Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Welkom iedereen. Ik stel vast dat de verhouding raadsleden en ambtelijke ondersteuning ongeveer één op één is, dus we kunnen beginnen met deze vergadering. Welkom iedereen bij de ronde tafel over het raadsvoorstel voortgangsrapportage implementatie Omgevingswet. Deze vergadering wordt opgenomen en later online gezet. Mijn naam is Roel Vermeulen, ik ben raadslid en vanavond in dienst als uw voorzitter. Ik zal even de aanwezigen aan u voorstellen en daarna iets zeggen over het vervolg van de avond. Aanwezig namens het college is wethouder Angela Wilting. Zij wordt direct ondersteund aan weerszijden door Janneke Lammerts en Martine Balkema en op afstand door Arno van Baasbergen als dat nodig is. Voor de duidelijkheid, we hebben om 09.30 uur uiterlijk om 09.30 uur na deze bijeenkomst nog een andere bijeenkomst, dus ik ga proberen om 10 voor 09.30 uur tot een afronding te komen, maar er hebben zich geen meesprekers gemeld. Dus misschien valt het wel mee en we kunnen zo direct beginnen met het stellen van vragen aan de wethouder. Ik stel voor dat we eerst even een inventarisatierondje doen en dat iedere fractie in de gelegenheid wordt gesteld om twee vragen te stellen, dan is er even een nadenkpauze nodig denk ik en dan gaan we naar een tweede rondje of eventueel een derde rondje. Dus als die regels voor iedereen duidelijk zijn, gaan we de dans beginnen. Wie heeft er een vraag voor het college? Ik zie Roel namens de Partij van de Arbeid, ja.
Ja, twee vragen dan, de allereerste gaat over het DSO. Wij hebben altijd gezegd van nou, het DSO, wij zijn er helemaal klaar voor als gemeente, maar hoe loopt dat landelijk? Is dat ook allemaal klaar voor? Die vraag valt even uiteen in twee onderdelen. Allereerst, stel landelijk loopt het uit, wat kunnen wij dan nog doen als tijdelijke maatregelen om toch zaken te verwerken? En vraag twee hierin is: er zijn, wat ik heb gehoord, 60 aanvragen ongeveer in de DSO al verwerkt. Geeft het nou ook die snellere besluitvorming die we hadden verwacht? Levert het nou ook op wat we hadden gedacht?
Een van de nieuwe uitgangspunten zou zijn uitgaan van bestaand beleid en daarin, zeg maar, dat als uitgangspunt te nemen. Nou is daar de vraag: natuurlijk, bestaand beleid is ook bestaand beleid, soms van 30 jaar geleden of 20 jaar geleden. En ja, als je dit dus als een algemeen uitgangspunt neemt, dan wordt er niet meegenomen wat in de tussentijd is gewijzigd. Dus zou dat niet bijvoorbeeld moeten zijn: staand beleid in de huidige collegeperiode dat je dat ook weer meeneemt in de verdere plannen? Want op het moment dat je daar geen duidelijke tijdslimiet aan bindt, ja, dan ga je van staand beleid uit en dat blijkt steeds het uitgangspunt voor nieuwe plannen. En dat lijkt me niet de bedoeling. Dus dat is één vraag. De tweede vraag is: er wordt kort verwezen naar de Omgevingsvisie 2050, maar we hebben eerder vragen gesteld over de, zeg maar, de GroenLinks-motie bij de eerste zijstromgevingsvisie en de diverse onderdelen daarvan. En ja, ik zie in de voortgangsrapportage niet terug hoe het met diverse onderdelen zou staan en op welke manier, op welke tijdsaanduiding, zeg maar, de realisatie kan plaatsvinden. En ik kan deze in deze voortgangsrapportage niet terugvinden, behalve misschien verwijzingen naar de Omgevingsvisie 2050. Maar dat lijkt mij zeer onvoldoende voor beantwoording van die vraag. Dat zijn twee vragen. Ik heb er meer, maar in het kader van...
Nee, dat meen ik. Dat staat niet op zich in het raadsvoorstel zo aangeduid, maar de voortgangsrapportage is ook een moment, als ik het goed begrepen heb, voor bijstelling van een aantal uitgangspunten. Dus je doet ervaring op met de Omgevingswet en je zegt van: hé, dit onderdeel zouden we kunnen bijstellen. Nu heeft het college zelf ook twee voorstellen gedaan voor bijstellen, maar ook vanuit de raad zouden wij voorstellen kunnen doen. En nou, één van de onderdelen waar in de samenleving best wel veel discussie over is geweest, is het onderdeel participatieniveau raadplegen. Zou het een optie kunnen zijn om ook te kijken waar participatieniveau adviseren mogelijk zou kunnen zijn? Dat wil niet zeggen dat het bij elk onderdeel moet, maar ja. Dus dat is mijn derde vraag. Er vinden op dit moment inventarisaties plaats van diverse onderdelen, maatschappelijk, maar ook groeninventarisaties. Een van de aspecten die daarbij ook komt, dat komt ook in de motie terug van GroenLinks, die met algemene stemmen is aangenomen bij de ESO. Er staat dat er op basis van inventarisaties een toetsingskader wordt ontwikkeld waar initiatieven en maatschappelijke activiteiten aan worden getoetst en er staat ook dat daar een toetsingskader zou komen en het zou ook tegelijkertijd met de inventarisatie plaatsvinden. Wat is de stand van zaken daarvan? Wanneer kunnen we dat toetsingskader verwachten?
Dankjewel, dan verwelkomen wij inmiddels de heer Tompot namens de SP en ik stel gelijk maar de vraag aan hem of hij vragen heeft aan het college. Dank.
Voorzitter, misschien is het handig over het DSO. Arno, misschien kan je gewoon hier naast ons komen zitten. Dat is wel zo handig, want dan heb je meteen toegang tot de microfoons, zodat ik de vraag rondom DSO zo even doorspeel aan Arno van Waesbergen, die daar ook de contacten onderhoudt in de regio en ook landelijk. Dus Arno, misschien kan jij iets aangeven hoe het zit met het landelijk DSO.
Dat het landelijke DSO uitvalt, dan is dat iets waar wij zelf in Zeist eigenlijk niets aan kunnen doen. Ik weet dat ik begin vorig jaar deze vraag ook is uitgezocht heb. Toen hebben we gekeken van nou, wat is er nu eigenlijk allemaal aan maatregelen genomen om dat te voorkomen? Daar is een behoorlijke serie aan maatregelen opgezet vanuit de beheerorganisatie van het DSO om die uitval te voorkomen. Dat wordt ook volledig gemonitord en als we ook kijken naar het afgelopen jaar, dan zijn er ook eigenlijk geen grote verstoringen geweest, dus dat risico is beperkt. Als je me nu vraagt: welke maatregelen waren dat ook weer? Ja, dan moet je dat even schuldig blijven, want dat heb ik niet meer van vorig jaar helemaal paraat.
Voldoende? Ja, nou ik had nog de vraag, zeg maar, er schijnen er iets van 60 aanvragen inmiddels via deze ook verwerkt te zijn vanuit Zeist, weet jij? Zeg maar of dat ook snellere besluitvorming is, heeft het opgeleverd dat dit opgeleverd. Of was het alleen maar snel wordt het ontvangen, maar vervolgens in heel veel administratie nog achteraf en eigenlijk geen tijdwinst.
60 aanvragen die komen, denk ik, uit de evaluatieronde BOPA. Dat zijn 60 aanvragen voor een BOPA geweest. Er zijn veel meer aanvragen geweest vorig jaar. Als ik mij niet vergis, hoorde ik vandaag nog één van de verantwoordelijke collega's het hebben over ongeveer 750, maar dat zijn ook allerlei aanvragen, waaronder dus een zestigtal BOPA's. Dat aantal is een stuk minder dan dat we eigenlijk verwacht hadden. Dat heeft te maken met een dip aan het begin van het jaar, hè. Die we heel duidelijk gezien hebben, überhaupt in het aantal aanvragen. Dat is door heel Nederland veel minder geweest in de eerste periode van de Omgevingswet, terwijl we juist aan het einde van het tijdperk van de WABO gezien hebben dat daar landelijk gezien in ieder geval ineens een groei zat in het aantal aanvragen. De concrete vraag is: is die besluitvorming sneller gegaan? Daar zou ik even in de cijfers moeten duiken. Als ik heel eerlijk ben, ik heb die niet helemaal paraat. In principe moet dat sneller zijn en vroeger waren dat bouwvergunningen. In een aantal gevallen, nee, dit waren bijna allemaal, ik zit even terug te halen, bijna allemaal gevallen die vroeger onder de kruimelregeling vielen. En dan kijk ik heel even om, maar volgens mij was dat vroeger ook 8 weken. Ja, dus in de termijn van de besluitvormingstermijn is voor deze 60 BOPA's er eigenlijk niks anders geweest dan dat het voor de invoeringsdatum was. Die zijn gewoon ook, als het goed is, binnen de termijn afgehandeld.
