Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Laat mij de tekst corrigeren om deze grammaticaal correct te maken:
Zullen we beginnen met de presentatie van de kern van de doorrekening van de mei circulaire. " Kunt u ermee instemmen dat we de wethouder de toelichting laten geven? Als u knikt, zie ik dat u instemt. Ik zie daar een knik, ik zie daar knikken. De griffier is er klaar voor.
Ik heb zelden meegemaakt dat de doorrekening van een meicirculaire tot hilariteit leidt. Het is mooi om te zien, ja. En op zich is dat misschien ook wel een aanleiding voor. Want we hebben zowel in de eerste bestuursrapportage als in die zin dat de heer Bredius gelijk heeft, bepaalde bedragen opgenomen, bijvoorbeeld waar het gaat om de verwachte uitkomsten voor 2024, de eerste kolom, of beter gezegd, de tweede kolom in deze tabel die hier op het scherm zichtbaar is. Maar het raakt vooral ook het perspectief van de kadernota en daar is het wel heel markant, omdat je daar eigenlijk ziet dat in 2025 een plus staat en in de jaren daarna een min. Hierdoor zie je door de doorrekening van de meicirculaire eigenlijk dat het beeld helemaal kantelt, maar ook het effect op 2024 is bijzonder. Dat staat in de eerste bestuursrapportage. Daar noemen wij die 45 een nadelig effect, ons meest recente perspectief, en dan zie je dat er door die meicirculaire voor 2024 toch ook een bedrag van 8 ton naar ons toekomt, waardoor we opeens met een flinke plus uitkomen. Overigens moet je deze bedragen altijd afzetten tegen de orde van grootte van 220 miljoen die onze begroting telt, dus 1% of 1 miljoen. Als je het even sterk naar boven afrondt in 2024, ten opzichte van 220 miljoen, geeft dat ook wel aan, zonder het al te veel te willen relativeren, dat het een beetje ruis is, marginaal is in 2025. Het is goed om aan te geven dat dat perspectief dus wat kantelt. In de kadernota zie je nog een plus, hier zie je toch wel een kleine min ontstaan van ruim 1 miljoen. En het goede nieuws is dat we in de jaren 2026, 2027 en 2028 een plus zien, in 2027 een hele kleine plus, maar toch, het zijn plussen en dat is bijzonder, want op het moment dat je naar andere gemeenten kijkt, dan komt dit heel zelden voor, ook in deze provincie. Het komt zelden voor en heeft alles te maken met besluiten die deze raad een jaar of drie geleden heeft genomen, die onderdeel waren van de begroting voor 2022. Die besluiten vloeiden voort uit ambtelijke heroverwegingen en vooral uit het advies van de inwonersadviescommissie, het burgerberaad dat we toen hebben uitgevoerd in 2021 en 2022. En dat heeft structureel zo'n 8 à 9 miljoen opgeleverd en is hier goed zichtbaar. Dat zijn de ordegroottes, de bedragen die andere gemeenten over het algemeen missen. En waar komt dat verschil nou door? Kadernota versus dit? Dat is wat ik zojuist al even benoemde. Dat heeft te maken met besluiten die het demissionaire kabinet, dus het nog zittende kabinet, heeft genomen in het kader van de voorjaarsnota. Met name de opschalingskorting werkt gunstig uit voor de jaren 2026 en verder. Die opschalingskorting gaat om een bedrag van zo'n 750 miljoen per jaar, welke verdeeld wordt over alle gemeenten, maar dat is substantieel en in 2025. Jij geeft aan dat het rijk dan aangeeft dat ze als een soort van tegenprestatie juist de rekening bij de gemeente neerleggen, omdat zij zagen dat gemeenten in dat jaar over het algemeen nog positieve cijfers schreven, wat bij ons ook wel het geval was. Maar dat maakt dus dat je op dit moment daar een min ziet. En ja, dat is de verklaring, maar het is wel goed om dit scherp te hebben, want dit is zo voor wat betreft de eerste bestuursrapportage als voor wat betreft de kadernota, het perspectief waar we op dit moment vanuit moeten gaan. En ja, het plaatst de wereld toch in een net wat ander perspectief, dus het is fijn dat het is gelukt om dat vandaag met de raad te delen en vanavond even heel kort de hele toelichting staat zoals bekend in het document. Wat met het nieuwsfeit is gedeeld. Maar dit leek me handig om toch even bij het begin van de kadernota te vermelden.
Dank u daarvoor. Walter van Dijk, ik ga de vragen die de Raad heeft over de kadernota inventariseren. Ik zal beginnen met Jan en daarna ga ik verder met Wilma, en zo zal ik bij de anderen komen die u vragen stellen. Jan Bredius van NieuwDemocratischZeist.
Zou u eerst nog eens naar deze circulaire willen kijken? De bedragen zijn immers duidelijk, en de gevolgen zijn dat ook. Daarom waren mijn vragen hierop gericht. Het is goed dat we het zo hebben aangepakt, maar dan rest mij toch de vraag: hoe zit het met de wettelijke ontwikkelingen omtrent de ontwikkeling en de wensen voor nieuw beleid? Deze worden namelijk ook in de kadernota vermeld. En dan lijken de bedragen voor 2025 aanzienlijk negatiever te worden; dat is dus een tekort van 633. Als je daar die 2626 bij optelt, kom je nog negatiever uit, nietwaar? Dat is minder positief dan aanvankelijk gedacht, om maar een voorbeeld te noemen. Kan de wethouder daarom nog even reflecteren op de kwestie die wordt aangesneden in paragraaf 3.3, met name de wettelijke ontwikkelingen en de wensen voor nieuw beleid?
Ja, dank u, voorzitter. Het gaat over bladzijde 42. Het zal de wethouder waarschijnlijk niet verbazen. Het gaat over het RIOZ. Ik zie daar dat er eind vorig jaar een saldo was van ruim 11,2 miljoen. Dit jaar gaan er een aantal bedragen af, bedragen die ik prima kan, nou ja, kan verklaren. Maar wat ik nu zie, en ook voor de komende jaren, is dat er dekking van incidentele middelen uit het uitvoeringsplan afgaat. Ik heb nog niet alles doorgeploegd, maar kan ik ergens die bedragen vinden? Dan hebben we het over dit jaar over ruim 2 miljoen, volgend jaar 1,7 miljoen en het jaar daarop 1,25 miljoen. Ik begrijp dat dit is opgesteld voordat de meicirculaire bekend was, dus dat is helder. Maar kan ik die bedragen ergens vinden? En gaat het dan ook inderdaad om investeringen? Want daar is het RIOZ voor. We hebben dat destijds ingesteld in de hoop er ooit 30 miljoen in te krijgen. Nu zie ik het alleen maar achteruitgaan, dus ik ben heel erg nieuwsgierig waar die bedragen voor de incidentele middelen dan voor zijn. Zijn dat inderdaad investeringen? Er komt helemaal niets meer bij en ik weet dat we vorig jaar het besluit hebben genomen om het niet te indexeren. Met de oude cijfers lag het wellicht voor de hand om er de komende jaren ook niet meer in te storten. Maar het kan ook zijn dat het een politieke keuze is, want we doen het dit jaar ook niet, hè? De afspraak was volgens mij dat als we iets overhouden, dat we dat na 3 jaar zouden toevoegen. Maar nu zie ik het raadsvoorstel en dan is het voorstel om het naar de algemene middelen te doen. Dan begrijp ik ook eigenlijk niet waarom de dekking van de tijdelijke middelen dan ook niet daaruit kan. Dit beleid loopt nu dubbel achteruit. Dat is wat ik een beetje zie.
VVD, ja, dat klopt, voorzitter. Hoewel ik had gedacht dat het onderwerp zo op zou gaan, is het onverwachte genoegen dat ik mag beginnen bij de pagina's 19 en 20 van de kadernota. Daar gaat het over de buitensportlocaties, wat aan de orde komt bij Blikkenburg en bij het vervangen van natuurgras door kunstgras. Bij onze fractie levert dit zorgen op over de oplopende uitvoeringskosten. En toch zien we bij de bedragen die uiteindelijk onderaan de streep staan, een nulgroei. Kunt u aangeven waarom hiervoor is gekozen?
