Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dat gezegd hebbende, gaan we de vragen beantwoorden, te beginnen met enkele vragen naar aanleiding van de gestelde schriftelijke vragen. De eerste gaan over de herinrichting van de Paltzerweg 23, vraag 41, gesteld door de VVD en D66. Ik vat ze nu niet samen, want ze zijn voor u helder. Ik richt me tot de wethouder van Verkeer, ik denk aan Wouter Catsburg, ja, en...
Bedankt voor de vragen, en misschien ook wel interessant voor de luisteraars thuis. De eerste vraag ging over het maaisel, of beter gezegd, over wat er nu staat. Dat lijkt niet op wat beloofd is. Op zich klopt dat, maar tegelijkertijd ook weer niet, want het heeft tijd nodig, nietwaar? Het is nu ingezaaid en we verwachten dat het vanaf volgend voorjaar eruit zal zien zoals we dat graag willen. Het heeft even tijd nodig om te groeien.
Wat betreft de tweede vraag: de bewoners zijn nog steeds niet geïnformeerd over de wijze waarop het onderhoud wordt uitgevoerd en of er een bijdrage van de bewoners wordt verwacht. Nou, er wordt geen bijdrage van de bewoners verwacht. We hebben in ons stuk wel het beleid, of eigenlijk niet echt beleid, maar de richtlijn dat, op het moment dat bewoners zeggen "We willen een stuk groen adopteren" en de plannen passen binnen het beleid dat we hebben, dat dan kan. Maar in principe wordt er geen inzet van de bewoners verwacht.
Het is inderdaad belangrijk dat we inwoners goed meenemen wanneer we gras zaaien of bloemrijk zaad inzaaien, zoals we nu doen. Dat doen we over het algemeen ook wanneer we gazon gaan omvormen naar lang bloeiend zaad. In dit geval is dat in het voortraject niet helemaal goed gegaan. Ik dacht dat de inwoners inmiddels geïnformeerd waren, maar ik zal dat nog even moeten checken, want u gaf aan dat dit niet het geval was. Natuurlijk is het wel de bedoeling dat dit gebeurt, zodat zij weten waarom we hiervoor gekozen hebben, wat uiteindelijk het doel is en wat het maaibeleid gaat worden bij het lang bloeiende, ecologische gras. Ik haal alles door elkaar, maar dat klopt allemaal wel. Het is lang bloeiend, het is lang gras en het is ecologisch, dus alles klopt. Vier voor de prijs van één, voorzitter.
Voorzitter, dank u. Als u mij toestaat, wil ik graag een opmerking maken over de toezegging dat u de bewoners nogmaals informatief zult meenemen in wat de bedoeling is en hoe dit wordt aangepakt. Ik had nog een opmerking over het inzaaien. In de beantwoording staat dat er in het voorjaar gezaaid is en dat in september wordt gekeken waar het nodig is om bij te zaaien. Dat was heel boeiend, want wij kregen het antwoord in augustus. Toen dacht ik: nou, dan ga ik zelf ook eens kijken. Maar in september was er, denk ik, niet veel meer te zien, want alles was kort gemaaid. Dus het inzaaien op basis van de observatie van wat wel en niet zinvol is, heeft dan ook niet zoveel zin meer. Misschien is het een beetje flauw, maar er is onduidelijkheid. En ik wil nog toevoegen dat die onduidelijkheid bij de bewoners ertoe kan leiden dat op een gegeven moment een bewoner denkt: nou, dan ga ik zelf maar maaien, want ik vind het niks. En als één persoon gaat maaien, gaat de volgende ook maaien, en vervolgens is de verwarring helemaal compleet. Dan zitten de bewoners naar elkaar te kijken met de gedachte: je hebt het gewoon weggemaaid, terwijl dat niet de bedoeling was. En dan zegt een andere bewoner weer: ja, maar ik wist het niet. Er ontstaat veel verwarring, ook door de beantwoording. Dat wilde ik nog even meegeven. Dank u wel, wethouder.
Ja, ik ken de specifieke details in Den Dolder niet, maar ik kan me voorstellen dat daar ook iets is gebeurd wat in andere gebieden van Zeist is gebeurd, waar we dit glas hebben gezaaid. Namelijk dat de aannemer per ongeluk, of nou ja, in principe tegen de opdracht in, vaker heeft gemaaid dan de bedoeling was. Ik kan me voorstellen dat dit hier ook is gebeurd, maar ik denk dat het goed is dat we dat ook meenemen in de informatie die we richting de inwoners communiceren. Dit is wat we hebben ingezaaid, dit is het maaibeleid, zodat zij inderdaad gewoon op de hoogte zijn van wat de bedoeling is. Dank u.
