Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Allereerst hebben de meeste sprekers de teksten al gezien, en het moet mogelijk zijn om binnen 5 minuten te spreken. Ik zal daar enigszins streng op toezien. Ik verzoek de raadsleden om ook hun vragen kort en bondig te formuleren. Gezien de grote groep wil ik eraan toevoegen dat u spreekt namens de voorzitter. Dus als u iets wilt zeggen, steek dan uw hand op en dan krijgt u van mij de gelegenheid om te spreken. De griffie zal bijhouden wie er allemaal wil spreken. Even kijken. Ik geef nu graag het woord aan de eerste inspreker, en dat is de heer Egbert Visser namens Stichting Beter Zeist.
Geachte voorzitter, ik zal inderdaad proberen het kort en bondig te houden en daarom de visie puntsgewijs uiteenzetten. Wij vinden de visie nog onvoldragen om als Raad over te besluiten. Dit geldt ook voor het stappenplan voor de periode na de aanname van de visie. Stichting Beter Zeist sluit zich aan bij de reacties van de sprekers tijdens de vorige ronde tafel van 23 maart. Het betreft hier de gebrekkige participatie bij het ontwikkelen van de visie, het onvoldoende beschermen van het groene goud en andere omgevingswaarden, de tekortschietende beschrijving van de wijk en gebiedszwaarte, en het gebrek aan een formele positie van inwoners bij het zogenaamde 'goede gesprek' met initiatiefnemers over nieuwe plannen, bijvoorbeeld voor bouw, wegen en andere ingrepen. Dit leidt ertoe dat de visie in feite alles mogelijk maakt en de burgers met lege handen achterlaat om de plannen aan te passen. En wil de bevolking dat? Willen de raadsleden dat? Projectontwikkelaars zien Zeist als een eldorado of goudland, omdat de gemeente de ontwikkeling van een Metropoolregio Utrecht wil faciliteren. En dat betekent veel meer bouwen dan zelfs landelijk nodig is. Dit hebben we allemaal onderbouwd in een notitie die aan de Raad is toegezonden en die binnenkort ook wordt geactualiseerd.
Kan de visie worden verbeterd? In de visie en in het stappenplan wordt gesteld dat het in de toekomst allemaal wel goed geregeld zal worden. Waarom straks, als het nu kan? Er zijn twee mogelijkheden. Ofwel de Raad draagt het college op de visie te herzien op basis van de burgeramendementen die worden ingediend en die aansluiten bij de punten die ik eerder heb genoemd, de zogenaamde 'koninklijke weg'. Dit kan omdat, volgens een bericht in een brief van of naar de Tweede Kamer, de laatste datum waarop een visie kan worden opgesteld en vastgesteld eind volgend jaar is; dus dan hebben we nog anderhalf jaar de tijd. Ofwel de Raad neemt straks de burgeramendementen aan om de tekortkomingen van de visie enigszins te herstellen. Dit is eigenlijk een noodgreep, maar zo worden de belangrijke punten direct aangepakt, waardoor je in de toekomst veel problemen kunt voorkomen, zoals problemen met de kwaliteit van plannen, vertraging door procedures, hogere kosten en aantasting van het vertrouwen van burgers in hun bestuur.
Hoe kan het wel in de praktijk? Ik geef twee voorbeelden, omdat die verhelderend zijn en illustreren waar het in feite om draait. Het eerste voorbeeld is de hoek van de Utrechtseweg en de Kromme Rijnlaan, het zogenaamde Kadans-terrein, waar nu het bouwplan 'Woonpark Zeist' is gerealiseerd. Dat was oorspronkelijk een slingerende hoge flat van 8 à 9 verdiepingen in de Stichtse Lustwarande. Maar na veel duwen en trekken en een 'benen-op-tafel-overleg', vergelijkbaar met de aanpak van 'Gebiedsontwikkeling Nieuwe Stijl' waar jullie heer Vermeulen nog aan de wieg van heeft gestaan, zaten alle stakeholders aan tafel om uit de impasse te komen. En wat bleek? Iedereen kon zich na afloop vinden in het bereikte resultaat; de gebouwen pasten beter in de omgeving en de bouwstijl sloot ook goed aan bij de buurt Crosestein.
Dan kom ik op het tweede voorbeeld: Eikenstein. Hier hadden de organisaties ook contact gelegd met BPD, die het Rabo-voorzetterrein wilde gaan ontwikkelen. BPD was daar welwillend tegenover, gezien de ervaring met Woonpark Zeist. Ook ontwikkelaars hebben zo hun netwerken. In onderling overleg werd eerst begonnen met het opstellen van een landschapsvisie voor de hele omgeving van de Utrechtseweg. Het vastgoedbedrijf deed hier ook aan mee in verband met de verwachte transitie van Eikenstein. Daarna werd het geheel nog eens overgedaan, wat leidde tot het 'Groene Raamwerk Utrechtseweg', dat met kleine aanpassingen door de Raad is aangenomen. Binnen dat groene raamwerk moesten de bouwplannen passen, en in goed overleg met BPD gebeurde dat voor het Rabo-voorzetterrein. Wat de nieuwbouw betreft, zijn daar goede plannen ontstaan. Maar het probleem blijft dat het aantal woningen vooraf, zonder omgevingswaarden vast te leggen, is bepaald.
Het behoud vormt een tweede probleem van het groene raamwerk zelf, dat al deels wordt verkaveld. Hoe kun je daar nu een oplossing voor bedenken? Wat leren we van een gezamenlijke gebiedsontwikkeling? Vanaf het begin kan een goed geleide aanpak door een onafhankelijke voorzitter zorgen voor kwalitatief goede plannen. Dit vergt echter wel een formele positie van de stakeholders, zeker als het om burgers gaat. Bovendien moeten de omgevingswaarden goed beschreven zijn in de beleidsstukken en zeker in de omgevingsvisie van de gemeente. Anders kunnen inwoners daar niet op terugvallen. Dat betekent dat op 23 mei de burgeramendementen serieus genomen moeten worden. Wees niet bang om deze aan te nemen. Stel de visie nu niet vast, maar vraag het college om deze visie te verbeteren op basis van het burgeramendement. Dank u wel.
Dank u wel, meneer Visser. Dat gezegd hebbende, geef ik nu graag het woord aan mevrouw Martinus Speekenbrink namens 'Stop de Boskap'. Oh, namens 'Stop de Boskap', sorry. Gaat dat goed? Zo ja, oké, dank u.
Om te beginnen, ik ben een van de initiatiefnemers van een burgeramendement over de ESO en ik wil daar kort over spreken. Maar vooral wil ik mijn ervaring delen over concrete ontwikkelingen in mijn omgeving. Eerst over de ESO: volgens mij is er in de omgevingsvisie een disbalans tussen ruimtelijke ontwikkelingen, omgevingswaarden en de invloed van burgers op plannen. Conform de Omgevingswet geldt bij ruimtelijke ontwikkelingen de regel 'het mag, tenzij'. Maar hoe wordt dan het 'tenzij' bepaald? Als we bijvoorbeeld geen concrete groene doelstelling in de visie hebben staan, als omgevingswaarden niet concreet zijn uitgewerkt voor buurten en gebieden, als inwoners maar moeten afwachten of hun gesprek met ontwikkelaars van een plan wel plaatsvindt en of die ook maar iets doen met de input van de inwoners. Hoe weeg je ruimtelijke ingrepen dan af ten opzichte van omgevingswaarde en behoud van natuur? Wat kun je als inwoners bereiken zonder een formele positie van een participatieverordening? Trouwens, Zeist heeft die niet, terwijl de meeste andere gemeenten die wel hebben. Moeten we hoopvol wachten op een toekomst waarin alles naar wens geregeld is? Dat stelt het college voor, maar dat is wel erg onzeker. Zoals Anne Schuler heeft nagegaan, heeft de ESO belangrijke functies. Daar moet de ESO dan dus geschikt voor zijn, en dat is hij nu niet. Ik zal daarom met andere inwoners een amendement indienen dat gaat over het concretiseren van de omgevingswaarde per buurt en gebied en over de opzet van een planweger in plaats van een waarde weger. Wij willen daarbij de waarborg van een stevige positie van inwoners. Dat is niet alleen van belang voor het draagvlak van plannen, maar vooral ook voor de kwaliteit van die plannen. Dat moet u als gemeenteraad aanspreken.
Ik ga nu in op twee voorbeelden uit mijn omgeving, hoe voor alle betrokkenen kwaliteit is te bereiken. Ten eerste, een paar jaar terug was ik een van de initiatiefnemers voor de actie tegen de voorgestelde houtenergiecentrale bij zwembad Dijnselburg voor de opwekking van warmte voor onder andere de elf flats. Onze zorgen betroffen de verwachte luchtverontreiniging. Daarnaast was het subsidiëren van houtstook totaal achterhaald, want dat verergert de klimaatcrisis juist. Dat wordt inmiddels ingezien. De bewonerscommissie van de elf flats had ook haar bedenkingen tegen het plan. Er zou een dubbele energievoorziening nodig blijven en daarnaast was er een groot financieel risico als de subsidieregeling voor houtstook zou stoppen, dan zouden de verbruikstarieven omhoog gaan. Achteraf hebben we gelijk gekregen. Door onze actie is de centrale er niet gekomen en hebben we problemen voorkomen voor Zeist en de inwoners. Zo ziet u dat burgers en hun organisaties toekomstgericht kunnen denken en plannen op een realistische manier kunnen beoordelen. Dat is goed voor hun omgeving en hun portemonnee.
Ten tweede, het bouwplan Huis ter Heide West. Komend halfjaar zult u over dit plan moeten besluiten. Het gaat om woningbouw ten noordwesten van het viaduct Huis ter Heideweg die Zeist en het dorp met elkaar verbindt. Zoals het er nu naar uitziet, zal de waardevolle bosdriehoek naast landgoed Dijnselburg daar worden opgeofferd. Buurtbewoners en hun organisaties hebben aangegeven dat het bos gespaard moet worden en dat het beoogde aantal woningen past op de naastgelegen open velden. Daarnaast blijft dan ook het cultuurhistorische kerkenpad tussen Zeist en Huis ter Heide beter behouden. Hiertoe zijn via een petitie 4000 handtekeningen opgehaald van mensen uit Huis ter Heide en omgeving. Dankzij een gesprek met de raadsleden van de coalitiefracties en wethouder Belting is er op Goede Vrijdag een overleg met de gemeente om te bezien wat de mogelijkheden zijn om het stuk bos te behouden, onder handhaving van het aantal woningen. Wij hopen dat dit voorstel serieus wordt overwogen en verder op haalbaarheid uitgewerkt wordt en we willen vervolgens dat dit als alternatief aan de raad aangeboden wordt en hopen dat u als raad dan kiest voor behoud van het bos. Het kan een echt duurzame buurt worden met tijdens en ook na de bouw weinig uitstoot, bijvoorbeeld door het gebruik van houtbouw en andere duurzame voorzieningen.
Mijn conclusie: in de ESO moet geregeld worden dat inwoners en belangengroeperingen serieus inspraak hebben tijdens de ontwikkeling van nieuwe plannen en gebieden. Laat ze juist bijdragen aan de kwaliteit van hun woon- en leefomgeving. Dat is een belangrijke basis voor het goede leven in Zeist, zoals de gemeente verkondigt. Ik hoop daarom dat de raad het amendement over concretisering van de omgevingswaarden en de planweger aanneemt. Een zorgvuldige planontwikkeling betekent vaak voor iedereen winst: draagvlak, kwaliteit van proces en plan en weinig of geen procedures. En als men onverhoopt toch niet uitkomt, beslist de raad of het college. Wees niet bang voor participatie van inwoners, maar koester de mogelijkheden ervan. Dank u.
