Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Ik wilde beginnen met vraagnummer 63 van meneer Tompot over de SP-kwaliteit van leven, en daar heeft meneer Fluitman zich, volgens mij, op voorbereid, meneer Fluitman.
Ja, dank u wel, voorzitter. De vraag van de heer Tompot van de SP gaat over de enquête die onder 257 inwoners is gehouden. Vandaag bespreken we hoe wij aankijken tegen de enquête en tegen de bevindingen, met name als het gaat om de klantvriendelijkheid van de gemeente. De enquête is voor ons waardevol, hoewel de respons met 126 van de 257 mensen aan de lage kant is. Zij hebben hun mening gegeven over hoe het contact was met de gemeente. Het sociaal team is er erg op gebrand om juist heel goed contact te hebben met onze inwoners. We herkennen ons dan ook niet in de respons. Als we kijken naar het klanttevredenheidsonderzoek dat wij zelf vanuit het sociaal team hebben gehouden, lag de waardering voor het contact met de gemeente aanzienlijk hoger. Wij nemen de bevindingen uit het rapport mee in de verdere uitwerking van het plan van aanpak voor de verbeterde acties van de Wmo. We proberen te voorkomen dat de klanttevredenheid verslechtert, maar juist dat deze verbetert. Er is een plan voor opgesteld dat u al eens is toegekomen in een RaadsInformatieBrief (RIB) 1978 van november 2019 en RaadsBesluit (RB) 2024 van juni 2020. Dat plan werken we verder uit en, zoals ik al aangaf, ook deze bevindingen worden daarin meegenomen.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik wil de wethouder bedanken voor het antwoord en ik vertrouw erop dat de raad nog geïnformeerd zal worden over de vervolgresultaten. Welke vervolgstappen zullen er worden ondernomen om de klanttevredenheid op een hoger peil te brengen? Dank u.
U wel, dank u wel. Dan gaan we door naar de vraag van GroenLinks, meneer Van Vliet, over de opslag van kernafval. We hebben daar van tevoren wat overleg over gehad, meneer Van Vliet. Maar dat is een vraag die u niet aan het college zou moeten stellen. Maar als u ermee door wilt gaan, en dat wilt u, dat zie ik aan u, dan kunt u daarvoor een motie 'vreemd aan de orde van de dag' indienen bij de eerstvolgende raadsvergadering. Vindt u dat een goed plan?
Nee, maar een motie dien je alleen in als er echt iets dringend noodzakelijk is of als er iets belangrijk mis is. Dat vind ik zelf belangrijk om te doen. Soms is een motie niet nodig, en dat blijkt ook uit ronde tafelgesprekken. Vandaar dat ik benieuwd was naar de visie van het college. Maar het kan ook zijn dat het college zegt: "Ja, we kunnen daar niets over zeggen." Dat hoor ik dan graag van het college.
Catsburg, ja, misschien geeft ons antwoord aanleiding tot vragen, maar dat zien we dan wel. Het college is van oordeel dat de kwestie rondom de opslag van kernenergie in relatie tot het grondgebied van Zeist op dit moment simpelweg niet aan de orde is. Daarbij wil het college ook nadrukkelijk aangeven en voorkomen dat de indruk wordt gewekt dat dit wel het geval zou zijn. Er bestaat een kans dat deze kwestie onnodige angst in de samenleving veroorzaakt, dus daar willen we duidelijk afstand van nemen. Mocht er ooit een concrete vraag worden voorgelegd, wat ik overigens betwijfel op basis van het document dat ter sprake komt – aangezien er gebieden worden genoemd of getoond die nog een behoorlijke afstand van ons verwijderd zijn – dan is dat het moment waarop het college en de raad een besluit zullen nemen. Wij zullen als college in ieder geval niet op de zaken vooruitlopen.
Ja, punt gemaakt. Oké, dank u wel. De volgende vraag van meneer Fiscalini en meneer Bredius over de zienswijze van WA Hoeve: zullen we die even laten liggen tot wethouder Jansen terug is?
Geschikt, ja? Er heeft nog even vooroverleg plaatsgevonden, meneer Fiscali, over uw vraag betreffende het Medisch Centrum Groningen. Maar eigenlijk is dat geen vraag die het college kan beantwoorden. Wellicht kunt u die zelf beantwoorden?
Nou, sterker nog, voorzitter, het is eigenlijk geen vraag. Het is een suggestie die ik in feite aan de Raad doe. Wij zullen dan ook tijdens de eerstvolgende Raadsvergadering met een motie komen. Deze motie, vreemd aan de orde van de dag, dient om alsnog de steun van de Raad te krijgen die...
De hier gevraagde informatie is geweldig. Dank u wel voor de zekerheid van de waterlevering. Meneer Van Vliet van GroenLinks heeft daarover een vraag gesteld aan wethouder Catsburg, denk ik, hè? Ja, de heer Fiscali was daar ook bij betrokken. Sorry, het was meneer Fischer die...
Ik had weer een ander type vraag. We geven aan dat het procesmatig inderdaad aan het nieuwe college is. Deze brief is naar alle gemeenten gestuurd met de vraag naar nieuwe zoekgebieden voor water. Ik denk dat wij in Zeist al een behoorlijke bijdrage leveren en het is ons ook totaal niet bekend dat Vitens hier nog andere plannen heeft wat betreft waterwingebieden. Dus ja, het nieuwe college zal uiteindelijk de afwegingen moeten maken in hoeverre dit wordt meegenomen in de bouwplannen. Overigens hebben we in het aangepaste beleid voor duurzaam bouwen van 2022, dat u ook heeft ontvangen, een passage hierover opgenomen, dus het is in beeld.
Wat betreft de vraag van de heer Van Vliet over het samen met de partners tegengaan van of het beschermen van bodem en grondwater, zou ik zeggen: ja, business as usual. Uiteraard doen we dat graag. Overigens wil ik ook van deze gelegenheid gebruikmaken om Vitens uit te nodigen om contact met ons op te nemen. Het lijkt mij de koninklijke weg dat zij met het college in contact komen om deze zaken te bespreken. Dan kunnen we het ook hebben over de leidingen van Vitens die opeens tijdens werkzaamheden vervangen moeten worden en andere dingen waar we regelmatig tegenaan lopen. Dus bij deze, als Vitens meeluistert, een oproep aan Vitens.
Dank u wel, wethouder Catsburg. Punt nummer 1 betreft de 70 bezwaren tegen de realisatie van zorgappartementen aan de Dwarsweg. Meneer Vis van Scalini vraagt of hij een aantal kopieën kan krijgen van de reactie van het college op deze brief. Dit is met de wethouder besproken en dat is correct.
