Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dit gezegd hebbende, gaan we nu over tot de behandeling van de Vlies. Eerst is PR 23-043, het rapport van de Nationale Ombudsman, Hannie van Kippersluis. Zij heeft belangrijke vragen van Carlo Vis Collini, omdat, om het even in mijn eigen woorden te zeggen, er behoefte is aan duiding van dit rapport vanuit het college en wat het voor Zeist betekent. Wethouder Wiltink, denk ik.
Dank u wel, voorzitter. Ja, in afwezigheid van collega Hoogstraat neem ik dit agendapunt op me. Wat eigenlijk een goed punt is, is dat dit rapport beschrijft hoe burgers de mate van invloed ervaren op hun eigen leven wanneer zij een beroep doen op de WMO. En wat gebeurt er als iemand een klacht heeft over de uitvoering daarvan? Nou, het rapport verschijnt eigenlijk tegelijkertijd met het Cliëntervaringsonderzoek WMO Zeist dat recent is uitgevoerd. Ook in dat onderzoek zijn soortgelijke onderwerpen onderzocht, waaronder het contact met het sociaal team waar de aanvragen voor de WMO binnenkomen en de bekendheid van onze inwoners met het proces. Hoe werkt het nou als ik een aanvraag wil doen? Niet alle conclusies uit het rapport van de Nationale Ombudsman komen overeen met de resultaten van het cliëntervaringsonderzoek. In Zeist is de bekendheid en de tevredenheid over het contact met het sociaal team en de bekendheid met het proces eigenlijk heel positief, dus dat wijkt af. Het cliëntervaringsonderzoek komt binnenkort ook met een raadsinformatiebrief naar de raad toe. Dus ik denk dat het goed is om op basis daarvan, en dat kunnen schriftelijke vragen zijn of, als de raadsinformatiebrief daartoe aanleiding geeft, om daar een vervolgafspraak over te maken. Dit onderwerp is recent ook in het college aan de orde geweest, dus die kanteling kan binnenkort plaatsvinden. Het lijkt mij wat dat betreft goed. Er zijn ook onderdelen van het rapport van de ombudsman die aanknopingspunten bieden om nader te onderzoeken, bijvoorbeeld hoe we inwoners meer invloed kunnen geven op het beleid. Daarover hebben we in ieder geval nu een afspraak gemaakt met het Adviesnetwerk Zeist om daar nader over in gesprek te gaan. Dat wilde ik in ieder geval overbrengen.
En ten aanzien van de vraag of dit niet een taak van de gemeente is en of we niet kunnen volstaan met kennisname, die vraag komt van de heer Vis Scalini. Ja, volgens mij houden we de lijn aan dat we in gesprek gaan met het Adviesnetwerk Zeist. We zijn daar ook uitvoerig over in gesprek. Hoe kunnen we hen ook meer plek en positie geven? Dus ik zou eigenlijk willen voorstellen dat wij ook willen kijken hoe we de schaarse tijd van het adviesnetwerk kunnen benutten. Zij geven ook aan dat ze veel op zich af krijgen, maar dat ze ook keuzes moeten maken. We moeten daarom goed kijken hoe we hen kunnen betrekken bij ons eigen cliëntervaringsonderzoek. Kortom, het is een goed punt. Er zitten elementen in het ombudsmanrapport die we meenemen en we gaan daarover in gesprek met het Adviesnetwerk Zeist. Ja.
Bedankt voor de Foscarini-peer, nummer 23-047 van de BGHU. David Tompot van de SP vraagt zich af hoe het te rijmen valt dat een deel van het overschot wordt teruggegeven, terwijl tegelijkertijd de kosten omhooggaan in de begroting, wethouder.
Nou, eerlijk gezegd, niet echt. Het is een beetje droog. Nee, ik bedoel, ja, we begrijpen de gedachte achter de vraag. Tegelijkertijd is het zo dat binnen de belastingssamenwerking de lijn wordt gehanteerd om, zeg maar, net zoals we hier in huis doen, per jaar een begroting op te stellen en na afloop ook te kijken hoe het is gelopen met die begroting. Als je de jaren door elkaar gaat lopen, wat in feite de betekenis zou zijn van een ja op uw vraag, dan ga je verrekenen over jaren heen en dat maakt het niet per se overzichtelijker. Ten tweede gaat het om een bestemmingsreserve. Dat bedrag van ruim 9 ton is echter nog niet bestemd. Dus tijdens de laatste AB-vergadering van de BHU is geconstateerd dat er over 2022 flinke middelen overblijven en tegelijkertijd is ook via een RIB geïnformeerd dat er bij de BHU een aantal knelpunten zijn die met name voortkomen uit een groot aantal bezwaren en ook doordat de BRU veel moeite heeft met het vinden van mensen op de huidige krappe arbeidsmarkt. En dat maakt dat er gevraagd is om met een plan van aanpak te komen. Deze bestemmingsreserve is eigenlijk bedoeld om de invulling van het plan van aanpak uiteindelijk mee te financieren. Een besluit daarover moet nog genomen worden, maar het is dus nog niet zo dat op dit moment die middelen zijn vrijgevallen. Het kan zijn dat het vrijvalt en dan besteed zal worden aan het plan van aanpak. Het kan ook zijn dat het een andere bestemming krijgt, maar het belangrijkste is dat we het echt per boekjaar willen bekijken. Dat is een gangbare lijn binnen de belastingssamenwerking en binnen alle gemeenschappelijke regelingen, en vandaar liever niet die verrekening over jaren heen. Punt.
