Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
De lijst met ingekomen stukken is overlegd. Er zijn niet heel veel vragen gesteld in de voorbereiding, maar ze krijgen natuurlijk allemaal de aandacht die ze verdienen. We beginnen met PR 24-021. Dat is een brief van een aantal groepen met betrekking tot de verstand van zaken en ontwikkeling in de gebiedsvisie van Dijnselburg en Gerard van Vliet. GroenLinks vraagt zich af, als ik het zo mag zeggen, wat de reactie van het college zal zijn op de vragen die deze groepen hebben gesteld in die brief, met name over de procedure en de vorm van participatie, en het niveau en de ambitie daarbinnen. Is dat goed? Samengevat, Geert, heb je nog iets toe te voegen?
Een kleine toevoeging, inderdaad. Er is in de eerdere fase gesproken over toestemming. En nou ja, er is een vraag over in hoeverre er nog verder gewerkt kan worden, of dat er in de richting van toestemming hersteld kan worden. Ja.
De wethouders Van Dijk en Wijk hebben allemaal 'nee' gezegd, dat hebben we op 25 januari besproken. Ik weet niet meer zeker of u bij die bijeenkomst over dit onderwerp aanwezig was, waarin ook aangegeven werd dat er een Raadsinformatiebrief (RIB) naar de Raad gestuurd zou worden. Over het versturen van deze brief hebben we vanochtend in het college besloten. Met andere woorden, de RIB wordt later deze week naar de Raad verzonden. Als bijlage bij deze brief zit ook een reactie vanuit het college gericht aan de briefschrijvers, wat in feite is waar u naar verwijst. Dus het inhoudelijke antwoord vindt u in de brief aan de Raad, maar ook in de brief gericht aan de omwonenden. Ja, deze brief zal natuurlijk ook weer op de agenda komen tijdens de vergadering van de commissie LIS of VLIS in maart. Dat zou voor u een reden kunnen zijn om daar dan, vanuit de inhoud, nog iets van te vinden. Maar voor dit moment is dat het proces, om het zo te zeggen, voorzitter.
Wethouder, bedankt voor dit antwoord. Kan er al iets gezegd worden over, zeg maar, de mogelijkheid om nog een richtinggevend advies te geven in de verdere ontwikkeling van deze plannen?
Ja, op het gevaar af dat we dan toch de inhoud induiken, zou ik kunnen zeggen dat er een uitgebreid participatieproces heeft plaatsgevonden. Maar goed, door het niet voor elkaar krijgen van consensus is dat proces op enig moment beëindigd. Vervolgens is het verzoek in de richting van het college gekomen van: "Kom dan vanuit het college, vanuit de gemeente, met een conceptontwerp, een gebiedsvisie." Die ligt nu voor. Dat betekent dat we naar een gebiedsvisie toe gaan werken. Dat betekent - maar dat hoef ik u niet uit te leggen - dat er weer alle ruimte is om met elkaar te kijken of je toch bij elkaar kunt komen. En daarna krijgen we natuurlijk ook nog omgevingsplannen voor het gebied, en daar geldt dan weer hetzelfde voor. Dus het is nog geenszins een gelopen race. De kaarten zijn slechts deels geschud, zou ik zeggen, maar er ligt wel een document waarover je nu iets kunt vinden. En zoals in die bijeenkomst op 25 januari ook is toegelicht, zijn we ook nog volop met de provincie in gesprek over het aantal woningen, en laat dat nou net het grootste verschil van inzicht zijn. Dank u, voorzitter, dank.
De wethouder, Gerard, heeft voldoende gesproken voor nu. Laten we overgaan naar PR 24.023. Dit is de brief van Fivoor als reactie op het voorbereidingsbesluit dat door het gemeentebestuur is genomen. Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist heeft een vraag over een cruciale zin in die brief. Hij vraagt of het zo is dat Zeist nooit heeft toegestaan dat zij dat zouden realiseren binnen de gemeentegrenzen van Zeist. Welke wethouder kan hierop antwoorden? Ik denk aan Walter van Dijk.