Mijn tweede vraag gaat over een onderwerp dat collega Boutahar al heeft aangekaart: het buurt- en wijkwerk. De wethouder heeft uitvoerig uiteengezet dat zij van plan is om een aantal zaken op te pakken. Maar we hebben het hier over de Kadernota 2025 en ik zie het daar niet in terug. Het komt wel aan de orde in de beleidsrapportage, maar ik zie het niet in de kadernota zelf. Mijn vraag is waarom zij dat niet heeft opgenomen en of er misschien toch nog meer in het vat zit dan bij de beantwoording aan D66 is gesuggereerd.
Geachte voorzitter, dank u wel. Ik heb twee korte vragen. Laat me even de juiste bladzijde erbij pakken, bladzijde 38. Het gaat hier over de adviseur mobiliteit. Daar staat een verwachte loonsom inclusief werkgeverslasten van ongeveer 109.000 euro. Prima, maar ik zie dat dit bedrag ook voor de daaropvolgende jaren constant blijft. Wordt er dan geen rekening gehouden met een mogelijke loonstijging of groei van de werknemer? Daar ben ik gewoon nieuwsgierig naar, hoe ik dat moet lezen. Er staat vrij duidelijk dat er sprake is van structureel stijgende kosten, bijvoorbeeld door het effect van een nieuwe CAO. We hebben het ook al een paar keer gehad over de leerlingen, maar ook over de stijgende kosten in het beheer van de openbare ruimte. Daar zou ik graag iets meer toelichting over willen ontvangen. Wat houdt dat precies in?
Dank u wel, voorzitter. Ook wil ik drie vragen stellen. De eerste vraag houdt me nog wel bezig, in de zin van dat het misschien handig is om dit in de auditcommissie te bespreken. Dit heeft vooral te maken met de manier waarop we straks ook gaan begroten en hoe de verwachtingen nu al een beetje worden gemanaged, ook in deze kadernota. Dus daar kom ik denk ik later op terug.
Mijn eerste vraag, of in dit geval de tweede vraag, gaat over pagina 10, het uitvoeringsprogramma van de woonzorgvisie. De vraag is of het uitvoeringsplan voor de begroting van 2025 komt, of dat de PM-post die nu wordt opgenomen in de begroting van 2025, geconcretiseerd gaat worden. Want in de tekst lees ik dat er zonder budget geen uitvoeringsprogramma komt. Misschien kan het college daar wat meer toelichting op geven.
Mijn tweede vraag gaat over pagina 23. Het gaat over de Taalaanpak. We zijn natuurlijk heel blij met de investering die wordt gedaan. Er komt een coördinator, zoals ook aangegeven in de kadernota. Onze vraag gaat vooral over het feit of we zien dat straks 2000 inwoners een passend taalaanbod hebben afgerond. De vraag is of er nu ook voldoende geld of middelen gereserveerd worden om dat uiteindelijk ook daadwerkelijk te kunnen realiseren, naast het feit dat er een coördinator naar voren wordt geschoven. Misschien is het goed om even kort toe te lichten wat de toegevoegde waarde is en wat de uitdagingen zijn die zo'n coördinator gaat oppakken.
Dank u, voorzitter. Ik heb een vraag over de meicirculaire. In de toelichting op de ontwikkeling van de WOZ wordt een situatie geschetst waarbij de gemeente een tegenvaller van ongeveer 1 miljoen zou kunnen tegenkomen, tenzij de gemeente de OZB navenant aanpast. En toen dacht ik: bliksem, hebben wij het niet een half jaar geleden ook al over die OZB gehad en hebben we toen niet gezegd: "Laten we eens uitzoeken wat nou het verband is tussen het onbenutte belastingpercentage en die uitkering van het gemeentefonds"? Dus ik wil graag weten wat de stand van zaken is en of dit er iets mee te maken heeft. Dat is één.
Twee, mevrouw Breddels heeft alle zorgen uitgesproken over de vulling van het RIOZ. Hoeven we ons, als we het voorstel volgen, geen zorgen te maken over de vulling van de algemene reserve? Maar ik heb wel een vraag over die algemene reserve, en dat is: welke criteria zijn er eigenlijk voor het onttrekken van middelen aan de algemene reserve ten behoeve van dekking van moties en raadsvoorstellen? Ik kan me eigenlijk niet herinneren dat dat vaak gebeurt, dus ik wil dat graag weten.
En nog een vraag over het raadsvoorstel bestemming: in de voorbije jaren zijn een aantal taakstellingen geschrapt. Heeft het college nog overwogen om van het overschot misschien nog wat taakstellingen te schrappen, vooral de wat kleinere?
Dankjewel, Roel van Nieuwstadt. Ik wil even iets tussendoor doen, want ik hoor de wethouder spreken, maar ik kan het moeilijk verstaan. Ik wil graag checken hoe dat bij de rest van de raad is. Ligt het aan onze geluidsinstallatie, aan de manier waarop Roel spreekt, of misschien aan iets anders? Volgens mij zijn er meerdere mensen die heel aandachtig luisteren, dus laten we voor nu proberen de microfoon zo goed mogelijk te gebruiken. Misschien kunnen we ook iets dichterbij gaan zitten. Dan gaan we op een later moment kijken hoe het met de installatie zit. Dank je, Roel van Nieuwstadt, voor de vragen die, denk ik, toch wel zijn doorgekomen. Fluitman, CDA.
Fluitman van het CDA, dank u wel, voorzitter. Er zijn al enkele vragen gesteld, dus ik hoef niet veel meer toe te lichten. Ik heb nog een vraag over punt 37e, de toerekening van de overhead. Ik lees daar een passage die, als je die drie keer leest, ook begrijpt, maar het gaat over 6 FTE in 2025 afnemend tot 4 FTE in 2028. Ik neem aan dat dit waarschijnlijk tijdelijke contracten zijn die dan ingehuurd gaan worden. Maar dan lees ik in de financiële toelichting dat er regionaal is afgesproken om onderling met ongeveer € 20.000 per FTE te werken, zodat er meer diensten voor elkaar worden geleverd. Dat was mij echter helemaal niet bekend uit het bovenstaande stuk. Begrijpt u wat ik bedoel? Ik lees het niet in het bovenste deel van het document. Ik zal het snel zeggen: ik lees alleen wat er staat. Mijn vraag is of punt 37 toegelicht kan worden. Gaat het hier om eigen mensen? Gaat het hier om werk dat elders wordt uitgevoerd? Hoe komen we aan die € 20.000? En als ik het goed begrijp, zijn het er 6 in 2025, waarna er een paar afvallen, zodat we er 4 in 2028 overhouden, denk ik.
Het was mij niet duidelijk dat we het voorstel voor de bestemming ook al zouden bespreken, maar ik breng het toch ter sprake. Het is slechts een kleine aanvullende vraag, want zowel mevrouw Breddels als de heer Van Nieuwstadt hebben dit al aangekaart. Het viel mij trouwens ook op dat het RIOZ wat leegloopt en dat er, met de dotatie uit de algemene reserve, een andere keuze is gemaakt dan het voorstel dat door het college is gedaan. De concrete vraag die ik heb, staat in het raadsvoorstel, en wel als volgt, vrij vertaald: "Die 1,7 miljoen zouden we wel eens kunnen aanwenden om de tekorten die er in 2025 aan zitten te komen te dekken." Dan is mijn concrete vraag: is het niet zuiverder om daar gewoon een bestemmingsreserve voor te maken, zodat we precies weten welke pot geld we hebben en waaraan we het kunnen uitgeven?
Bedankt voor die vraag, Marco. Ja, inderdaad, we zijn vrij informeel ook overgegaan tot het voorstel resultaatbestemming. Maar dat is denk ik ook praktisch, hè? David Tompot.
Voorzitter, dank u wel. Namens de SP-fractie heb ik een paar vragen over de nieuwe regelgeving rond wonen op pagina 13 en over de implementatie van de Omgevingswet. Ik wil ook graag iets vragen over de taalaanpak; om met dat laatste te beginnen: op pagina 16 staat dat voor de taalaanpak in 2025 en 2026 een bedrag is ingevuld, maar daarna niet meer. Elders lees ik dat dit mogelijk te maken heeft met een capaciteitsprobleem. Betekent dit dat er nu al vastligt dat er na 2026 geen geld meer beschikbaar is voor de taalaanpak? Misschien is het ver vooruitkijken, maar als er nu sprake is van een capaciteitsprobleem, zou het kunnen dat dit probleem in de komende jaren opgelost wordt en er meer mensen beschikbaar zijn. Waarom wordt de begroting voor 2027 en 2028 dan toch leeg gelaten?
