Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dan kom ik bij agendapunt 6: moties vreemd aan de orde van de dag. Er zijn drie moties: 6a, de motie vreemd aan de orde van de dag over bestaanszekerheid; 6b, de motie vreemd aan de orde van de dag over het gascontract en de schaalsprong in Nederland; en 6c, de motie vreemd aan de orde van de dag over het inventariseren van sport- en culturele verenigingen tijdens de stijging van de energieprijzen. We gaan ze in deze volgorde behandelen.
Ik begin met de eerste motie over bestaanszekerheid, ingediend door GroenLinks, ChristenUnie, SGP, VVD, Nieuw Democratisch Zeist en de Partij van de Arbeid, en mogelijk D66. Zijn er nog andere indieners? Nee? Bij wie kan ik terecht? Ah, Hielke, ik geef je graag het woord.
Dank u wel, voorzitter. Graag geef ik een toelichting op de motie. De cijfers liegen er niet om. In de motie wordt al benoemd dat er in de afgelopen vijf jaar een stijging van 70% heeft plaatsgevonden in het aantal jongeren met schulden. Met de welbekende inflatie en de hoge energieprijzen die iedereen raken, wordt de bestaanszekerheid van vele inwoners, ook die van Zeist, aangetast. De indieners van deze motie verzoeken het college te onderzoeken wat het kan doen om kwetsbare inwoners te ondersteunen, met in het bijzonder aandacht voor jongeren. Jongeren hebben te maken met de woningcrisis, omdat ze vaak nog geen eigen huis hebben, en met flexcontracten, oftewel onzekerheid op de arbeidsmarkt. Ze hebben minder tijd gehad om een buffer op te bouwen en verdienen vaak minder omdat ze minder werkervaring hebben. Soms kampen ze ook nog met studieschulden. Bovendien duurt iemands financiële situatie vaak meerdere jaren; iemand met bijvoorbeeld € 30.000 schuld heeft dit niet morgen al afgelost. Jongeren moeten dus ook nog lang leven met de mentale consequenties van financiële zorgen, en deze consequenties zijn niet mals. Armoede heeft onder andere invloed op je woonsituatie en je gezondheid, en kan ook gevoelens van schaamte, sociaal isolement, eenzaamheid, stress en depressies tot gevolg hebben. De bal ligt uiteraard hoofdzakelijk bij de landelijke overheid als het gaat om het bieden van steun voor bestaanszekerheid. Maar toch vinden wij het ook belangrijk voor onze lokale overheid om te kijken naar wat zij kan doen om onze inwoners bij te staan. Vandaar deze oproep aan het college, waarbij ik ook wil benadrukken dat ik erg blij ben met de steun voor deze motie. Dank u wel.
Dank u wel, mevrouw Zielke van GroenLinks. Namens de indienende fracties, is er nog iemand van de andere indienende fracties die daarover het woord wenst te voeren? De heer Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist, ja, dank u.
Deze motie is een motie van zorg die vraagt om een speerpunt in toekomstig beleid. Noem het een echt speerpunt van beleid: armoedebestrijding, een kerntaak van een lokale gemeenschap. Deze motie roept op tot meer aandacht voor bestaanszekerheid in een tijd die schreeuwt om een duidelijke aanpak van een beginnende armoedecrisis. Om een zinvolle bijdrage te kunnen leveren aan de samenleving en om te werken aan persoonlijke ontwikkeling, is bestaanszekerheid essentieel. Bestaanszekerheid is niet alleen de zekerheid van een voldoende en voorspelbaar inkomen, maar ook de zekerheid van betaalbaar wonen, toegang tot betaalbare zorg en de mogelijkheid om een financiële buffer op te bouwen voor onverwachte uitgaven. Deze zijn noodzakelijke voorwaarden om je als mens te ontwikkelen en mee te kunnen doen in de samenleving. Ook in Zeist wordt gezien dat niet alleen mensen met een minimuminkomen vaker in de problemen komen. Onzekere inkomsten, extreem stijgende lasten door de inflatie en energiecrisis, en te weinig financiële buffers maken het voor ten minste één op de vijf gezinnen onmogelijk om rond te komen. Gemeenten vervullen hun rol als vangnet voor inwoners met een laag inkomen en moeten dat doen voor alle inwoners die in financiële problemen verkeren. Daarom is onderzoek in deze zin urgent noodzakelijk en vereist, bijvoorbeeld naar het samen met rijke en sociale partners werken aan het vergroten van de bestaanszekerheid voor alle huishoudtypes en inkomens. Gemeenten zijn de uitvoerders van het door het rijk aangekondigde koopkrachtpakket, kleine lichtpuntjes in een beginnende, exploderende armoedecrisis met de torenhoge inflatie en onbetaalbare energieprijzen, onvoldoende en te laat. Maar het zijn wel de gezinnen van één op de vijf van onze inwoners waarover wij het bestuur vormen. Ook wij zijn verantwoordelijk en wij moeten die verantwoordelijkheid naar ons beste vermogen willen dragen. Ook de portefeuillehouder Bestaanszekerheid van de gemeente Zeist heeft de oproep om een nationaal noodplan op 30 augustus ondertekend. Voor veel Nederlanders staan de seinen op rood. Om te starten is nu goed onderzoek nodig; daartoe roept deze motie op. Onderzoek snel maar gedegen, opdat de overheid ons voorbereidt op de toekomst. Dank u wel, voorzitter.