Ja, dank u wel. Het korte antwoord is dat dit inderdaad klopt. Fivoor, of beter gezegd Altrecht, heeft het initiatief genomen om de Willem Arntsz Hoeve op enig moment te gaan verlaten. Aanvankelijk was er sprake van het jaar 2025, later is dat verschoven naar 2026 en 2027. En nu weten we het eigenlijk niet, en zij helaas ook niet. Dus dat initiatief is door hen genomen, nooit vanuit de gemeente Zeist geïnitieerd. Dat is iets wat goed is om te benoemen. Ja, en er is aangegeven dat de gemeente een eventuele verhuizing niet zal faciliteren, of in ieder geval niet actief zal faciliteren. Ik weet niet exact wat de woordkeuze is, maar dat kunt u inderdaad zo samenvatten. Dat klopt.
Ja, dus het antwoord op de vraag of dat door de gemeente gecommuniceerd is: Zeist ligt niet binnen het grondgebied van Zeist. Dat klopt, dat is niet zo. Dat is gecommuniceerd met de voorwaarde dat het niet binnen de gemeentegrenzen valt.
Het is lastig. Er is geen specifiek bestuurlijk overleg over dit onderwerp geweest, hè? Dit was een regulier overleg tussen de burgemeester en in dit geval een forensische kliniek. Dat vindt eens in de zoveel tijd plaats. Er wordt ook geen verslag van gemaakt, dus ik kan niet teruggrijpen op notulen waarmee ik u precies zou kunnen vertellen hoe dat is besproken. Dat neemt niet weg dat het beeld wel is dat daar bevestigd is dat Altrecht en Fivoor het initiatief hebben genomen om te verhuizen. Dat hebben wij nooit van hen gevraagd. En nou ja, daarmee is dat ook altijd de insteek geweest om naar een gemeente buiten Zeist te verhuizen. En daar is, en dat is eigenlijk het antwoord op uw vraag, ook wel aangegeven dat de gemeente Zeist niet actief gaat faciliteren om een locatie binnen de gemeentegrenzen van Zeist te vinden. Dus wij houden vast aan het vertrek van Altrecht en Fivoor naar een andere locatie dan de huidige, met de insteek die zij altijd hebben gevolgd om die plek niet binnen de gemeentegrenzen van Zeist te vinden. En vandaar het door uw raad recent genomen voorbereidingsbesluit, zo moet u het zien. Dank u.
Bedankt, wethouder, voor het antwoord. Dan gaan we nu over naar PR 24.30. Er zijn ook vragen van Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist naar aanleiding van een uitgebreide brief van de vereniging van betrokkenen. Over de gemeentelijke begraafplaats in Zeist zijn er een aantal vragen. Wil je die zelf even toelichten, Jan?
Om de tekst grammaticaal correct te maken, moeten we de zinsstructuur en interpunctie aanpassen. Hier is een mogelijke correctie:
"We moeten het even duidelijk maken, ook voor de mensen die misschien meekijken, in de zin van: 'Dat is een citaat uit de brief.' Vervolgens komt er een vraag, die eindigt met een vraagteken, en deze is namens de fractie gesteld. Dus de citaten zijn afkomstig uit de brief. Er is een hele reeks vragen die allemaal relevant zijn volgens onze opvatting."
Zullen we dan gewoon beginnen met kijken? Maar laten we het woord geven aan de wethouder voor het antwoord, of welke antwoorden hij ook kan geven. Dat is Wouter Catsburg, denk ik, wethouder Catsburg.