Wat de Omgevingswet betreft: op pagina 15, eerste alinea, staat dat er een tekort aan middelen is voorzien. Mijn vraag is: waardoor komt dat precies? Is het mogelijk daar meer toelichting op te krijgen?
Over de nieuwe regelgeving met betrekking tot wonen op pagina 13: er wordt gesteld dat er nieuwe wetten zijn gekomen vanuit het rijk, die op het 'dak van de gemeente' zijn terechtgekomen. Als gemeente Zeist hebben we de Wet goed verhuurderschap, die alle gemeenten verplicht zijn uit te voeren. Er wordt echter in de financiële toelichting gesproken over een bedrag van € 32.000 dat het rijk beschikbaar stelt, terwijl de gemeente hiervan structureel slechts € 10.000 ontvangt voor het externe huurteam. Ik vraag me af hoe dit bedrag zich verhoudt tot de taken die de gemeente moet uitvoeren in het kader van goed verhuurderschap. Als we wellicht meer handhaving en meer FTE nodig hebben, hoe kan het bedrag voor een extern huurteam dan zo laag zijn? En hoe staat dit in verhouding tot de € 98.000 die beschikbaar is voor een adviseur? Ik zou hier graag wat toelichting op willen ontvangen. Dank u wel.
Het is nu zo dat wij als gemeente Zeist een wet op goed verhuurderschap hebben, die alle gemeenten verplicht zijn uit te voeren. Er wordt echter onduidelijkheid ervaren wat betreft de financiële toelichting. Er wordt gesproken over een bijdrage van € 32.000 vanuit het rijk. De gemeente ontvangt hiervan structureel een bedrag, maar er is slechts € 10.000 beschikbaar gesteld voor het externe huurteam. De vraag rijst dan ook hoe het kan dat dit bedrag zo laag is voor een extern huurteam, aangezien we als gemeente de taken van de wet op goed verhuurderschap moeten uitvoeren. Als je ervan uitgaat dat er wellicht meer inzet nodig is voor handhaving, hoe kan het dan dat er zo weinig middelen beschikbaar zijn voor het externe huurteam?
Hoe kan dat? Hoe staat dat in verhouding tot de € 10.000, terwijl er wel € 98.000 beschikbaar is voor een adviseur? Misschien kan daar wat toelichting op komen. Dank u wel.
Bedankt, David Tompot van de SP. Ik denk dat we de eerste ronde achter de rug hebben. Ik kijk even naar wethouder Belting om te zien of zij een voorstel heeft voor een grapje. Nee? Maar ik weet ook niet wat het makkelijkste is voor een college om te beantwoorden, dus ik bekijk eerst de financiële onderwerpen. Ja.
Ja, dank u wel. De eerste vraag, als ik me niet vergis, komt van de heer Bredius van NDZ. Hij benoemt dat wettelijke ontwikkelingen en een aantal andere zaken die mogelijk een rol zouden kunnen spelen richting 2025 ook zijn benoemd. En dat klopt. Tegelijkertijd berekenen we dat niet door, want het zijn keuzes die nog gemaakt moeten worden. Dus in die zin proberen we die met name informatief met de Raad te delen en misschien ook wel een klein beetje de Raad uit te lokken om daar iets van te vinden, zodat we bij de begroting de goede keuzes kunnen maken. Dus ja, ik nodig eigenlijk uit tot reflectie van de Raad, maar ja, onder de streep heeft u ook al gelijk. Het zijn gewoon forse bedragen als je het allemaal bij elkaar optelt, hè? Dus als de Raad dit allemaal goede ideeën zou vinden, dan betekent dat iets voor het financieel perspectief richting de begroting.
Dat zeker, mevrouw Breddels van de Partij van de Arbeid stelt een vraag over het RIOZ. En ja, er spelen misschien een paar dingen. Aan de ene kant gaat uw vraag over middelen voor het uitvoeringsprogramma die deels gedekt worden vanuit het Rioz. Nou, dat is onderdeel geweest van de besluitvorming over de begroting 2024 en in die zin niet iets wat op dit moment nog voorligt. En daarnaast vult u aan met de vraag of er eigenlijk twee effecten zijn en het andere effect heeft te maken met het resultaat over 2023, hè? De bestemming van die middelen, zou je die niet gewoon, zoals we dat gebruikelijk doen, in het Rioz moeten laten komen, zodat je toewerkt naar dat bedrag dat u noemde?
We hebben geprobeerd uit te leggen waarom het misschien een goed idee is om dat dit jaar niet te doen en dat heeft te maken met het feit dat we nog steeds voorzien dat we in 2025 op een tekort uitkomen. En kijkend ook naar het punt wat de heer Bredius aanhaalt, dan zouden we nog verder terugvallen naar een grotere min. En we weten niet wat er allemaal nog op ons af komt, bijvoorbeeld omdat de besluitvorming van het nieuwe kabinet nog niet is meegenomen. Dat zal pas over een aantal maanden duidelijk worden.
Ja, en dat maakt dat wij ook echt kijken naar de manieren die de provincie als financieel toezichthouder op ons als gemeente aandraagt om tot dekking van tekorten te komen. Een van de dingen die zij aangeven, is de inzet van incidentele middelen, dus bijvoorbeeld vanuit de reserves, om in een jaar waarin je de begroting niet direct rond krijgt, uiteindelijk tot dekking van die tekorten te komen. Nou, dat is in een recent overleg met de provincie expliciet benoemd en daarna ook nog schriftelijk bevestigd. En ja, dat is vrijheid, dat is ruimte die ons op dit moment welkom is.
Het zou kunnen zijn dat we richting de septembercirculaire, dus richting de begroting, tot een ander beeld zouden komen, maar op dit moment lijkt het ons heel verstandig om de bedragen niet in het riool te laten vloeien. Dat heeft te maken met het feit dat het riool, net als de algemene reserve, een reserve is, maar wel met meer regels daaromheen. Dus voor de financiële positie van de gemeente Zeist maakt het niet direct uit, maar als je een onttrekking aan het Rios doet, dan hebben we daar met elkaar afspraken over gemaakt en die maken dat er minder flexibiliteit is om daar in die zin gebruik van te maken.
Het gebruik ervan is tot stand gekomen, zoals ik zojuist al zei. Dit was voordat de uitkomsten van de meicirculaire waren doorgerekend. Mijn vraag was dan ook eigenlijk gericht op de toekomst, aangezien de vooruitzichten voor 2025 er niet goed uitzien. Zou het voor de daaropvolgende jaren anders kunnen zijn? Is het een politiek besluit om de middelen voortaan naar de algemene reserve over te hevelen, of zullen we in de toekomst weer netjes de middelen toewijzen aan het Rioz, zoals we hebben afgesproken?
Ja, zoals ik zojuist al zei, dit is natuurlijk tot stand gekomen toen de uitkomst van de meicirculaire nog niet doorgerekend was. Mijn vraag was dan ook eigenlijk of het voor 2025 er niet goed uitziet, maar voor de daaropvolgende jaren wellicht anders is. Is het een politiek besluit om het in het vervolg naar de algemene reserve te doen, of gaan we in het vervolg weer gewoon, zoals afgesproken, naar het Rios? Oké, in dat opzicht kan ik u, denk ik, wel geruststellen, want we houden hier van een vaste lijn en van bestendigheid, en dan zou je daaraan moeten vasthouden. Dit is met name bedoeld voor de situatie van nu. Als ik zeg dat veel gemeenten te maken hebben met een 'ravijnjaar', wat helemaal geen ravijnjaar is, maar eigenlijk het begin van een cyclus van een aantal jaren waarin je dat terug gaat zien, wellicht zelfs voor onbepaalde tijd. Voor ons geldt dat niet, dus wij voorzien op dit moment nog een omslag, en dan zou er ook geen reden zijn, als wij gewoon in de zwarte cijfers, in de plus, staan, om niet vast te houden aan de lijn om overschotten op de jaarrekening, gesteld dat we die zouden hebben, weer gewoon te doteren aan het Rioz. Maar onze reserves zijn toch voldoende om een ravijnjaar te overleven. Ja, daarmee heeft u misschien een glazen bol die ik niet direct heb, want we zullen nog even moeten afwachten wat de exacte omvang is. Maar wij moeten nu een inschatting maken van datgene wat op ons afkomt en vervolgens een inschatting maken van wat ons, als raad, de meeste vrijheidsgraden geeft om daar zo meteen een dekking aan te koppelen. Nou ja, dan kijken we naar hoe onze toezichthouder daar tegenaan kijkt. Die reikt een extra mogelijkheid aan. We zouden kunnen zeggen dat we die niet nodig hebben, of we zeggen dat we op het gepaste moment, namelijk bij de begroting, ieder jaar overigens, maar in het najaar dan voor het eerst, kijken of we dat instrument nodig hebben. Als dat zo is, kan het zijn dat we daar gebruik van willen maken. Het kan ook zijn dat het niet nodig is, wat ook goed denkbaar is, en zoals de cijfers er op dit moment voorstaan, maar dan reken ik even de opmerking van de heer Bredius niet mee, zou dat voor de jaren 2026 en daarna zeer anders kunnen uitvallen.