Ik ben Harm Claesje, een inwoner van Zeist, 70 jaar oud en 50 jaar lang leerkracht geweest. Ik ben de initiatiefnemer van de Boswerf en heb het praktijkdiploma fietsen voor basisscholen in groep 7 bedacht. Ik ben lid van de Verduurzamingsgroep Zeist Griffensteijn en maak deel uit van de Groene Driehoek. Ik maak me zorgen over de hoeveelheid bebouwing in Zeist, over de natuur, de bossen en de scholen waar geen leerkrachten te vinden zijn. Ondanks mijn 70 jaar heb ik afgelopen week weer twee dagen gewerkt, omdat er niemand anders beschikbaar was.
Ik maak me ook zorgen over het zonnepanelenproject van jullie in samenwerking met de Groene Driehoek en over de windmolens. Ik zou graag willen dat jullie naar de omgeving van het marktplein kijken. Ik zou de markt graag naar de Slotlaan verplaatst zien en ik zou willen dat het marktplein anders wordt aangepakt. Een klein puntje van aandacht, maar iets wat mij opvalt en waarvan ik me verwonder dat niemand anders het lijkt te zien, is de aanpak van de bewegwijzering in Zeist. De wegbewijzering is slordig, onoverzichtelijk en er wordt een wirwar van kleuren gebruikt: blauw-wit, groen-wit, rood-wit, zwart-wit, bruin-wit. Deze kleuren worden kriskras door elkaar gebruikt.
Ik zie veel goede initiatieven in onze buurt. Ik zie de inzet voor de padden, ik zie mensen van de tennisvereniging die in hun vrije tijd rondom de club afval prikken en schoonmaken. Ik pleit voor een zorgvuldige aanpak van ons mooie Zeist. Laten we samen optreden, de omgeving niet verstoren en een mooi Zeist achterlaten voor onze kleinkinderen, in samenspraak met de burgers. Want als wij achter jullie plannen staan, kunnen we meehelpen om Zeist mooi te houden en mooier te maken.
Voorzitter, op 8 februari vond er in deze zaal een intensieve en gedenkwaardige bijeenkomst plaats tussen raadsleden en een aantal organisaties, waaronder de groene groepen. Het ging in die bijeenkomst vooral om de vraag of de ESO voldoet aan de eisen die de wet stelt aan een omgevingsvisie. Er moeten keuzes gemaakt worden over de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed. In die volgorde staat het ook zo in de wet. De organisaties stelden van niet; zij waren van mening dat de keuze impliciet werd gemaakt zonder die samenhang, door te kiezen voor groei en woningbouw. Ik kreeg de indruk dat de meeste raadsleden die toen aanwezig waren, die pleidooien begrepen en ondersteunden.
Daarom was ik ook heel benieuwd naar het raadsvoorstel dat nu voorligt en waar goed over is nagedacht. Het college heeft de ESO voorzien van context, argumenten en kanttekeningen, en de reikwijdte van de ESO is iets opgeschoven naar het jaar 2026. Het college geeft aan de ESO de komende jaren door te ontwikkelen tot een tweede, zijstroom omgevingsvisie, gericht op keuzes. Maar impliciet geeft het college in deze eerste omgevingsvisie aan die keuzes nu al te maken door in te zetten op groei met een forse woningbouwopgave en de zesde kern.
Met andere woorden, het betoog dat de groene groepen hebben gehouden, slaagt niet en leidt niet tot veranderingen. De impliciete keuze 'rood gaat voor groen' is eigenlijk al decennialang aan de gang. Sinds de jaren '50 is het fors uitgebreid, en die groei is helaas ten koste gegaan van natuur en biodiversiteit. Onze werkgroep Kromme Rijn Corridor heeft bij eerdere gelegenheden gepleit om de opgaven die voortvloeien uit het Verdrag van Parijs en het nationale klimaatakkoord te vertalen in integraal beleid. Dat vereist een andere manier van denken en doen voor iedereen, en zeker ook voor de gemeente Zeist. Op papier is dat in de ESO al gelukt: klimaat, natuur en biodiversiteit zijn in de eerste concepten ondergebracht in de hoofdstukken 6 en 7. In de voorliggende visie staan ze onder 1 en 2, maar die andere manier van denken en de ruimtelijke vertaling van het klimaatakkoord en de keuzes die daaruit voortvloeien, moeten nog hun beslag krijgen in de omgevingsvisie. 'Rood ten koste van groen' is een oude tegenstelling die Zeist tientallen jaren lang heeft gedomineerd. Het is mogelijk die tegenstelling te slechten. Onze landschapsvisie Kromme Rijn Corridor biedt voor het westelijk buitengebied een goede basis, en nu komt het op daadwerkelijk beleid aan. De gemeente kan zich daarbij geen afwachtende houding permitteren, anders komt alles stil te liggen, zoals de commissie-Remkes al aangaf. Wij roepen de gemeenteraad op daadkrachtig te sturen en ervoor te zorgen dat groen en rood in evenwicht zijn. De Kromme Rijn Corridor vervult daarbij een essentiële sleutelrol.
Dank u wel. De Vereniging Lyceumkwartier Zeist wordt vertegenwoordigd door Ed Nijssen, Claire van Oorsouw en Linda Arendsen. Aan wie mag ik het woord geven?
Laten we eens kijken. Ja, ik wil de voorzitter bedanken voor het woord. Graag zou ik drie punten naar voren willen brengen die wij als knelpunten zien in de huidige, voorliggende eerste Zeister Omgevingsvisie. Deze punten zijn respectievelijk: participatie, een gestandaardiseerd wijkkader en de wijkgrenzen.
Wat betreft participatie: als Vereniging Lyceumkwartier zijn we al geruime tijd proactief bezig met de Omgevingswet, door deel te nemen aan discussies en omgevingslabs. We hebben enquêtes uitgevoerd en ideeën verzameld bij onze achterban voor dergelijke plannen. We hebben zelfs raadsleden en raadsfracties gepolst en een waardepropositie gecreëerd – een ideale vorm van participatie, zou je kunnen zeggen. Uit de enquête die aan de fracties is voorgelegd, bleek dat veel raadsfracties onze initiatieven steunden of wilden steunen.
Als ik kijk naar het pad dat we hebben afgelegd, dan hebben we onze visie op waarden niet alleen ontwikkeld, maar ook voorgelegd aan onze leden, die meer dan 500 in aantal zijn. Dit is niet alleen een afspiegeling van betalende leden, maar ook van de huishoudens in de wijk. We hebben dit formeel aangeboden aan het college en hebben meer dan 30 contactmomenten gehad met ambtenaren en het college. Maar als we kijken naar wat er uiteindelijk in het plan terechtkomt, is dat slechts een schim van wat we zelf hadden geformuleerd.
Wat vragen we dan eigenlijk aan u? Nou, ik zou zeggen: handel in lijn met uw eigen aangenomen moties over ruimtelijke ordening voor het Lyceumkwartier en betrek buurtvertegenwoordigingen erbij. Neem participatie serieus en neem een goed gepresenteerde en onderbouwde visie op waarden over.
Het tweede punt dat ik naar voren wil brengen, is het pleidooi voor een meer gestandaardiseerd kader per wijk. Als ik kijk naar het huidige plan, dan zie ik dat de teksten per wijk enorm verschillen. Voor sommige wijken zijn er slechts een paar regels, terwijl voor andere, meer betrokken wijken, wel 2,5 pagina gevuld is. De inhoud varieert ook: sommige wijken hebben wel waarden, maar bijvoorbeeld voor het Kerkenbos zijn er waarden en ambities beschreven. Men stelt dat als een woning wordt afgebroken, deze in dezelfde stijl herbouwd zou moeten worden. Ik denk dat een gestandaardiseerd format op relevante hoofdpunten veel voordelen biedt: het geeft structuur, leidt tot gelijke behandeling en een beter proces voor de verschillende wijken. Ook kun je zo een integrale visie realiseren, die ruimtelijke ordening, milieu en veiligheid samenbrengt. Mijn verzoek aan u is dus om samen zo'n kader te maken en dit op te nemen in de Omgevingsvisie.
Het laatste punt betreft de wijkgrenzen. De grenzen voor het Lyceumkwartier waren altijd duidelijk: deze liepen tot aan de Boulevard. In het huidige plan is er echter een uitbreiding te zien, wat opmerkelijk is. Het college spreekt over handhaving van de bestaande bestemmingsplannen, maar hoe kan dit als in de Omgevingsvisie iets anders wordt beschreven? Dit is een inconsistentie. Ook in het plan zelf zien we inconsistenties, zoals in de omschrijving voor de buurt Valkenbos. We hebben om een reactie van de gemeente gevraagd en deze verwees naar een verzoek van de belastingafdeling. Hierbij is wat informeel Valkenbos heette, ondergebracht bij de buurt Lyceumkwartier. Dit heeft echter niets te maken met groen, inrichting, milieu of iets dergelijks dat met de Omgevingsvisie te maken heeft. Grenzen zijn cruciaal voor data-verzameling door het CBS en voor goed beleid. Ons verzoek is dus simpel: zorg voor consistentie, laat geen inconsistenties toe en neem correcte wijkgrenzen op in een addendum bij de Omgevingsvisie.
Dit waren de drie punten en ik dank u voor uw aandacht. Ik denk dat we met deze punten kunnen werken aan een beter en breder gedragen Omgevingsvisie. Dank u wel.