Ja, deels overlappen deze vragen met eerdere vragen die al bij de begroting gesteld zijn. Kloppen deze cijfers? Ja, deels wel, deels niet. De tariefverhogingen, ja, die zijn uitgerekend en die kloppen. Het feit dat wij over de stelling dat wij 1,6 miljoen zouden hebben overgehouden de afgelopen drie jaar – was dat maar waar. Dus dat sprookje wil ik graag de wereld uit helpen, want op basis van wat je in de jaarrekening leest, zou je dat kunnen concluderen. Echter, conform de financiële regels die wij hier hanteren binnen dit Huis, is het zo dat een aantal toerekenbare kosten aan de begraafplaats op een andere plek in de jaarrekening worden verdisconteerd. En dat zijn bijvoorbeeld de overheadkosten; dus de overheidskosten zitten niet in die 1,6 miljoen. Die moeten daar nog vanaf, waardoor je per saldo uiteindelijk uitkomt op een, en dat is ook een van de vragen, nog steeds niet kostendekkende begraafplaats. Dat wordt ook ieder jaar netjes in de begroting meegedeeld. Op pagina 72, bijvoorbeeld, wordt in een begroting voor 2024 aangegeven dat wij verwachten in 2024 een kostendekkendheid van 73% te bereiken. En dat heeft te maken met het feit dat u als Raad in de vorige periode heeft aangegeven dat wij de tarieven beperkt en aantrekkelijk willen houden voor onze inwoners en dat we slechts 40% van de overheidskosten toerekenen aan de begraafplaats. En dat is een model dat destijds gekozen is toen ook het crematorium in gebruik werd genomen. Dus vandaar dat wij nog steeds niet op een kostendekkende exploitatie van de begraafplaats zitten. En dat verschil, vroeg ook het dakpannenstelsel, 7,7%. Ook dat staat in de begroting. Die hebben we toegepast, alleen hebben we op een aantal tarieven die of onlogisch waren of niet, maar conform hebben we extra aanpassingen gedaan. Ik heb volgens mij toen ook aangegeven dat een van de rare dingen die er bijvoorbeeld in zat, was dat als je de aula huurde bij een begraafplaats, dat daar een andere prijs voor werd gevraagd dan wanneer je de aula huurde bij het crematorium of als je ging cremeren. Dus ja, dat soort rare dingen zijn eruit gehaald en daarnaast is er gekeken naar wat op dit moment marktconform is, want we willen ook niet dat we onder de marktprijs werken, omdat dat ook een aanzuigende werking heeft op het aanbod dat we dan krijgen en dat kunnen we ook niet aan. We willen ook ruimte voor onze eigen inwoners hier houden. Dus ik denk dat dat, denk ik, grosso modo wel de antwoorden zijn waar de heer Bredius mee verder kan en anders hoor ik het graag.
Wat is het verschil tussen begraven en cremeren? Is dat een verschil dat gecorrigeerd kan worden? En dan nog een algemenere vraag: is de toon van de brief niet opmerkelijk? Zoekt de wethouder contact, of zou het andersom moeten zijn, dat zij contact zoekt op een mildere toon om het gesprek aan te gaan? Dat is misschien ook een goede vraag.
Ja, om als eerste op dat laatste in te gaan: de toon verbaasde ons ook, want we zijn volgens mij in goed contact met de Stichting. Ze zijn hier ook op het gemeentehuis geweest, zowel in een gesprek met mij als in een gesprek met onze financiële mensen. Zij vroegen vroeger inderdaad om financiële gegevens die wij liever niet openbaar maken, omdat we toch ook voor een deel in een commerciële markt opereren. Dus we hebben hen uitgenodigd om hier met onze financiële man gewoon rond de tafel te zitten en de zaken door te nemen. Maar er is een verschil van inzicht over welke kosten toe te rekenen zijn aan de begraafplaats en welke niet. En daar zijn we gewoon over in gesprek, ook op weg naar een nieuwe beheersverordening, waarin we ook de stichting meenemen.
Wat betreft uw vraag of we de tarieven voor begraven en cremeren gaan aanpassen: we hebben het tarief voor cremeren marktconform gemaakt, waardoor dit meer is gestegen dan het tarief voor begraven. Hierdoor komen de tarieven per saldo dichter bij elkaar. Dat is ook één van de wensen van bijvoorbeeld de stichting, die aangeeft dat zij niet willen dat mensen min of meer gedwongen worden om te cremeren omdat dat goedkoper is dan begraven. Daarom vinden we het ook fijn dat door het cremeren wat marktconform te maken, deze twee dichter bij elkaar zijn gekomen.
Als CDA-fractie zien wij eigenlijk ook door de bomen het bos niet meer. Daarom zouden wij graag een openbare informatieavond over dit onderwerp willen organiseren. Dit wordt in afstemming gesteund door Nieuw Democratisch Zeist en de PvdA.