Dank u wel. Wij, van de VVD-fractie, en de mede-indiener van deze motie benadrukken dat de bestaanszekerheid van onze inwoners ontzettend belangrijk is. Als toevoeging op de andere al eerder gegeven toelichtingen voegen wij dit graag toe. De huidige crises raken ons allemaal, maar sommige inwoners, zoals de jongeren, worden meer getroffen dan anderen. We moeten de bestaanszekerheid en daarmee ook de koopkracht van al onze inwoners waarborgen, evenals de bestaanszekerheid van de organisaties, instellingen en ondernemingen waarvan onze inwoners gebruikmaken, voor zover het in ons vermogen ligt. Dank u wel.
Bedankt, Bart. Ik zag dat de aanduiding van uw naam nog niet helemaal geactualiseerd was. Het was ook wel een mooie naam die u prijsgegeven heeft, maar de nieuwe naam doet daar zeker niet voor onder. Deze zal dan ook op het scherm vermeld worden. Nu ga ik verder met de andere taken.
Met betrekking tot bestaanszekerheid gaan we een zeer ingewikkelde periode tegemoet. Het blijft niet beperkt tot de inwoners die bekend zijn bij de RSD; door de hele samenleving heen zal pijn ontstaan. Dat betekent ook dat het niet beperkt blijft tot wat in een motie is hervat. Deze motie vraagt om een begin te maken met de ondersteuning van jongvolwassenen die door de onzekerheid van corona veel financiële problemen hebben ondervonden. Het lijkt ons waardevol om aandacht te besteden aan deze jongvolwassenen, wat wij van harte aanbevelen.
Dank u, voorzitter. Het komt mij voor dat er behoorlijk wat haast geboden is bij deze kwestie, dat moet ik eerlijk zeggen. In Den Haag is besloten dat men actie gaat ondernemen, maar dat zal niet voor 1 januari kunnen. Ik denk dat de gemeente zal moeten bijspringen en daar ook de financiële dekking voor zal moeten vinden. Dat realiseer ik me heel goed, met name voor de periode tot 1 januari. Ik denk dat we daarin ontzettend veel haast moeten maken, want het kan gewoon niet zo zijn dat mensen met het water tot aan de lippen staan en dat dit maandenlang zo blijft. Dank u wel.
Ja, dank u wel, Voorzitter. Ik wil aangeven dat we als college een Raadsinformatiebrief (RIB) aan het voorbereiden zijn die u morgen of overmorgen zult ontvangen, want we zitten er inderdaad bovenop. Het is fijn dat de Raad via deze motie ook aandacht voor het vraagstuk vraagt. Het college deelt de zorgen zoals geuit in de motie. De afgelopen weken hebben we meerdere partners in ons minimanetwerk gesproken, zoals de Regionale Sociale Dienst (RSD), de voedselbank, sociale raadslieden, Stichting Leerkansen en Stichting Jeugdfonds Sport & Cultuur, over de impact van de hoge inflatie en de energieprijzen in onze gemeente. Het beeld dat hieruit volgt, is dat iedereen zich bewust is van de landelijke ontwikkelingen en deze volgt. Maar we zien inderdaad ook een toename in hulpvragen, zoals ook genoemd in de motie.
Het college ziet het Rijk als eerste verantwoordelijke wat betreft inkomenspolitiek en maatregelen op dat vlak. Vorige week is bekend geworden dat er op Prinsjesdag een behoorlijk omvangrijk pakket aan maatregelen gepresenteerd zou worden, waaronder maatregelen om de stijging van de energieprijzen te drukken. We volgen die maatregelen die het Rijk neemt natuurlijk op de voet. Tegelijkertijd willen we als gemeente het welzijn van onze inwoners waarborgen, vooral van diegenen die door de huidige situatie in financieel zwaar weer terechtkomen.