Strikt genomen is dit ook een brief aan de Raad, en er wordt een reactie van de Raad gevraagd. Maar de situatie is nog gecompliceerder. Voor het plan aan de Dwarsweg 11A is, in het kader van de Algemene wet bestuursrecht, de uitgebreide voorbereidingsprocedure doorlopen. Tegen de verleende omgevingsvergunning staat daarom beroep en geen bezwaar open. Het ontvangen bezwaarschrift is als gevolg van de doorzendplicht, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht, doorgestuurd als beroepschrift aan de rechtbank Midden-Nederland in Utrecht. Het betreft dus een andere procedure. De indieners en de briefschrijvers zijn hiervan op de hoogte gebracht door ons. Van de rechtbank hebben we inmiddels het verzoek gekregen om het dossier toe te sturen. Omdat het bouwplan onder de Crisis- en herstelwet valt, zal het beroep door de rechtbank versneld worden behandeld. Naar aanleiding van deze brief op de postlijst zal, mede vanwege de lopende beroepszaak, geen reactie uitgaan van het college. De uitspraak van de rechtbank zal natuurlijk te zijner tijd ter informatie naar de Raad worden gestuurd.
Oké, dank u wel, wethouder, en u ook, meneer Scalini. Ik heb er nog een: nummer 74, stop. Het betreft de Boskap Huis ter Heide West, en ik wil deze graag voorleggen aan wethouder Jansen wanneer hij straks hier aanwezig is. Ja. Nee. Nee, we gaan nu naar nummer 73, de motie 'Pleidooi voor expliciete strafbaarstelling van psychisch geweld', van meneer Van Vliet van GroenLinks. Ik volg gewoon mijn lijstje zoals ik het hier voor me heb liggen. Oké, het gaat goed, het gaat goed. Daar is wel overleg over geweest, meneer Van Vliet. En die vraag zou zich meer lenen voor een schriftelijke beantwoording of voor agendering voor een stamtafelgesprek.
We hebben vandaag heel veel ambtenaren aan het werk gezet om de antwoorden boven tafel te krijgen, wat enigszins bezwaarlijk is. Ik denk dat ik deze vraag met een kort antwoord kan beantwoorden: er hoeft geen stamtafel te komen en we moeten niet onnodig extra werk genereren, want volgens mij is dat niet de bedoeling.
Dank u wel. Vooropgesteld moet worden dat elke vorm van mishandeling onacceptabel is, en dat vinden we ook hier in Zeist. Echter, er is geen generieke oplossing voor te vinden. Wat betreft de psychische mishandelingen in 2020, deze zijn al in de landelijke politiek aan de orde gesteld. De Kamer heeft toen aan de minister gevraagd om hiertegen op te treden en dit in het Wetboek van Strafrecht op te nemen. De minister heeft echter toen al aangegeven dat er voldoende wettelijke ruimte is voor de ketenpartners om binnen de strafrechtketen dit geweld gezamenlijk aan te pakken. Er zijn ook mogelijkheden binnen de Jeugdwet en de WMO om mishandelingen en misstanden aan te pakken. Tot slot kan ik u melden dat wij natuurlijk ook een intentieverklaring hebben ondertekend om een zogenaamde Safe Streets-gemeente te worden. Daarvoor was op 28 maart jongstleden een informatieavond, en wij zijn bezig met het organiseren van meer bijeenkomsten om hier verder mee aan de slag te gaan. Dat houdt in dat we op vele punten mogelijkheden hebben om het aan te pakken en ook daadwerkelijk stappen ondernemen om dit te doen. Dus dat is de reden waarom ik zou zeggen, als u mij vraagt of we dit moeten doorgeleiden naar het kabinet, dat ik nee zeg. Maar u bent natuurlijk altijd vrij om uw eigen partij in Den Haag te bellen om het daar nog eens op de agenda te zetten, hoewel het daar al besproken is en reeds is afgehandeld.
Ja, ik wil de wethouder danken voor het antwoord. Het is echter slechts een deel van het antwoord, want een deel van de vraag betrof ook in hoeverre er in Zeist actief op deze situaties wordt gelet. Het kan natuurlijk in de wetgeving staan, maar dat is nog iets anders dan dat het in Zeist, of door organisaties met een subsidierelatie, ook daadwerkelijk actief wordt gesignaleerd en aangepakt. Dat was de kern van mijn vraag.
We onderhouden relaties met subsidiepartners, maar we hebben natuurlijk ook veel andere partners in de zorg, die werken met mensen met psychische klachten. Wat we in Zeist doen, is nauw samenwerken met die organisaties. We kijken daarbij ook naar de Jeugdwet met betrekking tot kindermishandeling en vanuit de Wmo richting huiselijk geweld. Jaarlijks worden we op de hoogte gehouden van de cijfers over hoe vaak dit voorkomt en wat ermee wordt gedaan. Ik denk dat dit ook de reguliere manier is waarop je hierover geïnformeerd wordt.
Nou, ik denk dat ik hiermee moet volstaan omdat er beperkte ruimte is bij deze lijst met ingekomen stukken. Het antwoord roept echter nog wel diverse vragen op.
Ja, ja, stamtafel, dat zou ik wel willen, meneer, ja, oké. Dank u wel, wethouder meneer Fiscali. Hij stelde de vraag: "Wat zijn de consequenties voor de voortgang van het plan Kromme Rijn-corridor nu er twee leden van de werkgroep zich hebben teruggetrokken?" Misschien kan wethouder Catsburg daar iets over zeggen.
Nou, in principe heeft het geen gevolgen voor het plan, want het plan is klaar. Het vervolg wordt wellicht wat complexer. Vanuit de Stuurgroep Kromme Rijnlandschap moeten we in ieder geval contact onderhouden met beide groepen, en ook onze eigen ambtenaren zijn hierbij betrokken. We zijn aan het kijken wat er eventueel nog gedaan kan worden om die twee groepen weer bij elkaar te brengen. Dat is wat wij als gemeente nog proberen, samen met de Stuurgroep Kromme Rijnlandschap. Overigens wil ik nog benadrukken dat dit een particulier initiatief is, waar wij als gemeente ons niet aan committeren. Maar we proberen de twee partijen weer bij elkaar te brengen.
Oké, meneer Visscher, begrepen. Ja, dat is goed, dank u wel. Meneer Visscher heeft ook een vraag gesteld over de zienswijze van het concept van de govi. In die zin vraagt hij wat de afhandeling door B en W inhoudt. Laten we even wachten op wethouder Jansen.
De vraag is een goede aanleiding om de voortgang van de zienswijze met u door te nemen. In dit proces is het gebruikelijk dat, wanneer een conceptnota van zienswijze wordt opgesteld, deze aan de Raad wordt voorgelegd. De Raad besluit uiteindelijk over de verwerking van de visie en het vaststellen ervan na de nota van zienswijzen. Het betreft dus het reguliere proces, zoals we dat altijd met nota's van zienswijzen doen.
Ja, dat begrijp ik, maar er wordt hier speciaal aandacht gevraagd voor het bouwen voor ouderen. Ik kan me niet herinneren dat ik dat al gezien heb in een film. Dus vandaar de vraag of daar dan rekening mee gehouden kan worden.