Dat is absoluut geen probleem. Het enige punt van zorg is dat we op dit moment geen operationeel manager ter plaatse hebben. Ik moet dus even bekijken wanneer het qua planning het beste uitkomt, maar uiteraard is dit een belangrijk onderwerp voor onze samenleving, dus het is prima om dat te doen. Voorzitter Vincent.
Dank u, wethouder, voor de toevoeging. Het wordt door de griffie ingeprent, en nu gaan we verder. Nieuw Democratisch Zeist, vertegenwoordigd door Jan, heeft al eerder schriftelijke vragen gesteld over het alternatief voor de Ring Utrecht. Dat is waar AU voor staat, nietwaar? Het Alternatief Utrechtse Ring. Naar aanleiding van de beantwoording van die vragen heb ik nog een vraag. Samen met Nieuw Democratisch Zeist ben ik benieuwd naar de status van wat er in het IP wordt gezegd over de fietsverbinding met Zeist en wat de status daarvan is in het licht van de omgevingsvisie, waarin deze blijkbaar niet genoemd wordt als een voorwaarde. Ik kijk naar u uit, wethouder van Fietszaken.
Wethouder Catsburg neemt het woord, voorzitter. "Nee, het IP is door de gemeenteraad vastgesteld en is daarmee een geldend beleidskader binnen de gemeente Zeist, evenals binnen de andere gemeenten die het IP hebben aangenomen. Dit betreft dus de 16 Utrechtse gemeenten. Zoals u kunt lezen in het raadsvoorstel 'Plan van aanpak implementatie Omgevingswet 2024-2032', staat aangegeven dat we het vastgestelde regionale beleid gaan gebruiken bij het opstellen van de tweede omgevingsvisie. Er is ruimte voor inbreng bij regionale trajecten. Het IP is op dit moment dus nog steeds geldig. Ook in de Omgevingswet blijft het van kracht, omdat het beleid is dat door deze gemeenteraad is aangenomen."
Met dank aan de brede steun gaan we over naar de bespreking van wijziging RIB 24.30 betreffende de gemeenschappelijke regeling RM en de zienswijze die daarop is gegeven door het college. We behandelen de vragen van GroenLinks-lid Gerrit van Vliet, die met verbazing heeft gelezen dat er de mogelijkheid bestaat voor de deelnemers om niet het basispakket af te nemen. Dit roept ook vragen op over de toekomst en wat dit betekent voor het college, gezien het standpunt dat zij hierin hebben ingenomen, en of andere deelnemers hier ook gebruik van zouden maken. Wethouder Catsburg, graag uw reactie.
Ja, dank u wel, en dank ook voor de vraag, meneer Van Vliet. Wij zijn het volledig met u eens, zoals u kunt lezen in onze zienswijze richting de RMN. We zijn van mening dat nieuwe toetreders het volledige basispakket moeten afnemen, hetzij direct, hetzij met het vooruitzicht dat dit binnen een beperkte termijn alsnog gaat gebeuren. Dus een soort ingroeimodel. Er kunnen altijd redenen zijn waarom bepaalde taken nu nog niet worden uitgevoerd, bijvoorbeeld omdat er nog contracten lopen. Maar in principe moet bij intreding, wat ons betreft, vooropstaan dat de basistaken worden afgenomen. Die zienswijze hebben we ingediend. De RMN en het AB zullen daarop reageren, of ze onze zienswijze overnemen, ja of nee, in de nieuwe regeling. En dan is het bij de RMN op dat moment zo dat er met meerderheid gestemd wordt, waarbij wij, als Zeist, mocht het niet veranderen, in ieder geval een tegenstem zullen laten horen.
En u vraagt ook wat er nog aan gedaan kan worden. Nou, er zijn nog andere gemeenten aangesloten bij de RMN. Daar hebben uw partijen vast ook fracties, dus wellicht is dat een route die nog behandeld kan worden om ook andere gemeenten te bewegen om toch uit te gaan van het afnemen van het basispakket.
De tekst die u heeft gegeven lijkt onvolledig en verwarrend, maar ik zal mijn best doen om het grammaticaal correct te maken. Hier is een mogelijke correctie:
"Dank, wethouder. Misschien kunnen we even opfrissen wie de raadsrapporteurs voor het punt van RMN zijn. Weten we dat? Zijn Falcao en de anderen aanwezig?"
