Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Ja, dank u wel, voorzitter Jeroen van den Heuvel van D66. Ik stak mijn hand vrij snel op omdat ik ook maatschappelijk auteur ben, samen met Silke Zwart. Daarom wilde ik graag even een woordje vooraf doen vanuit de onafhankelijke positie van raadsadviseur of raadsrapporteur. We hebben eerder een werksessie gehad om wat input te leveren voor de strategische kaders, onder begeleiding van onder andere Jan Steven. Als ik het me goed herinner, was het een leuke avond in deze zaal, waarin we letterlijk en figuurlijk positie moesten kiezen op een aantal onderwerpen. Die avond is samengevat in een rapport dat bij de stukken zit. Wat Silke en ik hebben kunnen constateren, hebben we gedaan vanuit ons gezichtspunt. We vroegen ons af of de punten die we die avond hebben genoemd en die we wilden meegeven als gemeenteraad van Zeist, goed verwoord en opgenomen zijn in de strategische kaders. Naar ons inzien is dat zo. Men kan debatteren over de plaatsing van een onderwerp: heeft het een apart kopje gekregen of is het slechts een zinnetje in het stuk? Maar alle punten die in het rapport zijn genoemd en die wij als Zeist hebben meegegeven, zijn naar ons oordeel goed overgenomen. Dat is mooi om te zien.
Verder, ook met de pet van rapporteur op, hebben we geconstateerd dat er best wel wat organisaties zijn door de RDWI zelf, dan wel door het gemeentebestuur van Zeist. Ook daar zien we dat de opmerkingen redelijk verwerkt en beantwoord worden, vanuit ons onafhankelijke perspectief. Wat ons wel is opgevallen, en dat willen we ook even meegeven als raadsrapporteur, is dat er meer focus op het proces ligt. Er komt vanuit het rapporteurschap onder Frank een vraag over. Dat is dat het college heel mooi advies heeft gevraagd en input heeft gekregen. Ik zag in de stukken dat Adviesnetwerk Zeist dat op 16 mei heeft gedaan. Ik heb ook begrepen dat dat de reden is waarom er nog geen bestuurlijke reactie ligt, die wel beloofd was in het raadsvoorstel, maar die nog komt. Maar dat is vooral, denk ik, aan de wethouder om daar iets over te zeggen. Ik was even benieuwd: heeft Adviesnetwerk Zeist daar gewoon lang over gedaan, of hebben ze de vraag misschien wat later gekregen? Hoe zit dat in het proces? Dus even los van de inhoud, maar gewoon puur voor de duidelijkheid.
Nee, dank u voor de vraag. De adviesnetwerken zijn ook uitgenodigd voor de gezamenlijke bijeenkomst die we in Odijk hebben gehad. Daar zijn ze aanwezig geweest en uiteindelijk, toen het document helemaal klaar was, hebben zij het ontvangen. Ze hebben het ook pas laat gekregen, omdat het toch allemaal een proces is geweest dat onder behoorlijke druk stond. Ze hebben keurig gereageerd op het uiteindelijke eindproduct dat er ligt. Ik kan straks inderdaad even een korte reactie geven. Ze hebben bijvoorbeeld negentien punten genoemd, die heel waardevol zijn en die we natuurlijk keurig zullen beantwoorden. Die antwoorden zullen we ook met u delen om te laten zien wat we met al hun punten doen.
Moet ik ook even mijn naam noemen? Oké, ik ben Bakker van de VVD. Allereerst wil ik complimenten maken aan het college vanwege de 8 miljoen die we uiteindelijk toch wel terug gaan krijgen. We hebben dat inderdaad ook tijdens de sessies genoemd. Het is jammer dat het met een groeipad genoemd wordt, maar het moet. Ik heb ook begrepen dat het in vorige colleges niet is gelukt, dus mijn complimenten daarvoor.
Ik heb eigenlijk twee vragen. In het raadsvoorstel wordt genoemd dat wij in plaats van budgetgedreven, resultaatgericht gaan kijken naar hoe we dit gaan uitvoeren. Ik zou daar toch graag wat reflectie op willen van de wethouder. Hoe wordt er dan met ons gecommuniceerd over de kosten van die doelen? Kunnen we specifiek over budgetten heen gaan? Hoe zit dat op dit moment? Want we hebben eerst altijd heel erg vanuit het budget gewerkt. Kunt u daar nog wat meer over uitweiden? Dat is mijn eerste vraag.
En ook, hoe worden wij als raad daarin meegenomen? Dat zou ik graag willen weten.
Daarnaast hebben we over de jaren heen gezien dat de BIGA en de RLSD ontzettend moeilijk hebben samengewerkt. Nu is er iets veranderd in het management van beide organisaties en dat ziet er heel goed uit, toch? Ik zie in het stuk dat we naar een innovatieagenda in 2024 gaan. Ik zou graag willen weten hoe wij als Zeist daarin gaan staan en hoe u dat wilt gaan invullen. Daarbij ook, hoe wordt de mens die eventueel naar de bibliotheek gaat betrokken? Op dit moment beslist de RLSD daarover. Hoe gaan we dat meenemen en hoe zien we andere ondernemers erin gekoppeld die ongeveer dezelfde mensen willen bereiken?
Dat waren mijn vragen. Ik hoop dat ze duidelijk zijn.
