Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Ik open de vergadering opnieuw na een schorsing, waarin het college de gelegenheid heeft gehad om goed naar de vragen en al uw beschouwingen te kijken. Als eerste geef ik het woord aan de wethouder van Financiën, die ook een aantal andere zaken in zijn portefeuille heeft. Dat is de heer Van Dijk. Voordat u begint, moeten we even controleren of de uitzending vastgelopen is of dat alles naar behoren functioneert. Het is immers belangrijk dat we zichtbaar zijn. De uitzending loopt, ja, dat klopt. De raad is er weer klaar voor, en daarmee kunt u beginnen.
Nu, dank u wel, voorzitter. Dan gaan we beginnen. Laat ik beginnen met te zeggen waar ik net mee afsloot. We staan nog een beetje tot rust te komen, misschien, maar dat gaat vanzelf goed komen, en dat zijn de vele complimenten. We hebben net even bij elkaar gezeten als college, met ook de ambtenaren die hier ook op de tribune zitten. En iedereen was toch wel een beetje beduusd van alle complimenten die onze kant op zijn gekomen. Dus nogmaals heel veel dank namens iedereen voor die gemaakte complimenten die zijn gehoord en die worden zeer gewaardeerd, voorzitter.
Ik zou willen beginnen met een aantal resultaten die in 2024 zijn geboekt. Daar neem ik ook dan heel graag een aantal vragen bij die vanuit de raad zijn gesteld vanmiddag in mei. Vervolgens wil ik inzoomen op enkele ambities voor 2025. Ook een aantal aandachtspunten voor 2025, waar enige reden tot zorg zou kunnen zijn die we graag met u zouden willen delen. En zoals gezegd, een aantal vragen die vanuit de raad vanmiddag naar voren zijn gekomen, probeer ik daarin te verwerken.
Misschien begin ik met een aantal resultaten die in 2024 financieel zijn geboekt. Ik bedoel, vanmiddag heb ik al een aantal dingen genoemd, maar ik gebruik even de vraag van mevrouw Roelofsen van de zijlijn nu als aanleiding, die heel verbaasd kijkt opeens, om daar een kapstok in te vinden. Want u stelde de vraag: wat heeft onze gemeente nu anders gedaan ten opzichte van andere gemeenten? Nou, er zijn een paar dingen, misschien goed om te memoreren, dus het komt niet uit de lucht vallen dat wij er anders voorstaan dan menig andere gemeente. Dat heeft vooral te maken met 2021, toen we ambtelijk een aantal heroverwegingen hebben gedaan en vervolgens een burgerberaad voor inwoners en een adviescommissie hebben laten meedenken over onze uitgaven, eerlijk gezegd ook over onze inkomsten. Daar komt die 3 keer 3% OZB-verhoging vandaan, bijvoorbeeld, maar dat heeft structureel 8 tot 10 miljoen euro opgeleverd, en dat is ongeveer 5% van de begroting. Dat is ongeveer wat veel gemeenten tekortkomen, dus dat is één. Twee is dat we vorig jaar bij de begroting ook een aantal scherpe keuzes hebben gemaakt, die u zich ongetwijfeld nog kunt herinneren.
Daarnaast zijn er andere dingen, want de hoofdfondsen van de begroting zitten in het sociaal domein, dat gaat over de WMO, participatie, jeugdzorg en jeugdondersteuning, en daar hebben we het programma 'Sociale balans' voor ingericht. De heer Van Nieuwstadt noemde dat, en ja, dat programma begint zo langzamerhand echt vruchten af te werpen. Als je kijkt naar bijvoorbeeld de WMO, dan zien we dat we daar een bepaalde verwachting hebben die we dan opnemen in de begroting voor 2023 en in de jaarrekening 2023. Dan zie je vervolgens dat dat binnen die bandbreedtes van de begroting blijft. Dat is geen toeval. Bij de jeugdzorg zijn we daar nog niet helemaal, maar we zijn wel goed op weg, ook daar.
Daarnaast is er een generieke ontwikkeling waar alle gemeentes mee te maken hebben, dat noemen we dan hier vaak onderuitputting. Maar dat betekent gewoon dat we veel vacatures hebben op allerlei plekken in de organisatie en dat leidt er uiteindelijk toe dat budget wat je wel zou willen besteden, wat je zou willen uitgeven, uiteindelijk op de plank blijft liggen. En dat alles leidt dan dus tot de overschotten zoals we die de afgelopen jaren hebben gezien. En nou ja, dat zie je voor een deel ook in het perspectief terug, zeker die structurele ombuigingen van 8 tot 10 miljoen, daar hebben we gewoon naar de toekomst toe voordeel van en dat zie je voor die jaren na 2025 ook echt terug in ons meerjarenperspectief. En dat kunt u dus ook verwachten voor de jaren daarna, tenzij het rijk ons zou verrassen. En dit zijn dus vooral die eerstgenoemde zaken, allemaal keuzes van deze raad, en die maken dat we er voor staan zoals we ervoor staan, dus dank voor de kapstok, dan kon ik dat nog even op deze manier benadrukken.
Een punt wat niet echt aan de orde is geweest, maar wel uitgebreid in de auditcommissie, en dat is toch wel belangrijk, althans, wij vinden het belangrijk, de accountant vindt het belangrijk, dat heeft te maken met rechtmatigheid. Dat is in 2023 echt anders. Het college is zelf verantwoordelijk voor de rechtmatigheid, dat betekent dat we een aantal dingen heel anders hebben moeten inrichten. Vervolgens is het nog steeds wel de accountant die controleert of datgene wat wij zeggen als college over de rechtmatigheid ook echt klopt, dus we worden nog steeds wel gecontroleerd, maar het is toch echt een andere verantwoordelijkheid die we daarmee als college hebben. Dat is niet een keuze, dat is echt wet- en regelgeving, maar het is wel echt een verschil. En nou ja, dat zagen we voor het eerst terug in de jaarrekening 2023, bij de auditcommissie is daar bij stilgestaan, hier nog niet. Dus ik dacht, ik memoreer dat nog even.
Verder terugkijkend op de ronde tafel en daar is ook bij het debat, ja, wij hebben een aantal jaren geleden uitgesproken dat we de planning- en controlcyclus graag zo inhoudelijk mogelijk zouden willen hebben. Dat we graag ook zien dat alle raadsleden daarbij aanwezig zijn. Nou, dat betekent ook iets voor de vorm waarin je het gesprek met elkaar moet voeren. Het betekent ook iets voor de wijze waarop stukken moeten worden aangeleverd, hoe toegankelijk en inzichtelijk informatie moet zijn. De focus eigenlijk verleggen van het financiële naar de inhoud toe en ook dit jaar, ja, is ons beeld dat het gelukt is om met de raad het inhoudelijk gesprek te voeren in de aanloop naar vanavond toe. En dat is goed, want dat was de bedoeling, ook uw bedoeling overigens.
Dan kom ik bij een paar punten van vanmiddag. Een taakstelling op cultuur, het CDA noemde dat, ja, die zit erin voor de komende jaren, dus die structurele €100.000 die volgt uit die zaken die ik net noemde, de heroverweging etcetera. Maar het is uiteindelijk wel de raad die daarin keuzes maakt en ons idee zou zijn dat dat met name ook een integrale keuze zou moeten zijn. Nou, die integrale keuze maakt de raad bij de begroting dus in het najaar, dus dat zou een moment voor u kunnen zijn om daar iets van te vinden. Als u niets doet, dan vindt u die, want zo moet u de kadernota wel lezen, die taakstelling terug in de begroting voor 2025.
Dan is er ook een taakstelling die dateert al van wat langer voor Kunsthuis Ideeën. De vraag was daarvan, wat is daar de status van? Nou, zij zijn bezig met een plan van aanpak om te kijken hoe ze die taakstelling invulling kunnen geven. En vervolgens is er na de zomer van dit kalenderjaar dus een gesprek over met Kunsthuis Ideeën om te kijken van nou ja, richten we daarmee nou onherstelbare schade aan? Dat zal niemand willen. Of is het misschien toch heel eenvoudig inpasbaar. Het zal waarschijnlijk ergens daartussenin zitten, maar we zijn in gesprek. We komen daar vast uit.
We hebben ook nog een taakstelling genoemd voor Meander Omnium. Daar zijn wij echter niet bekend met een taakstelling, dus ik denk dat dat een misverstand is, maar misschien wel goed om dat even te benoemen.
En als het gaat om financieel, dan noemt de NDZ nog de mogelijkheid van een toeristenbelasting die je naar een hoger niveau zou kunnen tillen. Nou, als Houten al de bedragen rekent die u noemt en je weet dan dat Zeist de mooiste gemeente van Nederland is, dan snap ik het betoog natuurlijk helemaal. Tegelijkertijd, wij zien op dit moment geen aanleiding om daar iets mee te doen, maar het zou wel reden voor u kunnen zijn om daar richting de begroting iets voor aan te geven richting het college. Het is een inkomstenbron. Het is natuurlijk ook zo, want zo kijken we er ook wel tegenaan, dat de horeca in onze gemeente geraakt wordt, ten positieve of ten negatieve, al naargelang de hoogte van de toeristenbelasting. Dus dat is wel iets om mee te wegen. Dat is ook een van de redenen waarom belastingen ook op dit vlak in Zeist relatief laag gehouden worden. Daarmee hopen we onze lokale ondernemers te ondersteunen, maar het is een politieke keuze hoe je daarmee om wilt gaan.
Ja, dank u wel, voorzitter. Dank aan de portefeuillehouder voor de beantwoording tot nu toe. Ik wil even terugkomen op de taakstelling van IDEA. Dat is inderdaad de taakstelling. We weten dat zij een deel van de taakstelling wel kunnen regelen en een deel niet. Deelt u die zorg? In plaats van dat u zegt: "Ja, dan moeten we bij de begroting bezien", maar deelt u de zorg dat dat moeilijk voor hen is?
Heeft u het over die zorg? Ja, ik heb aangegeven dat wij hen hebben gevraagd, nietwaar? Want uiteindelijk moet je het antwoord beknopt geven, ja, zeker. Wij delen die zorgen. Het Kunsthuis is van het CDA. Het is een bibliotheek, maar ook een muziekschool en in veel andere opzichten belangrijk. Ze vormen in feite ook de huiskamer voor veel mensen die in het centrum wonen; het is een heel belangrijke voorziening. Die moeten we vooral behouden. Ze moeten ook op het niveau van activiteiten kunnen blijven doen wat ze nu doen. Maar tegelijkertijd, op het moment dat je het over dit soort taakstellingen hebt, moet je het concreet maken. Vandaar dat we hen hebben gevraagd om met een plan van aanpak te komen waarmee je zichtbaar maakt in welke mate het denkbaar is dat je tot een invulling komt van die taakstelling. Dat gesprek daarover vindt na de zomer plaats. En dan kijken we wel of onze zorgen al dan niet terecht zijn en in welke mate we tegemoet kunnen komen aan die zorgen.
Ja, en de vervolgvraag was eigenlijk: Gaat u zelf actie ondernemen om dat in de begroting recht te trekken, of wacht u af wat er vanuit ons als Raad komt op dat punt?
U moet dat zo zien dat als wij hen vragen om een plan van aanpak te maken, en we gaan daar vervolgens met hen over in gesprek, dat we dat beschouwen als noodzakelijke informatie om straks goede keuzes in de begroting te kunnen maken? Dus wij gaan met een voorstel komen, en los daarvan kunt u als raad natuurlijk ook daarmee doen wat u wilt, maar dat hoef ik u niet uit te leggen.
Fijn te horen dat u daar werk van maakt. Ik had nog een tweede punt, en dat betrof Meander Omnium. U zei dat er geen sprake was van een taakstelling. Dat klopt inderdaad, want uit de stukken is gebleken dat het over de exploitatie gaat. Er wordt nu, voor zover ik weet, halfjaarlijks een risicoanalyse uitgevoerd om te beoordelen of de exploitatie nog haalbaar is. Dat baart ons zorgen, omdat Meander Omnium natuurlijk ook onze welzijnsorganisatie in Zeist is, waarvan we heel graag willen dat hun exploitatie klopt. Zo kunnen zij zich richten op hun werk in plaats van zich constant zorgen te maken over de vraag of ze het pand nog wel kunnen betalen.
Ja, deze taakstelling viel vanmiddag even weg en daar is dus geen sprake van. U zegt dat er twee keer per jaar een risicoanalyse plaatsvindt. Het is zelfs zo dat ze dat vier keer per jaar doen, en dat is ook wel verstandig, want we zijn de afgelopen jaren een aantal keren verrast door zaken die opeens uit de lucht kwamen vallen. Nou, dat willen we niet, dus in die zin zijn de teugels wat strakker aangetrokken en kijken we vier keer per jaar samen wat er op ons afkomt. Soms zijn het ook zaken die echt bij ons vandaan komen. Dan vragen wij bijvoorbeeld iets wat we nu aan het doen zijn in het centrum van Zeist, in het voormalige De Punt, waar een soort van inloopcentrum gaat komen. Nou ja, dan kan het zijn dat je daar ook iets van Meander Omnium vraagt. En dan is het ook heel legitiem dat ze daarvoor gecompenseerd willen worden. Maar er zijn ook zaken die, zeg maar, aan ons voorbijgingen. De afgelopen jaren zijn die er ook geweest. Nou, daar worden we verrast, en daar willen we graag vanaf, dus vandaar dat we frequent met ze om de tafel zitten. Maar laat duidelijk zijn, wat ik net zei over kunsthuisideeën geldt hiervoor ook, misschien hiervoor nog wel meer. Dit is onze enige welzijnsorganisatie in Zeist. Daarop leunen we heel zwaar, vooral ook voor de sociale basis, samen met Meander Omnium. Dus dat is een organisatie die gewoon goed moet functioneren, maar die moet ook financieel gedegen in elkaar zitten. Want als dat niet zo is, ja, dan hebben wij daar als gemeente, maar zeker onze inwoners, heel direct last van.
Tot slot, voorzitter, dank u. Ik hoor de wethouder eigenlijk zeggen dat hij zowel bij Kunsthuis IDEA als bij MeanderOmnium de vinger aan de pols houdt. Mijn laatste vraag hierover is dan: moeten wij ons geen zorgen maken?
Nee, dat denk ik niet. We proberen de zorgen van de Raad zoveel mogelijk weg te nemen door vier keer per jaar met hen om de tafel te gaan zitten. Op die manier nemen we echt gezamenlijk verantwoordelijkheid voor de bedrijfsvoering en de exploitatie van Meander Omnium. Natuurlijk is het in eerste instantie hun verantwoordelijkheid, maar op deze manier worden wij niet verrast en daarmee u als Raad ook niet. Ja, dan ga ik...
Ik spring van Financiën over naar Economie. Daar hebben we te maken met een uitbreiding van het Ondernemersplein. Dat zijn de mensen die aan de buitenkant van de organisatie zitten en die het contact onderhouden met de ondernemers. We zien nu echt de effecten; we zijn veel beter in staat om de verbinding te leggen met de ondernemers, zeker ook met bijvoorbeeld ondernemerscollectieven. Die zijn er vooral op bedrijventerreinen, zoals op Voorhees en Dijnselburg. We merken dat we goed in staat zijn om op het gebied van circulariteit en verduurzaming in het algemeen te zorgen voor meer samenhang op die bedrijventerreinen, zodat mensen elkaar weten te vinden. Dat soort dingen kost tijd om op te bouwen, en je zou denken dat het vanuit de ondernemers zelf komt. Dat is niet altijd zo; soms heb je daar echt een aanjagende rol voor nodig. Dat doen we ook met mijn groene bedrijf, vaak samen. Dus ook vanuit de samenleving wordt daarop geacteerd, en dat gaat goed. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de wijkwinkelcentra. Ook daar helpt het dat we een steviger Ondernemersplein hebben. Bij het Vrijheidsplein is dat echt nodig, bij Kerkenbos is dat zeker ook nodig. Er zijn winkelcentra die hier in de Raad regelmatig aan de orde zijn geweest, waar het zeker niet allemaal koek en ei is en waar problemen nog niet opgelost zijn, maar waar we wel zien dat we proberen zoveel mogelijk aandacht te hebben voor de problemen die daar zijn en ook, voor zover dat in onze macht ligt, een bijdrage te leveren aan de oplossing van die problemen.
Het Economisch Kompas is eigenlijk het economisch beleid voor de gemeente Zeist. Dat is recent geactualiseerd; we hebben dat vorige week ook besproken met een afvaardiging van de ondernemers. Het komt in het najaar naar de Raad toe, en daarin proberen we bijvoorbeeld aan te geven welke sectoren voor Zeist van belang zijn en waar we ons op richten. Afgelopen maandag is bijvoorbeeld een convenant getekend voor de ontwikkeling van Utrecht Science Park Zeist op de voormalige TNO-campus. Dat is 45.000 m² ruimte voor bedrijven, met name in de Life Sciences, dus een satellietlocatie van het Utrecht Science Park. Het zit voor een groot deel al vol, en binnenkort worden nog 10 gebouwen gesloopt om plaats te maken voor nieuwe. Maar je ziet echt dat daarmee de dynamiek van de Zeister economie weer wordt aangezwengeld, en dat is wat ons betreft een mooi resultaat van de keuzes die we maken binnen dat Economisch Kompas om ons echt selectief te richten op bepaalde sectoren. En dat blijkt te werken.
Hetzelfde geldt voor het Retail Perspectief: wat doen wij voor onze winkeliers? Dat gaat vooral over het centrum. Volgende week hebben we daarover een gesprek met de winkeliers. Ook dat gaat in het najaar naar de gemeenteraad toe. Daar is het met name van belang dat we per straat in het centrum kunnen benoemen, en dat is ook onderdeel van het Retail Perspectief, of een straat bijvoorbeeld tot het kernwinkelgebied behoort of niet. Zo niet, dan ontstaat er ruimte om daar andere keuzes te maken. Op het gebied van de Steijnlaan maken we nu heel scherpe keuzes.