Zijn we ook efficiënter, zeg maar, gaan werken daardoor. Ik zie ook echt een stukje digitalisering van, nou jongens, nu hebben we ook een stuk ontsluiting van beter potentieel binnengeharkt. Doe dat op deze zo zijn aangesloten.
Gaan werken. Kijk, we hebben met de start van de Omgevingswet, of eigenlijk in de voorbereiding van de Omgevingswet, de processen allemaal opnieuw in kaart gebracht, ontworpen, nieuwe systemen ingericht. Is dat efficiënter dan het oude systeem? Voorheen hadden we ook een digitaal systeem. Het enige wat het DSO eigenlijk toevoegt, is een digitaal systeem om in te dienen. Dat hadden we voor de Omgevingswet ook, dat heette het omgevingsloket. Zoals het nu eigenlijk ook heet, bij de vakmensen vaak aangeduid als het OLO, vroeger omgevingsloket online, dus daar verandert niet echt wat in. Processen zijn iets aangepast, iets veranderd, maar de efficiëntieslagen denk ik dat we ook de komende jaren nog moeten gaan vinden doordat we echt goed gaan leren hoe we met die wet moeten omgaan.
We hebben, één van de uitgangspunten bij het plan van aanpak dat we destijds hebben vastgesteld, was ook bestaand beleid waarover al geparticipeerd is als ons vertrekpunt en maken samenhangende en inhoudelijke dilemma's inzichtelijk en bespreekbaar. Die passen we nu aan, omdat we daarbij eigenlijk aangeven dat, juist precies wat de heer Van Vliet bedoelt. Het kan zo zijn dat, hè, in de visie brengen we eigenlijk samenhang tussen die verschillende beleidsterreinen en wat we willen voorkomen is dat je eigenlijk nou iets wat we willen op het gebied van groen, iets wat we willen op het gebied van wonen, iets wat we willen op het gebied van zorg. Als we dat gaan stapelen met elkaar dat we eigenlijk zeggen, ja, maar in de praktijk, als we al die dingen stapelen, dan kan het niet. En dan moeten we daarvoor keuzes maken, dus dan kan het zijn dat juist in die dilemma's die we in het traject van de omgevingsvisie willen we dat inzichtelijk maken dat ook noemen, hè? We stapelen nu een aantal ambities op het gebied van inhoud, dat kan juist leiden tot een aanpassing van dat bestaande thematische beleid, dus het idee is niet. We nemen bestaand thematisch beleid, ook of dat 30 jaar geleden is, hè? Mocht dat zo zijn, dan is juist het hele traject rondom de omgevingsvisie kan aanleiding zijn om te zeggen, ja, maar nou moeten we dat thematische beleid juist ook aanpassen, dus we werken daar eigenlijk volgens dat we zeggen, de visie is bovenliggend boven dat thematische beleid. We proberen juist de dilemma's inzichtelijk te maken en daar waar het nodig is om op basis van de keuzes die we maken met de omgevingsvisie iets thematisch aan te passen of dat nou parkeerbeleid is of het is je woonbeleid of het is je beleid rondom speelpleinen of wat dan ook, dan moet je dat beleid ook meteen. Nou ja, niet meteen, maar dat volgt er dan uit, dus ik denk dat op het moment dat wij de en maar kijk ook even naar Janneke die projectleider is voor de omgevingsvisie, het moment dat wij straks komen met de keuzes, hè? We komen met denkrichtingen, kunt u in de planning ook zien. En we gaan uiteindelijk een keuze maken, we gaan deze denkrichting en we stellen de omgevingsvisie vast. Daar kan ik me goed voorstellen, maar dan, hè, Janneke dat we daar ook inzichtelijk maken. Dat betekent dat we die en die en die beleidsstukken bijvoorbeeld of dat we dat beleid op thema toch wat moeten aanscherpen en aanpassen. Ik hoop dat dat even de vraag beantwoordt, heb je daar nog aanvullingen op Janneke? Ik kijk even naar de heer Van Vliet, voorzitter, of dat meteen al helderheid geeft, want anders is er misschien in deze beperkte setting van raadsleden de kans zometeen al een wedervraag van de heer Van Vliet te verwachten.
Op zich geeft het dank voor de beantwoording. Zoals het nu staat, is het wel zo dat, nou ja, dat bestaand beleid waar overal is geparticipeerd en bestaande regelgeving het vertrekpunt zouden zijn. Dat zou je dan ook niet kunnen schrijven, want in principe kun je ook zonder datgene wat u aangeeft ook zeggen van de omgevingsvisie. Kijk naar die verschillende beleidsterreinen en maak dan een keuze van oké, dit en dat moet aangepast worden. Dus dan zou je niet hoeven aan te geven dat bestaand beleid het vertrekpunt is. Zoals het nu staat, lijkt het alsof er weinig ruimte is om bestaand beleid aan te passen, dus dat geeft dan een verkeerde verwachting bij uitgangspunt 5 dat...
Dat is er juist wel, hè, maar je moet ergens vandaan vertrekken, dus het is maar net hoe je vertrekpunt leest. Het vertrekpunt is voor ons, we nemen dat bestaande beleid wel mee in de hele participatie die we rondom de omgevingsvisie gaan doen. En op het moment dat blijkt dat we tegen dilemma's of benodigde aanpassingen aanlopen, moet dat juist ook aangepast worden. Dus het is meer dat wij willen voorkomen dat we op allerlei deelonderwerpen nog een apart participatietraject gaan hanteren. Iemand zegt ja, maar ik wil eigenlijk opnieuw over het hele parkeerbeleid een participatietraject hebben, dan zeggen we nee, dat hebben we al gedaan. Maar op het moment dat we die integrale afweging en keuzes gaan maken en we lopen daar tegenaan, oké, als we kiezen voor optie A of voor optie B of optie C, dan kan het wel zijn dat we daarin wellicht nog iets moeten aanscherpen op ons parkeerbeleid. Ik noem maar even een thema, maar het is niet dat we helemaal opnieuw de participatie van het parkeerbeleid bij de hand gaan pakken. En dat is de reden waarom we zeggen, de participatie op die thematische onderdelen is al gebeurd, maar het is niet zo dat het in beton gegoten is en dat het niet meer kan leiden tot aanpassingen tot zover.
Dank u wethouder, dan kom ik toch bij uw voorbeeld van het parkeerbeleid terug. U zegt van ja, in principe, als daar al over geparticipeerd is, staat dat en soms kan het bij de omgevingsvisie een afwijking geven omdat het belangrijk is. Maar dat betekent nog steeds dat het parkeerbeleid kan zijn van 30 jaar geleden, waar dan vanuit gegaan wordt. En ja, uitgaan van het bestaand beleid, denk ik dat je dat niet bij het vormen van visies en plannen als uitgangspunt moet nemen, maar ook moet kijken of er veranderingen nodig zijn. Dus in die zin heb ik wat moeite met de uitleg. Ik begrijp in ieder geval uw woorden, maar ik vind het risico dat je bestaand beleid wat 10 jaar geleden is vastgesteld, als uitgangspunt neemt bij deze plannen en omgevingsplan, dan zou je moeten zeggen bijvoorbeeld dat deze raadsperiode mag...
Mag ik heel even ingrijpen hier, want zo langzamerhand begint het het karakter van een debat te krijgen. Ik hoor geen vraag, maar eigenlijk een herhaling van een probleem waar u mee zit.
Als we beleid hebben dat sterk verouderd is, staat dat in de reguliere cyclus natuurlijk ook al wel op de nominatie voor actualisatie. Dus ik denk dat dat daarin zeker meegenomen wordt en voor de omgevingsvisie geldt dat we gewoon wel graag een basis willen hebben, want op het moment dat we zeggen, we beginnen op nul, ja, dat zou echt al het beleid dat we hebben en al het werk dat erin is gestoken en alle kaders die we ook hebben, die we ook gebruiken voor het omgevingsplan, dat we daaraan voorbijgaan. Dus we vinden het wel belangrijk dat we dat als vertrekpunt nemen. Maar zoals de wethouder ook uitlegt, willen we voorkomen dat we het 100% overnemen en dat we dan toch knelpunten tegenkomen.
Alle helderheid. We hebben dit vertrek- of dit uitgangspunt ook eerder al vastgesteld met elkaar. Wij voegen er alleen juist iets aan toe dat bedoeld is om te benadrukken dat het bestaande beleid niet in beton gegoten is, maar dat het juist op basis van het hele traject dat we nu gaan doen, kan leiden tot aanpassingen. En daar komt-ie. Onderstreept de regel in het raadsvoorstel. We werken hier volgens een principe van thematisch beleid, volgend de omgevingsvisie. En dat is juist de hele reden om het niet... Nou, volgens mij ga ik mezelf herhalen, voorzitter.
Nou dank ook. Vanuit, zeg maar, mevrouw Lamberts over dat je, zeg maar, de plannen die er al zoveel jaar bestaan dat je niet, zeg maar, van op nul begint, begrijpelijk bij een omgevingsvisie en omgevingsplan. Waar is de grens? Zeg maar dat je plannen van 30 jaar of 40 jaar geleden. Of waar zit je dan van OK, wat neem je mee? Wat neem je niet mee of is daar geen grens aan?