Laten we jouw vragen verzamelen en ze dan in één keer aan de wethouder voorleggen. Wie is de volgende? Mevrouw Van Kippersluis was net aan het woord hier in de fractie. Ja, dank u.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb een aantal vragen over het raadsvoorstel, naar aanleiding van de regionale bijeenkomst op 29 maart. Ten eerste, op bladzijde 3 van het raadsvoorstel wordt gesproken over de personele organisatiekosten van projecten die de RDWI namens de vijf gemeenten uitvoert. Ik zou hier graag een toelichting op willen. Hoe komt de overeenstemming binnen een project tot stand? Moet dat unaniem, of geldt de meerderheid van stemmen?
Daarnaast wordt er gesproken over een verdeelsleutel met vier maatstaven: bijstandsontvangers, loonkostensubsidies, inschrijvingen in het doelgroepenregister en lage inkomens. Ik wil graag weten hoe de weging van deze maatstaven geregeld is.
Verder wordt er meerdere keren gesproken over basisdienstverlening door de RDWI. Wat houdt deze basisdienstverlening precies in? Is dat alles wat geen maatwerk is, of is er een andere toelichting mogelijk?
Tot slot, tijdens de regionale bijeenkomst van 29 maart, na het plenaire gedeelte, zijn we opgesplitst in kleinere groepen. Het werd duidelijk dat met name de kleinere gemeenten behoorlijk wat bezwaren zagen, wat natuurlijk alles te maken heeft met personeelsbezetting. We hebben hier eerder in de week ook al over gesproken. In hoeverre mogen wij verwachten dat in het plan dat nog volgt, rekening gehouden wordt met het benutten van elkaars diensten? Niet op een vrijblijvend niveau, maar op een meer geformaliseerde manier?
Dat waren mijn vragen.
Dank u wel, Voorzitter. Ik wil allereerst ook mijn complimenten uitspreken over het stuk. Ik denk dat het een heel mooi stuk is, waarin goed de input van organisaties is meegenomen, evenals de input van ons als Raad. Dat is heel mooi. Desondanks heb ik twee vragen.
Allereerst vroeg ik me af: de BIGA heeft natuurlijk op het stuk gereageerd, en ik vroeg me af wat het college kan doen om meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te helpen. Wat zijn de mogelijkheden? Ook met het oog op de strategische kaders, die natuurlijk over meerdere colleges gaan, in hoeverre worden deze mogelijkheden ook benut?
En als tweede punt, dat gaat echt weer over de BIGA. De BIGA heeft recent gestaakt, en ik weet dat er een motie op het VNG-congres is van de gemeente Losser over het openbreken van de CAO voor sociaal werk. Ik vroeg me af of het college bekend is met deze motie en hoe het college tegenover deze motie staat.
Dat waren mijn vragen. Ik zeg: oké.
Dank u, voorzitter. Het is inderdaad een mooi stuk, maar ik heb ook een aantal vragen en opmerkingen daarover. In bijlage nummer één wordt gesproken over een verkeersloket. Je kunt niet zomaar bij een verkeersloket terecht, want we gaan zorgen voor een warme overdracht. Dan vraag ik mij af: waarom gaan we dan niet over naar één loket? Er wordt ook gesproken over inkomen, hè? Er wordt gezegd dat we onze inwoners zoveel mogelijk willen ontzorgen. Het viel mij op, en dit is wellicht een beetje een zijsprong, maar ik vraag het toch, anders komt het misschien straks bij het debat wel aan de orde. Het viel mij op dat, althans volgens de websites, de individuele inkomenstoeslag in Zeist pas verkregen kan worden als het inkomen op bijstandsniveau ligt, terwijl we voor alle andere minimaregelingen op 130% zitten. En dat vond ik eerlijk gezegd een beetje vreemd. Als we onze inwoners willen ontzorgen, dan denk ik ook aan de groep mensen die voor die toeslag in aanmerking komt; die is, denk ik, elk jaar ongeveer gelijk. Waarom betalen we die niet gewoon uit, in plaats van dat we gaan zitten wachten op een aanvraag? Dus als we onze inwoners willen ontzorgen, dan kunnen we dat, denk ik, voor onze inwoners met een echt minimuminkomen wel doen. Dat was het even.
Dank u wel, Voorzitter. Ik wilde graag wat verduidelijking over bijlage één, pagina 8, nummer 39. Daar staat dat aanvullend op de basisdienstverlening de gemeenten zelf afspraken kunnen maken met de RDWI of een andere lokale organisatie. Dan gaat het om een gezamenlijke regeling. Wat is hier de motivatie voor en hoe gaat dat eruitzien? Op welke gebieden kun je aparte afspraken maken en is dat dan duidelijk naar de gebruikers toe? Daarover zou ik graag meer informatie willen.