Een ander voorbeeld is de transformatie van het V&D-pand dat in 2016 failliet ging. Direct na de bouwvak van deze zomer komt de sloopkogel en wordt het voormalige V&D, afgezien van de kelder die een parkeerkelder wordt, gesloopt en door een woningcorporatie in Zeist ontwikkeld. Daar komen 190 appartementen, vooral voor het middensegment en het sociale segment, en ook dat heeft te maken met keuzes die je uiteindelijk maakt binnen dat Retail Perspectief.
Citymarketing werd door de VVD genoemd. Hoe zit dat nou met die shop die op dit moment op Utrecht Centraal te vinden is? Ik weet niet of ik uw pessimisme over het Nederlands team deel. Ik ben misschien net wat optimistischer, maar we gaan het zien. We blijven daarover met de KNVB in gesprek. We hebben al jaren geprobeerd om een voetbalmuseum naar Zeist te halen in samenspraak met de KNVB, wat onder andere uw initiatief was. Dat is nog niet gelukt, maar we gaan het opnieuw proberen. We hebben een aantal hele mooie organisaties, zoals de Vogelbescherming en het Wereldnatuurfonds, die je in het centrum van Zeist zichtbaar zou willen maken, maar uiteindelijk moeten zij de exploitatie doen en er brood in zien. Dat gesprek blijft gaande.
Dan het CDA met het onderzoek naar de winkeltijden: het is verbazingwekkend dat dat via een commercieel onderzoeksbureau plaatsvindt. Wij hebben op enig moment de Hogeschool Utrecht bereid gevonden om dat onderzoek te doen. Dat was eigenlijk een toevalstreffer, mooi natuurlijk als dat in de vorm van een stage gedaan kan worden binnen een curriculum. Uiteindelijk trok de hogeschool zich daarvoor terug. Ja, dan moet je wat, want er ligt wel een opdracht. Uiteindelijk hebben we daar een bedrijf voor gevonden en hebben daar ook recent raadsvragen over beantwoord, maar zo moet u dat zien.
Dan de Open Slotstad, die ook door het CDA werd genoemd. Ik moet een beetje tempo maken van de voorzitter. Ik...
Meneer Van Dijk, misschien kunt u even wachten, want ik denk dat meneer Fluitman nog iets wil zeggen over een van de onderwerpen. Gaat uw gang, meneer Fluitman.
Ik krijg het idee dat de heer Van Dijk een goede leerschool heeft gehad en goed heeft afgekeken. Hoe snel kan men van onderwerp wisselen? Men denkt dan: "Oh, het zal wel," maar helaas, meneer Van Dijk, laten we nog even stilstaan bij het vraagstuk van de winkeltijden. Kijk, er lag een motie van de VVD om daarnaar te kijken. Vervolgens is aangegeven dat dit door de Hogeschool zou worden gedaan. Dat is niet gelukt, en vervolgens gaat u, met het budget dat u ter beschikking heeft, zelfstandig een onderzoek formuleren waarbij u met een onderzoeksbureau aan de slag gaat. U laat hen een onderzoek doen waarover de meningen verdeeld zijn wat betreft de professionaliteit ervan. Vervolgens staat u op zondag voor de winkels om te vragen hoe fijn men het vindt dat de winkel open is. En er zijn nog meer aspecten in het onderzoek waar serieuze bedenkingen over bestaan. Waarom bent u niet teruggegaan naar de Raad? Waarom zegt u in uw beantwoording op onze vragen dat u bij de griffie bent geweest en dat de griffie geen tijd in de agenda zag? U beschuldigt hier de griffie, terwijl dat totaal onterecht is. De griffie is er om ons werk goed te kunnen doen. Als u daar naartoe moet of zo'n vraag heeft, dan gaat u naar de agendacommissie. Hoe kunt u in hemelsnaam de griffie dusdanig neerzetten in een beantwoording naar ons toe? Dat is mijn vraag.
Ja, u noemt een aantal dingen. Laat ik beginnen met te zeggen dat ik het shamen van de griffie totaal niet kan plaatsen. Dat is het laatste wat wij zouden willen doen. Het is wel zo dat wij als college kunnen aangeven dat we het agenderen van onderwerpen bij de Raad wenselijk vinden. Vervolgens is het aan de Raad om aan te geven of dit via de griffie gaat of via de agendacommissie, en in welke volgorde dat gebeurt. Ik weet niet of dat altijd op dezelfde manier gaat. Ik weet wel dat er hier geen ruimte was om dit te agenderen. Overigens is de vraag misschien ook wel of het nou heel erg nodig is, hè? Op het moment dat je zegt dat zo'n onderzoek of zo'n motie wordt aangenomen, nee, laat maar even, de kans...
Ja, laten we even teruggaan naar de motie die in deze Raad werd aangenomen. Als we kijken naar waar die motie over ging en waarvoor de Raad eventueel nog in positie zou moeten komen, dan had dat destijds vooral te maken met een gesprek dat in de Raad plaatsvond over capaciteit. Uiteindelijk zijn we bij een bureau uitgekomen, en daarvoor bij de Hogeschool Utrecht, met de kennis van nu. Op dat moment ging het er veel meer om of we dat intern zouden uitvoeren met onze eigen mensen en of we daar voldoende capaciteit voor hadden. Toen was de vraag van de Raad, en ik denk van u, of anders was het een van uw collega's, en zo is het ook in die motie terechtgekomen: op het moment dat er keuzes gemaakt moeten worden, op het moment dat er geprioriteerd moet worden in bredere zin binnen de economie bijvoorbeeld, dan is het van belang om daarover het gesprek met de Raad te voeren. Ik heb stellig niet de indruk gehad dat die vraag ging over de manier waarop je dat onderzoek uitvoert. Dat lijkt me ook heel merkwaardig, omdat we juist een bureau inhuren, en voor 'bureau' mag u ook 'Hogeschool Utrecht' lezen, omdat zij de competenties hebben om te bepalen hoe je een onderzoek op een representatieve manier moet uitvoeren. Dat doen we nooit via de Raad, dus die interpretatie geeft u aan die motie. Die hebben wij daar niet in gezien. Dus, als het gaat om de vraag of dat noodzakelijk was, misschien wel op het moment dat de motie werd aangenomen, omdat op dat moment dus niet duidelijk was of we dat met interne menskracht zouden doen en of we daar dan ook de capaciteit voor hadden. U geeft daar nu een lading aan van: "Nee, dat ging over de wijze waarop we het onderzoek moeten gaan uitvoeren en of daar wel of niet op geënquêteerd moet worden." Ik heb daar geen verstand van, meneer Fluitman, en dat is precies de reden waarom we een gespecialiseerd bureau met de juiste competenties hebben ingehuurd.
Ik geef nu weer even het woord aan de heer Fluitman, want volgens mij heeft u nu de kans gehad om aan te geven hoe u erover denkt. Nietwaar, meneer Fluitman van het CDA?
Deze herformulering gaat ervan uit dat de spreker het woord teruggeeft aan een ander persoon (mogelijk meneer Fluitman van het CDA) na een pauze of onderbreking, en dat er een discussie of gesprek plaatsvindt waarin meneer Fluitman zijn standpunt heeft kunnen uiten. De zin "Niet tegenaan, kijk," is weggelaten omdat deze geen duidelijke betekenis heeft in de gegeven context.
Ja, dank u wel. U geeft een prachtig antwoord, maar niet het antwoord op mijn vraag. U eindigt met dat u niet weet of het wel slim is om op zondag zo'n vraag te stellen. U moet heel goed begrijpen dat u een neutrale vraag stelt in de samenleving. En als u op zondag aan de mensen die winkelen vraagt of zij het fijn vinden om op zondag te winkelen, dan weet u toch wat het antwoord is? Daarbij raakt u niet de mensen die op zondag niet gaan winkelen en dus niet voor die winkels staan. Ik vind het heel erg tendentieus dat dit in zo'n onderzoek zit. Ten tweede vind ik het bijzonder dat u samen in een coalitie zit met de ChristenUnie. U weet hoe gevoelig dat is bij uw coalitiegenoot, maar volgens mij gaat u volledig langs hen heen door het onderzoek nu uit te voeren zoals u gedaan heeft. En ik heb gelezen dat u het ook niet stopzet. Dus u gaat door, prima. Het derde punt is nog steeds: waarom geeft u nu de schuld aan de griffie dat u niet met ons gecommuniceerd heeft? Ik heb het antwoord niet duidelijk gehoord, heer Freerk André de La Porte, over de rapporten. Dus ik hoor het nog graag een keer van de wethouder.
Ja, dank u wel. Dan bespreken we de volgorde die we hebben besproken. Nou, ik zal proberen het kort te houden, maar als het gaat om de vraag waarom er op zondag aan mensen wordt gevraagd die op zondag winkelen, dan denk ik dat dat een aanname is. Misschien heeft u gelijk, maar ik denk eerlijk gezegd dat er op zondag geënquêteerd is. Dat betekent echter niet dat degenen die geënquêteerd worden, allemaal mensen zijn die op dat moment op weg zijn naar een winkel of op de terugweg van een winkel. Het kunnen ook mensen zijn die zich om een heel andere reden op dat moment in Zeist bevinden. Ik zou het niet weten, maar dat zouden we echt aan het onderzoeksbureau moeten vragen: of er alleen op zondag is geënquêteerd of ook op andere dagen. Ik ga er toch echt vanuit dat het ook op andere dagen is, maar dit is precies het gesprek dat we, denk ik, niet met elkaar moeten hebben. Dit is een gesprek op het niveau van de uitvoering, en dat doen we hier niet in deze zaal. Ik denk dat dat heel goed is. Het is buitengewoon belangrijk, juist vanwege die gevoeligheid, dat je dit onafhankelijk doet en dat je dit met de juiste competenties doet. Wij hebben gemeend er goed aan te doen om een gespecialiseerd bureau in te huren, en ik weet dat u daar van alles van vindt, en dat mag ook, om tot onafhankelijke conclusies te komen. Die conclusies, daar vinden wij als college overigens niets van. Die gaan ongefilterd door naar de griffie, die dat vervolgens al dan niet zal agenderen bij de Raad. En meer dan dat is het eigenlijk niet.
Exact. Ik vind het best wel een aparte discussie die hier gevoerd wordt, want dit gaat over een onderzoek dat op dit moment gaande is. Ik ken het onderzoek nog niet. We weten allemaal dat we hebben gezegd dat wij graag willen dat er onderzoek plaatsvindt en dan gaan we er vervolgens over in gesprek. En nu zijn we in gesprek over een onderzoek dat op dit moment gaande is en waarover we allemaal, tenminste ik, geen informatie hebben.
We hebben iets met elkaar afgesproken en we wachten op het eindresultaat. Dan gaan we met elkaar in gesprek. Dat is het punt dat ik wilde maken, voorzitter.
Ik hoor wat u zegt en ik vind ook dat we na de beantwoording dit onderwerp nu echt moeten afsluiten. Dan kunt u dat op een ander moment weer oppakken. Maar ik kijk nog even naar de twee vragen die nog openstaan. U gaf aan dat de ene vraag over de griffie ging; bij de andere moet u mij nog even helpen, meneer Fluitman.
Nou ja, ik vond het ook een beetje een merkwaardige vraag. Die ging, dacht ik, over een specifieke coalitiepartij. Waarom die niet was meegenomen? Nou, wij nemen specifieke coalitiepartijen niet anders mee dan andere partijen, dus we hebben dit gewoon op een transparante manier gedaan. Naar mijn overtuiging en beleving is de Raad ook op een aantal momenten daarover geïnformeerd. Ik zou niet weten waarom we een partij een specifieke positie zouden moeten geven; dat hebben we niet gedaan. En ik denk nog steeds dat dat een goede keuze is geweest, maar u mag daar anders over denken. En ja, dan tenslotte het punt van de griffie. Daar heb ik iets over gezegd en de agendacommissie ook nogmaals. Wij komen zo meteen met dat onderzoeksrapport. Dat zal op korte termijn zijn. Daarna gaat het naar de griffie en dan is het aan de agendacommissie, denk ik, om daar een goed moment voor te bepalen, als dat wenselijk zou zijn. We kunnen het bureau uitnodigen als u dat zou willen. Dat is het, voorzitter.
Na afronding wil ik er niet langer bij stilstaan. Het spijt me dat u niet aangeeft dat u abusievelijk de griffie heeft genoemd in uw beantwoording, terwijl u het over de agendacommissie had moeten hebben, die u gepasseerd heeft. Ik sta achter de griffie, ik waardeer hen zeer en vind het heel erg jammer dat zij nu betrokken worden bij een kwestie als deze. Dat is wat nu voorligt, dank u.
Dank u wel, meneer Fluitman. Dan kijk ik naar de heer Bredius, die inmiddels is aangekomen bij de interruptiemicrofoon. Is dat een ander onderwerp meneer Bredius?
We bespreken nu deze motie diepgaand. We hebben echter een vraag aan de wethouder over hoe hij dit interpreteert, want in de motie wordt gesteld dat er in gesprek met het college over de vorm en aanpak wordt overgegaan tot nader onderzoek. Dus ik zou graag van de wethouder willen weten wat 'in gesprek met het college over vorm en aanpak' betekent. Betekent dit dat er een gesprek plaatsvindt over de vorm en aanpak voordat het onderzoek wordt gestart? Of betekent het dat er een gesprek over het onderzoek zelf wordt gevoerd, zoals D66 dat nu naar voren brengt?
Ja, voorzitter, op het gevaar af dat ik in herhaling val, denk ik dat de motie vooral in de context van het gesprek gezien moet worden dat tijdens de raadsvergadering, waarin die motie werd behandeld, is gevoerd. U kunt zich dat misschien herinneren. De indiener, die nu even niet aanwezig is, zal zich dat zeker herinneren. Het ging over de vraag of de ambtelijke organisatie over de capaciteit beschikt om dit onderzoek uit te voeren binnen de gevraagde tijdlijnen. Daar konden wij op dat moment geen toezegging op doen. Uiteindelijk is er voor deze verwoording gekozen, in mijn stellige overtuiging. Die stellige overtuiging had niet te maken met de vorm van het onderzoek of met de vraag hoe je tot een representatief beeld komt. Dat lijkt mij een heel merkwaardige vraag die je niet met de raad aangaat. Zo kun je het lezen, dat zou je kunnen doen, maar nogmaals, dan zou ik echt willen verwijzen naar de transcripties die ongetwijfeld nog wel te vinden zijn, naar het gesprek dat destijds in de raadsvergadering daarover is gevoerd. Vanuit die context lezen wij het in ieder geval.
Goed, dat is ook een punt, want ik stel voor dat de discussie hierover natuurlijk nog een keer plaatsvindt als het rapport met de raad ook wordt besproken. Goed.
Ik vind het vervelend dat de heer Fluitman de indruk wekt dat wij de griffie iets kwalijk zouden nemen, want dat doen wij volstrekt niet. Alleen maar waardering voor de griffie. Dat heeft u zelf gelukkig ook, dus voor zover dat beeld zou zijn ontstaan, kan ik het me niet voorstellen. Ik wil dat heel graag namens het college wegnemen.
Nee, meneer Fluitman, u heeft nu voldoende gesproken. Ja, u heeft precies één wethouder die nog even aangeeft dat het niet de bedoeling is geweest om de griffie op deze manier neer te zetten of de schuld te geven. Dus volgens mij heeft u uw doel ook bereikt.
Ik ga door naar een volgend punt van het CDA. U heeft de website over citymarketing van de open slotstad inmiddels gevonden, en dat is goed om te horen. Ik wilde graag aangeven dat het hele concept in nauwe samenspraak met alle stakeholders is ontwikkeld, die op dat gebied een rol spelen. Of het nu de horeca, de winkeliers of de culturele sector betreft, iedereen is meegenomen met het doel om een plek in Zeist te creëren waar alle informatie te vinden is. Als toerist, recreant of inwoner die wil weten wat er op een zaterdagavond of tijdens specifieke weken in de zomervakantie in Zeist te doen is, hoef je nu niet meer verschillende websites te raadplegen. Deze pagina toont het complete aanbod. De stakeholders vinden dit belangrijk en dat lijkt ons ook de bepalende factor. Uw vraag was of we dit na twee jaar kunnen evalueren. De middelen zitten in de kadernota, wat betekent dat er pas een besluit over wordt genomen bij de begroting. Als de Raad besluit hier middelen voor beschikbaar te stellen, dan lijkt het mij heel goed om na twee jaar een evaluatie te organiseren.