Ja, dan ga ik even door, met uw welnemen, voorzitter. Naar GroenLinks, denk ik, OZB versus het gemeentefonds. Dat is een punt dat vaker ter sprake komt als we het hebben over de kadernota en de begroting, want zo werkt het gemeentefonds nou eenmaal. Je wordt in zekere zin gestraft als je probeert de inwoners van je gemeente met zo min mogelijk kosten te vermoeien, en daar kun je van alles en nog wat van vinden, maar dat is een gegeven. Wij zullen in de begroting laten zien wat dat exact betekent. Ik heb ook gezien dat het ergens nu in de stukken staat toegelicht, maar ik heb even niet helemaal scherp waar dat staat. Ik zag ook dat u deze vraag in uw schriftelijke vraag hebt gesteld, dus daarmee denk ik dat het ook goed is om in de antwoorden op die schriftelijke vragen dit dan mee te nemen. En zou dat niet volstaan, dan ontstaat er bij de begroting een nieuw moment, en dat zal in uw geval ongetwijfeld gaan komen, meneer Van Nieuwstadt. Dan de criteria voor onttrekkingen, die zijn er zeker; daar vroeg u naar. We hebben een nota reserves en voorzieningen waarin die criteria zijn opgenomen. Daarnaast is het ook zo dat we een nota stabiliteitscriteria hebben die daar ook iets over zegt. Die kent een signaalwaarde op dit gebied, en dan zou je kunnen zeggen, zo interpreteren we dat overigens ook, dat alles wat zich boven die signaalwaarde in de reserves bevindt en dat niet gelabeld is, ruimte biedt. Dan was er ook een vraag van u over taakstellingen, met name kleine taakstellingen. Die zijn vaak meerjarig van aard. Goed om dat te benoemen, dus die staan in de meerjarenbegroting. Daarmee zijn ze ook niet direct oplosbaar met de bestemming van het rekeningresultaat over 2023, want dat zou het alleen incidenteel oplossen. Maar daar staat tegenover dat het bij de begroting natuurlijk wel meerjarig is op te lossen. En we zijn ook gewend om iedere taakstelling bij iedere begroting weer opnieuw te wegen. En dat zullen we dus richting de begroting van 2025 ook zeker doen. En dan denk ik dat ik er ben, voorzitter.
Ja, u heeft wellicht een soort glazen bol die ik niet direct heb, want we zullen nog even moeten afwachten wat de exacte omvang is. Maar wij moeten nu een inschatting maken van datgene wat op ons afkomt en vervolgens een beoordeling maken: wat geeft ons, als Raad, de meeste vrijheidsgraden om daar zo meteen een dekking aan te koppelen? Nou, dan kijken we naar hoe onze toezichthouder ertegenaan kijkt. Die biedt een extra mogelijkheid aan. We zouden kunnen zeggen dat we die niet nodig hebben, of we besluiten op het gepaste moment, namelijk bij de begroting - die we ieder jaar overigens, maar in het najaar voor het eerst, opstellen - of we dat instrument nodig hebben. Als dat zo is, kan het zijn dat we daar gebruik van willen maken. Het kan ook zijn dat het niet nodig is, wat ook goed denkbaar is gezien de cijfers op dit moment, maar dan neem ik de opmerking van de heer Bredius even niet mee. Het zou kunnen dat voor de jaren na 2026 de situatie heel anders uitvalt.
Dan ga ik, met uw welnemen, voorzitter, verder. Naar GroenLinks denk ik aan de OZB versus het gemeentefonds. Dat is een punt dat vaker ter sprake komt als we het hebben over de kadernota en de begroting, want zo werkt het gemeentefonds nou eenmaal. Je wordt in zekere zin 'gestraft' als je probeert de inwoners van je gemeente met zo min mogelijk kosten te belasten en daar kun je van alles van vinden, maar dat is nu eenmaal een feit. Wij zullen in de begroting laten zien wat dat exact betekent. Ik heb ook gezien dat het ergens in de stukken toegelicht staat, maar ik heb even niet helemaal scherp waar dat precies staat. Ik zag ook dat u deze vraag in uw schriftelijke vraag hebt gesteld, dus het is goed om dit in de antwoorden op die schriftelijke vragen mee te nemen. Mocht dat niet volstaan, dan ontstaat er bij de begroting een nieuw moment en dat zal in uw geval, meneer Van Nieuwstadt, ongetwijfeld gaan komen.
Dan de criteria voor de onttrekkingen, daar vroeg u naar. Die zijn er zeker. We hebben een nota reserves en voorzieningen waarin die criteria zijn opgenomen. Daarnaast hebben we ook een nota stabiliteitscriteria die daar ook iets over zegt. Die kent een signaalwaarde op dit gebied en dan zou je kunnen zeggen, en zo interpreteren we dat ook, dat alles wat zich boven die signaalwaarde in de reserves bevindt en niet gelabeld is, ruimte biedt.
Dan uw vraag over de taakstellingen, met name de kleine taakstellingen. Die zijn vaak meerjarig van aard. Het is goed om dat te benoemen, dus die staan in de meerjarenbegroting. Daarmee zijn ze ook niet direct oplosbaar met de bestemming van het rekeningresultaat over 2023, want dat zou het alleen incidenteel oplossen. Daar staat tegenover dat het bij de begroting natuurlijk wel meerjarig is op te lossen. We zijn ook gewend om iedere taakstelling bij iedere begroting opnieuw te wegen. En dat zullen we dus richting de begroting van 2025 ook zeker doen.
Nog even voorzitter. Ik ben een ding vergeten: dat is van de heer Fluitman. Het sommetje zou zijn: zou je de bedragen die op pagina 40 bij punt 37 worden genoemd, moeten delen door, zeg maar, de 20k die de overheid op een FE zet, en kom je dan uit op een aantal FTE's? Het antwoord daarop is ja.
Misschien moet ik de vraag toch herhalen. Er staat dat de berekening gebaseerd is op het systeem van verrekening dat wij hanteren wanneer wij iemand uitlenen, en dat is 20.000 K. Maar als wij van 4 naar 6 gaan, dan is het 6 tot 6 en 4, of nee, moet ik het van 6 naar 4 lezen? Het was moeilijk te begrijpen, maar op pagina 25 staan er 6 en op pagina 28 willen ze er 4 hebben. Dan staat er dat per fulltime-equivalent (FTE) 20 is opgenomen, en ik vraag me af hoe dat zich verhoudt. Een FTE voor € 20.000, dat halen wij niet binnen.
"Laat ik nog eens herhalen wat ik zojuist heb gezegd. Het rekenvoorbeeld klopt. Op pagina 40 staat bijvoorbeeld dat in 2025 een bedrag van 120.000 euro wordt genoemd. Dit moet u zien in relatie tot de 20.000 euro per fte. Met andere woorden, dit heeft te maken met een toename van 6 fte, zoals vermeld in de financiële toelichting, en dit is in lijn met wat regionaal is afgesproken. Deze toename in fte is echter niet direct gekoppeld aan de specifieke behoeften van de regio. Het is slechts een cijfer dat we in de regio hanteren en om consistentie te waarborgen, gebruiken we het ook in dit geval. In totaal gaat het dus om een uitbreiding van 6 fte in 2025. Tot nu toe hebben we geen toename in overhead gehad, maar met deze melding laten we zien dat voor de overhead een extra 120.000 euro nodig is.
Wellicht ga ik ervan uit dat hij ook bij de heer Van Dijk hoort. Ik had nog een vraag gesteld over de bestemmingsreserve om de tekorten van 25 in te stoppen.
