Ronde Tafel RV De sociale basis

Dan gaan we over tot het stellen van vragen aan de wethouder. Ik stel voor dat we eerst inventariseren welke vragen er zijn, zodat de wethouder in eerste termijn antwoord kan geven. Aan welk raadslid mag ik als eerste het woord geven? Het is heel duidelijk: mevrouw Zwart van GroenLinks.

Dank u wel, Voorzitter. Allereerst vind ik de ontwikkelonderwerpen heel mooi en belangrijk, die genoemd zijn. Ik ben benieuwd of er al iets meer kan worden verteld over hoe het college deze doelen in de praktijk wil bereiken. Specifiek ben ik ook geïnteresseerd in de vindbaarheid van alle organisaties die in Zeist actief zijn en de hulp die zij kunnen bieden. Hoe zorgen we ervoor dat de match tussen zorgvrager en zorgverlener goed tot stand komt? En eventueel ook tussen de organisaties onderling. Dat brengt me bij mijn tweede vraag: zojuist is aangegeven dat het belangrijk is dat vrijwilligers en hulpverleners elkaar in de praktijk goed kunnen vinden bij het aanbieden van hulp en ondersteuning aan inwoners, vooral op wijkniveau. Hoe faciliteert de gemeente dit momenteel, naast de wijkhuizen? En hoe zou er volgens het college concreet meer invulling kunnen worden gegeven aan deze wens? Als laatste vraag: er wordt in een stuk veel uitgegaan van preventie. Dat is natuurlijk iets waar niemand tegen kan zijn. Tegelijkertijd staat er in het doorwerkingsonderzoek, waar we het zo ook nog over gaan hebben, dat preventie niet altijd leidt tot het voorkomen van zwaardere zorg. Misschien moet ik deze vraag eerder daar stellen, maar dat hoor ik dan wel. Ik ben echt benieuwd hoe de wethouder dit ziet. Dat waren mijn vragen.

Mijn vragen: drie vragen van uw kant, mevrouw Van Lunteren van de SP.

Kunt u de microfoon aanzetten? Ja, dank u.

Ja, dank u wel. Ik heb ook een aantal vragen. Er bestaat zoiets als het mantelzorgcompliment. Heeft de gemeente zicht op het aantal mensen dat daar gebruik van maakt? Wordt daar veelvuldig gebruik van gemaakt? Dan, bij de thema's 6 en 7, 'gezonde leefstijl' en 'opgroeien en opvoeden', wordt nergens de schoollunch of het schoolontbijt genoemd als een mogelijkheid om de jeugd gezond te houden. Misschien is dat nog een optie om toe te voegen. Dan nog een suggestie: nieuwe inwoners krijgen een uitnodiging om een keer op het gemeentehuis te komen en kennis te maken met de raadsleden en de burgemeester. Misschien is het ook leuk om in die brief te vragen of mensen het leuk vinden om iemand van de vrijwilligersorganisatie op bezoek te krijgen om ze wegwijs te maken in de gemeente Zeist. Waar kunnen ze terecht voor eenzaamheid, voor spelletjes, voor een gezamenlijke lunch? Noem maar op. Dat iemand ze, zoals ik al zei, wegwijs maakt in wat je kunt doen in Zeist. En dan nog een vraag. In Den Dolder klaagde een moeder erover dat er nergens een opvangplek was voor jongeren. Ze moesten in een schuurtje van 2,5 bij 2,5 meter hun heil zoeken bij elkaar. Is daar nu echt niets op te vinden? Ik stuit nu alleen maar op bezwaren vanuit de omgeving. Is er toch niet iets te realiseren voor die jeugd, zeg maar van 15 tot 18 jaar? Dat waren mijn vragen, dank u wel.

Dank u wel voor de drie vragen en een suggestie aan een van de raadsleden, meneer Van den Heuvel van D66.