Wat de sociale balans betreft, heb ik al aangegeven dat we daar allerlei resultaten zien. Het onderwerp monumenten kwam bij GroenLinks en de Partij van de Arbeid aan de orde. Het is goed om te vermelden dat wij een gespecialiseerd bureau hebben gevraagd om naar alle gemeentelijke monumenten te kijken. Dat zijn in totaal 23 complexen met ongeveer 741 gemeentelijke monumenten. Daarvan zijn 16 van de 23 complexen in eigendom van een coöperatie, waarvan 15 bij woongroepen en één bijna bij wonen. We zijn volop in gesprek met de coöperaties over hoe we dit kunnen oplossen. Wat mij opvalt, is dat de corporaties, en zeker woongroep, ontzettend veel hebben gedaan met de gemeentelijke monumenten. Veel monumenten zijn de afgelopen jaren gerenoveerd en voor de overige zijn er concrete plannen, inclusief financiële dekking, voorbereid. We wachten alleen nog op de uitvoering, maar dat gaat goed komen. Er zijn twee complexen waarvoor dit niet geldt, en één complex dat regelmatig ter sprake komt, namelijk Patijn Park bij de Panweg en de Dijsselburgerweg en de Patijnlaan. Dat zijn in totaal 80 woningen waar iets moet gebeuren. Het is best complex, want het heeft een hoge erfgoedwaarde en cultuurhistorische waarde, wat uit onderzoek blijkt. Tegelijkertijd is de waarde voor de bewoners ook hoog, maar de leefbaarheid laat te wensen over. We willen graag verduurzamen, dus we komen allerlei ingewikkelde afwegingen tegen. We hebben hier vanochtend nog over gesproken met de woongroepen, omdat we van plan zijn voor het zomerreces van dit jaar tot een collegebesluit te komen, en dat lijkt ook te gaan lukken. Als dat lukt, en daar ga ik vanuit, dan zullen wij de Raad voor het zomerreces nog een informatiebericht sturen met de uitwerking van wat dit zou betekenen voor alle complexen en voor Patijn Park in het bijzonder. Ik denk dat het ook gepast is om de woongroepen echt te complimenteren met wat zij op dit gebied doen. Dat is echt bijzonder. Tot een paar maanden geleden had ik dat onvoldoende scherp, maar nu ik dat beeld wel heb, vind ik het bijna ongelooflijk, in uw termen, meneer Fluitman, wat zij allemaal voor elkaar hebben gekregen en nog willen gaan doen.
Dan een paar losse zaken: De Passion is toch even genoemd binnen budget, want dat is nog steeds niet formeel met de Raad gedeeld, maar dat komt als evaluatie naar de Raad. Maar ik heb al eens, en ik weet niet of dat informeel was, gemeld dat we binnen budget De Passion hebben uitgevoerd. Kijkend naar uw bijdrage, kan ik dat bij deze bevestigen. De RDWI kwam een aantal keren aan de orde, direct of indirect. Dat is ook een organisatie waar ik persoonlijk in ieder geval ongelooflijk trots op ben. Ze doen echt heel veel buiten hun reguliere werk op het gebied van uitkeringen, schulddienstverlening en inburgering. Ze hebben ook op het gebied van de toeslagen voor energie en de steun aan Oekraïners veel betekend. Zo zijn er nog veel meer zaken die ik zou kunnen noemen. Allemaal zaken die een meer incidenteel karakter hebben, maar waarin zij ons als vijf gemeenten, en dus ook als Zeist, ontzorgen, en dat doen ze iedere keer op een buitengewoon goede manier.
Dan is het van belang, omdat we hier ook misschien moeten markeren, dat het CDA vroeg of er wel of geen participatie over nieuwe verbindingen is geweest. Ja, bij de ronde tafel en bij het debat is dit uitgebreid aan de orde geweest. Dat is er zeker wel, alleen dat is gebeurd in de aanloop naar de besluitvorming die in november 2023 heeft plaatsgevonden. Toen lag er een tax variant, wat een beetje een ingewikkeld woord is, maar die lag op tafel: een kortere zuidroute over bestaande wegen in Den Dolder. Daar is met inwoners van Den Dolder uitgebreid over geparticipeerd. Die variant is tijdens de besluitvorming in november 2023 door het CDA ingebracht. Uiteindelijk bleek dat de enige overblijvende variant te zijn die denkbaar is, en vervolgens hebben wij dat richting de inwoners toegelicht. De participatie die nu gaat plaatsvinden, gaat dus niet over die variant als zodanig, dat hebben we vorig jaar gedaan, maar die gaat wel over de betekenis die dat heeft voor de direct aanwonenden. Dat zijn drie straten in Den Dolder. Daar wonen mensen die hier ook voor een deel een paar weken geleden aan de binnenring zaten. Die worden direct geraakt door het autoverkeer dat door die straten gaat, en de participatie die nu gaat plaatsvinden, gaat niet meer over welke variant, maar gaat wel over het zoveel mogelijk beperken van de overlast voor de mensen die in de meest directe zin geraakt worden door die route.
Voorzitter, dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Wat zal ik erover zeggen? We kunnen inderdaad terugkijken naar 2023. We kunnen zelfs nog veel verder terug gaan. Er heeft inderdaad veel participatie plaatsgevonden. Dat klopt allemaal. Alleen de laatste variant die goed uit de bus kwam, is niet in de participatie meegenomen, en daar moet u het met mij eens zijn, tenzij hier allemaal insprekers hebben gezeten die blijkbaar een heel ander beeld hebben dan u. Maar ik zie dat verschil niet. Ik neem aan dat de insprekers die hier zaten, ook vanuit hun intrinsieke betrokkenheid hun verhaal vertelden en zeiden dat ze verrast waren dat deze variant nu zo werd gepresenteerd en dat het via een webinar was, zonder dat er een gesprek over is geweest waarin zij nog inbreng konden hebben.
Mijn tweede punt is, ja, u doet dat nu al twee keer, en dat is jammer, want u heeft het bij het debat gedaan en u doet het nu weer, door te zeggen dat juist het CDA deze variant heeft geopperd. Dan zou ik u echt adviseren de band terug te luisteren en de video te bekijken. Wat het CDA heeft gedaan, is gevraagd om alle opties voor Zuid open te houden en die te onderzoeken: de nulvariant, deze variant, andere varianten. Het ging met name over de engte, om dat nog eens nader te bekijken. En u pretendeert nu steeds dat wij degene zijn geweest die deze optie alleen maar hadden neergelegd. En dat is niet waar. Dat is echt niet waar. Wij hebben de oproep gedaan om bij Zuid alle opties nog eens onder de loep te nemen, en dat is het echte verhaal.
U kunt alles naar een andere vergadering verwijzen, dat vind ik prima, maar dan ga ik gewoon zitten. Dat kan, maar we zitten hier met een debat over punten die ik heb aangedragen. Dus ik wil graag de reactie van de wethouder horen.
Ja, die krijgt u ook. Alleen de inwoners hebben straks het recht om het ook ten volle te bespreken op 9 juli, en dat is wat ik aangeef. De heer Van Dijk geeft antwoord op uw vraag.
Ja, en dan ingaand op beide punten, hè? De eerste vraag gaat over wat er nou voorlag in de aanloop naar november 2023. Dat was een heel duidelijke voorkeur die uit de participatie kwam, dus goed dat u bevestigt dat die participatie zeker heeft plaatsgevonden. Die ging over een zogenaamde viertaktvariant, maar dat betekent een route over het landgoed Denning. U heeft toen aangegeven, en zoals gezegd, ik denk dat u dat als een verwijt interpreteert. Dat is niet hoe ik het bedoel, en volgens mij heb ik het ook niet zo gezegd, ook niet in het debat. Het is een constatering. U heeft gezegd, en u bevestigt dat net, dat alle varianten opengehouden worden, dus ook de nulvariant die niet kan en de driedaagse variant waar we het nu over hebben. Dus dat is toevallig, of niet toevallig, maar nu zeg maar, na alle varianten afgewogen te hebben, is er maar één variant over, en dat is de geoptimaliseerde drietaksvariant. Dat is een geoptimaliseerde drietaksvariant. In de kern is het nog steeds de drietaksvariant, en dat is uw tweede punt. Dat eigenlijk uw eerste punt is, maar mijn tweede punt, dan is of die nou wel of niet in de participatie geweest is. Ja, dat is hij dus wel. En deze mensen zeggen dan misschien deels, en zeker niet allemaal, dat het niet zo is, maar dat is hij wel. In de aanloop naar november 2023 was die drietaksvariant over deze bestaande wegen heel nadrukkelijk onderdeel van het onderzoek en vooral ook van de participatie. Alleen die werd als ongewenst gezien, overigens niet alleen door de inwoners, maar ook door de provincie, omdat die kruist met de doorfietsroute. U doet het nu net alsof u hetzelfde zegt, maar u zegt echt iets anders. U zegt dat er geen participatie heeft plaatsgevonden, en ik zeg dat die er wel heeft plaatsgevonden. Dat is echt een verschil van inzicht. U gaat mee met die bewoners, en dat mag u doen, dat is prima, maar het klopt niet. En u vroeg mij: "Klopt het?" Ik zeg: "Het klopt niet."
Geachte voorzitter, ik ga met niemand mee; ik maak mijn eigen afweging als fractie. Dus laat dat duidelijk zijn. Op dit moment hebben we nog geen keuze gemaakt, want er liggen nog vragen over hoe het met de financiën zit. Nou, dat is nog een heel interessante discussie die we ook nog gaan volgen op 9 juli. Maar nogmaals, u geeft zelf aan dat dit niet de gewenste variant was, dus die was van tafel. En als je die variant dan weer ter sprake brengt, is het toch netjes dat je daar weer met mensen over in gesprek gaat?
Het begrip 'participatie' moet niet al te breed gedefinieerd, maar helder gedefinieerd worden. Er moet duidelijk zijn of er wel of niet over een bepaald onderwerp is geparticipeerd. Dat is inderdaad het geval. Vervolgens brengen we een voorstel in. We zijn ons ervan bewust dat dit voorstel directe impact heeft op sommige mensen, dus vinden we het belangrijk om hen hierbij te betrekken, los van de term 'participatie'. Er zijn webinars georganiseerd en de redenen waarom het op deze wijze is aangepakt, zal ik nu niet bespreken. De dag erna was er ook een inloopbijeenkomst waar mensen die persoonlijk overleg prefereerden, uitleg konden krijgen, en dat hebben ze ook gedaan. De echte participatie die nog moet plaatsvinden, betreft de bewoners van de direct getroffen straten. Dit zal de komende maanden gebeuren en ik denk dat we het vanuit ons participatiebeleid uitstekend aanpakken. Met alle respect voor u, meneer Fluitman, en misschien wat onbescheiden, maar ik denk niet dat het verwijt terecht is. Los van het feit dat er al 20 jaar over dit onderwerp wordt geparticipeerd en mensen al 20 jaar betrokken zijn, is het nu tijd voor besluitvorming. Wat betreft Den Dolder, er is een projectmanager gevonden die momenteel bezig is. Eerder was er al een verkenning gedaan naar de wensen voor een dorpshuis in Den Dolder. Er is al een voorloper van een dorpshuis op de Doldersweg, een pand waar allerlei activiteiten plaatsvinden en waar mensen kunnen binnenlopen. De rest van dit jaar wordt gebruikt om de verkenning af te ronden, waarna de resultaten naar de raad zullen gaan. We zien ook een relatie met de begroting, waarin we waarschijnlijk ook de dekking van het wijkservicepunt in Zeist zullen meenemen. Als we naar de hele gemeente Zeist kijken en waar de wijkservicepunten zich bevinden, kunnen we concluderen dat er enkele witte vlekken zijn. Onze voorlopige conclusie is dat er een wijkservicepunt ontbreekt in het centrum van Zeist, en ook in Den Dolder. Dit is een andere schaal dan een dorpshuis, dus dat nemen we waarschijnlijk mee in de begroting, die u dan kunt verwachten.
Vanuit de SP is er gevraagd naar de openstelling van het landgoed Dijnselburg. Op dit moment is er een bijeenkomst gaande met betrokkenen, omwonenden en grondeigenaren op het landgoed Dijnselburg. De uitkomst hiervan is mij nog niet bekend, maar op 29 mei van dit jaar hebben we hierover een brief gestuurd. Dit heeft te maken met de ontwerp gebiedsvisie die klaar is en vanavond wordt besproken. Deze is gereed voor inspraak. We zijn niet met alle eigenaren tot overeenstemming gekomen, vooral met een eigenaar die woningen wil bouwen op het landgoed. Dit ligt in de kernrandzone, waar de provincie zeer terughoudend over is. Wij delen deze terughoudendheid en vinden het geen goed idee om grootschalig woningen op het landgoed te bouwen. Dit maakt het moeilijk om tot overeenstemming te komen met de gebiedseigenaar en om het landgoed open te stellen, aangezien er geïnvesteerd moet worden en de middelen ergens vandaan moeten komen. Dat betekent niet dat het niet gaat lukken; we zijn nog volop in gesprek en zien mogelijkheden, maar het zal lastig worden.
Ik wilde ook enkele ambities voor 2025 noemen. Een daarvan is een gebiedsvisie voor de markt en omgeving. We willen dit ambitieus aanpakken omdat we geloven dat er kansen liggen voor Zeist. De Slotlaan ziet er prachtig uit, zeker als de werkzaamheden zijn uitgevoerd en de kunstprojecten zijn gerealiseerd. Het gebied rondom de markt verdient een kwaliteitsslag. Dit is onderdeel van de plannen voor deze coalitieperiode en we hebben de juiste mensen gevonden om dit te realiseren. Terugkomend op de vraag van de heer Boutahar van D66: het marktplein is momenteel een belangrijke plek voor evenementen, en de Slotlaan zou ook een belangrijke plek kunnen zijn. Als we een verkeersroute langs het marktplein zouden hebben, zou het veel makkelijker zijn om de Slotlaan af te sluiten. Dit is iets wat we in de verkenning zullen meenemen, hoewel het nog geen vastgesteld kader van de raad is. Los daarvan kan de Slotlaan nu ook verkeersvrij gemaakt worden voor evenementen zoals Koningsdag of de Vuelta, maar dit heeft momenteel veel impact omdat het verkeer dan anders moet lopen. Dit kan een manier zijn om dat eenvoudiger te maken.
Ik nodig trouwens ook collega's uit om mee te debatteren, anders lijkt het alsof meneer Fluitman de enige is die graag het woord voert. Maar nu naar de kern van vandaag: u geeft bijna twee richtingen aan over de markt. Ik vind het interessant. Overigens vond ik het überhaupt interessant dat u dingen noemde waar vanavond helemaal niet naar gevraagd is, maar kunt u iets meer vertellen over uw visie op wat er met die markt gaat gebeuren? U leek er immers al redelijk van overtuigd dat dit heel goed zou helpen bij andere kwesties op de Slotlaan. Misschien kunt u ons even meenemen in uw gedachtegang.
Ja, ik proef een zeker enthousiasme voor dit idee bij de heer Fluitman, en dat is mooi om te constateren. Nee, ik denk dat het van belang is om de Raad niet te verrassen. Op het moment dat je in die gebiedsvisie keuzes maakt, leg je een aantal dingen, waaronder ook de verkeerssituatie, voor decennia vast. Dus dit is het moment, en de heer Boutahar had het over het gebruik van de Slotlaan voor evenementen. Nou, dat kan, zoals gezegd, ook op dit moment; vrij recent nog op Koningsdag hebben we gezien dat de Slotlaan zich daar uitstekend voor leent. Dus dat is het niet, maar zoals gezegd, het is gewoon best wel bewerkelijk om de Slotlaan af te sluiten, en dat kan op een andere manier. Nou, dan zou het logisch zijn als je aan de slag gaat met een gebiedsvisie voor de markt om dit daarin mee te nemen. Of dat daarmee ook wenselijk is, hebben wij nog niet bepaald, zo te horen. Misschien wel een beetje, en dan krijgen we dat graag als kaders mee. Maar als dat niet zo is, is het ook prima. Wij werken nu aan die kaders voor de gebiedsvisie en daar zullen we proberen de Raad te verleiden om tot duidelijkheid te komen, zodat wij op basis daarvan met een goede gebiedsvisie uiteindelijk naar de Raad kunnen gaan. Maar dit is gewoon de aanleiding. Zoek er ook niet al te veel achter. Meneer Fluitman.
Een snelle leerder, de wethouder, want nu komen de kaders er wel. Bij de openingstijden was het eerder anders; dat had hij zelf bepaald, maar nu is het gelukkig wel in orde, dus daar ben ik blij mee. Ik vind het ook interessant voor de inwoners om te horen dat alles weer open is. Er is de mogelijkheid dat er twee richtingen over de markt kunnen komen, dus ik ben heel benieuwd hoe de inwoners hierover gaan denken. Ik neem aan dat u daar ook een heel mooi participatieproject over gaat volgen.
Dank u wel, Voorzitter. Ik hoop dat u het nu doet. Ja, ik wilde even een vraag stellen aan de wethouder die net een antwoord heeft gegeven op mijn eerste bijdrage. Mijn vraag gaat over Dijnselburg en de openstelling van het landgoed. Begrijp ik het goed? Mijn eerste vraag gaat eigenlijk over hoe hoog de ambities van dit college zijn om het landgoed open te stellen. In het ene gebied lees je daar niets over, en ook in het raadsvoorstel lees ik daar niets over. Als de situatie zo blijft als nu, lijkt het erop dat we in de toekomst een landgoed Dijnselburg krijgen dat voor een deel afgegrendeld is voor het publiek. Daarbij is de situatie ook nog eens zo dat er voor de huidige eigenaar helemaal geen stok achter de deur lijkt te zijn om het noodzakelijke onderhoud te plegen. Dat was voor de eigenaar het voornaamste argument, een financieel argument, om het landgoed niet open te stellen. Want voor openstelling moet de eigenaar behoorlijk wat onderhoud plegen, zoals bomen kappen en dergelijke zaken, en dat zou voor de eigenaar een te duur prijskaartje worden. De eigenaar zou het dan niet meer kunnen bolwerken met de exploitatie.
Mijn tweede, aansluitende vraag is of de gemeente zelf onderzoek heeft gedaan, of dit college heeft onderzocht, wat het zou kosten om het landgoed wel open te stellen en dus die investering te doen in het groen en in het achterstallige onderhoud. Want volgens mij is er misschien nog niet helemaal duidelijkheid over wat dat gaat kosten. Dat wilde ik graag even ter sprake brengen.