Dan zult u dat straks terugzien in de verwerking van de zienswijzen die zijn binnengekomen, of het er nu wel of niet in staat. En dan is het aan u om daar een oordeel over te geven.
Meneer Visscher, lijkt het goed? Ja, nu, ik zie dat bij mijn volgende vraag meneer Jansen staat vermeld. Maar ik denk dat meneer Fluitman dat ook gewoon moet doen. Hij gaat over de ongeldigheid van het debat over Huis ter Heide, zoals gezegd, waarover vragen zijn gesteld. Of zullen we dat, meneer Jansen, aan onze burgemeester toevertrouwen? Voorzitter, ja, er is wel een vraag over gesteld, maar het lijkt erop dat deze al beantwoord is. Mijn vraag, nummer 088, klopt dat? Ik kijk even naar de griffier.
Ja, als ik daar iets over mag zeggen: het betreft het verzoek van de heer Oskam om het debat van april over Huis ter Heide opnieuw te voeren. Dit verzoek is eerder door de heer Oskam ingediend en daar is ook op gereageerd. Het stond ook op de agenda van de vorige vragenlijst. Bovendien heeft de belangenvereniging Huis ter Heide een klacht ingediend over het feit dat de vergadering niet te volgen was, deels vanwege het geluid en deels helemaal niet. Deze klacht is gegrond verklaard. Het antwoord hierop vindt u bij nummer 88, waar ook iets is gezegd over de juridische houdbaarheid van die vergadering en de consequenties voor het besluit. Maar al die juridische argumenten houden geen stand, als ik het zo mag zeggen. Dat staat in de bijlage bij de brief die is bijgevoegd, dus volgens mij bent u met de stukken bij nummer 88 goed geïnformeerd over hoe een en ander in elkaar zit.
Is er nog iemand? Zo niet, dan ga ik verder met het volgende punt. De vereniging Bos en Duin heeft een verzoek ingediend. Ik zou willen dat het voorbereidingsbesluit in beeld wordt gebracht. Met betrekking tot wegnummer 6 heeft meneer Bredius een opmerking gemaakt, of beter gezegd, een vraag gesteld. Hij verzoekt om dit voorstel te agenderen voor de eerstvolgende vergadering van het presidium. Ik volg hierbij mijn aantekeningen. Dit is echter niet iets waar het presidium over gaat, meneer Bredius. We zouden hierover het college moeten bevragen. En als ik me niet vergis, is dat meneer Jansen die daar aankomt. Of is het een andere meneer?
Voor mijn beeldvorming ook, want u verwijst toch naar meneer Jansen? Dat is natuurlijk prima, maar ik heb niet eerder gehoord dat hij later komt. Begrijp ik dat goed?
Ja, voorzitter, ik sluit niet uit dat de heer Bredius en ik hetzelfde beogen vanuit B en W, want er ligt een brief die beantwoord moet worden. U vraagt om deze te agenderen voor het presidium. Nou, het presidium kan inderdaad de agenda bepalen. Ik heb begrepen dat dit onderwerp enige tijd kost, want B en W zou graag zien dat we, voordat we de beantwoording verzorgen, deze brief en de bijbehorende contextinformatie ook met het presidium delen. Het gaat er uiteindelijk om dat we recht doen aan alle betrokkenen, die aan meerdere kanten zitten, zonder afbreuk te doen aan de complexiteit van het onderwerp. Dus wat ik graag zou willen vragen, voorzitter, is of de heer Bredius ermee kan leven dat dit niet in het eerstvolgende presidium wordt besproken, maar in het presidium daarna. Dan zullen wij van onze kant een zogeheten contextbrief verzorgen, zodat we er in het presidium over van gedachten kunnen wisselen.
Dat is inderdaad de bedoeling. Dat is een goede suggestie, voorzitter, want ik heb deze vraag over dit onderwerp gesteld. Betrokkenen hebben tijdens het spreekuur aandacht gevraagd voor hun punt. Al wat langer geleden is het bij het debat aan de orde gekomen en nu is er een ingekomen stuk. Er is dus voldoende aandacht aan besteed, en dat is ook helemaal in lijn met wat de portefeuillehouder aangeeft. Dank u wel.
Dank u wel. Meneer Bredie wordt ook bedankt. Vervolgens moeten we even wachten op meneer Sander Janssen, die gaat over de oudste leads. De zendmast in Oostenrijk is al een aantal keren aan de orde geweest. Meneer Fiscali en meneer Van Vliet hebben daar vragen over gesteld. Maar we wachten even op de wethouder, als jullie dat goed vinden. De noodoproep betreft het verplaatsen van het tiny houses kamp in Zeist, nummer 086. Mevrouw Folkersma van GroenLinks en meneer Tompot van de SP hebben daar vragen over gesteld. En meneer Bredius, sorry, meneer Bredius is daar ook bij betrokken. Sander Jansen gaat daar ook over, dat staat op mijn briefje, en Roy Luca heeft diverse vragen gesteld, zelfs ja. Dus we wachten daar even op, als je het goed vindt. Dan heb ik nog nummer 087, dat gaat over de herinrichting van de Voorheuvel. Meneer Viscalini en meneer Tompot hebben daar weer vragen over gesteld. En daar zou, volgens mijn lijstje althans, maar ik twijfel, mevrouw Laura Hoogstraat iets over moeten zeggen, voorzitter, niet meneer Fluitman. Dus nee, oké, mevrouw Hoogstraat. Even...
Het klopt inderdaad dat het door de brievenschrijver ingestelde beroep tegen het in bezwaar gehandhaafde verkeersbesluit, dat strekt tot het intrekken van de geslotenverklaring en het instellen van een eenrichtingsverkeer en voorrangsregeling voor de Voorheuvel, door de rechtbank nog niet is afgedaan. Dat klopt, tegen het besluit en het verkeersbesluit van de gemeenteraad van december 2019 is bezwaar gemaakt en er is beroep ingesteld, maar er is nog geen uitspraak over gedaan. Medio februari heeft de rechtbank aangegeven dat de uitspraak voor een nadere termijn van ten minste zes weken is verdaagd. Dat betekent dat de uitspraak nog wel binnen redelijke termijn verwacht kan worden. Er is meermaals ambtelijk contact geweest, maar in afwachting van de uitspraak in beroep is dit overleg opgeschort en zal het worden hervat na de uitspraak. Er is dus geen overleg totdat er een uitspraak is van de rechtbank. In het definitieve ontwerp dat nu wordt uitgevoerd of in de planning staat, is een onderdeel opgenomen waarvoor formeel een verkeersbesluit nodig was, namelijk de voetgangersoversteekplaats. Tegen deze voetgangersoversteekplaats is een bezwaarschrift ingediend dat in behandeling is. Ik wil bijna aangeven dat deze voetgangersoversteekplaats nadrukkelijk op verzoek van de samenleving op deze plek is voorzien en in het ontwerp is opgenomen. Zoals bekend en met de appellanten en de briefschrijvers nadrukkelijk gedeeld, schort het instellen van bezwaren en een beroep de werking van de besluiten niet op. Daarvoor moet eigenlijk een verzoek om voorlopige voorziening worden gedaan. Dat is niet gedaan en vanuit die overweging kunnen we ook gewoon doorgaan. Er is meerdere malen door de samenleving, maar ook vanuit fracties van uw raad, in de achterliggende tijd aangedrongen om toch voortgang te maken met de definitieve inrichting en verbeteringen van dit gedeelte van de Voorheuvel. Het college ziet dat belang ook; de voorbereidingen lopen al lang, het werk is aanbesteed, gegund en gecommuniceerd. Dus het college hecht belang aan de uitvoering en ziet geen reden of kans voor uitstel. Het proces loopt, er is nog geen uitspraak, er is ook geen voorlopige voorziening aangevraagd. Het bezwaar op de definitieve inrichting voor die voetgangersoversteekplaats loopt ook, maar alles bij elkaar genomen denken we dat het goed is om toch voortgang te maken.