Ja, dank u wel, voorzitter. Oh ja, het is heel mooi om te zien. Het betoog is mooi om te horen, maar ook mooi om te zien. Hier in de zaal zouden we kunnen zeggen dat de organisaties uit de samenleving zelf ook aanwezig zijn. Ik moet eerlijk zeggen dat dit ook wat doet; het maakt dat het niet alleen een papieren discussie is. Je ziet ook gewoon de mensen achter de organisatie, dus dank u wel daarvoor. Ik heb twee vragen aan de wethouder. In het stuk wordt genoemd dat de regionale sociale diensten gelukkig ook genoemd worden, want ik probeer al een verbinding te zoeken tussen werk en inkomen en de rest van het sociaal domein. Er wordt onder andere gezegd dat de sociale dienst nieuwe strategische kaders opstelt. Zijn we daarmee bezig, hè? In de loop van de komende paar maanden zal de besluitvorming plaatsvinden, en er wordt ook gezegd - daar ben ik blij mee - dat de doelstellingen die betrekking hebben op het thema 'waardevol werk' onderdeel worden van dit beleidskader sociale basis waar we nu over spreken. Maar dat is slechts één thema van de acht, en ik meende ook bijvoorbeeld bij het thema 'financiën op orde' een duidelijke link te zien met de RDWI of met de regionale sociale dienst, en ook meteen met taal, als het gaat bijvoorbeeld om de formulierenbrigade die daar zit. Dus eigenlijk, met die twee voorbeelden, zou ik een oproep willen doen, maar ook even vragen: hoe kijkt de wethouder daarnaar? Naar de verbinding, misschien wel meer dan dat nu uit mijn stuk blijkt, tussen de regionale sociale dienst als aanwezige infrastructuur - een van de pijlers, zoals Movisie het vertaalt in het stuk - en de menselijke kant, de sociale basis. Dus daar ben ik even naar op zoek. En een andere vraag is, zonder al heel concreet op subsidieverstrekking in te gaan: ben ik wel even benieuwd of ik het goed heb begrepen dat het woord 'subsidieopdracht', dat vaak genoemd wordt, een kader is voor subsidieverstrekking aan de organisaties in de sociale basis. En als dat bijvoorbeeld een partij als zojuist genoemd daar ook voor in aanmerking zou kunnen komen, of dat ik het goed begrepen heb dat het een subsidieopdracht is die je bij wijze van spreken aan een organisatie geeft voor een bepaald doel. Dank u wel.

Duidelijk, dank u wel. Kunt u mij vertellen wie van de raadsleden mevrouw Kamps is? Nu ben ik dankbaar.

Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraag aan de wethouder, en die is eigenlijk naar aanleiding van de reactie die het college heeft gegeven. Bij punt 5 staat het advies om te luisteren naar de inwoner, zowel met als zonder beperking. Ik heb hier eerder vragen over gesteld, namelijk over het feit dat mensen met een beperking ergens terecht kunnen, bijvoorbeeld in een café, maar dan zonder prikkels. Dus als je bijvoorbeeld mensen met autisme hebt, dat ze een veilige plek hebben waar ze naartoe kunnen gaan zonder te veel prikkels. De wethouder heeft toen aangegeven dat dergelijke toepassingen aanwezig zijn. Mijn vraag was echter ook of hier meer bekendheid aan gegeven kon worden. Dus eigenlijk is mijn vraag of er al meer bekendheid is en of er al een proces loopt om hier meer bekendheid aan te geven. En dan kijk ik ook even naar de rest van de zaal: kunnen jullie eventueel ook aandacht besteden aan het vergroten van de bekendheid voor mensen met een beperking? Zodat zij weten waar ze terecht kunnen voor bepaalde evenementen of tijdverdrijf. Dank u wel. Oké.

Dank u wel. Een oproep aan de aanwezigen dus, en een vraag aan de wethouder. Ja, meneer Van Voorden van het CDA, gaat uw gang.