Ja, dank u wel. Er zijn een paar dingen die ik ten eerste wil bespreken. Het landgoed is een paar jaar geleden gekocht door een particuliere eigenaar en wij kunnen hem niet zomaar dwingen om het landgoed te openen. We hebben wel een juridisch onderzoek laten doen naar de organisatie in het verleden, omdat we daar mogelijk bepaalde rechten aan kunnen ontlenen. Helaas heeft dat onderzoek niet het eenduidige antwoord opgeleverd waar we naar op zoek waren. We zijn nu bezig met nader onderzoek en betrekken daar ook de inwoners van Den Dolder bij. Het gaat onder andere over de vraag gedurende welke periode het landgoed geopend was en of het al geruime tijd gesloten is, terwijl het in het verleden wel toegankelijk was.
Daarnaast speelt mee dat, als je te maken hebt met een particuliere eigenaar die behoorlijke kosten moet maken om het landgoed veilig open te kunnen stellen, er flink gekapt en andere zaken gedaan moeten worden. Daarvoor zijn uiteindelijk middelen nodig en dat moet structureel gebeuren, niet eenmalig. Dat betekent dat de eigenaar op zoek is naar een structureel sluitende exploitatie, en dat koppelt hij op dit moment aan woningbouw. Dat is ook logisch, omdat we behoefte hebben aan woningen. Het is een groot terrein en voor een deel kan dat in de bestaande rode bebouwing, maar voor een deel kan het ook niet vanwege beperkende regels van de provincie. Wij zien daar dus heel weinig ruimte voor. Dat heb ik ook opgenomen in de ontwerp-gebiedsvisie die nu ter inzage ligt. Mensen kunnen daar een zienswijze op indienen, en dat zal de eigenaar ook zeker doen. Vanaf dat punt kunnen we dan weer verder. Ondertussen blijven we zeker met hem in gesprek. Maar dat is op dit moment de situatie; het is niet heel makkelijk. Het zou makkelijker kunnen zijn als we op enige schaal woningbouw zouden kunnen realiseren, maar dat kan dus niet. We zullen echt met meer creativiteit moeten kijken hoe we dan wel tot openstelling kunnen komen, want dat de omgeving dat graag wil en dat wij dat ook graag willen, is evident. De eigenaar staat daarvoor open, maar stelt daar dus ook voorwaarden aan.
Betekent dit dat het voor dit college bespreekbaar zou zijn om vanuit de gemeente eventueel zelf een deel van de bijdrage te leveren aan het onderhoud? Is het denkbaar dat de eigenaar zelf ook een deel daarvan betaalt, om op die manier het landgoed open te kunnen stellen? Is dit voor het college een bespreekbare of denkbare optie, of is het uitgesloten? Ik zoek naar de mening van de heer.
Nee, dat is zeker denkbaar. Want wij zien de gebiedsvisie ook als een groter geheel dan alleen het landgoed Dijnselburg. Deze gaat over heel Dijnselburg, dus het omvat ook de camping. Het betreft ook het sportgebied. Dat zijn nog twee plekken waarvan de provincie aangeeft dat het goed denkbaar is dat daar woningen ontwikkeld worden. Dus we zitten daar nu nog 2,5 jaar met de opvang van Oekraïense ontheemden op de camping, maar daarna is het idee dat daar woningbouwontwikkeling gaat plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor het gebied waar het zwembad en de sporthal staan. Ook dat gebied wordt de komende jaren opnieuw ontwikkeld. En ook daar ziet de provincie ruimte om tot woningbouw te komen. Nou ja, dan levert dat ook middelen op en het idee is om heel Dijnselburg als een geheel te zien. Vanuit dat perspectief is het al heel goed denkbaar dat je ergens op uitkomt met elkaar. Maar het is op dit moment nog net te vroeg om dat heel concreet te maken. Maar dat zijn wel typisch de dingen waar we met de eigenaar van het landgoed over in gesprek zijn.
Dan ga ik naar mevrouw Welting, namens het college, ook vanuit de portefeuille van mevrouw Hoogstraten, nietwaar? Dat zult u zelf ook toelichten. Laten we deze met volle aandacht volgen. Daarna zullen we een pauze inlassen. Tegen die tijd hebben we bijdragen van twee wethouders gehad en vervolgens zullen de andere twee bestuurders aan bod komen. Gaat u alstublieft uw geld, mevrouw Welting.
Gaat u geld? Dat is toch een mooie verspreking, hè? Ja, ik voel me af en toe wel de geldverslindende wethouder met al die hobby's. Jazeker, maar wel met maatschappelijke impact, hoop ik, want dat is een van de redenen waarom ik ooit politiek actief ben geworden. Ik geloof dat iedereen gelijke kansen moet hebben en dat het niet uit moet maken waar je wieg staat. Elk kind in Zeist moet de kans krijgen zijn talenten te ontwikkelen en op te groeien tot een volwaardige burger die een bijdrage kan leveren aan een mooi, goed en gezond leven in Zeist. Helaas lukt dat niet altijd, want uit verschillende onderzoeken blijkt dat het niet goed gaat met de gezondheid van onze inwoners in Nederland. Anderhalve week geleden, als u de krant goed heeft gelezen, luidde 22 gezondheidsfondsen de noodklok. We hebben een gezondheidscrisis en ook bij onze jeugd zien we uit de GGD Gezondheidsmonitor dat het nog niet goed gaat. Jongeren voelen zich ongelukkig, zijn meer gaan drinken na corona en de ongelijkheid in gezondheid in de verschillende wijken van Zeist is toegenomen.
De term 'gezonde leefomgeving' is al veelvuldig genoemd. Ik ben blij dat verschillende fracties deze term hebben gebruikt. Wat vraagt het nou om die gezonde leefomgeving in elke wijk en buurt in Zeist te realiseren? Dat vraagt om een brede blik en aanpak, want een gezonde leefomgeving gaat niet alleen over groen. Het gaat ook over betaalbare woningen, ruimte voor ontmoeting, een omgeving die uitnodigt tot bewegen en sporten, en voorzieningen zoals speeltuinen, fysiotherapeuten, huisartsen, winkels en wijkontmoetingscentra. Krijgen we daarmee wijken die gezond en levendig zijn voor iedereen en lukt het ons als gemeente om de gezondheidsverschillen op te lossen? We moeten realistisch zijn: zorg redt levens en preventie redt generaties. We moeten niet de illusie hebben dat alles wat we inzetten op preventie meteen meetbaar is in cijfers, maar hopelijk wel merkbaar. Het is iets van de lange adem en iets wat we samen met onze inwoners en partners moeten doen.
Wat hebben we al gedaan en wat gaan we nog doen? Laat ik een aantal thema's rondom deze gezonde leefomgeving bespreken. Allereerst de fysieke leefomgeving. We hebben ambities, maar in Zeist hebben we één ding tekort en dat is ruimte. Dat vraagt om een continue afweging van waarden. We zijn tot 1 januari bezig geweest met de invoering van de Omgevingswet en nu volgt de implementatie. U heeft de eerste Zeister omgevingsvisie vastgesteld en nu wordt gewerkt aan de verdere uitwerking. U heeft begin dit jaar ook het plan van aanpak voor de omgevingsvisie en het omgevingsplan vastgesteld. We zijn bezig met de transitie strategie voor dat omgevingsplan, die na de zomer naar u toe komt. We gaan stapsgewijs per gebied aan de slag, natuurlijk in samenspraak met de bewoners.
Een tweede punt is participatie. Collega Lange Akkers zal hier straks ook op ingaan. Er is veel gezegd over participatie, maar ik kan in ieder geval inzoomen op het handvat participatie waar nu sessies over worden gehouden met ontwikkelaars, zorgpartijen en buurt- en belangenverenigingen. Dat handvat komt uw kant op en we hopen het eind van dit jaar aan de raad te kunnen aanbieden. Belangrijk bij het gesprek over de omgevingsvisie en -plan en bij concrete initiatieven is de pluriformiteit van de samenleving. We zoeken steeds hoe we ook de stem van de woningzoekende en de middenmoot, die we soms niet in deze politieke arena horen, naar voren kunnen laten komen. Het instrument 'waarde wegen' lijkt een doel op zich te worden, maar het gaat om het continue gesprek. Als college laten we in onze raadsvoorstellen zien hoe wij die brede afweging van waarden maken. We zien een toename van initiatieven en bijbehorende complexiteit, wat ook iets vraagt van de organisatie. Vandaar dat we in de kadernota een melding doen met een PM-post, waarbij we in de begroting met concrete voorstellen komen.
Wat betreft Driebergen-Zeist en de concrete gebiedsontwikkelingen, heeft een van de fracties gevraagd naar de flora en fauna. We nemen landschap en natuur als basis bij deze ontwikkeling. De exacte flora en fauna passage kunnen we in deze fase niet beantwoorden, maar we hebben uw oproep gehoord om aandacht en ook waar nodig budget te reserveren voor deze belangrijke ecologische verbinding.
Dan de flexwoningen. In 2022 en 2023 hebben we onderzocht wat de mogelijkheden zijn voor het realiseren van flexwoningen. We moeten zoeken naar een geschikte locatie, bij voorkeur een waar niet al nieuwbouw gepland staat. Uit onderzoek bleek dat Zeist een geschikte locatie had: Dijnselburg. Flexwoningen zijn snel te realiseren en betaalbaar, maar de businesscase is niet eenvoudig. Voor een gezonde exploitatie is een termijn van 10 tot 25 jaar nodig. In Zeist worden binnen deze termijnen al activiteiten verwacht op aangewezen bouwlocaties. Eventuele flexwoningen die daar gerealiseerd worden, moeten verplaatst kunnen worden en er moet bij aanvang een tweede locatie bekend zijn. Verplaatsen van flexwoningen is een behoorlijke kostenpost. Neemt niet weg dat we bij de actualisatie van de woonvisie het onderwerp flexwoningen meenemen. In Zeist staan bijna 2600 woningen op de planning op circa 40 locaties, allemaal permanente woningbouw. We hopen de komende 2 tot 3 jaar minstens 900 woningen te realiseren en u wordt via de monitor wonen hierover geïnformeerd.
Terug naar de fysieke leefomgeving: we gaan niet alleen aan de slag met de actualisatie van de woonvisie, maar ook met de woonzorgvisie. De analyse is gemaakt en er wordt nu gewerkt aan de visie zelf. U heeft vandaag een RIB hierover ontvangen. We nemen ouderen mee in de visie en de oproep van een van de fracties dat mensen graag in hun eigen wijk willen blijven wonen en doorstroming willen realiseren, kunnen we alleen maar omarmen. We kijken samen met ontwikkelaars wat we kunnen doen om mensen in hun eigen wijk te laten doorstromen bij nieuwe initiatieven. De vraag of iedereen een tuintje krijgt, kan ik niet garanderen. Er zijn ouderen die juist van de zorg voor een tuin af willen na het verkopen van hun grote woning. Het is vooral maatwerk per wijk en we moeten kijken wat nodig is. We bouwen niet alleen huizen, maar gemeenschappen waarin ruimte is voor mensen om hun bijdrage te leveren. Naast het bouwen van woningen is een gezonde leefomgeving ook een plek waar initiatieven van buurtbewoners de ruimte moeten krijgen.
Dan het punt rondom het buurtbudget. Allereerst moet ik als portefeuillehouder aangeven dat ik hier graag meer vaart achter had willen zetten. De oproep om snelheid te maken, snap ik. Door ambtelijke capaciteit hebben we niet de vaart kunnen zetten die we wilden. Dat neemt niet weg dat we al wel het een en ander doen. Er is wijkbudget beschikbaar via Meander Omnium, er zijn verschillende subsidies en budgetten beschikbaar bij de wijkmanagers. Samen Duurzaam Zeist heeft budget, er is de Groene Makelaar die initiatieven rondom vergroening ondersteunt, en bij BOOR kan men aanvragen doen om groen in eigen beheer te nemen. Er zijn dus al middelen beschikbaar voor bewoners en wijken die zelf aan de slag willen. Voor de uiteindelijke uitwerking van het buurtbudget moet goed gekeken worden naar de samenhang en het combineren van nieuwe en bestaande participatiemiddelen. We willen ook kijken naar de ondersteuning. Uit de eerste verkenning blijkt dat mensen soms de weg niet weten te vinden in het woud van de gemeente. Naast het buurtbudget zelf moeten we ook goed kijken wat we doen met de ondersteuning van initiatieven. Ik kan toezeggen dat we na het najaar een dialoog hierover willen voeren met de raad en de nodige initiatiefnemers en ervaringsdeskundigen willen uitnodigen. Vervolgens komen we in het eerste kwartaal van 2025 met een concreet voorstel over wat erbij moet komen, hoe we de combinatie maken en wat nodig is voor de ondersteuning van de verschillende initiatieven van onze bewoners.
Dan het wijkgericht werken. Ik moet complimenten uiten aan de verschillende wijkteams. We hebben in december 25 jaar wijkgericht werken gevierd met een brede vertegenwoordiging van partners zoals Meander Omnium, de politie, de wijkboa's, de corporaties en het jongerenwerk. De wijkmanagers laten zien dat zij elke dag in de wijk bezig zijn om allerlei signalen op te pakken. We willen dit verder doorontwikkelen en kijken wat het vraagt van onze ambtelijke organisatie om vanuit de stand van de wijk te werken. Wat zijn de vraagstukken en wat is de kracht van een wijk? Hoe kunnen we dat benutten om verder te ontwikkelen? We gaan hier in de tweede helft van 2024 mee verder en hebben ook op bestuurlijk niveau periodiek overleg met onze partners.
Blijvend op het thema van de gezonde leefomgeving, juist omdat we verschillen in de wijken zien, zijn we aan de slag gegaan met Vollenhoven Vooruit. We zien dat de buurtaanpak nodig is en dat de gezondheidsrisico's of -verschillen juist in deze wijken landen. Samen met onze partners hebben we naast Vollenhoven Vooruit de brede wijkaanpak ingezet op Samen Opgroeien, een van de pijlers binnen de aanpak van Vollenhoven Vooruit. We ontwikkelen doorlopende leerlijnen van nul tot dertien jaar en kijken naar de inzet van voor- en vroegschoolse educatie (VVE). We richten ons op samenwerking met scholen en voorscholen en onderzoeken de mogelijkheid om in deze wijk alle kinderen naar de voorschool te laten gaan vanuit het principe van kansengelijkheid. We zien dat elke euro die je investeert in het jonge leven van een kind later veel meer rendeert. We moeten nog uitzoeken wat de financiële impact hiervan is, maar het is vanuit de gedachtegang dat je gelijke kansen wilt, je ook ongelijk moet investeren.
Terug naar de wijkaanpak: we willen ook in de wijken zorgen dat met Wegwijs Cafés en wijk inloophuizen inwoners hun weg weten te vinden, ook fysiek in het woud der regelingen naast het digitale Minima Loket. Het digitale Minima Loket hopen we in het najaar van 2024 te openen. Dat is een digitaal loket dat fysiek geopend kan worden. Er is ook aandacht gevraagd voor de U-pas vanuit de fractie van D66. We werken op verschillende manieren aan alternatieven om de bekendheid en het bereik van de verschillende bestaanszekerheid regelingen te vergroten. Dit is een van de speerpunten in het nieuwe beleidskader Financiële Bestaanszekerheid dat binnenkort naar de raad gaat. We willen onder andere onderzoeken hoe regelingen binnen de lokale beleidsregels verder vereenvoudigd kunnen worden door regelingen te combineren of automatisch toe te wijzen. Ook willen we onderzoek doen naar de samenstelling van de doelgroep die nu gebruik maakt van de minimaregelingen en hoe we beter kunnen aansluiten op hun behoefte en leefomgeving. We gaan ervaringsdeskundigen betrekken en na de vaststelling van het nieuwe beleidskader wordt ook concreet ambities samen met de partners uitgewerkt in een uitvoeringsagenda. Daarnaast werken we aan de implementatie van het digitale Minima Loket, een website waarop inwoners kunnen zien waar ze recht op hebben. Tot slot willen we ook werken aan een communicatiecampagne om dit loket naamsbekendheid te geven.
Dan de Geld Terug Regeling. Inwoners die recht hebben op de Geld Terug Regeling ontvangen op dit moment het hele bedrag na aanvraag, één keer per jaar via de RSD. We laten aan inwoners zelf de keuze waaraan ze dat besteden. Ze kunnen dit ook meenemen naar volgend jaar en daarin gaan we echt uit van vertrouwen in de inwoner die ruimte heeft om zelf te bepalen waaraan het geld besteed wordt. Inwoners zien dit als een groot goed dat niet de overheid, maar zijzelf kunnen bepalen. Het is goed om bij de vaststelling van het financiële bestaanszekerheid beleid nader op dit onderwerp in te gaan.
Ik wacht gewoon keurig op mijn beurt. Voorzitter, dank u wel. Toch wil ik nog even ingaan op de bestaande zekerheid. We hebben vanmiddag ook speciale aandacht gevraagd voor de administratieve last die dit met zich meebrengt. Over de toegankelijkheid hebt u al enigszins antwoord gegeven. Ik begrijp dat dit niet uw portefeuille is, maar ik ben toch wel benieuwd. Misschien kunt u daar al iets over vertellen. En als dat niet het geval is, dan horen we dat later wel. Maar kunt u ons een beetje meenemen in de vraag of deze zaken ook echt aangepakt worden in het voorstel dat we in het najaar zullen krijgen? Wat kunnen we verwachten?