Grenzen aan gegeven. Kijk, en op het moment dat we in die inventarisatie overduidelijk erachter komen dat het verouderd is, ja, dan zullen we dat met een motivatie in de omgeving zien. We zullen er wel wat over zeggen, maar we hebben daar geen grenzen aan gegeven, want soms heb je beleid dat ouder is, dat nog best wel passend is. Dus ik denk dat we vooral naar de inhoud van het beleid moeten kijken ten opzichte van de termijnen.
Want interruptie met een verduidelijkende vraag. Als we praten over beleid waarover al is geparticipeerd, dan zal dat toch niet oud beleid zijn, want het al 30 of 40 jaar bestaat. Het is allemaal beleid van de laatste jaren. Globaal OK, dank u.
Die gaat over. Ik probeer de vraag even wat scherper te krijgen, want volgens mij hebben wij in de voortgangsrapportage als ook destijds bij de vaststelling van het plan van aanpak aangegeven dat zowel de burgeramendementen als de motie van GroenLinks bij de vaststelling van de ASO, dat die in het plan van aanpak ook verwerkt zijn. En dat is ook de reden waarom wij daarin hebben aangegeven in het plan van aanpak hè? We gaan verschillende stappen doorlopen. Daarin hebben we een aantal dingen gedaan hè? Er komt een plan van aanpak voor het hand van participatie, plan van aanpak voor de omgevingsvisie en een plan van aanpak voor het omgevingsplan. Ten aanzien van de visie hebben we ook aangegeven. Ten behoeve daarvan is het ook nodig om een aantal zaken te inventariseren. We hebben daarbij steeds ook benadrukt prima dat er één motie en ook een burgeramendement ligt die inzoomt op de groenblauwe waarde. Die vinden we ook belangrijk, maar wel in samenhang met de andere inventarisaties. Dat is wat we ook steeds gedaan hebben bij het plan van aanpak. En wat we nu eigenlijk proberen te doen in deze voortgangsrapportage, dat hebben we ook gedaan overigens tijdens de avond die begin februari was, inderdaad met dank dat we de Raad hebben meegenomen. Hoe staat het nou met die inventarisaties? Daar hebben we zowel de groenblauwe waarde laten zien en u heeft daar ook kennisgemaakt met de nieuwe medewerker, die daar ook veel kennis en expertise op heeft. Daarin hebben we ook het verhaal rondom wonen alsook wat we doen rondom de maatschappelijke voorzieningen. En dat krijgt eigenlijk ook zijn weerslag in deze voortgangsrapportage, waarbij we ook wel hebben aangegeven dat we rondom de visie iets meer de tijd nemen en waar dat ook door komt. Dus ik ben even aan het zoeken, voorzitter, waar de raadslid van het niet terug zou zien in deze voortgangsrapportage, want we proberen het juist in totaliteit en in samenhang met al die andere zaken dus niet alleen groenblauw, maar ook de andere inventarisaties steeds een plek te geven. Dus wat mist hij dan nog in de voortgangsrapportage?
Er zijn vragen gesteld in een raadsvergadering over of er bij de voortgangsrapportage ook de diverse onderdelen uit de GroenLinks-motie aan de orde zouden komen. Bij deze voortgangsrapportage kan ze oplezen wat de onderdelen zijn, verzoekt het college. Nou ja, dan krijg je onder andere de natuurwaarde, groen-blauwe waarden van die diverse deelgebieden, deelgebied overstijgende natuurwaarde en groen-blauwe waarden te laten inventariseren en met een voorstel richting de raad te komen, daarbij met de toetsing op welke wijze toetsing kan worden verzekerd. De inventarisatie van de aaneengesloten en robuuste natuurgebieden, natuurcorridors en ecologische verbindingszones. En zo zijn er nog twee of drie onderdelen en in beantwoording is gezegd dat bij de voortgangsrapportage niet alleen hierop, maar breder, maar ook hierop terug zou worden gekomen. Daar is bevestigend op geantwoord en ik kan er niet in deze voortgangsrapportage dit terugvinden. Behalve een verwijzing naar de Omgevingsvisie 2050. En het is geen antwoord op mijn diverse onderdelen van die motie.
Ik heb twee dingen. Ik zou even kunnen kijken naar mijn achterzijde, want daar zit David. Het klopt dat we niet de compensatieregeling bijvoorbeeld hebben genoemd. Dat hebben we in de informatiebijeenkomst van februari wel heel duidelijk benoemd, hè? Dus dat is wel echt heel duidelijk aan de orde geweest. Dus ik zit even te zoeken naar uw... We hebben volgens mij in deze voortgangsrapportage geprobeerd te schetsen wat we in den brede doen en dat wij in juni ook terugkomen bij de Raad met de stand van zaken van de inventarisaties. Dus ja, in die zin nou, uw vragen stelden een verhelderende vraag. Ik kijk even naar mijn achterzijde. Misschien dat David, kan jij daar nog een aanvulling op doen, want er gebeurt wel degelijk een hoop op dit gebied. Maar we hebben dat niet heel expliciet er nu uitgelicht. Als het gaat over... kijk, daar is nog plek, dus er is nog een microfoon vrij. Dat is heel fijn.
Ik daarop mag reageren. Wij zijn bezig met de verkenning van het groencompensatiebeleidsysteem. Daarin hebben wij diverse gesprekken gevoerd met onder andere inderdaad ook wat aangedragen was in Amersfoort, maar ook een vergelijkbaar systeem van Alkmaar. Ja, wij zijn er volop in gesprek en aan het verkennen hoe we, zeg maar, ook juist binnen dat groencompensatiebeleid die toetsingskaders kunnen opnemen. Dat compensatiebeleid heeft bijvoorbeeld ook een systeem waarin toetsingskaders opgenomen zijn, zeg maar wat eigenlijk een vertaling is van de waardering van het groen en ook op biodiversiteitsniveau. Dus dat ja, die verkenning loopt.
Ja en nog ter aanvulling denk ik wat belangrijk is, is: we hebben nu ook in de beantwoording van de schriftelijke vragen die er geweest zijn, de planning over de ESO. Kunt u de Raad uiterlijk eind januari informeren over de achtergrond en dat verhaal? Nou ga ik opnieuw. De burgeramendementen en de moties zijn met het vaststellen van de ASO in mei 2023 in het plan van aanpak opgenomen. De voortgang van deze onderdelen uit het plan van aanpak wordt in de integrale voortgangsrapportage meegenomen. We hebben de Raad daar in februari over geïnformeerd. We hebben hier nu niet in deze voortgangsrapportage nog expliciet die onderdelen uitgehaald, maar op 26 juni is er een bijeenkomst met de Raad waar u over deze onderdelen uitgebreid wordt geïnformeerd. Ik kan u verzekeren dat die meneer die u net beantwoordde daar ook bij aanwezig is, net zoals een aantal andere ambtenaren die er bij de februari sessie ook bij waren, dus daar wordt uitgebreid ingezoomd op deze onderdelen.
Ik kijk even naar de vragen stellen, want ik proef dat er een beetje teleurstelling was over het feit dat in deze voortgangsrapportage die nu voorligt, het onderwerp niet letterlijk benoemd werd. Is met wat er nu gezegd is van de kant van de mensen die net geantwoord hebben voldoende gevoel bij u over de voortgang van dat gedeelte? De teleurstelling...
Teleurstelling die u aanvoelt is terecht, dus dat klopt en ik probeer wel te kijken vanuit die teleurstelling. Vooral naar wat kunnen we realiseren? En in die zin is de beantwoording dat op dit moment die inventarisatie loopt en ook gekeken wordt naar een toetsingskader een ja. Dat is een beantwoording waar ik heel gelukkig van word. Dus in die zin is dat wel heel positief. Misschien is het goed om ook naar andere onderdelen te kijken van die motie om te zien of dat meegenomen kan worden in het verdere verloop. Het gaat er mij niet om dat alles formeel wel of niet klopt. Ik denk dat het niet helemaal gelopen is zoals ik gevraagd heb en waarop de toezegging is geweest. Maar laat dat maar, het gaat mij om welke resultaten we behalen op deze onderwerpen.
