Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
We gaan over naar het tweede onderwerp. Dat is het. We hebben ook een ronde tafel in het debat over de raadsvoorstellen betreffende de kavels in de Westflank van Soesterberg. Dus het onderwerp is hierbij geopend. De stukken zijn bekend. De wethouder, meneer Niels Geelkerken, blijft zitten, en ook Ronald, meneer Visscher van de provincie, blijft zitten. Hij zou zichzelf graag willen toelichten, aangezien hij ons ook in een andere hoedanigheid bekend is. Dus, voor de duidelijkheid, meneer Visscher, wilt u dat doen? Zeker.
Oké, super, dankjewel. Op mijn briefje staat dat ik me graag laat leiden of begeleiden door onze ambtenaren, dat we beginnen met het stellen van vragen aan de wethouder. Er zijn geen insprekers, omdat er geen insprekers zijn. Ja, wie is meneer Luca? Ja.
Uiteraard, toch? Het gaat misschien over die twee assen in het stuk, en dan kun je ze bij het pakken weghouden. Ik weet de pagina niet meer uit mijn hoofd. Nee, we moeten zoeken waar die zich bevindt.
Ik heb hem hier opgezocht. In het stuk wordt genoemd dat er op de mogelijke kavels Japanse duizendknoop aanwezig is, met name op de noordoosthoek, zoals aangegeven in figuur 7. Ik heb geprobeerd de pagina naar boven te krijgen, maar dat lukte niet. Daarom heb ik er een screenshot van gemaakt. Het wordt specifiek benoemd dat de Japanse duizendknoop daar in grote mate aanwezig zou zijn. Mijn vraag is zowel aan de provincie als aan de gemeente: als wij percelen willen verkopen, moeten wij deze dan schoon opleveren? Gaat dat gebeuren? En dan is er nog de vraag wie de oorzaak is: ligt deze bij het Utrechts Landschap of bij ons, het provinciaal terrein waar het probleem zich voordoet? Ook vraag ik me af welke gevolgen dit eventueel heeft voor de aansprakelijkheid jegens de aanliggende buren en andere zaken die we liever niet willen.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik ben blij dat de provincie vertegenwoordigd is, maar ik had eigenlijk twee vragen aan de provincie. De eerste vraag is of er duidelijkheid kan komen over de erfafscheidingen die wel of niet zijn toegestaan. Ik las dat er een strook natuur aan de achterkant van de kavels is waar geen erfafscheiding mag komen, en ik vroeg me af of dit betekent dat die kavels helemaal geen erfafscheiding aan de achterkant mogen hebben. Of mogen ze dat dan wel verderop in de bostuin alsnog doen? Daar was ik even nieuwsgierig naar. En de tweede vraag gaat over het feit dat het gebied van de kavels deel uitmaakt van het Nationaal Natuurnetwerk. Ik was nieuwsgierig waarom de provincie zich er niet voor inzet om dit te handhaven zoals het is en in het stukje met de natuurlijke bestemming de grens van 20 meter op die kavel te behouden of, zeg maar, aan te leggen. Oké?
Dank u voor uw antwoord. Mijn vraag was of de herkomst ergens te herleiden is. Komt het van het Utrechts Landschap of heeft het een andere oorsprong, zodat we kunnen bevestigen dat het probleem daadwerkelijk wordt aangepakt en verwijderd, net zoals de gemeente en de provincie dat doen? Ook in de handhavingsfunctie vanuit de provincie en gemeente wordt hierop actie ondernomen, vandaar deze vraag.
Nou, dan vraag ik daar nog even op door, hè? Want ik begrijp dat de kampioenstitel niet is afgenomen van de kavels, maar mijn vraag ging ook over de provincie. De provincie heeft er ook voor gekozen om niet de volledige 20 meter, zoals aangegeven, te bestemmen als natuur, maar slechts 5 meter. Kunt u daar nog iets over vertellen? Waarom heeft de provincie daarvoor gekozen?
Ja, maar zelfs dan geeft u nog geen antwoord op de vraag waarom de provincie dat doet. De provincie heeft immers de ambitie om meer natuur te creëren, nietwaar? Ze heeft zichzelf dus een aanzienlijke opdracht gegeven. Nu ligt er, zelfs als het door een omissie komt, een kans om gewoon een klein stukje natuur toe te voegen en ook het respect voor de natuur te handhaven. Dus ik ben benieuwd waarom de provincie ervoor kiest om dat niet te doen, om dit expliciet terug te draaien.
Ja, ik probeer goed na te denken of ik nu een antwoord heb gekregen, want u begon uw verhaal met de opmerking dat het een belangenafweging is. Daarna heb ik niet goed gehoord welke belangen de provincie heeft afgewogen om die strook niet als natuur te bestemmen, maar...
