Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Welkom terug. We zijn nu weer bijeen met de volledige Raad voor het tweede deel van de rondetafelgesprek over de begroting. In de komende weken zullen we, zoals ik met de griffier heb afgesproken, met de fracties terugkomen op de evaluatie van het experiment dat we hebben uitgevoerd. Ik heb hier bij het bestuur al enkele observaties kunnen doen. Op het toilet hoorde ik iets – niet dat ik daar altijd mensen ontmoet – maar we kwamen elkaar daar toevallig tegen en hebben kort iets uitgewisseld. We zullen die ervaringen dus nog met elkaar delen om te beoordelen of het een geslaagd experiment was en of we het nog kunnen verbeteren.
Nu zijn we weer terug bij de volledige Raad. Alle vragen met betrekking tot het financiële deel zijn nog niet aan bod gekomen. Er is natuurlijk ook ruimte voor andere vragen, dus stel die gerust, met de bedoeling dat de fracties zich over twee weken goed hebben kunnen voorbereiden op de beschouwingen die we dan hebben in het debat op 18 oktober, als ik me de datum goed herinner.
Wat de procedure betreft, zoals we dat altijd doen, ga ik zo dadelijk kijken wie het woord wil voeren. Ik vraag u in de eerste ronde om u te beperken tot drie vragen. We gaan door tot alle vragen gesteld zijn, maar we eindigen niet later dan half elf. Is dat een goede afspraak? Laten we kijken of dat lukt. Goed, ik zie de eerste vinger. Ik begin gewoon bij de fractie van D66. Het woord is aan u, dank u wel.
Dank u wel, Voorzitter. Ik heb drie vragen. De eerste vraag betreft het uitvoeringsprogramma en het coalitieakkoord, waarin de ambities en bedragen gespecificeerd worden. Ik ga ervan uit dat deze bedragen ook gespecificeerd zijn in de begroting. Eigenlijk is dit meer een opmerking dan een vraag, maar ik zou toch graag van het college willen horen of zij ook in de toekomst, bijvoorbeeld bij de jaarrekeningen en toekomstige begrotingen, deze specificatie van de uitvoering in de begroting zullen opnemen. Dit zou een duidelijker beeld geven van de uitwerking van het een en ander.
De tweede vraag gaat over de lastendruk. In een eerdere vergadering is hier al enigszins op ingegaan. We zien dat de belastingdruk in 2023 behoorlijk hoog is. In het raadsvoorstel staat dat we in december nog een aangepast voorstel zullen krijgen over hoe we hiermee omgaan in 2023. Ik zou het college willen vragen om misschien alvast een tipje van de sluier op te lichten over wat we ongeveer kunnen verwachten in december.
De laatste vraag gaat over het weerstandsvermogen, dat net onder de norm van één zit. Er wordt een deel vanuit de reserves toegevoegd om uiteindelijk tot die norm van één te komen. Dit is een technische uitvoering om tot een stabiel weerstandsvermogen te komen. Mijn vraag is: gezien we te maken hebben met ongekend hoge inflatie en alles duurder is geworden, zijn de risico's en de hogere lastendruk richting de gemeente ook meegenomen in de verwachtingen omtrent het weerstandsvermogen?
Tot zover mijn drie vragen. Ik had ook nog twee vragen over de dienstverlening van de vorige ronde, maar die zal ik nu niet stellen.
In eerste instantie lijkt dat over te gaan. We hebben in 2019 een rekenkameronderzoek gehad. Dat onderzoek richtte zich vooral op de data en de beleving van de dienstverlening, en er zijn een aantal aanbevelingen door de Rekenkamer gedaan die ook geïmplementeerd zouden worden. Als het goed is, is het college destijds in 2019 daarmee aan de slag gegaan. Mijn vraag is hoe dat is uitgewerkt, ook in deze begroting. Ja, en dan de andere vraag over dienstverlening: we zien natuurlijk dat er behoorlijk wat gaat gebeuren op dat vlak als we de begroting zo lezen. De vraag die ik net had ingediend, is hoe we omgaan met mensen die minder digitaal vaardig zijn. Hoe worden zij uiteindelijk ook zo goed mogelijk bediend binnen onze gemeente? Dat betekent dus ook kijken naar de fysieke openingstijden. Hoe gaan we daarmee om in de komende jaren? Tot zover.
Tot zover, dank je, David. Boete van harte, D66. Ik ga naar Roel van Nieuwstadt van GroenLinks en daarna naar het Zeister Belang. Roel van Nieuwstad, bedankt.
Dank u wel, Voorzitter. Wij hebben ook drie vragen, en die gaan wij keurig netjes over drie personen verdelen. Het gaat om twee vragen die uit andere vergaderingen zijn blijven hangen, dus die nemen we hier mee naartoe. De eerste vraag die ik u wil stellen, gaat over de stelposten, effecten op de samenleving en lastenverlichting. Ik zou graag van het college willen horen op basis waarvan de bedragen voor die stelposten zijn bepaald. Hoe is de verhouding tussen die twee stelposten bepaald en wat gaat het college doen als al snel blijkt dat het gereserveerde bedrag ontoereikend is? Dat is vraag één. En dan geef ik het stokje over naar mijn collega Martine Folkersma.
Is dit een correcte verontschuldiging? Ja, deze vraag had ik eigenlijk bij de samenleving willen stellen. Laten we hem dan hier stellen. Kan het college ook aangeven of bij het evalueren of herijken van de cultuurvisie het atelierbeleid voor professionele kunstenaars wordt meegenomen? Dit is namelijk beleid dat tot nu toe eigenlijk volledig afwezig is geweest in de toch al wat verouderde cultuurvisie. Dus onze vraag is of daar vanaf nu wel aandacht aan wordt besteed.
Ja, en dan de derde vraag: in het coalitieprogramma staat dat we aan een circulaire economie werken. Samen met de samenleving stellen we een circulair actieplan op, en daarvoor is een bedrag genoemd van € 16.000 in 2023. In de daaropvolgende jaren wordt er geen bedrag genoemd. Als je kijkt naar de circulaire economie, dan komt daar zeer veel bij kijken. Dus de vraag is eigenlijk: op welke manier kunnen we de inzet op circulaire economie volgend jaar en in de jaren erna op een goede manier vormgeven, aangezien daar ook middelen voor nodig zijn?
Ja, dank u wel, Voorzitter. De eerste vraag is een financiële vraag met betrekking tot het weerstandsratio dat weer daalt. Het daalt onder de één, onder andere door een aantal meldingen uit de eerste bestuursrapportage. Tegelijkertijd wordt er ruim 1,5 miljoen toegevoegd aan de reserves. In de aankomende drie jaar zal door deze stijging het ratio weer boven de één uitkomen. Welke maatregelen stelt het college voor om dit ratio op peil te krijgen en te houden?
Dat is de eerste vraag. De tweede gaat over het dashboard. Ik probeer even te kijken of ik de juiste pagina kan vinden. Nee, er is geen pagina. Op het dashboard, bij de garanties en borgstellingen met betrekking tot de woningcorporaties, staat dat de signaalwaarde 275 miljoen is. Sorry, ik bedoelde 275 miljoen. En de corporaties hadden in 2021 een bedrag van 280,569 miljoen, dus 280 miljoen daaronder. In het diagram staat 'ruimte tot de signaalwaarden'. Maar als ik die twee gegevens met elkaar vergelijk, zou ik denken dat we juist een tekort hebben en geen ruimte over. Kunt u daar een toelichting op geven?
Vervolgens wil ik gebruikmaken van uw uitnodiging om ook minder financiële vragen te stellen met betrekking tot het coalitieakkoord, programma punt 9 'Samen zorgen voor veiligheid'. Er worden allerlei prachtige initiatieven aangedragen om Zeist veiliger te maken, wat zeer lofwaardig is. Alleen, hoe verhoudt dit zich tot wat de mensen thuis ervaren, doordat ze geen politie op straat zien en denken dat ze, als er iets gebeurt, eigenlijk op niemand een beroep kunnen doen? Ik zeg het heel algemeen, maar ik wil het graag verduidelijken met een voorbeeld. Mensen melden dat jongelui vannacht een aantal kliko's in brand hebben gestoken en dat de politie glashard zegt: "Ja, maar daar komen we niet voor."
Dank u wel.
U spreekt het keurig uit. Namens het Christen-Democratisch Appèl wil ik graag aan het college de volgende vraag stellen. Ja, het is even zoeken, want ik heb een heel lijstje met prachtige vragen, maar ik begin maar even met de eerste vraag die gaat over het uitvoeringsprogramma van het coalitieakkoord. In bijlage twee, op pagina 12, staat het volgende: "We hebben inzicht in de kwalitatieve en kwantitatieve effecten van de geboden zorg, van preventief tot curatief. We investeren in meer inzicht in doelen en kosten." En nu kunt u het verder allemaal doorlezen. Ik had heel graag willen weten wat hier nu staat en wat u nu gaat doen. Want er staat wel vier keer een bedrag van € 85.000 achter. En voor het Christen-Democratisch Appèl uit Zeist is het niet helemaal te volgen wat hiermee bedoeld wordt. Maar ik ben blij dat anderen het wel begrijpen; graag zou ik echter voor de luisteraars thuis misschien ook nog een korte toelichting willen.
De tweede vraag is dat ik uit de eerste sessie van 07:30 uur heb begrepen dat, als het gaat om de minima, het college bereid is een indexering van 50% toe te passen, hetgeen reeds in opdracht is vanuit onze gemeenteraad. De landelijke regelingen worden doorgevoerd zoals het rijk voorstelt, en dat zijn opdrachten vanuit het rijk. Nu doet u een onderzoek naar de U-pas en verder lees en hoor ik dat er aangegeven is dat er geen verdere extra's voor de minima in deze begroting staan. Mijn vraag aan het college is of u nog bereid bent hierover na te denken, naar aanleiding ook van het debat dat we gevoerd hebben in de afgelopen raadsvergadering, waarin velen van de fracties hebben gezegd dat bij de begroting gekeken zou worden wat er nog extra zou kunnen gebeuren voor de minima in Zeist. En vooralsnog vind ik dat niet terug.