Voorzitter, ik moet enigszins afwijken van de ingediende bijdrage om binnen de vijf minuten te blijven. Ik zal dan ook meteen met de deur in huis vallen. Velen hebben hun zorgen geuit over het groen, en dat geldt ook voor onze werkgroep. Ik wil om te beginnen nog eens benadrukken waarom die ESO zo'n belangrijk document is en om te voorkomen dat we... En dat kan ik ook aan de ESO zelf ontlenen. Daar vind je van pagina 108 tot 112 hoe de ESO gebruikt gaat worden. In feite moeten alle nieuwe plannen, dus alle initiatieven die afwijken van een omgevings- of bestemmingsplan, getoetst worden aan de ESO. Dat staat letterlijk in die tekst. Een tweede belangrijk punt is dat het kaderstellend is voor het aanpassen van het omgevingsplan, wat tot 2029 of 2030 kan duren. Een derde zeer belangrijke functie is dat er heel duidelijk staat dat de waardenwegen worden gevuld met waarden uit de omgevingsvisie en nergens anders uit, met waarden uit de ESO. Dus als die waarden daar niet op orde zijn en niet compleet zijn, ja, dan gaan er gaten vallen en ontstaan er discussies over of iets wel of niet mag meetellen. Ik wil dat nog eens benadrukken. Ik had aan de griffier gevraagd of hij een sheet op het scherm wilde zetten, maar ik zie dat hij druk is. Ik had gevraagd of er een sheet van de gemeente Utrechtse Heuvelrug op het scherm kon, maar dat was bijlage twee. Dan verwijs ik u naar mijn bijlage. De gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft in beeld gebracht wat de functie van een omgevingsvisie is. En dan zie je ook een duidelijke stippellijn vanaf de omgevingsvisie en ook vanuit programma's direct naar vergunningverlening. Het is dus helemaal niet zo dat we ons geen zorgen hoeven te maken over de inhoud van de ESO, omdat de omgevings- en bestemmingsplannen alles regelen en vastleggen. We hebben juist alle reden om ons zorgen te maken, omdat elk nieuw initiatief, en eigenlijk vallen al die initiatieven buiten bestemmingsplannen, getoetst moet worden aan de ESO. Ja, en waarom maken we ons dan zulke zorgen? Zeist is een plek waar iedereen graag wil zijn. Het is nog groen, het ligt centraal in Nederland, dus als je in Utrecht woont of werkt, wil je er graag naartoe. Als je in de Randstad zit, kun je er goed gaan wonen. Je moet ergens een visie hebben op de ontwikkeling van Zeist en het valt op dat die visie geen handen en voeten krijgt in de ESO. Er zitten geen remmen op de woningbouwambities. Dat is ons grootste probleem. Dus ik wil op drie hoofdpunten nog eens duidelijk maken hoe wij daarin staan: a) groene waarden zijn niet of onvoldoende beschermd in de ESO. Als je waardegedreven bent, dan moet je ambities hebben op waarde. Ik hoop dat dit nog gaat gebeuren. Het is zo duidelijk gesteld dat we waardegedreven zijn, dan moeten die ook handen en voeten krijgen ten opzichte van andere ambities. Verder is in de aanloop naar de totstandkoming, of naar het concept, participatie helemaal niet goed geweest. Er zijn bijeenkomsten geweest over waarden, maar niet over hoe je met die waarden omgaat in relatie tot ambities en ontwikkeling van beleid. En dan valt mij ook echt op dat zelfs in de ESO staat dat de participatie over beleid moet gaan. Dat staat op pagina 109, meen ik. Ik heb dat ergens genoteerd. Ja, het wordt heel duidelijk in de teksten van de ESO zelf ook dat die waarden te weinig aandacht krijgen. Er staat duidelijk: "De gemeente Zeist is ambitieus als het gaat om behoud en ontwikkeling van groen." Hoe deze ambities gerealiseerd gaan worden, is nog onduidelijk, maar de ESO wordt wel het document voor de komende drie tot vier jaar waarin alle nieuwe initiatieven en ontwikkelingen getoetst gaan worden. Ja, kun je dit dan zo laten gebeuren? Het kan wel anders. Als ik het stappenplan lees, zie ik dat de bedoeling is dat waarden meer toegekend worden aan gebieden en woningen. Ja, dat is mooi, maar dat had nu moeten gebeuren. We zijn eigenlijk al sinds 2015 bezig; dat had er gewoon moeten liggen. Gezien de belangrijke functie in de ruimtelijke ordening en in het milieu van zo'n omgevingsvisie, kan het dus wel en het zal alsnog moeten gebeuren. En als je dat niet doet, dan moet je ook waardegedreven zijn. Dan zou je eigenlijk de waarden op één moeten zetten en de woningambities op twee. En dat zou ook zonneklaar uit de teksten moeten blijken; dan ben je waardegedreven. Ik wil nog even kort ingaan op het participatieproces en ook op het feit dat niet al die waarden erin staan. We hebben bijvoorbeeld als werkgroep voorgesteld om de faunaverbindingen op de kaart te zetten, hè? Al die pijlen, zodat ook duidelijk is in het buitengebied hoe die lopen. Nou, dat is niet overgenomen. Veiligheidshalve hadden we ook voorgesteld om dan tenminste onze mooie kaart met faunaverbindingen als bron te noemen bij de literatuur. Nou, ook dat is niet gebeurd en er is ook helemaal geen reden gegeven waarom dat dan niet goed zou zijn, terwijl het toch een heel belangrijke waarde is, stel ik me zo voor. Het groen in mijn eigen woonwijk in Couwenhoven wordt niet genoemd als waardevol. Er staan hele mooie zinnen in dat wij erg genieten van het groen in het buitengebied. Dat is volkomen waar en mooi dat het er staat, maar het groen in de wijk als zodanig helemaal... Ik ga dat proberen, dank u. We hebben ook voorgesteld om die wijkbeschrijving van Zeist-West te verbeteren. Zonder enige opgave van reden heeft het college dat terzijde gelegd. Het is, ja, de aanloop naar de ESO is dus helemaal niet goed geweest. Zeer belangrijke zienswijzen over waarden en ook over de verwerking van het beleid, wat is nou de woningambitie waar je mee wilt gaan, heeft het college niet beantwoord en niet van duidelijke inhoud voorzien. Er is nadrukkelijk steeds naar gevraagd. Ik zou dus willen zeggen dat de ESO echt verbeterd moet worden. Ik zal dat nu, vanwege de tijd, overslaan, wat die punten inhouden. En ik kom nu bij mijn conclusies. De gemeenteraad, die stelt de ESO vast, maar ook de beantwoording van de zienswijzen, ook al is dat niet nadrukkelijk als beslispunt opgenomen. Dat is uw verantwoordelijkheid. Nou, ik zou het betreuren, heel jammer vinden als u ermee akkoord gaat dat zoveel zienswijzen en naar voren gebrachte punten over deze ESO onbeantwoord worden gelaten door het college. En dat er eigenlijk gezegd wordt: "Over drie jaar gaan we het beter doen." Ja, dan is waarschijnlijk alle schade al aangericht. Er moeten echt groene grenzen getrokken worden om de kwaliteiten van Zeist te behouden. Die ontbreken in deze omgevingsvisie. Er zijn wel grote woningbouwambities, maar de groene grenzen, het gewicht van waarden dat erbij hoort, is er niet bij. Dat is het strategisch kader dat hoort in een omgevingsvisie. Ik roep u op om dit verhaal terug te geven aan het college, te zorgen dat er wel gewicht wordt gegeven aan die waarden ten opzichte van woningbouwplannen, dat er serieuze participatie komt, dat er gekeken wordt of die waarden er nog goed inzitten in alle wijken. De VOZ heeft daar een voorstel voor gedaan. En ik hoop dat u dat wilt gaan doen. En dat wij ook een serieuze reactie vanuit de Raad krijgen over dit onderwerp. Ik dank u wel.
Hartelijk dank, meneer Schuler. Uw volledige tekst met afbeelding staat ook online in het raadsinformatiesysteem, dus iedereen kan het nog nalezen. Ik zou nu graag het woord willen geven aan de buurt- en belangenvereniging Huis ter Heide, de heren Ruud Geus en Willem Goris.
Geachte voorzitter,
Graag wil ik namens de buurt- en belangenvereniging uw aandacht vragen voor onze kijk op de totstandkoming en het voorlopige resultaat van de ezel, en vervolgens een voorstel doen. Allereerst sluiten we ons aan bij alle eerder genoemde kritische opmerkingen. De geschetste visie is nog te algemeen en te vrijblijvend. Het is inderdaad meer een vertrekpunt; de formulering van waarden en daarop gebaseerde ambities is ook nog onvoldoende uitgewerkt. Het belang van goede samenwerking wordt wel genoemd, maar de vormgeving van goede participatie is helaas onvoldoende geregeld. Het handvat participatie van Zeist moet snel uitgewerkt worden om het vertrouwen in de politiek te herstellen. De ESO heeft nu nog onvoldoende draagvlak. Door de inzet van velen is al veel verzameld en gedaan, waarvoor complimenten, maar een bijstelling onderschrijven wij zeer. Nog een opmerking over de waarde van bewegen: snel moeten we daar een concrete uitwerking aan geven en ervaring mee opdoen. Een reflectie is nodig op wat waarden precies zijn en hoe die werken. Op een inductieve wijze willen wij aan de hand van concrete casuïstiek daar meer zicht op krijgen en die waarde van bewegen mee helpen ontwikkelen. Dus stellen we voor om dat te doen aan de hand van diverse actuele ontwikkelingen in Huis ter Heide, deels terugkijkend om van te leren en deels om een en ander bij te stellen waar mogelijk. Eerst een korte terugblik op die ontwikkelingen en de ervaringen daarbij.
Vooral uit bezorgdheid geven we dat aan en om te laten zien welke negatieve gevolgen eindeloze procedures kunnen hebben wanneer er onvoldoende participatie is, in de hoop dit in de toekomst te voorkomen. Allereerst noemen we de aantasting van een groot deel van het landgoed Oud Zandbergen ten behoeve van garagebedrijven, ten koste van onder andere 800 bomen. Er was veel onbegrip en verzet, en we gingen in beroep bij de Raad van State. Bij de woningbouwplannen van circa 80 woningen op de grasvelden in Huis ter Heide naast SV Zeist ging het aanvankelijk beter. Middels een proces van interactieve planvorming werd een programma van eisen ontwikkeld en in 2009 aangenomen. Na jaren is dit plan eindelijk nu weer opgepakt, maar met minder ruimte voor inbreng. Bij onze zienswijze hebben we onder andere onze grote bezorgdheid ingebracht voor verdere aantasting van onze groene omgeving. Zie hiervoor ook de bijdrage van Fortuna Spekenbrink en de actie 'Stop de boskap', en dan het project Huis ter Heide Zuid. De projectontwikkelaar presenteerde eind 2018 aan de buurt een plan voor 70 tot 90 woningen voor het kleine bedrijventerreintje achter het voormalige Glaxo-kantoor. Er zou een weg langs het wijkje komen, maar die is er nu dwars doorheen gepland, waarna de gemeente aangaf dat het viaduct over de nabijgelegen N28 wordt afgesloten voor autoverkeer. Dat was een voorwaarde om daar te kunnen bouwen. Uit onvrede met deze gang van zaken en de onderbouwing van het raadsvoorstel en de uiteindelijke afweging in de raad gingen we op 20 maart vorige week in beroep bij de Raad van State over dat uitwerkingsplan Zuid. Ondanks een aantal kritische vragen was er bij ons draagvlak voor de komst van deze woningen, maar een prima en veilige ontsluiting van ons dorp inruilen voor een gedwongen route via een bedrijventerrein en een drukke avenue is voor ons onacceptabel. De participatie en het overleg bij dit omgevingsplan waren hier minimaal, en het verkeersbesluit over afsluiting van het viaduct dwong ons helaas tot de gang naar de bezwarencommissie en uiteindelijk naar de rechtbank.
Tot slot de twee andere projecten: bij de wijziging van het Sportpark SV Zeist was de buurtvereniging bij de planontwikkeling nauwelijks betrokken. Onze inspraak bij de raad had ook geen effect. Ook hier volgde wederom helaas een gang naar de bezwarencommissie. Ons bezwaar was gegrond, maar nu loopt er voor de omgevingsvergunning een uitgebreide procedure. In plaats van een mooie groene entree voor het nieuwe wijkje ligt er nu een voetbalveld. Een laatste woord over het inmiddels niet meer toegankelijke landgoed Dijnselburg: nadat door de gemeenteraad een kwaliteitskader was opgesteld, begon een breed inspraaktraject om te zien wat daar aan ontwikkeling mogelijk was. Helaas liep dat overleg enige tijd vast, mede door een tekort aan duidelijke regie van de gemeente, en is het wachten nu op een herstart. Dit beknopte overzicht is te beluisteren als een klachtenlijst, maar is vooral bedoeld als waarschuwing hoe er bij gebrek aan vroegtijdig overleg en een integrale aanpak bij ruimtelijke plannen allerlei negatieve effecten kunnen optreden die we graag hadden willen voorkomen. Reden waarom we dat in de toekomst beter willen: in meer en betere samenspraak en met meer transparante en beter onderbouwde belangenafweging bij komende ruimtelijke plannen. Vandaar ons voorstel. Ik rond af om snel te komen tot een soort actieonderzoek voor de ontwikkeling van een waardebeweger voor het vervolg van de ruimtelijke plannen in Huis ter Heide, en ook alle komende omgevingsplannen in Zeist. Graag zien we nader overleg voor verdere toelichting en uitwerking van ons voorstel tegemoet.
Ik dank u.
Allereerst wilde ik iets zeggen over het proces van het interactief ophalen van de waarde voor de visie. Er is al het een en ander over gezegd, ook in de voorgaande bijeenkomsten die we het afgelopen jaar hebben gehad. Het is allemaal best lang geleden, maar vandaag bekeek ik onze zienswijze weer en de woorden kwamen meteen weer bij mij op: geen context. Er werd toen niet gesproken over de Omgevingswet of over de omgevingsvisie. Het was heel oppervlakkig en kinderachtig qua vorm en we hadden toen niet echt het idee dat onze inbreng serieus werd genomen. Dat wilde ik nog even kwijt.
De waarde die we toen hebben meegegeven en die uiteindelijk in de visie terecht zijn gekomen, zijn voor het grootste gedeelte kloppend, dus daar waren we blij mee. Alleen op een paar punten was er geen match met de ambities en ontwikkelingsplannen. Die voorbeelden wil ik even noemen. Bij de ontwikkelingen en ambities in Den Dolder staat bijvoorbeeld dat er een ambitie is voor het behoud van bestaande bedrijven zoals Remia en het bieden van uitbreidingsruimte op dit bedrijventerrein. Dat is inmiddels al aangevraagd en ook vergund. Maar wij als belangenvereniging zijn hier altijd op tegen geweest en we hebben dit overal waar dat kon actief meegedeeld, ook in de lange termijnvisie voor Den Dolder die we aan de nieuwe raad hebben gegeven. Dus de vraag is: hoe kan dat dan hier staan in deze omgevingsvisie, dat men Remia wenst te behouden?