Kijk, je ziet het. Het is een onderdeel van Hart voor de Heuvelrug, en dat is, denk ik, wat jij ook probeert te zeggen. Dus, in het hele kader van Hart van de Heuvelrug heb je versterking van de groene contouren, en daarachter zit een verdienmodel in die zin dat het wel verdiend moet worden. Daarom is ook hier gekozen om, in plaats van vier, uiteindelijk vijf woningen te bouwen. Dit is altijd bedoeld geweest, ook in het kader van Hart van de Heuvelrug, om het groen binnen Hart voor de Heuvelrug robuuster te maken, te verbeteren of mogelijk te maken. Vandaar dat die afweging gemaakt is. Want voordat dit plan er was, dat is ook duidelijk, was het een foutief en verwaarloosd gebied, maar wel met een woonbestemming, hè? Dus we beperken het, of beter gezegd, het wordt al behoorlijk ingeperkt. Maar het blijft natuurlijk één locatie waar 'groen voor rood' mogelijk is geworden, in het kader van het robuust maken van het hele Hart voor de Heuvelrug.
Nou, nee, dit is slechts een aanvulling op het onderwerp. Als ik kijk naar zienswijze 3, die overigens heel mooi met complimenten begint, valt het derde punt op. En daar sprak de provincie net over, namelijk het plaatsen van een hekwerk. Dat mag dus niet. Maar hoe zit het met de overwegingen van veiligheid daarbij? Is veiligheid meegenomen in de besluitvorming?
De zin "In de zin van inbraak overstekende kinderen inbraak" is grammaticaal onjuist en ook inhoudelijk onduidelijk. Het lijkt erop dat er meerdere ideeën door elkaar lopen. Om de zin grammaticaal correct te maken, moeten we eerst de bedoeling ervan begrijpen. Hier zijn een paar mogelijke interpretaties en correcties:
1. Als de bedoeling is om te zeggen dat kinderen een weg oversteken waar inbraken plaatsvinden:
"Kinderen steken de weg over op een plek waar vaak inbraken plaatsvinden."
2. Als het gaat om kinderen die een inbraak plegen:
"Kinderen die een inbraak plegen, steken de straat over."
3. Als het gaat om een waarschuwing tegen inbraak door kinderen:
"Let op voor kinderen die mogelijk een inbraak plegen."
Zonder meer context is het moeilijk om een exacte correctie te geven. Het is belangrijk om te weten wat de schrijver precies wil zeggen met de zin.
Dank u wel, voorzitter. Ik wil graag een vraag stellen over een passage op pagina 3 van het raadsvoorstel, in de laatste alinea bij de kanttekeningen. Daar staat vermeld dat een deel van de meest noordelijke woonbestemming overlapt met het Natuurnetwerk Nederland. Er wordt ook gezegd dat het mogelijk zou zijn dat op de percelen waar woningen komen, weliswaar niet de woningen zelf, maar wel bijgebouwen op dat stuk van het Natuurnetwerk Nederland geplaatst mogen worden. Dan wordt gezegd dat dit vanwege een overgangsrechtbepaling uit de Interim Omgevingsverordening juridisch gezien mogelijk is. Mijn vraag is of dit eigenlijk wel gewenst is. Als de provincie het bevoegd gezag is, zouden we dan niet ook hier een mogelijkheid moeten creëren om via randvoorwaarden dit onmogelijk te maken? Net zoals de provincie randvoorwaarden heeft gesteld dat aan de vrijkomende bospadzijde niet een ongelimiteerd aantal woningen gebouwd mogen worden, maar dat er nu maximaal vijf zijn toegestaan. Had dit niet met randvoorwaarden dichtgetimmerd kunnen worden, zodat bijgebouwen ook niet op het Natuurnetwerk Nederland gebouwd kunnen worden? Dat is mijn vraag, meneer de voorzitter.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraag voor de wethouder. Ik lees dat de Gedeputeerde Staten op 8 december 2020 hebben vastgesteld dat hier op vijf kavels elk een vrijstaande woning gerealiseerd mag worden. Is het nog mogelijk om de Gedeputeerde Staten, die nu in een andere samenstelling zijn, opnieuw te vragen of het mogelijk is om hier bijvoorbeeld meer woningen te realiseren? En zo bijvoorbeeld ook de druk op de woningmarkt te verkleinen.
Nu ik de gestelde vraag beantwoord heb, kan ik zeggen dat de ontlading in deze context niet aan de orde is. Echter, ik laat me graag nog bijpraten door de wethouder, hetzij in de marge van deze vergadering, hetzij tijdens een schorsing of daarna, over de voorgeschiedenis. Dankjewel. Oké.