Daarnaast, op pagina 23 van de 39, moet ik die er ook even bijpakken? Op pagina 23 van de 39 staat dat op het moment dat een inwoner ondanks al onze inspanningen willens en wetens niet meewerkt, bewust onjuiste informatie verstrekt of fraudeert, we de inwoners blijven benaderen vanuit een open en respectvolle houding. Dan zijn wij, als ChristenUnie en SP, natuurlijk heel erg voor een open en respectvolle houding. Maar zit er ook een vorm van controle in? Als je het hier leest, kun je dan ook denken dat mensen die willen frauderen alle kanten op kunnen en alle ruimte krijgen? Is er iets van rechtmatigheidstoetsing of iets dergelijks? Dank u wel.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb enkele vragen over enerzijds het raadsvoorstel zelf en anderzijds een vraag over de eerste bijlage, de strategische kaders voor werk en inkomen. Om te beginnen met het raadsvoorstel: op pagina 3, bij paragraaf 2.3, begreep ik niet helemaal wat nu precies de verandering is. Er wordt gesteld dat er in de bestaande financiële afspraken geen directe relatie is tussen de inbreng vanuit de gemeente en de inzet van middelen. Vervolgens wordt gezegd dat bij de nieuwe afspraak die directe relatie er niet meer is. Maar als ik verder lees over de wijze waarop gemeenten worden afgerekend, lijkt het erop dat de gemeente juist meer moet gaan betalen voor elke cliënt die zij, zou ik maar zeggen, bemiddelen naar werk of voorzien van een maatwerkoplossing. Dus daar zou ik graag wat nadere uitleg over willen hebben: hoe zit het precies met die inbreng en de relatie met de inzet van middelen?
Dan, verderop in het document, zie ik een tabel met financiële afspraken voor 2024 en het viel me op dat enkele percentages niet helemaal duidelijk zijn. Er staat bij de huidige afspraken een percentage van 60,3%, met een bijdrage van ongeveer 2,2 miljoen euro. Daarnaast staat er een bedrag van ongeveer 100.001 euro minder, namelijk 1,5 tot 2.037.000 euro, met een percentage van 42,6%, wat een fors lager percentage is. Maar als je dan naar de totale bedragen kijkt, komen beide bedragen uit op ruim 3,6 miljoen euro. Dus ik vroeg me af hoe het kan dat de percentages niet lijken te kloppen met de bedragen.
Ik had ook nog een vraag over de bijlagen. Op pagina 28, in een paars kader, kwam ik iets tegen over automatische kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Ik vroeg me af hoe dat er precies uitziet. Wat zijn de voorwaarden? Als er 'automatisch' staat, betekent dit dan dat mensen er niets voor hoeven te doen? Om welke groep gaat het dan precies? Gaat het om mensen die al eerder kwijtschelding hebben gekregen, of kunnen ook nieuwe mensen, die misschien nog geen aanvraag hebben gedaan, hiervoor in aanmerking komen? Misschien kunt u daar nog wat nadere duiding op geven. Dank u wel.
Dank u wel, meneer Tompot. Wie wil er nog meer iets zeggen, of zullen we even pauzeren? We geven de wethouder, meneer Van den Heuvel, en de ambtenaar dan de gelegenheid om even af te stemmen. Ja, meneer Van den Heuvel?
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik heb een drietal vragen, en het zal niet verbazen dat ik ook mijn complimenten wil uitspreken voor het stuk. Ik vond het mooi om te lezen en volgens mij is er sprake van een hele mooie lijn, dus over het algemeen ben ik er blij mee. Ik las ook – en daar werd ik blij van – dat er proactief wordt geïnformeerd richting de inwoners over aanvullende lokale en landelijke vormen van ondersteuning. Vooral de proactiviteit sprak me daarin aan.
Ik vroeg me af, kan ik het zo verstaan dat de RDW inzicht heeft in een gezinssituatie en inkomen, en dat men zich kan voorstellen dat er op een gegeven moment ouders zijn die wellicht extra ondersteuning nodig hebben voor hun kinderen? Wordt er dan een brief gestuurd naar die ouders of wordt er persoonlijk contact opgenomen? Zijn jullie op de hoogte van deze regeling en kan ik het zo interpreteren, of is het anders?
Even aanvullend op de vraag van mevrouw Breddels over het 'verkeerde loket'-principe: ook daar ben ik hartstikke blij mee, dat er een warme doorverwijzing is en dat er niet alleen naar de eigen kolom van de organisatie wordt gekeken, maar ook naar wat deze inwoners misschien nog meer nodig hebben en bij welke organisatie ze dat kunnen vinden. Excuses voor de verwarring rondom de 'verkeerde loket'-gedachte. De 'één loket'-gedachte is nog mooier, dus ik ondersteun de vraag van mevrouw Berends daarbij. Maar ik vraag me ook af of er niet meer gegevens gedeeld kunnen worden.
Een heel simpel voorbeeld: als iemand ondersteuning nodig heeft op meerdere vlakken, bijvoorbeeld van de RDI op het gebied van inkomen, moet hij of zij daar met de billen bloot en alle gegevens neerleggen. Op zich is daar niks mis mee, maar als diezelfde persoon bij de voedselbank komt, dan moet dat misschien nog wel een keer. En als er iemand bij Stichting Leerkansen Zeist komt, dan moet dat nog een keer. Ik weet niet of het helemaal klopt wat ik zeg, maar ik weet dat er situaties zijn waarbij mensen dus dezelfde informatie moeten verstrekken, en dat is ook heel veel informatie en kan pijnlijk zijn om te moeten delen met verschillende organisaties. Zijn er niet meer mogelijkheden om die gegevens wat makkelijker te delen met elkaar? Dank u wel.
En dan, ja, als laatste vraag, maar volgens mij gaf de wethouder aan dat ze daarop in wilde gaan: de adviezen van De Aanzet. Ik ben heel erg benieuwd of we vanavond mondeling een toelichting kunnen krijgen op hoofdlijnen, of later in de bestuurlijke reactie, of beide. Wat zijn zo de algemene lijnen die van invloed kunnen zijn op mogelijke debatten? Dank u wel.
