Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Laten we beginnen met PR 23 0 0 3 van Stichting Beter Zeist over de omgevingsvisie. Er is een vraag van Carlo Vis Scalini over de beantwoording van de vragen, en het verzoek is om deze wederzijds te laten verlopen via de werkgroep Omgevingsvisie. Mijn beste informatie is dat er al een dergelijke afspraak is gemaakt en dat de werkgroep Omgevingsvisie een advies zal uitbrengen aan de Raad over die brief. Ik kijk nu ook even naar de voorzitter om te zien of hij dat kan bevestigen. Is dat voldoende voor Carlo Vis Scalini?
Nee, want zoals u ziet, Voorzitter, staat er nog een tweede alinea met het verzoek of het voorstel om de fracties te vragen hun gedachten over deze brief te laten gaan in de eerstvolgende fractievergadering, die vanavond is, en daarover dan de werkgroep te informeren.
Nou, we willen dat de fracties dit met een vraagteken doen, dus daar heb ik nog geen antwoord op ontvangen. Het zou mooi zijn als de fracties dat nu zouden willen bevestigen. Ik...
Nee, dank u, maar nu nog niet. De fractievergaderingen vinden vanavond plaats. Dus, meneer Vis Collini. De berichten zullen u dan wel bereiken, denk ik. Ik ga akkoord met het bespreken van hetzelfde onderwerp. Gerard van Vliet heeft een belangrijke vraag over een thema dat tijdens de besprekingen met externe partijen aan bod komt. In de afgelopen periode rees de vraag of we in de eerste Zeister Omgevingsvisie de aantallen woningen en het groen niet meer zouden moeten kwantificeren. Ook is er een opmerking gemaakt door een externe partij over of het werken met wijk- en gebiedsgidsen wel voldoende goed geregeld is qua grenzen. De heer Van Vliet vraagt om een reflectie op deze twee punten. Ik denk na en kijk uit naar de reactie van de wethouder. Laten we afwachten wat de wethouder hierover te zeggen heeft.
Met uw welbevinden, voorzitter, ga ik proberen deze vraag te beantwoorden. Het karakter van de Omgevingswet en alle instrumenten, waaronder een omgevingsvisie, is anders en nieuw, evenals de toekomstige omgevingsplannen. En die relatie tussen de visie en de regels, dus het omgevingsplan, is belangrijk. We hebben een omgevingsvisie en die is minder vast omlijnd dan een structuurvisie zoals die nu is. Daaropvolgend komt er natuurlijk een omgevingsplan, dat nog gemaakt moet worden. In de komende jaren moet ook inzichtelijk worden hoe die relatie tussen die visie en die omgevingsplannen eruit gaat zien. Als je kijkt naar het karakter van de eerste Zeister omgevingsvisie, dan is die dus minder strak omlijnd. Er is duidelijk een focus gelegd op waarde en niet op regel, en op kaders. Het geeft in ieder geval wel inzicht in waar we naartoe willen groeien en wat we te doen hebben. Het legt ook een aantal dilemma's in die fysieke leefomgeving bloot. Met die insteek is het volgens mij de bedoeling dat we met elkaar aan de slag gaan en die zaken aanpakken die we ook in het stappenplan hebben geformuleerd. Dat is nog een concept, maar dat gaan we straks bij de behandeling van de eerste Zeister omgevingsvisie bespreken. Als die vastgesteld moet worden door de raad, dan zit daar ook dat stappenplan bij. En eigenlijk is het stellen van kaders in de visie, of kwantitatieve aantallen, of het pinpointen van dat groen, zoals de heer Van Vliet in zijn vraagstelling ook schetst, iets wat dus past bij die instrumenten als het omgevingsplan en dus niet zozeer in de visie. En daar moet dat dus landen, waarbij ik ook duidelijk heb proberen te maken, en ook een discussie is geweest met de raadswerkgroep, dat een aantal van de dingen die we wel of niet willen vastleggen in omgevingsplannen ook een politieke keuze is. Dus de mate waarin je zegt, nou, we leggen bepaalde aantallen rondom groen vast of we zeggen, de ene waarde is belangrijker dan de andere in een bepaalde wijk of in Zeist. Dat is uitdrukkelijk niet wat we