Het formuleren op deze manier in de omgevingsvisie wekt ook sterk de indruk dat Den Dolder dit wil of dat wij dat als belangenvereniging hebben aangegeven, en dat is gewoon helemaal niet waar. Dat is eigenlijk een beetje kwalijk. Het is misschien een ambitie vanuit de gemeente, maar de manier waarop dat opgeschreven staat, komt niet fijn over.
Hetzelfde geldt voor de bedrijven op het industrieterrein Fornhese, waar ook uitbreidingsruimte gewenst zou zijn en meer industrie binnen de zwaarste milieucategorie. Dit thema zou opgehaald zijn door middel van enkele stellingen voor ondernemers op dat platform om Zeist. Daar heb ik op gekeken en daar is maar liefst nul keer op gereageerd. Dus geen stemmen, niet voor en niet tegen. De vraag is dan weer: hoe kan dit hier zo staan? Wij hebben als belangenvereniging juist aangegeven in onze waardenvisie dat we geen ruimte willen voor uitbreiding op dit terrein, want er is al veel leegstand en al zeker niet in de hoogste milieucategorie, want dat vinden we gewoon niet wenselijk pal naast een natuurgebied van Natuurnetwerk Nederland.
Een andere ontwikkeling is de doorfietsroute tussen Amersfoort en Utrecht. Daarover staat geschreven dat hiermee een lang gekoesterde wens van veel inwoners uit Den Dolder in vervulling ging. Nou, daar moest ik erg om lachen. Dat is gewoon echt een rare verdraaiing van woorden, want die route komt gewoon compleet uit de lucht vallen vanuit de provincie en de wens van inwoners was vooral het verbeteren van het fietspad langs het spoor richting Soest. Over die doorfietsroute helemaal door het dorp zijn de inwoners helemaal niet geraadpleegd. Het gemeentehuis heeft hier ook geen inspraak of participatie nodig gevonden en het is puur een idee van de provincie dat koste wat kost dwars door het centrum van Den Dolder moet lopen op wegen die daarvoor ongeschikt zijn geworden voor het toenemende bestemmingsverkeer naar het centrum. Dat zorgt eigenlijk voor problemen en in de tekst van de omgevingsvisie wordt dit dus gewoon nu voorgesteld als een lang gekoesterde wens van de inwoners, wat gewoon een heel rare zin is en dat geeft ook weinig hoop voor de verdere voortgang.
Maar hoe nu verder? Wij hebben aangegeven dat we de opgehaalde waarden voor de omgevingsvisie graag aangevuld en verder uitgewerkt zouden zien. Dat zou dan kunnen leiden tot een visie met meer concrete doelen. De reactie daarop in de omgevingsvisie is dat de gemeenteraad zal gaan besluiten of dit noodzakelijk en passend is. We moeten eerst ervaren met elkaar wat in de praktijk in gesprek over nieuwe initiatieven helpt en wat wenselijk is.
Mevrouw Beekman, ik moet u helaas onderbreken, maar wilt u ook tot afronding overgaan? Nou, dat lijkt ons dus de verkeerde volgorde. Het zou inderdaad concreter kunnen worden in de volgende fase van het omgevingsplan. Dat plan is nu nog niet, dus hoe gaat het dan in de tussentijd? Er bestaat ook nog geen omgevingstafel om initiatieven te bespreken, maar er staat wel dat we hier naartoe gaan werken. Tot die tijd is het goed om te beseffen dat er samen tussen gemeente en samenleving ontdekt zal moeten worden wat wel en niet werkt.
Wij geven de raad mee dat we dit echt veel te vaag vinden. Het is zo weinig SMART dat je daarmee juist onzekerheid en zorgen creëert in plaats van een goed gesprek. Aan alle reacties te zien die ik hier vanavond heb gehoord, wekt deze ingeslagen route geen vertrouwen, maar eerder angst voor de toekomst en dat lijkt ons niet het doel te kunnen zijn. Dank u wel.
U wel. U bent hiermee ook meteen de laatste inspreker, dus ik zou nu graag de Raad de gelegenheid willen geven om vragen te stellen. Ik wil even inventariseren wie er vragen wil stellen. Zijn er vragen vanuit de Raad? Even kijken... Carlo, Carlo. Dan geven we eerst het woord aan de heer André de la Porte van D66.
Ja, voorzitter, vergeef mij dat ik niet alle vragen in één keer ga stellen, want ik heb heel veel aantekeningen gemaakt. Dus ik ben even aan het zoeken naar de beste vragen.
Wow, bedoelt u dat voor de eerste ronde? Ik zou beginnen met de eerste vraag, waarbij ik nog vier vragen mag stellen. Ja, laat ik beginnen. Ja, dat is het, en ik ben gewoon benieuwd. Er zijn een aantal mensen die hebben gereageerd op het proces zoals we dat nu aan het doorlopen zijn, en die zijn heel erg ingegaan op de omgevingsvisie zoals die nu voorligt, nietwaar? Dus al het commentaar daarop, hè? Dat is genoteerd, maar bepaalde vragen werden toch gesteld in een context waarvan ik dacht: in het hele stappenplan dat we nu hebben neergezet, zullen we uiteindelijk samen hopelijk uitkomen op het bepalen van de omgevingsplannen. Dus we gaan nu de omgevingsvisie vaststellen. Zolang er geen nieuwe omgevingsplannen zijn, blijven de bestaande plannen geldig. De bestaande bestemmingsplannen blijven gewoon van kracht. Er verandert niets, dus iedereen die zich zorgen maakt over een tussenperiode: de bestaande plannen die er nu liggen, die blijven staan. We gaan die bestemmingsplannen één voor één omzetten naar omgevingsplannen. Dat is de route die we gaan volgen. Ik heb een heleboel zorgen gehoord waarvan ik zeg dat ze heel terecht zijn, die begrijp ik. En de manier waarop ik er in ieder geval naar kijk, is dat we uiteindelijk van de grote, brede omgevingsvisie gaan komen naar die vernauwing op wijkniveau van omgevingsplannen. Ik heb de heer Visser een opmerking horen maken. Ik heb mevrouw Martine Speekenbrink opmerkingen horen maken waarvan ik denk: ja, in hoeverre heeft u er vertrouwen in dat de opmerkingen die u maakt, terecht kunnen komen in de omgevingsplannen die we nog gaan maken? Die vraag is eigenlijk de meest prangende vraag die bij mij voorligt. Dus ik heb zelf dat vertrouwen wel, en er is context geplaatst. Dat heb ik heel goed gehoord, over de manier waarop er omgegaan kan worden met participatie, hoe we dat nog verder moeten ontwikkelen, moeten zorgen dat we die kwaliteiten halen. Maar dit is het startpunt van dat hele proces, en het is dus...
Ik heb de vraag begrepen, maar ik begrijp in ieder geval dat het te maken heeft met de werking van de ESO, en u zegt: "Ja, we kunnen dat allemaal in de toekomst gaan regelen, want er komt nog een omgevingsplan." Maar dat omgevingsplan moet aan het eind van dit decennium klaar zijn. Dat is ten tweede, is het niet? Het gaat niet alleen om binnenplanse aanpassingen of bouwactiviteiten, maar vooral ook om buitenplanse activiteiten. En daar zal de ESO het toetsingskader voor bieden. Dus ik begrijp uw optimisme niet, en bovendien moeten we toch ook zeggen dat, gezien het hele participatiegebeuren, wij dan nog vertrouwen moeten hebben in de participatie die nog komt? Ik bedoel, het gaat toch altijd zo dat vertrouwen te voet komt en te paard gaat. Met andere woorden, als je het vertrouwen niet hebt gegeven, dan moet je ook niet verwachten dat je het ontvangt. Dat zou mij een antwoord zijn.
Ja, ik ben ermee akkoord, maar het was toch wel een essentieel onderdeel. Het was een essentieel onderdeel van het betoog van mevrouw Speekenbrink, dus ja.
Om uit te leggen wat de functie is van een structuurvisie en wat vervolgens de functie wordt van een omgevingsvisie: plannen die niet in een bestemmingsplan passen, worden getoetst aan de omgevingsvisie. Dit staat ook in de ESO (Environment and Spatial Order). Daarin staat duidelijk dat als je een nieuw initiatief hebt, we samen de waarden gaan wegen en bekijken hoe jouw plan aansluit bij de ambities van Zeist. Dat staat er letterlijk in. Een bestemmingsplan is eigenlijk het sluitstuk van een lange ontwikkeling. Wij praten al drie of vier jaar over Eikenstein en aan het eind van de rit komt er een bestemmingsplan. Daar hebt u gelijk in, maar dan ben je dus al een paar jaar bezig aan de voorkant van het proces. Uit die waardenweging moet duidelijk worden hoe je dat proces samen ingaat. Anders verspil je veel tijd, energie en geld, en daar zit onze zorg. De ESO moet bij de start, met behulp van die waardenweging, de kaders aangeven voor een proces van gebiedsontwikkeling, dat eindigt met een aanpassing van het omgevingsplan en niet begint. Als u zegt dat we aan gebiedsontwikkeling moeten doen voordat we een bestemmingsplan hebben gemaakt, dan zou niemand met elkaar praten. We zouden eerst over het bestemmingsplan van dat gebied praten. Er wordt niets uitgezocht, maar zo werkt het in de praktijk niet. Daarom bestaan in het Nederlandse systeem van ruimtelijke ordening de omgevingsvisies, die het proces en het afwijken van het beleid en de toekomstige ontwikkelingen en ambities moeten sturen. Ik lees dat ook weer in de brief over de Woondeal, waarin heel duidelijk staat dat voor het realiseren van de woningbouwambities de geldende waarden, zoals opgenomen in de eerste Zeister omgevingsvisie, leidend zijn. Daar staat niet, zoals in het bestemmingsplan van station Driebergen-Zeist. Dan zou u groot gelijk hebben. Onze zorg zit er juist in dat de ESO een startpunt kan vormen voor allerlei ontwikkelingen en dat het startpunt niet goed is ingekaderd. Ik vind het jammer dat deze misvatting kennelijk leeft, want dan komt niet goed door waarom wij daar zo bezorgd over zijn. Die zorg komt voort uit, laten we zeggen, 30 of misschien wel 40 jaar ervaring met planontwikkeling in de ruimtelijke ordening. Je moet bij de start van projecten aan de voorkant kaders meegeven. Zeker nu, en het gaat nu niet alleen meer om ruimtelijke ordening, om de verhouding tussen groen en rood, maar ook over milieu, over lucht. Als je dan zegt dat we in de ESO geen ambities hebben, ja, dat geeft enorme zorgen op al die vlakken.
Nee, ik ga niet reageren, want ik denk dat we dan meer in debat gaan, dus ik bedank in ieder geval voor de antwoorden. Ik heb nog een vraag aan meneer Schuler. U had het over het verbeteren van de wijkbeschrijving, en dan moet ik even nadenken wat u daar precies mee bedoelde, want dat kan twee kanten op. We hebben net ook gehoord dat er verschillende interpretaties ten aanzien van de wijkomschrijving kunnen zijn. Gaat het om hoe groot de wijk is, of gaat het over de kwaliteiten van de wijk zelf? Dat was even een vraag die ik had.