Hartelijk dank. Dan heb ik hier drie vragen van Hannie van Kippersluis, Zeister Belang, Karlovic Collini, Democratisch Zeist en GroenLinks over de vergunning van de pluimveestal. Ik wil even kijken, gezien het tempo van vanavond, of we dit kunnen bespreken. Er staat namelijk vanavond een motie vreemd aan de orde op de agenda. Zouden de indieners van de schriftelijke vragen ermee akkoord kunnen gaan dat we dit onderwerp verplaatsen naar dat agendapunt? Ik zie in ieder geval een bevestigend antwoord. Goed, dan komt er waarschijnlijk alle ruimte om hierover te spreken. Laten we overgaan naar de heropening van de discotheek aan de Tweede Dorpsstraat. Dit betreft Democratisch Zeist, Jan Bredius, Karlovic, Collini en eveneens David Tompot. Ik vat het samen: wat is de stand van zaken, wethouder Van Dijk?
Ja, soms zijn zaken meerledig. In eerste instantie denk ik dat het goed is om te noemen dat er nog geen vergunning is verleend, dus we zitten nog in het proces. Dat betekent concreet dat de indiener nog een aantal zaken moet aanleveren voordat de gemeente in staat is om de aanvraag integraal en goed te beoordelen. Op het moment dat we stappen zetten in dat proces, zullen we de Raad daarover ook informeren. We hebben de Raad recentelijk al geïnformeerd, maar dat was naar aanleiding van raadsvragen.
Misschien is het ook goed om te noemen dat er op de 25e, komende donderdag, een bijeenkomst wordt georganiseerd in het Walkartpark, in de Wolfardkerk, pardon, hier om de hoek, specifiek gericht op omwonenden. Ook ondernemers uit de buurt van de Tweede Dorpsstraat hebben een uitnodiging ontvangen. Tijdens die bijeenkomst zullen we proberen om alle vragen die spelen, en dat zijn er velen, te beantwoorden.
Nou ja, ook daarvoor geldt dat we de inhoud daarvan vanzelfsprekend met de Raad zullen delen, voor zover de vragen ons bekend zijn. We hebben dat al gedaan, en voor zover de vragen nog niet bij ons bekend zijn, zullen we dat doen na afloop van die sessie. Dus, tot zover.
Ja, omdat er vandaag toevallig ook een heel verhaal in de Nieuwsbode staat over de strijd om de disco, die verhardt, en vooral over het standpunt van de ondernemer van Figi. Hij zal dus een van de betrokkenen zijn, en wel bij het Valkaart Park. Maar er staat toch heel duidelijk dat het voortbestaan van Figi wordt gevreesd en dat advocaten zijn ingeschakeld. De vraag aan het college is of de Raad hierin niet moet worden meegenomen, omdat het om een juridische strijd lijkt te gaan. Nu ligt er voor 25 mei een afspraak met omwonenden en ondernemers, maar het is toch ook goed om het standpunt van het college te weten. Ik heb...
Hier zijn enkele grammaticaal correcte versies van de zin, afhankelijk van de bedoeling:
- "Ik heb gelijk een paar aanvullende vragen; Carlo, heb jij ook nog een aanvullende vraag?"
- "Gelijk een paar aanvullende vragen: Carlo, heb je nog een aanvullende vraag?"
- "Direct een paar aanvullende vragen, en Carlo, heb jij ook nog een vraag?"
Ik ben het met Jan eens dat we natuurlijk graag willen weten hoe het college juridisch tegen het een en ander aankijkt, gezien het verleden. Met name omdat er in het verleden dingen zijn afgesproken. - David
David, zag ik jouw vinger ook op dit punt? Aanvullende vraag, nee? Oké, dan ga ik naar de wethouder. Oh, pardon, ik zag je vinger niet, Roy. Luca, en daarna mag jij fluiten, Roy Luca.
Voorzitter, dank u wel. Ik dacht dat u mij al had gezien, vandaar mijn dank. Ook wil ik het college bedanken voor het volledig doorlopen van de procedure, zoals wij dat gewend zijn bij dit soort horecagelegenheden. Ik zie dat er vragen zijn vanuit de samenleving, maar ook vanuit de ondernemers over de wijze waarop dit gebeurt. Graag hoor ik van het college wat de huidige stand van zaken is, aangezien er specifieke procedures zijn die wij hier hanteren. Daar ben ik erg benieuwd naar. Ik verneem het graag. Oké.
Ja, dank u, voorzitter. Ik heb natuurlijk ook alle stukken gezien en gelezen. Ik ga er gewoon vanuit dat het college en het ambtelijk apparaat hun werk goed doen en op basis daarvan keuzes maken en wel of geen beslissing nemen. Dus ik vind het erg ver gaan dat wij als raad betrokken willen worden bij juridische procedures; daar wil ik eigenlijk ver van blijven. Wat ik wel fijn had gevonden, is dat de raad was geïnformeerd over de informatieavond en wellicht ook als toehoorder aanwezig had kunnen zijn. Dat heb ik gemist.