gedaan hebben in de visie. Dat is wel een keuze die voorligt als je straks omgevingsplannen gaat maken. En eigenlijk zijn omgevingsplannen de nieuwe term voor wat nu nog bestemmingsplannen heet. En daar zit de ruimte ook voor de raad om daar keuzes in te maken. Wat je, zoals ik dat eerder heb gezegd, wilt pinpointen, zal ik maar zeggen, wat je wilt vastleggen. En wat zijn dan piketpaaltjes en wat is een soort ijzeren hek? Die metafoor gebruik ik weleens en ik denk dat dat belangrijk is om daar met elkaar over te hebben. Dat is wel een andere manier van werken dan we gewend waren. Maar kijk, de huidige omgevingsvisie, of de nieuwe omgevingsvisie straks, heeft een kortere tijdspanne en dus gaan we hem ook weer bijstellen met elkaar. Dus zodra we hem hebben vastgesteld, moeten we ook al vooruitblikken op wanneer we hem opnieuw gaan evalueren. Ook daar kan het zijn dat je tot de conclusie komt, al werkende wijs, dat een aantal dingen die we nu niet in de eerste Zeister omgevingsvisie hebben vastgelegd, dat we die bij een herijking in 2025-2026 toch willen pinpointen. Maar ook dat is opnieuw volgens mij een politieke keus. En we gaan daarbij, volgens mij, in alle ruimtelijke opgaven die we hebben, steeds met elkaar zoeken hoe we alle waarden, en zo ook die van het groen, meenemen in de keuzes die we met elkaar te maken hebben bij de projecten die we doen. Dat even als antwoord op de vraag, dank u.
Ja, ik wil ook even reageren op wat de heer Fluitman zei over "Dat is een politieke vraag." Ja, in feite kan elke vraag politiek worden gemaakt. Mijn vraag is eigenlijk meer algemeen. Er zijn natuurlijk zorgen bij de insprekers over het feit dat er op andere gebieden wel kwantiteiten worden vastgelegd. Niet zozeer in de eerste Zeister omgevingsvisie, maar wellicht op een ander moment. En dan rijst de zorg of we ook niet op het gebied van groen en biodiversiteit meer aantallen moeten vastleggen. Het zou mooi zijn als dat niet in de eerste omgevingsvisie gebeurt, maar misschien wel op een later moment. Hoe kijkt het college aan tegen de logica van de inspreker dat, als je op andere vlakken ook kwantiteiten vastlegt, je dat dan ook zou moeten doen bij groen en biodiversiteit? Meneer...
Meneer Van Vliet, nu grijp ik in. U brengt het op een heel charmante manier, maar volgens mij krijgt u, als ik deze vraag doorgeef, hetzelfde antwoord van de wethouder. Zo van: ze begrijpt de vraag, maar hij is nu niet aan de orde. En bij het omgevingsplan komt die volledig aan de orde. Dan gaan we erop in. Dus ik denk dat u het hier even mee moet doen. Laten we naar het volgende punt gaan: de Truck Parade. Die blijft bij u, meneer Van Vliet, maar in ieder geval ook bij de heer Fluitman van het CDA, die eigenlijk de vraag heeft of het antwoord niet vanuit de Raad moet komen op de opmerkingen vanuit de inwoner op dit punt. Meneer Van Vliet zou, als ik het zo mag zeggen, in ieder geval willen voorkomen dat de Truck Parade nog een keer kan plaatsvinden zonder dat daarbij geborgd is dat de nodige vergunningen, ook op basis van de Wet natuurbescherming, verleend zijn. Meneer Fluitman, wilt u hierop een verdere toelichting geven?
Ja, op de vraag van de heer Van Vliet zou ik ook kunnen zeggen dat het een politieke vraag is, maar die laat ik voor nu bij het college liggen. Het gaat hier echter expliciet om de procedure, en de brief is gericht aan de Raad en er wordt verzocht om een standpunt. Wat vindt de Raad hiervan? Ik vind het niet correct dat het college de afhandeling op zich neemt, tenzij wij als Raad gezamenlijk besluiten het college op te dragen deze vraag te beantwoorden. Maar dan moet die opdracht ook expliciet vanuit onze kant gegeven worden.
Zal ik eerst het woord geven aan de wethouder om inhoudelijk te reageren, en moeten we daarna misschien als raad kijken naar de reactie op uw vraag, en wie van het college daarop zal ingaan?