De kwaliteiten van de wijk zelf worden zichtbaar wanneer je constateert dat er vanuit bepaalde wijken weinig is aangeleverd. Ik weet niet precies wat er weinig is aangeleverd, maar ik zie dat er weinig op papier is gekomen. Als werkgroep hebben we voor Zeist West, en ook voor andere wijken, vanuit onze ervaringen van de afgelopen jaren voorstellen gedaan over wat de kwaliteiten van die wijken zijn, hoe ze zijn ontwikkeld en hoe de bewoners die hebben ervaren. We hebben voorgesteld deze aan te vullen. Voor zover ik weet, zijn die voorstellen niet overgenomen; een groot deel is zelfs niet van een reactie voorzien. Als je waardegedreven bent, kun je misschien vinden dat die waarden te ver gaan of niet ver genoeg, maar dan zou je toch op zijn minst in debat moeten gaan met de indieners van zienswijzen over de bijdrage die zij kunnen leveren op het vlak waarvan jij vindt dat ze een bijdrage mogen leveren en wat jij ook als de kern van jouw omgevingsvisie beschouwt. Ik heb het dan ook met enige emotie ervaren dat je zoveel indient en dat daar vervolgens helemaal geen reactie op komt.
Ik heb een vraag voor meneer Visser en een vraag voor mevrouw Beekman. Meneer Visser, u sprak over iets waarvan ik niet zeker weet of ik het goed begrepen heb, maar dat zal ik ongetwijfeld van u horen. Ik heb u horen spreken over een burgeramendement dat eraan komt voor de raadsvergadering. Ook heb ik u horen zeggen dat de raad datgene wat ze van de insprekers hebben gehoord, ter harte zou moeten nemen en op basis daarvan aan het college zou moeten voorstellen om niet tijdens de eerstvolgende raadsvergadering, waarvoor dit gepland staat, een besluit te nemen over de golfbaan, maar dit uit te stellen. Tevens zou aan het college gevraagd moeten worden om, met inachtneming van alles wat is ingebracht, een wijziging of aanpassing aan het voorstel te doen. Wat is nu precies de strekking van het amendement? Is dat hetzelfde als wat u eigenlijk van de raad vraagt, of is er een verschil?
Martine, Jan van den Berg, Jets en ikzelf zijn de indieners van het abonnement dat betrekking heeft op de uitwerking van de omgevingswaarden. Dit gaat over de gebieden en buurten, en we willen zorgen dat er een goede regeling komt voor het plan. We moeten dus niet de wegen waarderen, maar de waarden tegenover elkaar afwegen. Het gaat er niet om dat we wegen waarderen, maar dat we beoordelen of een nieuw plan acceptabel is, gezien de waarden die in zo'n gebied van belang zijn. Het amendement, dat een heel Zeist betreft, is uitgewerkt. Hopelijk zal dit eind april aan de Raad worden aangeboden, maar er moeten natuurlijk nog wel wat handtekeningen van mede-indieners onder komen te staan. Dat was het onderwerp van discussie. Het andere deel waar u over sprak, ging, dacht ik, over het niet aannemen van de ESO. Nou, daarover kan ik op dit moment geen verdere informatie verstrekken.
Dit is de eerste optie die ik zelf heb overwogen. Ik heb al enige tijd gedacht: "Moeten we daar niet een amendement voor indienen?" Maar ik denk dat het aan de Raad is om te bepalen of zij het willen uitstellen of niet. Vandaar dat we geen amendement daarop hebben willen indienen. Wat is nu de reden? Die is uitgelegd, en dat horen we ook vanavond: de tekorten die het geheel heeft. De functies die de ezel heeft, zijn onvoldoende tot uitdrukking gekomen in het voorliggende stuk. En dan denk ik dat het een goede zaak is dat, uit het oogpunt van dualiteit tussen enerzijds de Raad en anderzijds het college, als het stuk niet voldoende in harmonie is, niet in balans is en onvoldoende mogelijkheden biedt om de functies uit te voeren, dit kan leiden tot kwaliteitsverlies, et cetera. Dan moet de Raad gewoon kunnen zeggen: "Jongens, college, aardig gedaan, maar we verwachten een beter stuk." Dat gebeurt zo vaak en dat is geen gezichtsverlies. Dat is eigenlijk niet meer dan de normale controlerende functie van de Raad en daarmee kun je dus heel veel problemen voor de toekomst voorkomen. Vergis je niet, er zijn heel veel plannen die straks aan de orde komen en waar veel discussie over zal ontstaan omdat het onvoldoende duidelijk is welke waarde je moet meewegen bij de beoordeling van het plan en hoe je die weging gaat laten plaatsvinden. Ik zal een kort overzicht geven: de bebouwing van de WA Hoeve, de verdichting van Bosch en Duin, het afsluiten van het viaduct Huis ter Heide, de boskap in Huis ter Heide en Austerlitz bij de KB Campus, de tramlijn of HOV Noord in Zeist, en over de lage grond de versmallingen, bebouwing van de weg, de regen, de windturbines langs de A28, de verdichting van Vollenhoven en omgeving, het bebouwen van de markt, het opruimen van buurtgroen voor nieuwbouw, hoogbouw bij het landgoed station Driebergen-Zeist; kortom, allemaal zaken die u op uw bordje krijgt omdat het onvoldoende duidelijk is hoe je tot goede planvorming komt. En dan moet u als Raad gaan repareren. Dat is toch te gek voor woorden? Het college moet een goed voorstel doen, en u moet controleren of het voorstel voldoet aan de eisen die je kunt stellen aan de wettelijke eisen en aan de uitvoeringseisen. Het is een bekend probleem. Uitvoering maakt het vaststellen en niet in de laatste plaats de kwaliteit van de resultaten die je dan krijgt. U bent verantwoordelijk voor het feit dat de ESO straks wellicht niet goed is opgezet. U, ieder raadslid, heeft nu de fantastische mogelijkheid om het voorstel terug te verwijzen en te zeggen: "Jongens, ga jullie huiswerk maar overdoen." Des te beter, dan krijgen we een goed stuk. Gebruik daarbij de burgeramendementen.
Wil ik toch even terug naar meneer Visser? Want het amendement gaat dus eigenlijk over iets wat nu helemaal niet in de omgevingsvisie genoemd is. Nou, zo...
Op pagina 108 tot en met 112, of daaromtrent, wordt een tekst gepresenteerd over hoe je te werk gaat met wegen. Daarin wordt gesproken over 'het goede gesprek', et cetera. Echter, 'het goede gesprek' heeft geen waarde als de positie van burgers als belangrijkste stakeholders niet is vastgelegd. Bovendien, als de omgevingswaarden niet duidelijk, concreet en vastgelegd zijn, dan verliest dat goede gesprek elke betekenis. Want dan krijg je te horen: "Wij vinden dit zo, punt uit." En dan heeft de gemeente ook geen positie om het plan aan te passen, omdat de mogelijkheid daartoe in de ESO was opgenomen. Dat is toch fantastisch, maar...
De tekst is grammaticaal gecorrigeerd als volgt:
"Er is een waardevaster. Zullen we hier geen discussie voeren? Verder is de vraag gewoon beantwoord, hoop ik, naar tevredenheid."
Ja, mevrouw Beekman, u maakt nogal scherpe opmerkingen over het feit dat er onjuiste mededelingen in de omgevingsvisie staan betreffende Den Dolder, met name over het fietspad dat op verzoek van de inwoners tot stand is gekomen. U zegt dat de inwoners hierover nooit zijn geraadpleegd en dergelijke. Uw kritiek richt zich alleen op Den Dolder, of niet? U zegt: "De rest heb ik niet gelezen, want dat betreft geen Den Dolder. Dus ik weet niet of daar ook onjuiste mededelingen over zijn."
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik heb een paar vragen. Door een aantal insprekers is het plan voor wegen genoemd, in plaats van een Waarderweg, onder andere door mevrouw Speekenbrink. Ik heb het ook gehoord in de bijdrage van de heer Goris, maar ook van meerdere personen, waaronder de werkgroep Natuurlijk Zeist-West. Wat verwachten jullie bij een plan voor wegen meer dan bij een Waarderweg? En hoe zou dat plan voor wegen eruit moeten zien? Dat is mijn eerste vraag. Meneer Van Vliet, aan wie wilt u de vraag stellen? Dat heb ik niet helemaal meegekregen. Zoals ik probeerde aan te geven, is mijn vraag gericht aan degenen die daarover gesproken hebben. Dus dat zijn zowel mevrouw Speekenbrink als de werkgroep Natuurlijk Zeist-West, als de heer Goris van de Bewonersvereniging Huis Terheijden, voor zover ik heb gezien. Zij hebben daar een opmerking over gemaakt.
De naam is 'Plan Wegen', maar dat terzijde. Ik blijf de term 'waarde wegen' gebruiken om twee redenen. Allereerst omdat het in het algemeen spraakgebruik en in het gebruik elders steeds aan de orde komt. Ik zie 'Plan Wegen' als een instrument, een instrument om in verschillende contexten bij vele verschillende soorten plannen een beweging te kunnen maken om onderbouwd tot een goed besluit te komen. Vaak is het zo dat er bij besluitvorming sprake is van een mix van allerlei waarden en die mix is bij de beslissers ook nog vaak wat uiteenlopend. Op een gegeven moment gaat het dan in een 'black box', denk je weleens, en dan komt er iets uit dat mede door die waarden wordt bepaald, maar soms ook door andersoortige, niet al te transparante waarden. Ik denk dat het goed is om methodischer te werken en dat sluit ook aan bij een advies van de Rekenkamer, die zegt dat het ontzettend belangrijk is om regelmatig te reflecteren op je werkwijze, hoe een en ander verloopt, hoe processen verlopen, maar ook om een goede monitoring te hebben van resultaten die je hebt helpen ontwikkelen. En in mijn verhaal staat het punt dat dat beter kan en beter moet.
Ik wil in dit verband ook wijzen op de tekst van het stappenplan. Daarin staat dat in de tweede fase van de omgevingsvisie nadrukkelijker aandacht wordt toegekend aan buurten of gebieden. Het doel is om tot een instrument te komen waarmee we op een goede wijze een brede basis van afwegingen kunnen maken. Ik zie dat dit nu ontbreekt, dus je kunt niet goed met die waardenweging uit de voeten, want je moet dan eerst het gevecht aangaan over welke waarde wel en welke waarde niet geldt op dit moment. Er is geen duidelijke visie op, of het is niet voldoende uitgewerkt. Dat is punt één. Ja, de tweede grote zorg is dat voor heel veel gebieden die waarden nog ter discussie staan. Hoe is de gemeente daartoe gekomen? In mijn ogen ontbreken er voor Zeist-West en wijken waar geen wijkvisie is, veel waarden. Wij hebben ze als werkgroep voorgesteld, maar ze zijn niet overgenomen. Maar ik denk dat het voor veel wijkbewoners hele herkenbare waarden zijn, dus daar gaat het ook al mis als je waarden moet gaan wegen. Daar zitten onze zorgen. Maar het is vooral dat het instrument zelf, als je het wilt gebruiken, een hele goede visie vereist en dat de gemeente die visie ook moet overbrengen. Wat dan voor zo'n gebied de rangorde van waarden is. Anders krijg je enorme conflicten. Ja, daar liggen bewoners wakker van. Natuurlijk, de ontwikkelaar heeft al zijn geld geïnvesteerd, de gemeente heeft haar belangen op tafel gelegd en dan moeten de bewoners nog gaan vertellen hoe het met hun waarden zit die helemaal niet van een gewicht voorzien zijn. Daar zitten onze zorgen.
Ik wil even kort iets zeggen hierover. We stellen voor om het woord 'planwegen' te gebruiken, juist omdat het gaat om ruimtelijke plannen die gewogen moeten worden tegenover de waarden die er zijn. En ja, ik kan het alleen maar onderschrijven dat die waarden niet geconcretiseerd zijn. Juist de waarden die door de inwoners ontzettend belangrijk worden geacht, worden niet voldoende benoemd. Inderdaad, ze krijgen niet voldoende gewicht en op die manier heb je eigenlijk niets. Maar goed, de reden is dus dat je de plannen moet gaan wegen tegenover de waarden die nog in de ESO moeten worden toegevoegd en die voldoende gewicht moeten krijgen.