Wilt u alstublieft de koffie bijvullen? Geef de wethouder de gelegenheid om de vragen te beantwoorden, ja? Oké, dames en heren, ik zeg bewust 'dames en heren', omdat de dames hier vanavond in de meerderheid zijn, en dat gebeurt niet zo vaak. Ik heb zelf ook nog een vraag voor mevrouw Van Kippersluis. Zij had het net over 'beren op de weg'; moet dat niet 'een vos' zijn? Vanwege de geboorte, toch? Sorry, wethouder, gaat u uw gang, en vergeef mij deze vrij flauwe grap.
Dank u wel, voorzitter. Ik zal eerst iets zeggen over het advies van het AZ voor het adviesnetwerk Zeist en dan het proces van de afgelopen maanden beschrijven, hoe we zijn gekomen waar we nu zijn. Steven, dank je wel voor je inbreng over de black-out. Nee, helemaal niet, ik wilde Jeroen zeggen, maar goed, het lijkt op Jan Steven. Nu zal ik iets vertellen over de financiële afspraken en de overgang van budgetgericht naar resultaatgericht werken, en ook iets over de technische kant daarvan. Daarna zullen we kijken welke vragen er nog liggen.
Even een beknopte reactie op de adviezen van het adviesnetwerk Zeist: ze hebben een zeer uitgebreid advies gegeven. Het is geweldig om te zien hoe het AZ zich ontwikkelt en meedenkt en helpt met allerlei onderwerpen die voorbijkomen. Ze zijn echt betrokken. Het is ook goed om te realiseren dat de RBI een eigen cliëntenraad heeft, dus dat is in eerste instantie het aanspreekpunt voor de RWI. Maar voor ons als gemeente is het AZ natuurlijk ook een belangrijke adviseur. Ze hebben negentien adviezen gegeven op de strategische kaders. Ze stellen veel vragen over verschillende onderdelen, en die gaan we behandelen. De vragen gaan over uitvoering en uitvoerbaarheid, maar ook over inhoudelijke keuzes.
In de breedste zin van het woord kun je zeggen dat ze blij zijn dat we het vertrouwen in de inwoner hebben en daarmee aan de slag gaan, maar ook dat we de inwoners centraal stellen en de grenzen opzoeken om te zien hoe we flexibiliteit kunnen bieden en de inwoner echt kunnen helpen. Daarnaast wijzen ze erop dat de RWI echt een cultuurverandering moet doormaken, en dat klopt. Het is een transformatie van een organisatie die voornamelijk bezig was met het uitvoeren van wetgeving en het verstrekken van uitkeringen naar een organisatie die naast de inwoner staat. Ze vragen aandacht voor de menselijke kant, en dat nemen we ter harte. Het is goed om dat mee te nemen in de innovatieagenda en de stappen die we gaan zetten.
De echte antwoorden op elk advies heb ik nog niet paraat, maar dat was onze eerste indruk. Dan is het goed om even terug te kijken naar de afgelopen maanden. We zijn nu een jaar in functie, ook dit college, en in de regio Zuid-Oost Utrecht zitten ook allemaal nieuwe wethouders. Deze hete aardappel lag er al in de vorige periode. Meteen in de nieuwe samenstelling van het algemeen bestuur is aan de bestuurstafel gezegd dat we het graag vanuit de inhoud willen doen en dat geld moet volgen. Er was gelukkig ook begrip voor de situatie van Zeist, waarin wij aangaven dat het niet goed voelde hoeveel geld Zeist inbracht in de gemeenschappelijke regeling en hoe dat verdeeld werd en uitwerkte voor de andere gemeenten. Dat was ook zo met de BUIG-gelden; we hielden als Zeist geld over en kwamen door solidariteitsafspraken opeens geld tekort, terwijl Utrechtse Heuvelrug geld overhield. Gelukkig hadden we dat al opgelost, maar nu waren de participatiemiddelen nog een onderdeel waarvan we zeiden: kunnen we daar niet naar kijken om op een andere manier afspraken te maken? We hebben besloten dat in een snel proces te doen, omdat we dat ook graag in deze begroting wilden verwerken, zoals het college al aan de raad had toegezegd.
We zijn ermee aan de slag gegaan en hadden een uitstekende projectleider. Jullie zijn er ook bij geweest; hij heeft het heel gestructureerd en goed aangepakt. Ik ben ook echt blij met de samenwerking in de regio. Voor de andere gemeenten is het een grote stap, waarin wethouder Dekker uit Bunnik het grootste gebaar heeft gemaakt door te zeggen dat we er echt een stap in moeten zetten. We zijn bereid die stap samen te zetten en op deze manier verder te werken in de regio. Het resultaat is dat we vanuit solidariteit kijken. Het is een ingroeiperiode, dus we hebben er nog niet meteen profijt van, maar na drie jaar zullen we toegroeien naar een bijdrage die past bij de resultaten die we vragen van de RDWI.
Zo ver zijn we nu, en dan nu de inhoudelijke technische uitleg van de financiële afspraken.