Sorry voorzitter, ja, natuurlijk. Wat ik in ieder geval kan aangeven, is dat een van de speerpunten in het beleid voor financiële bestaanszekerheid juist ook de vereenvoudiging is. Dat zal niet meteen bij de vaststelling van het beleidskader zijn, maar wel bij de uitvoeringsagenda. Dus dit is een van de speerpunten die in het beleidskader staat. Dat is één; het tweede is dat we natuurlijk met die communicatiecampagne aan de slag gaan om überhaupt gewoon het minimale digitale loket onder de aandacht te brengen. Dat is een tweede punt; het derde is dat we de inzet van ervaringsdeskundigen belangrijk vinden, omdat we daarmee ook de toets kunnen doen. Is nou datgene wat wij bedenken in de praktijk ook eenvoudiger? Want wij kunnen wel allemaal denken, hé. Dat werd ook aangehaald door, volgens mij, de ChristenUnie, die terecht zegt: ja, heel veel regelingen en beleid worden bedacht door mensen die eigenlijk zelf helemaal geen problemen hebben met rondkomen. Dus het nadenken over hoe we het ook simpeler kunnen maken, of we regelingen kunnen combineren, met elkaar kunnen we ook automatisch toekennen? Ja, dat zijn zaken die in die uitvoeringsagenda naar voren moeten komen. Dus komt dat meteen aan de orde als in oktober dat beleidskader komt? Nee, nee, we hopen wel dat door met de start van het digitale minimale loket we de eerste grote slag kunnen slaan, zal ik maar zeggen, en dat we daarna met die uitvoeringsagenda samen met de partners en de ervaringsdeskundigen ook echt naar een vereenvoudiging kunnen werken. En tot slot, ik denk dat dat een breed punt is waar wellicht ook collega Kattenburg nog op terugkomt: digitale toegankelijkheid is een breed vraagstuk, wat niet alleen voor de minimaregeling en het digitale minimale loket belangrijk is, maar wat we in het algemeen voor onze dienstverlening goed op het netvlies moeten hebben. Daar wordt ook aan gewerkt, maar ja, soms is het wel wat complexer, dat weet ik.
Dank u, voorzitter. Toch wil ik nog even iets zeggen over het minimaloket. Als u nu zoekt naar de minimaregelingen in Zeist, vindt u ze eigenlijk allemaal op een rijtje. Dus mijn vraag is: wat voegt het toe? Komt er een rekentool op de website? Kunt u via die site dan ook rechtstreeks aanvragen doen? Want te vinden zijn ze allemaal wel. Ik vind het niet zo heel ingewikkeld. Maar zijn dat dan de extra's die erbij komen? Daar ben ik wel heel erg nieuwsgierig naar.
Nou, ik weet niet exact hoe het digitale minimaloket eruit gaat zien. Mijn beeld is wel dat er duidelijkheid komt voor mensen over waar ze recht op hebben en dat ze met een invultool ook kunnen zien wat ze wel en wat ze niet krijgen. Dus dat is een toevoeging op gewoon een overzicht van de bestaande regelingen. Dat is het eerste punt. Het tweede is dat we, specifiek – en dit werd ook door, volgens mij, een van de fracties, ik dacht van D66, aangekaart – aandacht hebben gevraagd voor de regelingen voor kinderen. We hebben gezegd dat we daarin niet alleen in het digitale centrale loket, maar ook gewoon in de offline communicatie duidelijkheid willen geven over welke regelingen er allemaal zijn, zodat ook onze partners en bijvoorbeeld scholen – we zien ook dat er scholen zijn die nu een brugfunctionaris hebben die ouders helpen met bepaalde regelingen, juist ook weer vanuit die kansengelijkheid – dat we ook duidelijkheid geven aan ouders over waar ze recht op hebben. Dus misschien een wat langer antwoord, maar ik weet niet exact de functionaliteiten. Het is echter wel de bedoeling dat mensen sneller weten waar ze wel en waar ze geen recht op hebben.
In de tweede instantie, ja, kijk waar je recht op hebt; dat kun je gemakkelijk vinden. Vervolgens word je doorverwezen naar de sociale raadslieden of naar een wegwijscafé. Of, nou ja, wat dan ook, maar dan voegt het niet zoveel toe. Dus ik ben er wel heel erg voor. Laat ik het zo formuleren: ik zou het zeer op prijs stellen als ik betrokken zou worden bij de ontwikkeling van een rekentool waarmee mensen met minder stappen zelf iets kunnen aanvragen en ook vooraf kunnen beoordelen of ze ergens recht op hebben. Dat zou echt iets extra's bieden.
Voordat het zomerreces begint, ontvangt u nog informatie over het digitale minimaloket, zodat u ook weet wat dit loket inhoudt en of het meer is dan slechts een overzicht van de regelingen. Laten we dat afspreken.
Dank u wel, voorzitter. Ik wil even terugkomen op de voorschoolse educatie waar de wethouder het over had, want we hebben het gehad over de aandacht voor taal in onze gemeente. Dat ging inderdaad over de voorschoolse educatie, en we zijn heel blij om te horen wat er gaat gebeuren. Daarnaast hebben we ook aandacht gevraagd voor extra taalondersteuning bij alle scholen in Zeist. Het is bekend dat het taalniveau bij eigenlijk alle Nederlandse scholen best wel een tandje omhoog kan. En we hebben ook nog extra aandacht gevraagd voor de educatie van laaggeletterden. Dus ik ben benieuwd wat daarover te zeggen is.
Dit is op een zeer goede manier waarop ik werd aangezet tot deze interruptie, want de heer Boutahar heeft ook in zijn eerste termijn al iets gezegd over bestaanszekerheid. Ik geniet van dit debat, omdat we volgens mij dichter bij oplossingen komen. We hebben tijdens de coronatijd ook geworsteld met het bereiken van de inwoners om hen te informeren over wat er mogelijk was. We hebben toen ook in deze zaal gesproken over hoe we te werk zouden gaan. Welke communicatiemiddelen zouden we gebruiken? Vanuit mijn eerste termijn zou ik willen pleiten voor het dichterbij brengen en betrekken van mensen, en dat gaat ook over buurtcentra en dergelijke zaken. Zouden we in die richting kunnen zoeken om uiteindelijk de mensen die het moeilijk hebben, maar niet precies weten waar ze recht op hebben, beter te betrekken bij deze kwestie? Als u dat zou kunnen meenemen, en uw collega Hoogstraten, die hier helaas vandaag niet is en die daar natuurlijk principieel verantwoordelijk voor is, dan zou dat denk ik heel mooi zijn.
Ja, ik kan dat alleen maar van harte omarmen, omdat ik denk dat het digitale minimabeleid niet alles dekt, hè? Dus die illusie hebben we als college ook niet. Het moet vooral makkelijker maken voor inwoners om te weten waar ze recht op hebben en dat ze ook direct feedback daarop krijgen. Parallel daaraan is het heel belangrijk om met onze partners samen te werken. Daarbij horen de Wegwijscafés, de gezondheidscafés, de wijk inloophuizen en verschillende partners zoals kerken en maatschappelijke organisaties. Er zijn verschillende partners die met ons werken aan bestaanszekerheid en die ook zien waar de noden het hoogst zijn. Dus het is een terechte oproep van uw fractie om dit zeker mee te nemen en ook te kijken hoe we in de fysieke ontmoetingsplekken die we in de wijk hebben, juist ook die mensen kunnen bereiken die het het hardst nodig hebben.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik zou graag op twee punten willen reageren. Allereerst over de woonzorgvisie. De wethouder gaf net in haar antwoord aan dat er, ja, hè? Mijn vraag ging over mensen die nu in een te grote woning wonen en eigenlijk op zoek zijn naar een kleinere woning, maar vaak vinden zij de overgang naar een appartement te groot en bezwaarlijk. Mijn vraag is of, wanneer de woonzorgvisie eenmaal bij de raad is, het dan ook duidelijk is hoe groot de behoefte precies is, vooral onder de groep ouderen in onze gemeente, van wie toch een groot aandeel in een te grote woning woont, ook naar hun eigen bevinden. Maar hoe groot is de behoefte voor de ouderen om, zal ik maar zeggen, een andere, kleinere, passende woning te vinden die al dan niet een tuintje heeft? Ik bedoel, er zijn ook ouderen die zo'n tuintje niet noodzakelijk vinden. Het gaat erom dat veel ouderen die nu in een te grote woning wonen, dit als een te grote overgang ervaren naar kleinere woningen, als deze geen tuin hebben, omdat zij vaak gewend zijn aan een grote tuin. En ook de groep ouderen zelf is natuurlijk divers. Er zijn mensen die nog heel gezond zijn en fysiek bezig kunnen zijn met klussen, maar er zijn ook ouderen die dat niet meer kunnen. Dus die verdeling, die onderverdeling, moet je ook maken. Dat was mijn eerste vraag: komt dat onderzoek nog, wordt het op een bepaalde wijze nog in beeld gebracht, wordt het in kaart gebracht?
Mijn tweede vraag betreft de geld-terug-regeling. Deze vragen zijn vooral ingegeven door wat ik bij de ronde tafel had bemerkt, of uit de stukken, dat niet alle middelen voor de geld-terug-regeling uitgegeven waren door de gemeente. En dat de wethouder, toen nog wethouder Hoogstraat, mij antwoordde dat er nog nader zou worden uitgezocht, maar dat zij, mevrouw Hoogstraat, dus, een antwoord gaf in de richting van dat het mogelijk te maken had met de rijksregeling van bijvoorbeeld de energietoeslag, waardoor mensen de geld-terug-regeling minder nodig hadden. Dus voor mij is het nog niet helemaal helder hoe het nou precies komt dat de middelen voor die geld-terug-regeling niet helemaal volledig door de gemeente zijn uitgegeven en daar zou ik nog wel graag wat uitsluitsel over willen hebben. Dat kan misschien schriftelijk, hoeft niet nu.
Laat ik antwoorden op uw vragen. Wat betreft de woonzorgvisie, we nemen deze zeker in overweging. Wat de behoeften van ouderen ook mogen zijn, mijn antwoord, zoals ik eerder probeerde te geven, is dat er geen eenduidige situatie is. Niet iedereen die nu een huis met een tuin heeft, wil ook weer een kleiner huis, maar dan met een tuin. Ten tweede wilde ik een soort reality check uitvoeren door te benadrukken dat we dat niet altijd kunnen realiseren. We moeten dus steeds samen kijken naar wat haalbaar is. Ik denk dat er de afgelopen jaren voorbeelden zijn geweest in bepaalde wijken, zoals in de Verzetswijk, waar bewoners van een eengezinswoning, een sociale huurwoning, gestimuleerd zijn om door te verhuizen naar een appartement, mits de huurlasten gelijk bleven en ze hulp kregen bij de verhuizing. Het vraagt echt om maatwerk. Ik hoor uw oproep. Er zijn zeker voorbeelden waar we per wijk moeten kijken. In Bosch en Duin zijn er ook mensen die vereenzamen in een groot huis met veel energie die nodig is om alles te onderhouden. Ook daar is behoefte, net zoals in Vollenhove en in Kerkenbosch. We kijken per wijk wat er nodig is en nemen dat zeker mee in de woonzorgvisie.
Wat uw vraag betreft over waarom de geld-terug-regeling niet maximaal wordt benut, ik zal ervoor zorgen dat daar schriftelijk een terugkoppeling over komt. Het is goed om te zien dat niet alle inwoners die er recht op hebben, gebruikmaken van alle regelingen. Het is heel belangrijk om die nabijheid te organiseren, zoals ook de heer Van Splunter aangaf, om te kijken hoe we de combinatie tussen digitale en fysieke nabijheid kunnen organiseren.
Tot zover, voorzitter.
Ik heb nog een vraag. Deze is mede ingegeven door het feit dat ik mij herinner – en ik wil hier graag aan herinneren – dat in de verzetswijk eerder een gebouw of complex is gebouwd op de plek waar ooit de Edelmanstraatlaan was. Dit was voorzien voor voornamelijk oudere bewoners. Echter, bleek dat deze groep ouderen niet veel belangstelling had voor dit complex. Daarom is het juist zo belangrijk dat de gemeente van tevoren goed in kaart brengt wat de behoeften zijn van ouderen, als je hen passende woningen wilt aanbieden. Vandaar mijn vraag hierover.
Goed, meneer Fluitman, wilt u iets opmerken? Nee, gaan niet zonder de microfoon. U heeft gelijk, u levert twee bijdragen in één, ik vraag u gewoon om inderdaad aan de ene kant voort te maken en aan de andere kant heeft u ook te maken met interrupties.
Ja, een klein ordevoorstel: we horen van de portefeuilles heel veel over de dingen die ze aan het doen zijn, hoe mooi het werk ook is en waarmee ze allemaal bezig zijn. Geweldige, mooie doorkijkjes, maar ik zou u willen vragen u te beperken tot het debat van vanmiddag en de vraagstelling die daarbij is gedaan.
Ja, ik probeer juist langs de lijn alles te beantwoorden wat er in de verschillende bijdragen aan de orde is geweest. Dus de geld-terug-regeling heb ik daarmee volgens mij getackeld, en het 'minimaal loket' ook. Er is ook aandacht gevraagd voor de huishoudens die structureel onder de armoedegrens vallen. Nou, op ons verzoek heeft de RDWI voor de deelnemende gemeenten de lijsten opgevraagd bij het Inlichtingenbureau van de Belastingdienst, dus ook daar wordt actie op ondernomen en is dus ook voor 1 juli gedaan. Er is aandacht gevraagd voor het taaldeel; laat ik daar kort en bondig over zijn. U heeft recent een RIB ontvangen waarin uitgebreid wordt ingegaan op de verschillende totaalaanpakken. Dus ik zou willen zeggen: als er naar aanleiding van die RIB nog vragen zijn, laten we die dan vooral schriftelijk afhandelen. Ten aanzien van het AZC-deel kan ik in ieder geval aangeven dat de wens om het aanbod op het AZC rondom taal te verbreden en dit ook te linken aan de bibliotheek. De bibliotheek is er al en er wordt vooral gekeken, hè? Die wordt gecoördineerd door het COA in samenspraak met de vrijwilligers en de inwoners. En eigenlijk is de vraag: hoe kunnen we die bibliotheek en de verschillende taalinitiatieven die er zijn ook goed aan elkaar koppelen, zodat er nog meer effectiviteit wordt gehaald uit die taalbank voor vluchtelingen. Er zijn ook vragen gesteld over de aanbevelingen die het Rekenkamerrapport doet als het gaat over integratie. Het dashboard met indicatoren van de RLS gaat vooral over de inburgering, hè. Het gaat natuurlijk verder. Integratie gaat niet alleen over inburgering. Er is, dat heeft een kwantitatieve monitor om te kunnen kijken hoe het staat met die inburgering. En ik denk dat het goed is dat we in den brede kijken. Er komt ook een visie op asiel en integratie dat we daarin die brede blik hanteren, dus daar komt collega Hoogstraten nog op terug. Dan heb ik daarmee volgens mij het verhaal rondom taal ook te pakken gehad, dan specifieke aandacht voor jeugd. Daar wordt ook aandacht voor gevraagd door bepaalde fracties. We hebben een dialoog gevoerd met de jongerenraad over armoede. Na vaststelling van het financiële bestaanszekerheidsbeleid, waar ik net naar refereerde, komt dus dat uitvoeringsplan en daar zal ook de aanpak van schulden onder jongeren. Wat werkt, wat sluit aan bij hun beleveniswereld en wat zijn effectieve interventies, zal ook onderdeel zijn van die uitvoeringsagenda. Dan concreet, als het gaat over jeugd, wordt ook aandacht gevraagd voor de Stichting Leerkansen. Ja, wij ondersteunen de stichting Leerkansen in haar taak, maar er is een doorstroomtoets geweest, maar scholen geven ook aan dat ze terughoudend zijn met alleen de focus op de doorstroomtoets. De hele advisering gaat over de hele schoolcarrière. Dus ja, op dit moment ondersteunen wij stichting Leerkansen met specifieke en doorstroomtoetsen. We kijken in den brede naar wat deze stichting kan als het gaat om de aandacht voor jeugd. Kan ik in ieder geval aangeven dat we concreet bezig zijn met de uitvoering van de projecten van het Nationaal Programma Onderwijs. Dat loopt al twee jaar. Per abuis is er in de stukken het beeld geschetst dat we pas recent zouden zijn gestart met de uitvoering van die projecten. Nou, dat is niet zo. U heeft, als college, of we hebben als college natuurlijk recent ook het onderwijshuisvestingsprogramma vastgesteld en we zijn verder bezig, al gericht op die preventie, met een breed aanbod voor via scholen, voor ouders en jeugdigen. Denk aan 'In gesprek met je puber', theatervoorstellingen voor jongeren en ook door jongeren over mentaal welzijn. En na de zomer start een campagne over mentaal welzijn op alle middelbare scholen in Zeist. Zijn we er dan als het gaat om de jeugd? Nee, zoals ik in mijn inleiding refereerde. Ik vraag dat ook blijvend aandacht en we willen daarom ook in het najaar gaan starten met een eerste SO-aanpak om te komen tot een preventieakkoord jeugd, zoals dat ook in het coalitieakkoord genoemd staat. Dan ga ik even kijken, dan ga ik langzaamaan wel richting een afronding, voorzitter, dus in die zin viel het mee, hoor. Misschien was ik al toch al wat verder. Het komt een beetje door al die blaadjes, want eentje die nog niet genoemd is, maar die ik toch even wil noemen, is dat de gezonde leefomgeving ook een uitnodigende omgeving moet zijn om te sporten en te bewegen. Daarin heel kort: toch even, we zijn bezig met de uitvoering van het masterplan. U ziet daar ook een aantal meldingen voor in de kadernota, dat past voor het grootste gedeelte gewoon wel binnen de financiële kaders, omdat die vorig jaar daar ook een bijstelling op heeft gedaan. Financieel een die ik wel zou willen noemen, hè, we hebben natuurlijk afgelopen jaar ook hulp gegeven aan de voetbalclub Sestum voor de nieuwbouw van hun clubgebouw. Daarin is ook het Revolverend Fonds voor verduurzaming van clubgebouwen als pilot genoemd en in het najaar komt een voorstel richting uw raad om dat te verbreden en ook te kijken naar de voorwaarden waaronder we ook andere clubs en culturele instellingen kunnen helpen. Daarin hebben we ook aandacht voor de scouting, want bij een van de wijkbezoeken werd ook dat aangegeven. Hoe kunnen ook scoutingclubs geholpen worden? Dus dat voorstel komt in het najaar naar u als raad.