De derde vraag die ik heb, gaat over hetzelfde document, bijlage twee van het uitvoeringsprogramma van het coalitieakkoord, dat op pagina 10 staat. En dat gaat over "We bouwen via 1000 woningen." Wie dan ook, we zijn er. En daar staat bij: er is een onderverdeling van drie stuks in, en de tweede is "realiseren nieuwe woonwijk bij het station Driebergen-Zeist". En daar staat voor het jaar 2023 en 2024 tweemaal een bedrag van € 250.000 opgenomen. Ik zou van u graag willen weten waar dat bedrag voor bestemd is en of dat bedrag enige relatie heeft met wat op pagina 23 staat. En dat is het forse bedrag dat eruit springt als het gaat om organisatieontwikkeling dan wel de uitwerking van budgetten. Dus het CDA vraagt zich af of er geen dubbeling in dat stuk zit, als het hier om FTE gaat, maar anders zou ik heel graag willen weten wat u met die € 500.000 in de aankomende twee jaar gaat doen. Tot zover.
Ja, dank u wel, voorzitter. Vandaag staat in de nieuwsbode dat de druk op de voedselbank is toegenomen. In deze begroting wordt het woord 'armoede' twee keer genoemd. Daaruit volgt mijn vraag, in lijn met de vraag die het CDA stelt: Welke concrete extra maatregelen wil het college treffen om de armoedeval te voorkomen? Is het niet zo dat snelle en urgente maatregelen noodzakelijk zijn? En horen die niet thuis in de begroting van 2023?
Mijn tweede vraag is: Groen is als goud, voorzitter. Dit komt niet meer voor in de begroting. Betekent dit dat het college afziet van bouwen en dat groen voor 4000 woningen staat? Betekent dit dus dat er ook in ons groen gebouwd gaat worden?
En de derde vraag gaat over afval. De begroting van 2016 kende een uitgavenpost van 5.402.023 euro. Deze begroting kent een last voor onze inwoners van 10 miljoen wat afval betreft. Is dat volgens het college toelaatbaar? Hoe ervaart het college deze post als u die zo beschrijft? Een bijna verdubbeling in iets meer dan 5 jaar. Voelt het college zich bij deze post ongemakkelijk?
Voorzitter, dank u wel. Ja, samen met D66 hebben ook wij geconstateerd dat de belastingdruk dit jaar fors boven de signaalwaarde uitkomt. Tegelijkertijd zie ik in de stukken dat het college in december met aanvullende maatregelen komt, althans dat daardoor de lastendruk mogelijk zou kunnen zakken. Ik zou nog een stapje verder willen gaan. Ik zou het college willen vragen om nu, of in ieder geval in de beschouwing in december, het effect mee te nemen van het eventueel niet door laten gaan van de extra stijging van 3% OZB. Dat is vraag één.
Vraag twee gaat over het risicobeheer. Er is een mooie bijlage met een top 10 van risico's in de stukken gevoegd, en ik lees daarin bij een van de paragrafen dat met name achterstallig onderhoud in parkeergarages te wijten is aan lekkageproblematiek, maar mogelijk ook de kans op toekomstige betonrot met zich meebrengt. Twee vragen: is de situatie daar nog veilig? En ten tweede, is de stelpost die daarvoor is opgenomen, of eigenlijk het financiële risico, wel toereikend?
En een derde vraag, die eigenlijk een beetje aansluit bij wat de heer Beter al gevraagd heeft: dat betreft de kostenstijging die we op dit moment zien. Ik zie deze niet terug in de top 10 van risico's, maar het zou misschien wel als zodanig gekenmerkt moeten worden. Graag een beschouwing op dat punt. Dank u wel, hartelijk.
Dank u wel, Voorzitter. Om deze materie goed te begrijpen, ga ik soms gewoon eens even meerekenen. En dan, ja, dan weet ik zeker of ik het snap. Vervolgens ga ik naar de benchmarks, dashboards en stabiliteitscriteria. Dan ga ik rekenen, en bij Zeist deel ik 6,4 door 6,8, en dan kom ik uit op 0,95. Dat klopt. Dan ga ik door naar Veenendaal en doe ik precies hetzelfde: 27,5 gedeeld door 12,4, en ik kom op 2,2 uit. Maar dan ga ik door naar Soest, en daar moet ik 13,6 delen door 5,6. Als ik hetzelfde doe, zou ik onder de nul uit moeten komen, maar hier staat 2,4, en dan begrijp ik het niet meer. Of dit is een fout, dat kan ook.
Het was even de vraag, de tweede is: Het ziet er toch wel heel erg naar uit dat de verhuurdersheffing per 1 januari wordt afgeschaft. Waarom bieden wij dan nog ruimte om een deel van de sociale woningvoorraad te verkopen? Dat is toch niet meer nodig, want in beginsel zouden de woningbouwverenigingen dan voldoende geld over moeten hebben om te investeren. Dank u wel.
Op pagina 43 wordt iets moois verteld over het Ondernemersplein. Dit is een groep ambtenaren die heel dicht bij de ondernemers staat. Op dezelfde manier zien we dat wijkmanagers dicht bij de burgers staan, wat enorm gewaardeerd wordt. Echter, er staat ook veel druk op deze groep ambtenaren. Ik vraag me af hoe het college haar rol als goede werkgever ziet voor het komende jaar en of het college mogelijkheden ziet om deze groep ambtenaren misschien wat extra capaciteit te geven.
De zin zoals gegeven is niet alleen grammaticaal incorrect, maar mist ook een duidelijke structuur en samenhang. Om de zin grammaticaal correct te maken, moeten we aannames doen over de bedoeling van de spreker. Hier is een poging om een grammaticaal correcte zin te vormen, gebaseerd op de gegeven woorden:
"Voorzitter, ik, Roy Luca uit Zeist, wil nu het punt maken dat de ploeg van ChristenUnie en SGP kan."
Let op dat deze zin nog steeds niet erg duidelijk is, omdat de context ontbreekt. Het is mogelijk dat de zin nog steeds niet logisch is zonder verdere informatie over wat de spreker probeert te zeggen.
Voorzitter, dank u wel. Voorzitter, ik heb twee vragen, en vervolgens heeft Esther er nog een. De eerste vraag die ik graag wil stellen, betreft de versnellingsopgave voor versnelde woningbouw. Waarom kunnen we ons afvragen of er een nieuwe mogelijkheid is geschapen? Ik wil weten of we dit in Zeist gaan toepassen, of dat het college al kennis heeft genomen van het feit dat er tijdelijk versnelde woningbouw gerealiseerd mag worden in de vorm van modulaire woningbouw. Deze is toegestaan voor een periode van 10 tot 15 jaar en kan mogelijk daarna als permanent worden beschouwd, of, als het niet meer nodig blijkt, modulair ontkoppeld en teruggebracht worden. Dit schijnt nu al door verschillende gemeentes opgepakt te worden. Ik ben benieuwd of wij dat ook gaan doen, dus dat hoor ik graag van het college.
Dan de tweede vraag, voorzitter, en ik wil hem hier toch stellen, betreft onze organisatie. We hebben te maken met een groot personeelsverloop en we doen ook heel erg ons best om vacatures in te vullen. Maar kunnen wij borgen dat wij de aanvragen van onze inwoners en bedrijven nog optimaal kunnen bedienen, zeker in het kader van de subsidieregelingen en dergelijke? Dat hoor ik ook graag. Dat wilde ik graag aan mijn collega vragen.
Dank u wel, voorzitter. Over pagina 115, het gaat over Dijnselburg, hebben wij een vraag. Wij hebben gezien dat er kleinschalig onderhoud gepleegd gaat worden. Onze vraag hierbij is eigenlijk: hoe staat het met het grootschalige onderhoud bij Dijnselburg?
Er zijn al heel veel vragen gesteld, nietwaar? Ik zal even rondkijken, ja, dan kunnen we, denk ik, naar het college gaan. Dan kunnen we meteen overgaan tot de beantwoording. Ik kijk jullie even aan; willen jullie het voortouw nemen om de volgorde te bepalen? Walter van Dijk, begrijp ik?
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik zal de onderwerpen in volgorde aflopen, zoals ze naar voren zijn gekomen, voor zover ik het gevoel heb dat ze tot mijn domein gerekend kunnen worden. Mocht ik dat laatste mis hebben, dan word ik wel op de vingers getikt of aan de oren getrokken. Ik begin bij de vraag van D66 over het uitvoeringsprogramma: kan dat nu apart en in de toekomst integraal gepresenteerd worden? Dat lijkt me een heel terechte vraag. Voor nu leek het ons beter voor de inzichtelijkheid om de primitieve begroting eerst te presenteren. Dus, hoe staan we ervoor, gegeven vooral de meicirculaire waar we bij de kadernota over hebben gesproken? Die heeft een enorme impact op onze financiële situatie. Daarna willen we alle ontwikkelingen laten zien waar sprake van is, waaronder het feit dat we een coalitieprogramma hebben dat is vertaald in een uitvoeringsprogramma. Dus je ziet in eerste instantie hele grote bedragen en vervolgens zie je allerlei bestedingen. En u heeft helemaal gelijk dat deels dezelfde zaken in de begroting en in het uitvoeringsprogramma voorkomen. Uiteindelijk komt dat op inhoud bij elkaar. Kort en goed, als de begroting meteen in november goedgekeurd zou worden, inclusief het uitvoeringsprogramma, dan is dat een reden om de zaken weer in elkaar te schuiven. Dan zullen we proberen om het uitvoeringsprogramma ook zodanig apart te labelen dat het zichtbaar blijft, maar wel op een integrale manier wat staand beleid is en wat nieuw beleid is. We willen dit ook in de berap doen, of dat lukt moeten we nog even bekijken, maar in die zin is herkenbaar wat u vraagt.