Ja, dank u. Ik denk dat de heer Fluitman terecht aangeeft dat we een juridisch oordeel moeten vormen. We kunnen pas een oordeel vellen wanneer dat mogelijk is. Zoals ik net al probeerde aan te geven, is er op dit moment een lopende aanvraag, maar die is nog niet volledig. Daarom kunnen wij daar nog niet over beslissen. Van juridische procedures, bezwaar, beroep en rechtbank kan pas sprake zijn op het moment dat de gemeente een besluit heeft genomen. In die fase zitten we nog niet. Vigie anticipeert daar in feite op door een onderzoek te doen naar de ruimte die er al dan niet is in het bestemmingsplan. Dat is hun goed recht. Ze hebben dit ook via een brief met het college gedeeld, en op die brief zullen wij reageren. We willen dat alleen wel op het juiste moment doen, dus we koppelen dat aan de tijdlijnen van de bijeenkomst.
Tenslotte nog richting de heer Fluitman: het was zeker niet de bedoeling om de raadsleden niet uit te nodigen voor die sessie op de 25e. Die uitnodiging is ook gevraagd, maar dat is pas deze week gebeurd om dit op te nemen in de Nieuwsflits. Dat zal vast nog gebeuren, dus u bent daar van harte welkom. Maar ik benadruk graag dat het de bedoeling is om die avond primair de ruimte te geven aan de inwoners en eventueel aan de ondernemers, met een toebehorende rol vanuit de Raad. Dat lijkt me wel gepast.
Ja, ik zie niet in waarom wij als raad, wanneer we ons zorgen maken over een probleem in de samenleving, niet aan het college mogen vragen om er alles aan te doen om juridische procedures te voorkomen. En dat is in feite de vraag die wij gesteld hebben.
Ik ben inderdaad blij met die vraag, want dat is nu juist de reden waarom we ervoor kiezen om, ondanks dat de vergunningsaanvraag niet volledig is, de bezorgde omwonenden te betrekken. Deze omwonenden hebben tijdens de vorige raadsvergadering de ruimte gekregen om hun zorgen te uiten, ook richting de raad. Er waren echter ook een aantal vragen. Juist die vragen willen we de ruimte geven, en dat doen we dus komende donderdag. We hopen tijdig die verbinding te vinden met iedereen die hierbij betrokken is en daarmee natuurlijk ook te voorkomen dat we in een proces van juridische verwikkelingen terechtkomen. Als het ons lukt om de vragen komende donderdag zo goed mogelijk te beantwoorden, en daar zullen we zeker ons best voor doen, dan is mijn hoop dat dit voorkomt dat we, in ieder geval op onterechte gronden, in een situatie terechtkomen waar niemand in wil belanden. Dus dat is precies de reden voor komende donderdag. Dank u.
Dankzij wethouder Van Dijk blijven we bij het onderwerp van de heer Fiscal, namelijk de GGD. Was die evaluatie nu wel nodig geweest en had de Raad daar niet over geïnformeerd moeten worden, wethouder Wilting?
Het stopzetten van het project GGID was een grote tegenvaller. Het is daarom van belang om een grondige evaluatie uit te voeren naar het hele proces rondom de ontwikkeling van het GG-idee. Daarbij horen ook scenario's voor de toekomst en lessen die we kunnen trekken, zodat we daar in de toekomst ons voordeel mee kunnen doen. Het geluid was ook breed hoorbaar, zelfs tijdens de bijeenkomst die we hebben gehad, waar de GGD langs is geweest hier in deze raad.
De evaluatie wordt samen met de 3G GD uitgevoerd. We hebben de kosten breed geschat en het lijkt erop dat deze nu minder zullen zijn dan de geschatte € 75.000. Het proces loopt echter nog, dus ik wil daar niet te veel op vooruitlopen. Recent is er een bureau geselecteerd dat deze grondige evaluatie gaat uitvoeren. De kosten hiervan zijn meegenomen in de begrotingswijziging van 2023 van de GGD Regio Utrecht. Door een aantal ombuigingen binnen de GGD zelf hebben zij dit binnen de financiële kaders kunnen doen. De begrotingswijziging is ook aan uw kant voorgelegd voor zienswijze.
In februari heeft het college een instemmende zienswijze gegeven op deze begrotingswijziging voor 2023. U heeft hier ook via een Raadsinformatiebrief (RIB) kennis van kunnen nemen. Het uitvoeren van deze grondige evaluatie was mede op verzoek van de raden zelf, alsook van de verschillende Algemeen Bestuursleden in het bestuur van de GGD. We blijven binnen het budget en hoewel het een forse evaluatie is, gaat het hier om een miljoeneninvestering waarbij het mis is gegaan. Een grondige evaluatie is dan ook noodzakelijk en ik zal de raad zeker informeren over de uitvoering van de evaluatie, de uiteindelijke kosten en de lessen die we hieruit voor toekomstige aanbestedingen kunnen trekken. Meneer.