Zeker voorzitter, maar ik denk ook dat het heel belangrijk is om één van de uitgangspunten bij het plan van aanpak te herhalen. We doen het zoveel mogelijk met eigen mensen en dat vind ik wel belangrijk om te herhalen. Dat betekent ook dat we als college bij de begroting ook extra geld hebben gevraagd vorig jaar. Die is gelukkig ook toegezegd. Daarvoor zijn we, vooruitlopend op die toezegging of die bevestiging van de begroting, al met de werving aan de slag gegaan. Dat is ook de reden dat David onder andere eerder al geworven is dan we eigenlijk formeel het geld hadden. Nou, en ik ben blij om te zien dat ook de heer Van Vliet van mening is dat er volop wat gebeurt, juist ook vanuit de zorg die er is bij de Raad. Wat gebeurt er met al die inventarisaties? Dat we die extra avond georganiseerd hebben en dat we ook, zoals u in het plan van aanpak of in de voortgangsrapportage kan zien, ook extra momenten gaan inbouwen met de Raad om de voortgang erin te houden. Dus meer dan één keer per jaar deze voortgangsrapportage en er is ook nog daarnaast een avond waar de Raad ook in meegenomen wordt. Nou, het zijn allemaal manieren waarop we de enorme exercitie die het is, de hele omgevingsvisie en omgevingsplan, goed de Raad aangehaakt te houden. Met uw welbevinden heb ik daarmee volgens mij vraag twee van GroenLinks beantwoord. Dan kwam er nog een verhaal rondom onderdeel participatie en waar het mogelijk is om een hoger niveau dan raadplegen toe te passen. Ik zou daar twee dingen over willen zeggen. Allereerst is die hele participatie onder de Omgevingswet een belangrijk element. Nou, toevallig, niet geheel toevallig, maar een aantal raadsleden was er vandaag ook even bij, bij een werkbezoek van de commissaris van de koning, die ook wel bevestigde dat we als gemeente Zeist altijd wel voorop lopen als het gaat over verschillende manieren van participatie en hoe we onze inwoners betrekken bij verschillende vraagstukken die er zijn. In dat licht is het ook dat we hebben gezegd, goh, we hebben een handvat participatie wat van toepassing is op onze eigen gemeente. Daar staan ook verschillende niveaus van participatie in en daarnaast is dat handvat participatie voor initiatiefnemers en inwoners ook iets wat we doen. Nou, alleen al het feit dat we over dat handvat voor initiatiefnemers zelf volop ook geparticipeerd hebben, daar hebben we ook positieve feedback op gekregen. Dus in die zin zou je kunnen zeggen, nou, we hebben onszelf ook aan onze eigen regels daarin gehouden. Dat is één. Dat zijn volgens mij hele goede en constructieve sessies geweest met verschillende, nou, zowel ontwikkelaars, inwoners als ook de groene groepen die veelvuldig natuurlijk meedoen in participatietrajecten. Dat is één. En tweede is, het is natuurlijk wel afhankelijk van de gebiedsontwikkeling en de verschillende projecten op basis waarvan je welke mate van participatie toekent. Dus de vraag van GroenLinks, voorzitter, van: op welke manieren kunnen we naar, of welke momenten kunnen we een hoger niveau van participatie toepassen dan raadplegen? Ja, dat kan in mijn optiek altijd, maar het is wel mede afhankelijk van welke stakeholders er zijn, hoe krijgen we ook de toekomstige bewoners, hè? Dat is ook één motie die ook unaniem door de Raad is aangenomen, die nu ook een plek krijgt in het handvat voor initiatiefnemers en die gaat binnenkort naar u als Raad toe. Dus we proberen op verschillende manieren te kijken en daar waar het kan, zou ik ook zeker initiatiefnemers aanbevelen daar waar het lukt. Dus ja, dat is misschien een beetje een cryptisch antwoord, maar om nou per definitie te zeggen, we gaan altijd het niveau van raadplegen omhoog gooien, daarvan zou ik willen zeggen, nou nee, ik denk dat je afhankelijk van de context, de verschillende stakeholders die erbij betrokken zijn, de belangen die er spelen, ben je zelf initiatiefnemer als gemeente of niet, of is het een co-creatie, dat je wel kunt kijken. En soms is het, nou om bijvoorbeeld te kijken naar, ik pak maar even PGGM herontwikkeling, dat is zo'n voorbeeld waar de Raad ook heeft gezegd, in principe raadplegen, maar daarbinnen heb ik al met bijvoorbeeld Amfes gehad, zit er echt wel ruimte om te kijken op bepaalde onderdelen om dat niveau wellicht omhoog te krijgen. Dus in die zin is het niet eens luid en duidelijk antwoord, maar ik probeer eigenlijk een meer genuanceerd antwoord te geven op uw punt.
Dank voor uw antwoord. Mijn vraagstelling op zich was ook in lijn, zeg maar met het antwoord dat hij dan in deze geeft. Alleen in het voorstel staat het niet zo. Er staat echt duidelijk: het niveau is raadplegen en zou het dan niet aangepast kunnen worden naar: het niveau is raadplegen en waar mogelijk adviseren. De
Dan begrijp ik de vraag nu beter, want ik had even het in mijn hoofd van participatie in en breder in de Omgevingswet en u heeft het hier over. Als het gaat over de participatie die we gaan doen op de verschillende onderdelen van dit plan van aanpak. Kijk, daarin hebben we heel duidelijk een keuze gemaakt dat wij zoveel mogelijk inwoners willen betrekken bij dit verhaal. Een van de uitgangspunten bij het plan van aanpak van de Omgevingswet was ook, hè, we doen recht aan de pluriformiteit van de samenleving. Dat betekent ook dat op het moment dat je het niveau van adviseren kiest, dan vraagt dat ook een soort interactie, dan kijk ik ook even naar Janneke. Die best wel veel vraagt van onze inwoners. En terwijl juist bij dit verhaal wat we zien, is dat dat niveau van participeren voor de beter geëquipeerde inspreker, noem ik het maar even, helemaal geen probleem is. Sterker nog, die zou het liefst nog verder gaan. Maar dat juist voor de mensen die je wilt bevragen en die niet zo vaak inspreken in de Raad en dat ook spannend vinden, wil je juist op een laagdrempelige manier en zo breed mogelijk raadplegen niveau inzetten, zodat je ook veelvuldig of veelzijdigheid van stemmen hoort. Vul me even aan, ja, Janneke, als je.
Ja, op zich denk ik dat het een goed uitgangspunt is om te proberen meerdere delen van de samenleving te betrekken bij de planvorming, omdat sommige groepen soms wat minder goed aangehaakt zijn. Dus om daar naar te kijken is denk ik een lovenswaardig streven. Maar het niveau, zeg maar dat je een aantal groepen ook benadert en raadpleegt, wil niet zeggen dat je ook ruimte kunt bieden voor adviseren waar dat mogelijk is. Dus ja, ik zou het niet zo zwart-wit zien en heeft u...
Een voorstel zou kunnen zijn: raadplegen om zoveel mogelijk diverse groepen te betrekken en aanvullend waar mogelijk ook ruimte voor advies te geven. Daarbij
Wil ik wel aangeven. Kijk, de hele reden waarom we gekozen hebben voor raadplegen heeft wel met die gelijkwaardigheid van inbreng te maken. En op het moment dat dat, hè, ik heb zo niet grote problemen met dit punt op het moment dat het de ruimte laat aan ons als college om te bepalen wanneer we dat doen. Maar ik vind het wel belangrijk om vanuit... Er zit wel een filosofie achter en die filosofie is dat wij zoveel mogelijk inwoners op gelijkwaardige wijze willen betrekken bij deze participatie. En op het moment dat ik bepaalde groeperingen, nogmaals hè, die heel goed in staat zijn om op dat niveau van advies te kunnen participeren, geef ik hen wel een grotere plek of positie dan anderen. En volgens mij, nou hè, als u zegt daar waar dat mogelijk is en u laat daar vervolgens ook de ruimte aan het college om daar een inschatting in te maken, ja, dan zou ik daar niet een heel groot probleem mee hebben. Maar ik vind het vertrekpunt wel belangrijk. We hebben bewust gekozen bij de vaststelling van het plan van aanpak voor dat niveau van raadplegen echt vanuit de filosofie: hoe krijg je zoveel mogelijk inwoners op een gelijkwaardige en gelijke inbreng? Omdat ik echt ook wel zie, en dat is niks ten nadele van de insprekers, hè? Want we hebben hier insprekers op het dossier ruimte of de portefeuille ruimte die echt ook wel heel betrokken zijn bij onze samenleving. Dus ik wil ook niet, en die hebben ook zeker goede kritische inbreng waar we ook ons voordeel mee doen. Maar juist bij dit proces waar we keuzes voor de toekomst gaan maken, hoe gaat Seis eruitzien? Welke richting gaan we op met Seis? Vind ik het zo belangrijk om de niet-gehoorde stem ook een plek te geven. En dan zeg ik, dan kies ik liever voor dat laagdrempeligere niveau van raadplegen om echt recht te doen aan die pluriformiteit. Want anders ben ik toch bang als daar weer een soort nuance in komt van toch die advisering, dan vrees ik dat, vrees, maar dat klinkt dan zo negatief. Zo bedoel ik dat niet, maar dan voorzie ik wel dat dat niveau van adviseren vooral wordt ingevuld door de partijen die hun weg in deze gemeenteraad al wel weten te vinden.
Ik vraag me af of het college hier niet neigt naar discriminatie. Ik bedoel gelijkwaardigheid, gelijkwaardigheid als je hiervan maakt. We kiezen in principe voor het participatieniveau raadplegen, maar sluiten andere participatieniveaus zeker niet uit.