De tweede vraag die u stelde, ging over de lastendruk. We zitten op dit moment op een te hoog percentage, kijkend naar de waardes die we in de nota stabiliteitscriteria hebben opgenomen: 111%. Dus dat constateert u terecht. Het is ook zo dat we in de begroting een bedrag van €500.000 hebben opgenomen voor lastenverlichtingen, zoals al werd genoemd vanavond. Daar kom ik zo meteen nog op terug. In december zullen we een voorstel presenteren, althans, in december staat het op de agenda van het raadsvoorstel. U zult eerder zien over de invulling daarvan en we verwachten dat we daarmee in ieder geval een stap in de goede richting zullen zetten. Los daarvan is de afspraak dat, als we boven die signaalwaarden uitkomen, er een gesprek plaatsvindt, in eerste instantie met de auditcommissie. Dus ook dat gaat hoe dan ook plaatsvinden en dat zal in december aanstaande zijn.
En dan het derde punt, dat gaat over de weerstandsratio. Wethouder, een...
David Boeddha, dank u, voorzitter, en dank ook aan de wethouder voor het antwoord. Het is fijn dat het voorstel er inderdaad in december gaat komen. Waar ik vooral benieuwd naar ben, is wat er gebeurt in de samenleving met de energielasten en wat dat op dit moment doet. Kunnen we ervan uitgaan dat er ook een voorstel gaat komen dat waarschijnlijk uitvoering zal krijgen in 2023? Hoe ziet dat er dan uit? Maar wat kunnen we verwachten? Dat is eigenlijk meer de vraag.
Ja, dat raakt zeker niet alleen diegene die 500.000 zien; daar zien we natuurlijk nu al allerlei ontwikkelingen. Met name het rijksbeleid is deze week in een stroomversnelling gekomen, zowel richting inwoners als gisteren ook richting ondernemers, dus ook richting het MKB, is er nu veel meer perspectief. Vervolgens proberen wij dat vanuit onze lokale verantwoordelijkheid eigenlijk redelijk vergelijkbaar met hoe we dat met corona hebben gedaan, daarop aan te vullen, waar dat nodig is, in ieder geval door goed in zicht te hebben waar inwoners, maar ook ondernemers en ook verenigingen en dergelijke tegenaan lopen en in welke mate zij geholpen zijn met het rijksbeleid en wat er dan aanvullend nog lokaal nodig is. Dus dat zullen we zeker doen. En in de begroting zitten een paar stelposten waar we, zoals gezegd, in december op terugkomen. Verder noemde u, en ook de VVD en ik geloof nog een of twee andere partijen, het feit dat we in ieder geval met inflatie te maken hebben en dat dat hoe dan ook invloed gaat hebben op deze begroting. Daar hebben we op geanticipeerd. Er zitten twee stelposten in, van elk 3 miljoen in 2023 en een in 2024. Dat is bedoeld om te anticiperen op het feit dat we, bijvoorbeeld als het gaat om de gemeentelijke gasrekening, zeker weten dat die hoger zal liggen. We hebben het eerder in de Raad ook gehad over dat contract dat wij op dit moment nog met Gasbron, of inmiddels heet dat CV, hebben. Dat eindigt eind dit kalenderjaar. Hoe dan ook was dat eind dit kalenderjaar geëindigd, even los van de oekaze die een paar maanden geleden op ons afkwam. Daar loopt dus een nieuwe aanbesteding voor. Eind deze maand komt daar meer duidelijkheid over, maar ja, gegeven wat we weten zal dat aanzienlijk hoger uitkomen, dus daar is op geanticipeerd. Dat is een voorbeeld van de zaken die vallen onder die twee stelposten: de ene dus 3 miljoen in 2023, de andere 3 miljoen in 2024. En vanuit de primitieve begroting ga je dus via dat uitvoeringsprogramma, maar ook via dit soort zaken, uiteindelijk naar het saldo wat helemaal onderin het raadsvoorstel te vinden is. Ter...
Op dit punt heb ik nog een aanvullende vraag: heeft dit inderdaad ook betrekking op datgene waar de wethouder zegt rekening mee te houden? Betreft het ook de investeringen die we bijvoorbeeld doen in sportaccommodaties, waar we de afgelopen jaren hebben gezien dat er in normale tijden soms ook sprake is van enorme uitschieters? Ik zie dat u knikt, dus ik neem aan dat dit het geval is.
Dat jaar was het antwoord op een andere vraag, maar het antwoord is wel 'ja', dus dat zit daar zeker in. Of dat genoeg is, is natuurlijk zeer de vraag, hè? Dus ik kan niet vooruitlopen op de uitkomst van die aanbesteding, maar dat we het hiermee gaan redden, zou me eerlijk gezegd verbazen. Dus in die zin hebben we er wel op geanticipeerd, maar het is wel een inschatting die twee keer drie miljoen bedraagt. De inflatie gaat op dit moment zo ontzettend hard dat het buitengewoon onzeker is, en die aanbesteding, bedoel ik, is ja, maar een van de vele factoren die uiteindelijk qua inflatie de begroting beïnvloeden.
Even kijken, want dat was ook uw derde vraag. Die ging over het risico van inflatie: is dat meegenomen in de begroting? Ja, dat is dus tot op zekere hoogte meegenomen. Dan, GroenLinks, die stelposten over de stelpost samenleving, zal collega Hoogstraat denk ik ingaan over de andere stempels. Die 500.000, net al aangegeven, dat komt als voorstel nog apart naar de raad toe. Daar hebben we iets meer tijd voor nodig, en de vraag was ook van, wat is ja? Als dat ontoereikend is, ja, dan komen we opnieuw met een voorstel naar de raad toe. Op dit moment is er nog geen aanleiding om dat aan te nemen. Maar ja, er zijn heel veel onzekerheden in onze omgeving, dus ik vind het een terechte vraag.
Dan de vraag over circulaire economie. Daar is €60.000 voor opgenomen voor komend jaar, en dan was de vraag van de heer Van Vliet van, hoe zit dat dan met de jaren daarna? Nee, eerder in de sessie hiervoor had ik het nog even over die allerlaatste regel in het uitvoeringsprogramma, dat €720.000 in de jaren '24, '25, '26 in totaal dus ruim twee miljoen is. En dat is precies voor dit soort zaken, dus je gaat in 2023 een aantal zaken onderzoeken, een aantal zaken verkennen die dan tot de conclusie leiden dat je daar iets mee wilt of niet, maar als je er iets mee wilt, ja, dan zijn er middelen voor nodig. En dan gaan we putten uit die €720.000 die over die drie jaren beschikbaar is.
Dan spring ik, denk ik, door naar Zeister Belang. Ook over de weerstandsratio, nou, deel al genoemd. We zien dus dat we inderdaad onder de 1.0 zakken. Daarvoor volgt er een dotatie, zodat we weer op die 1.0 zitten. Dat zit in de begroting. Het is ook zo dat bij dat dat eerder met de raad is afgesproken dat we doorgroeien naar een ratio van 1.2, dus dat vereist een aanvullende dotatie. Ook die zit in dit voorstel, dus als de raad dit raadsvoorstel zou aannemen in november, dan betekent dat dat we doorgroeien naar een ratio van 1.2. En dan...
De zin "Niet van kippersluis even bij Interruptie toe. Ja." is grammaticaal incorrect en lijkt ook inhoudelijk niet logisch. Het lijkt erop dat er een aantal typfouten of verkeerd gekozen woorden in de zin staan. "Kippersluis" is geen bekend Nederlands woord, en "Interruptie" wordt meestal gebruikt in de context van een onderbreking, vaak in een debat of gesprek.
Als we ervan uitgaan dat de zin een poging is om iets te zeggen over een onderbreking of interruptie, dan zou een grammaticaal correcte zin kunnen zijn:
"Sta mij toe even te interrumperen. Ja."
Deze zin is grammaticaal correct en zou kunnen passen in een context waar iemand toestemming vraagt om iets te zeggen of een gesprek te onderbreken. De toevoeging "Ja" aan het einde van de zin kan een bevestiging zijn, maar zonder meer context is het moeilijk te bepalen wat de oorspronkelijke bedoeling van de zin was.
Nee, we hadden die middelen niet uit de algemene reserves gehaald. Normaal gesproken kijken we naar de jaarrekening, waarbij we ons afvragen wat het resultaat over een bepaald jaar is en vervolgens een bestemming aan dat resultaat geven. Dat kan ook heel goed de bron zijn van zo'n notatie en hoeft niet per se ten koste te gaan van de algemene reserve. Het is natuurlijk wel zo dat de algemene reserve en de weerstandsreserve een bepaalde relatie met elkaar hebben. Dus in die zin maakt de raad ook keuzes. We zouden ook kunnen kiezen, wat we op dit moment nog niet doen, om een deel van de algemene reserve te verhuizen naar de weerstandsreserve. Dat kan ook een manier zijn om de weerstandsratio op te hogen. Wat betreft uw tweede vraag...
Ja, dank u, voorzitter. Mag ik een vraag stellen daarover? Waarom is de keuze gemaakt om dat in 2023 met 167.000 te doen en in 2024 en 2025 met 7.000? Waarom is dat opgerekt naar drie jaar?
Ja, dat heeft te maken met wat ik zojuist probeerde te beschrijven. We zien dus dat we onder de 1.0 zakken. Dat eerste bedrag is bedoeld om ons naar een doel te tillen. En...