Nou ja, ik heb vanavond al eerder aangegeven dat het van belang is om een bestendige lijn te kiezen. Dat doen we hier in Zeist, onder andere in de dagelijkse praktijk door keuzes consistent over de jaren heen te maken. Daaraan onderliggend liggen weer documenten waarin we aangeven, en ik noemde net al bijvoorbeeld de nota reserves en voorzieningen. Dat is daar een voorbeeld van, met een nota stabiliteitscriteria als een ander voorbeeld. Die geven in feite aan hoe we met dit soort dingen omgaan en door daar consistent aan vast te houden, zouden we dus nieuwe voorstellen kunnen doen zoals wij dat hebben voorgesteld. Natuurlijk zijn er altijd andere mogelijkheden denkbaar, zeker gezien onze financiële situatie als reserve. Maar we zien niet dat dat iets toevoegt ten opzichte van de variant die wij nu voorstaan en die hebben we, zoals gezegd, gewogen ten opzichte van de bestendige lijn. De bestendige lijn is het RIOZ. En de afwijking die we hier dan kiezen is zoals voorgesteld.
Ik Begrijp die bestendige lijn en dat juichen wij uiteraard toe, om toch maar even erin te gooien, voorzitter. Wat ik dan niet begrijp, is dat de provincie nu voor het eerst aangeeft, ik vertaal het even vrij, dat u incidentele baten kunt inzetten om incidentele tekorten voor 25 op te vangen. Dat is dan een nieuw feit, want dat was voorheen natuurlijk niet zo. Dan laten we die terugvloeien naar de algemene reserve. Dan kan die bestendige lijn dit beleid nog niet ondervangen, dus dan zou ik zeggen, is het dan niet zuiverder als je het in een bestemmingsreserve parkeert? Van "nou, hier gaan we de tekorten voor 25 mee opvangen eenmalig en daarna vloeit het zich gewoon terug of naar de algemene middelen", maar dat is een politieke keuze of gewoon zoals we normaal doen naar het RIOZ
Ja, het is denkbaar. De vraag is ook of dit niet te technisch wordt, maar op het moment dat je een overschot realiseert over 24, dat is op dit moment de verwachting, kijkend naar het staatje wat we net lieten zien, kan dat nog veranderen de komende tijd. We zijn pas halverwege het jaar tenslotte in een onzekere omgeving. Dan zou het dus normaal gesproken vanuit die bestendige lijn zo zijn dat we dat overschot in principe zouden aanwenden door dat te storten in het RIOZ Wat wij nu meekrijgen vanuit de provincie is dat het mogelijk inderdaad is om een structureel tekort, voor zover dat er al zou zijn, niet met structurele middelen te dekken, maar meer incidentele mogelijkheden te gebruiken. Nou, dan is dat een manier om naar te kijken, dat doen overigens ook vrijwel alle gemeenten in dit land. Dan stort je het overschot op de jaarrekening in een algemene reserve, want die kent de minste beperkingen. Nou, dat is bij ons niet een consistente lijn. Dat is een afwijking van de lijn eigenlijk. Daar kiezen we ook alleen voor, omdat we op dit moment koersen op een tekort in 2025. En ja, daar zitten zoveel onzekerheden omheen, dat wij op dit moment die ruimte die de provincie biedt, niet zouden willen missen. Dus op dit moment zouden we daar graag aan vast willen houden. Dan kunnen we in het najaar alsnog kijken wat de stand op de teller is en of we dit instrument wel of niet nodig hebben. Zou je daar iets aan toevoegen? Dat is in feite uw vraag. Als je in plaats van de storting in de algemene reserve daar een bestemmingsreserve van maakt, ook een reserve, hè? We hebben het al over twee in het riool, dat is ook een reserve. Creëert dat meer mogelijkheden? Nee, ons inziens is dat niet het geval, omdat die algemene reserve niet met voorbehouden of beperkingen vanuit de provincie of vanuit deze gemeente is omgeven, anders dan beperkingen waar ik net op doelde die in de reserve in de nota reserves en voorzieningen dan wel in de nota stabiliteitscriteria zijn genoemd. En dus in die zin is het antwoord nee, het voegt niets toe.
Ja, dank u wel, voorzitter. De VVD-fractie had vragen gesteld over de buitensport. Zij maakt zich zorgen over de oplopende uitvoeringskosten. Het is goed om te memoreren dat we in 2023 een flinke dotatie hebben gedaan aan de hele uitvoering van het masterplan. Daar is door deze raad ook 600.000 euro toegevoegd aan die uitvoering, en parallel daaraan kunt u zien dat we in de langetermijnbegroting juist ook de kapitaallasten die dat met zich meebrengt, hebben opgenomen. We hebben dus te maken gehad in 2022 en 2023 met forse prijsstijgingen, bouwkosten die opliepen en rentelasten die omhooggingen. Dat alles maakte dat we die 600.000 euro, en parallel daaraan, ook de stijgende kapitaallasten meenemen in de langetermijnbegroting. We houden dat dus goed in de gaten. Dat betekent dus ook dat de posten die u hier nu ziet, inhoudelijk door ons gemeld worden, zodat zoveel mogelijk binnen de uitvoering van het programma van het masterplan gerealiseerd kunnen worden. Uiteraard hebben die effecten op de structurele kapitaallasten en die hebben we ook al verwerkt, zoals dat meegenomen wordt in de begroting vanaf 2027 en verder. Dus ik hoop dat ik daarmee de vraag heb beantwoord.
Natuurlijk doen we ook in de financiële commissie buitensport ons best om die incidentele of eenmalige investeringen en wat dat betekent voor de structurele kapitaallasten op het hele masterplan goed inzichtelijk te maken voor de financiële commissie en daarmee ook voor de hele raad. Ik ben nog even aan het kijken; er was nog een vraag. Oh ja, dat was een vraag over het buurtbudget. Waarom is dat niet in de Kadernota 2025 opgenomen? Voor alle helderheid: we hebben in het uitvoeringsprogramma zowel voor het jaar 2024 als 2025 80.000 euro gereserveerd. Dat geldt zowel voor een eventuele ophoging van de budgetten als ook om de capaciteit vrij te maken om deze inventarisatie te kunnen doen en daar ook mensen voor vrij te maken. Dus in die zin is het een terechte vraag. U heeft inhoudelijke plannen, maar heeft u dan ook de middelen daarvoor? Die waren al eerder gereserveerd en zijn iets doorgeschoven. Die staan dus nog steeds voor dit jaar en voor volgend jaar gereserveerd. Dus daarmee hoop ik ook die vraag van de VVD te hebben beantwoord en volgens mij heb ik daarmee mijn vragen getackeld.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik heb twee vragen over Seyst.nu. De eerste vraag is of u kunt aangeven of er in uw personeelsplan ruimte is voor salarisgroei. Er staat voor de komende vier jaar een bedrag van 109 genoemd; zit daar geen groei in? Ja, het flauwe antwoord is natuurlijk dat het nieuwe kabinet een freeze op de salarissen heeft gezet, hè? Dus ja, dat is het flauwe antwoord. Nee, dit is gewoon een systematiek die we gebruiken. Je ziet dat ook bij post 32 bij mobiliteit, maar ook bij post 33 bij vergunningen. Daar zie je ook voor de komende vier jaar hetzelfde bedrag staan. Maar uiteraard, als er CAO-verhogingen zijn of als de functie-inhoud verandert, dan is daar natuurlijk ook gewoon de ruimte voor.
Vervolgens, ja, uw vraag over de kosten van groen. In de berap is natuurlijk melding gemaakt dat bijvoorbeeld de aanbesteding van het groenonderhoud fors duurder is uitgevallen. En hier in dit stuk staat inderdaad dat voor de vervanging van groen, in tegenstelling tot het beheer van groen, we geen structurele middelen hebben. Daarom gaan we nu, net zoals we dat bij wegen doen, dat kapitaliseren en daarom wordt er ook 15.000 euro per jaar gevraagd, oplopend tot 45.000 euro, om in elk geval ook te zorgen dat, als we zien dat op heel veel plekken, zeker in Zeist-West, het groen vervangen moet worden, we daar ook het kapitaal voor hebben. En ja, we voegen ook behoorlijk wat vierkante meters groen toe door te ontstenen, dus ook daarvoor heb je weer nieuw geld nodig. Vandaar dat we vooral voor de vervanging en voor het nieuw aanplanten van groen extra geld vragen.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik heb vragen gekregen over twee onderwerpen: wonen en taal. Om met taal te beginnen, er worden eigenlijk extra middelen gevraagd voor twee jaar voor een taalconsulent, een ondersteuner en een casemanager. Hoe heet dat nou? Ik kom even niet op het woord. Een coördinator, ja, een taalcoördinator, dankjewel. Wat erg, hè? Soms is het zo erg. Nou, ik heb er ook een nodig, een coördinator. Ik heb ook een gezin. Nee, dat is een taalcode. En we hebben natuurlijk onze taalaanpak, die we in 2020 met elkaar hebben vastgesteld. Die heeft een looptijd van vier jaar. Als je dan ziet dat de taalcoördinator voor twee jaar wordt bekostigd, dat klopt, omdat we in 2026 weer een evaluatie doen en vanaf dat moment weer kijken wat er verder nodig is voor de uitvoering van die taalaanpak. Daar zijn op zich ook middelen voor, die we ook wel nodig hebben. Maar wat we wel nodig hebben, is gewoon een extra kracht om het taalnetwerk, dat nu is gevormd, te ondersteunen, zodat die coördinator betere verbindingen kan maken en sneller maatwerk kan leveren voor alle vragen die op ons afkomen. Dus om gewoon de kracht door te zetten die de afgelopen jaren is ontstaan. Daarom zetten we de taalcoördinator in, maar voor de uitvoering zijn er gewoon voldoende middelen.
