verhuur of verkoop. Het is niet helemaal duidelijk of het nou om huur of koop gaat. Het is gewoon lastig te doorgronden welke inwoners het zijn. Desalniettemin is het wel interessant om er verder onderzoek naar te doen om er mee aan de slag te kunnen gaan, dus dat willen we wel verder gaan uitzoeken. Uitzoeken wat nou precies de oorzaak is en hoe we daar eventueel een antwoord op kunnen formuleren. En daar zullen we u, indien dat mogelijk is, zeker ook over informeren. Tot zover voor.
Dank u wel, voorzitter. Nou, wij zijn wel blij met de beantwoording vanuit de wethouder. We krijgen nu inderdaad wat meer informatie mee over wat er allemaal gebeurt en wat er nog allemaal gaat gebeuren. Desalniettemin hebben we toch nog een kleine vraag. Daarbij vallen onder deze inwoners ook zzp'ers, ouderen of inwoners die boven de inkomensgrens vallen. Het hoeft niet gelijk nu beantwoord te worden, mag eventueel ook schriftelijk. En daarbij wel de vraag, want we hebben inderdaad te vroeg signaleringen. Er worden al heel veel dingen gewoon goed opgepakt. Maar ook de bovengenoemde mensen die ik net stelde, dus de ouderen, de inwoners die boven de inkomensgrens vallen en de zzp'ers. Hoe kunnen we deze inwoners juist extra attenderen om hulp te zoeken? Want bij hen is waarschijnlijk toch wel de schaamte wat groter. Dank u wel.
Ja, zeker een hartenkreet die goed verstaan is en die we ook, hè? We zijn ook echt wel bezig met die campagne om alle regelingen goed in beeld te brengen en ook om die digitale rekenhulp die er is. We hebben natuurlijk alle toegang voor de wegwijscafés. Sorry, ik kom er even niet op het woord, de wegwijscafés. Maar het blijft gewoon natuurlijk echt wel aan de slag. Vroegsignalering, mensen oproepen om snel hulp te zoeken. En het niet tot hier te laten komen, maar nogmaals, ik kan niet precies zeggen welke groepen het zijn die in deze monitor zijn. Die nou ja, zo naar boven komen of dat het komt omdat we ook gewoon echt een groot aantal sociale huurwoningen hebben. Dat dat de reden is, kan ook niet inschatten of het nou de koopwoningen zijn die met energiearmoede te maken hebben. Dus we moeten het dan nog echt wel een slagje dieper onderzoeken om, als we het al helemaal kunnen onderzoeken. We hebben natuurlijk wel al een hele goede basis rondom ons bestaanszekerheidsbeleid, dus dat is wel. Ik denk dat dat wel de stappen zijn die nodig zijn om het in ieder geval op te lossen. Dus.
Dank, gaan we naar het poststuk 25.082. Dat betreft de aanbesteding verwerkingscontracten AV 2027. De heer Vislini van Nieuw Democratisch en de heer Van Vliet van GroenLinks hebben hier vragen over gesteld en voor de beantwoording kijk ik naar wethouder Katsburg. Begrijp ik dat klopt? En...
Klopt en de eerste vraag van de heer Fiscalini is, is dit een terechte uitleg? Ik zal even voor de luisteraars. Daar is ook de vraag een beetje. Inkleden eigenlijk. Er is een contract tussen de AVU en de verwerker en in dat contract staat dat de AVU eenzijdig de mogelijkheid heeft om het contract over het algemeen twee keer te verlengen. En u vraagt, klopt het dat het contract zodanig is afgesloten dat alleen de AVU het contract eenzijdig mag verlengen? Dat is uw vraag volgens mij. En is die conclusie terecht? Ja, die is terecht, dus het is een eenzijdige optie die alleen de AVU heeft en dus de verwerker heeft de optie niet om eenzijdig het contract te verlengen. Overigens, als er wordt overgegaan tot verlenging van het contract, dan is dat altijd een besluit van het algemeen bestuur, hè? Die aan het eind van het contract wordt er gekeken van hoe zit de markt op dit moment in elkaar? Is het verstandig om aan te gaan besteden omdat de prijs in de markt op dit moment lager is of is het verstandiger om het contract te verlengen? Dus dat is de vraag die altijd aan een AB wordt voorgelegd op dat moment. Nou is het destijds inderdaad zo overeengekomen. En ja, dat klopt en dat is dus vanwege de ruimte die we als AVU willen hebben om een zo gunstig mogelijk moment te kiezen om wel of niet aan te besteden. Dus vraag 3 is, denk ik, niet meer van toepassing en welke gevolgen kan een en ander hebben voor de gemeente Zeist en andere gemeenten? Nou ja, dat we dus inderdaad enige flexibiliteit hebben voor het moment van aanbesteden, dus als het contract afloopt kijken we wat