Dat had gekund? Wij hebben de afspraken met de Raad zo geïnterpreteerd dat we naar die 1,2 kunnen doorgroeien. Als u daar anders over denkt, staat het u natuurlijk vrij om daar een voorstel voor te doen. Zijn belang had het ook over de grondstellingen voor coöperaties. Dat klopt, we gaan daar over de signaalwaarde heen. Dat is misschien niet helemaal goed inzichtelijk gemaakt in dat taartdiagram, maar het is wel een punt van aandacht en daar zijn we mee bezig. Dan kom ik bij het CDA, dat ging over... Ja, dat ging over pagina 12 van het uitvoeringsprogramma. Nee, maar daar was u bij. We hadden natuurlijk een sessie over het sociaal domein, maar blijkbaar is die koppeling niet tot stand gekomen. We hebben echter een sessie gehad over sociale balans, wat gaat over allerlei zaken, maar zeker ook over de wijze waarop we inzicht krijgen in de doelen die we willen bereiken in het sociaal domein, de resultaten die we daarvoor moeten behalen en de prestaties die daarvoor nodig zijn. Het inzichtelijk maken van die doelen, resultaten en prestaties, dat is het programma waar het hier over gaat. Dat zijn de functies waar u online bij was, dus dat kan de verklaring zijn. Maar dat is het programma waar deze bedragen, die vier keer € 85.000 bedragen, over gaan. De eerste factsheets zijn ook inmiddels beschikbaar. Daar heb ik toen al een tipje van de sluier over opgelicht, dus u heeft daar mogelijk al een klein beeld van gekregen. Maar de verdere ontwikkeling van dat instrument, dus het instrument van factsheets, die laten zien hoe het ervoor staat op het niveau van doelen en resultaten, maar ook waar het gaat om de kosten en de opbrengsten, bijvoorbeeld van het sociaal domein en meer specifiek de jeugdzorg en de Wmo. Dat laten we zien. Twee keer per jaar is de insteek: een keer voorafgaand aan de kadernota en een keer voorafgaand aan de begroting, zodat het gesprek met de Raad over kadernota en begroting ook over de juiste onderwerpen kan gaan. En tenslotte zou ik daarover willen opmerken, wat ik ook in die sessie heb gedaan, dat er een relatie zit met de ontwikkeling van de P&C-cyclus en meer specifiek de beleidsindicatoren. Deze ontwikkeling, dat willen we naar elkaar toebrengen, zodat het uiteindelijk over dezelfde indicatoren gaat.
Ja, dank u voor uw antwoord. Er staat waarschijnlijk ook een verkeerde naam vermeld, maar ik heb wel begrepen dat we een nieuw overzicht krijgen. Dus het is fijn dat u dit heeft beantwoord. Ik moet u echter zeggen dat het voor iemand die zo'n sessie niet heeft gevolgd, onleesbaar is wat hier staat. Wellicht is het dus toch handig om goed uit te leggen wat u precies gaat doen voor die vier keer € 85.000, want ik kan me voorstellen dat u voor het inregelen en opzetten daarvan één keer € 85.000 nodig heeft, waarvan u waarschijnlijk al een voorschot heeft genomen, aangezien u het al heeft laten zien hoe het eruit gaat zien. Daarom is het voor mij nog steeds onduidelijk waarom er voor vier jaar lang € 85.000 gereserveerd staat, wethouder. Ja, misschien...
Een paar dingen over die recente sessie aan de ene kant. Deze is inderdaad door een deel van de Raad bijgewoond. Dat was voor ons ook de reden om daar een Raadsinformatiebrief (RIB) voor op te stellen. Deze ligt, denk ik, komende dinsdag voor bij het college en zal dus in de loop van de komende week naar de Raad toe komen. Dan leggen we uit waar we staan met betrekking tot het sociale aspect en de balans, en zeker ook wat er tijdens die sessie is gepresenteerd. Dan zullen we, denk ik, ook al de eerste resultaten kunnen tonen. En uw vraag over het budget heeft vooral te maken met het feit dat we op het gebied van data-analyse op dit moment competenties missen in de organisatie. Dus wij willen investeren in kennis en kunde die we in huis willen hebben. Dat is nodig om hier een structurele inbedding aan te geven, en die €85.000 is nodig om in feite een data-analist daarvoor aan te kunnen trekken.
De afronding door Fluitman is aan de orde, dus ik begrijp dat het hier ook om capaciteit gaat. We hebben hierover in een voorsessie met het bestuur gesproken. Is het mogelijk om een overzicht te maken van de extra capaciteit die nu in deze begroting wordt gevraagd? Het is voor mij een puzzel waar ik de benodigde capaciteit vandaan moet halen, of dat ik zelf een beeld moet vormen. Het lijkt te gaan om FTE's of om externe inzet, of iets dergelijks. Ik zou het erg op prijs stellen als er nog voor de behandeling van de begroting een overzicht beschikbaar komt, waarin duidelijk wordt uit welke posten er gesproken wordt over extra inzet, met name van FTE's.
Hier is een grammaticaal gecorrigeerde versie van de tekst:
Er is een overzicht dat nog niet met de Raad is gedeeld, maar we kunnen toezeggen dat dit over de hele linie uitgesplitst beschikbaar gesteld kan worden. Ik ga er ook vanuit, tenzij er tegenbericht komt, dat dit gewoon voor het debat beschikbaar zal zijn. U merkte op dat er een verkeerde naam in het overzicht staat, en dat is correct. Waar 'mevrouw Hoogstra' staat, zou mijn naam moeten staan. Dan ga ik door naar de VVD en de kwestie van de lastendruk. Er werd niet zozeer een vraag gesteld, maar meer een suggestie gedaan om de OZB-verhoging van 3% te laten vervallen als onderdeel van de besteding van die €500.000. Zoals gezegd, we komen in december met een voorstel naar de Raad voor de invulling van die €500.000 lastenverlichting, en daar zullen we uw suggestie in meenemen als overweging, maar wat u uiteindelijk terugziet, valt nog te bezien, want we hebben daar nog wat tijd voor nodig. Wat betreft de kostenstijgingen, die heb ik al in antwoord op D66 beantwoord: we hebben daar tot op zekere hoogte op geanticipeerd. Eerlijk gezegd hebben we daar ook gewoon financieel de ruimte voor. Dus de stelposten van 2 keer €3 miljoen heb ik genoemd. Daarnaast hebben we een 'dakpannensysteem', wat technisch te ingewikkeld is om hier op in te gaan, tenzij u daar meer over wilt weten. We hebben ook nog €1,9 miljoen, wat ook te maken heeft met voorziene kostenstijgingen. Al met al zijn het aanzienlijke bedragen en tegelijkertijd, zoals gezegd, zijn er onzekerheden. Zeker aan de inflatie- en energiekant zijn er factoren van dien aard dat we niet de illusie hebben dat we hiermee alles kunnen afdekken, maar we zijn voorzichtig en gaan op die manier met deze zaken om.
Hartelijk dank, voorzitter. Nee, dat is op zichzelf helder. Maar de onderliggende vraag was eigenlijk waarom dit dan niet als risico wordt gesignaleerd en in de risicotop 10 thuishoort. Is dat dan vooral omdat het zich nog niet concreet voordoet, althans niet concreet genoeg?
Dat heeft vooral te maken met het feit dat we een inschatting maken van wat wel of niet een risico is. Op het moment dat je een risico ziet en in dit geval een stelpost opneemt, dan is het een risico. Maar het is wel een gecalculeerd risico en er is een stelpost aan gekoppeld, dus dan hoef je het in die zin niet meer op te nemen. Het is absoluut een risico in algemene zin, maar de risicotabel waar u op doelt, die top 10, is gekoppeld aan de weerstandsratio en dan gaan we ermee om, ja, zoals ik dat net probeerde te beschrijven.
Dan naar de Partij van de Arbeid, mevrouw Breddels, die had zitten rekenen en u kunt goed rekenen, kan ik zeggen, want het klopt wat u zegt. Soest staat er verkeerd in, dus dat gaan we corrigeren en we zullen een gecorrigeerde versie naar de Raad sturen.
En de verhuurdersheffing, om mevrouw Hofstra te beantwoorden, ja, dat klopt.
Dan de ChristenUnie, waar werd gevraagd – ik weet eigenlijk niet waarom – maar waar werd opgemerkt dat het ondernemersplein op dit moment onder druk staat, en dat herkennen we. We hadden het ook in de vorige sessie over de dynamiek op dit moment in bijvoorbeeld de winkels. Er zijn bedrijven die weggaan, maar ook gelukkig heel veel bedrijven die naar Zeist toe komen. We proberen inderdaad vanuit het ondernemersplein een goede relatie te onderhouden met alle winkels en ook alle bedrijven in Zeist. Vanmiddag hebben we nog een sessie gehad voor allerlei organisaties in de toerisme- en recreatiesector, ook door ons georganiseerd. Dat is ook een reden geweest om in de begroting te kijken naar de mogelijkheden om tot een formatie-uitbreiding te komen. Nou, die mogelijkheden hebben we gevonden en er zit in de begroting, of beter gezegd, in het uitvoeringsprogramma, een FTE extra gekoppeld aan het ondernemersplein, dus in die zin wordt u op uw wenken bediend.
Bedankt voor het antwoord, team. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor de wijkmanagers. Er is een groep ambtenaren die natuurlijk heel goed contact onderhoudt met burgers en ondernemers, heel dichtbij. Deze mensen vertegenwoordigen eigenlijk ook een vorm van participatie, dus daarvoor geldt hetzelfde: een groep ambtenaren die misschien wat meer capaciteit zou kunnen krijgen.
Het is goed om te horen dat u het werk van hen ook waardeert, aangezien wij het dagelijks als buitengewoon belangrijk beschouwen. Het fungeert als een brug tussen de gemeentelijke organisatie en de inwoners, en vice versa. Echter, tenzij ik het verkeerd zie, hebben we op dit moment niet het beeld dat dit een knelpunt vormt. Dus in die zin ligt er nu geen concreet voorstel, maar we nemen uw signaal zeker mee.
Dank u wel, voorzitter. Even kijken. Ik had, volgens mij, nog een aanvullende vraag van GroenLinks over de stelpost. En over de 350.000 euro: waar wordt die voor ingezet? Dat is inderdaad bedoeld om extra ruimte te creëren voor maatwerk rondom de minima, om bijvoorbeeld extra bijzondere bijstand te verlenen aan gezinnen die in de knel komen. Wat gebeurt er als dat niet genoeg is? Dat zullen we natuurlijk blijven monitoren en eventueel komen we bij u terug met een extra voorstel.