Dankzij wethouder Catsburg komen we bij de vragen die gesteld zijn over bestaanszekerheid. Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist spreekt zijn dank uit voor het aangeleverde materiaal en vraagt zich af of er ook ontwikkelingen zijn. Hij refereert aan een methode om nog preciezer te achterhalen, laat ik zeggen, hoe de verschillende doelgroepen bestaan. De voorzitter doet het vanavond zonder bril, dus ik heb maar even vooruit kunnen lezen. Als we een beetje op afstand blijven, dank ik meneer Bredius. Wethouder Hoogstraat, ja.
Ja, dank u wel, voorzitter, en dank voor de vragen. Het blijft natuurlijk een ontzettend belangrijk onderwerp. Afgelopen donderdag is er speciaal voor raadsleden een informatieavond geweest over dak- en thuisloosheid, en dat naar aanleiding van de conclusies van het rapport van de Stichting van het Vergeten Kind. Eigenlijk was de conclusie dat de dakloosheid, ook onder jongeren, veel groter is dan dat we nu in beeld hebben. Ook is de conclusie dat gemeenten in het algemeen dat nauwkeuriger in beeld moeten brengen.
Tegelijkertijd werd ook op die avond, en dat heb ik ook in gesprekken met professionele organisaties gemerkt, duidelijk dat het ook gewoon een woningnoodprobleem is. Een heel klein voorbeeld: mijn zoon, die diergeneeskunde studeert - dat kan alleen in Utrecht - heeft een klasgenoot die uit Texel komt en die nog steeds geen kamer heeft gevonden. Hij is dus overal aan het logeren om zijn studie te kunnen volgen. Over dat soort gevallen hebben we het ook, en het is wel degelijk een vorm van dakloosheid.
Het gaat ook om de breedte van het hele verhaal. Het is gewoon een woningnoodprobleem en daar moeten we ook wat aan doen. Maar het gaat er ook vooral om dat we kwetsbare personen daarin vroeg herkennen en ook vroeg kunnen begeleiden naar een juiste woonvorm of woonplek.
Vervolgens is er nu zicht op een landelijke methode die nu in Brabant wordt gebruikt en die wordt geëvalueerd. Ook vanuit het landelijk programma 'Eerst een Thuis' wordt er gekeken of dit een methode is die we met elkaar kunnen toepassen. Ook in het programma 'Eerst een Thuis' in onze provincie Utrecht zijn we bezig met hoe we het nou goed in kaart kunnen brengen, ook om de opgave inzichtelijk te maken.
Dus ik zou willen voorstellen om die methodes gewoon af te wachten, in plaats van dat we als gemeenten ook nog een eigen telmethode gaan ontwikkelen. Maar het is wel zeker iets waar we aandacht voor hebben en waar we graag echt mee bezig zijn.
Meneer Bredius heeft voldoende antwoord gegeven. Nu komen we bij de schriftelijke vragen die gesteld waren over de veilige schoolroute en de sluis bij Science Point. Nu is het de beurt aan Tijmen Visser. Tijmen vraagt zich naar aanleiding van de beantwoording af of het niet slimmer of handiger was geweest om vooraf met de betrokken partijen te spreken. Dit had mogelijk tot minder ruis kunnen leiden. Hij vraagt zich ook af of er nog andere vergelijkbare situaties zijn en hoe daarin te handelen. Wethouder van Verkeer, Catsburg, ja.