Ja, nu voor de luisteraar: mijn naam is Jan Steven Eilander. Even kijken. Er zijn inderdaad een paar technische zaken gevraagd. De eerste vraag kwam van mevrouw Bakker over budgetgedreven versus resultaatgedreven werken. Dit moet zo geïnterpreteerd worden dat we in de afgelopen jaren gewend waren te kijken naar: "Wat is het budget?" Als de gemeente bijvoorbeeld geld krijgt voor integratie, dan eisen wij dat op en zetten wij dat in onze begroting. Vervolgens nemen we dat als gemeente automatisch over. Zo werkt dat bij een gemeenschappelijke regeling (GR). Nu hebben we de afspraak gemaakt dat we samen gaan bepalen wat het benodigde budget is, en dat doen we op basis van de prestaties die we van de RWI verwachten. Het budgetrecht ligt natuurlijk bij de raad, dus daar moeten we altijd langs. Dat loopt gewoon door. Uiteindelijk zal het via de P&C-stukken van de RWI lopen, dus op die manier komt het bij jullie terug. Het doel is juist dat de gemeente, en uiteindelijk jullie, meer aan de knoppen zitten. Zo moet je budgetgedreven werken interpreteren. Het rijksbudget is niet langer het uitgangspunt. Straks is het eigenlijk het 'boodschappenlijstje' voor de RWI dat we samen opstellen, dat wordt het uitgangspunt. En vervolgens is het natuurlijk nog steeds aan jullie om te bepalen of je daar budget voor beschikbaar wilt stellen.
Dan waren er vragen van mevrouw Van Kippersluis over de verdeelsleutel. Die is heel technisch en daar heb ik niet direct een antwoord op. Wat ik er wel over kan zeggen, is dat het een verdeelsleutel is die het rijk hanteert. Het rijk maakt altijd complexe verdeelsleutels en wat we gezamenlijk hebben gedaan, is zoeken naar een verdeelsleutel die inhoudelijk het best past bij het onderwerp. Daarom kwamen we op deze verdeelsleutel uit. Maar hoe dat procentueel precies in elkaar zit, weet ik niet. Het rijk kennende, zou ik me kunnen voorstellen dat het ook jaarlijks verschuift. Het is echter wel een verdeelsleutel die recht doet aan de opgaven en die door het rijk op een vrij evenwichtige manier wordt samengesteld. Als u echt heel geïnteresseerd bent, wil ik er best induiken om die percentages boven tafel te krijgen.
Oké, ik zie een vraag: wat is dan die basisdienstverlening? Dat is eigenlijk een antwoord in twee delen. We gaan dat verder uitwerken in de innovatieagenda, dus daar gaan we met elkaar over in gesprek met de vijf gemeenten en de RWI over wat wij zien als basisdienstverlening en wat individueel maatwerk voor gemeenten is. We hebben nu heel grofmazig gezegd dat basisdienstverlening het verstrekken van uitkeringen is, alles wat, heel simpel gezegd, binnen het personeel van de RWI valt. Daarvan zeggen we: dat is de basisdienstverlening en daar plakken we die verdeelsleutel op. Voor ons in Zeist pakt dat al een stuk gunstiger uit dan onder de huidige condities. De komende jaren gaan we dat nog verder uitpluizen en bepalen of iedere medewerker die daar nu zit, echt tot de basisdienstverlening behoort, of dat er dingen zijn waarvan bijvoorbeeld Bunnik, vanwege financiële moeilijkheden, zegt: "Dat hoeft voor ons niet meer." Dat zal verder uitgewerkt worden, maar dat is wat er te zeggen is over de basisdienstverlening.
Even kijken, ja, over dat verkeerde loket. Eén loket is een heel mooi idee. Tegelijkertijd stelt dat hoge eisen aan een professional, die dan verstand moet hebben van jeugdhulp, WMO en werk en inkomen. Dat maakt het heel moeilijk om mensen te vinden die goed genoeg zijn. Of je krijgt heel snelle doorverwijzingen. En dan heb ik het nog niet over het praktische probleem dat we werk en inkomen bij de RDWI hebben en lokaal WMO en Jeugd georganiseerd hebben. Dat is heel ingewikkeld.
Over de uitwisseling van gegevens: daar worden wel slagen in gemaakt. De Wet aanpak meervoudige problematiek sociaal domein (Wams) wordt van kracht per 1 januari 2024. Daar gaan we als gemeente heel hard mee aan het werk. Dat is een wet die het makkelijker maakt om gegevens soepeler uit te wisselen, want uiteraard hebben we te maken met de AVG. Je kunt niet zomaar als hulpverlener zeggen: "Kijk eens, jij had toch ook contact met mevrouw Jansen? Hier heb je een dossier." Nee, daarvoor moet toestemming geregeld worden. De Wams gaat het dus makkelijker maken en een juridische basis bieden om gegevens makkelijker uit te wisselen, juist bij multiproblemsituaties. Daar gaat u ongetwijfeld ook meer over horen. Dat zal op zijn vroegst na de zomer zijn, maar daar gaan we ambtelijk heel hard mee aan de slag.
Dat waren volgens mij de technische zaken waar ik wat over zou zeggen.
Laten we even kijken, en dan, ja, dan blijkt dat er eigenlijk een aanzet is tot het opstellen van de innovatieagenda. We hebben net de technische aspecten behandeld, dus goed, je mag het straks nog eens uitleggen. De financiële afspraken, ja, dat lijkt me belangrijk. De innovatieagenda bevat inderdaad veel punten die nog uitgewerkt en samen opgesteld moeten worden. De grootste verantwoordelijkheid ligt bij de RDWI en bij Biga; daar zijn twee nieuwe directeuren aangesteld. Er is veel energie om samen zaken aan te pakken, waarbij vooral gekeken wordt naar de kwaliteit en expertise van de verschillende organisaties zelf. Maar hoe dit uiteindelijk vorm krijgt en welke opzet gekozen wordt, staat echt nog open.
