Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dan gaan we over naar agendapunt 3, en dat betreft de algemene beschouwingen. Ook hier geldt dat het debat vandaag centraal staat. Het gaat over de resultaatbestemming van 2023, de eerste bestuursrapportage van 2024 en de kadernota van 2024. U kunt dit alles meenemen in uw bijdrage tijdens deze algemene beschouwingen. Misschien is het nog goed om te vermelden dat we nu beginnen met de eerste termijn. Dat betekent dat u allen, in de volgorde die we eerder hebben bepaald, het woord krijgt. U kunt elkaar ook interrumperen; daarvoor staan interruptiemicrofoons klaar. We zullen zien hoe het loopt en proberen tussendoor kort een pauze in te lassen. Na de pauze vervolgen we natuurlijk en gaan we, na de avond, verder met de eerste termijn of de reactie vanuit het college en uw tweede termijn, als dat nodig is. Goed, dat gezegd hebbende, de volgorde van spreken is dat we steeds beginnen met de grootste coalitiefractie en dan de grootste oppositiefractie, afwisselend. Dat betekent dat we gaan beginnen met GroenLinks. De heer Roel van Nieuwstadt, wilt u naar voren komen?
Dank u wel, voorzitter, dames en heren. Voordat ik aan mijn algemene beschouwing begin, wil ik even aangeven dat ook ik in mijn algemene beschouwing een gedicht heb opgenomen, of althans in ieder geval een regel waarvan. Dat is niet afgesproken met de burgemeester, maar zo zie je: het hangt een beetje in de lucht en dan gebeurt dat vanzelf. In het jaar 1800 hield Johann Wolfgang von Goethe ons voor: "In de beperking toont zich eerst de meester." Volgens dat principe zou ik eigenlijk deze beschouwing kunnen volstaan door te zeggen: "We hebben het in Zeist goed voor elkaar." De kortste algemene beschouwing ooit. Maar dat was niet precies wat Goethe bedoelde. Het gedicht waar dit citaat uit komt, gaat over opleidingen en het bereiken van grote hoogten. Die kwaliteit bereik je alleen als je je vooral beperkt tot je eigen gebied. Dat is waar het in de huidige maatschappij misgaat. Het lijkt wel alsof dankzij het internet iedereen overal verstand van heeft. Ik...
Kennelijk speelt het universum hier een rol in, want ik ben het natuurlijk vaak met de eerdergenoemde persoon eens. Ik ben blij dat ik zoveel aandacht heb. We hebben in Nederland 18 miljoen bondscoaches, verkeersdeskundigen, wetdeskundigen, klimaatkenners, genezers, enzovoort. Maar enig vertrouwen in andermans echte expertise is ver te zoeken. Wetenschap is ook maar een mening. Tot overmaat van ramp wordt de Grondwet met voeten getreden. De vrijheid van meningsuiting, een groot goed dames en heren, wordt door menigeen ingezet als het belangrijkste artikel en zo creëert iedereen zijn of haar eigen werkelijkheid. Met nu in Den Haag de overtreffende trap. In plaats van ministers van en voor, krijgen we nu ministers tegen hun departement: tegen migratie, tegen ontwikkelingshulp, tegen stikstof, tegen de natuur, en zo dreigt de maatschappij vast te lopen. Meer dan ooit, voorzitter, zijn gemeenten de plaats waar men zich voor inwoners inzet en de relatie tussen overheid en mens gezond moet zijn. Is zij zo'n gemeente? Ja. We leggen de focus bij onze inwoners en hun behoeftes: een inkomen, een dak boven je hoofd, een gezonde leefomgeving en toekomstperspectief. Onze nieuwe burgemeester geeft het goede voorbeeld door in een hoog tempo Zeist te leren kennen door veel contact te leggen met bewoners en ondernemers. Eerdergenoemd in Vollenhoven wordt succesvol samen met de inwoners gewerkt aan het versterken van de wijk met belangrijke spin-offmogelijkheden voor andere wijken, zoals bijvoorbeeld het toewijzen van woningen aan mensen die zich inzetten voor de wijk. Het proces in Vollenhoven leert ook dat er duidelijk behoefte is aan meer inzet op taal, investeren in uitbreiding van voorschoolse educatie in Vollenhoven en extra taalonderwijs bij alle scholen. Extra inzet op laaggeletterdheid is nodig om iedereen mee te laten doen. Graag horen wij van het college wat er nodig is voor deze noodzakelijke stappen. In Zeist telt iedereen mee en daartoe houden we onze minimaregelingen op peil en we werken aan de bekendheid en bereikbaarheid van deze regelingen, onder meer door een digitaal loket. Maar dat mag toch echt wel wat vlotter. Zeist heeft ook een goede reputatie op het gebied van vluchtelingenopvang en ik ben trots dat wij één van die vele gemeenten zijn die zich blijven inzetten voor een ruimhartige opvang, ook als de spreidingsmaatregelen worden ingetrokken. We hebben ook een grote bouwambitie omdat er echt iets moet gebeuren aan het tekort aan betaalbare woningen. GroenLinks vindt het zeer belangrijk om te bouwen met behoud van natuur en landschap. Dat is een zeer belangrijke, nu nog ontbrekende schakel in het bouwen rond het station Driebergen-Zeist. Een goede faunapassage bij de Driebergseweg is onmisbaar in de keten van het regionale netwerk. Welke mogelijkheden ziet het