Dit is ook een bestuursrechtelijke procedure. Excuses, maar daarnaast vraag ik ook naar de stand van zaken betreffende het maken van afspraken. Uit de brief maak ik op dat er al geruime tijd overleg plaatsvindt tussen deze Vereniging van Eigenaren en de gemeente. Dit overleg gaat niet alleen over verkeerstechnische zaken of dergelijke, maar ook over andere onderwerpen. Er zouden nog geen definitieve afspraken gemaakt zijn. Wat is daarvan de stand van zaken?
Er wordt momenteel met interesse gekeken naar de mogelijkheid om de fundering mee te nemen in de huidige uitvoering. De straat zal worden opgebroken. Er wordt ook onderzocht of de fundering losgekoppeld kan worden. Voor de rest is de situatie zoals ik die aan u heb beschreven. Daarmee zult u het voorlopig moeten doen.
Ja, die vertoont grotendeels overlap met de vragen die Karlovic Collini had gesteld. Ik had echter nog een vraag over de parallelle andere werkzaamheden, want uit de brief begreep ik dat er ook een glasvezelnetwerk zou worden aangelegd en dat dit tegelijkertijd of ongeveer gelijktijdig met de werkzaamheden aan de Voorheuvel zou gaan gebeuren. Dus mijn vraag is of dit inderdaad gecoördineerd is verlopen of dat het eigenlijk ongecoördineerd is gegaan, dat KPN heeft besloten dit nu gewoon zo te doen zonder overleg te plegen met de gemeente hierover.
Ik denk niet dat KPN in overleg is geweest met de gemeente. Ook denk ik niet dat het elkaar bijt. Maar goed, beide werkzaamheden zijn aan de gang en er is prima overleg mogelijk om die uit te voeren. Volgens mij is het allemaal heel laagdrempelig om even met elkaar af te stemmen wat er mogelijk is en wat niet.
Oké, als je maar Bulgaars spreekt, dank u wel voor de vragen. Over de ondergrondse afvalcontainer bij De Klomp wil de zesde belanghebbende niets weten, en meneer Kattenbrug kan daar, denk ik, op reageren.
Ja, dank u wel, voorzitter. Allereerst vind ik het vervelend om te horen dat u niet tevreden bent met de beantwoording. Overigens denken wij dat we naar aanleiding van het antwoord op vraag één hebben aangegeven waarom wij tot deze plaatsing zijn gekomen en waarom de containers geplaatst zijn zoals ze geplaatst zijn. Eigenlijk verwijzen we in de vervolgvragen steeds naar dat eerste antwoord. Dus ik denk dat daar een beetje uw teleurstelling in de beantwoording zit, omdat wij steeds terugverwijzen naar vraag één. Maar als dat anders is, dan hoor ik het uiteraard graag. Want ja, we proberen natuurlijk iedere vraagsteller gewoon een fatsoenlijk en goed antwoord te geven. Dat is ons doel en we hebben er niets aan om uw vraag niet goed te beantwoorden. Dus vandaar. Dat is even de reactie op de brief, voorzitter, meneer.
Mevrouw Van Kippersluis kaart het punt aan van de late beantwoording van raadsvragen. Het is buitengewoon vervelend, niet dat zij het constateert, want het is zo, maar dat het zover gekomen is. Namens het college van B en W wil ik aangeven dat we in een situatie hebben gezeten waarin het beantwoorden van de vragen niet het niveau en het tempo heeft gekregen dat we hadden afgesproken. We zijn bezig met een inhaalslag. Ik wil dus ook toezeggen dat dit op het vereiste tempo gebracht wordt. Laten we hopen dat het in het vervolg weer op het niveau zit zoals we tussen het college van B en W en de Raad in de procedures hebben afgesproken.
Het is een serieuze zaak, want je zou zomaar kunnen denken: "Ja, neem je er een loopje mee?" of "Waarom worden we niet geïnformeerd voordat het te laat is?" Het is gewoon ten onrechte weggezakt, wat buitengewoon vervelend is, en wij zien de vraag als een herinnering om ons werk goed te doen.
Hartelijk dank aan jullie beiden. Er zijn nog enkele punten waar ik mee zit: ten eerste het laatste gedeelte. Ik ben heel blij met de toezegging en dat wil ik vooropstellen. Wat ik ook graag zou zien, is dat we als Raad een seintje kunnen krijgen wanneer er om welke reden dan ook vertraging optreedt in de beantwoording van de schriftelijke vragen. Dat zou veel hindernissen wegnemen, denk ik, en het irritatieniveau zou dan meteen naar nul gaan. Dat is iets wat ik graag wil opmerken.
Ten tweede, specifiek voor De Klomp, had ik nog een vraag. We hebben gevraagd naar de achtergrond van de beslissing om de container op de huidige plaats te zetten. We hebben geprobeerd aan te geven dat er veel redenen zijn waarom de container misschien op een andere plek beter tot zijn recht zou komen. Bijvoorbeeld, een helling waar een winkelkarretje naar beneden rijdt, of een verhoging waar mensen die slecht ter been zijn niet goed mee uit de voeten kunnen. Ik denk dat het juist onze bedoeling moet zijn om de drempel voor mensen om hun afval aan te bieden zo laag mogelijk te houden. Dus welke reden men ook heeft om de zak naast de container te zetten, dat is eigenlijk niet relevant naar ons idee. We moeten juist stimuleren dat mensen hun afval weggooien daar waar het hoort. Wellicht zou een andere plaats beter zijn geweest, ook omdat de openingen aan de verkeerde kant zitten, afhankelijk van hoe je het bekijkt. Dus daarover zou ik graag nog een antwoord willen hebben van wethouder Catsburg ter bevestiging.