Zo levert onze uitvoeringsorganisatie, de RSD, al zoveel mogelijk gericht maatwerk om inwoners te ondersteunen, uiteraard bij het uitvoeren van de energietoeslag. Daarnaast zijn we ook met onze netwerkpartners in gesprek om te borgen dat zij aan de vraag die vanuit de samenleving komt kunnen voldoen en ondersteuning kunnen blijven bieden. Mocht dit leiden tot verzoeken om extra middelen, dan zullen we die ruimhartig beoordelen en daarop actie ondernemen. Binnen de begroting van 2022 hebben we hier nog financiële ruimte voor. Daarnaast zetten we een extra communicatiecampagne op om mensen bewust te maken dat, als het water hen aan de lippen staat, ze ook bij de gemeente kunnen aankloppen, of als ze denken dat deelname aan sport of cultuur lastig is vanwege financiële middelen.
We voorzien echter dat we hierdoor in 2023 wel extra middelen nodig zullen hebben. Daarom komen we bij de komende integrale afweging voor de ontwerpbegroting van 2023 met een voorstel om een stelpost op te nemen. Dit om geld vrij te maken voor onderzoek naar wat er verder op ons afkomt en om daarvoor alvast financiële ruimte te creëren, zodat we op maatwerk en op signalen actie kunnen ondernemen. Op deze manier kunnen we in 2023 met gericht maatwerk inwoners terzijde staan.
Tot slot zullen wij, conform het verzoek van de Raad dat al eerder in de motie is gedaan voor het indexeren van de geld-terug-regeling, dit ook uitvoeren. Dat zal ook bij de begroting als een voorstel naar u toe komen. Op deze manier denkt het college dat de motie uitvoerbaar is.
Dank u, daarmee wend ik mij tot de indienende fracties. U heeft de eerste reactie van de zijde van het College gehoord, die leidt niet tot de noodzaak voor een reactie daarop. Dan richt ik mij tot de gehele Raad. Zijn er nog vragen? Ja?
Mijn collega Casper maakt een terechte opmerking. Aan de ene kant is het natuurlijk zo dat, als de energieprijzen stijgen, je iets kunt doen om de energierekening te verlagen. Dat kan bijvoorbeeld door maatregelen in huis te nemen, zoals isolatie en dergelijke, of door minder energie te gebruiken. Daar is dus ook een voorstel voor. Dit wordt de 'spuk-middelen' genoemd, wat verder toegelicht zal worden in de RIB die naar u toe komt. Maar dat is een voorziening van het rijk die wij uitvoeren. Dus dat is ook nog een aanvullende maatregel die we gaan oppakken. Is dat voldoende? Zo ja.
Om de gegeven tekst grammaticaal correct te maken, moet deze worden herschreven tot een samenhangende zin of zinnen met een duidelijke structuur en betekenis. Echter, zonder context is het moeilijk om de intentie van de oorspronkelijke tekst te bepalen. Hier is een poging om de tekst grammaticaal correct te maken, hoewel de betekenis nog steeds onduidelijk kan zijn:
"Dankzij het inventariseren aan de kant van Fluitman, hebben we nu een overzicht. De slagers hebben de kippen en Tom heeft de pot. Marcel Fluitman van het CDA heeft ook zijn bijdrage geleverd."
Let op: Deze herformulering is slechts een interpretatie en kan afwijken van de bedoelde betekenis, aangezien de originele tekst weinig context biedt.
Dank u wel, voorzitter. Het CDA worstelt enigszins met deze motie. Ik heb de vijf indienende partijen hun visie op de motie horen toelichten en ik heb eigenlijk vijf verschillende interpretaties van de motie gezien of gehoord. De rode draad, en dat waardeer ik zeer, is dat wij onmogelijk tegen deze motie kunnen zijn. Maar wat ik wel hoor bij al die vijf partijen, is dat het om alle inwoners gaat. Het wordt dus veel breder getrokken dan in deze motie wordt aangegeven. Zeker als je kijkt naar het verzoek richting het college om in kaart te brengen wat ermee gedaan kan worden. Bijstandszekerheid van inwoners, met name jongvolwassenen van 18 tot 26 jaar die getroffen worden door het aantasten van de koopkracht, moet verbeterd worden. Het CDA is van mening dat dit een te zachte oproep is aan het college. Want het gaat niet alleen om die jongeren van 18 tot 26 jaar, waarvan wij heel goed begrijpen dat zij, als zij in de penarie zitten, het extra moeilijk gaan krijgen. Maar er zijn ook andere doelgroepen, zoals alleenstaande ouders, AOW'ers en bijstandsgezinnen. Dus we vinden eigenlijk dat deze motie een beperking meegeeft richting het college en wij zouden als CDA de indieners willen oproepen om het dictum, zoals dat hier vaak wordt genoemd, te verbreden en daarmee aan te geven dat het niet alleen om die jongvolwassenen gaat, maar dat het om veel meer doelgroepen zou moeten gaan.