Verder had GroenLinks de vraag of er in de herijking van de cultuurvisie ook plek is voor een atelierbeleid. Ja, atelierbeleid is ook in de provincie een aandachtspunt, met name goede en duurzame atelierruimtes. Het komt vaak voor dat kunstenaars tijdelijk in lege schoolgebouwen terechtkomen en veel moeten verhuizen. We zijn dus op zoek naar mogelijkheden om atelierruimte structureler en duurzamer vorm te geven. Dit wordt ook op provinciaal niveau opgepakt en wij zijn van plan om dit een plek te geven in de cultuurvisie.
Dan kom ik bij de vraag van het CDA. Nou ja, het is een herhaling van de vraag die ook bij de Commissie Samenleving is gesteld. Daar werd de conclusie getrokken: is dit nou alles wat we doen? Zonder in herhaling te vallen van afgelopen dinsdag: kijk, het Rijk doet al heel veel voor de minima. Dat is sowieso al heel goed, want dat was hard nodig en zij zijn verantwoordelijk voor de grote generieke maatregelen. Daar bovenop hebben wij bijvoorbeeld 500.000 euro extra gereserveerd voor maatwerk en extra ondersteuning via de bijzondere bijstand. Dat hebben we nu al gereserveerd, evenals een extra 25.000 euro voor communicatie.
We zijn bezig via het Cultuurfonds, want we zien daar signalen binnenkomen dat bijvoorbeeld ouders niet meer het geld hebben voor het zwemdiploma B. Dus we hebben ruimte gegeven om te zorgen dat kinderen kunnen doorgaan met zwemmen en het B-diploma kunnen halen. De voedselbank heeft een verruiming van de vergoeding gekregen en wij hebben onze vergoeding daarop aangepast. Stichting Leerkansen heeft een verruiming van de hardheidsclausule tot 20% gekregen, waarvoor we geld hebben gereserveerd. Dat is allemaal geld dat we nu uitgeven, en we hebben 600.000 euro staan om te besteden aan de plekken waar het nodig is. Daarnaast hebben we eenzelfde stelpost voor volgend jaar gereserveerd om gericht geld te kunnen besteden aan de groepen die dat nodig hebben. Dat is dus bijna 1 miljoen euro voor de minima om te ondersteunen waar de nood het hoogst is, bijvoorbeeld om duurzaam door te gaan met sport en cultuur voor gezinnen. Dat is gericht geld en dat is nodig. We hebben eigenlijk niets aan een 'schot hagel' door gewoon geld naar de minima te sturen, zoals bijvoorbeeld die 200 euro extra toekennen, want daarmee bereik je niet de mensen die het echt nodig hebben.
Ja, dank u wel. Het was de bedoeling om die discussie over die € 200 te voeren, want het is heel duidelijk gebleken dat politieke partijen daar niet voor waren. Maar het gaat mij erom voorop te staan. Tijdens die discussie is wel aangegeven dat wij dat bedrag bij de begroting zouden kunnen terugvinden. U noemt nu een bedrag van € 600.000. Als u mij even kunt aanwijzen waar het staat, dan ben ik tevreden. Ik kan die € 600.000 echter niet vinden.
Ik wil aangeven dat dit het bedrag is dat we op dit moment inzetten om steun te bieden en het maatwerk te leveren dat we uitvoeren. In die RIB staan geen bedragen, maar dit is wel het bedrag dat gekoppeld is aan alles wat we uitvoeren. Daarnaast hebben we nu in de begroting een stelpost; met het voorstel dat we in december doen, geven we ook aan hoe we de volgende zaken willen vormgeven, uitgaande van een concrete vraag.
Kunt u mij aanwijzen waar die € 600.000 ook voor volgend jaar staat? Zo ja, dan zie ik dat graag schriftelijk tegemoet. Zo niet, dan zullen we het er in het debat met elkaar over hebben.
Op dit moment staat dus vast dat de middelen voor de begroting bestaan uit een stelpost van 350.000 en een indexering van 150.000 voor het terugontvangen van geld.
Regeling: Ik wil graag weten op welke pagina's staat dat het bedrag 550.000 is en niet 600.000. Dus, ik wil heel concreet weten wat u nu heeft verteld. Waar kan ik dat vinden?
Het raadsvoorstel betreffende de prijsstijgingen? Daarvoor zijn de stelpost en de indexering van 600.000 euro bedoeld. Dat is niet opgenomen in de begroting. Dat is voor dit jaar. We kunnen dat financieren vanuit de bestaande budgetten.
Dank u wel, Voorzitter. Voorafgaand aan deze vergadering hebben we ook een Teams-meeting gehad. Toen heb ik heel nadrukkelijk de vraag gesteld: die 8,5 ton, is dat iets wat bijzondere bijstand is, of is dat iets extra's dat helemaal niets met die bijzondere bijstand te maken heeft? Want voor zover ik het begrijp, is de bijzondere bijstand een redelijk limitatieve opsomming van wat er uitbetaald kan worden, zoals een woonkostentoeslag – ik noem maar iets. Dat is één punt, en ik hoor nu eigenlijk de wethouder iets anders zeggen.
Maar een tweede punt is dat ik ook de heer Van Dijk heb gehoord over deze post lastenverlichting in het kader van de OZB die omhooggaat. Misschien moeten we daar iets mee doen, maar dan hebben we het, denk ik, niet meer over de minima. Dus dan vraag ik me af: waar gaat dat half miljoen naartoe? Gaat het naar de minima, of gaat het naar mensen die helemaal geen minima zijn, maar voor wie de OZB misschien wel een beetje onredelijk hoog is? Ik weet het niet, maar ik wil het wel heel graag weten.
Als ik heel even mag reageren op de laatste vraag van mevrouw Breddels. Er is een bepaalde volgorde in de cijfers die genoemd zijn, zoals de 350.000 waar ook het CDA naar vroeg, en de 500.000 die vermeld staan in tabel nummer 7 op pagina 6. Op dit moment hebben we de uitwerking daarvan nog niet klaar, dus ik zou dat graag een keer toelichten. We zullen hier in de komende weken op terugkomen, zodat dit in ieder geval op de raadsagenda van december kan komen voor besluitvorming. In de raadsvergadering van november gaat het puur over het vaststellen van de bedragen voor de uitwerking. We hebben gewoon iets meer tijd nodig en ook een goed gesprek met de raad is vereist. Daarin zult u zien hoe wij van plan zijn om bijvoorbeeld die 500.000 euro aan lastenverlichting te besteden. De VVD heeft daar een suggestie voor gedaan. U zou ongetwijfeld op dezelfde suggestie uitkomen. Nou, dat denk ik eigenlijk niet, maar ongetwijfeld op een andere. Er zal een keuze gemaakt moeten worden en daarvoor hebben we iets meer tijd nodig om u een voorstel te kunnen doen. Dus een vervolg komt spoedig.
Hier is hetzelfde punt. De vraag was: "Welke concrete maatregelen kan het college bieden?" Dus het antwoord is duidelijk: daar komt het college op terug. Maar nu begrijp ik ook dat voor dit jaar 600.000 in een RIB is aangekondigd en dat de portefeuillehouder daar ook concrete maatregelen bij heeft voor dit jaar.
In de RKT, begin september, hebben we aangegeven dat er sprake is van armoede in de RIB. Daarin hebben we een aantal maatregelen geprobeerd vast te leggen waarmee we bezig zijn. Dit betreft de uitwerking van de energietoeslag; hoe staan we daarin? Ook gaat het om maatregelen voor het besparen op energie; hoe kun je ervoor zorgen dat je woonlasten omlaag gaan? Daarvoor hebben we maatregelen getroffen. Daarnaast heb ik in de B aangegeven welke aanvullende dingen we doen bovenop al deze landelijke maatregelen. Daarbij zijn geen budgetten vermeld, maar ik noem nu dus de budgetten die daaraan gekoppeld zijn. In de RIB staat dat we dit uit de bestaande budgetten, waar we nog ruimte hebben, kunnen bekostigen. Dit zijn dan de uitwerkingen die ik ook afgelopen dinsdag in de ronde tafel heb genoemd en die ik nu weer kan herhalen. Het gaat om het steunen van onze maatschappelijke partners, bij de RDWI de eventuele maatwerkverlening via de bijzondere bijstand, waarvoor we het budget hebben vastgesteld. Er is een extra communicatiecampagne, want er zijn veel mensen die nog niet bekend zijn met de maatregelen en die daar nooit aanspraak op hoefden te maken, maar die nu mogelijk steun kunnen gebruiken. We willen hen wijzen op de mogelijkheid om steun te krijgen van de gemeente. Dat zijn de punten die we nu concreet uitvoeren, aanvullend op wat er landelijk gebeurt. Daarmee proberen we ook gewoon maatwerk te bieden en de landelijke maatregelen te laten landen, om vervolgens te kijken welk effect dat heeft voor onze inwoners en wat er daarnaast nog nodig is.
Om af te ronden, voorzitter, wilde ik hier toch nog even op reageren, want ik merk dat we nu een discussie voeren over wat we dit jaar nog aan het doen zijn en wat we gaan doen, terwijl we met elkaar in gesprek zijn over de begroting. Dus ik zou eigenlijk willen vragen of we het juist over de begroting kunnen hebben, en niet alleen daarover, want het zorgt voor enige verwarring, vooral als we spreken over bedragen die niet in de begroting worden genoemd.
Ik moet even mijn lijst erbij pakken. Ja, de P van de A vraagt om de verhuurdersheffing. Die gaat waarschijnlijk vanaf 1 januari afgeschaft worden. Waarom staat er dan toch dat we ruimte gaan bieden om de sociale woningvoorraad te verkopen? Nou, dat is gewoon een goede vraag. Ik denk dat dit ook een gesprek is dat we moeten hebben, ook in het kader van de prestatieafspraken en de woonopgave in de breedte. Hoe willen we omgaan met de nieuwe woningwet die eraan komt? Op 13 oktober, ik zeg het hier ook nog even, hebben we een raadsbijeenkomst gepland om echt even door te praten over wonen. Dat doen we bij Woongoed, maar het is echt een raadsavond waarbij ik u dringend verzoek om ook te komen en daarover mee te praten en te denken, om de dilemma's te delen. En dit zou er één van kunnen zijn.