Ja, dank u wel. Uiteraard zou het slimmer geweest zijn als er vooraf contact was geweest. Ik ben in gesprek geweest met de directeur van de school en heb ook aan één van de ouders aangegeven dat er veel ruis en onduidelijkheid voorkomen had kunnen worden als we inderdaad eerst contact hadden gezocht. Ik denk niet dat de uitkomst anders zou zijn geweest, maar op het moment dat je verrast wordt door iets, krijg je vaak een tegenreactie. Dat was niet handig, en dat hebben we ook richting de school en de ouders erkend. Op dit moment hebben we geen andere projecten lopen op dit gebied met bushokjes of iets dergelijks waarin dat speelt, en bij de reguliere infrastructurele trajecten, waar niet zoals hier bij bushokjes enorm veel haast achter zit, wordt gewoon netjes het proces gevolgd waarbij bewoners ruim van tevoren betrokken worden in het traject. Dus op dit moment hebben wij geen andere locaties waar dit speelt, wat ons betreft. Tijmen
Nummer 5, ja, daar zijn inmiddels ook de contacten gelegd, volgens mij. Dus ik weet dat we daar bezig zijn en dat de school mij hierover heeft gebeld. De school reageerde eigenlijk een beetje prematuur, omdat wij een schetsontwerp hadden gemaakt dat zeker nog niet het ontwerp was dat wij aan de inwoners wilden voorleggen. Dus, alleen omdat wij al wel contact hadden met een aantal bewoners, denk ik dat ergens die tekening misschien een beetje een eigen leven is gaan leiden. Het traject om met de buurt over de aanpassing op de Oranjelaan te spreken, moest nog formeel gestart worden. In ieder geval het officiële traject waarin we breder uitnodigen dan alleen de bewoners met wie we gesproken hebben.
De zin zoals gegeven is niet coherent en lijkt een reeks losse woorden en fragmenten te bevatten. Om de zin grammaticaal correct te maken, is er meer context nodig om de bedoeling van de spreker te begrijpen. Als we echter aannemen dat de spreker wil zeggen dat een visser bevestigt dat er nog steeds een top is tussen bepaalde dingen, dan zou een grammaticaal correcte zin kunnen zijn:
"Ja, de visser bevestigt dat er nog steeds een top is tussenin."
Blijven we bij u, en dan naar aanleiding van de beantwoording van de vragen over de rampdonaties, de vraag of u goed begrepen hebt dat er eigenlijk geen vast kader is om die vast te stellen. Ik kijk even naar het college. Is dat een vraag voor burgemeester Koos Janssen? Dank u.
Bij de vraag over hoe we omgaan met calamiteiten en rampen, worden we telkens weer tot nadenken aangezet. Dit gebeurde ook toen er een ramp in Marokko plaatsvond en tegelijkertijd een calamiteit in Libië. Het thema vissen kwam ook terecht op tafel. We vroegen ons af: wanneer grijpen we in en wanneer niet? Doen we het in beide gevallen of in geen van beide? Het is altijd een complexe puzzel. Dit gepuzzel hangt samen met het feit dat leed niet met leed te vergelijken is. Dat is het probleem. Daarnaast kunnen wij in Zeist niet de hele wereld op onze schouders nemen. Dus bij het beantwoorden van die vraag, wat is de redenering? Daarvoor hebben we een antwoord geformuleerd, dat u bij de stukken aantreft. Het is dus altijd maatwerk en vereist nauwkeurige overweging. Er moet altijd een verband zijn met Zeist op de een of andere manier. We moeten het ook allemaal zo voelen; het moet een relatie hebben met de inwoners. En het is iedere keer weer de vraag of we dat goed doen. Giro 555 speelt een belangrijke rol, want dat is toch een soort certificering en erkenning van iets wat in Nederland van betekenis is. Daarnaast is het ook van belang wat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) ervan vindt en wat verschillende partners in de samenleving ervan vinden, zodat we het niet geïsoleerd doen. Als je al die criteria in het antwoord meeneemt, en wat ik vanavond aanvul, dan zou je dat als kader kunnen zien. Hoe weeg je dat af? Als het kader. Een relatie met de gemeente, met de gemeenschap, Giro 555, het advies van de VNG, het gedrag van andere gemeenten en wat onze bondgenoten in de samenleving ervan vinden. Dan heb je eigenlijk het hele veld waarover je nog niet eens scherp met elkaar de discussie kunt voeren. Dat gaat dus voor een deel ook op gevoel, waarbij je zegt: als dit speelveld er zo bij ligt, dan zouden we daar het goede gesprek over moeten voeren.
Dankzij Koos Janssen heeft Tijmen Visser een voldoende antwoord gekregen. Dank voor deze verdere uitwerking. Laten we nu overgaan naar de RIB van 23 augustus en de circulaire van september bij de algemene beschouwingen, die ook aan de orde is geweest. De beleidslijn is dat de septembercirculaire niet wordt meegenomen in de begroting van 2024. Althans, dat is het standpunt. Jan Bredie stelt nogmaals de vraag of het niet toch verstandig is en of er argumenten zijn om van die beleidslijn af te wijken. Ik kijk, denk ik, naar de wethouder van Financiën, de heer Walters. Ja?