Ja, nauwelijks dan, want ik denk inderdaad dat meneer Fluit nu gelijk heeft. Als de vraag aan de Raad gesteld wordt of de oproep betekent dat het ook aan de Raad is om te bepalen wat ze daarmee doen, dan denk ik dat er sprake is van wat ruis. We hebben te maken met een APV, die vooraf ook getoetst is op onze lokale APV. Dat is ook nog steeds hoe wij denken dat het zou moeten zijn. Er is één vergunning afgegeven, en wat de natuur betreft, daar gaat het om een verantwoordelijkheid van de provincie. Die speelt in situaties waarin er sprake is van een evenement dat naar zijn aard impact heeft of kan hebben op een of meerdere Natura 2000-gebieden. Nou, we hebben het hier over activiteiten in het centrum van Zeist. Oftewel, die relatie is er niet. Voor zover naar ons beste weten, is er nog nooit in Zeist een evenement geweest dat van dien aard was dat er een relatie was met een Natura 2000-gebied, maar wat niet is, kan komen. Ik bedoel, er zou een hele grote dieselachtige truckparade kunnen komen of iets anders wat uiteindelijk wel tot dat effect zou kunnen leiden. Daarom is er hierover wel contact geweest met de provincie om te kijken hoe we dat ook zouden kunnen aanpakken. De provincie geeft zelf ook aan dat zij een zekere verantwoordelijkheid zien om gemeenten beter te informeren over het feit dat deze toets zou moeten plaatsvinden en hoe dat dan zou moeten. Ze geven ook duidelijk aan dat het niet de verantwoordelijkheid van de gemeente is om dat te doen. Het is de verantwoordelijkheid van de aanvrager om die toetsing uit te laten voeren. Wat wij met de provincie hebben afgesproken, is dat wij in ieder geval gaan inzetten op een actieve verwijzing richting een organisator. Dus stel dat de Troepenrade ook volgend jaar georganiseerd zou worden, dan zou dat betekenen dat wij de organisator hierop wijzen, maar ook dat we hem erop wijzen dat het zijn verantwoordelijkheid is om daarover contact te zoeken met de provincie en eventueel een vergunning aan te vragen. En dat is het, denk ik, in de kern, meneer Van Vliet.
Ja, wat dit onderdeel betreft, zeker. Ik had ook gevraagd of er naar alternatieven in het algemeen gekeken kan worden, omdat de truckparade bij een deel van de inwoners veel instemming oproept. Echter, bij een ander deel van de inwoners roept het ook aversie op vanwege geluidsoverlast, dieselstank en dergelijke.
Ja, het is herkenbaar dat er inderdaad voorstanders zijn, maar ook tegenstanders. Het is moeilijk om dat op dit moment te objectiveren, maar het is wel zo dat er verschillend over wordt gedacht. Wat ons betreft is het vooral een kwestie van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) gebruiken als toetsingsinstrument. Met andere woorden, het is aan de initiatiefnemers om uiteindelijk het besluit te nemen om wel of niet een truckparade te organiseren. Het maatschappelijk sentiment, dat de organisatoren natuurlijk ook meekrijgen, zal ongetwijfeld mede bepalen of er nog animo is om dit volgend jaar weer te organiseren. Maar dat zullen we moeten afwachten. Het is aan de initiatiefnemers om die afweging te maken. Dan even...
Ik wil even ingaan op de procedure met betrekking tot de vraag van meneer Fluitman van het CDA. Misschien kan ik even rondkijken naar de fracties om te zien of er reacties zijn. Zijn er voorstellen om deze kwestie af te handelen door middel van een antwoord vanuit de Raad en niet vanuit het college? Ik kijk even rond bij de fracties: willen jullie hier misschien vanavond in het fractieberaad over spreken? Meneer Fluitman, nee?
Ik zou me kunnen voorstellen dat wij als Raad zeggen dat de beantwoording van het college, zoals die nu ook is gedaan, voor waar wordt gehouden en dat dit in een heel kort schrijven richting de briefschrijver zou kunnen gaan namens de Raad. Ik zie...
Dijk, ja, misschien is nog één ding mogelijk overbodig, maar het mag ook duidelijk zijn dat er vanuit de gemeentelijke organisatie contact is geweest met de heer Rutteman om hem hierover te informeren. Dus wat er ook gecommuniceerd wordt vanuit het college of vanuit de raad op inhoud, dat is hem bekend. Maar...