Ja, het vinden van een goede plek voor een ondergrondse container is geen sinecure. Maar zoals u in de beantwoording heeft kunnen zien, hebben wij ook vlakbij twee extra containers geplaatst, zodat mensen in ieder geval op maaiveldniveau goed bereikbaar zijn. Dit is ook voor de mensen voor wie het noodzakelijk is dat zij daar hun spullen, hun grondstoffen, kwijt kunnen.
Oké, dank u wel. Ik heb een vraag voor u, meneer Sander Jansen. De eerste vraag is zowel voor u als voor mij; u krijgt er straks nog een aantal. Deze gaat over de veilige oversteek bij McDonald's. Mevrouw Esther Kant heeft een vraag gesteld over de omgevingsvergunning en de uitruil.
Ja, kijk, dank voor de vraag. Het loopt inderdaad al een tijdje, vandaar denk ik ook de vragen. Ik kan me nog herinneren dat wij, volgens mij, in de vorige periode hierover een besluit hadden genomen betreffende die hele constellatie in ruimtelijke zin. Het is een beetje een dossier van de heer Catsburg en mijzelf, in die zin dat de mobiliteitsvraag bij de heer Kaasburger ligt. Maar dit is een ruimtelijke vraag, die ook gaat over de uitrol van de gronden. Even een aanloopje, maar laat ik zeggen dat het in eerste instantie een aangelegenheid is tussen McDonald's en de provincie, want die moeten de gronden met elkaar uitruilen. Voor zover wij weten, en de laatste informatie die wij hebben gekregen, is dat die gesprekken goed verlopen. Zowel McDonald's als de provincie hebben op regelmatige basis overleg om tot een goede uitkomst te komen. En wij hopen dat dit over de aanvraag gaat, namelijk de grondruil die je nodig hebt om tot een goede aanvraag te komen, want anders komt er een aanvraag over het eigendom van iemand anders. Dat is niet de bedoeling. Maar de gesprekken lopen op dit ogenblik en wij verwachten dat wij voor de zomer een complete aanvraag binnen hebben. Als dat zo is, dan zullen we ook jullie, de Raad, daarover informeren. Als die aanvraag er ligt en dat leidt tot een positief besluit, dan is dat aanleiding om de Raad er ook over te informeren. Ja.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, eigenlijk heb ik maar één vraag. Als ik het goed lees, de samenvatting in ieder geval, waarom is er geen contact opgenomen met Rotterdam om het makkelijker te maken om volle containers en dergelijke te melden? Nou ja, even terzijde, er is wel een verschil tussen Rotterdam en Zeist. Rotterdam heeft zijn eigen openbare ruimte-app, hè? Voor de hele stad, dus niet alleen voor afval, maar voor de hele stad. In Zeist gebruiken wij de 'Beter Buiten'-app. Nou, die heeft geen link met RMN, dus dat wordt een lastig traject. Dus op het moment dat je zo'n soort app zou gebruiken, dan moet de RMN die apart ontwikkelen en dat doe je dan samen met de zes gemeenten. Of je kunt natuurlijk een app kopen die ook op de markt beschikbaar is. Overigens, de interim-directeur die komt uit Den Haag. Die heeft hiervoor in Den Haag gezeten waar ze ook zelf de 'My Clean City'-app gebruiken, dus hij is bekend met het concept. Maar we zijn ook constant aan het kijken hoe wij de dienstverlening kunnen verbeteren. Dus dit is op zich een prima idee, een prima plan om mee te nemen in de heroverweging om te kijken van: jongens, kunnen we niet iets maken waardoor het makkelijker wordt om een melding te maken in plaats van dat je naar huis moet of je mobiele telefoon moet pakken om te bellen en vervolgens, hè? Dus alles wat laagdrempeliger is dan de huidige manier van werken is het overwegen waard. Dat is volgens mij de vraag over het contact leggen met Rotterdam en de app die ze daar gebruiken. U constateert dat het huidige systeem van de RMN-app niet lijkt te werken. Nou, dat bestrijd ik. Volgens mij werkt die uitstekend, alleen niet voor het doel waar u denkt dat hij voor gebruikt zou kunnen worden, hè? Dus voor het doel waarvoor hij ontwikkeld is, werkt hij prima. Alleen, er zitten niet alle functionaliteiten op die je misschien zou wensen. U constateert dat de toezichthouder een vervelende klus lijkt en dat we dat geld liever aan boa's moeten besteden. Nou, de toezichthouder is een boa en die doet dat werk graag. Of het een vervelende klus is, dat is voor iedereen persoonlijk. Ja, dat was eigenlijk naar aanleiding van de vraag. Oké, dankjewel, wethouder. Mevrouw Roelofsen, duim omhoog.
Nou, het is geen app, maar een QR-code die je kunt koppelen. En ja, ik dacht eigenlijk dat een boa misschien beter op andere zaken ingezet kan worden dan op het letten of de vuilnisbak goed gebruikt wordt. Dat was eigenlijk wat ik bedoelde met mijn opmerking. Steeds.
Ja, Rotterdam is inderdaad bereid om uitleg te geven over hoe je die QR-code kunt koppelen. Dus misschien is het toch een overweging waard, mijn hart. Dat was het.
We nemen de suggestie in overweging. Ik zal het snel doorgeven. Die bomen hebben we juist nodig. Natuurlijk hebben we een boa, omdat die ook kan bekeuren, nietwaar? Als je al in het toezicht zit, maar niet kunt bekeuren, dan is de boa in staat om bekeuringen uit te delen. Vandaar.
Dank u wel, meneer Katerberg. Ik heb een knopje ontdekt waarmee ik mensen kan 'cancelen'. Dat is ideaal nu. Ja. Nou, meneer de wethouder Jansen, u kunt aan de bak, nummer 68. Ziet u een zienswijze bij de WA Hoeve? Ja, nou, dat is helder. Net.
Net zoals de Belangenvereniging Den Dolder hebben ook andere mensen een zienswijze ingediend op het ontwerpbestemmingsplan, dat in de periode januari-februari ter inzage heeft gelegen. Op dit moment worden de zienswijzen beoordeeld en wordt er gekeken of het plan aangepast moet worden of dat er een ander soort reactie op gegeven moet worden. Dit wordt verwerkt in een zienswijzennota die bij het definitieve bestemmingsplan of een definitief ontwerp wordt gevoegd. Dit bestemmingsplan wordt uiteindelijk voorgelegd aan de gemeenteraad en wij hopen dat het bestemmingsplan net voor of na de zomer naar de raad gaat. Dan wordt er, afhankelijk van wat het presidium besluit, een beslissing genomen. Zo gaan wij dus ook om met deze zienswijzen.