Let op dat deze correctie ervan uitgaat dat "Falcao" een naam is van een persoon of entiteit die relevant is voor de context. De tekst lijkt te gaan over een vergadering of bijeenkomst waarbij de wethouder en raadsrapporteurs betrokken zijn, en er wordt een vraag gesteld over de aanwezigheid van bepaalde personen. De zin "wie zijn ook alweer vanuit onze Raad" is herschreven om duidelijkheid te scheppen over wie er bedoeld wordt.
Het is een uitdaging om de gegeven tekst volledig grammaticaal correct te maken, omdat sommige delen onduidelijk of onvolledig zijn. Hier is echter een poging om de tekst te verbeteren:
"Misschien is het ook een punt van aandacht voor de raadsrapporteurs, om samen met collega-raadsrapporteurs van andere gemeenten, dit in beeld te houden. Oké, dank u. Laten we overgaan naar RIB 24/34, de uitkomst van de decembercirculaire. Er zijn een aantal vragen van Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist, die vraagt om verdere concretisering van de cijfers zoals ze nu voorliggen. Hij wil iets zeggen over de volatiliteit die erin zit, maar ook over de lastenverzwaringen. Daarnaast is er een vraag van Annette Ploeg van de ChristenUnie-SGP over de maatstaven die daarin zitten en die bijgesteld zouden moeten worden. Ik denk dat de wethouder van Financiën hierop kan antwoorden. Walter, kunt u..."
Let op dat de tekst nog steeds enigszins verwarrend kan zijn zonder verdere context of duidelijkheid over de structuur van de zinnen. Het lijkt erop dat de tekst een transcript is van een gesproken vergadering of discussie, wat vaak resulteert in een minder gestructureerde en formele taal dan geschreven tekst.
Dank u wel, voorzitter. Misschien is het ook goed om in die volgorde te beginnen, dus dan begin ik graag bij de heer Bredius door aan te geven dat de tabel waar de vraag in feite over gaat, vooral het verschil laat zien tussen de uitkomst van de septembercirculaire en de decembercirculaire. Dat is heel wat anders dan de uitkomsten van, zeg maar, de jaarrekening. De resultaten van 2023 laten het verschil tussen die beide circulaires zien, dus dat bedrag van die 2,2 miljoen is geduid in de raadsinformatiebrief. Mochten daar vragen over zijn, dan sta ik daarvoor open.
Er komt natuurlijk op niet al te lange termijn een jaarrekening over het jaar 2023. Dat zal een bepaald saldo laten zien. Op het moment dat we dat naar de raad brengen, zal duidelijk worden of dat een tekort is. Dat weet ik oprecht op dit moment nog niet. In dat geval zal er een dekkingsvoorstel bijgeleverd worden. Het kan ook zijn dat er een overschot is en in dat geval zal er een bestemmingsvoorstel gekoppeld worden aan de uitkomst. Want zo gaan die dingen.
Belangrijk, denk ik, is nog wel om aan te geven dat wij ons niet herkennen in de percentages die u noemt, noch voor de OZB noch voor parkeren. Wat de OZB betreft, is door deze raad vastgesteld dat we daar kiezen voor de indexatie die we overal in 2024 voor gebruiken, dat is die 7,7%. Daarnaast hadden we het advies van de IC die koos voor een 10% OZB-verhoging, maar wel verspreid over drie jaren, dus dat is een ordegrootte van 3%. Dan kom ik niet op 12%. Zoals gezegd, die OZB-verhoging is door uw raad vastgesteld en dat zijn wat ons betreft dan ook de percentages waar we mee zouden moeten rekenen.
Wat parkeren betreft, is het nog veel erger. U noemt 25%. Dat heeft weliswaar niets met kostenstijgingen te maken, maar vooral met volume-effecten. Als er meer mensen, bijvoorbeeld vanuit buiten Zeist, in Zeist parkeren, dan ontstaat daar meer inkomsten uit parkeren. U noemt dat tariefstijging. Dat lijkt me niet terecht. Ik neem aan dat u dat niet bewust doet, maar ik zou u wel willen oproepen om daar heel voorzichtig mee te zijn. Want op deze manier gaan dit soort percentages, zoals een ophoging van de parkeertarieven met 25%, een eigen leven leiden voordat we het ons realiseren. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik ben ervan overtuigd dat het ook niet uw bedoeling is.