Ja, dank u wel, voorzitter. Die discussie hadden we inderdaad vorige week ook, en ik kan me zomaar voorstellen dat we die volgende week opnieuw hebben. En dat zal toch niet de bedoeling van de heer Bredius zijn? Mag ik dat aannemen?
Krijgen ze toch iets anders dan de voorzitter? Wordt er, als het tot de auto hier komt, nog een discussie gevoerd? Hij is toch nog iets preciezer dan wat vorige week aan de orde is gekomen. Moeten we niet gewoon bij alle belangrijke stukken, wat de begroting ook is, de meest recente stukken of gegevens gebruiken? Dat is in dit geval deze circulaire, dank u.
Ja, over het algemeen zou ik zeggen dat het verstandig kan zijn om de meest recente informatie te gebruiken om tot de beste besluitvorming te komen. Hier ligt de situatie echter anders, zoals ik vorige week ook aangaf, en indien nodig zou ik het de komende weken nogmaals willen toelichten. Dit gaat echt over wat ik toen de 'bestendige lijn' heb genoemd. Zo presenteren wij het ook aan de provincie als onze toezichthouder. Deze lijn houdt in feite in dat wij de uitkomsten van de septembercirculaire, die het ene jaar tegenzit en het andere jaar meezit, op een consistente wijze niet meenemen in de begroting voor het daaropvolgende jaar. Tegelijkertijd doen we dat wel, maar op het moment dat het passend is. Dus we stellen de begroting vast zonder de septembercirculaire daarin te verwerken, en op het geëigende moment verwerken we de septembercirculaire natuurlijk wel in de begroting, maar dat doen we via een technische begrotingswijziging begin 2024, en zo doen we dat eigenlijk ieder jaar. Daar kunnen we van afwijken, dus in die zin is het goed dat u dat aankaart, want het is geen wet of harde, ijzeren regel die ons in de weg zit. Maar als je afwijkt van een bestendige lijn, dan zou je daarvoor een heel gedegen onderbouwing moeten hebben. Doe je dat dan consistent naar de komende jaren toe, of is het een eenmalige afwijking? Nou, wij zien daar op dit moment geen reden voor. En dus zou het antwoord op dit moment op uw eventuele vraag hoe het college daarin staat zijn dat we dat zouden ontraden. Tot zover, voorzitter, dank u.
Dank u. Dat is voldoende voor Jan. Nu komen we bij de vragen die gesteld zijn over het principebesluit van de KNVB. Er waren ook vragen van GroenLinks, gesteld door Gerard van Vliet. Hij heeft aangegeven dat de brief die uiteindelijk gestuurd is, bedoeld was om deze vragen te beantwoorden. Ik ga de vragen die er nu nog liggen van Nieuw Democratisch Zeist niet samenvatten, omdat we natuurlijk een hele nieuwe situatie hebben. Het lijkt me goed om de wethouder het woord te geven, zodat we daarna de vragenstellers hun reactie kunnen laten geven. Wethouder, u heeft het woord.
Ja, dank u wel, voorzitter. Wij zijn gisteren geïnformeerd dat de KNVB haar uitbreidingsplannen heeft ingetrokken op basis van ons principebesluit. Als gemeente zeggen wij zelf: "We hebben een zorgvuldig proces doorlopen waarbij wij alle belangen hebben afgewogen." Toen wij de KNVB op de hoogte stelden van dat principebesluit, gaven zij aan dat ze daarover wilden nadenken. Dat hebben ze gedaan en deze uitkomst is daaruit gekomen. En dat is volkomen terecht. Wij staan als gemeente nog steeds open om het gesprek te voeren met de KNVB. Zij zijn zich nu aan het herbezinnen over wat dit betekent voor hun plannen. Als de raad daar vragen over heeft, hoe dat principebesluit tot stand is gekomen, zullen we die vragen schriftelijk beantwoorden. Dus als er andere fracties van de raad zijn die daar vragen over hebben, kunnen we daar in de schriftelijke beantwoording openlijk op ingaan. Maar zoals gezegd, er is een nieuwe situatie ontstaan waarover de KNVB zich nu aan het bezinnen is. Wij staan nog steeds in open verbinding met de KNVB en blijven in gesprek met hen. Daar wil ik het voor nu bij laten.