Dit is een oproep die eerder ook al is gemaakt, ook door anderen. Wij zijn bekend met het signaal en betrekken dit in het ontwerp van het bestemmingsplan dat we momenteel aan het opstellen zijn. We hopen in de komende weken het ontwerp van het bestemmingsplan openbaar te maken en ter inzage te leggen. We streven ernaar daarin ook een antwoord te geven op de gemaakte oproep. Naar aanleiding daarvan zullen er mogelijk zienswijzen worden ingediend. Op basis van deze zienswijzen zullen wij, net zoals ik zojuist voor de WA Hoeve heb uitgelegd, ook voor Huissteden West een zienswijzennota opstellen. Uiteindelijk zullen we een bestemmingsplan en een raadsvoorstel aan de gemeenteraad voorleggen, met de bedoeling dit in het najaar aan uw raad te kunnen presenteren. Op deze manier gaan we dus ook om met dit signaal.
Unie, ja, mijn vraag was specifiek. Betekent de afhandeling door B en W ook dat de mensen die brieven hierover schrijven een reactie van B en W krijgen op hun brief, bijvoorbeeld in de zin zoals u het nu net heeft uitgelegd?
Nou, dat zullen wij doen. We gaan het zeker nogmaals bekijken. Kunnen zij dat zelf? Nee, wij zullen het in ieder geval bekendmaken. Wanneer er een bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd waarop mensen zienswijzen kunnen indienen, vraagt u specifieke aandacht voor de briefschrijvers. Wij zullen hen zeker attenderen op het moment dat wij dit bestemmingsplan ter inzage leggen, zodat zij daar eventueel een oordeel over kunnen vellen. En dan kunnen ze, indien nodig, ook hun zienswijze indienen, oké?
Ja, wat kan ik daar in algemene zin over zeggen? We hebben er al eerder over gesproken: de ruimte om daadwerkelijk tot een afweging te komen vanuit gemeentelijk perspectief is beperkt, want het is landelijk beleid dat bepaalt wat wel of niet mag. Er zitten wel wat ruimtelijke afwegingen bij, maar die gaan meer over het algemene beginsel van goede ruimtelijke ordening. Daarin is de ruimte om niet mee te gaan niet heel groot, zeker niet als het gaat om een zendmast. Nou ja, we hebben in ieder geval al geconstateerd dat er eerder, nou ja, zoals ik het noem, zorgen waren in Austerlitz over de komst van deze zendmast. Dat heeft voor ons aanleiding gegeven om Vodafone te vragen om het gesprek met deze mensen aan te gaan. Nou, daar ging Vodafone in mee. Dat heeft geleid tot het verzoek van Vodafone om de aanvraag en de behandeling van de aanvraag uit te stellen tot, nou ja, het moment dat de dialoog zou zijn afgerond. Die dialoog had, naar ons idee, tot doel om te kijken of er gemeenschappelijke grond te vinden was. Ja, dat is uiteindelijk, en nogmaals, onze rol was vooral om die dialoog te faciliteren, dus partijen bij elkaar te brengen. Dat is in die zin gelukt. Er is alleen geen gemeenschappelijke conclusie of gemeenschappelijke grond gevonden. En uiteindelijk heeft Vodafone aan ons gevraagd om de aanvraag alsnog in behandeling te nemen. En dat is uiteindelijk ook gebeurd. We hebben dat, conform onze wettelijke verantwoordelijkheid, gedaan en daar een oordeel op gegeven en een besluit op genomen. Daar bent u ook over geïnformeerd. Nou, nu is het zo dat ook vanuit Vodafone was meegegeven dat zij hebben geconstateerd dat er een klacht was ingediend tegen Vodafone door de mensen die in die dialoog aanwezig waren. Daar is ook een vraag naar gesteld door een van de partijen hier vanavond. Ja, ik kan er verder weinig over zeggen, want het is een klacht bij Ericsson, tegen Vodafone, tegen een van de mensen; daar staan wij buiten. Het enige wat wij als gemeente hebben geconstateerd, of waar we ook mee hebben moeten handelen, is het feit dat Vodafone heeft gezegd: "Wij stoppen met de dialoog en willen graag dat de aanvraag weer in behandeling wordt genomen." Ja, en dat is dan wel waar we het mee moeten doen. Dus, dit is een beetje de situatie rondom de situatie van de antennemast in Oosterlicht. Dank u.
Ja, oké, duidelijk. Ik heb tijdens de bespreking van de raadsinformatiebrief 22-064 gevraagd wat de gemeente vindt van het feit dat het eigenlijk een taak van de gemeente is om te zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de inwoners. Deze taak, deze verplichting, komt echter niet aan de orde als ik naar de stukken kijk, voor zover ze mij ter beschikking hebben gestaan. Er wordt geen afweging gemaakt over de mogelijke gezondheidsklachten die het gevolg kunnen zijn van het plaatsen van een zendmast. Er zijn inmiddels zeven uitspraken van Nederlandse rechters waarbij het verlenen van een vergunning voor een mast juist vanwege gezondheidsredenen is gewijzigd. Er is ook nog steeds het rapport van de Gezondheidsraad van september 2020, waarin het nodige wordt gezegd over de invloed van magnetische velden en straling. Een gemeente kan uit dit rapport putten als het gaat om het beoordelen van de gezondheidsrisico's. Daarbij zij opgemerkt dat dit rapport van de Gezondheidsraad overigens nog steeds niet door de Tweede Kamer is behandeld; de behandeling ervan is zo'n zeven keer uitgesteld. Met andere woorden, datgene wat in het rapport staat, daar kan iedereen, dus ook elke gemeente, voordeel mee doen als het gaat om de gezondheid. Wat is de mening van het college daarover?
Geachte voorzitter, de mening van het college is dat uiteindelijk de landelijke politiek, en in het bijzonder de Tweede Kamer, verantwoordelijk is voor de beoordeling van gezondheidsrisico's van antennemasten. Zij bepalen het beleid en wij hebben daar geen afweging in te maken; wij nemen slechts kennis van die informatie. Uiteindelijk kijken wij naar wat onze verantwoordelijkheid is bij deze aanvraag. Die beperkt zich tot de ruimtelijke aspecten, de goede ruimtelijke ordening. Op basis daarvan hebben wij ons oordeel gevormd en een besluit genomen.
De plicht waar u op doelt, beperkt zich tot datgene waarvoor wij verantwoordelijk zijn. De plicht met betrekking tot de gezondheid waar u het over heeft in het kader van deze antennemast, valt onder het rijksbeleid, en daar hebben wij geen zeggenschap over. Dus kunnen we daar ook geen oordeel over geven.
Meneer Visscher, u moet het hier even mee doen. Bovendien hebben we er al een aantal keer eerder over gesproken. We hebben ook nog de kwestie van de tiny houses. Wethouder Jansen, meneer Van Vliet.