Is meneer Selini voldoende geïnformeerd? Dank u. Dan gaan we nu naar pagina 23, nummer 52, een brief en rapport van Connect International. Deze site hecht belang aan die van Kippersluis, Carlo Vis van Collini en DZ GroenLinks, Gerard van Vliet, David Tompot van de SP. Er zijn verschillende typen vragen gesteld, maar ze komen eigenlijk neer op het volgende: hoe duidt het college dit rapport en wat betekent het voor hen?
Ja, en u heeft het over PR 23, nul 52 graden, als ik het goed heb. Ja, dank u wel. Nou, kijk, het college ziet in die zin geen rol voor zichzelf weggelegd om hier nu in het wel of niet toelaten van vluchtelingen in Nederland tegenover het opvangen van vluchtelingen in de regio waar de problemen spelen. Kijk, de instroom van vluchtelingen is natuurlijk gewoon een zaak van nationale politiek, waar we lokaal wel een vraagstuk hebben over hoe we daarmee omgaan. En ik denk dat de vraag hoe we daar hier in Zeist mee omgaan u bekend is. En daar denk ik dat het vooral iets voor de landelijke politiek is om afstemming te zoeken met andere landen voor die afspraken. Dus wij zeggen zelf, als college: "Dit is niet iets wat maakbaar is voor de lokale politiek." Het vraagt volgens mij ook dat we dat niet naar de lokale politiek moeten trekken, omdat we daarmee de verwachting wekken alsof wij daar aan de knoppen kunnen draaien. Het is wel, in onze optiek, de provincie waar we met de provinciale regietafel op asiel en opvang ook afspraken in de regio maken. Hè, wat doet elke gemeente? Ja, dat zou wel een plek kunnen zijn voor een dergelijke lobby waar ze ook met de provincie Utrecht en het Kansenmakers-team kunnen benaderen daarvoor, maar niet de gemeentes individueel. Dat zal onze oproep zijn. Kortom, daar zou ik het denk ik bij willen laten. En dat geldt eigenlijk voor alle vragenstellers die vragen daarover hebben gesteld. Nou, tot zover.
Voorzitter, mijn vraag betrof ook of we gezamenlijk in de gemeente moeten zoeken naar een gesprek om beter om te kunnen gaan met de eventuele problemen die het een en ander met zich meebrengt.
Nou, kijk, daarover kan ik twee dingen zeggen. Het eerste is dat, als het gaat over de problemen waarmee we in de regio te maken krijgen, zoals de asielopvang, dat de reden is waarom er een provinciale regietafel is onder aanvoering van de provincie. Hierin zitten meerdere gemeenten, waaronder ook de gemeente Zeist, vertegenwoordigd. We maken met elkaar afspraken over wie wat doet in de regio op het gebied van asiel en opvang. Dit betreft zowel de taakstelling die gemeenten hebben voor het huisvesten van statushouders als de opvang van asielzoekers, het vestigen van een AZC of het hebben van noodopvang. We proberen ook andere domeinen een plek te geven, zoals bijvoorbeeld integratie op het gebied van werk, vrijwilligerswerk en onderwijs, om maar een onderwerp te noemen waar ik het afgelopen jaar heel druk mee ben geweest. Op het moment dat je asielkinderen krijgt, moet je ook binnen drie maanden zorgen dat er onderwijs voor geregeld wordt. Kortom, aan die provinciale regietafel maken we afspraken over wie daarin wat doet.
Daarnaast is het zo dat u, als het goed is, ook de stukken voor de ledenvergadering van de VNG-congres heeft gezien die eraan komt. Daar staat ook een agendapunt geagendeerd. Dus ook op landelijk niveau wordt door de VNG wel degelijk aandacht gevraagd voor de asielproblematiek en voor het feit dat de landelijke regelgeving en maatregelen daarin vertraging hebben opgelopen, als u goed naar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft geluisterd. Ik denk dat er wel degelijk door gemeenten, zowel in de provincie als landelijk, aandacht wordt gevraagd voor dit onderwerp. Hier in de regio proberen we in ieder geval ons steentje bij te dragen en ook lokaal ons steentje bij te dragen aan het oplossen van het probleem, zoals het er nu is. Tot zover.
Als onze inwoners klachten hebben over overlast, bijvoorbeeld als gevolg van contacten met asielzoekers, dan moeten ze die op provinciaal niveau aankaarten. Dat is toch iets dat we gewoon binnen de eigen gemeenschap moeten oplossen.
Moet de gemeente besproken worden? Dat is niet wat ik bedoel. Ik probeer aan te geven dat we hier lokaal een steentje bijdragen aan een vraagstuk dat ook internationaal veroorzaakt wordt. Dat neemt niet weg dat, als inwoners vandaag of morgen problemen of hinder ondervinden, we daar natuurlijk zeker oor en ogen voor hebben en dat ze altijd bij de gemeente te rade kunnen gaan. Dat kan bij de wijkmanager, bij de wethouder en ook bij de burgemeester. Die kanalen staan altijd open en daarin verandert niets.