Ja, allereerst dank voor het goed leesbare en inzichtelijke stuk; ik ben er dankbaar voor. Ik heb echter een vraag over thema 5, dat over het op orde brengen van financiën gaat. Hierin wordt een aandachtspunt aangekaart, namelijk dat veel mensen op straat zijn gesproken over de betaalbaarheid van sport- en cultuuractiviteiten en dat men zich hier zorgen over maakt. Nu gaan wij natuurlijk een traject in waarin dit wordt uitgewerkt, en ik denk dat het zonde zou zijn als we dit aandachtspunt op dit moment zouden laten liggen. Dus mijn vraag is eigenlijk aan de wethouder: kunnen we dit prioriteren, of hebben we daar iets anders voor nodig? Of heeft u iets van de raad nodig om dit scherp te krijgen? Dank u wel.

Ik heb geen vragen. Ik wil alleen waardering uitspreken, want het stuk spreekt ons zeer aan. Bedankt daarvoor. Helder.

Een helder compliment. De termijn van de andere raadsleden is verstreken. Nee. Kan ik nu het woord geven aan de wethouder?

Oké, ik denk dat ik het even moet ordenen voor mezelf. Het helpt altijd om een korte introductie te doen. Ik ben blij om te horen dat jullie het stuk goed en leesbaar vinden. Het is in samenwerking met alle organisaties en maatschappelijke organisaties in Zeist samengesteld. Er is prioritering aangebracht en het is een voorbeeld van een andere gemeente, omdat die het goed hadden opgeschreven. Het achtste thema, taal, heb ik zelf toegevoegd, omdat we ook dat beleid hebben en ik vind het heel belangrijk. Hierbij past dus de oproep van de heer Van den Heuvel, die ik heel goed begrijp, want taal is een van de dingen die je nodig hebt om goed mee te kunnen doen. Daarnaast zijn er drie belangrijke ontwikkelingen: het vinden van de weg, overzicht en samenwerking, en voorzieningen dichtbij. Dit zijn eigenlijk drie thema's die in alle acht thema's naar voren komen en waar we nog wel opdrachten hebben. Dat vraagt ook om een vervolgstap met dezelfde partners en organisaties in de samenleving om dat verder uit te werken. Daarin zit ook een opdracht om dat per wijk te doen, als je voorzieningen en zorg en welzijn in de wijk vorm wilt geven. Dat vraagt inzet op samenwerking tussen het vrijwillige en het professionele, en dat professionele is natuurlijk de professionele jeugdzorg. We hebben ons eigen sociaal team, maar we hebben ook organisaties die ertussenin zitten, zoals Marian de Omnium, die wel professionals zijn maar heel erg bezig zijn in de wijk met welzijn en welbevinden. Daarnaast hebben we de vrijwilligers en om meteen te starten met de insprekers: het Wegwijs Café is natuurlijk een uitstekend voorbeeld waarin die twee werelden heel goed samenkomen, waarin je ziet dat het fijn is om ergens naar binnen te lopen en je vraag te kunnen stellen en daarbij geholpen te worden. Soms is het ook fijn om te merken dat de vrijwilliger aan wie je de vraag stelt ook moet gaan zoeken, maar dat je dan samen de zoektocht doet en op die manier een stap verder komt. Het liefst wil je natuurlijk dat iedereen, net zoals jij en ik, gewoon buren, familie of vrienden heeft aan wie je je vraag kunt stellen. Soms heb je die niet en dan stap je naar het Wegwijs Café om daar eens je licht op te steken. Maar de nabijheid op logische plekken, laagdrempelig, zonder gedoe, geen schroom, dat soort zaken zijn heel belangrijk, en de samenwerking tussen de vrijwilligers en de echte professionals is cruciaal. De echte zorg, zoals huisartsen en medische zorg, en daarnaast de welzijnsorganisatie, dat samenspel moet zich gaan vormen in de wijken. Niet iedere wijk is hetzelfde en het moet dus ook echt per wijk en buurt bekeken worden. Hoe brengen we dat in kaart, hoe ziet het er daar uit? En ik zou bijna zeggen, we gunnen iedere wijk een dorpshuis zoals Austerlitz, dus ook daarnaar kijken: is er in de wijk een voldoende punt of een mooi punt waar mensen elkaar kunnen ontmoeten en vinden? En als dat er niet is, dan moeten we ook kijken