doet de markt op dit moment en is het een goed moment om aan te besteden? Ja of nee, nou als de marktprijs hoger is dan onze eigen huidige contractprijs, dan besluiten we om de optie te lichten dat we eenzijdig verlengen. Maar is de prijs in de markt zodanig dat het interessant is om een aanbesteding te doen? Dan lichten we het contract niet en dan of de optie niet en dan gaan we dus aanbesteden en laten we gewoon het oorspronkelijke contract eruit lopen. Dat zijn de vragen van de heer Fiscalini en de heer Van Vliet vraagt eigenlijk. Lichten eigenlijk één van mijn vertalingen lichten niet meer de nadruk op prijs dan op duurzaamheid en is er niet een risico dat prijs doorslaggevend is. Ja, ik denk dat ik u verwijs naar pagina 3 van de notitie, waarin denk ik heel duidelijk wordt aangegeven dat zowel prijs als duurzaamheid belangrijke onderdelen zijn van de aanbesteding, waarbij het stuk duurzaamheid wordt vertaald in een stukje kostprijs, waardoor de aanbiedingen van de aanbieders, de mensen die inschrijven, goed kunnen worden vergeleken. En je merkt ook door de jaren heen dat duurzaamheid ook steeds een belangrijker en eigenlijk één van de twee belangrijkste onderdelen is van de aanbesteding. Dus vandaar dat wij denken op deze manier een goede balans te hebben gevonden tussen onze ambities wat betreft duurzaamheid, die overigens door alle gemeentes van de AVU breed gedeeld worden en de prijs die ook natuurlijk voor onze inwoners naast duurzaamheid natuurlijk een heel belangrijk onderdeel is.
Ja, dank wethouder voor de beantwoording. Uit de beantwoording of uit, zeg maar uit de bijlage van de AVU haalde ik ook wel dat duurzaamheid belangrijk is. Maar het is heel moeilijk om via de R-statussen en die methodiek die men aanhoudt om daar goed uit af te leiden in hoeverre duurzaamheid ten opzichte van kostprijs soms net weer af kan leggen. Dus ja, dat inzicht krijg ik eigenlijk niet goed genoeg uit deze bijlage. Ik weet niet, voordat ik nu verdere vragen daarover stel of hoe het dan zit, zou het misschien handig zijn dat ik daar meer informatie over krijg. Hoe dat nou precies werkt, want voor mij is het nog wat onduidelijk met die R-status en dergelijke, hoe die afweging plaatsvindt.
Kijk eigenlijk een beetje naar de specialisten in dit huis. Nee, de status is de status van duurzaamheid die ze gewoon toegewezen krijgen op basis van de overige filters en dergelijke en hoe een bedrijf werkt. Er is dus een in Nederland ontwikkelde formule om allerlei duurzame maatregelen die verwerkers kunnen nemen te verwerken tot een bepaalde prijs. En ja, die wordt dan een fictieve prijs en die wordt dan meegenomen in de hele kostprijsberekening, waardoor je uiteindelijk een goede afweging krijgt. Eigenlijk komt er één prijs uit waar de verwerkingsprijs en de duurzaamheidsprijs in zitten. Ja, je krijgt volgens mij een hele objectieve weging waar beide in belangrijke mate worden meegenomen. Ja, ik zou haast zeggen van ja, heel veel duidelijker dan dit, tenzij u precies wil weten hoe die formules eruitzien. Maar dat lijkt me een brug te ver. Ja, ik kan het denk ik niet duidelijker uitleggen dan op pagina 3 en 4 staat. En om te gaan voorlezen, denk ik dat het ook niet handig is. Nee, ik heb die pagina's allemaal gelezen. Mijn vraag is eigenlijk een beetje inderdaad, of er soms met een wat hogere kostprijs toch niet nog een sterkere duurzaamheidsslag gemaakt kan worden? En ja, uw uitleg is op zich duidelijk, dus misschien moet ik een keer ook naar de AVU gaan om daar die vragen te stellen.
Ja nou ja kijk, je ziet. Je ziet natuurlijk ook hè? Dat we ook kijken van dat je dat je ziet bij het restafval bij voorschijding, dan zie je dat er bij de verwerker zelf eigenlijk heel weinig milieuwinst meer te halen valt. En nou ja, daar kan je op. Daar anticipeer je op wat de kostprijs verlaagt, maar bij andere stromen zie je dat het wel heel nuttig is om voor te scheiden en of alsnog na te scheiden. En daar ga je dan specifiek vragen om dat wel te doen. Wat weer kostprijsverhogend is. Hè dus de insteek van de avos over het algemeen is de laagste prijs voor de verwerking is niet strikt leidend. Het is echt die combinatie van duurzaamheid en verwerkingsprijs, maar als u heel specifieke dingen wil weten, dan denk ik dat u een keer contact wilt opnemen met de avu.