Ja, dank u wel, voorzitter. Dank aan de wethouder voor het antwoord. Ik vind het fijn om te horen dat dit onderwerp ook op de agenda staat van het VNG-congres. We hebben als gemeenten overal in Nederland inderdaad een grote opgave. Ook de toename van de opvang van statushouders is een taakstelling. Daar wil ik het bij laten. Daarom denk ik dat het goed is dat dit onderwerp landelijk aandacht krijgt via de gemeenten en de VNG, en dat dit podium wordt gebruikt voor nadere overleg. Dank u wel.
Hartelijk dank voor uw toevoeging, David Tompot van SPPN, rapportnummer 23053, afkomstig van het Kenniscentrum Insecten. Hannie van Kippersluis zal, gezien het belang, actie ondernemen met betrekking tot de concurrentie tussen bijen.
Ja, voorzitter, dit is nu typisch zo'n brief die naar 342 gemeenten is gestuurd, en we kijken maar wat er wordt opgepakt en of het relevant is. Wat ons betreft, is deze brief niet zo relevant voor Zeist, omdat we simpelweg geen gebieden hebben waar het mogelijk is, in ieder geval binnen Zeist, om 10 of meer bijenkasten neer te zetten. De plekken die daarvoor geschikt zijn, zijn in het bezit van het Utrechts Landschap, en zij weten zelf heel goed hoe zij met dit soort vraagstukken om moeten gaan. Voor zover ons bekend is, zijn de plekken waar nu bijenkasten staan in Zeist beperkt tot hooguit 4 of 5, en dus is er op dit moment in ieder geval geen reden of aanleiding om iets in de APV of iets dergelijks hierover op te nemen. Mevrouw...
Hartelijk dank voor het antwoord. Ik heb echter nog een vraag, aangezien er inderdaad gesproken wordt over 10 kasten. Ik verkeerde onder de veronderstelling dat 8 ook prima zou zijn. In Zeist is dat natuurlijk ook prima. Alles wat we kunnen doen voor de biodiversiteit is meegenomen, aangezien de stand schrikbarend achteruitloopt. En als wij in Zeist ons steentje kunnen bijdragen, moeten we dat zeker niet laten. Vandaar deze vraag.
Dank u. We gaan nu over naar twee brieven, nummers 23, 0, 56 A en B, van wijkverenigingen over het parkeerbeleid. Deze brieven zijn afkomstig van Hannie van Kippersluis uit Zeist, Jan Bredius en Carlo Fiscali, beiden van de NDZ. Ik vat het nu even samen: wat is de stand van zaken rond het parkeren en de Parkeernota, wethouder Catsburg? Nou?
Zoals u ziet, zijn we dankzij de inbreng van de wijkverenigingen volop in gesprek met de wijkverenigingen, de ondernemers en andere belanghebbenden over de parkeernota. De planning is dat we de parkeernota in ieder geval eind van het jaar in de Raad behandelen. Net na de zomer zal deze naar de Raad gaan. Maar goed, op dit moment gaan we niet reageren op de zienswijzen die de twee wijkverenigingen hebben ingediend. Er komt straks nog een zienswijzeprocedure. Daarin zullen deze zienswijzen worden meegenomen en wellicht zullen onderdelen van de wijkverenigingen al in het te vormen beleid staan, maar dat moeten we even afwachten. En meneer Fiscali had het over de werkconferentie of de werkbijeenkomst die gehouden zou worden. Die is helaas geannuleerd. Waarschijnlijk is dat in samenspraak met u als agenda met de agendacommissie gebeurd. Er was voor de zomer geen ruimte om die in te halen, dus die hebben we nu gepland voor na de zomer. Alleen zal dat dan geen werkconferentie zijn, maar een informatiebijeenkomst waarin we u meenemen in het proces tot aan de parkeernota en uitleg geven over de parkeernota.
Nou ja, nee, het was natuurlijk een week, een werkbijeenkomst om ook input van jullie kant op te halen. Alleen ja, na de zomer is de geparkeerde auto gewoon af en is hij klaar voor zienswijze, dus dat wordt het. In die zin geen werkbijeenkomst, maar een informatiebijeenkomst.
Ik wilde het toch proberen, maar ik geef het op, bedankt voor het vragen. David Tompot van de SP vraagt naar aanleiding van schriftelijke vragen over de toekenning van woonurgentie of het college bereid is om meer gedetailleerde informatie te verstrekken over de toekenning van de Monumentjes per jaar. Wethouder Wilting, denk ik, hè, namens...