Ik zou ook graag een extra domein willen toevoegen, want er is een expliciete wens om het sociaal domein van de gemeente goed aan te laten sluiten. Binnen het vrijwilligerswerk en het welzijnswerk zijn er veel aanknopingspunten voor mensen om te starten of weer in beweging te komen. Het is belangrijk dat deze drie domeinen goed op elkaar aansluiten en dat we in projecten onderzoeken hoe we dit kunnen uitwerken. Dat zal per project bekeken worden, maar de samenwerking met RW en Biga in de leidende rol is essentieel. De voorstellen worden voorbereid door het dagelijks bestuur en vervolgens besloten in het algemeen bestuur.
Dit komt natuurlijk via u weer langs, in ieder geval als dat nodig is in een raadsbesluit voor budget, of anders gewoon via de planning- en controlcyclus en informatieve bijeenkomsten zoals stamtafels. Het één-loketprincipe en de warme overdracht zijn inderdaad belangrijk. We willen zo laagdrempelig mogelijk zijn in de haarvaten van de samenleving. Hoewel we veel loketten hebben waar iedereen terecht kan met specifieke vragen, is het belangrijk dat bij al die loketten duidelijk is waar men moet zijn als de vraag daar niet thuishoort, en dat er een goede overdracht plaatsvindt.
Voor de RWI was dit echt een uitdaging, en de uitdaging ligt ook in het meer betrokken zijn bij de samenleving. Het was voorheen vooral een kantoor op het Rond waar je naartoe moest, maar nu willen ze meer naar de loketten in de wijken gaan. Deze beweging naar buiten en de warme overdracht, maar ook het traploze systeem, waarbij je niet meteen je uitkering kwijtraakt als het even niet lukt, zijn belangrijk. Het gaat om echt maatwerk, gericht op mensen, en de langdurigheidstoeslag op bijstandsniveau. Oh ja, dat is de individuele inkomenstoeslag voor mensen die langdurig in de bijstand zitten. Ik denk dat het gewoon een uitwerking is van een wettelijke taak, maar als we er invloed op hebben, zal ik navragen bij de RDW hoe het precies zit.
Er zijn verschillende tarieven; sommige gemeenten hanteren andere bedragen. Ik geloof dat Rotterdam zelfs 140 heeft, maar omdat wij voor de rest allemaal 130 hanteren, dacht ik: waarom daarvoor dan niet? Nee.
Nee, dat gaan we uitzoeken. Kijk, dat soort dingen kom ik nu ook achter. Soms is het een beetje vreemd, ik dacht dat het anders geregeld was. Maar nu komt er meer naar boven omdat we transparanter en gestructureerder werken. In die zin zijn dat soort signalen altijd goed om mee te nemen. Ja, de gemeente... We hebben nu de afspraak dat 10% van het budget voor gemeentelijke maatregelen is, toch? Er is gezegd dat dat best meer mag zijn, en dat gemeentelijk maatwerk gaan we in de komende tijd verder uitwerken. Hoe dan? En wat bepaalt dat? Een van de onderdelen is bijvoorbeeld dat we ons sociaal domein met die sociale teams hebben, en we hebben een 'voor elkaar in de flat'. We hebben allerlei projecten en ja, in de wijk... In Bunnik is dat gewoon anders georganiseerd en willen ze dat het daar op een andere manier aansluit bij hun voorzieningen. Dat is het maatwerk waar we het over hebben, maar ook dat moet in een innovatieagenda voor de komende tijd verder worden uitgewerkt.
En daar zit ook bijvoorbeeld de automatische kwijtschelding bij. Dat is zoiets waarvan we zeggen: als iemand al in de bijstand zit en gebruikmaakt van minimaregelingen, dan regelen we dit gewoon automatisch. Als je je aanmeldt en je hebt een bijstandsuitkering, dan kom je er gewoon voor in aanmerking en organiseren we dat meteen. We proberen op die manier voorzieningen goed te regelen, zodat mensen zo snel mogelijk financiële rust hebben, in ieder geval enigszins een bestaansminimum, een basis waaruit ze verder kunnen zonder zorgen, voor zover je van een minimum kunt spreken.
De Biga helpt mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hoe vinden we die mensen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ze geholpen worden? Ja, we hebben natuurlijk de Biga die een eigen werkprogramma heeft. Ze hebben ook het programma 'Werk Fit Maken', maar we hebben ook andere organisaties die helpen om mensen op een andere manier weer aan het werk te krijgen of te re-integreren. Bijvoorbeeld het wijkleerbedrijf, waar ook een extra taalcomponent in zit. We maken afspraken met zorgaanbieders om te kijken of we programma's kunnen aansluiten, dus er zijn meerdere organisaties en programma's die we kunnen inzetten om mensen te helpen re-integreren en aan het werk te krijgen. Dit doen we in samenwerking met de Biga en de RWI. Dat is de plek waar mensen binnenkomen en waarin je dan verder uitwerkt wat de juiste vorm is om te re-integreren.
We zitten als regio ook bij de Utrechtse werktafel, en daar komt dan weer de link met het UWV. Want daar zitten natuurlijk ook veel mensen die nog niet in de bijstand zitten, maar wel een uitkering hebben. We proberen de mensen uit Zeist met een uitkering, WIA of een andere zorguitkering via de Utrechtse werktafel in beeld te krijgen en dan ook weer te koppelen aan het aanbod dat we hebben. We werken dus ook daar in de netwerken en verbindingen moeten sterker gemaakt worden.