Dus mocht u vragen hebben over dingen die voor u wat ongerijmd lijken of zouden kunnen zijn, neem dan even contact op met mij of met een van de ambtenaren of met de griffie. Dan kunnen we ongetwijfeld snel duiden wat de werkelijkheid is.
Tot zover, voorzitter.
Van vergeten? Ja, nee, zeker. We spreken eigenlijk over twee maatstaven. De eerste maatstaf is het aantal huishoudens met bijstandsuitkeringen. Dat is inderdaad een maatstaf die door de RDWI wordt gehanteerd. De RDW kent uiteraard het aantal huishoudens in Zeist dat een bijstandsuitkering ontvangt. Zij geven die cijfers door aan het CBS. Dus op het moment dat er sprake is van CBS-cijfers, dan zijn die in feite bij de bron afkomstig van de RWI, en dus sluiten die goed op elkaar aan. Daarnaast is er een andere maatstaf die hier van toepassing is, namelijk het aantal huishoudens met een laag inkomen. Dat is niet iets wat bij de RDW bekend is, omdat er ook huishoudens zijn met een laag inkomen die geen uitkering aanvragen of daar misschien zelfs helemaal geen recht op hebben. En dus is zo'n huishouden dan ook niet bekend bij de RDWI.
We hebben nagevraagd op een aantal plekken, waaronder bij het ministerie, waarbij Front in Pauw – dat is de organisatie die de doorrekening van de circulaires doet voor vrijwel alle gemeenten in het land, ook voor de gemeente Zeist – waar het CBS die gegevens precies vandaan haalt. Dat hebben we tot nu toe niet achterhaald. Dus als ik daar wel achter kom, dan laat ik het weten. Maar het is de bron van het CBS die overigens met een driejaarsgemiddelde werkt, waardoor aansluiting op onze cijfers ook weer wat lastiger is.
Misschien tenslotte dit: het raakt ongetwijfeld aan de vraag hoe het staat met de bestaanszekerheid in Zeist. We willen de planning- en controlcyclus, de jaarrekening en de begroting meer inzichtelijk maken voor de raad door met beleidsindicatoren te werken. Daar spreken we volgende maand over met de auditcommissie. En ja, dit zou dan typisch een zoektocht naar goede beleidsindicatoren en een goede manier om te meten hoe het gaat met de bestaanszekerheid in Zeist kunnen opleveren. Dus dan zijn we niet afhankelijk van dit soort maatstaven uit het gemeentefonds, maar dan hebben we gewoon een Zeister indicator die we zelf kunnen meten, waar we zelf toegang hebben tot broninformatie en waarmee u kunt volgen hoe het gaat met de bestaanszekerheid.
Tot zover, voorzitter, dank u.
Ik kijk even, Jan. Eerst zie ik David. Waarschijnlijk wil David op dit punt iets zeggen, ja, David van de SP, en daarna kom ik bij jou voor ruimte. David Tompot, ja.
Ja, dank u wel, voorzitter. Naar aanleiding van het antwoord van de wethouder heb ik een vraag over de huishoudens met een laag inkomen. Worden daar ook de groepen Oekraïense ontheemden bij gerekend, of worden zij, om het zo te zeggen, buiten beschouwing gelaten bij de maatstaven voor de bepaling van de decemberuitkering van het Rijk aan de gemeente? Dat is mijn vraag.
Ja, ik vrees toch, voorzitter, dat ik dan het antwoord van zojuist even moet herhalen. Het gaat om twee parameters, twee maatstaven die het gemeentefonds gebruikt en die we terugzien in die circulaire. De ene gaat over het aantal huishoudens met een bijstandsuitkering. Nou ja, dat is bekend bij de RDWI, dus daar hebben we in die zin toegang toe. We kunnen het controleren als we dat zouden willen, maar het zit heel dicht bij de bron, de maatschappij waar u op doelt. Nee, want wij weten niet en de RW weet ook niet, afgezien van de mensen die wel bij de RDWI bekend zijn, welke andere gezinnen en huishoudens met een laag gezinsinkomen in Zeist woonachtig zijn. Dat kunnen mensen zijn die geen recht hebben op een uitkering, of er kan van alles spelen, zoals gezegd. Daarover zijn we in gesprek met onder andere het ministerie en dat bureau dat onze circulaires doorrekent, om te achterhalen waar het CBS nou precies naar kijkt. Maar dat weet ik op dit moment dus nog niet.