hoe we dat dan wel vorm kunnen geven. Dat is hetzelfde met betrekking tot jongeren: het is gewoon belangrijk voor hen om een plek te hebben om te kunnen chillen en zitten. Er is al een poging gedaan om een jongerenontmoetingsplek te krijgen in Den Dolder, maar dat is gestrand op het niet kunnen vinden van een goede plek. Er kunnen allerlei goede redenen zijn waarom dat niet is gelukt, maar uiteindelijk moeten we, als we dit kader aannemen, echt met elkaar afspreken dat dat iets betekent en dat we daarvoor gaan staan en daarop gaan inzetten. Ook is het goed om te zeggen dat dit echt een sociale basis is, hè? Dat komt een beetje uit onze 'sociaal in balans'-opdracht die we hadden gezet in drie onderdelen, waarvan we zeggen: we maken de beweging van zorg naar zorgen dat, preventief werken. We gaan zorgen dat de teams goed gaan aansluiten op het vrijwilligerswerk en het sociale domein en we gaan dat volgen. Hoe kunnen we zien dat die beweging van echt professionele zorg naar preventief werken beleid wordt? Ondertussen is er landelijk ook een nieuw kabinet met allerlei programma's en komen er ook projecten zoals het Gala en het ISA. Gezond leven is een belangrijk thema, sport, bewegen en bestaanszekerheid zijn belangrijke thema's en dit is echt voor dat, zoals Movisie zegt, wat die sociale basis is. Maar daarnaast gaan we aan de slag met een nieuw bestaanszekerheidsbeleid en komt er ook een nieuw beleid op sport en bewegen en gaan we al die stukjes nog weer aanvullen. De eerste die eraan komt, is de strategische kaders van de RDWI, waarin waardevol werk ook weer een plek heeft gekregen. Dus al die puzzelstukken moeten in elkaar gaan aansluiten. Nou, dat gezegd hebbende, op de antwoorden van de vragen terugkomen: hoe wil je het bereiken en hoe gaan we die vindbaarheid vergroten? Ja, dat is gewoon een route, hè? Wat we nu voor u ligt, dat zijn eigenlijk het beleidskader en dat willen we verder gaan uitwerken in een soort agenda en dat doen we ook weer met alle partners die ook dit stuk hebben opgesteld, want die moeten het uiteindelijk gaan doen. Daarnaast moet dit beleidskader de basis zijn voor, ja, wat noem je het, een subsidieopdracht maken, er een subsidiekader van maken en in die subsidies gaan we gewoon veel meer, nou, minder vanuit regeltjes, maar veel meer vanuit de maatschappelijke opgave met elkaar kijken. Van oké, wat doet de organisatie, wat is de opdracht en hoe willen we daar verder bouwen? En laten we wel zijn, we hebben eigenlijk al een supersterke sociale basis. En wat we nu met dit beleidskader doen, is eigenlijk veel meer een beetje een ordening aanbrengen, dus wat gerichter op thema's kijken. Wat vinden we echt belangrijk? En ook zo vanuit de subsidies gerichter het gesprek starten van nou, wat kan er gewoon nou nog beter en hoe gaan we die samenwerking versterken en wat is daar dan voor nodig? En dan van daaruit ook kijken van hé, wat kost dat dan en welke subsidie kunnen we daar onder leggen? Dus het moet ook helpen om met elkaar gerichter en beter te gaan samenwerken aan die maatschappelijke opgaven en wat resultaatgerichter te financieren. En dan die preventie, ja, de preventie zit hem natuurlijk in de beweging meer dichterbij, dichter naar voren, waarbij je kleine vragen klein wilt houden. En laten we ook wel zijn, de samenwerking tussen het vrijwillige, de Wegwijs Cafés, maar ook het welzijn op recept is bijvoorbeeld een voorbeeld, de samenwerking met de huisartsen en ja, soms is het gewoon nodig dat er meteen goede professionele hulp wordt ingezet. Maar dat die afweging en het snel kunnen doorzetten of een warme overdracht kunnen geven van mensen, dat is eigenlijk heel belangrijk. Ik was vanmiddag bij huisartsenpraktijk Widar. Er worden nu evaluatiegesprekken gedaan waarin eigenlijk in soort focusgroepen bij huisartsenpraktijken wordt gepraat over hoe de samenwerking nu is met Marian de Omnium, met de wijkverpleegkundige, met