Heb ik volgens mij ook gezegd. Ik geef alleen even wel. Ik probeer alleen even filosofie van het niveau van raadplegen. Daarvoor heb ik volgens mij een toelichting gegeven, maar ik kan heel goed leven met de definities zoals die er nu zijn gegeven. Of de aanvulling die u heeft gegeven, voorzitter, dus.
Waarvoor uiteraard om dat te doen, maar ik zou willen zeggen, volgens mij houden we vast aan de uitgangspunten zoals we die vastgesteld hebben bij het plan van aanpak. Als de Raad daar op basis van voortgangsrapportage een ander inzicht in heeft, dan kan dat. Dus, maar ik probeer uit te leggen waarom we kiezen voor het niveau van raadplegen en welke filosofie erachter zit. En ja, ik ga mezelf niet herhalen. Het is dan misschien buiten de orde van deze vergadering dat ik dat nog met de heer Physicalini verder bespreek.
Ik denk dat het verstandig is om nog wat korte aanvullende vragen toe te laten, maar dan tot een afronding te komen op dit punt. Ik zag in ieder geval als eerste een vinger van de heer Tompot en daarna de heer Van Vliet, ja.
Ja, dank u voorzitter. Ja, wat ik erover zou willen zeggen nog, we hebben natuurlijk in het verleden enkele jaren terug wel als gemeente ooit één keer zo'n grote inwonersadviescommissie opgezet waarbij het participatieniveau werd gesteld op adviseren. Maar dat hebben we zo opgezet, dat zal ik maar zeggen vanuit de gemeente, op de mensen die helemaal geen kennis hadden van bezuinigingen. Toch werden meegenomen, zal ik maar zeggen in de materie en ik denk dat je zo'n opzet zo ook hier zou kunnen overwegen bij bepaalde dossiers binnen de omgevingsvisie of waar dan straks over geparticipeerd kan worden dat je dat ook zo'n voorbeeld hier zou kunnen toepassen. En als je dat op die wijze doet, dan heb je misschien ook wat. Dan doe je ook wat aan die informatievoorsprong van bepaalde organisaties of mensen die, zal ik maar zeggen, gewend zijn om overal over in te spreken ten opzichte van de mensen die nog...
Wethouder, nou voorzitter, allereerst zou ik willen zeggen hoe prijzenswaardig de inwonersadviescommissie ook zeker goed werk heeft gedaan, was dat ook wel een steekproef van inwoners, zeker een selecte steekproef om verschillende mensen, maar ook wel best een kostbare exercitie en hier gaan we iets doen wat voor heel Zeist van toepassing is en ook gebiedsgewijs. Ik denk dat het belangrijk is om te kijken, de suggestie kunnen we altijd meenemen. We komen in ieder geval eind dit jaar met een participatieaanpak naar de Raad toe, hoe wij ook de hele aanpak, hoe hele participatie willen aanvliegen als het gaat over de omgevingsvisie. En dat zou nog een goed moment zijn om nader met de Raad over in gesprek te gaan, hoe we dat precies gaan aanpakken. Maar de suggestie van de heer Trompelt is zeker gehoord. Dank.
Eigenlijk alleen zeggen op zich dat. Dank aan de wethouder voor de beantwoording. Gelijkwaardigheid wil niet zeggen voor mij dat je dan ook niet alle mensen ruimte kan geven, want dat zou betekenen dat je die waardevolle informatie zou kunnen missen. Maar ik denk dat we, om te voorkomen dat we herhaling van zetten, dat het verder aan de Raad is om te kijken op welke manier we misschien ook samen kunnen kijken op welke manier we dat kunnen vormgeven. Maar dat als reactie nog even op de beantwoording. Dank u.
Inmiddels is de heer Tompot aan de beurt geweest. Ik zie nu ook vingers van andere raadsleden. Iedereen gaat nog een keer aan de beurt komen. Er komt in ieder geval nog een tweede ronde. De heer Bliekendaal dankt de wethouder.
Zeg maar voor de niet gehoorde stem, dus jongere mensen met een migratieachtergrond, en niet alleen de bekende groepen die we altijd aan het woord horen. En mijn vraag was, welke nieuwe participatiemiddelen betrekt de wethouder dan om juist die groep die niet wordt gehoord, wel te betrekken dit keer? Voorzitter.
Ja, toch nog even een vraag over die participatie. Ik ben nieuw in het dossier, maar als volksvertegenwoordiger vind ik het ook belangrijk om te begrijpen hoe we daarin staan, die participatie. Mijn vraag is concreet. Ik hoorde u net een paar keer zeggen: raadplegen waar mogelijk en adviseren waar dat kan. En ik vraag me af, wat zijn dan de criteria om te bepalen waar dat kan? Want ik zou zeggen, als buitenstaander, dat het altijd kan, maar wat zijn dan de doorslaggevende criteria om het wel of niet te doen?
Ja, we hadden in de eerste termijn geen vragen verder, maar nu heb ik die ook niet. Het is vergeten, is een heel reële, vinden we ook voortgangsrapportage, met name de ervaringen die nu opgaan waarin voor de eerste deelgebieden worden gebruikt om te kijken of alles goed gaat. Ik ben eigenlijk benieuwd, we zijn al een paar maanden bezig. Ik heb niet gezien hoe die eerste maanden ervaren zijn of ik moet het ergens anders samen kunnen vinden, maar ik ben heel benieuwd hoe de eerste maanden met de deelgebieden zijn ervaren.
Voorzitter, bij actueel uitgangspunt nummer 3 staat de omgevingsvisie. Zij is voor 2050 en het definitieve omgevingsplan volgt. En zo ja, met welke omgevingsprogramma's gaat de gemeente werken? Nou, dat definitieve omgevingsplan zal er zijn in 2032, mogelijk iets eerder. De omgevingsvisie zal er ook nog niet zijn. Ja, de planning is dan ongeveer 2026 en dan staat er dus uit die omgevingsvisie en het definitieve omgevingsplan volgt met welke omgevingsprogramma's de gemeente gaat werken. Hoe moet ik dat precies zien? Wanneer wordt het dan duidelijk? En wat zijn daarbij de criteria of je wel of niet met omgevingsprogramma's gaat werken? Dus graag ook meer toelichting erop.
Denk dat het goed is dat de heer Blikkendaal de vraag stelde over welke nieuwe participatievormen? Ik zou eigenlijk willen voorstellen voordat we een hele uiteenzetting krijgen over welke vormen dat allemaal zijn, dat ik eigenlijk even verwijs naar het feit dat wij eind dit jaar komen met een participatieaanpak voor de omgevingsvisie. Ik lees dit of hoor dit als een suggestie ook gewoon om te kijken naar nieuwe vormen en ik denk dat het goed is dat we die dan ook meenemen en eind dit jaar naar de Raad komen met deze participatieaanpak, Voorzitter.
Tweede is dan de vraag van NDZ over adviseren of raadplegen op basis waarvan. Ja, ik kijk ook even naar je, naar mijn rechterzijde. Nee. Oh sorry. Ja, dat was van jullie ja oké excuus excuus excuus ChristenUnie ja. Ik zit even te dubben of ik nou niet in herhaling treed van wat ik eerder heb gezegd. Van waar zou dat adviseren dan van toepassing kunnen zijn? Ja, ik zit daar even over te dubben Janneke, misschien dat jij mij daar heb je daar een beeld bij? Nee, ja, we hebben heel bewust gekozen voor die twee. Voor die niveaus van raadplegen. Maar ja, we adviseren. Waar dat ja waar dat kan, ja, dat kan ik nu nog niet zo. Ja, je vraagt eigenlijk iets waar ik nu geen antwoord op kan geven. Ik ben even aan het kijken naar Arno. Ik sluit adviseren ook niet uit, alleen ik kan nu niet de criteria van tevoren hanteren, maar op basis waarvan ik nu zeg onder deze en deze voorwaarden hanteren we het niveau van adviseren.
De vraag werd gesteld, dus ik probeer dan ja, nou ik, daar kan ik nu aan de voorkant niet zomaar iets over zeggen. Wij sluiten het niet uit. Dat is wat ik eigenlijk probeer aan te geven, dus
En ik denk dat mijn vraag is van waar het kan suggereert dat het niet altijd kan en soms wel, dus volgens mij. Ik schat in dat u daar toch nog wel een beeld bij heeft wat dan situaties zijn. Blijkbaar zijn er redenen om het soms wel te doen en om het niet te doen, of is dat dan echt nog helemaal niet helder?
Ik heb even de neiging om in te grijpen in zoverre dat er nu een aantal keren van de kant van het college gezegd is: we gaan in ieder geval uit van raadplegen, maar sluiten een uitbreiding niet uit. Maar dat is wat anders dan dat je zegt: we stellen de kaders vast wanneer er wel naar adviseren moet worden gegaan. Dus ik denk dat wat er gezegd wordt is: het hoeft niet altijd alleen maar raadplegen te zijn. Punt.