Ja, ik begrijp dat de urgentie van de vragen, zoals ze gesteld zijn, wat minder is, maar toch bevatten deze vragen principiële punten, waaronder bijvoorbeeld de betekenis van samenhang. Misschien is het goed om voor de toekomst ook naar deze vragen te kijken en daarop antwoord te geven. Hoe zien we die verordening? De provinciale omgevingsverordening, die in deze vraag de provinciale natuurbehoudverordening wordt genoemd, is van aanzienlijk gewicht en wordt ook op een bepaalde manier geïnterpreteerd door de provincie in dit verzoek, dat dus geen verzoek meer is. Toch zijn dat vragen die belangrijk zijn om te stellen en nog belangrijker is het om het antwoord van het college te krijgen over wat zij ervan vindt. Niet dus nogmaals dit specifieke geval, maar wel voor het geval zich iets dergelijks nog voordoet, of voor de uitleg en interpretatie, wethouder.
Als ik het goed begrijp, wilt u de tekst grammaticaal correct maken. Hier is een verbeterde versie:
"Als er fracties zijn die nog vragen hebben over het principebesluit, wil ik hen oproepen om deze vragen in algemene zin te stellen. Echter, ik zou willen benadrukken dat het vooral belangrijk is om het over deze specifieke casus te hebben. Wij zullen de vragen die nu zijn ingediend in ieder geval schriftelijk beantwoorden. Als de beantwoording aanleiding geeft voor fracties om een informatiebijeenkomst te organiseren, dan staat het hen natuurlijk vrij om die oproep te doen. Wij gaan dan graag het gesprek aan. Ja, dus het lijkt me helder dat we die toezegging kunnen doen."
U begrijpt het wel. Ik wil even naar de Raad kijken om de Raad in positie te brengen, zou ik willen zeggen. Het is belangrijk dat we procedureel een goede plek hebben, dus laten we het gesprek niet over de inhoud voeren. Maar ik moet zeggen dat we dit moment toch even moeten gebruiken om bij de Raad vast te stellen of u, procedureel gezien, voldoende houvast heeft, nietwaar? Dit betreft een schriftelijke vraag over de uitwerking of de afgifte, die schriftelijk beantwoord zal worden. Ik kijk even naar Annie van Kippersluis. Zij is er klaar voor. Ja.
Ja, dank u wel, voorzitter. Wij hadden inderdaad ook een vraag gesteld, in combinatie met de ingezonden brief van het dierenpension. Echter, de werkelijkheid heeft ons ingehaald. Daarom zijn we geïnteresseerd in het aanbod van de wethouder, met name in hoe het principebesluit tot stand is gekomen. We zijn hier zeer benieuwd naar en willen dit bij dezen als een schriftelijke vraag van onze kant indienen. We vragen ons af in hoeverre dit besluit vaststaat. Hoe kan ik dit netjes uitdrukken? Is het besluit onwrikbaar? Moeten de inwoners van Zeist of het dierenpension vrezen dat er nog wijzigingen zullen plaatsvinden? Om het zo maar even te formuleren, moeten zij bang zijn dat er nog 'geiten op paardjes' gevonden gaan worden?
Nou, volgens mij is niets in beton gegoten, dus ik zou willen zeggen dat wij, op basis van het verzoek van de KNVB zoals dat bij ons is ingediend, een weloverwogen besluit hebben genomen waarin we alle belangen hebben afgewogen. Dit betreft zowel de belangen van de KNVB als die van het dierenpension en de impact die het heeft op de omwonenden. We hebben, naar mijn mening, in de Raadsinformatiebrief (RIB) heel helder uitgelegd wat de afweging van de verschillende belangen is geweest. Als u als raad behoefte heeft om daar nog tekst en uitleg bij te krijgen, dan beantwoorden we allereerst de schriftelijke vragen en kan er daarna ook altijd een informatiebijeenkomst komen waarin we dat nog verder toelichten. Dat zou ik allereerst willen zeggen op uw eerste vraag.
Wat betreft de nieuwe situatie die is ontstaan, staan wij nog steeds in open dialoog met de KNVB. Maar zij moeten zich ook allereerst zelf herbezinnen, dat is duidelijk aangegeven. Dat is het signaal vanuit de KNVB. Ja, daar zou ik het voor nu bij willen laten; dus nu inhoudelijk daarop ingaan lijkt mij niet gepast. Volgens mij is het heel helder geweest op basis waarvan wij een besluit hebben genomen, namelijk het principeverzoek dat er lag.