de dementieconsulenten, dus eigenlijk al die verschillende disciplines zaten bij elkaar om te kijken, hé, hoe loopt het nou? En waar lopen we tegenaan en wat ze dus met elkaar hebben, is bijvoorbeeld al een app waarin ze vragen kunnen stellen, dus al die verschillende professionals hebben een communicatiemiddel waarin ze met elkaar communiceren en ze merken dat dat heel erg goed loopt, het welzijn op recept. Dat komt bij een plek binnen en vandaaruit wordt er dus iemand naartoe gestuurd bij die mensen thuis en dan wordt er echt vanuit een positieve gezondheid gekeken. Van waar word je blij van en wat wil je doen en wat is er in de wijk mogelijk? En op die manier worden al die puzzelstukjes dus bij elkaar gebracht en dat wordt dus al geëvalueerd en ik kan je wel aangeven dat het voorbeeld in Zeist, zoals we nu samenwerken, dat dat echt wel gebruikt wordt in de rest van de regio als voorbeeld. We hebben om die samenwerking te verbeteren, hebben we netwerkmanagers vanuit de zorg, vanuit Unicum, de huisartsen en vanuit de gemeente om dus die eerste- en tweedelijnszorg en het welzijn goed met elkaar te verbinden. Maar hoe mooi is het dat er dus nu ook wijkmanagers en een netwerkcoördinator is vanuit de vrijwilligersorganisaties, want dat is eigenlijk hetzelfde type persoon die probeert om al die vragen, al die mensen met elkaar in verbinding te brengen en met elkaar op te halen, hé, wat is er nou nodig om dat soepeler te laten verlopen? Dus ik denk dat uw initiatief wat u al gestart bent, meegenomen wordt in het verder uitwerken van die opdracht en van het kader en dat dat dus op die manier zijn plek moet gaan vinden. Dus we gaan gewoon aan de slag en kijken hoe we dat verder kunnen brengen. En het is natuurlijk al heel fijn dat de vrijwilligersorganisatie in een netwerk zitten, hè, dat jullie in elkaar investeren om elkaar beter te leren kennen. Nou, dat zit allemaal in lijn in de opdracht, dat zei u zelf eigenlijk ook. Nou ja, mevrouw Van Lunteren, die geeft een aantal voorbeelden, bijvoorbeeld gezond leven, de schoolontbijten, ja, dat zit ook in dat gezond leven akkoord en de excursies waar mijn collega Angel mee bezig is en dat wordt daar verder in opgepakt en uitgewerkt. Ja, we hebben dus niet alles hierin, het zal allemaal hierin kunnen, maar al die verschillende programma's die lopen wel naast elkaar en dat wordt dus wel uitgevoerd. Nou ja, in Den Dolder, ja, een jongerenplek. Ik denk dat dat bij uitstek wel iets is waar we aan de gang moeten. Want als je wil nadenken over preventie en ja, niet altijd jongeren benaderen vanuit een veiligheidsvraagstuk. Je moet ook nadenken over waar zij hun plek hebben, waar zij hun vertier halen, waar ze wel lekker mogen chillen. Dus dat is gewoon eigenlijk de andere kant van altijd maar vanuit een veiligheid of vanuit overlast naar jongeren kijken. Nou ja, er is de RWI die ik heb genoemd. Ja, ik vind het wel een goede observatie dat inderdaad bij schuldhulpverlening en taal eigenlijk de RWI niet wordt genoemd. Het is wel zo dat als we daarmee in de uitwerking verder gaan, dan zal die zeker daar ook weer terechtkomen. Nou ja, en de subsidieopdrachten, dus dit is het kader. We gaan dat verder uitwerken en daar zal zo'n NIOS dus ook in die soort gesprekken meegenomen worden van hoe zij met hun organisatie eigenlijk meehelpen de opdrachten verder uit te werken. Ik moet je bekennen, ik ben me even niet bewust van het antwoord op je vraag en op het prikkelarme café. Ik ga daar, we gaan er even achteraan en dan komen we erop terug en de oproep naar de organisaties is, denk ik, verstaan. Ja, financiën op orde. Ik denk dat in de stelpost die we hebben en we zijn natuurlijk bezig met ook een soort armoede-, sport- en cultuurfonds voor volwassenen dat het daarin zit. Dus er is denk ik nu nog niets nodig, maar als dat nodig is, dan zal ik daar zeker iets richting de raad over vragen of we melden.