Dank u wel, voorzitter. Het is toch nog even goed om stil te staan bij sport en bewegen. In de kadernota en het uitvoeringsprogramma lees ik dat we prachtige ambities hebben die we willen nastreven. Maar als ik kijk naar de middelen die nu in de kadernota gereserveerd zijn, zie ik dat deze best wel beperkt zijn, terwijl we wel grote uitdagingen zien om die ambities te realiseren. Mijn vraag is of dit voldoende is, of dat we nog iets kunnen verwachten bij de begroting van het najaar.
Wat we in ieder geval kunnen stellen, is dat we verwachten de fysieke inrichting van sport, oftewel de fysieke infrastructuur, binnen de huidige begroting te kunnen realiseren voor het komende jaar. Daarbij willen we u informeren dat de financiële reserves bekend zijn en dat de financiële commissie van de buitensport hierover binnenkort wordt bijgepraat, met name wat betreft de fysieke aspecten.
Ten tweede zijn we van plan nieuw beleid te introduceren rondom gezondheid, sport en bewegen, en hiervoor zullen we een aanvraag indienen. Dit is omdat we de verschillende initiatieven die bij de partners en sportclubs liggen, goed willen coördineren en ondersteunen. Daarom claimen we ook een coördinator voor sport, bewegen en gezondheid, vanwege de noodzaak van een integrale aanpak. We beschikken wel over beleidsmatige capaciteit, maar hebben ook uitvoeringskracht nodig.
Tot slot is het zo dat we willen beginnen met het opstellen van een routekaart voor de binnensport en een sportvisie die zich richt op de concrete aspecten van sport. Er is al een masterplan in uitvoering dat door mijn voorgangers is opgestart. Dit betekent echter niet dat we niet continu moeten blijven kijken naar hoe de sport zich in Zeist ontwikkelt, naar de behoeften van sportverenigingen en of we daarvoor financiële middelen nodig hebben. Op dit moment kan ik geen financiële claim indienen, omdat ik nog niet weet welke middelen we eventueel nodig hebben voor een nieuw masterplan dat zich meer op binnensport richt.
Uw oproep is terecht en spreekt mij zeer aan, maar ik wil realistisch zijn wat betreft de timing. Eerst moeten we het ene doen, en dan kunnen we verdergaan met het andere.
Ik werd getriggerd door die laatste opmerking over het masterplan buitensportaccommodatie. Als ik het goed begrijp, hoor ik je zeggen: "We willen het mogelijk gaan herijken, maar we komen mogelijk ook met een nieuw plan dat eraan zit te komen." Kunnen we daar niet eerder mee beginnen? Want ik kan me voorstellen dat, kijk, de wereld is behoorlijk veranderd. Het masterplan stamt, zeg ik even uit mijn hoofd, uit 2017, dus dat is al een behoorlijke tijd geleden. In die periode is de wereld aanzienlijk veranderd. Is dit niet juist het moment om te zeggen: "We gaan het helemaal opnieuw bekijken"?
Laat ik duidelijk zijn, voorzitter, dat we met betrekking tot de uitvoering van het masterplan buitensport niet voor niets vorig jaar een herijking hebben gehad. Daarin hebben we zowel eventuele extra wensen die er zijn, zoals u ook in deze kadernota kunt zien, als de financiële impact verwerkt. Dit betreft zowel het incidentele geld dat we daarvoor nodig hebben als de verwerking van de structurele lasten. Beide aspecten hebben een plek gekregen in een langetermijnbegroting. Als u goed kijkt naar de langetermijnbegroting, kunt u ook zien dat we de claim neerleggen om ook in de toekomst de investeringen te kunnen blijven doen.
Wat betreft het doorpakken op de volgende ambities, denk ik dat het belangrijk is om, juist vanwege de beperkte ruimte die we hebben, eerst met elkaar de vraag te beantwoorden hoe de sport zich ontwikkelt. Welke behoeften liggen er bij onze sportclubs? En waar zien we mogelijkheden of juist geen ruimte om te groeien? Het kan zijn dat bij voetbalclub X of Z, om geen specifieke namen te noemen, de groei en de rek eruit zijn. Dan is dat wat het is. Aan de andere kant kan het zo zijn dat, als er bijvoorbeeld een wachtlijst is, de voetbalclub naar een andere club moet verwijzen. Dus in die zin is er sprake van een bepaalde volgorde.
Ik begrijp uw vraag en blijf altijd ambitieus op het gebied van sport en bewegen, maar wel in de juiste volgorde.
Ja, hij doet het, dank u wel. U verwees voor de antwoorden op de vraag over de taal en het pak naar een raadsinformatiebrief. Wij kunnen die eigenlijk niet vinden; dat kan aan mij liggen. Het kan ook aan iemand anders liggen, maar is het misschien mogelijk om dat nog even te zoeken? Dan kan ik daar eventueel in de tweede termijn nog op terugkomen. Anders moeten we het voor nu even laten gaan.
Ik zal het even afstemmen met de griffie, maar ik heb begrepen dat het al is verstuurd, dus dat is nog niet gebeurd, oké? Ik doe het even. Ik kijk met een schuin oog langs u heen naar de publieke tribune, maar hier moet ik u even onderbreken. Ik ga in de pauze kijken wat er mogelijk is. Ik ga richting een afronding, voorzitter.
Ja, volgens mij heb ik het sporten en bewegen als laatste genoemd. Het gaat om het Revolverend Fonds, de uitvoering van het masterplan en de doorontwikkeling ervan. Ik denk dat we dat als laatste hebben besproken, en dat is ook de link met het beleid voor bestaanszekerheid. Er komt nieuw beleid rondom gezondheid, sport en bewegen, dat zich echt focust op de kracht van sport en bewegen in het sociaal domein. Dus we willen ook echt meer de verbinding gaan maken tussen onze welzijnspartners en onze sport- en beweegpartners. Daarbij kijken we ook zeker naar een verkenning van het Volwassenenfonds Sport en Cultuur. Ik hoop dat we daarin in het najaar met een concreet voorstel en met het bijbehorende begrotingsvoorstel richting u als raad kunnen komen, want we investeren uiteraard graag in onze jeugd. Dat draag ik, zeker als wethouder van Onderwijs en Jeugd, een warm hart toe. Maar als wethouder van Sport, Bewegen en Gezondheid geloof ik dat we moeten investeren in de gezondheid van alle inwoners, van nul tot, nou ja, 110 of 120 jaar – wie weet hoe oud we worden. Dank u.
Dank u wel, voorzitter. Dank u wel, mevrouw Welting. Blijft u nog even staan, want volgens mij zie ik dat de heer Bredius nog graag een interruptie wil plegen of een vraag wil stellen. Gaat uw gang.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik was nog even aan het nadenken over de waarde weger. Begrijp ik het college nu goed? Als er gezegd wordt dat de waardebelegger als middel minder belangrijk is dan de waarde zelf, en dat we die benoemen in de raadsvoorstellen. Als ik vraag om uitvoering te geven aan de waardebelegger uit de omgevingsvisie door deze in de raadsvoorstellen te benoemen, dan... Ja, voorzitter, ik zeg dat omdat het afwegings- en toetsingskader voor participatie in de Omgevingswet 2024 niet door de portefeuillehouder is benoemd. En in de laatste paragraaf staat dat het benutten van de kracht van de waarde weger, de waardeweg, een gestructureerd kader biedt om deze waarde te wegen en prioriteiten vast te stellen. Dat is niet het enige punt, want hij komt ook in de omgevingsvisie naar voren, een omgevingsvisie die met grote waardering van inwoners tot stand is gekomen. Op pagina 36 wordt de waardeweg genoemd, op pagina 108 dat de weger reuze belangrijk is, en op pagina 111 staat: "Ook wij pakken met jou de waardeweg erbij en zullen deze samen met jou invullen." Dan vervolgens op pagina 119, met de verklarende woordenlijst: wat is waarde wegen? Een hulpmiddel waarmee inwoners, en niet alleen inwoners maar ook maatschappelijke organisaties, scores kunnen toekennen aan waarden in onze leefomgeving, zodat hier bij nieuwe plannen, bijvoorbeeld van een ontwikkelaar, rekening mee kan worden gehouden. Dus het belang van die waarde weger is groter dan het college hier suggereert. Dus ik wil nog een keer de vraag stellen: wil het college voortaan in raadsvoorstellen de waardebelegger meenemen?
Nou, ik heb het gevoel dat ik mezelf blijf herhalen wanneer ik zeg: "Joh, het gaat niet om het instrument, maar om het brede plaatje." We zijn continu bezig met het afwegen van waarden. Ik merk dat het instrument wordt gebruikt als een soort vinkenlijst, nietwaar? Of dat een instrument als een instrumenteel middel wordt gezien om die dialoog te voeren. Wij vinden het veel belangrijker dat we dat brede gesprek voeren. We zullen in de verdere uitwerking van wat participatie is, bekijken of we de term 'waarden wegen' op zo'n manier mee gaan nemen. Het gaat er in ieder geval om dat de afweging een toetsingskader vormt dat we hebben opgesteld en dat dit verder uitgewerkt wordt. Dus in die zin zou ik het daarbij willen laten, voorzitter.
Ja, prima dat het college het daarbij wil laten, maar ik niet. Het benutten van de kracht van de waardeweger staat in dat toetsingskader. De waardeweger is een krachtig hulpmiddel dat deelnemers aan het participatieproces helpt om waarden en prioriteiten in context te plaatsen. Zijn dat niet toch toezeggingen van het college of van de Raad? Het is vastgesteld door de Raad, en aan die omgevingsvisie moet het college zich houden. Met andere woorden, die waterwegen spelen een veel centralere rol in alle plannen dan het college nu naar voren brengt. De vraag is of het college bereid is dat standpunt te heroverwegen op basis van de informatie die kennelijk nieuw is en die ik nu naar voren breng.
Nou, ik denk dat een meerderheid van de Raad het met mij eens is dat het niet om het instrument gaat, maar om de goede dialoog. Ik denk dat we in de verdere uitwerking van het handvat voor participatie zullen kijken in welke mate wij het meenemen als gespreksinstrument, maar niet als doel op zich. Want wat ik hoor, roept bij ons als college in ieder geval wel de vraag op van: "Het gaat om die waarden an sich," en dat is volgens mij niet waar het over gaat. Het gaat om die brede afweging van waarden op verschillende momenten bij ruimtelijke ontwikkelingen die er spelen, of überhaupt bij alle ontwikkelingen die we hier aan het doen zijn. En daar kan een instrument bij helpen, maar het kan nooit een doel op zich zijn. Tot zover, voorzitter.
Mevrouw Welting, ik heb net begrepen dat er misschien een misverstand was over de aanpak van de taal of dat er vooral een RIB was aangeboden. Kunt u dat misschien zelf nog even toelichten? Ja.
Ja, sorry, voorzitter, per abuis heb ik gezegd dat er een RIB verstuurd is. Mijn excuses daarvoor. Dit is even een inspringen op dit onderwerp. De laatste stand van zaken rondom taal is een bijlage bij de kadernota. En dan kijk ik even naar de griffie om te vragen welke bijlage dat exact is, want die heb ik niet helemaal op mijn netvlies. Maar ik hoop dat ik daarmee de vraag van de heer Wassink ook even heb getackeld.
Dank u wel, dank u wel, mevrouw Welting. Het is ook fijn dat u de honneurs heeft waargenomen voor de portefeuille van mevrouw Hoogstraten. Ik stel voor om even te pauzeren; we doen dat voor 10 minuten, dus dat betekent dat we om vijf over half weer verdergaan.
De bel is weer gegaan. Mevrouw Kant, dat betekent dat wij naar het laatste deel, in ieder geval van de bijdrage van het college, gaan. En dat is dat ik als eerste het woord geef aan de heer Catsburg om op zijn portefeuille te reflecteren en te reageren op uw bijdrage in de eerste termijn. Aan het woord is de heer Catsburg.
Hij doet het. Zijn we er allemaal weer bij? Ja. We waren gisteren aanwezig bij het VNCcongres, met Erik Scherder, dus als u af en toe vraagt "Bent u er nog bij?", dan weet u over wie ik het heb. Onderweg naar deze algemene beschouwingen dacht ik na over waarmee ik mijn bijdrage zou beginnen. Ik moest denken aan hoe we als college de hei op zijn gegaan en ieder collegelid twee muzieknummers mocht insturen. We moesten raden van wie het nummer was en vervolgens waarom iemand dat nummer gekozen had. Dus ik ging verder op die muziekvraag en dacht: welk nummer is nu passend? Eerst dacht ik aan een nummer dat nu fout is, want de 'Foute Uur' is volop bezig met de foute 1500. Ik dacht: dat moet Boney M worden, met 'Sunny'. "Last year, our lives were filled with rain." Maar toch heb ik uiteindelijk gekozen voor The Byrds. En dat doe ik wel vaker, want The Byrds hebben natuurlijk een prachtig nummer gemaakt: 'Turn! Turn! Turn!'. Gezien mijn achtergrond zal het u niet verbazen dat ik voor dat nummer gekozen heb, want het komt rechtstreeks uit het Bijbelboek Prediker: "Voor alles is een tijd, een tijd van zaaien en een tijd van oogsten." En na twee jaar onderweg te zijn, wordt er veel geoogst van wat er de afgelopen twee jaar is gezaaid, en er is ook al veel geoogst van wat daarvoor is gezaaid. En uiteraard, zoals mijn collega zei, ben ik ook blij met de complimenten die u als raad ook aan de ambtelijke organisatie heeft gegeven. Want naast zaaien en oogsten zijn er ook gewoon afdelingen binnen onze organisatie die steady continu zich aan het verbeteren zijn. Ik wil hierbij de afdeling Dienstverlening apart noemen. De klanttevredenheid is al jaren hoger dan de benchmark en wordt ieder jaar ook weer beter. Dat komt omdat er continu gekeken wordt hoe we ons kunnen verbeteren. En nee, we zijn niet tevreden met een 6,5 of met een 7 of met een 8. Nee, we willen echt richting die 9. Het team is uitmuntend, dat wil ik nog even benadrukken. Misschien over twee jaar, maar nu nog even niet. En dit geldt ook voor de mensen in de buitendienst en de medewerkers op Zeister Bosrust. Medewerkers die we niet alledaags hier in het gemeentehuis zien, maar die zich ongelofelijk inzetten voor onze Zeister samenleving. Grote waardering voor hun servicegerichtheid. En als we het dan over dienstverlening hebben, heb ik gelijk een aanknopingspunt over het publiceren van vergunningen in de Nieuwsbode. Men denkt dat de dienstverlening daarmee wordt vergroot. Onze mening is dat de dienstverlening juist achteruitgaat, want wat is het geval? Dit is al een paar keer besproken. Niet alles staat in de Nieuwsbode en wat erin staat, is maar heel beperkt qua informatie. Men moet alsnog naar het gemeentehuis of het internet op om de juiste en volledige informatie te vinden. Door zich gewoon aan te melden bij een website krijgt men de informatie thuis in de bus en als men hulp nodig heeft, is men hier natuurlijk altijd welkom en wordt men hier uitstekend geholpen. Daarnaast, en dit is al eerder genoemd, staan we er financieel goed voor. Dat komt mede door alle maatregelen die het IOC heeft voorgesteld en die u als raad ook heeft overgenomen, en ook deze maatregel was een van de maatregelen die het IOC heeft voorgesteld. En als we het over zaaien hebben, dan heeft dat direct ook te maken met wat er allemaal in het groene domein plaatsvindt. En we oogsten ook nog. En dat doen we niet alleen vanuit de bijenmotie, zeker niet, maar ook vanwege onze biodiversiteitsvisie: 'Samen voor meer biodiversiteit'. We willen niet alleen de biodiversiteit verbeteren omdat we dat vanuit onszelf en vanuit onze opdracht willen, en dat zal het CDA ook aanspreken, hè? We doen het ook vanuit rentmeesterschap. Maar we doen het ook omdat het gewoon moet vanuit de Natuurwet. En niet te vergeten, het is ook een advies van het IOC. Net zoals we in Nederland 68.000 bondscoaches hebben, hebben we in Zeist 68.000 verkeerskundigen. We hebben ook 68.000 mensen die een mening hebben over bermen. Het niet meer maaien is ook helemaal niet nieuw. Dat doen we al jaren op specifieke plekken in Zeist. Ik kan me herinneren dat bij mijn huis aan de Griftlaan de bermen al sinds 2019 maar één keer per jaar gemaaid worden. Alleen dat beleid hebben we geïntensiveerd. We hebben gekeken welke plekken in Zeist hier uitermate geschikt voor zijn en zijn gaan omvormen. Dus ja, het gebeurt meer en de bedoeling is dat we het nog meer gaan doen. En het is ook goed dat we dat doen; we registreren het. Bij het congres reden we door wat volgens mij de Rijn was, en ook daar zie je overal die bloeiende bermen. Persoonlijk vind ik het een prachtig gezicht. En waarom doen we het? Dat is heel eenvoudig, daar zijn we heel transparant over. Als u naar www.zeist.nl gaat en daar 'maaien' intypt, dan krijgt u precies te zien waarom we doen wat we doen, wat de reden daarvoor is, en ook is er een kaartje te zien waar en wanneer er wordt gemaaid. Dus iedereen kan precies zien in zijn of haar wijk wanneer er gemaaid wordt. Wat dat betreft, voorzitter, de bermen.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik dank de portefeuillehouder voor zijn beantwoording van deze vragen. Ja, na het zaaien komt het oogsten, maar inderdaad ook het maaien, en dat moet je, denk ik, op tijd doen. Kijk, u zegt dat we 68.000 bondscoaches in Nederland hebben, dus 68.000 inwoners die het allemaal beter weten dan u, waarschijnlijk, of dan wie dan ook. Ik denk dat het ook goed is dat we gewoon luisteren en kijken wat er in onze omgeving gebeurt. En dan zie je gewoon dat er een verrommeling ontstaat. U zegt dat er op het kaartje staat waar je precies ziet waar er gemaaid wordt, maar er wordt ook heel divers gemaaid. Op het ene veldje wordt dan een strookje weggehaald, op een ander veldje wordt een middenstrook weggehaald. Ik denk dat het heel verstandig zou zijn als u, als portefeuillehouder, een goed stuk laat schrijven in die prachtige nieuwsbode, waarvan ik overigens vind dat er goede artikelen in staan. Maar dat u daarin uitlegt wat dat beleid, het maaibeleid, nou precies inhoudt, waar er nu wel en niet gemaaid wordt en op welke wijze er gemaaid wordt, want daar is nu, in mijn ogen, een hele grote diversiteit in. En ik ben één van die 68.000, maar er zijn meerdere mensen die daar echt vragen over hebben.