In principe zou je kunnen zeggen, we nemen alles mee wat wordt ingebracht. Daarmee zou eigenlijk alles een advies kunnen zijn, maar alleen dan niet in de termen van het handvat participatie. Ik denk dat we al werkenderwijs moeten kijken waar dat niveau van adviseren ook van toepassing kan zijn. Kijk, dit is één grote exercitie, want daar kom ik ook meteen op de vraag van de fractie van Zeistpunt: welke ervaring heeft u nou in de eerste deelgebieden? Die zijn er in die zin nog niet. We zijn met een startnotitie bezig en die startnotitie komt ook naar uw kant toe. Om hoe we dat willen aanpakken voor die twee eerste deelgebieden, daarvoor zijn we nu in de voorbereidingen aan het treffen. Dus we zijn volop nu bezig met twee bureaus om als eerste toe te werken naar startnotities. We onderzoeken die verschillende werkwijzen om tot die geschikte aanpak te komen voor de overige gebieden. En ja, we zitten echt in dat leertraject om te kijken hoe die ervaringen zijn. Dus dat is ook de reden waarom ik denk dat het goed is dat de Raad niet alleen maar één keer per jaar deze voortgangsrapportage krijgt, maar ook op een ander moment in het jaar, al dan niet via een RIB of via een informatiebijeenkomst. Ik neig naar een informatiebijeenkomst, maar dat is uiteindelijk aan de Raad omdat ik merk dat juist ook dit gesprek tussen Raad en college en ook de ambtenaren daarbij helpend is om met elkaar te leren en te kijken hoe we deze grote exercitie voor de komende jaren lerenderwijs steeds beter kunnen doen. Ook in samenspraak met onze inwoners. Dus dat even en dan de vraag over de omgevingsprogramma's. En dan kijk ik even naar Janneke om daar antwoord op te geven.
Dat daar zal ik antwoord op geven. In de omgevingsvisie staat dat of in het plan van aanpak staat dat we in het kader van de omgevingsvisie gaan bepalen of en zo ja, welke programma's er nodig zijn. Ja, dat blijft het traject. Kijk, de omgevingsvisie is een visie voor de lange termijn. Die geeft ambities en doelstellingen weer en programma's. Dat geeft eigenlijk antwoord op de hoe-vraag van hoe gaan we dan die doelen halen? Maar het is niet nodig om programma's te doen. Je kan bijvoorbeeld die hoe-vraag ook beantwoorden met het omgevingsplan of misschien wel via een begroting, weet je? Er zijn veel middelen die uiteindelijk antwoord kunnen geven op hoe je dat dan gaat bereiken als gemeente. Maar programma's is daar één onderdeel van en dat zullen we op het moment dat we richting het einde van de omgevingsvisie naderen. Zullen we daar een voorstel voor doen waarvan wij denken van voor die onderdelen is dat nodig, zijn ook wel een aantal verplichte programma's die wij op moeten stellen en dat zullen we sowieso oppakken. Volkshuisvestingsprogramma is daar een goed voorbeeld van.
Ik heb nog gekeken, zeg maar, naar de verschillende onderdelen van deze implementatie, het omgevingsplan en de financiële middelen. En ik zie nog wel door de jaren heen enkele tekorten in de borging, ook de financiële borging van deze plannen. Dus kan daar meer flexibiliteit over worden gegeven?
Ja, ik denk dat twee dingen en dan kijk ik ook even naar Arno als programmamanager. Wij hebben vorig jaar bij de begroting best een forse claim gedaan voor de fysieke leefomgeving. Die was ook nodig om recht te doen aan dat uitgangspunt dat we zoveel mogelijk met eigen mensen intern ook dit willen doen. Dat is ook gebeurd, hè? In die zin ook blij dat de Raad ons daar de ruimte voor heeft gegeven. Parallel daaraan zijn we nu wel bezig om bij de... In dit jaar, hè, we zijn, we hebben geld van 2024 meegenomen naar 2025. Kunt u in de tabellen ook zien? Hè, dus we zijn nu volop bezig met die werving van die zaken. Maar we zijn nu parallel daaraan in 2025 ook bezig om een aantal investeringen te doen op het gebied van ICT. Dan moeten ook een aantal bureaus ingeschakeld worden die ons gaan helpen, met name met omgevingsplannen, hè dus? Bureaus die ook goed zijn in het schrijven van... Vroeger hebben we dat ook gedaan bij bestemmingsplannen dat we daar externe expertise bij hebben. Nou ja, en kortom, daar hebben we ook geld voor nodig. We zijn nu aan het kijken of dat extra geld wat wij nu in de tabel hebben gezet ook echt daadwerkelijk nodig is. Want ja, ook dat hè, we zitten nu in april en we doen nu een inschatting en we zijn eigenlijk bij de tweede BERAP. In het najaar willen we eigenlijk kijken of het ook echt daadwerkelijk nodig gaat zijn. Zodat we bij de begroting van 2026 ook kunnen zeggen, nou, we gaan wel of niet die... Ja, dat is een tweet die nu in minder in zit en daar krijgen we ook wat meer gevoel bij de doorkijk voor de toekomst. Want dat is natuurlijk ook hè. Zowel met Rijk is het gesprek gaande over: krijgen we wel voldoende geld voor de hele implementatie van deze Omgevingswet? En je kunt zien dat er wat rijksbijdragen ook staan in het raadsvoorstel. In de voortgangsrapportage kunt u die ook zien, hè? Bij de voortgangsrapportage zit ook een financiële tabel. Dus ja, er zijn nogal wat ontwikkelingen daarin gaande als ook in hoe loopt het nou voor met de daadwerkelijke uitputting en wat we nodig gaan hebben, dus daar hebben we bij de tweede BERAP daar wat scherper beeld op. Maar misschien dat Arno nog een toevoeging wil doen op datgene wat ik nu hier schets. Nee.
Ik was blij, zeg maar, met de beantwoording eerder over, nou ja, de groen-blauwe inventaris, ook andere inventarisaties, maar ook de groen-blauwe inventarisaties en het toetsingskader wat nu, zeg maar, ook actief meegenomen wordt. Dus kan er meer duidelijkheid gegeven worden wanneer deze inventarisatie en dan dat toetsingskader wat daarbij hoort, zover ontwikkeld is dat ruimtelijke plannen en initiatieven aan dat toetsingskader getoetst kunnen worden? Wanneer zijn wij zover?
Op het moment dat we in de omgevingsvisie de afweging en de samenhang hebben bepaald. Op dat moment weet je welke waarde we daaraan meegeven en welk toetsingskader we daar ook of niet. Welk toetsingskader, hoe we het toetsingskader dan kunnen vormgeven, dus het zal denk ik ook. Ja parallel lopen met de vaststelling van de omgevingsvisie.
Nou, laat ik zo zeggen. We gaan zometeen denk ik hebben over wel of niet een debat en ik ga deze terugmeldingen wel terugnemen naar mijn fractie om te zien of hier nog dingen zijn die we willen. Dus dat is een beetje mijn inschatting. Aan vast.