Ten tweede wil ik graag zeggen dat we ook het in kaart brengen van wat de gemeente kan doen een veel te zachte opdracht vinden. Het CDA wil niet dat er alleen in kaart gebracht wordt, maar wil heel graag zien wat het college daadwerkelijk gaat doen. Hoe concreet gaat u stappen ondernemen om voor deze doelgroepen, in brede zin dus de inwoners van Zeist die het heel moeilijk gaan krijgen of al hebben, wat gaat u daarvoor doen? Daarvan zou het CDA graag een pakket van maatregelen willen zien om dat concreet te duiden. Want ja, een inwoner heeft niet zoveel aan het in kaart brengen of het onderzoeken. Een inwoner heeft iets aan een maatregel of een regel of een mogelijkheid waar hij aanspraak op kan maken om het leed te verzachten.
Dus een oproep vanuit het CDA richting de indieners om na te denken over de verbreding van het verzoek en naast het in kaart brengen ook concrete acties mee te geven richting de raad. En het is interessant dat de wethouder zegt: "Ja, het rijk is de eerstverantwoordelijke." Als u dat zegt, dan duikt u weg, wat mij betreft. Natuurlijk zijn we afhankelijk van wat het rijk doet, maar als het rijk niets doet, vind ik dat wij als gemeenteraad verantwoordelijk zijn voor onze inwoners en vind ik dat het college met plannen moet komen waarvan de gemeenteraad kan zeggen: "Dit willen wij doen voor onze inwoners," los van wat het rijk doet. Dus wachten op wat het rijk gaat doen, dat hebben we al te vaak gedaan, denk ik. En ik denk niet dat dat ons helpt. Ik heb liever dat de maatregelen komen waarvan we later kunnen zeggen dat we ze niet hebben hoeven gebruiken of toepassen, in plaats van dat we op het rijk wachten. Dan komt het rijk met iets wat ons niet zint of tekortschiet, en dan zijn we weer drie maanden verder om zelf iets te doen.
Dus de oproep mag wat mij betreft dan ook wat duidelijker en strakker zijn: dat we niet alleen op het rijk wachten, maar dat we ook zelf als gemeente Zeist onze verantwoordelijkheid nemen voor onze mensen die het nodig hebben. Bestaanszekerheid is heel belangrijk om hen te steunen en te laten zien dat we als gemeente daarin meedenken.
Dit is een eerste concrete reactie van het CDA, met dus de vraag aan de indienende partijen om te reageren op mijn verzoek het te verbreden en concreter te maken.
Dank u wel, Voorzitter. Wij sluiten ons grotendeels aan bij onze voorgaande spreker. Daarbij hebben we inderdaad een kleine aanvulling. We gaan vanaf nu kijken en niet eerst overleggen en uitstellen tot het einde zoek is. Wat wij inderdaad ook willen aangeven en daaraan toe willen voegen, is dat armoede een strijd is die ons allemaal grijpt. Dit is niet iets dat alleen voor de 16- tot 18-jarigen of de 26-jarigen is, maar dit geldt ook zelfs voor tweeverdieners, alleenstaande moeders, mensen met een uitkering en zelfs voor jongeren die 27 jaar zijn en bijvoorbeeld nog steeds met een studieschuld zitten. Dus wij zien hier graag een uitbreiding van de leeftijdsgroep om die inderdaad gewoon heel erg te verruimen. Ja, ik houd hem heel even stil. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Toen zij deze motie voorlas, bekroop ons het gevoel van: "Maar dit staat toch allemaal in het coalitieakkoord? Waarom zouden we daar nog een motie aan wijden?" Het is een beetje te veel van het goede. Of zoals we dat ook wel zeggen: misschien zelfs een overbodige motie. Dat gevoel wordt nog versterkt door de laatste motie die is aangenomen. De geld-terug-regeling die geïndexeerd werd, is unaniem aangenomen door de Raad. En dat heeft ons wel overtuigd van de noodzaak die het college van B&W zag om iets te doen voor de mensen met een minimaal inkomen. Dus wij, wij hebben dezelfde vraag als de vorige sprekers: "Waarom zou je je beperken tot een bepaalde groep?" Je hebt op elk niveau en bij elke leeftijdscategorie mensen die worstelen met onder andere de energieprijzen. Dus wat ons betreft zeggen wij: ja, eigenlijk vinden wij deze motie overbodig. Dank u wel, dank u, Hannie.