En daarmee kom ik op het onderwerp wonen. Er is natuurlijk de woonzorgvisie, die nu wordt opgesteld en die we aan het eind van het jaar richting de raad hopen te brengen, zodat die begin volgend jaar ook wordt vastgesteld. Vanuit die visie ontstaat dan een uitvoeringsplan dat we in 2025 gaan uitvoeren. Maar wat dat precies betekent qua kosten, dat weten we nog niet. Desalniettemin, gezien de tijd waarin we zitten en de programma's die op ons afkomen, wilden we wel aangeven dat het realistisch is om daar rekening mee te houden en ook om daarin met elkaar de afweging te kunnen maken. Niet dat dat ook nog eens in het brede perspectief ligt wat er is. En dat bredere perspectief, dat zijn onder andere de vier of vijf nieuwe wetten die deels al zijn aangenomen en een ander deel nog wordt aangenomen, maar die gewoon echt veel werk met zich meebrengen om te implementeren, in de uitvoering te zetten en ook om met uw raad nog de discussie en het gesprek te hebben over hoe we die woonzorgvisie, en wat daaruit komt, de woonvisie, gaan aanpakken. Uiteindelijk zijn we als gemeente verplicht om een volkshuisvestelijk programma op te stellen, wat gewoon echt wel een proces is dat we goed moeten doen. We krijgen vanuit het rijk gewoon een standaardbedrag, dat is die € 32.000,01. Een deel wordt ingezet voor het huurteam, dat hebben we eigenlijk ook al, hè? Dat is voor huurders die vastlopen met verhuurders, om daar zaken onder de aandacht te brengen en juridische hulp te krijgen. Dat is naast, zeg maar, het meldpunt dat we hebben. Het meldpunt loopt, daar komen zaken binnen, maar die worden opgepakt, maar niet alle zaken gaan richting het huurteam. Dus het bedrag dat we hebben, dat is eigenlijk gebaseerd op de casussen die daar naartoe gaan. Mocht het te weinig zijn, want we monitoren dat natuurlijk wel, dan komen we gewoon bij u terug om daar, nou ja, de uitvoering van de wet goed verhuurderschap goed te blijven doen. We hebben dat gestart en dat blijven we gewoon evalueren. Dus het bedrag dat er staat, is op basis van casussen. De implementatie, die extra 22, is die, ik moet even kijken hoor, in ieder geval de implementatie zelf, dus van de woonwetten. Dat is de uitvoering en de handhaving en de processen hier in huis. En de rest is eigenlijk gewoon om al die andere processen in gang te zetten, echt wel extra iemand bij het team wonen te krijgen om alle processen uit te voeren.
Ja, dank u wel, voorzitter. Dank voor de antwoorden op de vragen. Ik wil even terugkomen op de taalaanpak. Kijk, ik begrijp de behoefte om een coördinator aan te stellen, omdat die, als ik het goed begrijp, toch een bepaalde verbindende rol gaat krijgen. Maar er is ook een ambitie en een doel. En ik hoor toch wat twijfel in het antwoord van het college over of er genoeg middelen zijn om die ambitie uiteindelijk te realiseren. Dus graag zou ik een concreter antwoord op die vraag willen. En dan de woonzorgvisie; ik kijk even naar pagina 10. Ik heb zojuist het antwoord gehoord en dan zie ik dat 2025-26 als PM in de kadernota staat. Mijn vraag is eigenlijk: wat staat er straks in de begroting? Worden er al serieus bedragen gereserveerd? Want zonder euro's is er geen uitvoeringsprogramma, zoals vermeld staat bij de risico's. Dus ja, heel concreet: wat is er voor nodig?
Wethouder Hoogstraat zei: "Als ik het concreter had kunnen maken, dan had het er wel ingestaan. Maar dat hebben we gewoon nog niet concreet, dus het is echt een vooraankondiging. Ik kan in die zin misschien een richtinggevend bedrag noemen, maar ook daarover durf ik echt niets te zeggen. Met de begroting willen we wel een richtinggevend bedrag opnemen. De vraag is of die uitwerking er komt voor de begroting of na de begroting; die komt na de begroting. We gaan met elkaar begin volgend jaar de woonzorgvisie vaststellen en dan het uitvoeringsprogramma daarop baseren."
Met betrekking tot taal werd eigenlijk ook gevraagd, maakt dat het concreter? Ik heb geprobeerd om tussendoor de jaarrekening te lezen. Ik ga het gewoon in zijn geheel schriftelijk beantwoorden. Hoeveel, wat, wie, waar en waarom die coördinator daar op aansluit.
Ja, ik was een vraag vergeten, voorzitter, en dat is die van de SP over de implementatie van de Omgevingswet. Ik wil daarover twee dingen melden. Het eerste is, zoals u ook kunt zien in punt 7 van de kadernota, dat wij gewoon zien dat er echt een toename is van de werkzaamheden in de fysieke leefomgeving. Los van alle wettelijke taken die wij hebben en de eigen ambities die we als college ook hebben, zien we ook dat het aantal vragen vanuit de samenleving en de bijbehorende complexiteit toeneemt als het gaat om ruimtelijke ontwikkelingen. Nou, dat vraagt ook om ambtelijke capaciteit. Daar komen we in de begroting bij u op terug, om aan te geven hoeveel dat is en om aan die vraag van de buitenwereld ook te kunnen voldoen.
Parallel daaraan heeft het rijk, en dat is ook een landelijke discussie, vastgesteld dat heel veel gemeenten geld toeleggen op de implementatie van de Omgevingswet. Tot 1 januari zijn heel veel gemeenten bezig geweest met de invoering van de Omgevingswet en nu, per 1 januari, zijn ze bezig met de implementatie ervan, dus het maken van een definitief omgevingsplan en het zorgen dat er een nieuwe omgevingsvisie ligt. Er is eigenlijk een continue discussie tussen de VNG en wij worden ook als gemeenten individueel bevraagd om dat heel goed bij te houden. Omdat de VNG eigenlijk zegt: ja, zogenaamd zou de Omgevingswet kostenneutraal moeten zijn, maar als je kijkt naar de terugverdiencapaciteit, dan hebben we het inmiddels niet over een paar jaar, maar over 25 tot 30 jaar voordat de kosten die gemeenten moeten maken zich ook daadwerkelijk gaan terugbetalen.
Nou, in die discussie zitten wij als gemeente Zeist ook. Samen met de VNG maakt dat wel dat we, parallel aan die landelijke discussie, ook realistisch naar u als raad willen zijn over het feit dat deze hele exercitie om te komen tot een nieuwe omgevingsvisie, waarin we veel duidelijkere keuzes gaan maken die ook moeten landen in dat nieuwe omgevingsplan, echt een exercitie is die de nodige tijd, capaciteit en energie van onze medewerkers vraagt. En daarvoor hebben wij meer middelen nodig dan wij uit onze reguliere begroting en reguliere capaciteit kunnen halen. En daar is deze claim nu voor neergelegd.
Mocht het zo zijn dat we vanuit het rijk extra middelen alsnog gaan krijgen, ben ik heel benieuwd, gezien het nieuwe landelijke akkoord, in hoeverre daar financiële ruimte voor is. Maar dan zullen we dat uiteraard ook richting u als raad inzichtelijk maken en dat ook verwerken in deze financiële paragraaf. Dus ik hoop dat ik daarmee de vraag van de heer Tompot heb beantwoord.