Ik had ook, zeg maar, de vraag gesteld over de zendmast bij Austerlitz en ik hoorde de wethouder zeggen dat de ruimte om niet mee te gaan in het verlenen van die vergunning niet groot is. Tegelijkertijd is er sprake van een afwijking van het bestemmingsplan. Is er dan ook in die situatie niet de ruimte om te spreken van een mogelijkheid om niet per se mee te gaan, omdat het bestemmingsplan in feite al aangeeft dat er geen ruimte voor hoeft te zijn? En daaraan verbonden, als je naar de stukken kijkt, is de vraag of er voldoende nut en noodzaak is. En als dat zo is, moet die toetsing van voldoende nut en noodzaak goed zijn.
Ja, het is een goede vraag. Het punt is alleen dat wij ook daarin door de wet worden voorgeschreven hoe wij moeten handelen als er sprake is van een afwijking van het bestemmingsplan. Dat hangt nauw samen met de mate waarin de afwijking plaatsvindt. Op basis daarvan moet je bepalen welke procedure doorlopen moet worden. In dit geval is het oordeel dat de afwijking dusdanig is dat een omgevingsvergunningprocedure voldoende is om te onderbouwen dat de mast daar conform de goede ruimtelijke ordening geplaatst kan worden. Dat is dan de centrale vraag, en die vraag is ook zo beantwoord. Dus nogmaals, dit is niet iets van een keuze, maar dit is door de wet voorgeschreven. Oh, en...
Dat is onderdeel van de gehele toetsing: de mate van afwijking waar de aanvraag betrekking op heeft. Moet deze afwijking binnen een omgevingsvergunning worden behandeld, via een uitgebreide Wabo-procedure, of via een procedure volgens de Wet ruimtelijke ordening? Die afweging is onderdeel van het totaal. In dit geval betreft het een afwijking waarover conform de omgevingsvergunning kan worden besloten.
Over tiny houses kan ik het volgende zeggen: op dit moment is er een concrete vraag om de tiny houses te verplaatsen, aangezien ze zich bevinden op de plek waar we uiteindelijk de opvanglocatie willen realiseren. In principe is het de verantwoordelijkheid van het Rijksvastgoedbedrijf, als eigenaar en verhuurder van de gronden, om actie te ondernemen, en dit ook in samenwerking met de HOD, die de feitelijke verhuur van de gronden namens het Rijksvastgoedbedrijf doet. Wij en het Rijksvastgoedbedrijf zijn op de hoogte van de situatie en weten wat er van hen verwacht wordt als onderdeel van het geheel, waarover we ook in januari hebben gesproken. We hebben toen aangegeven dat we de noodzaak zien om op een zorgvuldige manier om te gaan met de mensen die daar wonen en dat we ons verantwoordelijk voelen, net als andere partijen. Zonder dat we de formele verantwoordelijkheid op ons nemen, want nogmaals, dat is de taak van het Rijksvastgoedbedrijf, hebben we wel gezegd dat we onze bijdrage willen leveren aan een eventuele nieuwe locatie voor de tiny houses. Dat is ook de basis van het gesprek dat we met de bewoners van de tiny houses voeren. Dit is geen garantie op succes, want dat is van meerdere factoren afhankelijk, maar we hebben wel gezegd dat we verder willen gaan dan onze formele verantwoordelijkheid. Dit komt ook voort uit de zorgvuldigheid die we hebben uitgesproken, ook in januari, toen we in de raad de realisatie van de opvanglocatie bespraken. Dus dat kan ik in ieder geval zeggen over hoe we op dit moment daarmee omgaan, en nogmaals, die gesprekken en die zoektocht lopen op dit moment.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik begrijp het antwoord van de portefeuillehouder in die zin dat hij zegt: "We hebben een formele verantwoordelijkheid," of "We hebben juist geen formele verantwoordelijkheid, maar we voelen ons wel verantwoordelijk." Dat begrijp ik niet helemaal goed. Het zijn immers inwoners van Zeist. Zo kun je ze toch beschouwen? En als speerpunt heeft deze gemeente toch ook het creëren van mogelijkheden voor tiny houses? Als gemeenschap hebben we het ook mogelijk gemaakt op een aantal plekken in Zeist. De opmerkingen die de portefeuillehouder nu doet, komen niet overeen met wat er in de diverse stukken staat, met andere woorden, er wordt ook niet gesproken over dat er gesprekken plaatsvinden. Nou, dat is een compliment. Het is goed dat er gesprekken plaatsvinden, maar we zouden toch eigenlijk anders willen zien. Als in de diverse vraagstellingen van raadsleden de woorden 'nijpend' en 'schrijnend' naar voren komen, dan zou het toch eigenlijk niet mogen dat we dergelijke situaties laten ontstaan. Dus mijn vraag aan de wethouder is nog even specifiek: Zouden we toch eigenlijk geen nijpende en schrijnende situaties mogen laten ontstaan? En is het dan voldoende dat je zegt: "Nou ja, de formele situatie is wat het is," en "We zijn in gesprek"?
Ja, voorzitter, toch dwingt de situatie mij om iets over de formele kant te zeggen. Er zijn mensen vanuit Nieuwegein hierheen gekomen. Zij zoeken een plek en zijn zich ervan bewust dat het, als onderdeel van het contract, tijdelijk is, linksom of rechtsom. De feitelijke situatie is dat zij in Zeist verblijven met de wetenschap dat zij op een gegeven moment moeten vertrekken. Wanneer dat zou zijn, was ongedefinieerd. Ik vind het daarom lastig om te reageren op de woorden die u gebruikt, want dit is iets waarvan zij zich bewust zijn. Dit vormt ook onderdeel van de context waarbinnen wij op dit moment bezig zijn met het grotere vraagstuk van de opvanglocatie.
Nu is het zo dat wij onze bijdrage willen leveren aan een perspectief voor deze mensen. Echter, dat is niet absoluut. Wij zijn niet de oplossing voor alles. We kunnen hoogstens meedenken, hen op weg helpen en in contact brengen met eventuele eigenaren van andere locaties, maar uiteindelijk zullen zij het zelf moeten doen. Op die manier doen wij meer dan onze formele verantwoordelijkheid. We hadden ook kunnen zeggen: "Zoek het maar uit met het Rijksvastgoedbedrijf." Maar als het klaar is, is het klaar. Dat is de normale gang van zaken. We hebben gezegd dat we verder willen gaan dan dat, zonder dat we de verwachting wekken dat wij het probleem voor hen zullen oplossen, want zij hebben daar ook een verantwoordelijkheid in. Dat is de situatie en, nogmaals, de aanmoediging die we geven, kan dit ondersteunen.