Ja, op deze manier krijgen we meer duidelijkheid over de achtergrond van waarom de insprekers dit zo gezegd hebben, dus dank daarvoor. Ik heb nog een tweede vraag.
Deze tekst behoort tot de werkgroep Natuurlijk Zeist West. Wanneer je de huidige omgevingsvisie vergelijkt met het huidige beleid, zoals de structuurvisie en het groenstructuurplan, wat mis je dan vooral in deze omgevingsvisie? Misschien is dat nog een te brede vraag, maar wat mis je het meest? Kijkend vanuit de structuurvisie en het groenstructuurplan, wat ontbreekt er volgens jou in de inhoud van deze omgevingsvisie?
Nou, ik denk dat wat we het meest missen, het toekennen van gewichten aan gebieden en waarden is. Dat is eigenlijk waar het natuurlijk om draait. Aan de ene kant heb je de maatschappelijke ontwikkelingen die min of meer onvermijdelijk zijn, en aan de andere kant de gevolgen van maatschappelijke keuzes. Ja, en dan heb je je waarden. Nou, wat is je visie daarop? Enerzijds wordt er enorm veel tekst besteed aan de waarden, maar welk gewicht ze krijgen, blijft heel onduidelijk. Iedereen is ook wantrouwig, omdat erkend wordt dat dat wel moet gebeuren. Maar pas bij de tweede visie over drie jaar, ja, hoeveel plannen zijn dan al gebaseerd op die waarden, zonder gewicht? En onze ervaring is dat je toch al uitgaat van allerlei plannen en ontwikkelingen, dat je toch al ervan uitgaat dat de randen groen blijven. En dan, ja, dan moeten we toch de achtertuin in die randen? Ja, die bewoners willen ook een parasol neerzetten en niet de hele dag in de schaduw zitten. Dus het is al heel erg moeilijk om die waarde te verdedigen in de praktijk van het huidige beleid. Ja, als je dan helemaal niet meer... De huidige structuurvisie zegt nog: "Groen is onze belangrijkste waarde, kwaliteit gaat boven kwantiteit." Dat staat hier niet. Qua pagina's gaat kwaliteit wel boven kwantiteit, maar niet qua visie of beleid. En wij mochten daar dus ook niet over inspreken, hè? Dat steekt nog het meest, dat er gesteld is: "Ja, jullie mogen wel over die waarde praten, maar hoe we die dan gaan matchen met ontwikkeling en ambities? Nee, daar komt geen inspraak over." Het college heeft daar zelf iets over geschreven, wat ik heel erg stuitend vond. Ja, wat vraagt de inhoud aan kennis en kunde en kunnen we verwachten van de samenleving om dit te begrijpen en er een mening of advies over te vormen? Ja, wat zeg je daar eigenlijk? Dit is de motivering waarom wij niet over het beleid in de omgevingsvisie mogen participeren. Daar ontbreekt de kennis en kunde. Dat gaat voorbij aan al die verenigingen met werkgroepen en bewoners met veel ervaring in dit soort dingen. Nou ja, ik stop hier. Ik denk dat mijn punt wel duidelijk is wat er gemist wordt, en dat is dus het gewicht toekennen aan die waarden en ook een plek geven aan je inwoners om mee te denken over die moeilijke dilemma's die er ook zijn, en ook het gebrek aan vertrouwen dat je daar uiteindelijk best uit kunt komen met elkaar, met consent of in ieder geval met meer draagvlak dan je op deze manier krijgt.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee vragen, niet drie, maar twee, en ik wil beginnen met de eerste vraag te stellen aan de heren Willem Geuzen en Lamartine Speekenbrink. Deze vraag betreft het betoog over Huis ter Heide en de groene driehoek die aangetast wordt. Ook wil ik de benoeming van de 80 woningen aanhalen, evenals de mogelijkheid om deze 80 woningen eventueel op het voetbalveld te plaatsen. U heeft aangegeven dat u hierover gesproken heeft. Heeft u daarbij ook het gesprek gevoerd over het feit dat dit gebied een rode bestemming heeft en dat, indien dit klopt, de aantasting van de groene driehoeken en de boskap helemaal geen noodzaak zou zijn? Daar ben ik erg benieuwd naar, meneer Geuzen.
Het laatste wat u zei, over de rode bestemming, wekte mijn interesse. We hebben van de gemeente vernomen dat dit open stuk, en niet van de club, een rode bestemming heeft in het bestemmingsplan. Dat zou dus een mooie plek kunnen zijn om eventueel te bouwen. Mijn vraag is dus: is daar inhoudelijk met u over gesproken, of is dat in de discussie geweest? Excuseer mij.
Excuses, de vraag was gericht aan de heer Geus. Ik zou hem eerst de gelegenheid willen geven. Oh, sorry, mijn fout. Neemt u mij alstublieft niet kwalijk, ik ga nu.
Rutgerus van de Buurtbelangenvereniging, lid van de commissie, zegt: "Ik wil proberen een antwoord te geven. Ja, kijk, de voetbal... sorry. Over welk exact gebied hebben we het? Daar begint het mee: de grasvelden die in de loop van vele jaren onder andere zijn gebruikt om te voetballen door SV Zeist. Dat was tot voor kort het formele inrichtingsgebied voor de sport. Het gebied, vlak tegen de A28 aan, had en heeft de bestemming sport en recreatie. Dat gebied is in de discussie over de buitensportaccommodaties min of meer in beslag genomen voor de afronding van de oplossingen voor HSV, SUP Phoenix en SV Zeist. Het is toen bestempeld als semi-openbaar gebied, waar men af en toe een balletje kan trappen.
Dat is van een totaal andere orde dan het oorspronkelijke plan om daar een mooi groen gebied te maken als entree van de wijk, waar men elkaar kon ontmoeten en waar natuur en dergelijke aangelegd kon worden. Als we verder naar Dijnselburg trekken, komen we bij een gebied dat nu af en toe gebruikt wordt om cricket te spelen, bij de moestuin. Daar begint dan het gebied, de Boshoek, tegen het historische kerkenpad aan. Op een gegeven moment was bij de planvorming en het programma van eisen voor Huis ter Heide ook gedacht, vooral vanuit Vredeoord, om daar in het midden van dat gebied een soort uitbreiding te maken voor Vredenoord. Dat plan is weggevallen.
Het punt is dat er op dit moment gedacht wordt dat bij een bepaalde vormgeving, en daarbij alleen gebruikmakend van wat er dan nog over is, 80 woningen ook zouden moeten kunnen. Of dat het beoogde geld opbrengt, is een heel andere discussie. Maar ja, dat is mijn eerste antwoord. Of mis ik nog iets in uw vraag?"
Een aanvulling inderdaad, die bedacht was om in Huis ter Heide West te gaan bouwen, en waarbij in de plannen van 2004 het hart van de Heuvelrug, het bos, is meegenomen. Maar er is natuurlijk geen verplichting om dat te doen. Ik denk, gezien de weerstand in de samenleving – dat is wel duidelijk, hè? – dat met die 4000 handtekeningen in ieder geval alles gedaan moet worden om de bouw te beperken tot de open velden en dat dit misschien een stuk makkelijker zou kunnen zijn met de rode contouren.
Mevrouw Beekman, ik wil u eigenlijk kort een vraag stellen. U noemde zojuist snel drie zaken met betrekking tot het project in Heeze: de uitbreiding, de snelle fietsroute en het uitplaatsen van Remia. U bevestigde inderdaad de snelle fietsroute. Als u dat even terzijde legt en we kijken verder, dan maak ik me zorgen. Hoe verklaart u dat het project in het verslag als averechts wordt beschreven, terwijl vanuit de samenleving duidelijk een tegenovergestelde boodschap is gecommuniceerd? Ook vraag ik me af waarom het feit dat de fietsroute door de provincie is opgelegd en letterlijk door Den Dolder is geduwd, niet is meegenomen. Ik ben benieuwd naar uw visie op het proces en hoe het zo op papier terecht is gekomen.
Vraag inderdaad, want dat is helemaal niet duidelijk. In ieder geval is het niet ter sprake gekomen tijdens het interactief ophalen van die waarden, want dat was eigenlijk helemaal niet gekoppeld aan de ontwikkeling of aan de omgevingsvisie. Dat werd helemaal niet benoemd. Dus ik denk dat dat gewoon vooral onder het hoofdstukje 'ambities en ontwikkelingen' valt. Het is natuurlijk wel een ontwikkeling, dat fietspad waar ze al een paar jaar mee bezig zijn. En ja, er stond wel dat we als belangenvereniging hadden aangegeven dat wij voorstander zijn van een gezond ondernemingsklimaat, want dat heb je nodig. We hebben het industrieterrein en ook best een aardig winkelcentrum voor zo'n klein dorp. Dat werd er eigenlijk mee bedoeld. En natuurlijk zijn er nog wat creatieve ondernemers, omdat er natuurlijk veel mensen zijn die daar van alles doen en die antikraak in die panden zitten. Dus dat hebben we zeker aangegeven dat we dat een belangrijke waarde vinden en willen behouden. Maar ja, dan lees je vervolgens dat dat vertaald wordt als 'Farnese en Remia uitbreiding'. En ja, dat is wel een beetje teleurstellend, dus vandaar dat ik dat benoemde.
Nou ja, de vraag is deels inmiddels beantwoord. Alleen ik blijf een beetje hangen in het feit dat veel van de insprekers zeggen: "Eigenlijk zijn de waarden onvoldoende uitgewerkt." Nou, dat is volgens mij gemeen nadelig. Alleen, meerdere zeggen dan: "Dan moet die waarde vervangen worden door de planweger." En daar is mij nog steeds niet duidelijk hoe je, als je de waarde niet concreet maakt, wat dan de planweger toevoegt en wat dan? Nee, maar dat is eigenlijk wat de waarde toevoegt. Als je de planregel toevoegt en de waarde is niet concreet, maar kun je dan het plan wegen in deze optiek? Want u voegt daar een burgerabonnement aan toe en het tweede is: als de waarden wel uitgewerkt zouden zijn, wat is dan nog het doel van een planweger? Kan de planweger dan niet hetzelfde doen als de waarden wegen? Dus, met andere woorden, is de vraag of de toevoeging van de planregels versus de waarden wegen niet een semantische discussie is over het woord, of is het ook wezenlijk iets anders? Meneer...
Wel, voor een juist begrip – zeg maar – bedoel ik dat je inderdaad alles een naam kunt geven. Je kunt iets met een bepaalde inhoud een naam geven, of het nu optie A of B is. Maar het lijkt ons handig dat je daar een passende naam aan geeft. Die naam zou dus moeten passen bij het plan om de plannen te wegen tegen de waarden die je belangrijk vindt. U heeft wel gelijk dat de waarden goed gedefinieerd moeten zijn, want als de waarden niet goed in de analyse staan en het gewicht niet duidelijk is, dan heb je er niets aan. Je hebt dan geen houvast om de plannen tegen af te wegen. Wij denken echter dat de naam 'planwegen' logischer en beter passend is bij de realiteit dat er plannen zijn die gewogen moeten worden tegen de waarden. Het is handiger om het zo te noemen. Maar de waarden moeten vooral goed opgenomen worden in de analyse. Wat is de ESO? Ja.
Meneer Schule merkte zojuist terecht op in zijn antwoord op een vraag dat het niet duidelijk is welk gewicht die waarden nu moeten hebben. Maar daarvoor hebt u een opmerking gemaakt die ik graag wil verifiëren. U gaf aan dat op dit moment woningbouw als eerste prioriteit naar voren komt uit de omgevingsvisie en de waarden. Als tweede prioriteit lijkt er een ondergeschiktheid van die waarden te zijn ten opzichte van de belangrijkste waarde, namelijk dat er woningen gebouwd moeten worden. Heb ik dat goed begrepen? En zo ja, wat bedoelt u daar precies mee? Want het is niet helemaal duidelijk.