Namens Laura Hoogstraten, ja, wij vinden dat eigenlijk best wel een lastige vraag, voorzitter, om die vanuit de aanleiding, de inhoud en de rollen te beantwoorden. We kunnen natuurlijk voor alles een administratie optuigen en periodiek of jaarlijks daarover rapporteren. Maar de vraag is even met welk doel we dat doen, want dit gaat ontegenzeggelijk leiden tot meer werk en meer bureaucratische lasten. Het vraagt dan ook wel om een aantoonbare noodzaak om daarover te rapporteren en of het voor de uitvoering meerwaarde heeft of niet. Wij stellen in ieder geval vast dat we geen enkele reden hebben om te twijfelen aan het instrument 'woonurgentie', de advisering daarover vanuit de commissie en de toepassing daarvan in de dagelijkse praktijk. We vragen ons dus ook af wat de meerwaarde is van een rapportage daarover, ook omdat we uit eerdere vragen en discussies hebben gemerkt dat met name voor de SP-fractie het toch wel een worsteling is met de rol van de raad daarin, omdat het hier eigenlijk om een uitvoerende en verantwoordelijke taak gaat van het college en de organisatie die hierachter zit. Dus de vraag is even of we dit willen toezeggen zonder dat we ook breder het gesprek met elkaar hebben over wat de reden is dat de SP dit wil weten, dus over nut en noodzaak, juist ook omdat we met elkaar, denk ik, in brede zin niet alleen op lokaal niveau, maar ook nationaal steeds vaker het geluid horen van 'kijk ook naar iets wat uitvoerbaar is voor de mensen in de praktijk'. Ja, dit is wel een vraagstuk waar wij nog wel onze vraagtekens bij hebben en dus ook misschien wel een bredere vraag aan de raad wat de bredere vraag en behoefte is bij de raadsleden. Reactie?
Ja, dank u, voorzitter, en dank u, wethouder, voor uw antwoord. Laat ik vooropstellen dat deze vraag is ingegeven vanuit een informatiebehoefte, in ieder geval vanuit onze fractie, over de urgentietoekenningen. Vooral ook over het aantal aanvragen dat is ingediend en de gronden waarop deze zijn toegekend. Als ik kijk naar een ander stuk dat bij een ander raadsvoorstel over de huisvestingsverordening staat, in een bijlage, zie ik een klein tabelletje waarin ook over de gemeente Zeist enkele cijfers zijn opgenomen over de gronden waarop urgentieverzoeken zijn toegekend. Dus die informatie is er ergens toch wel. Alleen is die informatie in dit tabelletje van 2021, dus eigenlijk van twee jaar terug. Mijn verzoek, of mijn vraag, is mede ingegeven om juist ook meer recente informatie te krijgen en ook om meer gedetailleerde informatie over bezwaren. Omdat wij ook, ja, het vermoeden hebben dat in onze gemeente, ten opzichte van andere gemeenten, urgentieaanvragen op de grond van echtscheiding minder vaak worden toegekend. Dat mensen in onze gemeente, in ieder geval, hier dus niet terechtkunnen, hè? Dat zie je ook niet terug in de tabel met dat stuk van de huisvestingsverordening. Daar kun je zien dat er andere gemeenten zijn die wel wat meer urgentieverzoeken op grond van een relatiebeëindiging toekennen, en dat is in onze gemeente niet het geval. Vandaar ook mijn behoefte om toch die informatie boven tafel te krijgen.
Meneer Tompot, is dit een goed idee? Ik wil even nagaan wat we weten. Volgens mij hebben we aan het eind van het jaar een bespreking. In ieder geval komt de huisvestingsverordening terug. Hij staat vanavond op de lijst voor administratieve veranderingen, maar de inhoudelijke veranderingen komen pas aan het eind van het jaar. Is het een idee om dit onderwerp ook uit te stellen tot de bespreking aan het eind van het jaar? Inderdaad, maar misschien wilt u nu al een oplossing bieden. Ik...
Probeer alvast een oplossing te bieden. Ik heb ook afstemming gehad over de bredere zin van sociaal in balans en alles wat we in de PC-cyclus meenemen, in principe. Waar het om gaat, is dat in de oproep en de vraag die door de heer Tompot gesteld wordt, echt gesproken wordt over een jaarrapportage en alles wat het voorstel zou kunnen zijn. Er is behoefte aan een update van de cijfers, zoals die eerder ook in de stukken zijn genoemd. Nou, we kunnen in die zin wel toezeggen dat we in de PC-cyclus en de jaarrekening van 2023 een overzicht kunnen geven van het aantal aanvragen, de beschikbare woningen, toewijzingen, afwijzingen en de cijfermatige gegevens over de toepassing van de hardheidsclausule. Die informatie kan ik sowieso toezeggen. Ik blijf echter bij het punt dat we volgens mij moeten oppassen dat we niet allerlei extra rapportages doen, als dit gewoon meegenomen kan worden in deze PC-cyclus. Dus ik hoop dat die toezegging voor nu even voldoende is.
Ja, dank u wel, voorzitter. Dank aan de wethouder voor deze toezegging. Als dat inderdaad in de P&C-cyclus een plek kan krijgen, zou dat voor ons heel fijn zijn, omdat we dan toch de informatie krijgen. Dank u wel.
We blijven bij de vragen van de heer Tompot in het kader van het Schone Lucht Akkoord (SLA). Hij suggereert om andere apparaten in plaats van de bladblazers met accu's te gebruiken. Meneer Catsburg, ik...
Ik kan u zeker naar wens bedienen. De bibliotheek werkt nu al een jaar met accublaasapparaten. Ook onze eigen organisatie maakt zoveel mogelijk gebruik van elektrische apparaten. In de aanbestedingen vragen wij van groenaannemers om bij voorkeur emissieloze apparaten te gebruiken. Zo worden elektrische maaiers en kettingzagen ingezet. De bomen mogen natuurlijk niet te dik zijn, maar waar mogelijk worden deze apparaten gebruikt. Dus ja, we zijn zeker op weg naar meer gebruik van elektrische apparaten.