Er zitten. Misschien is het wel belangrijk, kijk wat ik wat ik eigenlijk al denk al vanaf dat we de vaststelling van de ESO hebben, maar eigenlijk afgelopen jaar ook steeds proberen te schetsen. Is dat we volgens mij onderscheid moeten maken tussen de systematiek, hè? We zijn nu bezig met groenblauwe waarde, inventariseren en parallel daaraan. En David Gaals rust, daar zitten. Als je nog dingen wil aanvullen hoor, dus doe dat, doe dat vooral. Want we hebben één die kennis en expertise nu in huis gehaald. Twee, we zijn bezig om die kennis ook, hè? Samen met de mensen. En dat is niet alleen David, maar dat zijn ook andere collega's die we al in huis hadden om die inventarisatie te doen. Parallel daaraan zijn we ook bezig om te kijken wat er zoal in het land is qua systemen voor groencompensatie. En ik weet dat daar, hè, bijvoorbeeld ook wel regelmatig naar de systematiek van bijvoorbeeld Amersfoort wordt gekeken. Nou, daar zit in de praktijk best ook veel haken en ogen nog aan en dat geeft Amersfoort zelf ook aan en zo wordt in het land ook heel goed naar gekeken. Ja, maar hoe werkt dat nou in de praktijk? Dus we hebben ook toegezegd dat we één bij de avond 26 juni over de inventarisaties ook terugkomen op van nou waar staan we dan ook rondom die inventarisaties van die systemen noem ik het maar. Wat ik wat ik daarin belangrijk vind en dat vind ik wel consistent in wat we steeds hebben gezegd als college. Richting deze Raad is dat ik natuurlijk heel goed begrijp dat de indieners van een motie en ook de burgeramendementen heel erg inzoomen op die groenblauwe waarden, maar dat de mate waarin ik u kunt de systemen hebben. Maar vervolgens is het nog de vraag, hoe ga je dat systeem dan vullen en welke kwantitatieve of kwalitatieve waarde ga je daar dan aan toevoegen, hè? Ga je dan zeggen voor boom x moet je zoveel compenseren voor boom y moet zoveel. Als je dit wil bouwen, moet dat. Ja, en dat vind ik wel iets wat je pas kan doen op het moment dat je met elkaar ook hebt gezegd. Ja wel, in samenhang met opgaves die we ook te doen hebben. Op het gebied van wonen, op het gebied van werk, op het gebied van mobiliteit, op het gebied van onderwijshuisvesting of op het gebied van sportvoorzieningen of andere maatschappelijke opgaves die we met elkaar hebben. Dus ik begrijp voor een deel natuurlijk hè? De heer Van Vliet was zelf één van de indieners van de motie van GroenLinks. Dus ik snap heel goed dat daar natuurlijk al hè? Daarin bent u ook consistent, zal ik eerlijk zijn, hè? Dus in die zin verbaast het me niet dat deze vraag komt. En de teleurstelling snap ik ook, maar ik denk wel dat we het in het licht moeten zien van twee belangrijke dingen. En dat is één dat we echt die kennis en expertise in huis hebben moeten halen om deze slag te maken. Het is echt een majeure operatie. Dat is de grootste wetgevingsoperatie sinds jaren in Nederland. Dat vraagt ook voor Zeist en we zijn daar steeds heel open en eerlijk in geweest. We komen van de situatie die best wel beleidsarm was naar een steeds meer dat we kennis en expertise hier in huis hebben naar een beleidsrijke organisatie die ook echt beleid ontwikkelt op hè? En daarmee ook keuzes gaat maken op verschillende inhoudelijke thema's, juist ook op het thema wat de heer Van Vliet heel belangrijk vindt. Maar het is wel belangrijk om die steeds in samenhang te zien met alle andere opgaves die we ook echt te doen hebben. En dat is volgens mij wat we hier nu proberen te doen. Met die inventarisaties hebben we ook een gezamenlijk vertrekpunt op die verschillende opgaves die we met elkaar te doen hebben om daarna ook met de denkrichtingen, hè, dan gaan we de Raad goed in meenemen. Daar is ook over gesproken in de Raadswerkgroep recent hè? Die filosofie van die denkrichting, wat houdt dat nou eigenlijk in, om daarna ook met zowel de Raad als de samenleving een keuze maken? Ja, wat voor type Zeist willen we nou zijn, want het maakt nogal uit of we een keuze maken of een soort ja verdere verstedelijking willen. Van Zeist hè, ik sta nu toch maar even heel scherp neer of een verdere vergroening van Zeist en wellicht een combinatie van die twee. Want het één hoeft het ander niet altijd per se uit te sluiten, maar dat zijn wel fundamentele keuzes die bij deze omgevingsvisie traject horen. Die hebben we bij de ESO niet gemaakt, hè? Dat was weer een beschrijvende visie. We gaan nu echt naar een visie toe waar we keuzes gaan maken. Ja, en die is uiteindelijk, dus ik begrijp deels de teleurstelling en aan de andere kant wil ik ook even de reflectie geven Voorzitter dat we. In mijn optiek niet nieuws vertellen, alleen dat ik ook begrijp dat u het sneller had gewild. Dat snap ik wel, maar ik hoop dat ik met de uitleg die ik heb gegeven. We hebben daarin echt stappen moeten zetten. We hebben daar echt een inhaalslag. Ook in onze organisatie moeten maken, ook in opbouw van kennis en expertise. Ja, en dat had ik ook graag sneller gezien, hè? Ik had misschien wel gewild dat David er twee jaar geleden al was. Nou ja, oké. Maar misschien ook andere collega's, want het gaat niet alleen om. Deze groene kennis gaat ook om andere expertise die we nu naar binnen aan het halen zijn. Maar dat vind ik, vind die context wel belangrijk om nog even te noemen. Voorzitter in. Nou toch even de nuance voor de lichte teleurstelling die ik voel aan de overzijde van mij.
Aanvulling daarop. We zitten in een fase waarin we eigenlijk het hele land aan het pionieren zijn en we delen onze kennis, zeg maar op nationaal niveau en ook op provincieniveau om al deze slimme nieuwe technieken, zeg maar ook aan elkaar te koppelen. Onderzoekstechnieken en deze vraag is niet alleen voor ons als zijnde, maar voor heel het land, zeg maar hoe gaan wij op de juiste manier inventariseren en wat moeten we nou precies inventariseren? En ja, jullie mogen weten dat we daarvoor ook echt gewoon direct betrokken zijn bij soorteninventarisatiebureaus of soortenbureaus, zeg maar om daar ook kennis van op te doen en ook in die leercurve te stappen.
Ja, op zich vind ik allereerst wat de heer... Ik ben de achternaam even kwijt... Van der Veen van de... oh ja, jammer van de zee. Goed om te horen dat die stappen worden gezet. Ik denk dat het heel belangrijk is, ook om te kijken naar die maatregelen die daadwerkelijk verschil gaan maken, dus dat is juist heel essentieel om op die manier daarmee om te gaan. Dus daar ben ik op zich heel blij mee. Dank ook aan de wethouder voor de uitgebreide beantwoording. Het is op zich wel zo dat als je kijkt naar bijvoorbeeld wonen, we ook een toetsingskader hebben. We willen zoveel sociale woningen, een bepaald percentage. We willen zoveel middenhuurwoningen. We willen zoveel... Dus er zijn ook op andere gebieden al bepaalde toetsingskaders. En op het moment dat je een toetsingskader aan het ontwikkelen bent, ja, dan heeft u gelijk. Dan kan het mij niet snel genoeg toegepast worden wat het groen betreft. En ja, waarom dan misschien nog twee jaar wachten? Dus ja.
Ja, ik begrijp het heel goed, maar ik denk misschien wel goed en David vul me aan. Ik wil ook het beeld wegnemen dat wij op het gebied van het groen niet als systemen hebben en niks zouden doen. We hebben een soort managementplan dat is vastgesteld door de Raad. Dat hanteren wij ook al jaren en eigenlijk is dat ook, al is het maar niet het natuurcompensatiesysteem wat u voor ogen heeft. Maar het fungeert voor een deel al wel zo. En David vul mij even aan hoe dat in de praktijk werkt.
Van gebouwen en hè? Dus er zit een soort managementplan dat ook juist ingaat op die natuurinclusiviteit, maar tenminste vanuit de ontheffing en ook daarin zitten we in een leercurve waarin we echt de allerlaatste actualiteiten volgen en proberen ook de nieuwste technieken, zeg maar, daarin te volgen. En dat heeft iets vergelijkbaars inderdaad wel, maar dan alleen op het gebied van vleermuizen en vogels. Ja.
Ja, en ter aanvulling, we hebben natuurlijk ook het hele Groen Groeit Mee-verhaal, waar wij als gemeente zijnde natuurlijk ook volop in participeren, dus ik hoor het. Maar ik wil toch ook even de nuance aanbrengen dat we op het gebied van het groen ook al echt wel het een en ander doen. Dus...
Op zich dank dat we op zich ook een aantal dingen doen, dus daar ben ik natuurlijk ook blij mee. Groen goed mee, coen moulijn linielandschap. Zo zijn er nog een aantal aspecten die belangrijk zijn. Wat betreft omgevingsvisie kijken we mede ook naar projecten van initiatiefnemers die bepaalde ontwikkelingen willen en dan kijk je naar toetsing van die projecten aan bepaalde waarden van een gebied. En dat waren dus los van het feit dat je ook andere plannen hebt, zeg maar waar je belangrijk groen werk doet. Kun je die toetsing gerichter maken wanneer je duidelijke kwaliteitsuitkomsten hebt over de inventarisaties op onder andere op het gebied van groen en ja en dan. En dan is het jammer als je dat niet. Op een ja een dat je zeg maar wacht op een omgevingsvisie 2050 die op dit moment gepland staat in 2026. Maar dat ja. Overheidsland zijn er wel eens vertragingen, dus ja, in die zin. En de motie was al bij de eerste omgevingsvisie vanuit die is vastgesteld in mei 2023.
Volgens mij, voorzitter, ben ik heel helder geweest dat we hier in de opbouw zitten. Ik denk wel nog even ter nuancering, volgens mij hè, heb ik al aangegeven dat we daar nu stapsgewijs aan het werk zijn. Wat ik wel belangrijk vind, is als we kijken naar bepaalde gebiedsontwikkelingen die nu lopen. Binnen Zeist wordt daar wel degelijk natuurlijk heel goed gekeken, hè? Ik refereer even aan Driebergen-Zeist. Ik denk even aan wat we bij PGGM aan het doen zijn. Ja, als ik kijk naar hoe daar gekeken wordt naar de natuurwaarden die er zijn, de kritische blik die we daar ook als gemeente Zeist op hebben als het gaat om flora en fauna. Ecologisch onderzoek, quickscans die er gemaakt worden al aan de voorkant, maar ook naar de onderzoeken die daarna moeten plaatsvinden. Dan denk ik dat we daar ook steeds proberen te kijken hoe we gebiedsontwikkelingen ook kunnen benutten om verdere versterking nog te doen van deze natuurwaarden. Dus in die zin snap ik dat een systematiek die heel gestructureerd is en ook in een bepaald systeem letterlijk ook hè? In het systeem wordt vastgelegd meer houvast geeft. Maar ik denk ook wel dat het goed is om te kijken naar als gemeente Zeist hebben we met de verschillende initiatieven, biodiversiteit, uitvoeringsplan, allerlei zaken die er lopen, al heel veel instrumenten in handen en sturen we ook daadwerkelijk wel al op versterking van of compensatie van. Dus nou, dus nogmaals. Ik ga hier nu niet zeggen dat u niet voor een deel ook gelijk heeft dat het wellicht sneller had gekund. Maar ik denk wel dat het goed is om wat we doen en willen we ook wel zo doen dat we het ook kunnen borgen in de organisatie en dat we het ook uitvoerbaar, hanteerbaar, ook handhaafbaar hè, want dat is ook nog een element. Kunnen doen in samenhang met andere uitdagingen die we op andere terreinen hebben, dus dat is denk ik het antwoord ja, tot zover.