Men moet de dingen in hun context lezen. Er staan heel veel waarden in de ESO. Vervolgens zegt het college: "Ja, wij hebben nog geen ambities met groen, want dat is nog onduidelijk." Gelukkig zijn alle woningbouwplannen geschrapt uit de ESSO. Aan de andere kant, betekent dit dan dat er geen huis gebouwd gaat worden in Zeist, en wat is er vastgesteld in de ESO? Dat is denk ik niet de bedoeling. Ik lees het zo dat er een bestaand woningbouwprogramma is. Dat wordt ook, dacht ik, nog steeds genoemd in de ESO, maar hoe bestaat het? Dat zijn natuurlijk ook bouwvoorwaarden waarvan een groot gedeelte nog inspraak moet krijgen of waarvoor nog een bestemmingsplan moet komen. Dat wordt wel genoemd. Er wordt ook verwezen naar het IRP, waar voor de gemeente Zeist heel concrete getallen in staan. En er wordt verwezen naar de propositie, waarin een onderzoek naar het station Driebergen-Zeist staat, waarbij overigens in een positie staat dat dit nog goed als transformatielocatie in de omgevingsvisie getoetst moet worden en dat daarover ook participatie moet zijn in beide omgevingsvisies, wat niet gebeurd is, hè? Er wordt dus selectief uit de propositie gewinkeld, eigenlijk. Nou, daar zit, denk ik, mijn constatering dat de woningbouwambities vrij hard in die ESO zitten en dat de waarden daar onvoldoende in zitten. Zeker de problematiek die aangegeven is met het waardewegen of met de plannen wegen. Als je die daarbij legt en onze ervaring in de praktijk van plannenmakerij, dan vragen wij om dat gewoon veel duidelijker uit te werken. En dat wordt eigenlijk ook wel als doel voor de tweede ESO aangegeven. Maar ja, dat hoort in de eerste ESO; dat kan gewoon niet op deze manier en het is echt onvoorstelbaar dat dat niet uitgewerkt is. Daar was ook tijd genoeg voor. Daar is ook direct bij de waardesessies, die heel laat startten, om gevraagd, want daarvoor lagen er al brieven van de organisaties: "Begin nou eens met die omgevingsvisie." Dus ik vind dat nu de schouders eronder moeten en dat iedereen die mee wil werken aan verbetering, daaraan moet werken. Om de komende tijd te benutten om een ESO te hebben waar je een zeker vertrouwen in kunt ontlenen, dat je tot een goede afweging komt van belangen, ambities, ontwikkelingen en woningbouwbelang, wat er zeker ook is. Maar dat moet in goede kaders plaatsvinden en niet in allerlei gevechten en bewonersprotesten die elke keer hun beslag krijgen.
Dat begreep ik, dank u voor dit antwoord. Stel nu dat er onverhoopt helemaal niets meer verandert op dit moment en dat wij als Raad dus een beslissing moeten nemen over deze golfbaan. Dan wordt er gesproken over een tweede omgevingsvisie die dan uitgewerkt en op poten gezet moet worden. Hoe ziet u in dat traject van de eerste naar de tweede omgevingsvisie de participatie, waarvan u net zegt dat die eigenlijk veel te weinig is geweest? Ziet u dan mogelijkheden om die participatie optimaal te maken? Of zegt u van: "Nee, ik heb daar geen vertrouwen in", ik bedoel maar, moeten we het even laten rusten?
Ik zie altijd mogelijkheden om participatie te optimaliseren. Voor participatie en meer is meer dan één benadering nodig, laat ik het zo zeggen. Nou, nee, maar wat ik bedoel is dat we bijvoorbeeld best goede planprocessen hebben gehad rond de Klomp, om maar iets te noemen. Er is uiteindelijk met redelijk weinig weerstand vanuit de burgers een plan gerealiseerd, hoe je daar ook over mag denken. Dus als je het goed doet, dan ja, er wordt misschien om gelachen. Maar als ik nu terugkijk, dan is er volgens mij weerstand geweest tegen het bestemmen van een of twee beroepen, van grondeigenaren, niet van bewoners, om maar iets te noemen. Maar ik... Ik raak nu even de draad kwijt. Het gaat erom dat... Heb je daar vertrouwen in, in die tweede omgevingsvisie? Nou, het college geeft duidelijk aan wat in de omgevingsvisie hoort, hè? Dat toekennen van waarde aan gebieden, dat moet nu. Ja, en als de Raad dit vaststelt, wat moet ik dan doen? Ik ben een burger van Zeist, ik kan... dat moet ik dan maar accepteren. Alleen ik hou mijn hart vast voor wat er dan gebeurt, hè? Er is dan geen goed kader om plannen te toetsen. Dat is het grote probleem en dat vraagt de wet wel. Die vraagt om een visie van de Raad op behoud, op ontwikkelingen, op bescherming van waarde, dat staat letterlijk in de wet. Het college geeft het ook aan, hè? Dat dat in die tweede omgevingsvisie moet komen. Het staat in het stappenplan. Nou, dat hoort in de eerste. Hier moeten we niet aan beginnen, dit gaat echt verkeerd aflopen.
Maar zou dat volgens u betekenen dat het bestaan van de eerste omgevingsvisie, gebaseerd op wat we nu bespreken, en de overgang naar de tweede omgevingsvisie, het participatieproces voor die tweede kunnen belemmeren? Dit zou dan komen door de uitgangspunten die in de eerste omgevingsvisie zijn vastgelegd, waarvan er zeven zijn.
Deze omgevingsvisie moet verbeterd worden, dat is nu de kwestie. Als de Raad dit niet doet en ook de amendementen van de burgers niet aanneemt, dan rijst de vraag hoe we verder moeten. Ondertussen zijn de plannen al in gang gezet. Je kunt wel een prachtige tweede omgevingsvisie maken en die in 2030 vaststellen, maar wat ligt er dan al niet vast aan bouwbeleid dat niet van goede kaders is voorzien?
We hoeven niet te wachten op de meningsvorming van de Raad aangaande die eerste omgevingsvisie; een reactie zou uren op zich laten wachten. Wellicht is het voor andere insprekers duidelijk dat het niet verstandig is om het op die manier te doen, omdat het participatieproces gericht op die tweede omgevingsvisie nog loopt. Doneer viskenij.
Dank u wel, voorzitter. Ik had gezegd twee, maar ik had er wel drie. Ik vergeet dat ik een vraag had willen stellen aan de heer Ed Nijssen van het Lyceumkwartier. U deed in uw presentatie heel kort even het kaartje inderdaad van de uitbreiding van het cliché, een kwartier aan de overzijde van de Boulevard. En ik maakte snel de aantekeningen, want dan probeer ik toch mee te nemen om te delen in de fractie. En u zei dat dit door de fiscus bedacht is, begreep ik dat goed, of de belasting? En eigenlijk heb ik zoiets van, u gaat mij toch niet vertellen dat zij hier het stuk hebben bepaald en dat het hierdoor in een keer een uitbreiding krijgt op de WOZ-waarde aan de overzijde? Nou, dat is het.
Dat is het antwoord dat wij hebben mogen ontvangen. En ja, dus we zullen het even anders opzoeken en concreet toesturen. Maar wij waren daar ook zeer over verbaasd, met name dat we het met u delen. Dan zie ik uw reactie graag tegemoet, voorzitter, want dit zou wel een beetje van de zotte worden, denk ik. Maar ik zie het graag tegemoet. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ik heb drie vragen aan de heer Schuller met betrekking tot de verdieping van de omgevingsvisie, met als doel deze te verbeteren. De eerste vraag gaat over de beschrijvende aard, de tweede over de natuurverbindingenkaart en de derde over de beantwoording van de zienswijzen.
Meneer Schuler, bent u ervan op de hoogte dat er drie versies van de omgevingsvisie zijn, waarvan ik geloof dat we in 2020 zijn begonnen? Mag ik een paar concrete getallen noemen? In de eerste versie stond dat er plannen waren voor circa 2500 woningen in Zeist tot 2030. In de tweede versie stond dat er een ambitie was voor de bouw van 4000 woningen. Dat zijn er meer. In de derde versie, die we nu bespreken, staat helemaal geen aantal meer. Mijn vraag aan meneer Schuler is wat hij daarvan vindt. Is hem dat ook opgevallen en beschouwt hij dat als een voorbeeld van de beschrijvende aard van de omgevingsvisie? En is hij het eens met de gedachte dat het dus een visieloze omgevingsvisie is?
De tweede vraag gaat over de natuurverbindingenkaart. Ik denk dat u deze bedoelt. Deze is gehecht aan de visie op biodiversiteit. Op pagina 63, die ik uit mijn hoofd citeer, staat dat de omgevingsvisie wil komen tot een ambitie met betrekking tot verbindingen. Maar is het niet zo dat die verbindingen er al zijn? Ze zijn vastgelegd in de visie op biodiversiteit en ook gehecht. Is hij het met mij eens dat op dit beschrijvende punt echt een verandering moet plaatsvinden? En dat de kaart inderdaad ook gehecht moet worden als tweede voorbeeld?
Dan de beantwoording van de zienswijzen. Wat zegt u, voorzitter? Nou, de gemeenteraad moet dat doen, maar nu doet het college het. Ziet hij dat als een omissie in de verantwoordelijkheid van de raad, die de zienswijzen moet vaststellen? Hij heeft ons stukken overgelegd met een hele serie niet-beantwoorde zienswijzen. Zegt hij nu eigenlijk dat we op dit punt niet verder kunnen, zolang die zienswijzen niet zijn beantwoord en opnieuw gehecht aan zijn stuk? En ligt het niet bij het college, maar bij de raad om een antwoord te geven op die zienswijzen? Ziet hij dat zo? En op grond waarvan ziet hij dat dan?
Dat waren mijn drie vragen.
Laten we beginnen met de eerste vraag: "Ja, we hebben verzocht om die ecologische verbinding op de kaart aan te geven. Deze staan ook in de huidige structuurvisie, schematisch weergegeven, nietwaar? Dus de ecologische verbindingen uit die kaart zijn bedoeld om natuur te verbinden en te behouden. Nu zijn ze weggelaten. Ja, wat betekent dat? Betekent dit dat er minder waarde aan wordt gegeven of niet? Is het dan visieloos of is het een verborgen visie? We krijgen te horen dat als we zeggen: 'Je bouwt daaroverheen', maar omdat het is weggelaten, heeft dat de betekenis dat het mag. Dat is aan de Raad om te zeggen dat het voor ons minder waarde heeft. Maar als je dan een zienswijze indient, waarom krijg je dan geen antwoord? Dat is, denk ik, de eerste vraag en vervolgens kun je dan met het antwoord naar de Raad gaan en zeggen: 'Wees je bewust van die en die reden.' Nu kan ik alleen maar zeggen: 'Er is niet geantwoord', en zo gaat het vaak. Ja, de gemeenteraad gaat hier niet een week met een werkgroepje zienswijzen zitten beantwoorden, dus dat vind ik een drama, dat je niet in je communicatie met de Raad van beantwoorden van zienswijzen uit kan gaan. Dus ik interpreteer dit nu als dat de ecologische verbindingen minder waarde hebben in deze omgevingsvisie dan in de huidige structuurvisie, want daar stonden ze wel in en nu zijn ze weggelaten zonder opgave van redenen. Maar ik hoop dat ze veel waarde hebben. Misschien krijg ik daar nog een antwoord op. Meneer Fiske, die mag misschien niet na de tweede betogen dat ze er weer in moeten, maar het hoort er gewoon nu in te staan. Dat is eigenlijk het verhaal.