Dan zijn er ook nog altijd groepen die geen aanspraak kunnen maken op looncompensatie of dergelijke. Ik heb in de innovatieagenda of in de kaders gepleit om ook de mensen in beeld te houden die geen looncompensatie ontvangen, maar wel extra stappen nodig hebben om mee te kunnen doen. Denk aan hulpmiddelen of andere zaken. Dat is iets waar ik op let en stuur om te zorgen dat we dat goed borgen.
Ja, de motie... De Biga heeft naar mijn weten ook stakingen gehouden. Ze hebben werkonderbrekingen gedaan om aandacht te vragen voor hun CAO om de CAO open te breken. Ik heb de motie wel langs zien komen en ik zal in het college in ieder geval pleiten dat wij voor deze motie gaan stemmen. We komen nog met een RIB, hoewel als we als gemeente willen stemmen op de VNG, is het gebruikelijk dat we aangeven hoe we gaan stemmen. Als je daar nog dingen op ziet die we moeten doen, dan zal ik dat meenemen en ik zal kijken of we mee gaan tekenen. Dat doe ik dan via het college.
Het vertrouwen is er zeker. Er is een discussie geweest, want vertrouwen in mensen staat centraal. We zijn echter niet naïef. Er wordt nauwlettend toegezien op de rechtmatigheid en er wordt gewaakt voor misbruik. We zijn ons ervan bewust dat de mensen die in de bijstand zitten, momenteel ongeveer 1300 in aantal, goed bekend zijn bij de RWI. De medewerkers hebben een duidelijk beeld van de cliënten. Er wordt regelmatig contact opgenomen en er worden trajecten en projecten afgesproken. Dus zodra er een ongemakkelijk gevoel heerst, komt dit zeker ter sprake.
Dat neemt niet weg dat er ook veel schaamte en onwetendheid is, en dat taalbarrières kunnen leiden tot misverstanden en fouten. Maar het helpt de medewerkers van de RWI als we erkennen dat, ondanks dat er dingen misgaan, het belangrijk is om contact te houden en mensen in beeld te houden. Dat is de manier waarop we ernaar moeten kijken en ermee om moeten gaan.
Voor de ruim 1300 bijstandsgerechtigden in Zeist durf ik mijn hand in het vuur te steken dat we een goed beeld van de situatie hebben. We zijn niet naïef. Is het voldoende? Ja, dat is het zeker.
Ja, het gevaar dat mij enigszins in slaap sust, is Den Haag. Als we nu alleen maar vertrouwen en als we naar de afgelopen decennia kijken, zien we dit steeds weer. Ja, en ik zou zo graag willen dat... Ik ben bang dat we nu alles op vertrouwen baseren en dat ook de cultuur binnen de RSD weer zo wordt, hè? Als een collega niet reageert op gevallen waarvan we hebben afgesproken dat ze besproken moeten worden, terwijl ik echt vind dat rechtmatigheid bespreekbaar moet blijven en duidelijk vastgelegd moet zijn. Ze praten over ruimte en vrijheid, en dan over fraude... Het is, naar mijn mening, een beetje ongelukkig verwoord.
Nou ja, het is ook gewoon een taak van de RDWI om fraude en onrechtmatigheden op te sporen en deze aan te pakken. Ja, hoe zeg je dat? Om verouderde zaken te herzien en daar ook alert op te zijn. Maar goed, dat is nu eenmaal zo. Je mag het niet stoppen. Nou ja.
Nou, het is misschien goed om te benadrukken dat de wet veranderd is, hè? De Participatiewet is in balans gebracht en op dit moment is het zo, hé. We hebben de laatste jaren natuurlijk de verhalen voorbij zien komen, zoals die boodschappenaffaire in Wijdemeren, waarbij het soms zo lijkt en soms ook echt zo is dat een consulent van de gemeente wel moet handhaven, terwijl je wellicht met een stuk voorlichting veel verder komt. Want soms is er sprake van fraude, soms is het moedwillig, en dan moet je het gewoon aanpakken. Dat zal ook altijd zo blijven. Het is gewoon een wettelijke taak. Maar soms ontstaat fraude door onwetendheid, en dat is wat de wethouder net ook zei: in dat soort gevallen ontstaat er meer ruimte. En deze kaders zeggen, denk ik, dat we iets meer uitgaan van de goede wil van inwoners. Dat neemt niet weg dat de wettelijke taak om te handhaven er gewoon in blijft. De RDW heeft ook gewoon, ik dacht even uit mijn hoofd, twee sociaal rechercheurs in dienst die hun werk blijven doen, dus dat verandert niet. Het is een nieuwe balans.