Ja, dank u allereerst, want het viel me namelijk op dat er staat: "We moeten mensen meer richten op de subsidies die er zijn." Er zijn echter ook veel mensen die ik op straat spreek die daar niet voor in aanmerking komen, maar wel die problematiek ervaren. Dus ik denk dat we daar echt alert op moeten zijn. Mensen moeten niet afhaken op zulke activiteiten. Nee.

Wat betreft communicatie, kijk ik even naar Selda. Kun je daar al iets over zeggen betreffende de communicatie?

We gaan nu eerst een projectgroep samenstellen met interne leden en daarmee gaan we aan de slag met alle externe partners om het beleidskader zo ver mogelijk uit te werken tot een uitvoeringsplan en het subsidiekader. Het belangrijkste daarbij is dat zowel de maatschappelijke partners als de inwoners zelf daarbij betrokken zijn, want participatie is zowel belangrijk in dit beleidskader dat nu voorligt als in het uitvoeringsplan.

De vraag over het mantelzorgcompliment staat bij mij nog open, maar ik begreep dat je er veel over moest schrijven, nietwaar?

Ja, we bieden ook in Zeist het mantelzorgcompliment aan. Bovendien organiseren we altijd een speciale dag voor de mantelzorgers. In dit beleidskader is uitgebreid gesproken met de mantelzorgers, met name over het logeerhuis dat in de plannen is opgenomen. We zijn nu gestart met de subsidieaanvraag of de aanbesteding daarvoor. Dat is een van de belangrijke voorwaarden om de mantelzorgers beter te kunnen ondersteunen. Het geven van het compliment is dus ook een onderdeel van onze inspanningen. In de Week van de Mantelzorg organiseren we allerlei activiteiten om onze waardering te tonen.

Dank u wel. Ik wil nog even weten of het een goed idee is om in de uitnodiging voor nieuwe inwoners te vragen of er belangstelling is voor een bezoek van iemand van een van de teams. Ja, dat kan ik doen.

Ik kan dus mijn suggestie meenemen. Ik weet niet hoe ik dat verder in uitvoering kan brengen. Maar goed, we hebben natuurlijk best wel wat punten en mensen die we in ieder geval kunnen vermelden, waar je alle organisaties kunt vinden die meedoen aan het omnium. Er is ook een vernieuwde website waar we naar kunnen verwijzen. Ik zal eens informeren of dat een goede suggestie is.

Staat het genoteerd? Oké. We hebben uw antwoorden. Zijn alle raadsleden klaar voor de eerste termijn? Ja, er is behoefte aan een aanvullende vraag, hoor ik. Dan gaan we naar de tweede termijn. Ik zie u ja knikken, meneer.

Meneer Lore, wat mij betreft is uw antwoord helder; er wordt een paar keer expliciet gesproken over de huisarts. Ik wil echter ook wijzen op het feit dat wijkverpleegkundigen deel uitmaken van de sociale infrastructuur en soms nog makkelijker bereikbaar zijn dan een overbelaste huisarts. Dat wilde ik graag nog meegeven. Mijn tweede vraag is meer specifiek: u noemt terecht het woord 'resultaat' in relatie tot passieren. Kunt u mij een voorbeeld geven van hoe ik me dat moet voorstellen? Gaat u targets stellen en op basis daarvan subsidie toekennen, of hoe gaat u dat aanpakken?