Hartelijk dank, meneer Tompot. Ja, ik zie dat u knikt. Dank u wel. Eddy B, nummer 23-040, van de masterclass 'Huis Hart voor de Heuvelrug' en 'Vliegbasis Soesterberg' in Californië, vraagt zich af wat de koppeling is met het A tot Z-project en wanneer de toegezegde bijeenkomst zal plaatsvinden. Ik weet niet waar dit op betrekking heeft, maar waarschijnlijk weet de wethouder dat wel.
Allereerst rapporteert deze brief over het programma 'Hart van de Heuvelrug' en de vliegbasis Soesterberg, en specifiek over de beide grondexploitaties. De gebiedssamenwerking van A tot Z is daar geen onderdeel van en heeft daar ook nu niet direct invloed op, wat betreft de relatie tussen de gebiedssamenwerking van A tot Z en 'Hart van de Heuvelrug' en vliegbasis Soesterberg. Eigenlijk geldt dat de bestaande ruimtelijke programma's deel uitmaken van die gebiedssamenwerking en dat de bestaande afspraken ook gewoon nog steeds van kracht zijn. Het is ook wel het streven van de partijen die betrokken zijn bij de gebiedssamenwerking om eind dit jaar die samenwerkingsovereenkomsten te sluiten.
Wat betreft het programma van A tot Z, dat is de reden dat het nu in de rapportage over de grondexploitatie niet expliciet genoemd is. Er is behoefte bij de Raad om meer te weten over hoe het nu loopt met het programma van A tot Z, en daarover een informatiebijeenkomst te organiseren. We hebben het hier een aantal maanden geleden ook over gehad met de Raad. In de portefeuilleverdeling hebben we een herschrijving gehad en deze taken liggen bij mijn collega Katten. Misschien is het goed om even te kijken naar het juiste moment waarop we die bijeenkomst kunnen organiseren, waarbij het idee overigens al was om dit samen met meerdere raden te doen, zodat u ook gezamenlijk geïnformeerd wordt. Maar, wethouder...
Ik heb eigenlijk niets toe te voegen. Nee, we zullen nog even contact opnemen met de provincie, omdat de afspraak was dat de provincie het initiatief zou nemen. We zullen dus nog even contact opnemen met de provincie om te kijken of er snel een datum bekendgemaakt kan worden hierover.
Dank daarvoor. We gaan nu over naar de RIB op 23-44. De heer Calvus van de nieuwe Catrice-kliniek vraagt zich af waarom de zienswijzen niet duidelijk kunnen zijn met betrekking tot de verwachte verliezen. In 23-24, wethouder Catsburg, ja.
Kijk, de auto heeft weinig knoppen om aan te draaien, wat betreft de begroting, hè? In feite gaat het dan alleen om het uurtarief en het efficiënter werken binnen de organisatie. Ja, daar is nu een gang in gezet, hè? De inflatie, de loonindex en dergelijke stijgen natuurlijk enorm voor alle gemeentes en ja, de ouderen hebben zichzelf ook de opgave gegeven om een deel van die stijging in ieder geval voor hun eigen rekening te nemen. En ja, we moeten afwachten of dat gaat lukken. Ouderen, u zegt van wel, dus daar vertrouwen we op dat dat gaat lukken. En ja, wij houden zelf goed de vinger aan de pols, zowel vanuit het DB als vanuit de raad, om te zorgen dat we in ieder geval op de hoogte blijven. We hebben ook expliciet aan de ODRU gevraagd om gedurende het jaar inzichtelijker te maken in hoeverre zij op lijn liggen met de zichzelf opgelegde bezuinigingen binnen de organisatie, zodat we in ieder geval gedurende het jaar duidelijkheid hebben over waar we staan en of we het verwachte tekort gaan halen of beperken, of dat het vergroot wordt. Dus we leven in die zin in een onzekere tijd en ik denk, met de begroting zoals die ligt en de verhoging van het uurtarief zoals die is voorgelegd, plus de zelfopgelegde bezuiniging van binnen de ODRU, dat onze zienswijze eigenlijk passend is op de manier waarop wij tegen de ODRU aankijken. En als u daar een andere mening over heeft, dan staat het natuurlijk vrij om ook vanuit de raad een opmerking over die zienswijze te maken. Maar wij denken dat dit een goede middel is en een goede toon zet op dit moment, gezien de huidige situatie bij de ODRU, meneer.
De heer Visscher vindt lijn 23, nummer 48, het ontwerpbestemmingsplan voor Kerkenbos en het beheersplan van Jan Bredius voldoende. Hij vraagt zich echter af of het perceel als afscherming dient. Ik heb ooit iemand horen spreken over een verrekking die het groene en inclusieve karakter van Kerkenbos niet in de weg staat, wethouder Wilting. Ja.