Ik ben heel benieuwd of we alsnog extra middelen gaan krijgen, gezien het nieuwe landelijke akkoord en in hoeverre daar financiële ruimte voor is. Maar dan zullen we dat uiteraard ook inzichtelijk maken voor u als Raad en dat verwerken in deze financiële paragraaf. Dus ik hoop dat ik hiermee de vraag van de...
Aan zijn knikken te zien, is het antwoord ja; alle vragen zijn beantwoord, maar nog een laatste ronde is nodig. In de laatste ronde van vragen komt Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist aan bod, en daarna is Thijmen Visser aan de beurt. Ik kom zo bij Jan.
Ja, dank u wel, Voorzitter. Ja, het is voor mijzelf de eerste ronde, want ik had een vraag over de meicirculaire. Maar hoe dan ook, ik wil graag met u, Voorzitter, naar de regie in eigen handen kijken, en dat hebben we al regelmatig besproken. Ook in de algemene beschouwingen hebben we dit naar voren gebracht. Op pagina 3 van de inleiding staat dat we als gemeente niet alleen maar afwachtend kijken naar wat het Rijk ons voorschrijft. We willen ook zelf de regie houden op de lokale uitwerking. Ja, en dan in eigen woorden: we laten onze oren niet hangen naar het Rijk. Dat is een goede gedachte. Ook het begrip 'lokaal' komt twee keer voor. En als puur lokale partij vinden we dat ook heel fijn. Het laatste punt bij ontwikkeling en de fysieke leefomgeving is dat wij ook steeds zullen zoeken naar mogelijkheden om het groen en de natuur in onze gemeente te versterken. Dat vinden we wat minder mooi, want waar is 'Groen is ons goud' gebleven? Ik kom dit in deze kadernota niet meer tegen, Voorzitter. Dat was mijn eerste vraag.
De tweede vraag gaat over de vernieuwing van de democratie, het bestuur en de verbinding. En ik citeer al van pagina 6: 'Samenspel tussen gemeente en inwoners is continu aanwezig, waarbij samenspel niet altijd het gezicht heeft van een standaard participatietraject.' Wat is dat voor een zin? De vraag is: wat wordt ermee bedoeld, Voorzitter? Betekent dit dat er geen burgerberaad meer plaatsvindt, dat er sprake is van een trendbreuk in de vernieuwing van de democratie, waarin deze gemeente voorliep met het eerste burgerberaad? Dat is mijn tweede vraag.
En in combinatie daarmee: er ligt zoveel nadruk op het handvat participatie, maar waar blijft de inspraakverordening? Ik zie daar in de derde alinea bij 'inspraakverordening' of 'participatieverordening' weinig over. Dus die permanente inspraak vindt op dit punt niet plaats, zo lijkt het. Ja, Voorzitter, en ik vraag dat omdat bij paragraaf 32 over 'advies mobiliteit' staat dat we met permanente aandacht voor participatie werken aan het draagvlak voor de noodzakelijke aanpassingen in de infrastructuur. Dus daar is wel permanente participatie. Voorzitter, wordt er nu dus met twee maten gemeten bij ruimtelijke ordening? Geen permanente inspraak of participatie, dat is de derde vraag.
Dan de derde vraag. Ja, nou ben ik hem kwijt, dus dan moet ik de inleiding opnieuw herhalen. Maar dat kwam misschien hier. 'Advies mobiliteit' daarin staat met permanente aandacht voor participatie met betrekking tot de mobiliteit, maar niet voor ruimtelijke ordeningen. Dus de vraag is: wordt er met twee maten gemeten? Bij mobiliteit wordt een andere manier van participatie toegepast dan voor de ruimtelijke ordening, en is dat dus een trendbreuk? Is de vraag en mag ik dan nog een vierde vraag toevoegen? Hij is ook al schriftelijk gesteld, maar ik denk dat we het hier ook voor de kijkers thuis even helder moeten krijgen. En dat is dat voor de derde keer onze financiële adviseur, ofwel onze accountant, de adviseur van de gemeenteraad, spreekt over het voorspellend vermogen van de begroting en de kadernota die gaat over de begroting 2025. En daar heeft de accountant, ja, in het kielzog van de accountant, dat doet Nieuw Democratisch Zeist ook, de vraag te stellen. De vraag is dan: dat voorspellend vermogen, hè? Wat voor maatregelen worden nu getroffen, nu voor de derde keer nog de accountant met de vinger wijst en zegt: doe er wat aan. Dat waren mijn vier vragen, Voorzitter.
Zij is met nu, ja, dank u wel, Voorzitter. Ik heb nog vragen over punt 28, dat staat op bladzijde 33, over de uitbreiding van de recruitmentcapaciteit. We hebben vanavond al een flink aantal keer gehoord, hè, dat sommige plannen nog in de ijskast staan of dat het lastig is omdat we krapte hebben binnen de gemeente. Daar kunnen we over discussiëren, maar er staat onder andere: 'We komen hiervoor met een plan welke expertise nodig is.' Krijgen we dat dan te horen in september bij die bijeenkomst? En er staat: 'Het benodigde kostenplaatje wordt richting de begroting verder uitgewerkt.' Er staan verder ook PM-posten bij. Is er een beetje een richting waar we het dan over gaan hebben, over welk bedrag? Dank u wel, Thijmen Visser van Zeist.
Ik kijk even naar links. Dat is gewoon een blikrichting, hoor, dus verder niet. Als u rechts had gezeten, had ik naar rechts gekeken. Wat Katsberg aangaat, ja, richting de heer Bredius: u komt inderdaad hier iedere keer met 'groen is ons goud', waar wij als gemeente meer van 'geen woorden, maar daden' zijn. Vandaar dat we daar inhoud aan geven en zeggen: 'We gaan het groen versterken.' En dat doen we omdat natuurlijk ons groen goud is, dus laat dat duidelijk zijn. Dank u, Wouter Catsburg. Wie volgt? Walter van Dijck of eerst Angelique Wilting?
Eerste burgemeester Georges Langer over participatie: ja, we verdelen het een beetje. Nee, laat ik ook daarin meneer Bredius geruststellen dat wij nog steeds een hoog ambitieniveau hebben op participatie en dat dat misschien soms wel maatwerk vraagt en dat het daarmee soms in de domeinen verschillend wordt ingezet. Maar wat ons betreft is die hoge standaard op participatie ontzettend belangrijk en daar kunnen verschillende instrumenten worden ingezet. U noemde bijvoorbeeld ook het burgerberaad, maar ook dat staat nog overeind. Dus wat ons betreft willen we u vooral geruststellen dat we dat op allerlei domeinen, maar wel op de manier die daar passend is, inzetten. Wat dat betreft denk ik over de participatie. Nog even kijken, ik heb ik...
Dank u wel, Voorzitter. Ik heb nog vragen over punt 28, dat op bladzijde 33 staat, over de uitbreiding van de recruitmentcapaciteit. We hebben vanavond al een aantal keer gehoord dat sommige plannen nog in de ijskast staan of dat het lastig is, omdat we krapte hebben binnen de gemeente. Daar kunnen we uitgebreid over discussiëren, maar er staat onder andere dat we hiervoor met een plan komen waarin staat welke expertise nodig is. Krijgen we dat dan te horen in september tijdens die bijeenkomst? En er staat dat het benodigde kostenplaatje verder uitgewerkt wordt richting de begroting. Er staan ook posten met 'PM' vermeld. Is er enig idee van de richting waarin we het gaan hebben, over welke...
Bedankt, Thijmen Visser Ik kijk even naar links. Dat is slechts de richting waarin ik kijk, dus het betekent verder niets. Als u aan de rechterkant had gezeten, had ik naar rechts gekeken.
Ja, in de richting van de heer Bredius: u komt inderdaad hier iedere keer met "groen is ons goud", waar wij als gemeente meer van "geen woorden, maar daden" zijn. Dus vandaar dat we daar inhoud aan geven en zeggen: "We gaan het groen versterken." En dat doen we omdat ons groen natuurlijk goud is, hè. Dus laat dat helder zijn.