Een opmerking, voorzitter. Het is natuurlijk goed om door niemand minder dan de wethouder van Financiën te worden tegengesproken. Ik neem alle opmerkingen ter harte, dat doe ik ook, maar hij moet wel de vraag goed lezen, wil ik op mijn beurt zeggen. Wat betreft de parkeerlasten, dat staat er niet goed; het moet 'parkeervergunning voor bewoners' zijn. Dus het is niet 25% meer, maar iets van om en nabij de 23 of 24%. En wat de OZB betreft, dat klopt, de wethouder heeft het over 10,7%, maar die 12,7% haal ik uit de gegevens die het CBS heeft aangegeven met betrekking tot de OZB-stijging. Daarover zijn ook vragen gesteld namens deze fractie, dus daar verwacht ik nog een reactie op, want dat verschil tussen 12,7% en 10,7% wil ik graag verduidelijkt zien.
Wat betreft de kern van de vraag, die gaat over de volatiliteit. U, voorzitter, hebt dat goed gelezen met betrekking tot de uitkering die over vijf jaar uitgesmeerd wordt en varieert van 137.000 tot 127.000 euro. Dat vraagt om discipline. Er was een vraag over hoe het college daarmee omgaat in verband met de decembercirculaire en de volatiliteit. Dat nodigt uit tot een antwoord of een reactie, misschien wel een geruststelling, omdat de vragen voortkomen uit zorgen. Het gaat dan niet om de precisie van de cijfers, maar meer om de grote lijn. Heeft het college voldoende grip op dit punt en worden wij voldoende geïnformeerd? Uiteraard is deze fractie bekend met het feit dat er een jaarrekening aankomt met alle toeters en bellen daaromheen. Dus mag ik de wethouder nog even vragen hoe het met de grote lijn zit?
Dank u wel. Dan hoor ik eigenlijk drie vragen in uw betoog. Ten eerste, heb ik uw vraag goed begrepen? Nou, ik kijk naar het woordje 'parkeerlasten', en ik denk dat u dat zelf ook al aangeeft. Dat is toch wat breder dan alleen vergunningen voor bewoners, want dan zou het die 25% kunnen zijn. Maar 'parkeerlasten' is echt een ander verhaal. Over de OZB volgt inderdaad nog een antwoord op de vragen die u heeft gesteld. Alleen, u gaat nu uit van aannames die u tegelijkertijd door het college laat toetsen. Dat voelt wat ongemakkelijk. En dan zou ik zeggen: stel eerst de vraag, zoals u dat ook gedaan hebt, wacht het antwoord af en kom dan met een conclusie. Maar u kiest voor een andere volgorde, en vandaar mijn reactie zojuist.
Dan de vraag: hoe zit dat nou met de voorspelbaarheid, en zeker als het gaat om de decembercirculaire? Ja, daarvoor geldt altijd dat wij dat ook in de Raadsinformatiebrief zetten. We kunnen nog geen 'B' zeggen. Ja, van u ook, maar voor mezelf niet, dat dat op een te laat moment komt om tot andere keuzes te komen die wij bijvoorbeeld aan de raad zouden kunnen voorleggen. Dat betekent dat de uitkomst van de decembercirculaire in die zin altijd noodgedwongen een gegeven is voor de uitkomst van de jaarrekening.
En vervolgens geldt dan weer wat ik daarstraks over zei: gelukkig hebben we ook andere circulaires in het jaar, waarvan de meicirculaire en de septembercirculaire belangrijker zijn, met name de meicirculaire die dan weer gekoppeld is aan de kadernota. In de tijd is het het moment waarop we al die bewegingen zien. Ja, we kunnen aan de raad ook nog allerlei voorstellen doen, en dat doen we ook, om tot een andere besteding van middelen te komen, meer of minder afhankelijk van de uitkomst.