Nu het erop aankomt, zal ik het antwoord misschien aan jou moeten overlaten. Kijk, volgens mij is het duidelijk wat we gaan doen. Met deze beweging is het vooral belangrijk om het gesprek aan te gaan en binnen de thema's wordt echt wel duidelijk wat de richting is die we op willen. Daarmee proberen we ook alle organisaties te prikkelen en te laten nadenken over hoe zij kunnen bijdragen, en daarmee ook wat gerichter te laten denken over welk resultaat zij willen behalen. Maar ik wil er ook voor waken dat het niet één grote administratieve rompslomp wordt. Het gaat vooral om het gesprek waarin natuurlijk die drie ontwikkelingen centraal staan: wat doe je aan de toegang, hoe bekend ben je en met wie werk je samen? Dat soort vragen gaan we meer sturen. En daarnaast is er ook echt ruimte voor innovatie, of om te kijken naar nieuwe mogelijkheden. Het is mooi dat je een subsidieaanvraag kunt doen met meerdere partners of organisaties. Je kunt ook nadenken over een project dat je met een bepaalde groep wilt uitvoeren, waarbij je naast je eigen organisatie om extra subsidie vraagt. Al die dingen gaan we verder uitwerken en samen ontwikkelen.

Oké, weer een beantwoorde vraag, meneer Van de Heuvel van D66.

Ja, dank voor de gestelde vraag, want daar was ik ook benieuwd naar. Ik ben blij te horen dat er gericht subsidie verstrekt wordt, want dat is niet per se bedoeld om de duimschroeven aan te halen of om achteraf verantwoording af te leggen. Maar het geeft een vrijwilligersorganisatie ook de erkenning van: "Oké, dat zijn onze doelen." Dus volgens mij is het alleen maar mooi. Een andere vraag die ik had, betreft de subsidieopdracht in het raadsvoorstel. Zoals ik het nu lees, heeft deze vooral betrekking op de acht thema's. Maar stel dat er een organisatie is die zich meer richt op een of meerdere van de drie ontwikkelingsthema's, valt dat dan ook binnen het kader of valt dat erbuiten? Is dat bij wijze van spreken een taak van de gemeente? Daar was ik even benieuwd naar.

Nee, ik kan me bijna niet voorstellen dat het niets met die 8 thema's te maken heeft. Maar nogmaals, het gaat echt om wat we willen bereiken. Ja, als er al drie organisaties hetzelfde doen, dan is het misschien eerder een kwestie van kijken of je kunt aanhaken of samenwerken. Nu hebben we eigenlijk niets. Nu is alles mogelijk qua subsidiëring, en dan is het echt een beetje van 'past het wel of past het niet'. Maar nu gaan we toch wel wat meer vragen, van 'hier willen we naartoe, hoe wil je dat bereiken?' En ja, als het een fantastische organisatie is die de communicatie helemaal wil oppakken en dat met vrijwilligers wil doen, huisbezoeken wil doen, dan kan het best zijn dat we zeggen: 'Dat is een goede plek en daar hebben we nu behoefte aan', bij wijze van spreken. Ik roep maar wat, maar ik kan me zomaar voorstellen dat we dan zeggen: 'Dat helpt mee, want we zijn met deze beweging bezig.'

Inspirerend voorbeeld, wat mij betreft. Dank u wel.

Wie van de raadsleden heeft aanvullende vragen? Nee, oké. Mag ik dan concluderen dat u voldoende informatie heeft? Ja. En dan komen we tot de vraag of u behoefte heeft aan een debat op 4 april. Ik wil hem toch stellen. Ja, oké, helder. Dan gaat het stuk door naar de raadsvergadering van...