Meneer Bredius, laat ik u geruststellen. Hier wil ik nogmaals benadrukken dat wij nog steeds een hoog ambitieniveau hebben wat betreft participatie en dat dit misschien soms wel maatwerk vereist, waardoor het in verschillende domeinen op diverse manieren wordt ingezet. Maar wat ons betreft is die hoge standaard voor participatie nog steeds ontzettend belangrijk en kunnen daarvoor verschillende instrumenten worden ingezet. U noemde bijvoorbeeld het burgerberaad, en ook dat staat nog steeds overeind. Dus wat ons betreft willen we u vooral geruststellen dat we participatie op allerlei domeinen inzetten, maar wel op een manier die daar passend is. Wat dat betreft denk ik dat we het over de participatie eens zijn.
En ter aanvulling daarop: volgens mij heb ik bij de eerste beantwoording al aangegeven dat er een handvat voor participatie komt. Er komt ook een handvat voor ruimtelijke initiatieven, en door de burgemeester zal aan de slag worden gegaan met een participatieverordening. De effecten van de nieuwe wetgeving, zoals ik die aan het begin van deze avond schetste, zullen ook voor ons lokaal van belang zijn. Dus in die zin komt u, naar mijn mening, voldoende tot uw recht als het gaat over inspraak. Dit onderwerp, participatie en inspraak, zal zeker in het komende jaar nog veelvuldig op de agenda van deze raad komen.
Nu heb ik een vraag over de indruk die gewekt lijkt te zijn, althans de indruk die ik heb gewekt, dat er een verschil is tussen de inspraak met betrekking tot onderwerpen die de mobiliteit aangaan en onderwerpen die de ruimtelijke ordening betreffen. Bestaat dat verschil wel of niet?"
Nee, ik sluit me aan bij de woorden van onze burgemeester. Het is altijd maatwerk en de ene keer ben je als gemeente de initiatiefnemer. Bijvoorbeeld bij mobiliteit is dat veelvuldig het geval, omdat wij zelf de wegen onderhouden. Bij ruimtelijke initiatieven is het ook regelmatig zo dat wij als gemeente niet de initiatiefnemers zijn. Dat is ook precies de reden waarom we een handvat voor participatie voor initiatiefnemers en inwoners gaan maken, om helder te maken richting de samenleving, maar ook richting initiatiefnemers, wat wij van u vragen als u zelf de initiatiefnemer bent. Waar mag dan ook de samenleving van uitgaan, en dat is zeker het geval als wij zelf de initiatiefnemers zijn. We hebben ook bij het hele plan van aanpak rondom de Omgevingsvisie en het omgevingsplan heel duidelijk gemaakt dat u als raad jaarlijks wordt meegenomen naar de stand van zaken, maar dat we ook nog terugkomen met een aanpak rondom de participatie. En straks gaat de transitie strategie naar u toe komen en we gaan niet alles in één keer kunnen doen om een heel omgevingsplan klaar te hebben. Ook daar zullen we steeds kijken hoe de aanpak rondom de participatie gaat plaatsvinden. Dus wellicht leest u het zoals u het leest, maar ik wil u de indruk wegnemen dat dat zou betekenen dat mijn collega hier aan mijn linkerzijde op een of andere wijze meer aandacht zou hebben voor participatie dan in de ruimtelijke projecten. Dat is niet het geval.
Van mij ook nog een kort toelichting. Na deze tekst komt het woord 'natuurlijk' voor, omdat we vanuit het mobiliteitsplan hebben aangegeven dat we minstens twee keer per jaar met de verkeerscommissie van de belangenverenigingen rond de tafel gaan zitten. Dus in die zin wordt hier aangegeven dat we daar continu mee bezig zijn. We zijn niet alleen met projecten bezig, maar we hebben ook structureel geregeld dat we minstens twee keer per jaar met bewonersverenigingen overleggen over verkeerskwesties."
Ja, dank u wel. Ik wil de aandacht richten op de heer Bredius, die aandacht vraagt voor het feit dat de accountant aandacht vraagt voor voorspelbaarheid, en dat doet hij niet voor het eerst. Het is misschien wel goed om twee dingen te noemen die vanavond al eerder aan de orde zijn geweest. Nou, één ding, weliswaar anders. Misschien niet echt, maar er is aan de ene kant te maken met heel veel onvoorspelbaarheid vanuit het rijk. Dat is iedere keer goed zichtbaar in die circulaires. We schieten alle kanten op; het tabelletje maakte dat een uur geleden nog eens duidelijk. Een ander punt dat zeker vanavond aan de orde is geweest, heeft te maken met de bemensing van de organisatie. Op het moment dat het ons niet lukt om vacatures in te vullen, dan houden wij in die zin al heel snel middelen over. Dat neemt allemaal niet weg dat we te maken hebben met een andere rol en positie, bijvoorbeeld ook van het college, als het gaat om begrotingsrechtmatigheid. Dat is mede de reden waarom de accountant daar toch aandacht voor vraagt, want we kunnen ons wel verschuilen achter externe ontwikkelingen, zoals ik net deed, maar dat is niet het enige wat we doen. We pakken de handschoen nadrukkelijk ook op, bijvoorbeeld om aan de kant van onderhoud en beheer meer voorzieningen te treffen, in plaats van dat we daar enkel en alleen met budgetten werken. Dat is een manier om meer controle te krijgen. Een ander voorbeeld is een investeringsplanning. Er gaan hele grote bedragen, tientallen miljoenen per jaar, naar investeringen. Dan moet je bijvoorbeeld denken aan onderwijshuisvesting, maar ook aan onze eigen huisvesting, en zo zijn er meer zaken waarin we investeren. Wat je dan ziet, en dat heeft te maken met van alles en nog wat, maar zeker ook met energiecongestie die vanavond ook eerder aan de orde kwam, is dat het heel moeilijk is om dingen in de tijd goed te plannen, zoals we wel in de begroting hebben opgenomen. Dus een van de dingen die we van plan zijn, is om vaker, denk aan twee keer per jaar, met de raad te delen wat de investeringsplanning is. Dat dwingt ons ook om die te actualiseren, en dat zijn over het algemeen deels onze eigen panden, zoals de gemeentewerf die aan de orde kwam, bijvoorbeeld. Maar het gaat vooral ook om onderwijslocaties en om bijvoorbeeld de sportaccommodaties. En zoals gezegd, dan gaat het vaak om grote bedragen en daar kun je keuzes in maken. Maar het belangrijkste is dat je daar zoveel mogelijk dicht op de bal zit en een goede planning kunt maken.
Misschien nog een laatste voorbeeld als het gaat om sociaal en balans. Dat is een programma dat we een aantal jaren geleden hebben ingezet rondom de Wmo en de jeugdzorg, met name om tot meer voorspelbaarheid te komen. Een van de nieuwe elementen daarin is ook een Wmo-voorspelmodel dat is ontwikkeld binnen de gemeente Den Haag, maar het werkt ook, hebben we gemerkt, bij ons. Vergrijzing laat zich tot op zekere hoogte voorspellen en met dat Wmo-voorspelmodel kun je daar een aantal dingen wat eerder voorzien dan wanneer je daar geen rekening mee houdt en met vaste aantallen werkt. Maar via Sociale Balans, om het iets algemener te houden, hebben wij de overtuiging dat we steeds meer grip krijgen op de ontwikkeling van de kosten. En als je bijvoorbeeld kijkt naar de jaarrekening, bijvoorbeeld over 2023, naar hoe wij, zeg maar, binnen budget voor de Wmo blijven, dan zien wij daar een directe relatie. Daar zie je geen overschrijdingen meer. Ja, dat heeft te maken met het feit dat we zo langzamerhand in het sociaal domein echt in control beginnen te komen.
Dus we nemen die aanbeveling van de accountant zeer serieus, tegelijkertijd met de waarschuwing dat er zoveel externe ontwikkelingen zijn waar we niet of nauwelijks invloed op hebben dat dit probleem zich zal blijven voordoen, die fluctuaties. Maar het deel waar wij zelf invloed op kunnen hebben, daar zijn we mee aan de slag en dat gaat u steeds meer merken, denk ik.
Ja, volgens mij was de vraag in hoeverre wij na de zomer, bij de bijeenkomst van 12 september, ook een beter beeld zullen hebben van wat de kosten voor de komende jaren op het gebied van recruitment zullen zijn. Er staan nu nog posten met 'PM' in deze kadernota. Het antwoord is dat dit juist de reden is dat wij begin september dit overleg hebben: om u als Raad alvast daarin mee te nemen en inderdaad zoveel mogelijk het financiële plaatje in beeld te brengen. Zo kan het nog meegenomen worden voor de begroting en ook voor de meerjarige begroting.