Ten tweede, ik lees net dat er een petitie is geopend over het maaien, als het gaat om voor dieren, voor honden die schijnbaar erg veel last hebben van de... Nou, Esther kan het me beter uitleggen, maar het gaat volgens mij overal in, maar jij hebt het me net uitgelegd. Het was toch niet heel duidelijk, maar die schijnen daar last van te hebben. Dus ik denk dat het ook goed is om te kijken, als je bijvoorbeeld een hondenuitlaatstrook hebt, dat je daar dus anders mee omgaat dan op andere plekken. En ik zie ook op de hondenuitlaatstroken dat daar ook op een heel diverse manier gemaaid wordt.
Nee, wat betreft de nieuwsbode, denk ik dat het een prima idee is om het nog een keer uit te leggen. Kijk, dat gedeelte moet gemaaid worden. Ik kan hier een verhandeling houden, maar waarom zou ik dat doen? Het is interessanter dat uiteindelijk onze inwoners alles te horen krijgen. En wat betreft de hondenuitlaatstroken, denk ik dat daar naar gekeken moet worden. Want in principe worden de afspraken over het maaien gewoon nagekomen, maar wel minder vaak. En we zien ook dat we bijvoorbeeld op de Utrechtseweg juist een strook met hoog gras hebben aangelegd, zodat honden niet de weg oplopen. Er is dus aandacht voor, maar wat u aangeeft, zal ik meenemen.
Voorzitter, er werd gesproken over biodiversiteit en over extra gelden voor biodiversiteit. Ja, daar kan ik als wethouder natuurlijk nooit nee tegen zeggen. Maar ik wil toch wel aangeven dat het budgetrecht bij de Raad ligt en dat ik niet prematuur met een extra geldvraag bij u zal komen als ik nog niet weet wat het uitvoeringsplan inhoudt. We verwachten wel dat we begin 2025 het plan naar u toe kunnen sturen, waar ook daadwerkelijk de geldvraag bij zit. Vanuit het uitvoeringsprogramma hebben we wel 100.000 euro per jaar beschikbaar om ermee aan de slag te gaan. Dus als er ideeën zijn, dan kunnen we in ieder geval nu al actie ondernemen, maar die ton zal waarschijnlijk niet voldoende zijn, schat ik nu in.
Ja, daarop aanhakend: ik heb begrepen dat er vanuit het rijk ook middelen komen, UPMG als ik me niet vergis. Maar dan moet u er wel bij zijn, hè, om die te claimen? Want in principe hoeft de gemeente dat dan niet zelf te betalen, maar door een goed onderbouwd plan te leveren, kunt u daaruit putten. De concrete vraag is eigenlijk: bent u daarmee bezig en komt dat binnen afzienbare tijd tot ons, of moeten we tot het najaar wachten?
Het is een programma dat daar bestaat, met drie plannen waarvoor de overheid financiering beschikbaar stelt. Als een gemeente op een goede en goed onderbouwde manier aanspraak maakt op deze fondsen, dan kunnen zij de benodigde middelen ontvangen.
Ik zal schriftelijk bij u terugkomen; of ik dat zal doen, durf ik zo niet te zeggen. Ja, voorzitter, er is een tijd om te planten en een tijd om te rooien. Dit komt niet uit het lied van de beurt, maar staat wel zo één op één in het Boek Prediker. Jammer hè? En ik denk, als ik ook de uitleg van de heer Bredius hoor, dat we eigenlijk al een soort integraal kapverbod hebben, namelijk de bouwverordening. Wat hij eigenlijk zegt, is: je mag niet kappen, tenzij. En dan weet ik dat u verder wilt gaan, maar dat is in ieder geval hoe wij de bomen van de ordening zien. Ik heb al eerder bij u aangegeven, een toezegging vanuit mij, dat we die bomenverordening weer gaan bekijken om te kijken of die aan herziening toe is. Want hij is in eerste instantie natuurlijk aangepast op het moment dat we vooral de regeldruk wilden beperken, hè? Mensen moesten geen vergunning meer aanvragen, bureaucratisch en dergelijke. Nou, dat is op zich gelukt, hè? Mensen hoeven minder moeite te doen om een boom te kunnen kappen en uit het onderzoek van Cobra uit 2019 bleek dat de omzetting van de bomenverordening niet heeft geleid tot een kaalslag in bomen. Sterker nog, het groen in Zeist bleek vanuit dat rapport gegroeid te zijn. Maar we zitten natuurlijk nu wel in een ander tijdsgewricht, ook qua hittestress. Hoe de kwaliteit van bomen is, dus het is zeker onze aandacht waard om te kijken of we daar wat mee moeten doen. Dus daar komen we nog bij u op terug. Ja, en er is een tijd om te drogen en een tijd om nat te worden. Die is overigens van mezelf. Je moet toch wat, hè? U bent er wel weer bij, dus dat helpt, hè? Voorzitter, D66 vroeg om het wateractieplan, iets wat we in het coalitieakkoord hebben afgesproken. Op dit moment moet ik gewoon heel realistisch zijn en moet ik zeggen dat we daar niet aan toekomen. Het personeel is al een paar keer genoemd, maar water is echt wel heel specialistisch en ongelooflijk moeilijk aan te komen. We hebben in ieder geval al 1,5 jaar een vacature op water en helaas komt daar binnenkort nog een vacature bij. Dus, even heel realistisch, ik verwacht niet op korte termijn dat we hier stappen in gaan maken. Wat we natuurlijk wel doen, is gewoon vanuit het verbreed gemeentelijk rioleringsplan kijken waar we in de buurt, in de openbare ruimte, water kunnen toevoegen en dat doen we natuurlijk bij heel veel projecten. Op het moment dat we met de wegen bezig zijn, leggen we inderdaad wadi's aan om water te bufferen. Nou, we kijken of we, als we sowieso in de openbare ruimte zijn, water kunnen toevoegen. Dus vanuit het VGRP zijn we in ieder geval druk bezig om water een belangrijkere plek te geven in de openbare ruimte. En ik zei het al, we zijn heel erg druk in de openbare ruimte. En daar zijn we ook wel echt aan het oogsten, hè? Er lopen op dit moment heel veel projecten. Daar hebben inwoners soms wel last van, omdat ze behoorlijk om moeten rijden omdat straten afgesloten worden. Maar dat is echt wel. We zeggen wel eens van, overschrijden wij zelf de maximumsnelheid even niet wat betreft verkeer, maar ik denk dat we heel erg aan het oogsten zijn van het beleid wat we ook in de vorige periode hebben ingezet. En dan kom ik ook op de Oranje Nassaulaan, want daar zijn we toen ook al zo voortvarend mee begonnen. Maar het verhaal wat door het CDA werd aangegeven is natuurlijk wel wat genuanceerder. Want er was inderdaad een inloopbijeenkomst en dat was eigenlijk het eerste moment dat u, als in ieder geval het CDA, bij het proces betrokken was. Maar dat proces is natuurlijk al veel eerder begonnen. Sinds 2020 zijn er al gesprekken met de inwoners geweest en dat heb ik toen ook aangegeven naar aanleiding van vragen van het CDA, dat wij het plan wat voorlag ook gewoon samen met inwoners van de Oranje Nassaulaan hebben gemaakt. Het was dus eigenlijk een coproductie. En de avond die er was, was niet bedoeld om een definitief ontwerp te presenteren, men was uitgenodigd om inspraak te doen over een voorlopig ontwerp en zo stond het ook gewoon in de communicatie. Dus het is jammer dat het op dat moment geframed is als zijnde van "Dit is de definitieve versie en je hebt er eigenlijk niks meer over te zeggen." Nou, vanuit die optiek heb ik ook gezegd, nou ja, dit is wat er gebeurd is, dat moeten we onszelf aanrekenen. Ik kijk altijd graag naar mezelf op het moment dat dingen niet goed lopen, dus dat moeten we anders doen, dus vandaar dat het proces op die manier gelopen is.
Ja, voorzitter, dank u wel. Ik dank de portefeuillehouder voor zijn beantwoording. Ja, dat het geframed is als iets gewoons, is precies het geluid dat er was. En u kunt dat framen noemen. Het is gewoon het signaal dat wij hebben opgevangen op die avond en de dagen daarna. En het interessante is natuurlijk wel dat u door één van de ambtenaren op 22 april een brief laat schrijven waarin u ook zelf aangeeft dat, door de vele reacties die die avond zijn binnengekomen, het projectteam heeft besloten om dan toch maar eens even tijdelijk pas op de plaats te maken. Duidelijk is dat er heel veel bewoners niet tevreden waren met de gemaakte keuzes. De gemaakte keuzes waren er dus, en niet met het voorgestelde plan. Dat is wel de beleving van de inwoners daar.
Prima, ik vraag dit alleen omdat ik wil weten of u iets heeft geleerd van mijn inbreng en hoe u daarmee omgaat. Ik geef nog steeds aan dat het prima is dat u nu een stap terug heeft genomen en weer in overleg bent met de inwoners; daar zijn we dan ook blij mee. Maar dit heeft niets te maken met het feit dat ik iets vreemds zou vinden. Het is puur een constatering, een constatering die u zelfs door een van uw ambtenaren in een brief naar de bewoners heeft laten opschrijven.
We hebben nog steeds contact met de bewoners en vragen hoe zij geïnformeerd worden. Ik denk dat ik daar ook aandacht voor moet blijven houden, om de mensen mee te nemen in wat u aan het doen bent. Want nogmaals, we hebben slechts één keer een bericht ontvangen. Daarna is er weer een lange stilte geweest. Ik adviseer u om dit mee te nemen, want zoals ik ook in mijn bijdrage zei: beste college, u bent zeer voortvarend bezig, maar kijk af en toe even achterom of de mensen u nog volgen, want anders raakt u ze kwijt.
Er zijn inmiddels twee berichten verstuurd. En nogmaals, u betrekt het weer op uzelf. Ik heb op geen enkele manier gezegd dat u dat geframed heeft. Ik heb gezegd dat het uiteindelijk door een groep inwoners geframed is. Dit is de oplossing, en dat is niet zo. Dat blijkt ook uit de vele bezwaarschriften die we hebben binnengekregen, waarin allemaal netjes staat: bezwaar tegen het voorlopige concept. En natuurlijk hebben we keuzes gemaakt, want als we geen keuzes hadden gemaakt samen met een deel van de inwoners, dan had er ook niets gelegen, toch? Dus u zegt: "Ja, er zijn keuzes gemaakt." Ja, natuurlijk zijn er keuzes gemaakt. Want anders was er geen voorlopig ontwerp op tafel gelegen. Maar nogmaals, we hebben ervan geleerd dat er gewoon veel inwoners moeite hadden met het ontwerp zoals het er lag. En wat je normaal doet in het participatieproces, en wat ook eigenlijk de bedoeling was van de avond, is ophalen wat de reacties waren en vervolgens daarmee aan de slag gaan. We hadden niet ingecalculeerd dat de reacties zo heftig zouden zijn, dus daar zijn we van geschrokken. Dus vandaar dat wij ook gezegd hebben: even pas op de plaats. Er zijn heel veel vragen gesteld. Die gaan we eerst netjes beantwoorden en vervolgens gaan wij inderdaad kijken, samen met een grotere groep inwoners, welke oplossingen er zijn. Dus volgens mij loopt het proces nu. We hebben nogmaals twee keer een brief gestuurd. Ik was niet tevreden met de eerste brief die verstuurd was, dus ik heb een tweede brief laten sturen met de inhoud van wat we nu precies gaan doen en wanneer ze een reactie van ons kunnen verwachten.
Ja, dan eindig ik weer met een compliment dat u het nu goed heeft opgepakt, dus u heeft in ieder geval aangetoond dat u ervan geleerd heeft en probeert het proces op dit moment in goede banen te leiden. En wij blijven het met belangstelling volgen.
Ik vind het een denigrerende opmerking naar mij toe als ik een bijdrage lever die ook vanuit de samenleving komt. Volgens mij moet hij daar gewoon kennis van nemen, en niet, als ik naar mijn plek terugloop, nog even zo'n opmerking plaatsen.
Meneer Fluitman verwijt mij dat ik nu eindelijk een keer heb geluisterd, maar nee, u probeert me weer in een hoek te zetten en daar ben ik niet van gediend. Nou.
Dan gaan we een kopje koffie drinken? Nee, dan gaan we door met oogsten. Ik denk dan vooral aan onze afdeling of onze groep van duurzaamheid, waar we het afgelopen jaar ongelooflijk veel effort in hebben gestoken. Nu hebben we echter een nieuw team met heel veel vaste mensen, hè? Dus we hebben bewust de keuze gemaakt om niet meer met tijdelijke krachten te werken, maar we gaan echt werven op vaste krachten. Ik denk dat er een mooi team staat dat de komende jaren grote stappen kan maken. En dat is ook nodig, want dat is ook door een aantal van u genoemd, hè? De netcongestie die er is en het feit dat we in Zeist ook heel weinig bronnen tot onze beschikking hebben. We zullen dus toch onze focus moeten veranderen van de opwekkant naar de isolatiekant, hè? Dus we moeten al 50% minder gaan gebruiken in onze doelstelling, maar misschien moeten we wel zeggen dat het nog meer moet worden, hè? Dus de effort op isoleren zal de komende tijd nog sterker worden. En we zijn toch wel gezegend met een kabinet dat afgelopen periode daar ook heel veel geld voor beschikbaar heeft gesteld. Er zijn ook wat negatieve klanken geweest over het nieuwe kabinet, maar toch, het nieuwe kabinet heeft voorlopig in ieder geval het oude beleid doorgezet. Dat betekent ook dat we straks naar de zomer beschikking hebben over de NIP-gelden voor Zeist, wat betekent dat we 1 miljoen euro ter beschikking hebben om mensen te motiveren en/of zelf de isolatiemaatregelen voor die bewoners te betalen. Dus daar zijn we nu bezig met de uitwerking van plannen voor, zodat we ook in Zeist een grote slag op isolatiegebied kunnen slaan.
Dan heb ik nog twee, volgens mij, korte vragen van de SP. Namelijk, ja, hoe gaat dat nou precies met het plaatsen van bankjes? Nou, laatst hebben we twintig oudere bankjes neergezet. Die zijn in overleg met bijvoorbeeld de ouderenbonden aangewezen, en die plekken zijn waar de ouderenbonden graag even willen rusten. Daar zijn ze neergezet. U noemde de Graaf Janlaan; ja, een aantal bewoners waren not amused dat hij daar stond, omdat hij ook veel door hangjongeren werd gebruikt. Dus, ook in overleg met de ouderenbonden hebben we die toen verplaatst, en dat is allemaal in prima overleg gegaan.
En dan had u nog een vraag over de lachgascilinders. Ja, dat is ook een groot probleem dat veel kosten met zich meebrengt. De korte klap is dat we als AVU, dus alle Utrechtse gemeenten die zijn aangesloten bij de Afvalverwerking Utrecht, eigenlijk hebben gezegd: hoewel het illegaal is, maken we toch gebruik van de recyclestations, zodat mensen daar tegen betaling een lachgascilinder kunnen inleveren. En dat is nog altijd stukken goedkoper dan wanneer ze uiteindelijk in het restafval terechtkomen. Want dan heb je kans dat de afvalverwerker ons €500 per cilinder wil gaan doorbelasten. Even voor jullie informatie, afgelopen maand hebben we onze boa's en het serviceteam bijgehouden hoeveel lachgascilinders in de openbare ruimte gevonden zijn. Nou, dat waren er 51. Dus stel je voor dat die in het restafval waren gekomen en de €500 zou worden doorbelast, dan hadden we een behoorlijke kostenpost voor een kleine maand.
En voorzitter, als laatste waar ik mee wil eindigen: er is door diverse partijen gerefereerd aan de toestand in de wereld en in ons land, op grote en op kleine schaal. En wat betreft het voetbal, zingen The Birds ook: er is een tijd om te winnen en er is een tijd om te verliezen. Maar uiteindelijk eindigt het lied van The Birds met: er is een tijd voor vrede en ik zweer je, het is nog niet te laat. Dankjewel.
Dank u wel voor de mooie afsluiting, maar het is nog niet helemaal het einde, want ik zie dat de heer Tompot van de SP nog even wil reageren. Gaat uw gang?
Ja, dank u wel, voorzitter. Dan bedank ik de wethouder voor het antwoord op de vragen die ik had gesteld. Als ik daar nog even op mag reageren, met name over de kwestie van de lachgascilinders. Op zich is het goed dat deze cilinders ingezameld kunnen worden bij het recyclingstation. U gaf ook aan dat er op bepaalde momenten, op een bepaalde dag, 51 lachgascilinders als zwerfafval waren aangetroffen. Mijn vraag is: hoewel het natuurlijk goed is dat we deze nu gaan inzamelen, op welke wijze wordt er bekendheid gegeven aan deze inzameling om te voorkomen dat lachgascilinders in het zwerfafval belanden? We willen natuurlijk liever niet dat ze in de omgeving, in het groen of in de bosjes terechtkomen. Hoe gaat het college proberen dit te voorkomen en ervoor zorgen dat mensen hun lachgascilinders ook daadwerkelijk gaan inleveren?