Daarna zal het toch zo zijn, neem ik aan, dat bij de planning voor de omgevingsplannen van de deelgebieden als ze niet deel Zijsterbossen en Dolfijnenweg, en daarna, waarmee in 2026 aan de slag gegaan wordt, datgene wat we uit die inventarisaties naar voren komt, volledig wordt meegenomen. Niet voor die betreffende deelgebieden.
Bedoeld op de samenhang tussen het traject van de omgevingsvisie en het traject van het omgevingsplan. Ja, dat snap ik, dat snap ik. Ja, ik probeer even te kijken hoe ik hier nou even slim antwoord op geef. Kijk even voor alle helderheid. We komen niet met een raadsvoorstel hier niet. We komen met een informatieavond voor de raad waarin we de stand van zaken geven over de inventarisaties, dus daar laten we het zien. Kijk, we hebben ook gezegd dat de eerste omgevingsplannen, we hebben bewust gekozen voor Huis ter Heide en Den Dolder, omdat die vrij technisch van aard zijn en dat we juist daar ervaring willen opdoen. Met twee deelgebieden waar op dit moment niet hele grote inhoudelijke ontwikkelingen gaande zijn, of wijzigingen gaande zijn om daarmee ervaring op te doen. Hoe we dat nieuwe omgevingsplan moeten en gewoon de systematiek van het maken van de nieuwe omgevingsplannen. En daarbij zijn dan de bestaande regels vooral het uitgangspunt. Maar mocht nou blijken uit die inventarisatie zo van wacht even, er zit iets wat we meteen mee moeten nemen in die aanpassing van dat stukje van het omgevingsplan voor Huis ter Heide en Den Dolder, dan zullen we dat natuurlijk niet nalaten. Maar ik denk wel dat het goed is om even te beseffen, hè? Dat hebben we ook gedaan bij de transitiestrategie voor het omgevingsplan, waarin we ook deze twee gebieden hebben voorgesteld. Ja, dat is wel vanuit de filosofie kiest nou twee gebieden waar we vooral de systematiek mee kunnen gaan leren. En niet zozeer hele grote inhoudelijke aanpassingen. Ik hoop dat dat een beetje antwoord geeft op de vraag van de heer Vyskalini, maar tuurlijk zullen we voortschrijdend inzicht niet laten om mee te nemen. Dat is denk ik. Natuurlijk lijkt me.
Inzicht dat hoop. Ik neem het college altijd zonder meer mee, maar kijk die inventarisatie van blauwgroene waarden en dergelijke, die inventarisatie. Die vraag daarnaar is al lang geleden gesteld en nu gaan we daar eindelijk via. Als je bedenkt om ze het nodige over te vernemen. Maar dat kun je toch niet los zien van het opstellen van het omgevingsplan. Met andere woorden, als uit die inventarisatie cruciale gegevens naar voren komen over een deelgebied als Zeisterbos en zo voort, dan moet je toch die resultaten daaruit meenemen in het maken van het omgevingsplan. Je kunt die omgevingsplannen van de deelgebieden zoals dat nu voorgesteld is, toch niet gaan opstellen zonder met die waarden rekening te houden. Ja, ik
Kijk, als daar echt feitelijkheden uitkomen, dan nemen we ze mee. Maar op het moment dat uit inventarisatie zaken komen die met een belangenafweging te maken hebben of waar we een keuze mee moeten maken, ja, dan zullen we ze eerst op visieniveau moeten beoordelen. En dan komt er een beleidsmatige uitspraak over. Mocht dat tot aanpassingen leiden, kunnen we dat later nog wel weer in het omgevingsplan meenemen, maar daarvoor is het te vroeg nog in deze eerste omgevingsplannen om die beleidsmatige veranderingen, keuzes of ambities nu al te verwerken, dus dat zullen we niet doen. Maar komen er uit de inventarisaties echt feitelijkheden waarvan we zeggen, van ja, daar is geen afweging op nodig, maar het zijn echt, nou ja, feiten, ja, dan kunnen we ze meenemen.
Het is wel belangrijk, we zijn ons bewust. Kijk, het zou het mooist zijn als we zeggen, we gaan eerst het hele visietraject doorlopen. We gaan daar ook waar dat nodig is bepaalde beleidsdingen veranderen en dan pas gaan we starten met de aanpassing van het omgevingsplan, maar die tijd hebben we simpelweg niet. Ook omdat wij moeten gaan leren hoe de opbouw van het nieuwe omgevingsplan gaat. En daarvan hebben we gezegd: dat doen we zowel thematisch als gebiedsgericht met deelgebieden parallel. Daaraan loopt het traject van de omgevingsvisie en die twee lopen af en toe in elkaar over. Dat klopt, maar het is wel goed om te beseffen dat wij de tweede deelgebieden die we straks gaan kiezen, of de tweede tranche moet ik eigenlijk zeggen, en die zullen al inhoudelijker van aard zijn, omdat we dan al een stap verder zijn met die omgevingsvisie. Dus dit is wel conform wat we ook steeds hebben gezegd, hè, we hebben niet voor niks bij het plan van aanpak drie documenten bij u neergelegd. Sowieso een aantal uitgangspunten in algemene zin, maar ook omgevingsvisie, omgevingsplan en het handvat. En we hebben bij het omgevingsplan altijd gezegd van jongens, we kunnen daar niet pas mee starten als de visie klaar is. Daar moeten we nu al mee starten, maar dan meer technisch en beleidsarm. Later worden die beleidsrijker. Geeft dat duidelijkheid aan de heer Fiscelini?
Ja, dat geeft duidelijkheid in die zin dat er in ieder geval de intentie is om al datgene wat voortijdig dan uit de onderdelen voor de omgevingsvisie naar voren komt te betrekken bij het maken van die omgevingsplannen. Wat antwoord?
Wat antwoord hebben we inmiddels gehoord? En dat is ja. Dames en heren, ik wil graag naar een afronding toe. Het is bijna 10 voor half 10. Dus we komen uit bij de vraag na het stellen van al uw vragen en het horen van antwoorden of er behoefte is aan een debat. Ik ga, ik ga.
Ja, onderwerpen, zeg maar, zoals adviseren en raadplegen. En ook kijkend naar, zeg maar, nou ja, onderwerpen als, zeg maar, wanneer een toetsingskader er zal zijn. Goed, heeft de wethouder daar toelichting op gegeven, maar ook op zich een onderwerp als wanneer er natuurcompensatie zal zijn en ja, dus ik ga een aantal van die dingen bekijken van wat de stand van zaken is en dan met de fractie overleggen of we hier nog... Nou, laat ik het zo zeggen. Je kunt ook soms wachten tot er een raadsvergadering is en dan een motie of amendement indienen. Want er is gevraagd om dat liefst zoveel mogelijk eerst te bespreken in een debat als dat speelt, dus vandaar dat ik ook die optie wil openhouden. Het punt...
Punt is helder, u gaat met de fractie overleggen. Mocht er uitkomen dat we een debat gaan houden, dan is dat vooralsnog gepland op 6 mei. En de besluitvorming aansluitend zou dan kunnen plaatsvinden in de raadsvergadering van 13 mei. Mocht het zo zijn dat uit het overleg met de fractie komt dat er geen behoefte is aan debat, dan horen wij dat uiteraard graag. En dan zullen wij de aangepaste data aan u laten weten. Dank allen voor deze raadpleging. Ik zie dat de wethouder nog behoefte heeft om een nabrander te geven.
Nou, meer even een praktisch punt, voorzitter. Dat heeft meer te maken met het feit dat het reces ingaat, dus ik vind het ook ten behoeve van de ambtenaren wel prettig om te weten of we voor een bepaalde datum kunnen doorgeven of 6 mei wel of niet doorgaat, zodat we daar ook rekening mee kunnen houden. Nou ja, gewoon heel praktisch. Dus dat is even, ja, ik snap dat je het even wil overleggen intern, maar ik weet niet of het mogelijk is om te zeggen: nou, voor Koningsdag volgende week bijvoorbeeld wordt dat even teruggekoppeld. Want nou, ik weet niet of dat haalbaar is, hoor. Dat is natuurlijk...
Aan de huid. Dan kan dat eerder het. Het staat mij bij dat de fractie van GroenLinks gebruik maakt van een schakel. Dus er kan snel overleg gepleegd worden.