Een woongelegenheid is iets waarvan men zegt: "Ja, niemand is geïnteresseerd, maar het proces gaat gewoon door." Dan is er nog de kwestie van de versnellingsopgave. We kunnen de bouw van tijdelijke woningen versneld uitvoeren. Ja, daar zijn we mee bekend. Dat is ook een project. Op provinciaal niveau is er nu een project dat aandacht besteedt aan het inventariseren en stimuleren hiervan. We zijn bezig te onderzoeken of we een goed kader kunnen opstellen. Daarvoor willen we een voorstel doen om een kader vast te stellen over de wijze waarop en het moment waarop we de woningbouw willen versnellen. Ook willen we bepalen op welke locaties en aan welke voorwaarden deze moeten voldoen. Er komt in ieder geval een voorstel naar de raad om te bekijken hoe we dit kunnen aanpakken. Ik hoop dat dit nog dit jaar met u gedeeld kan worden, zodat we hierover met elkaar in gesprek kunnen gaan en een besluit kunnen nemen.
Dank voor uw antwoord. Ik heb een specifieke vraag hierover, omdat het lijkt dat na het toevoegen van een postzegelbestemming, er een extra mogelijkheid ontstaat om modulair te bouwen. Als blijkt dat dit niet nodig is voor statushouders of starters en dergelijke, zou het dan ook mogelijk zijn om het terug te draaien naar de oorspronkelijke staat? Daarmee zouden we een extra optie kunnen bieden, zeker gezien de vraagstukken die we samen moeten invullen binnen onze eigen samenleving, maar ook met betrekking tot de nieuwe mensen die erbij zijn gekomen.
Prinsen en tekenaars met de randvoorwaarden of de kaders die we hebben, met de versnelling in de opbouw, voorzien elk huis voor een statushouder, en zeker ook een huis voor reguliere woningzoekenden. Maar het zou inderdaad ruimte en lucht kunnen geven voor verschillende woningen. Zoekenden, ja, helemaal, dat klopt helemaal. Ik dacht dat ik daarmee mijn...
Dank u wel, voorzitter. Als ik het goed heb, zijn er drie vragen voor mij. De eerste betreft die van het CDA over de 4000 woningen en de verschillende bedragen die daarvoor staan. In de begroting is twee keer € 250.000 opgenomen voor 2023 en 2024. Dat betreft echt de ontwikkeling van Driebergen-Zeist. Dat is echt, en daarin staat capaciteit. Dat is deels interne uren, dus dat zijn medewerkers van de gemeente Zeist die gaan helpen met de projectondersteuning en het opstellen van een gebiedsvisie. De afstemming met verschillende partijen, want we trekken daarin samen op met Utrechtse Heuvelrug en ook de provincie doet daarin mee. Daarnaast hebben we ook geld gereserveerd voor externe adviezen, en dan moet u denken aan stedenbouwkundig advies en onderzoeken die er gedaan moeten worden. Het participatietraject, afstemming met de ODRU, dus er is daarvoor voor 2023 en 2024 geld gereserveerd, wetende dat het een grootschalig project is waar de nodige capaciteit voor nodig is. Daarnaast, in den brede, hebben wij een ambitie over die 4000 woningen. En daarvoor is ook geld gereserveerd. Dat is een breder iets, dus naast die twee keer € 250.000 is er ook geld gereserveerd voor de invoering van de Omgevingswet, die sowieso al structureel in het budget zit, maar ook voor de ambitie die we hebben voor die 4000 woningen. Daar is ook gewoon capaciteit voor nodig. Dus het is een én-én, zal ik maar zeggen. Ik hoop dat dit voldoende inzicht geeft in uw vraag.
Hier volgt een overzicht. Dat zal natuurlijk worden meegenomen in uw eerdere vraag die u aan een collega heeft gesteld: "Kunnen we een overzicht krijgen van hoe dat zit?" Met betrekking tot de capaciteit zullen we natuurlijk ook dit aspect meenemen.
Ja, ik twijfel of ik het in het debat moet inbrengen of dat ik nog even aanvullende informatie moet vragen. Maar zou ik het in het debat ter sprake brengen? Nou, dus niet. Als u dat adviseert, dan zal ik dat zeker niet doen. Maar nogmaals, het gaat hier om een gigantische capaciteit die u vraagt. Ik begrijp dat er capaciteit nodig is voor het huisvesten van 4000 mensen, en dan staat er drie regels verderop weer iets over het personele budget. Dat is vier keer 425 en dat is zo summier geformuleerd dat u zich kunt voorstellen dat ik daar nog geen goed gevoel bij heb. Wat er precies mee gebeurt, is onduidelijk, want er wordt hier gewoon om miljoenen gevraagd zonder dat ik weet waar die nou echt voor ingezet worden, anders dan dat ik begrijp dat er capaciteit voor nodig is. Dus eigenlijk had ik toch wel graag een verduidelijking willen hebben over waarvoor die 425 en die twee keer 250 precies nodig zijn. Maar het is niet zo dat ik niet begrijp dat er geld voor nodig is, want er is capaciteit voor nodig. Maar dat...
Punt twee, die pak ik er weer even bij. Dat is, volgens mij, de vraag van ndz. We hebben één grote ambitie rondom bouwen: hoe zit dat dan met het behoud van groen? Ik denk dat in het coalitieakkoord heel duidelijk naar voren is gekomen dat, ook al staat de term "ons groen is ons goud" misschien niet zo expliciet in deze begroting, ik wel kan zeggen dat een van de belangrijke waarden die ook naar voren komt in de omgevingsvisie, echt wel degelijk ons groene karakter van Zeist is. Dat betekent ook dat we, ter illustratie, als we kijken naar een locatie waar wij graag veel huizen willen bouwen, zoals bijvoorbeeld het stationsgebied, vooral de hoogte in gaan. Dat is ook de reden waarom we zaken als verticaal groen benoemen als voorbeeld van hoe je die woningbouw zou kunnen realiseren, waarbij we ook kijken naar een grotere dichtheid. Dus, ik denk dat het stationsgebied echt een voorbeeld is waarin we zeggen: ja, daar wil je meer de hoogte in, juist om ook het groen te kunnen behouden. En ja, met elkaar zullen we steeds moeten kijken hoe we alles op elkaar afwegen, maar dat is wel, als ik kijk naar ook andere plekken waar wij aan het bouwen zijn, steeds de uitdaging: hoe kunnen we dat doen met behoud van het groen? En dat geldt voor de wijk Kerckebosch, waar we bijna klaar zijn. Dat is, denk ik, een voorbeeld. En daar mogen de meningen over verschillen. Ik vind het in ieder geval een mooi voorbeeld waar er gebouwd is met behoud van groen en waarin ook het groen meteen als kwaliteit voor het leven is toegevoegd, in vergelijking tot andere woonwijken elders in Nederland, waar dat vaak langer duurt. We zien dit ook op andere plekken. Kijk naar de Willem Arntsz Hoeve, waar we ook gaan kijken hoe we woningen kunnen bouwen met behoud van groen. Dus, het is op verschillende plekken dat we ook de uitvraag doen bij onze ontwikkelaars: hoe kun je op die manier bouwen dat je zo min mogelijk bomen hoeft te kappen en met behoud van het groene karakter van de omgeving toch woningen kunt bouwen? Ook betaalbare woningen, zodat uiteindelijk de basisbehoefte van mensen wordt vervuld. En dat vind ik wel belangrijk. We hebben heel veel groen, maar we hebben ook heel veel mensen in Zeist die een basisbehoefte ontberen, en dat is een betaalbare woning. Dus, ik hoop dat dit voldoende antwoord geeft op de vraag.
Dan tot slot het grootschalig onderhoud van Dijnselburg. Daar hebben wij, allereerst, nauw contact met het zwembad, zowel over het kleinschalig onderhoud, wat een verantwoordelijkheid van het zwembad is, maar ook over het grootschalig onderhoud. Ik ben even aan het kijken wie die vraag heeft gesteld. Ja, ik zat even naar Andy te kijken, maar ik moet naar jullie kijken. Daar hebben we sowieso in onze meerjarenonderhoudsplanning geld voor gereserveerd. Dat is iets wat we voor de langere termijn doen en daar nemen we ook een indexering in mee. Iedere vijf jaar worden ook die lange termijn onderhoudspotjes, als het ware, opnieuw tegen het licht gehouden. Voor nu zien wij daar geen knelpunten in. We zijn daarover in gesprek, ook met het zwembad. Daar nemen we natuurlijk ook de exploitatie van het zwembad in mee. Het vraagt natuurlijk wat, bijvoorbeeld over de gasrekening en hoe dat zit. Dat is natuurlijk iets waar we ook naar kijken, naar de landelijke regelingen en hoe dat gaat. Voor nu zien wij, ja, het zit in de planning. We hebben daar een pot met geld voor gereserveerd. U, als raad, heeft zelf ook vorig jaar in oktober, dacht ik, 2021, de onderhoudsplanningen daarvan goedgekeurd. Vooralsnog zien wij daar geen knelpunt in en mocht dat wel zo zijn, dan komen we uiteraard bij u op de lijn. Ja, dan...