Ja, komen we nog op de financiële afspraken. Die tabel met de 60% en de 42%, die vraagt meneer Tompot. Ja, die bedragen lijken wat bedrieglijk. Dat komt omdat in de tabel met de 42% ook het ingroeibedrag is opgenomen. Dat is niet heel helder, maar we hebben aangegeven dat we per 25% de solidariteit afbouwen, en dat zit bij dat bedrag inbegrepen. Proactief informeren, ja, dat is belangrijk. We gaan geen ouders aanschrijven met de boodschap dat zij, vanwege een minimuminkomen, bij de basis goed geïnformeerd moeten worden en dergelijke, maar we gaan niet mensen die we nu nog niet in beeld hebben actief informeren. Het gaat vooral om onze partners veel meer te betrekken. Weet u, dit zijn de regelingen, de doorverwijzingen, enzovoort. Goede informatie en voorlichting op scholen, bij het consultatiebureau, sociale teams, enzovoort, zijn essentieel. En het is ook nog best wel nodig, want ik merk toch wel dat je soms denkt: waarom is er dan niet even doorverwezen naar bijvoorbeeld de sociaal raadslieden voor een inkomenscheck? Dat moet gewoon echt continu in beeld blijven. Dat geldt ook voor het Jeugdfonds Sport. Ik zie gelukkig dat nu bij bijvoorbeeld het schoolreisje of tweetalig onderwijs alle scholen het in ieder geval vermelden: als je moeite hebt om het te betalen, kun je je daar melden. Daar gaat het om. We gaan dit ook opnemen in ons nieuwe minimabeleid. Waar zijn we mee bezig? Daar zit ook een forse campagne achter. Maar goed, de RDWI moet goed informeren over toeslagen en wettelijke regelingen en hulp bieden bij het aanvragen van dergelijke zaken. Dat kan en wordt gewoon meer en proactiever gedaan. Dus richting de wijken, veel meer aansluiten bij organisaties. Voldoende, ja, ik dacht dat ik ze allemaal had. Ja.
Ik had nog iets te zeggen over de innovatieagenda en daarnaast had ik nog een korte vraag. Ik geloof dat ik het al gevraagd heb, maar als ik het vergeten ben, bied ik bij deze mijn excuses aan. Worden de ondernemingen waar sommige mensen werken, die mogelijk ook bij de biga zouden kunnen werken, ook meegenomen in de overwegingen? Ik doel hierbij op bedrijven die facilitaire medewerkers en dergelijke in dienst hebben. Dit wordt ook in het document genoemd. Worden deze bedrijven ook betrokken bij het opstellen van de innovatieagenda? Ja.
Ja, dat lijkt me heel goed en het is ook evident, met betrekking tot het werkgeverschap. Ze zijn echt ontzettend op zoek naar mensen. Er is ook echt een tijd aangebroken waarin ze meewerken, meehelpen op banenmarkten en bereid zijn om veel meer mensen in dienst te nemen dan voorheen. Dus ja, die gaan we zeker benaderen.
Ja, dank u, voorzitter. Ik heb nog een aanvullende vraag. Ik weet niet of dit expliciet vermeld staat in het stuk over kaders voor werk en inkomen, maar is er in onze gemeente ook de komende jaren nog ruimte om experimenten uit te voeren? Dit naar aanleiding van een experiment dat ik vandaag heb gezien, namelijk dat de gemeente Arnhem, in navolging van de gemeente Utrecht, een deel van de bijstandsregels heeft geschrapt. Het gaat hierbij om de verplichte zoektermijn voor jongeren tot 27 jaar. Deze jongeren hoeven dan niet eerst een maand te wachten voordat ze een uitkering kunnen krijgen, omdat ze die eventueel direct zouden kunnen ontvangen. Wel worden ze dan direct begeleid in hun zoektocht naar werk. Dat staat er dan tegenover. Dus mijn vraag is of die ruimte voor experimenten ook in onze gemeente aanwezig blijft.
Ik heb het ook gezien in Utrecht; daar doet men hetzelfde. Mijn eerste gedachte was: "Heb ik hier zelf niet ooit een motie over ingediend?" Ik dacht dat we dit al deden, toch? Het is precies zo'n vraag waarbij ik dacht: "Nee, maar dit doen we toch al?" Kijk naar de werkwijze van de RDW; dat is toch zo? Wat ik bedoel is dat ze allemaal in dienst zijn en dat dit zeker bij jongeren in beeld komt. De eerste stap die wordt genomen, is het uitnodigen van de jongeren bij de RDW. Dus als ze bellen voor een uitkering, wordt er meteen een afspraak gemaakt voor een intake. Tijdens die intake wordt altijd gecontroleerd of de uitkering direct nodig is, ja of nee, wat er aan de hand is en wat de juiste route is om te starten. Als het kan, en soms is dat best slim, gaat de zoektermijn van vier weken in, en dan start ook het traject met de jongeren zelf. Maar het zal niet zo zijn dat ze een jongere zien die al helemaal tot over zijn oren in de problemen zit en dan niet direct de bijstand laten ingaan. Dat is de werkwijze. Dat neemt niet weg dat je nog steeds kunt denken dat we het sowieso niet doen. Het komt ook op de website te staan, dus ik dacht: "Ik ga het zelf bespreekbaar maken in het Algemeen Bestuur om te kijken hoe de andere gemeenten hierin staan." Maar ik vind de werkwijze zoals die nu is, niet per definitie een slechte werkwijze.
Luister, dat is mogelijk, maar uw pas is daadwerkelijk echt. Het betreft hier echt een gemeentelijke aangelegenheid. En een wens, nietwaar? Dan hebben we de Zeister wens die betrekking heeft op het minimabeleid. Nu is er ook met betrekking tot het minimabeleid zeker de vraag of we dat niet regionaal wat meer moeten integreren, op dezelfde wijze, of dat we ons eigen maatwerk behouden. Maar het valt in ieder geval onder onze zorg voor bestaanszekerheid. En daarom nemen we het ook weer mee.