Dank u wel, voorzitter. Kijk, op het eigen perceel, grenzend aan het naburige perceel, mag vrijwel altijd een scheidsmuur of een andersoortige afscheiding lager dan 1 meter worden geplaatst, of dat nu aan de voorkant, zijkant of achterkant is. Vaak kan dat via de landelijke regels voor vergunningsvrij bouwen. Voldoet men niet aan al die voorwaarden voor vergunningsvrij bouwen, dan geldt een bestemmingsplan. In dat nieuwe bestemmingsplan voor Kerkenbos hebben we juist een aantal dingen vastgelegd wat wel en niet mag rondom erfafscheidingen. Daar hebben we ook het unieke karakter van Kerkenbos willen vastleggen, middels een beeldkwaliteitsplan en de inrichting van het groen en de buitenruimte, en ook het gebruik van erfafscheidingen. Dus het beeldkwaliteitsplan wordt straks ook een bijlage bij het bestemmingsplan.
In welke omvang perceelafscheiding op basis van het bestemmingsplan in combinatie met het beeldkwaliteitsplan is terug te vinden, kunt u zien in de bouwregels voor andere bouwwerken en nadere eisen. Dus over het algemeen geldt dat we daarmee, met het nieuwe bestemmingsplan, ook iets hebben geborgd met het beeldkwaliteitsplan dat we hebben opgesteld voor Kerkenbos. Hoe dat in de praktijk gaat uitwerken, daar zullen we natuurlijk ervaring mee moeten opdoen, zoals het er nu voor staat. U krijgt binnenkort ook dat nieuwe bestemmingsplan direct na de zomer aangeboden als raad, en u kunt dat ook terugvinden.
Dus ja, daarvan kan ik zeggen, over het algemeen, want u had ook een vraag over tuinen die overlopen in het openbaar gebied. In principe is daar ook alleen maar die lage erfafscheiding toegestaan, zonder dat je daarvoor een vergunning nodig hebt. Ik zie de heer Fluitman nee schudden bij mijn reactie.
Hoewel ik niet alles tot in detail weet, ben ik er zeker van dat bij de aankoop van de kavels en bij sommige huizen in de koopakte is vastgelegd wat er wel en niet aan erfafscheiding mag worden gedaan. Er is bijvoorbeeld een gebied - ik ben de naam even kwijt - dat door Wallis is omgeven, waar men gezamenlijke tuinen heeft. Daar is de afspraak dat er totaal geen afscheiding komt. Er zijn dus verschillen, maar die zijn allemaal vastgelegd in de koopovereenkomsten van die huizen.
Voor de helderheid: dit betreft privaatrechtelijke vastleggingen. In het bestemmingsplan, samen met het beeldkwaliteitsplan, zullen we dit publiekrechtelijk vastleggen. We bevinden ons momenteel in de procedure van zienswijzen. Er is ook een informatiebijeenkomst geweest voor alle bewoners van Kerkenbos, waar we uitleg hebben gegeven over de reden waarom men in de achtertuin niet alles mag doen wat in een reguliere wijk misschien wel mag. We hebben hierover tekst en uitleg gegeven en zullen dit ook in de toekomst blijven doen. Samen met de wijkvereniging Kerkenbos zullen we de toekomstige bewoners blijven informeren over de wijk.
Zeist dankt de portefeuillehouder voor het uitgebreide antwoord. Echter, het beeld wordt hier meteen wazig, want ik dacht juist dat Kerkenbos als basis dient en dus in hoofdlijnen ook voor het stationsgebied en andere gebieden wordt gebruikt. Het lange antwoord van de wethouder geeft toe dat het antwoord korter zou moeten zijn en dat je moet zeggen: "Het moet ook natuurlijk zijn, ja toch?" antwoordt hij. Ja, het gaat om natuur, inclusief en meer. Ik zou het college willen oproepen om daar toch nog eens goed naar te kijken, met in gedachten dat het antwoord dus korter en natuurlijker moet zijn.
Dat is in ieder geval kort. "Nee, dankjewel." Dankjewel, en dan tenslotte, om 23:54, de RIB (toezicht informatiebeheer) - Harry van Kippersluis wil wel ingaan op het aanbod van een bijeenkomst. We zullen kijken en vragen of er ook nog andere fracties zijn die dat willen, of dat er misschien andere mogelijkheden zijn. Het wordt sowieso na de vakantie, wordt mij ingefluisterd. En misschien zijn er ook andere manieren om de informatiebehoefte die er op dit punt is, in te vullen. Ik geef het maar als suggestie, maar laat de andere fracties deze vraag meenemen en reageren, en dan gaan we kijken hoe we u kunnen voorzien. Is dat goed zo? Dan dank ik de raad voor de discipline om het om 08:15 uur af te ronden. Ik zie nog een "wacht even, Ruben Pathé Asiana". Kaartje links, ja.
Ja, dank je. Net kwam iemand met het voorstel om de vraag over de pluimveehouderij mee te nemen, iets wat de Raad op zich zou nemen. We hebben nog een beetje tijd over. Misschien kunnen we het alsnog bespreken.
Ja, we hebben net aan het begin afgesproken dat we tot 08:15 uur zouden vergaderen om ook de overgang te kunnen maken naar het volgende onderdeel. Ik denk dat we ons daaraan moeten houden.