Ja, dank u wel. Het is dus ook wel eens leuk om dit voor de laatste keer in lijn te brengen. Overigens, dat is het. De heer Boete Hart van D66 en de dienstverlening naar aanleiding van het Rekenkamerrapport 2019: naar aanleiding van het rekenkamerrapport zijn we onder andere in gesprek geweest, ook met de raad. Dat gesprek krijgt in januari een vervolg. Een van de uitwerkingen van dat rekenkamerrapport is onder andere de dienstverleningsrapportage die u vorig jaar heeft ontvangen, waarin ook een aantal punten al werden genoemd over hoe het rekenkamerrapport is opgevolgd. Een van de dingen is ook dat we op dit moment bezig zijn met een opleidingsprogramma voor onze medewerkers om invulling te geven aan het rekenkamerrapport. Het is eigenlijk de bedoeling dat we de aanbevelingen ook meenemen in de volgende dienstverleningsrapportage, zodat u ook op de hoogte blijft van hoe de uitwerking van het rekenkamerrapport zijn beslag krijgt. En hoe gaan we om met mensen die minder digitaal vaardig zijn? Nou, we sturen heel duidelijk op kanalen, maar dat betekent dat er voor iedereen een kanaal beschikbaar moet zijn. Dus zeker ook de balie moet open zijn, maar ook via de telefoon zijn we nog steeds bereikbaar en dat is ook zeker voor deze groep mensen de bedoeling dat we dat blijven. De vraag over circulaire economie is al beantwoord, dan kom ik bij de heer Bredius. Ja, vijf jaar geleden was het 5,4. Nu is het 10. Die vraag heeft u al vaker gesteld en daar heb ik ook al vaker een antwoord op gegeven. Ja, ik hoorde van de week een mooie uitspraak; toen ging het ook over ongeveer dit soort bedragen. En toen zei de penningmeester: "Ja, het is wel veel geld, maar het is wel goed uitgerekend." Want dat is eigenlijk geen vraag van hoeverre wij het toelaatbaar vinden. U weet ook net zo goed als ik inmiddels dat de stijging van de kosten voor de afvalstoffenheffing onderdeel is van wat er in de markt gebeurt. En daar hebben wij als raad, hebben wij als gemeente, gewoon niet zoveel invloed op. U weet dat de aanbesteding fors hoger is geweest dan vijf jaar geleden. U weet dat er verbrandingsbelasting is ingevoerd. U weet dat er andere maatregelen zijn waardoor de afvalstoffenheffing gewoon fors omhoog is gegaan. En ja, vinden we dat leuk? Nee, dat vind ik niet leuk. U vindt dat niet leuk. Niemand vindt dat leuk, maar het is wel een feit.
Ja, voorzitter. Een nieuw democratisch Zeist blijft afval als onderwerp houden. Uiteraard, zou ik bijna zeggen, maar ik stel toch die vraag. Onder meer ook omdat 'afval plus 10%' nog steeds tussen haakjes in het raadsvoorstel staat, op pagina 9. En het zou toch 5% moeten zijn. In de vorige sessie zijn vragen gesteld over de OZB die fors omhooggaat. Huurders betalen in 2023 ruim 10%. Het college heeft dat opnieuw uitgelegd en dat is gecorrigeerd. Dat was gepubliceerd in de Nieuwsbode. De Nieuwsbode heeft ook berichten daarover uitgebracht, maar hier staat nog steeds 10%. Is die 10% dan wel correct?
Is het collegevoorstel niet correct? De tabel in de begroting zelf is inderdaad aangepast, alleen deze toont nog steeds 10%. Het raadsvoorstel is niet aangepast, maar het zou inderdaad gewoon 5,2% moeten zijn.
Dan nog een vraag van de VVD over het achterstallige onderhoud van de parkeergarage: is het nog veilig? Ja, het is nog steeds veilig. Er loopt momenteel een onderzoek. Lekkages zijn, voor zover ik heb begrepen, opgelost. Dus er zouden geen lekkages meer moeten zijn. Er loopt nu echter nog een breder onderzoek naar de oorzaak en hoe we het probleem uiteindelijk definitief kunnen oplossen. We zitten daarbij wel aan tafel met verschillende partijen, wat het proces bemoeilijkt. De parkeergarages bevinden zich vaak in een VvE samen met bewoners, de corporatie en de gemeente. Dat maakt het proces ingewikkelder, maar er is een lopend onderzoek naar hoe we het achterstallige onderhoud kunnen inhalen. En ja, dat onderzoek loopt, maar op dit moment is er geen reden om aan te nemen dat de parkeergarage onveilig is.
Voorzitter, er zijn nog twee dingen die blijven liggen. Ten eerste, over veiligheid: mevrouw Van Kippersluis heeft gezegd, "Oh, functie 9, programma 9, dat ziet er goed uit. Ik denk dat het binnen is, hè? Dat is fijn." Het tweede punt dat zij aanhaalde was dat in de praktijk soms ervaren wordt dat blauw niet altijd zichtbaar is. Je kunt een goede programmering maken, maar als de praktijk tegenvalt, kunnen mensen daarin teleurgesteld raken. En dat begrijp ik heel goed. Ik zou het zeer op prijs stellen – en het hoeft niet tijdens deze vergadering – maar als mensen denken van "Hé, er is een bepaalde omstandigheid waarin ik me alleen gevoeld heb omdat er niet vanuit de gemeente of politie geacteerd werd in een situatie van onrust," dan zou ik het zeer op prijs stellen als we dat zouden kunnen concretiseren. Dan kunnen mensen er in de praktijk van leren, want je moet op de gemeente, de politie en andere actoren kunnen rekenen. Er kunnen bijzondere omstandigheden zijn geweest waardoor iets niet de prioriteit heeft gekregen die het normaal gesproken wel zou hebben. Maar dan is het fijn om te kunnen zeggen: "Het was uitzonderlijk dat we een keer misgrepen, want dat is niet de standaard." Dus, heel graag de erkenning dat als het beter moet, het ook beter kan, maar dan zou ik het graag concreet willen maken.
Het tweede punt betreft Roy Lucas. Hij heeft een interessante vraag gesteld: "We hebben primaire processen bij de gemeente zoals paspoorten, vergunningen en subsidies. Er is best wat aan de hand geweest de afgelopen twee jaar. We hebben corona gehad en allerlei ingewikkelde vraagstukken. Kan het werk nog steeds gegarandeerd worden? Want we hebben wettelijke termijnen voor rijbewijzen, paspoorten, vergunningen en subsidies die op tijd geleverd moeten worden." Ik stel deze vraag zeer op prijs, want het is soms een hele toer om de continuïteit van levering te waarborgen. Tot nu toe lukt dat steeds, en dat vertel ik graag. Maar we weten ook dat het werk soms kwetsbaar kan zijn, dus we houden het nauwlettend in de gaten. Zelfs in deze woelige tijd kunnen we nog steeds conform de gewenste termijnen leveren. Bij deze, dank u wel.
Ja, omwille van de volledigheid, het nieuws uit Van Zeist. De bank had in de vorige sessie ook een vraag gesteld en die zal nog schriftelijk beantwoord worden.
Dank u, ik zal even rondkijken of de Raad voldoende voorbereid is. Nee, onder het motto 'In der Herrschaft von Brechen und Zeit sich dem Dreifuß zu meistern', zei hij, geloof ik, dat we het Duits altijd zullen leren. We zullen proberen ons te beperken tot misschien nog één laatste vraag per fractie, met een directe beantwoording door het college. En ik zag als eerste de bar waar de bakker van de VVD was.
Op pagina 7 staat dat de jongerenraad zich blijft ontwikkelen. We zetten in op een pluriforme jongerenraad en bij de werving van de leden richten wij ons, naast middelbare scholieren (havo/wo), ook op mbo-studenten. Mijn vraag is waarom er niet gekozen wordt om ook te werven onder vmbo-studenten. De jongerenraad werft namelijk jongeren van 15 tot 21 jaar oud. Dat betekent dat vmbo-studenten die in het derde en vierde jaar zitten ook tot deze doelgroep behoren. Dus, dat is mijn vraag.
Een scherpe vraag inderdaad, want bladzijde 7 is niet volledig. Ik ben blij met deze vraag. De letter die ontbreekt, daar had inderdaad 'VMBO' kunnen staan, want wij werven ook met folders, nietwaar? We richten ons op alle doelgroepen en we weten dat dit het christelijk college is, zoals Ccz en Schoonoord hebben gezegd. Het is niet eenvoudig om te werven, maar dan bezoeken we de klassen met hulp van docenten. Ook de jongerenraad heeft in zijn huidige samenstelling onlangs tijdens een reflectiemoment gezegd dat we dit beter moeten aanpakken. Dat is des te meer reden dat wij volledig moeten zijn in de aanduiding van onze documenten. Dus op die bladzijde 7, in die tabel waarnaar u verwijst, daar hoort die 'VMBO' met recht te staan.
De correcte grammaticale vormen van de gegeven zinnen zouden kunnen zijn:
"Maar zowel op VMBO-scholen als op MBO-scholen."
of
"Alleen op VMBO-scholen? Nee."
Nee, het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), vmbo, havo en vwo zijn allemaal onderwijsvormen die op deze school worden aangeboden. We hebben echter gemerkt dat de nadruk te sterk ligt op het vmbo. Het is voornamelijk mbo, maar er is ook een aanzienlijk deel vmbo, wat ook onder het vmbo valt.
Dank u wel, voorzitter. Toch wil ik nog even ingaan op de post lastenverlichting. Het is misschien wel een gewetensvraag, maar is de wethouder bereid om, als het gaat om de compensatie van de onroerendezaakbelasting of eventuele andere gemeentelijke belastingen, deze pot met rust te laten, omdat er voor dat soort zaken namelijk een andere regeling, namelijk kwijtschelding, bestaat?
Walter van Dijk, ja, we hebben de suggestie gehoord en we nemen deze mee. Ik denk dat we ons zelf ook in die fase bevinden, dus in feite doet u hetzelfde als wat eerder vanuit de VVD is meegegeven. Dank voor de suggestie, en u zult zien wat we ermee gaan doen; dan mag u er wat van vinden. Dank u.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb eigenlijk nog een kleine vraag. We werken aan de concentratie van winkels in het kernwinkelgebied, en ik vroeg me af: hoe doen we dat? Want momenteel zie ik winkels verdwijnen, en dan komen er kapperszaken en eethuisjes voor in de plaats. Is er al een beleid vastgesteld, begrijp ik, voor wat betreft het slapen? Nee.