Dank aan de wethouder en ook aan de fracties die nog geen schriftelijke vragen hebben ingediend. Zij zijn hierbij uitgenodigd om dat te doen, hè. Is dat voldoende voor de Raad op dit punt? Van Julian Wassink, ChristenUnie-SGP.
Ik heb eigenlijk een vraag die ik ingewikkeld vind om schriftelijk te stellen, maar ik ben er toch benieuwd naar. Is het college verrast door de zet van de KNVB? Zijn ze teleurgesteld of misschien opgelucht? Wat is jullie eerste indruk als u dit leest? Dat geeft mij ook informatie over hoe de zaken mogelijk in de komende weken zullen verlopen en of er nog gesprekken met de KNVB zullen komen.
Ik weet niet in hoeverre u de recente berichtgeving heeft gevolgd, maar wij hebben heel duidelijk naar buiten toe aangegeven dat wij nog steeds van mening zijn dat er een weloverwogen besluit genomen is dat perspectief biedt, ook als het gaat om verrassingen, teleurstellingen of annotaties. Voor zover ik weet, hebben we niet in die sfeer gesproken, en dat is ook niet hoe wij als college erover hebben gesproken. De KNVB heeft een eigen afweging gemaakt. Ik denk dat het nu vooral belangrijk is om de open dialoog met de KNVB te behouden en van daaruit verder te kijken wat dit betekent. Dus, wat betreft gevoelens van opluchting of verrassing, nee, zo hebben we er niet over gesproken. En ik denk ook dat het belangrijk is om te erkennen dat de KNVB duidelijk heeft gemaakt dat zij niet alleen via officiële brieven en persberichten communiceren. Dat zou niet goed zijn gezien de relatie die we hebben. Na het principebesluit van het college hebben we ook persoonlijk contact gehad met de KNVB. Op basis daarvan hebben zij aangegeven dat ze goed moesten nadenken over wat dit voor hen betekent. En dat hebben ze de afgelopen twee tot tweeëneenhalve week ook gedaan, wat tot dit resultaat heeft geleid. Dus in die zin zijn we niet verrast. Wij zijn van mening dat het besluit dat er lag, een principebesluit, wel degelijk perspectief biedt. En ik zou het daarbij willen laten. Dank u.
Dank u, wethouder. Dank aan de Raad voor de heldere procedures. Welke stappen kunnen er door de Raad gezet worden? Nu komen we bij het laatste punt: de PR23.115 en de raadsvragen over de discotheek aan de Tweede Dorpsstraat van David Tompot. Er zijn een aantal vragen die betrekking hebben op de totstandkoming van de uiteindelijk verleende vergunning en de faciliteiten daaromheen. Ik geef het woord aan Walter, de wethouder.
Ja, dank u wel. Ik zou willen voorstellen om deze vragen schriftelijk te beantwoorden. Dat is niet omdat we het antwoord op de vragen niet per se op die manier zouden hebben, maar omdat een aantal betrokkenen, omwonenden en andere belanghebbenden ervoor hebben gekozen om een voorlopige voorziening aan te vragen bij de rechtbank. Als ik me niet vergis, is er komende donderdag een sessie voor gepland. Dus naar alle waarschijnlijkheid zal dan ook snel duidelijkheid ontstaan. Maar in zo'n situatie is het ons inziens niet verstandig om nu inhoudelijk op deze vragen in te gaan. Dus wij zullen zo spoedig mogelijk, na donderdag, overgaan tot schriftelijke beantwoording van deze vragen.
Ja, dank u wel, voorzitter. Dank u voor het antwoord van de wethouder. Betekent dit dat wij uiteraard nog voor de komende raadsvergadering de schriftelijke antwoorden zullen ontvangen op deze vragen met betrekking tot de voorlopige voorziening die aanstaande donderdag mogelijk door de rechtbank zal worden getroffen?
Aanstaande donderdag is het 2 november. De raadsvergadering vindt plaats op 7 november. Dus als de rechter direct uitspraak doet, en dat is wel de verwachting, dan lukt dat. Mocht dat onverhoopt niet het geval zijn, ja, dan schuift de beantwoording ook op. Dus langs die lijn zou ik hopen dat het antwoord op uw vraag 'ja' is.