Dank, dan zijn er ook nog vragen gesteld over een raadsinformatiebrief, wat dat betreft raadsinformatiebrief 25-045, en dat ging over het woningbehoefteonderzoek in Zeist, wederom van de heer Bredius die niet aanwezig is. Dus ik kijk ook niet, ik zal toch graag deze vragen beantwoorden en dan gaan we dat zeker doen. Maar ik zou wel willen meegeven dat wij, als je een indiener van vragen bent, hier ook aanwezig bent. Anders gaan we straks met zijn allen vragen indienen, terwijl je hier of thuis lekker vanaf de livestream kan meekijken. Dus laten we daar geen gewoonte van maken. Dat weet ik niet. Dat is de algemene regel, voorzitter. En ja, met de algemene regels is het zo, daar moet een uitzondering een keertje mogen en dat laat ik ook zeker toe. Maar dat is even een zijnoot voor een ieder hier. Ik kijk naar het college en volgens mij is het een gedeelde beantwoording tussen wethouder Hoogstraat en Welting, dus ik geef jullie het woord daarvoor.
Ik zal starten met de beantwoording, voorzitter. Eigenlijk is de vraag of het klopt dat de woningbehoefte voor Zeist 2.120 woningen bedraagt in de periode 2024 tot 2030 en dat er in de planning zo'n 2.600 woningen staan, eigenlijk 500 meer dan in de behoefte wordt onderbouwd. Bouwen we dan niet teveel, is eigenlijk de vraag. En dan kan ik antwoorden dat dat niet zo is, want je moet eigenlijk altijd rekening houden met het feit dat de planning ook kan betekenen dat er plannen niet doorgaan of vertraagd worden. Een richtlijn van het Rijk en de provincie is dat je een planningscapaciteit, zoals dat heet, van 130% moet hebben. Dus dat zou eigenlijk betekenen dat we een planningscapaciteit nodig hebben van 2.756 woningen, dus eigenlijk meer dan dat we nu in die planning laten zien. En hoeveel woningen worden er op de andere 40 locaties gepland? Dat hebben we beantwoord in de RIB vorig jaar bij de woningmonitor wonen van juli 2024. Daar staat eigenlijk een hele lijst met alle locaties in, dus ik stel voor om daar, nou ja, misschien dat de griffie die nog een keer onder uw aandacht kan brengen, dan kunt u de locaties gewoon even bekijken in plaats van dat ik ze nu allemaal ga opnoemen. Dat. Dat.
Kijk, hè? Ja, dat klopt, voorzitter. Daar wordt de vraag gesteld van hè? Worden de woningen toe niet toegerekend aan Utrechtse Heuvelrug? Nou, we zijn op dit moment gewoon samen met Utrechtse Heuvelrug en wij als gemeente Zeist aan die gebiedsontwikkeling voor het stationsgebied aan het werk. Daarbij wordt onder andere onderzocht hoeveel woningen gerealiseerd kunnen worden, maar dat doen we in dit stadium in die gebiedsvisie nog helemaal niet langs de lijn van de gemeentegrenzen. En dus een onderverdeling naar gemeente Utrechtse Heuvelrug en Zeist volgt in een later stadium. Als we ook meer zekerheid hebben over het passend aantal en type woningen en de specifieke plekken waar die komen, kijk de propositie van Zeist is voor Zeist een van de beleidsdocumenten geweest die aan de basis heeft gelegen van deze gebiedsontwikkeling en daarin in die propositie uit 2020 wordt ook in algemene zin aangegeven dat zij de plannen heeft voor circa 1900 extra woningen. En specifiek voor de onderzoeksrichtingen een nieuwe kern voor Driebergen-Zeist zijn geen woningaantallen genoemd, hè dus. Wij zien wel dat hè die Driebergen-Zeist genoemd wordt als ontwikkeling, hè of een mogelijkheid om ontbrekende woonruimte voor met name ook de midden categorie te bieden, maar zowel in Zeist als in Utrechtse Heuvelrug hebben we tot nu toe nog niet apart woningaantallen opgegeven. Voor nou zoveel krijgt UH en zoveel krijgt Zeist, enerzijds omdat we het gebied nu ook echt als één gebied aanschouwen, en anderzijds omdat we nog niet specifiek exacte aantallen weten hoe de verdeling gaat lopen. En hoe dat precies gaat landen per gemeentegrens dus dat tot nu toe. Daar is gewoon meer onderzoek voor nodig.
Dames en heren, we zijn rond. Nee, u bent niet de vraagsteller, dus ik ga ook geen aanvullende vragen toestaan. Dat mag bij niemand niet en dat ga ik ook in dit geval niet doen. Dus mocht u aanvullende vragen hebben, dan kunt u dat schriftelijk doen. Maar laten we wel de regels hanteren die we ook in andere vergaderingen tijdens het vragenuur hanteren. Dames en heren, we zijn rond. Ik heb één toezegging genoteerd en dat is dat de beantwoording van de heer Bredissen schriftelijk komt. Rest mij u allen een goede raad of een goed fractieberaad te wensen en tot volgende week tijdens de staatsvergadering.