Ja, dank u wel, voorzitter. Wij hebben hierover meerdere vragen gesteld en ik dank de portefeuillehouder voor de beantwoording. Echter, aan het begin van uw betoog hoorde ik u 'eventueel' zeggen, en later leek het erop dat u toch de inspanning levert, wat wij zeer waarderen. U geeft ook aan dat het inwoners betreft die uit Nieuwegein zijn gekomen. Op dat moment zijn het volgens mij inwoners van Zeist, aangezien zij zich op ons grondgebied bevinden, waar rijksvastgoed zich bevindt. Dus u heeft contractueel volledig gelijk dat dit op korte termijn opgezegd kan en mag worden. Laten we dat duidelijk stellen; dat is een feit. Echter, wij doen dit om andere redenen, namelijk om mensen op te vangen en hen tijdelijke huisvesting te bieden. Dit zijn gezinnen die hier zijn aangekomen, gezinnen met bepaalde verantwoordelijkheden. Mijn vraag aan u is: u geeft aan dat u de inspanning levert, maar zijn wij niet bij machte om binnen onze gemeente Zeist, binnen onze kernen, eventueel een andere tijdelijke plek te bieden? En om het nog duidelijker te maken: is daar serieus naar gekeken, meneer de voorzitter?
Meneer Luca, dank u wel. De naamgenoot van de wethouder wilde daar ook nog iets over zeggen, begreep ik. Oké, u komt met een andere vraag, heel goed, heel goed, wethouder.
Ik kan u zeggen dat als wij die mogelijkheid hadden, we die waarschijnlijk al geboden zouden hebben. Maar het punt is dat dit niet het geval is. En nogmaals, we zijn op dit moment aan het kijken, en dat willen we ook samen met hen doen, om te onderzoeken waar dat eventueel mogelijk zou kunnen zijn. Maar uiteindelijk moeten zij zelf ook die gesprekken aangaan met de eigenaren, ook over de contracten die daarover gesloten moeten worden. Het is ook hun eigen verantwoordelijkheid, en dat is ook onderdeel van het concept dat ze hebben. Natuurlijk.
Laatst wilde ik iets doen, maar dat wil ik graag op een ander moment doen. Ik zou graag twee suggesties aan de wethouder willen aanreiken als handreiking om te helpen. Dus daar kom ik graag later op terug.
De voorzitter, de heer Luca, heeft meer vragen gesteld over het kamp van Zeist, dus hij dacht: "Het is misschien een goede gelegenheid om even heel kort in een paar minuten bij te praten over het onderwerp." Het onderwerp heeft enige tijd stilgestaan, omdat het COA moeite had om op gang te komen. Laat ik het zo formuleren. Maar er gebeuren nu eigenlijk twee dingen op het kamp van Zeist en dat past ook binnen de afspraken. Er komt een tijdelijke opvang, die we noodopvang noemen, voor maximaal 200 mensen aan de voet van wat we de oude supermarkt noemen, en in voorbereiding wordt een opvangcentrum voor maximaal 400 personen genomen. Beide vergunningstrajecten zijn nu in behandeling. De noodopvang voor 200 personen is bedoeld om op of rond 28 april geopend te worden. Er wordt uitvoering aan gegeven. Er is een onderzoek gedaan naar explosieven uit oorlogstijd, er is brandweeronderzoek geweest, evenals onderzoek naar flora en fauna. Er is communicatie met de omwonenden. Het onderwerp zit echt in een versnelling, dus ja, het kost best moeite om iedereen goed in het verhaal mee te nemen. In het sociaal domein wordt voorbereiding getroffen voor onderwijs, gezondheid en dagbesteding en er wordt gewerkt aan leefbaarheid en veiligheid. Ook daarnaar heeft u gevraagd. Volgende week is er bestuurlijk overleg met Soest en Zeist; we zitten wat dat betreft helemaal op één lijn en treffen elkaar ambtelijk en bestuurlijk regelmatig, en we zullen ook samen een overleg hebben met de omwonendencommissie. En daar vindt nog een apart overleg plaats met een aantal winkeliers. Waarom vertel ik dit zo? We zitten nu op 12 april en op 28 april moet het klaar zijn. We kunnen allemaal in de actualiteit zien dat de nood in Ter Apel heel groot is, dus we vinden wel dat we echt moeten helpen en dat het daar ook verantwoord kan. We zitten strak in het verhaal, dus we willen helpen, maar we doen ook een beroep op het improvisatievermogen van eenieder die ongemak ervaart, want het is een ongekende omstandigheid. Dan weten we ook dat we meer dan het gewone van mensen mogen vragen en dat mensen dat ook van ons mogen verwachten. En zoals gezegd, zijn wij helemaal aanspreekbaar voor alle ontwikkelingen die daar plaatsvinden. We waarderen ook de vragen van de heer Luca van vanavond, voorzitter, omdat dat weer net zo'n opstapje is om even goed bij te praten.
Ja, dank u voor de beantwoording van de portefeuille. Ik heb een specifieke vraag die betrekking heeft op de verzoeken die aan de veiligheidsregio's en aan onze burgemeesters zijn gedaan. Maar ook op de oproep van de burgemeester van Ter Apel. De reden waarom ik dit ook gevraagd heb, is de volgende: in onze gesprekken hebben wij meerdere malen het COA-rapport aangehaald, met de omschrijving dat we niet alleen mannen uit Ter Apel of uit de gemeente Almere moeten ontvangen, vanwege de risicofactor die door het COA zelf is benoemd. Let wel, ik vind dat we er zeker moeten zijn voor de mensen. En zoals de burgemeester van Ter Apel de oproep heeft gedaan. Maar dit zijn signalen die zowel uit Zeist, maar vooral uit Soesterberg en Soest komen, dat men daar toch erg angstig is en er veel moeite mee heeft. En ik wil dit gewoon gedeeld hebben, omdat er zeer intensief en dagelijks over gesproken wordt. Dat weet u zelf ook. Maar het neemt een bepaalde omvang aan, waarin ik een risico zie, en ik blijf graag bij de risico's vandaan, net zoals u. Dus ik wil gedeeld hebben dat dit echt zorgen baart.
Voorzitter, ik wil hier iets over zeggen. We zijn ons zeer goed bewust van deze zorg, die er overigens al is. Maar ik wilde een principe daartegenover stellen, en dan moeten we ook soms helder tegen elkaar kunnen zijn. Er vindt geen selectie aan de poort plaats. Wat bedoel ik daarmee? We gaan niet zeggen: deze wel en die niet. Dat is niet onze verantwoordelijkheid. We dragen de zorg over aan het COA, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers. Zij doen de selectie aan de poort, en als wij een probleem hebben en we zitten echt scherp en goed in het vraagstuk, dan zullen we die verantwoordelijke partij daarop aanspreken. Zo zijn de rollen verdeeld, hè? Ik zeg het misschien wat overdreven: het kan zijn dat we dolblij moeten zijn met tien mannen en erg ontevreden over twee vrouwen, omdat die twee vrouwen ons het leven in het centrum onmogelijk maken. Dus ik zeg, daar is het COA voor verantwoordelijk; zij weten dat wij echt oprechte en goed onderbouwde zorgen hebben. En nou, wij zullen in de bestuurlijke overeenkomst en in de twee uitwerkings-overeenkomsten ook die verantwoordelijkheid duidelijk aangeven. Ik hoop dat dat duidelijk is.