Ja, dank u wel, voorzitter. Allereerst zou ik willen opmerken dat onze partij, de SP, natuurlijk voor de verbetering van de koopkracht is, juist in deze tijd van crisis. Maar die koopkrachtverbetering, of beter gezegd het koopkrachtverlies, gaat natuurlijk niet alleen de jongeren of de groep jongvolwassenen van 18 tot 26 jaar aan. Het betreft ook andere bevolkingsgroepen, zoals net ook al door eerdere sprekers genoemd. Ja, de gezinnen met jonge kinderen, en er was vorige week ook nog een uitzending van Nieuwsuur, waarbij een nieuw probleem werd aangekaart: veel gezinnen ondervinden problemen met het betalen van schoolspullen. Schoolspullen die ook steeds duurder worden, omdat er natuurlijk ook veel digitale middelen bij zitten die al snel honderden euro's kosten. Dit is net wat Marcel Fluitman ook al heeft aangegeven.
Deze motie, of het verzoek, legt eigenlijk een beperking op, of beter gezegd, er wordt iets te veel nadruk gelegd op vooral jongvolwassenen van 18 tot 26 jaar. Wat de SP betreft, zou dat breder getrokken moeten worden, of in ieder geval zou het onterecht zijn om alleen deze groep eruit te lichten. Daarnaast hebben we nog een ander punt, want uit de reactie van de wethouder begrijp ik dat wat het college betreft, het vooral zou gaan over maatwerk leveren aan individuen die ook vanuit wijkteams, zal ik maar zeggen, gesignaleerd zijn dat er problemen zijn. Maar als ik dit verzoek lees, dan lijkt het erop dat het gaat over generieke maatregelen voor meerdere bevolkingsgroepen. In ieder geval zou de gemeente in kaart moeten brengen welke generieke maatregelen mogelijk zouden zijn om te nemen. Dus dat lijkt toch ja, met elkaar een beetje in tegenspraak te zijn, of nog niet duidelijk welke kant het op moet. Gaat het echt om generieke maatregelen die de koopkracht moeten verbeteren, of gaat het uiteindelijk meer de kant op van wat uit het antwoord van de wethouder blijkt, dat er vooral maatwerk geleverd gaat worden in de komende maanden?
Daarnaast, als laatste, zou de SP graag nog even in herinnering willen brengen dat in juni een motie, unaniem door de SP ingediend, is aangenomen over het indexeren van de geld-terug-regeling. Ik denk dat het belangrijk is dat we daar misschien als eerste mee moeten beginnen om dat ook echt, zal ik maar zeggen, in orde te maken, zodat dat ook niet meer met terugwerkende kracht van 14 jaar niet geïndexeerd wordt. Met de geld-terug-regeling zouden we misschien eerst eens moeten beginnen. Als we dat doen, zal dat ongetwijfeld ook behoorlijk wat geld kosten, maar dan denk ik dat we een goede eerste stap hebben gezet. Maar deze motie is wat dat betreft misschien net iets te algemeen over welke kant welke maatregelen dan genomen zouden moeten worden. Ik denk dat het belangrijk is dat er ook meer duidelijkheid over komt: waar hebben we het dan precies over? Dank u wel.
Allereerst wil ik het College bedanken voor hun reactie; ik ben er erg blij mee. Ook gaat mijn dank uit naar de collega's in de Raad voor hun reacties. Ik beschouw de motie niet als een beperking, en dat is ook niet de bedoeling ervan. We hebben in de motie aangegeven dat we moeten kijken naar de inwoners die het nodig hebben. Dus nee, het hoeft zeker niet alleen om jongeren te gaan. En nee, zeker niet alleen jongvolwassenen worden getroffen door de aantasting van de koopkracht. Maar we hebben wel gezegd dat we, naast wat we in het algemeen moeten doen voor onze inwoners, ook specifiek moeten kijken naar wat we kunnen doen voor de jongeren, omwille van de redenen die, denk ik, in velen van onze toelichtingen zijn benoemd. Wat betreft het verbreden van de aanpak: wij zouden de focus graag zo houden, omdat wij denken dat er wel degelijk ruimte is.
Over de opmerking dat het al in het coalitieakkoord staat: het klopt dat daarin inderdaad de bestaanszekerheid van jongeren wordt benoemd, maar met deze motie verzoeken we eigenlijk ook om de uitvoering daarvan iets naar voren te halen. En ja, ik ben ook erg benieuwd naar de B en de concrete uitwerking ervan.