Ja, misschien een vraag in algemene zin. Ik zie bij diverse posten staan dat er dingen worden doorontwikkeld. Er wordt onderzoek gedaan, maar toch staat er voor de komende vier jaar een bedrag bij. En dat is soms heel moeilijk uit te leggen, want als je iets gaat doorontwikkelen, neem bijvoorbeeld de routekaart, die wordt geactualiseerd en dan staat er voor vier jaar 115.000 euro bij. De doorontwikkeling van de energiepunten wordt vier keer genoemd, met 25.000 euro die daarvoor wordt neergezet. En ik vraag me af wat dat dan precies inhoudt. Als je iets doorontwikkelt, waarom heb je dan ieder jaar datzelfde bedrag nodig, wat je in mijn ogen voor de doorontwikkeling niet vier jaar lang zou moeten hebben. Dus mijn vraag is om daar nog eens naar te kijken en of het terecht of onterecht is wat er staat. Ik vind het namelijk lastig leesbaar.
Mijn tweede vraag is kort: gaan we iets optimaliseren? Even kijken, op pagina 13 staat dat, en dat is interessant, want optimalisatie zou geld moeten kosten, terwijl het juist geld zou moeten opleveren, dacht ik. Even kijken, ben ik op pagina 13 van het stuk over de optimalisering van het multifunctioneel gebruik van de sportaccommodaties, en dat gaat 50.000 euro kosten. Ik zou willen voorstellen dat als je het gebruik optimaliseert, dus effectiever en efficiënter inzet, dat het geld zou moeten opleveren in plaats van dat het ons geld kost. Dus dat is mijn vraag.
Ja, want die vraag kun je in algemene zin beantwoorden. Dan zou het antwoord zijn dat we voor sommige dingen op dit moment een goede inschatting kunnen maken. Ik noemde zojuist als voorbeeld richting u de data-analist die we nodig hebben voor sociale balans. Daar kunnen we een inschatting maken van wat we tussen 2023 en 2026 nodig hebben aan middelen. Dan gaat het bijvoorbeeld om de aanstelling van een medewerker met bepaalde competenties. Soms is het ook meer een onderzoeksrichting; daar is de koppeling ook met de laatste regeling in het uitvoeringsprogramma. Dan weten we dat we in 2023 iets gaan onderzoeken, maar weten we nog niet wat de uitkomst daarvan is, en dan vindt u daar in de jaren 2024 tot en met 2026 nog geen bedragen in terug. En als het gaat om specifieke regels waarvan u wilt weten: "Oké, daar staat een bedrag, maar wat ligt daaraan ten grondslag qua plannen of onderbouwing?" Ja, dan moet u echt aangeven over welke regels het gaat, en dan kan de betreffende wethouder daar een antwoord op geven.
Ja, het ging over die € 50.000 voor multifunctioneel gebruik van de sportaccommodaties. Dat heeft eigenlijk ook te maken met het feit dat wij nu met het masterplan Buitensport allerlei voorzieningen aan het neerleggen zijn en we willen onderzoeken of we een impuls kunnen geven. In ieder geval willen we komend jaar ook vanuit het sport- en preventieakkoord bijdragen. We vragen ons af hoe we sportverenigingen, samen met Sportief Zeist en bijvoorbeeld Jan of andere partners, kunnen betrekken om te kijken hoe we de sportaccommodaties zo kunnen gebruiken dat we een breder sport- en beweegaanbod hebben. Uiteindelijk is mijn visie dat we een dekkend sport- en beweegaanbod hebben, waarbij we ook kijken naar wat sportverenigingen kunnen doen in de 'dode uurtjes', wanneer er geen trainingen zijn, maar waarin welzijnsorganisaties de sportaccommodaties kunnen gebruiken. Op termijn zou dit natuurlijk kunnen leiden tot een situatie die kostenneutraal is, of waarbij je met bepaalde vergoedingen uit de voeten kunt. Maar we willen juist ook vanuit het sport- en preventieakkoord kijken of we daar voor komend jaar een impuls aan kunnen geven. Dus we willen ook nieuwe pilots of initiatieven onderzoeken om te zien of we daar iets aan kunnen bijdragen.
Dank u, voorzitter. In het hoofdstuk 'Levendige economie' zie ik staan dat we sociaal ondernemerschap willen koppelen aan onze maatschappelijke opgaven, initiatieven willen aanjagen, de deeleconomie willen bevorderen en maatschappelijk verantwoord ondernemen willen stimuleren. Dat klinkt mij als muziek in de oren. Ik heb echter nog één vraag: wat gaan we precies doen in de komende jaren? Als ik dit lees, wat gaan we dan concreet uitvoeren?
Ja, en het staat nog beter beschreven in het uitvoeringsprogramma op pagina 17, onder het kopje 'Levende economie', in de een na onderste categorie van de tabel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik had nog enkele vragen, om precies te zijn twee vragen. In de eerste termijn heb ik me bij de vragenstellers aangesloten. Nu zou ik graag wat nadere toelichting willen op twee punten uit het uitvoeringsprogramma. Het betreft de ambitie op pagina 5 van het uitvoeringsprogramma, waar bij het derde punt staat dat het gebruik van minimaal regelingen toegankelijker en laagdrempeliger gemaakt moet worden met een digitaal loket. Mijn vraag is of hiermee bedoeld wordt dat het digitale loket ook een volledige vervanging zal zijn van de mogelijkheid om zaken nog fysiek aan te vragen, of dat het digitale loket meer bedoeld is als een verbetering van de bestaande situatie en dat het aanbod van het loket uitgebreid wordt. Ik lees het in ieder geval zo dat het ook de mogelijkheid biedt om het fysieke traject van een loket te behouden, en dat dit niet zou verdwijnen.
Mijn tweede vraag gaat over hetzelfde onderwerp op dezelfde pagina, namelijk de stimulering van de ontwikkeling van taal- en leesvaardigheid. Daarin wordt genoemd dat er de komende vier jaar aan 2.000 laaggeletterde inwoners de kans wordt gegeven om een passend taaltraject te volgen. Mijn vraag is of het college een indicatie heeft van het totale aantal mensen in onze gemeente dat laaggeletterd is. Ik heb het idee dat dit aantal veel groter zou kunnen zijn dan die 2.000, zeker gezien het aantal statushouders dat dit jaar en de komende jaren een huis zal vinden in onze gemeente. Ik ga ervan uit dat de meesten van hen op dat moment ook laaggeletterd zullen zijn. Er zijn natuurlijk ook veel mensen die al langere tijd wonen en de taal nog niet machtig zijn. Dus mijn vraag is of die 2.000 een relatief hoog aantal is ten opzichte van het totale aantal laaggeletterden in Zeist. Heeft het college daar een indicatie van? Want afhankelijk daarvan zou het bedrag van 70.000 euro eventueel hoger of lager kunnen uitvallen. Dank u wel.
Voorzitter, ja, het invoeren van een digitaal loket. Het is natuurlijk nooit een vervanging van een menselijk loket, wat wel naar voren komt. Ook vanuit het netwerk minima en sociale raadslieden blijkt dat we eigenlijk geen plek hebben waar je anoniem kunt kijken of je in aanmerking komt voor armoederegelingen. Dus daar zou zo'n digitaal loket makkelijk en ondersteunend in kunnen zijn, naast een signaalpunt, zodat we een telefoonlijn kunnen opzetten waar mensen anoniem vragen kunnen stellen. "Ik zit in de problemen, hoe kan ik daarmee omgaan?" Is dit de manier om gewoon thuis je eigen gegevens in te vullen en dan te kijken of je in aanmerking komt voor dergelijke regelingen? Het mooiste zou zijn als mensen, wanneer ze zien dat dat kan, met één druk op de knop doorgezet worden en ook de aanvragen kunnen indienen. Dus het moet een versimpeling zijn en een hulpmiddel om mensen, die schaamte hebben, in staat te stellen om thuis en in eigen kring te kunnen kijken: "Wat is er voor mij en wat kan ik doen?" Het is geen vervanging van de RSD, de taal- en leesvaardigheid, de 200 mensen voor een passend taaltraject. Ja, daaronder vallen ook de laaggeletterden vanuit de statushouders. En daar zijn ook mensen bij die al langer in Nederland wonen en nog geen Nederlands kunnen. We hebben een beeld van ongeveer hoeveel laaggeletterden we hebben; dat moet ik opzoeken. Dat staat in de taalaanpak. In die taalaanpak hebben we dus ook aangegeven welke wijken we gerichter gaan benaderen met een aanbod, omdat daar ook een grotere concentratie is van mensen die behoefte hebben aan dat aanbod. Ik zal dat schriftelijk verder beantwoorden. Dank u.
Geachte voorzitter, wat een eer. Ik heb inderdaad nog een vraag over het dashboard met betrekking tot de stabiliteitscriteria. Op bladzijde 8 en 9 worden de vijfjaarstermijn onderhoudsplannen met ons gedeeld, wat maar weer bewijst hoe waardevol het is om zo'n dashboard te hebben. Ik zie dat van de bestaande onderhoudsplannen – dus niet die welke nog gemaakt moeten worden – er acht zijn, waarvan er drie niet actueel zijn. Dat vind ik best wel veel, en ik zou graag willen weten wat daarvan de reden is.
Ja, goede vraag. Er zijn er niet die niet aangepast zijn. Overigens was het niet voor alle beheersplannen nodig om ze aan te passen. We zijn nu echter druk bezig om alles weer netjes en op tijd op de rails te krijgen. Dus ja, in het verleden zijn er andere prioriteiten gesteld, waardoor dit heeft kunnen ontstaan. Ik denk dat het goed is dat we nu met dergelijke criteria helderheid hebben gecreëerd en dat het iedere keer weer inzichtelijk wordt gemaakt, zodat we de druk erop kunnen houden. Ja.