En in het verlengde daarvan, maar dat zal bekend zijn, want dat is in het hele land het geval: ja, die circulaires leiden tot onzekerheid voor gemeentes. Er is sprake van, bijvoorbeeld, heel veel specifieke uitkeringen, de zogenaamde 'spuk'. We hebben ook te maken met een overgangsjaar, voor zover je dat van toepassing wilt verklaren op Zeist, maar ook gemeenten in het algemeen, zeker dus daar gaan we weer naartoe.
Maar ja, die circulaires en die doorrekening leiden tot een onevenwichtig beeld. Daar kunnen wij niets aan doen; wij rekenen de circulaire door die vanuit het rijk komt. Die heeft een bepaalde uitkomst. Is die vroeg in het jaar, dan kunnen we u daarin meenemen om tot andere keuzes te komen. Is die heel laat, in december, ja, dan gaat het dus niet meer. Wij zouden hopen op iets meer voorspelbaarheid van het rijk, misschien een nieuw kabinet. Ik ben daar niet al te hoopvol over, en ja, tot die tijd moeten wij proberen u zo goed mogelijk via die raadsinformatiebrieven mee te nemen. En zoals gezegd, bij de meicirculaire, dat is de eerstvolgende, hebben we nog tijd genoeg om tot andere keuzes te komen in 2024, voor zover dat wenselijk zou zijn.
Dank u, voorzitter.
Ik denk dat het antwoord voldoende is voor Jan die bezig is, nietwaar? U beiden zit er weer scherp in. Het laatste onderwerp gaat over grondwateroverlast, met vragen van Jan Breed, die nieuw is in de democratie van Zeist. Ik begrijp dat de activiteiten, zoals het winnen van Spa Blauw in Bunnik of het onttrekken van drinkwater in De Bilt, natuurlijk effecten hebben op de grondwaterstand in Zeist. Er staan binnenkort gebeurtenissen of informatieavonden op de planning, waarbij alle groepen betrokken zijn. Zij zijn hier voldoende op aangesloten, denk ik. De wethouder, Kasper, zal hier waarschijnlijk meer over kunnen vertellen.
Ja, inmiddels is het grondwater natuurlijk alweer behoorlijk gestegen, maar dat zal ongetwijfeld een tijdelijke situatie zijn. De vraag luidt: kunnen we de groepen uitnodigen voor de bijeenkomst die we gepland hebben? Dat zou wel kunnen, maar dat is niet onze intentie, vooral omdat wij het over water willen hebben en niet specifiek over biodiversiteit. Het zijn twee verschillende onderwerpen. Biodiversiteit heeft ook wel te maken met het water, maar biodiversiteit is natuurlijk veel breder dan alleen het water waar we het over willen hebben. We zijn bezig met het uitvoeringsprogramma voor de biodiversiteitsvisie. U noemt het al, het Bureau Waardenburg, en die groepen zijn daar ook op aangesloten, dus die worden in dat traject volledig meegenomen. Onze intentie met het rondje water, zoals ik dat noem, is dat wij zowel Vitens als de waterzuivering gewoon gaan bekijken, dus dat zal hopelijk ergens in het voorjaar zijn als het goed weer is. Zodat we kunnen zien wat ze daar aan het doen zijn, welke problemen Vitens bijvoorbeeld op dit moment tegenaan loopt en wat ze doen met het terrein dat naast hen ligt, en bij het waterschap ook van wat zij voor ons doen, wat zij voor ons kunnen betekenen, ook bijvoorbeeld in de opwekking van warmte en energie. Zij willen graag de waterzuivering gaan vervangen. Wat zijn hun plannen daarbij? En een van de onderdelen zal ook het grondwaterpeil zijn, maar niet in de breedte dat we heel diep over de effecten op de biodiversiteit willen ingaan, dus meer een rondje water dan een rondje biodiversiteit. Dus we zouden die twee graag uit elkaar willen houden, en de groepen zijn, nogmaals, aangesloten bij het uitvoeringsplan voor de biodiversiteit.