Dank aan de andere indienende fracties die een reactie willen geven op de vragen die in de eerste termijn van de Raad zijn gesteld. Het leek me gepast om eerst even te kijken, aangezien u vragen stelt. De heer Fluitman, ja, u zit zo te zwaaien, maar ik wil eerst de reactie afwachten. Oké, ik wil even de gelegenheid geven aan de indienende fracties, aangezien u hen vragen hebt gesteld. Dus dan wil ik even horen wat zij ervan vinden. Er zijn verschillende indienende fracties, waaronder de Partij van de Arbeid met de heer Breddels en ook Jeroen, zodat we de beantwoording kunnen completeren. Laat ik het zo formuleren: dan ga ik eerst naar Jeroen van den Heuvel van D66.
Ik denk dat deze motie gewoon een goede manier is om aandacht te vragen voor het onderwerp. Volgens mij onderschrijft iedereen dat in deze raad. Ik heb ook een aantal dingen van het college teruggehoord die mij wel vertrouwen geven. Het college wacht niet op landelijke maatregelen, heb ik ze niet horen zeggen. Volgens mij gaan ze met gezwinde spoed aan de slag. Ik zou eigenlijk willen voorstellen om met deze begroting al een integrale afweging te kunnen maken, wat we van harte toejuichen. Ja, ik heb ze ook horen zeggen dat ze de landelijke maatregelen in ogenschouw willen nemen. Dus niet alleen maar lokaal kijken, maar vooral ook kijken naar wat de landelijke ontwikkelingen zijn en daarbij aansluiten, zonder dubbel werk te doen. Ik denk dat de motie voor zich spreekt en dat wilde ik nog even meegeven. Dank u.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ik interpreteer de motie anders, in die zin dat er door meneer Fluitman en mevrouw Kant gesuggereerd wordt dat het alleen maar zou gaan om de groep van 18 tot 26 jaar. Echter, er staat 'met name' en niet 'uitsluitend'. Dat is volgens mij taalkundig een heel ander aspect. Het gaat om iedereen, en er wordt extra aandacht gevraagd voor de groep van 18 tot 26 jaar. Op zich begrijp ik wel dat meneer Fluitman zegt: "Ik vind het een beetje vaag, maak het nou eens wat concreter," dat snap ik. Maar aan de andere kant zijn de problemen niet overal gelijk, hè? We richten ons nu allemaal op de energieproblematiek. Voor ontzettend veel mensen is dat een gigantisch probleem, maar er zijn ook mensen die hun energiecontract via de woningbouwvereniging hebben lopen en die voorlopig de eerste jaren nog wel veilig zitten. Moet je daar dan, in het kader van de energieproblematiek, iets aan doen? Maar ik hoor mijn buurman, en dat is algemeen bekend, want ik heb die aflevering ook gezien, over mensen die door bijvoorbeeld de inflatie hun schoolspullen niet meer kunnen betalen. Dan denk ik: ja, dan kun je nu wel zeggen, "Gemeenten, maak het maar alvast heel concreet." Maar volgens mij moet je eerst in kaart brengen wat er aan de hand is voordat je kunt gaan bedenken wat je wilt gaan doen. En daarom denk ik dat deze motie in die zin goed is. Dank u wel, meneer de voorzitter. Dank.
Ja, dank u wel, voorzitter. In deze motie komt het woord 'inwoners' drie keer aan de orde, en daarmee wordt de noodzakelijke verbreding aangegeven, want het gaat om alle inwoners. Het tweede punt is dat het onderzoek wordt toegezegd. Daar gaat het primair om, en tegelijkertijd heeft het college aangekondigd, vanzelfsprekend zou ik zeggen, straks in de RIB, maar ook bij de begroting, met maatregelen te komen. Dat is een ander punt. En tenslotte zou ik willen zeggen dat, waar het gaat om alle inwoners, het ook om de kinderen gaat, en Tim Sjongers, die kennen wij allemaal. Hij heeft hier gesproken bij het afscheid van de voorzitter van de Rekenkamer. Hij heeft zondag iets gezegd over kinderen dat een schokkend en hartverscheurend beeld schetst. Hij zegt namelijk: "Zes Johan Cruijff Arena's vol met kinderen die in armoede opgroeien," en daar past niet bij dat je deze motie dan overbodig noemt. Dank u wel, voorzitter.
Dankzij uw reactie zijn de vragen beantwoord. Nee, ik ben de heer Luca niet vergeten. Wilt u iets naar voren brengen, meneer Luca? Nee, dat is niet meer nodig, voorzitter.