De tekst lijkt mij correct. Gewoon een kort briefje, ondertekend door de vicevoorzitter van de Raad namens de Raad, met de context zoals die net besproken is. Dank u.
Dank daarvoor. Dan gaan we naar PR 23.11, een brief van een inwoner van Nieuwegein met een aantal ideeën over hoe de doorstroming bevorderd kan worden en hoe dit onder andere het totale bouwvolume en de bouwambitie zou kunnen beïnvloeden. Zowel Hannie van Kippersluis uit Zeist, die het belang benadrukt, Marcel Fluitman van het CDA als Ernst van Splunter van de VVD vragen eigenlijk – en zo vat ik het nu maar even samen – om reflectie op deze brief en of dit ook voor de situatie in Zeist van toepassing zou kunnen zijn. Wethouder Hoogstraat, uw reactie alstublieft.
Nou, u heeft gelijk dat er aandacht wordt gevraagd voor de kwalitatieve aspecten van de woningbouwopgave. Het is belangrijk dat mensen een passende woning hebben; de aantallen zijn van belang. Vanuit ons coalitieakkoord hebben we de ambitie om woningen toe te voegen. Er is landelijk een opgave die stelt dat we 900.000 woningen moeten bouwen, en zeker voor Zeist geldt dat de groep senioren een belangrijke doelgroep is. Allereerst wil ik zeggen dat we bezig zijn met een woonzorganalyse en dat we aan het eind van het jaar een basis hebben voor een woonzorgvisie, waarin we vraagstukken rondom senioren gericht kunnen uitwerken en uitvoeren.
Inhoudelijk gaat de redenering van mevrouw niet helemaal op, in de ogen van het college. Mevrouw geeft aan dat er 900 woningen nodig zijn, zoals het rijk ambieert, en dat dit bereikt kan worden door het creëren van 'verhuistreintjes'. Daarmee zegt u dat als senioren goed gehuisvest worden, er ruimte ontstaat voor gezinnen en er verhuistreintjes ontstaan, waardoor men een wooncarrière kan maken. Maar daarmee hebben we niet spontaan 900.000 woningen gecreëerd. Als je 300.000 woningen passend toewijst via die verhuistreintjes, blijft er nog steeds een tekort van 600.000 woningen. Dus het is wel belangrijk om die doorstroming te bevorderen zodat mensen een passende woning hebben, maar de opgave blijft nog steeds zo groot als die is.
Volgens mij heb ik zo een antwoord gegeven op de aanvulling. Dat betekent niet dat we niet vol voor die 900.000 woningen gaan. Er zijn ook andere mogelijkheden om extra woningen toe te voegen, zoals het splitsen van woningen of het omvormen van kantoorpanden. Ook die mogelijkheden moeten we zien als manieren om de opgave samen aan te pakken. Dank u wel.
Fluitman, ja, dank u, voorzitter. Dank aan de wethouder voor de beantwoording. Ik wil me richten op die 900.000; die zullen we waarschijnlijk niet kwijtraken, denk ik, want dat zou wel heel bijzonder zijn. Maar het is interessant om te onderzoeken hoeveel mensen we in Zeist in een 'treintje' zouden kunnen plaatsen. En ja, wellicht, zonder dat ik dat straks weer politiek met al mijn vragen moet gaan doen, zou het een suggestie kunnen zijn om dit mee te nemen in de bespreking met de corporaties. Om te kijken wat de mogelijkheden zijn om ouderen door te laten stromen zonder dat ze meer huur gaan betalen voor een appartement dan wat ze voor een eengezinswoning betalen. En daar goede afspraken over te maken, zodat ze een bepaalde huurgarantie zouden kunnen krijgen. Hierdoor krijg je een eengezinswoning vrij, die je vervolgens voor een hogere huur weer kunt verhuren. Dus, ik denk dat er in de brief van deze mevrouw best suggesties zitten waarover we na kunnen denken. Hoe kunnen we die meenemen in ons beleid in Zeist?
Zal ik even een andere vraag stellen? Is dat handig, meneer Van Splunter? En dan kom ik zo dadelijk bij Hannie van Kippersluis. Ernst Splitter van de VVD, dank u wel.