Het is een zeer goede vraag. Als u de oplossing heeft, dan hoor ik die graag. We hebben het over lachgas. Cilinders daarvan zijn illegaal. We kunnen inderdaad zeggen dat je ze mag inleveren bij het recyclingstation, maar hoe realistisch is dat? Hoe waarschijnlijk is het dat mensen met een busje vol illegale lachgascilinders naar het inzamelpunt komen? Het is dus echt een zoektocht naar hoe we aan deze specifieke doelgroep duidelijk kunnen maken dat zij de cilinders veilig kunnen inleveren, zonder meteen, bij wijze van spreken, opgepakt te worden. Het is echt een uitdaging en we hebben daar nog geen oplossing voor gevonden. Dus in die zin is het een goede vraag en als er goede ideeën zijn, dan horen we die graag.
We gaan verder met alle onderwerpen in de portefeuille van de burgemeester. Ik ben benieuwd naar welk lied u gekozen heeft, maar dat horen we dan misschien, burgemeester Langenacker.
Ja, dat hadden we natuurlijk helemaal niet zo afgesproken, maar er kwam wel spontaan toch nog een lied in mij naar boven, en dat is 'De Dijk'. De Dijk is sowieso een band waar ik fan van ben, en Huub van der Lubbe, maar dat lied heet 'We Beginnen Pas'. Het gaat me even om de tekst: "Alles komt terecht", wat mij betreft een hele positieve boodschap. Want wat mij betreft is het glas toch altijd halfvol. Maar de volgende twee zinnen zijn misschien wat toepasselijker: "We zijn er nog niet, maar we zijn onderweg", en dat is denk ik ook wat de heer Catsburg aangaf. We zijn ongeveer halverwege deze collegeperiode en u heeft gezien, en dat heb ik ook van u gehoord, dat we al heel veel hebben bereikt. En dat is natuurlijk ontzettend mooi en daar kijk ik ook even naar, en dat een van u daar ook op doelde. Ook kijk ik even naar mijn voorganger als ik naar mijn portefeuille kijk, want zoals u weet, ben ik inderdaad pas net begonnen. Ik heb een aantal onderwerpen die ik langsloop vanuit mijn portefeuille. Dat zijn als eerste samenspel en democratie, dan communicatie, dan participatie, openbare orde en veiligheid en organisatie. En dan moeten we even kijken of er dan nog iets is wat is blijven liggen. Ik begin dus bij het samenspel en democratie, want dat is een onderwerp wat u ook allemaal een warm hart toedraagt. Sterker nog, in eigenlijk al uw bijdragen zie ik het terugkomen, in woorden van verbinding en vertrouwen met de samenleving. In uw verschillende bijdragen geeft u aan hoe belangrijk het is, juist ook in deze tijden, om mensen betekenis te geven. En dat doen we door te vragen, om ze erkenning te geven, om naar ze te luisteren, om elke keer ook weer te zoeken bij de participatie om te kijken van "Hé, wat drijft hen en hoe kunnen we zoveel mogelijk in samenspraak met onze inwoners de dingen realiseren in onze gemeente?" Ik merk dat overigens ook in alle kennismakingsgesprekken die ik de afgelopen tijd met onze inwoners en ondernemers heb gehad, dat het ontzettend belangrijk is dat wij ook met elkaar een gezicht hebben, dat ik er als burgemeester sta, maar dat wij hier als organisatie zichtbaar zijn, maar ook u als raad. En dat is dan misschien ook het eerste onderwerp waar u concreet naar vroeg, en dat was de heer Van Splunter over ook de buitengewoon raadsleden, om die meer een gezicht te geven en ook de waardering te geven die zij verdienen. En ik, dat is wel uit mijn hart gegrepen. Ik denk dat we dat inderdaad vrij makkelijk kunnen doen om ze een plek te geven op de tribune, dat aan de ene kant, en u vraagt ook om te kijken naar nog meer waardering, misschien ook financieel of op andere manieren. En ik denk dat dat iets is waar we met elkaar over kunnen gaan, dus dat we dat ook een plek kunnen gaan geven in ja, in onze werkgroep of op een andere manier. Maar uw oproep is gehoord en ik denk ook dat we daar met elkaar richting aan kunnen geven. Even kijken. Ja, het is misschien nog even goed ook om te noemen uit de bijdrage van D66. Daarin zegt u ook van "Hé, het is belangrijk dat wij zonder vooroordeel naar elkaar kijken en van elkaar leren, naar elkaar luisteren, zonder oordeel." En ik heb de afgelopen tijd in ieder geval met u het debat, het gesprek gevoerd over het onderzoek wat we hebben gedaan rondom Joods vastgoed. Dat had daar voor een deel ook mee te maken, ook weer om lering te trekken uit hetgeen wat in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd en daarna hoe wij daarin hebben geopereerd, maar ook hoe we daar nu ook weer richting onze kinderen vervolg op kunnen geven. Maar u weet dat we ook nog bezig zijn met het onderzoek naar het slavernijverleden en ook dat is het. We gaan morgenavond hebben we daar denk ik een hele mooie avond over. Ook dat zijn manieren om ook de mensen die we misschien minder horen of die waar we, waar we nou ja toch die ook in onze samenleving het soms zwaar hebben om beoordeeld te worden op bijvoorbeeld hun kleur of hun achtergrond, om die ook een plek te geven zonder oordeel. Even kijken hoor, de ChristenUnie SGP, die geeft ook aan, even kijken, wat heb ik daar genoteerd? Ja, dat die pluriformiteit in onze samenleving, die ja ontzettend van waarde is, maar dat we ook juist als gemeenteraad en als overheid die groepen zichtbaar moeten maken en erbij moeten halen die ons niet weten te vinden. En dat zit in de participatie waar ik zo op terugkom en dat zit natuurlijk ook in onze manier van omgaan met de samenleving en. Daar zijn inderdaad allerlei manieren voor, maar het is denk ik ontzettend belangrijk dat we daar oog voor hebben met elkaar en niet alleen inderdaad de groepen die ons wel weten te vinden hier ook een plek te geven. De VVD die noemde het rapport van de staatscommissie rechtsstaat. En daarin gaf u een aantal hele belangrijke waarden, zoals die commissie daar naar gekeken heeft. En het is denk ik ook inderdaad goed om daar ook als college en als raad kennis van te nemen en te kijken wat we daarmee kunnen. En dat sluit ook wel goed aan bij een ander rapport van de Raad van Openbaar Bestuur en dat die gebruikte term responsieve overheid en dat is een overheid waarin je nou ja, empathie toont. Waarin je de kracht van de samenleving gebruikt om je om als overheid, nou ja, beleid en en en uitvoering te geven. In samenwerking met die samenleving. En ik denk dat die term responsieve overheid daar kom ik nog wel ook een keer op terug in in andere gesprekken met u. Maar ik denk heel goed dat dat de lading ook dekt als ik uw bijdrage hoor over dit thema. Misschien ook nog wel even goed om te noemen dat een responsieve overheid aan de ene kant het luisteren en het begrip tonen is. Maar wij hebben als overheid en dat zeg ik dan toch maar even vanuit mijn rol als burgemeester natuurlijk ook wel een andere taak en rol. Dat is bijvoorbeeld een om toezicht te houden. En we hadden ik weet. Er werd net gezegd ook door de over de boa's maar. Wij moeten soms ook nee zeggen of wij moeten soms ook duidelijk zijn in in onze regelgeving of op andere momenten. En ook dat is een rol van de overheid en dat nee zeggen vindt niet iedereen leuk, maar wij denken. Aan de ene kant doen we dat en willen we dat zoveel mogelijk doen in verbinding en aan de andere kant, maar ook vanuit een bepaalde duidelijkheid. En ook dat is iets wat mensen denk ik van ons verwachten, laat ik het zo zeggen. Maar die menselijkheid, het respect en de empathie en rechtvaardigheid waar D66 het over had. Die hoort absoluut bij ons. Goed, dat over dit onderdeel. Ik ga door naar communicatie. ChristenUnie SGP stelde een aantal vragen over de communicatie van ons als overheid. En daarin wilde ik u aangeven dat wij ook net op communicatiegebied een onderzoek hebben afgerond en dat onderzoek hebben we gedaan met onze inwoners. Misschien heeft u het ook voorbij zien komen waarin we hebben gevraagd: "Wat vindt u van de communicatie van ons als overheid?" En ik laat ik zeggen dat. Dat we daar eigenlijk best heel goed uitkomen, dus onze inwoners. En het was een representatieve groep geeft aan dat zij over het algemeen best heel tevreden zijn met de communicatie van de overheid. Maar er zijn ook nog een aantal aandachtspunten. En dat betekent bijvoorbeeld, verbeterpunten zijn toch nog de digitalisering, het op tijd communiceren proactief zijn en de schrijfstijl vraagt ook nog steeds wel wat van ons, want wij willen dat hè op b een niveau doen. We willen aansluiten bij wat onze inwoners ook nou ja kunnen volgen hè? Want ons jargon is af en toe heel ingewikkeld. Wij gaan in ieder geval aan de slag met de aanbevelingen en daarna komen we daar ook bij u op terug, maar weet dat we daar mee bezig zijn. Want communicatie vinden we een belangrijk onderdeel. Dan ga ik naar participatie. En. Laat ik vooropstellen dat als we weer even kijken naar dat ik zeg dat dat glas is ook wat mij betreft heel vaak ook halfvol of misschien wel meer dan halfvol als het gaat om participatie, dan wil ik toch ook echt even benoemen dat wij ook, toen ik mij oriënteerde op deze baan als hier hier in Zeist als burgemeester, dat er ook vanuit het land wel echt naar ons gekeken wordt dat wij heel veel goede stappen zetten op participatie. Dat wil ik toch nog maar een keer benoemd hebben. Dat wij inderdaad al een aantal aantal instrumenten hebben ingezet, zoals burgerberaad en en en hem manieren waarop wij met onze samenleving in gesprek zijn hoe we hun ook hun stem op 1 goede manier kunnen laten horen. Ja, dus dat is ontzettend belangrijk en aan de andere kant weet u, wij zijn een lerende organisatie en dat betekent dat wij ook elke keer, net als u weer die lat, ook iets hoger willen leggen of willen leren van onze. Dingen die nog niet goed genoeg gaan, en dat betekent. Volgens mij noemde mevrouw Wiltink dat ook al wij hebben u heeft een handvat participatie vastgesteld in februari 2022 en wij werken op dit moment nog steeds vanuit dat handvat en zoals ik al zei, we leren ook elke dag, want elke situatie en elk project is weer anders. Dus ondanks dat het een handvat is, is het ook niet een blauwdruk. De enige manier om te doen hè? Wij proberen. Wij proberen ook per situatie te kijken wat het beste instrument is. Maar we, we gaan ook weer vervolgens even kijken, hoor, ja, kijken waar mijn betoog verder gaat. Excuus meneer zoveel blaadjes, hè? Ik kan hem even niet vinden, maar ik wilde eigenlijk zeggen dat we natuurlijk ook. En dan zou ik ook doorgaan naar de vragen van van de Partij van de Arbeid dat er ook weer nu is afgesproken door het rijk per 1 januari 2027 om verplicht een participatieverordening te hebben. En daar gaan we dus ook nog met u mee aan de slag en dat er ook zoals u al zei, een uitdaagrecht door het rijk is voorgeschreven. Ook dat vinden wij een belangrijk instrument en daar zullen we ook de komende tijd verder uitwerking aan gegeven. En dan komen we daar ook bij u op terug. Even kijken hoor. Participatie is dus meedoen. En zoals ik al zei, dat kun je op verschillende manieren doen en we willen daar zoveel mogelijk ook de verschillende belangen van de verschillende mensen bij in het oog houden. Wat mij betreft daarover even voldoende, dan ga ik naar openbare orde en veiligheid. Daar is door Zeist Punt Nu zijn daar een aantal vragen gesteld over veiligheid. Laat ik daar in ieder geval over zeggen dat wij het ook natuurlijk ontzettend belangrijk vinden dat iedereen zich veilig voelt in onze samenleving en. Dat we dus ook aandacht hebben voor een weerbare samenleving, hè? Want wij kunnen die veiligheid niet alleen garanderen dat we hebben daar de samenleving in onze inwoners heel hard bij nodig en dan ga ik even in op een aantal specifieke onderdelen die u in uw bijdrage noemde. U noemde cameratoezicht een instrument wat u belangrijk vindt. Daarover kan ik melden dat wij op dit moment de evaluatie doen rondom cameratoezicht. Omdat wij elke keer ook weer moeten verantwoorden. Er hangen nu een aantal camera's waarom of het doel hè nog steeds wel staat en of of of het dus daarmee ook nog wel gerechtvaardigd is dat we die camera's ook inzetten en aan de andere kant en in dat onderzoek nemen wij ook zeker de beleving van het veiligheidsgevoel. Waar u om vraagt mee hè? Dus die evaluatie die wordt nu gedaan en de conclusies zijn aanbevelingen die worden opgenomen in een rapport en het laatste kwartaal van dit jaar wordt die aan u beschikbaar gesteld en dan gaan we daarover met elkaar in gesprek. Dan de inzet van boa's is essentieel. U zegt het ook al, ze doen belangrijk werk en wij waarderen hun hun hun activiteiten enorm. U heeft het over uitbreiding van het aantal boa's, maar weet, als we het hebben over tekorten op de arbeidsmarkt en in ons ambtelijk apparaat dat er op dit moment ook daar in dat team een aantal mensen net weer zijn vertrokken en dat het best wel heel lastig is in die groep om juist weer nieuwe mensen te werven. Maar dat gaan we natuurlijk wel doen. En, we willen uiteindelijk in ieder geval weer ons team op dit moment op orde krijgen. Dus en de en want nogmaals hun hun hun activiteiten en werkzaamheden zijn voor ons ontzettend belangrijk. Dan heeft u het nog over jongerenoverlast. Dat die problematiek noem ik het maar even die herkennen we, hè? We zien inderdaad de afgelopen tijd dat er wel een aantal groepen zijn in in onze gemeente die zich wat duidelijker manifesteren. Wij proberen dat op een aantal fronten te benaderen, want aan de ene kant is dat de preventie hè, het is, het is heel duidelijk ook dat we met jongerenwerkers in continu en de wijkagenten en onze medewerkers in in overleg zijn over hoe we die groep op een goede manier aan de ene kant kunnen uitdagen. Om om iets anders te gaan doen dan ik noem het dan wel een beetje lastig zijn, maar er zit ook een groep in waar het verder gaat en waar het niet meer over over lastige of overlast zijn, maar waar waarin echt wel iets anders nodig is. En ook daar hebben we oog voor de betekent dat we met een persoonlijke aanpak de jongeren aanspreken dat we soms ook nog wel misschien een aantal extra maatregelen op die groep treffen. Want nou ja, die combinatie van instrumenten die dat maakt dat je uiteindelijk. Meer zicht krijgt op de groep en de en hopelijk ook effectief kunt gaan zijn in de overlast. Maar het bieden van inderdaad een opvangplek voor de jongeren. Een goede plek op school en perspectief. Nou allemaal zaken die volgens mij mevrouw Belting als wethouder jeugd ook belangrijk vindt en wel allemaal belangrijk vinden zijn daar ook een onderdeel van. Even kijken hoor. Volgens mij heb ik dan wel de belangrijkste punten rondom veiligheid genoemd en dan hebben wij nog een laatste punt. Klopt dat ja en natuurlijk, dat is een onderwerp wat u ook veel heeft genoemd en dat is de organisatie. Ja, de organisatie. Nou laat ik allereerst zeggen dat ik ook heb gehoord dat u veel complimenten heeft gegeven aan de organisatie. En dat is nou dat. Dat hebben ze ook van harte verdiend, want ze werken inderdaad. Ze hebben ook weer het afgelopen jaar ontzettend hard gewerkt om al die zaken die u belangrijk vindt die wij belangrijk vinden om die ook verder tot uitvoering te te brengen. En aan de andere kant heeft u ook gezegd en dat klopt. De organisatie staat ook onder druk. We hebben vacatures op een aantal terreinen waardoor eigenlijk onze ambitie groter is dan wat dat wat we allemaal kunnen realiseren op dit moment. Ik heb u in het vorige debat al aangegeven dat wij er alles aan doen om ook die vacatures weer zo goed mogelijk op te vullen. Dat is niet altijd makkelijk, want inderdaad we vissen soms uit eenzelfde vijver. Ik heb gehoord van een aantal raadsleden, waaronder ook mevrouw Osing
We zullen dat even controleren bij de Raad, burgemeester. Iemand? Nee, nu u begon over De Dijk, zou ik zeggen dat ik ook eindig met De Dijk, nietwaar? Het komt van het album 'Niemand in de Stad' uit 1989. We hadden een vrouw.
Oh ja, dank u wel, meneer Van Ginkel. Ja, ik heb nu geen ander citaat meer paraat, dus ik laat het er maar even bij. Goed, we hebben de eerste termijn van het college hierbij gehad en we zijn aangekomen bij de tweede termijn van de Raad. Het is ook bijna 22:30 uur, dus ik wil kijken of we dat in ieder geval kunnen beperken. Maar ik geef u nog even de mogelijkheid om dat te doen, als daar behoefte aan is.
Nee niet, nou, dames en heren, dan zijn we aan het einde gekomen. Het is half elf, het is een mooie timing, bij deze vergadering. Dank u wel.