Ik wil naar het college gaan, maar ik doe het anders, want eerst wil ik even inventariseren wat de reacties zijn op de vragen van een aantal fracties, waaronder die van de heer Fluitman over de motie. Deze reacties zijn nu gegeven. Vervolgens zal ik terugkeren naar de heer Fluitman en daarna kom ik bij u, de heer Fluitman van het CDA.
CDA, ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ik vind het lastig, het blijft lastig. Ik bedoel, ik ben helemaal niet tegen die motie, en volgens mij zijn we een technische exercitie aan het doen. Nu, over inwoners en dan met name jongvolwassenen. Dat kun je dus op twee manieren lezen. Volgens mij, als we het er met zijn allen over eens zijn dat we het over alle inwoners hebben, en met name... Laten we dan het woordje 'allen' ertussen voegen, dan ben ik al een heel stuk gerustgesteld. Dat zal ik maar zeggen, want dan ligt de focus niet alleen benadrukt op die jongeren, maar we hebben het over alle inwoners en u benoemt dan nog specifiek die doelgroep. Want ik zou ook zeggen: alle inwoners, maar ook specifiek de ouderen, of weet ik veel. Maar dat wil ik dan niet aanpassen. Dus mijn voorstel zou zijn aan de indieners om het woordje 'allen' toe te voegen aan de bestaanszekerheid van alle inwoners, en dan denk ik dat we als CDA met dat punt, in ons geval, ons punt dat ik heb kunnen maken, dat we het graag breder zien.
Wat ik wel jammer vind, is dat - en dat is ook weer hoe je het zegt of hoe je het interpreteert - er wordt een paar keer door het energievraagstuk genoemd. Nou, dat hele woord valt helemaal nergens in deze motie, want we hebben het hier namelijk volgens mij over koopkracht, dus dat is iets heel anders dan dat we alleen maar over energie praten. Nee, we hebben het over andere dingen, dus het gaat volgens mij over veel meer.
En ja, dan mis ik nog steeds het in kaart brengen. Dat is leuk, maar wat zijn dan die concrete eventuele maatregelen die genomen kunnen worden? En als we dat nou weer pas gaan bekijken met elkaar als het in kaart is gebracht? Nou, ik weet niet, maar dat wordt allemaal zo voor ons uitgeschoven. Waarom zouden we niet gewoon die opdracht meteen meegeven aan het college? En dan kunnen we er later naar kijken van: nou, wat voor concrete ideeën hebben zij en passen die dan binnen onze ideeën?
Dus nogmaals de oproep om te kijken of we het nog iets concreter kunnen maken, waarbij we zeggen: dus in kaart brengen en met concrete voorstellen komen. Dan denk ik dat we, volgens mij, als raad met zijn allen heel goed begrijpen wat we bedoelen, het college ook. En ik heb van het college gehoord dat zij ook al heel druk ermee bezig zijn. Dat waardeer ik zeer, maar ik vind het ook heel goed dat wij als raad laten zien aan onze inwoners van Zeist dat we aan hen denken en zeker wat dat betreft in deze moeilijke tijd ook zeer alert zijn hierop.
Dus mijn vraag nogmaals: het woord 'allen' erbij, en in kaart brengen en met concrete voorstellen komen. En als de heer Bredius zegt: "We gaan niks veranderen," dat is ook prima, maar het is en blijft mijn vraag aan de indieners.
Ja, voorzitter, dank u wel. Voorzitter, dank aan de indieners en dank ook voor de antwoorden van het college. Ik heb twee vragen: één voor de indieners en één voor het college.
We staan sympathiek tegenover de motie. Laat ik dat vooropstellen, en dat is logisch. De heer Fluitman doet het ook, maar vooral mevrouw Brebels van de PvdA noemde net ook al iets belangrijks. Ik zou graag van u willen weten, en ik ben met het woord 'alle' prima tevreden. We wilden het iets breder trekken, maar als het op die manier gedaan wordt, dan kunnen wij ons absoluut ook vinden in deze motie. Maar ik zou van het college willen weten, en de heer Fluitman haalde het gedeeltelijk aan, of dit college daadkracht toont. En ik begrijp dat ze achter de schermen bezig zijn en dat we een RaadsInformatieBrief (RIB) gaan krijgen, maar ook echt de daadkracht toont vanaf nu, zoals mevrouw Brebels net benoemde, tot januari. Want we gaan nu een moeilijke tijd tegemoet; de signalen zijn best nijpend.