Nu kom ik bij uw tweede vraag over het aantal woningen. Nou ja, daar kan ik bijna hetzelfde over zeggen. Moet ik nu juichen? Maar ik denk dan: wees duidelijk in je ESO. We bouwen even niet zolang we die zaak met de tweede ESO niet op orde hebben. Dan weet elke ontwikkelaar: 'Ik ga mijn geld niet uitgeven aan het maken van plannen.' Bied die duidelijkheid. Maar ik denk niet dat dat de bedoeling is en denk ik: ja, op het moment dat wij gaan zeggen: 'Wat gebeurt daar bij het station Driebergen-Zeist?', dan wordt er gezegd: 'Nou, kijk in de propositie of kijk in het IP.' Maar daar staat de woondeal. Dus ik vind dat op dit punt niet visieloos, maar gewoon niet duidelijk naar je burgers toe en je kunt ook geen debat voeren. Maar dat wij iets willen vinden, dan hebben we of de kennis en kunde niet, of het staat er niet in. Nou, ik vind dat je er juist over moet praten. De gemeente De Bilt maakt scenario's met meer en minder woningen. Daar kunnen de burgers dan wat van vinden en de Raad kan een besluit nemen. Zo kom je als Raad ook in je kracht. Je hoort van je inwoners hoe ze erover denken. Je ziet scenario's en er kunnen afwegingen gemaakt worden. Je kunt vanuit politieke opvattingen zeggen wat je belangrijk vindt of onbelangrijk. Nu wordt dat voortdurend voor ons uitgeschoven. Bij het IP werd er gezegd: 'Ja, bij de propositie komt het.' Bij de propositie hoorden we: 'Dat komt bij de omgevingsvisie.' Nu horen we: 'Het komt bij de tweede omgevingsvisie, dat debat over de woningbouw en de waarde.' Nou, ik vind dat goed. Ik ga niet zeggen wat ik daarvan vind. Dat is, denk ik, politiek terrein, maar als burger heb ik daar wel een beleving bij, laat ik het zo zeggen. En ik begrijp ook sommige kiezers die daar ook iets bij denken of daarnaar handelen. Ja, nou dat. En ik denk dat dat hele grote woningaantallen zijn als je dat niet voorziet van goede kaders. Dan ga je uitglijden. En als je dat niet uitlegt, dan komt er een soort locomotief die in beweging komt. Daar staat nu toch '25' in de woondeal. Als ik zeg: 'Goh, waarom is dat zoekgebied zo groot? Waarom wordt daar überhaupt gebouwd in zo'n gebied?' Ja, dat staat daar en daar is niet over nagedacht. Er is geen confrontatie geweest van waarden, er is niet nagedacht of dat een goede plek is. Er is ook geen debat over geweest. Ik ben niet eens uitgenodigd voor een inspraakavond. Als dat nog wel nodig was, wordt er gevonden? Ja, ik, ik heb... Nou ja, sorry, ik raak een beetje van mijn pad af.
Mijn derde vraag ging over de beschrijvende aard, en ik heb voorbeelden gegeven van een reeks getallen waar uiteindelijk geen getal meer werd genoemd. Ik doel op de natuurverbindingenkaart. Ik heb daarop een antwoord gegeven en ook de zienswijze beantwoord. Ik weet niet of u daar nog iets over wilt zeggen, omdat dat ook een technisch aspect is. Moet het college dat doen of de Raad? U hebt daar al iets over gezegd, namelijk dat u het als een verantwoordelijkheid van de Raad ziet om dit proces vast te stellen. Nou?
Het moet worden gevolgd dat er een zienswijze procedure is voor een omgevingsvisie. De wet stelt dat de gemeenteraad de Omgevingsvisie moet vaststellen. Ik ga ervan uit dat de wetgever heeft bedoeld, hoewel het misschien niet letterlijk zo staat, dat de Raad ook de zienswijzennota vaststelt, en dat is eigenlijk ook wel gebruikelijk in de ruimtelijke ordening. Dus daar ben ik van uitgegaan, maar men kan over alles discussiëren, dus ook hierover, totdat er jurisprudentie is. Dat is hier dan lastig, omdat het niet iets is waarmee je naar de bestuursrechter kunt gaan. Maar ik denk dat dit een document is dat de Raad gaat vaststellen. De burgers dienen een zienswijze in over het document. Uiteindelijk is de Raad eindverantwoordelijk voor het al dan niet beantwoorden van die zienswijzen. Het college heeft als taak om raadsbesluiten voor te bereiden en legt een conceptomgevingsvisie en een conceptreactienota neer. Naar mijn mening beslist de Raad daar vervolgens over.
Ik moet even zoeken of er een andere mogelijkheid is. Maar nee, meneer Schuler, ik vroeg of u er bezwaar tegen zou hebben. Laat ik het anders formuleren, hoewel ik hetzelfde bedoel: zou het voor u bezwaarlijk zijn als de huidige visie zonder meer zou worden aangenomen en we vervolgens met participatie naar een tweede fase zouden gaan? Of zou het feit dat er al een visie ligt, met alle kritiek en bezwaren die daarop zijn geuit, juist het proces van participatie nadelig beïnvloeden?
Ik wil dat, laat ik het zo zeggen, heel veel mensen niet willen dat deze visie wordt vastgesteld. Dat kan gewoon niet op deze manier. Ja, als die vastgesteld wordt, dan is die vastgesteld en dan moet je als burger weer proberen om de tweede divisie te verbeteren. Maar het legt natuurlijk een hypotheek op de samenwerkingsrelatie, dat zal zo zijn. Maar ja, ik blijf strijden voor het groen, dus u hoort mij nog niet zeggen dat ik onmiddellijk ga verhuizen of het gemeentehuis nooit meer betreed. Wat je graag wilt, is dat er een dialoog is, een samenwerking, en niet dat ik per se gelijk heb, maar ik wil graag dat de raad een bewuste keuze maakt. De raad is gekozen naar de politieke smaak van de burgers van Zeist om die knopen door te hakken. En ja, ik hoop dat de raad dat doet, alles wegend en ook aan wettelijke plichten voldoend, en dat zie ik nu gewoon niet gebeuren. En dat men daar vervolgens ook transparant over is. Maar als mijn gemeenteraad dat niet doet, ja, dan is dat ook een politieke keuze. U adviseert geen hypotheek te nemen. Ik roep de raad op om geen hypotheek te nemen, maar ik roep de raad vooral op om deze ESO terug te sturen.
Ja, dank u, voorzitter. Ik heb nog een vraag voor de heer De Vos van de werkgroep Kromme Rijn Corridor. Hij spreekt over het feit dat de gemeente zich geen afwachtende houding kan permitteren en dat het belangrijk is om nu beleid te voeren. Hij zegt dat de Kromme Rijn Corridor de sleutel is. Mijn vraag is wat hij bedoelt met 'de Kromme Rijn Corridors zijn de sleutel'. En misschien nog een belangrijkere vraag: welk beleid, naast het door hem genoemde klimaatakkoord, zou hij verwachten dat zeker in de omgevingsvisie verwerkt zou zijn, gezien de veranderingen die in de wereld steeds meer van belang zijn? Ja, ik wil het antwoord niet invullen, maar ik stel de vraag aan meneer De Vos.
Wel, de Kromme Rijn-corridor is een sleutel. En wat ik nu ga zeggen, is misschien wel een beetje vloeken in de kerk, maar ontwikkelingen zijn onontkoombaar en zelfs goed, ook in Zeist, en de samenleving vernieuwt. De stad vernieuwt, de gemeente vernieuwt. Maar wat je dus ziet, en dat was mijn betoog, is dat elke uitbreiding, elke verandering gepaard gaat met een verlies aan natuur en biodiversiteit. Nou, het is duidelijk dat de Raad van State, Europa, de Hoge Raad Nederland heeft teruggeroepen op dit vlak. Het kan dus niet meer zo zijn dat, als wij de problemen niet oplossen – en dan heb ik het over stikstof, en onder 'stikstof' versta ik een verzamelnaam voor veel meer stoffen – maar als we het niet oplossen, komt Nederland stil te liggen. De Kromme Rijn-corridor is een sleutel om verder te kunnen. Dat betekent dat de gemeente, als ze daar inspanningen voor gaat doen en niet afwacht op wat er gaat komen vanuit de provincie, maar actief zich gaat inspannen om dat gebied tot vernieuwing te brengen, in transitie te brengen, en dus waarde gaat toevoegen in de vorm van natuurherstel en biodiversiteitsherstel. Dat bedoel ik daar ook mee, klimaatadaptatie, et cetera. Dan denk ik dat er ook een antwoord is naar de burgers van Zeist voor de ontwikkelingen die nou eenmaal aanstaande zijn; dus die gaan hand in hand. Als je wilt ontwikkelen, bijvoorbeeld in het stationsgebied of waar dan ook in Zeist, zul je dat alleen maar kunnen doen in combinatie met een krachtig natuurherstel. Dat bedoel ik met dat de corridor de sleutel is tot eigenlijk alles in het beleid. Kijk, het is nu natuurlijk zo dat de provincie zit met het maken van gebiedsagenda's en maakt daar onderdeel van uit. Maar het proces is natuurlijk behoorlijk vertraagd, en waarschijnlijk niet tot stilstand gekomen, maar wel vertraagd door de laatste verkiezingen, door de onderhandelingen die moeten gaan plaatsvinden en de grote tegenstellingen die zich waarschijnlijk zullen voordoen. Ik denk dat de gemeente in staat is om zo'n proces ook heel goed te beïnvloeden door nu al krachtig, dus niet alleen af te wachten op wat de provincie gaat doen, maar nu heel krachtig zelf beleid te gaan ontwikkelen. En dat begint al met de aanstelling van mensen die zich over dit gebied gaan ontfermen. Ik weet dat de gemeente bijvoorbeeld met het stationsgebied volop bezig is, en daar heb ik niks op tegen. Maar waarom doet ze dat niet evenzeer met het plan-MER en de corridor? Omdat die twee nou eenmaal samenhangen. Dus ik zou zeggen, mijn oproep is: als je het een doet, moet je het ander zeker ook doen, want anders kom je niet verder. Dus dat bedoel ik met zelf beleid voeren en niet afwachten op de provincie of wat dan ook. Dank u wel, meneer Van Vliet.
Zijn er verder nog vragen? Mag ik nog iemand van de Raad het woord geven? Dan zou ik willen voorstellen om een kleine pauze in te lassen van ongeveer vijf minuten. Bent u het daarmee eens, meneer Visser Klinie?
Nee, ik wil best een pauze inlassen, maar als dat voor u betekent dat we na de pauze vragen gaan stellen aan het college, zou ik eigenlijk willen voorstellen om de hier aanwezige raadsleden vanavond de gelegenheid te geven meer tijd dan die vijf minuten pauze te nemen. Met andere woorden, ik stel voor om hen een aantal dagen te geven om alles wat we vanavond gehoord hebben te verwerken en op basis daarvan gerichte vragen te kunnen stellen aan het college.
Ja, voorzitter, ik heb al een aantal vragen. Ik snap het wel. Ik zou graag de nodige zaken met de fractie willen overleggen, dus ik begrijp de oproep van de heer Foscarini. Daarnaast zitten we al sinds 09.45 uur bijeen, en wat mij betreft kan dat dus laat ik het ondersteunen.
Op zich heb ik zelf ook een aantal vragen, maar ik kan me ook wel voorstellen dat we het uitstellen, zoals de heer Fiske aangeeft. Totdat mensen in een fractie kunnen overleggen, gezien alles wat ingesproken is, kan ik me daar wel in vinden.
Nu iedereen het hiermee eens lijkt te zijn, stel ik voor dat we de vragen inderdaad uitstellen tot na 4 april. Dank u allen voor uw inbreng en aanwezigheid, en ik wens u een fijne avond.
Ik heb een korte vraag. Vanavond hebben we een bijeenkomst met de indieners van de amendementen van het burgerinitiatief. Ik denk dat u de Raad een groot plezier doet als u tijdig, zeg maar, ook uw burgerinitiatief op een of andere manier onderdeel laat zijn van de afspraken die gemaakt worden of van de gesprekken die nu binnen de fracties gevoerd worden. Ik begrijp dat het een hele opgave is om die burgeramendementen op een goede manier vorm te geven en natuurlijk is kwaliteit ook van waarde. Maar ik wil toch benadrukken dat het enorm helpt als we als Raad al grotendeels dezelfde richting op gaan, zodat uw opmerkingen zoveel mogelijk worden meegenomen in de beraadslagingen van de fracties. Dat wilde ik graag meegeven.