Dank u wel, voorzitter. Ja, ik wil ook de wethouder bedanken voor de beantwoording. Ik heb het idee dat u zojuist heeft aangegeven dat u de redenering van mevrouw niet volgt. Zij gaat uit van een veel lager aantal te bouwen woningen dan uiteindelijk nodig is, en u onderschrijft die visie niet. Dus het hele verhaal over de treintjes is weliswaar leuk, maar ze zijn niet zo lang als zij veronderstelt in haar brief.
Ja, dank u wel, voorzitter. De laatste twee opmerkingen van de wethouder stemmen mij blij. Het gaat hier om het splitsen van woningen en het hergebruiken van kantoor- en fabriekspanden. Ik had een soortgelijke opmerking als collega Fluitman, namelijk dat wij niet 900.000 woningen in Zeist moeten bouwen, maar in het hele land. Laten we dus alles in de juiste proporties zien. Dan denk ik dat we elk project dat we kunnen starten, moeten waarderen. Er zullen veel mensen blij worden van dergelijke initiatieven. Laten we alsjeblieft proberen om in mogelijkheden te denken en deze waardevolle suggesties absoluut meenemen in ons beleid. Dank u wel.
Nou, een fijne aanmoediging. Ik kan al aangeven dat we dat al doen. Binnen de sociale huursector hebben we de regeling 'Van groter naar beter', waarbij senioren kunnen doorstromen naar een woning met een beperkte huurstijging. We zijn zelfs nu aan het onderzoeken hoe we met een woon- of verhuiscoach dat extra kunnen stimuleren, want ouderen zijn vaak echt heel honkvast. En zeker de ouderen die we nu zien, zijn hele actieve ouderen die denken: "Ja, ik ben daar gek. Ik ben nu eindelijk vrij en wil gewoon mijn tuintje houden." Dus ja, nu hebben ze eindelijk tijd en dan zouden ze in een appartement moeten zitten. Het gaat er ook echt om te kijken wat nou die passende woonvorm is. Dus de verhuistrajecten, zeker in de sociale huursector, doen we al. De suggesties zijn zeker goed. De huisvestingstrajecten zijn ook belangrijk, zodat mensen passende woningen krijgen. Want het punt is dat een oudere al wel een woning heeft, maar dat er een hele groep starters is die niet vanuit een eigen woning kunnen verhuizen. En voor die groep is het wel heel belangrijk om zoveel mogelijk ruimte te creëren in passende woonvormen en daarmee heb je eigenlijk het belang dat gezinnen doorverhuizen naar die eengezinswoningen en dat er kleine appartementen vrijkomen voor de starters. Dus nogmaals, we zijn bezig met de woonzorganalyse. Dat is echt een belangrijk document, met name ook voor die specifieke woonbehoefte in combinatie met de zorgvraag: wat voor type woningen en waar. Die zal aan het eind van dit jaar ook vorm krijgen, dus daar zullen we hier gewoon ook weer over doorpraten.
Maar ik word helemaal niet kortaf, voeg ik toe. Ik ben daar erg blij mee, dank u. Maar een andere vraag is: wat gaat u, als college, doen met het voorstel van de taskforce vanuit het ministerie om eventueel ook voor 15 jaar te kijken? Tijdelijk dus, om die doorstroming nog sneller te laten verlopen? Het is een vraag waarvan ik wil weten of wij dat zouden kunnen toepassen, ook in Zeist.
Ik kan aangeven dat we ook onderzoek doen naar tijdelijke huisvesting om te kijken of we daaraan kunnen bijdragen. We zijn dus bezig met een analyse van verschillende locaties. Ik hoop ook om daarover dit jaar met u in gesprek te gaan.
Dank u, meneer Luca, voor de PR 23.012-notitie over de opzet en werkwijze van Stichting Beter Zeist. Hannie van Kippersluis uit Zeist vraagt naar de belangen. Graag ontvangen we een reactie van het college op deze brief en zijn we benieuwd hoe zij de inbreng van Stichting Beter Zeist beoordeelt. Ik denk aan wethouder Belting, klopt dat? Met betrekking tot de PR 23.012-notitie over de opzet en werkwijze van Stichting Beter Zeist: goed, ik wil graag antwoorden. Ah, er zijn twee versies in omloop, ik zie het al. Over deze vragen... Deze vraag was, ik kijk nu naar mijn griffier?