En ik weet niet of u wel eens 's avonds de hond uitlaat of een rondje in uw buurt loopt, maar als we nu 's avonds rondlopen, dan constateren wij in ieder geval in twee wijken dat er geen lampen meer aan zijn. Dus mensen zijn heel actief bezig, maar alleen de tv staat aan. Maar ik vind het ook wel een schrijnend signaal dat het op deze wijze al plaatsvindt, met alle besparingen die al door de mensen worden gedaan. Dus ik vind het ook een signaal dat afgegeven wordt. Dat wilde ik toch meegegeven hebben.
Dus ik ben erg benieuwd, zowel naar de invulling van 'alle' – en dat zou ik dan echt volledig omarmen en deze hele motie steunen – maar vooral ook naar de actie van het college vanaf nu tot januari. Want dat wordt best een pittige periode, vrees ik, voor grote groepen inwoners in onze gemeente en onze kernen.
Dank u wel, voorzitter.
In deze ronde gaan we naar een afsluiting. De heer Luca had nog een specifieke vraag voor u; misschien kunt u daarop reageren. Vervolgens zal ik het woord geven aan Silco Zwart om in afrondende zin iets te zeggen over het al dan niet wijzigen of handhaven van de motie. Daarna kom ik bij wethouder Laura Hoogstraat uit.
Wat moeten we doen tot 1 januari? Kijk, we bieden nu natuurlijk al maatwerk bij de vierde RSD. Dus als mensen in nood zitten, kunnen ze zich melden bij de RSD. Daar wordt een toets gedaan en eventueel wordt de energietoeslag toegekend. Dat is echt maatwerk, en het is goed om te realiseren dat nu alle mensen in 2022 een grote groep vormen die de energietoeslag krijgt. Dus de pijn is op dit moment minder erg voor de groep tot 120% van het inkomen, maar voor de groep daarboven kunnen er schrijnende gevallen zijn. Ook daar moet je maatwerk toepassen. Ik heb het voorbeeld van de schoolspullen gehoord. We hebben contact met Stichting Leerkansen om aan te geven dat als er mensen zijn met speciale vragen, ze moeten overleggen. We kijken wat we kunnen doen. Via onze maatschappelijke partners kunnen we de vragen oppakken, en daarvoor is ook budget binnen de begroting.
Vanaf 1 januari 2023 is het afwachten wat het rijk doet, maar als er geen energietoeslag meer is, moeten we echt kijken wat er nodig is. Ik kan niet zeggen dat we voor generieke groepen generieke maatregelen moeten nemen. Dat moeten we echt even bekijken. Ik heb een oproep gehoord voor alle inwoners, uiteraard voor alle inwoners. Er is speciaal aandacht gevraagd voor jongeren in deze groep, want daar is misschien extra aandacht nodig. Als de motie wordt aangenomen, zal dat meegenomen worden. Ik hoop u in de RIB te informeren. Aan de andere kant hebben we ook nog de energiebesparing, en daarover komt ook meer informatie in de RIB. Dus tot 1 januari doen we wat we kunnen binnen de begroting.
Nou ja, dit komt eigenlijk meer vanuit onze eigen fractie, want ik weet niet 100% zeker wat de andere indieners hierover denken. We hebben niet echt kunnen overleggen. Natuurlijk, maar het gaat over het wijzigen van de dikte. Ik vind het prima om beide inwoners toe te voegen als dat mensen meer geruststelt, maar dan over de concrete maatregelen. Ja, volgens mij is er benoemd dat er een steunfonds gaat komen en dan moet dat denk ik worden onderzocht: hoe we dat gaan doen en ja, wie recht heeft op welke manier op middelen uit dat steunfonds. Dus daar staan wij iets minder positief tegenover.
Dank u. Dan kunnen we de ronde weer maken. Maar ik denk dat de lijn getrokken is. De indienende fracties geven ook non-verbaal aan dat het woord 'alle' kan worden toegevoegd, dus dat komt daar te staan: "Doende bestaanszekerheid van alle inwoners, hè?" Bij een verzoek? En voor het overige is de tekst, met inachtneming van alle uitleg en interpretatie die gegeven is, ook van de zijde van het College. Het is aan de Raad om dat af te wegen. Ik heb er voldoende over gezegd en wil nu vragen: wie is er voor de motie, inclusief de aanpassing? Voor de motie zijn: ChristenUnie, SGP, VVD, GroenLinks, Zeist.nu, CDA, Nieuw Democratisch Zeist, en de Partij van de Arbeid. De heer Tompot, steekt u uw hand op of niet? Niet? Dan, en D66, dank u wel. Tegen zijn: de heer Tompot en de Socialistische Partij, en mevrouw Hannie van Kippersluis van Zeister Belang. Akkoord, dank u wel. De motie is daarmee aanvaard.