college om daar middelen voor te reserveren? Voor onze ambities is dus geld nodig. Nou, gelukkig doet Zeist het financieel goed. We hebben een sluitende begroting en meer dan goed gevulde reserves. Komt het dan allemaal goed? Ja, maar daar moeten we dan wel naar handelen. We moeten het lef hebben om onze overschotten te investeren in de toekomst. Perspectief betekent zorgdragen voor de versterking van biodiversiteit en klaar zijn voor de klimaatverandering. In die wedstrijd staan we een nul achter. GroenLinks vraagt het college om uit het overschot alvast budget te reserveren, zodat we na het vaststellen van het biodiversiteitsplan in het najaar gelijk kunnen doorpakken. We kunnen nog scoren in de extra tijd, maar daar is wel een reserve voor nodig en ik ben benieuwd naar de reactie uit de dug-out. In de huidige krappe arbeidsmarkt is het voor alle gemeenten een opgave om een onvoldoende bezetting van het ambtenarenapparaat te borgen, met ook nog eens de juiste expertise. Passend bij de ambities komt ons overschot voor een flink deel, zoals gezegd, omdat er gebrek is aan de juiste ambtenaren en projecten kunnen niet worden uitgevoerd. Kan een eventuele financiële injectie daar een verbetering aan brengen? Wij horen het graag van het college. De zogenaamde energienetwerkcongestie vraagt ook om handelen. Naast het tijdig reserveren van aansluitingen moeten we vol inzetten op minder verbruik, zowel bij de gemeente als bij inwoners en bedrijven. Er komt nog steeds veel winst te behalen door versneld te laten isoleren en GroenLinks wil dat graag ondersteunen door een deel van het overschot beschikbaar te stellen voor versneld isoleren van woningen, waarvan de huurder of eigenaar zelf niet de middelen kan opbrengen. Daarbij vragen we ook aandacht voor de grote hoeveelheid monumentale panden in het dorp. GroenLinks vraagt het college om voor de begroting daarvoor een plan te brengen. Voorzitter, ik begon met Goethe, een culturele reus. Hij zou waarschijnlijk een fantastisch gedicht kunnen componeren waarin hij zich verbaast over de bezuiniging op cultuur. Wij van GroenLinks vragen gewoon of het college wil overwegen om de taakstelling van 1% te schrappen. Voorzitter, ik rond af. Een wereldberoemd Amsterdams filosoof zei ooit, en ik doe het zonder accent: "Als je niet schiet, dan maak je geen goals. En om te winnen, moet je er gewoon één meer in schieten dan de tegenpartij." Laten wij met inzet van onze reservebank ervoor zorgen dat wij goed mee kunnen spelen in de volgende ronde. Dank u wel.
Dank u wel, meneer Van Nieuwstaat. Ja, ik zie inderdaad dat er iemand naar de interruptiemicrofoon gaat, en dat is de heer Bredius. Gaat u alstublieft uw gang, meneer Bredius, blijft u vooral even staan.
Ja, dank u wel, voorzitter. De grootste fractie heeft ook een grote verantwoordelijkheid. Het gaat hier om de Kadernota 2025, voorzitter. Bij de Kadernota 2023 is gezegd dat deze beleidsarm is, en nu kan de fractievoorzitter van de grootste coalitiepartij aangeven welke drie speerpunten er nu in deze kadernota terug te vinden zijn.
Hartelijk dank voor deze vraag. We hadden deze natuurlijk kunnen zien aankomen, want het is een repeterende vraag die de heer Bredius altijd achter de hand heeft voor dit soort besprekingen. Volgens mij is exact dezelfde vraag een halfjaar geleden gesteld. Ik interpreteer hem even als: wat zijn de drie speerpunten die GroenLinks naar voren wil brengen? Nou, het mag duidelijk zijn dat ik aandacht vraag voor isoleren, isoleren, isoleren bij de bouw van woningen. Daar valt veel winst te behalen. Niet alleen omdat we daarmee energie besparen, maar ook omdat we in de winter mogelijk afstevenen op een periode waarin energiearmoede een rol kan gaan spelen, ook in ons dorp. Dus dat is iets waar wij graag op willen inzetten.
Taal is zonder meer een tweede item dat ik erg belangrijk vind. Er wordt aan gewerkt, maar mede vanwege een wat matige bezetting van de ondersteuning wordt er niet alles uitgehaald wat erin zit, en we weten dat daar een behoorlijke behoefte aan is. Dat is landelijk zo, en ook Zeist heeft een aantal mensen die als laaggeletterd kunnen worden bestempeld. En wij willen niet alleen die mensen beter laten meedoen aan de maatschappij, maar zeker ook de jeugd, hè? We willen dat alle scholen een onderdeel zijn van de kansrijke start. Dus dat zijn de twee belangrijkste speerpunten van GroenLinks.
Uiteraard, om het risico te vermijden dat wij weer als 'greenwashers' door de heer Bredius worden bestempeld, zijn wij natuurlijk ook de partij die aandacht wil voor milieu en klimaat. Vandaar de suggestie om nu alvast na te denken over een goede verbinding in het Natuurnetwerk als ze gaan bouwen in Driebergen-Zeist.
Voorzitter, dank u wel. Ja, dat zijn natuurlijk prachtige speerpunten, maar wat ontbreekt – en het is wel genoemd in de bijdrage van de fractievoorzitter – is een gezonde leefomgeving. Het punt 'groen' heb ik dus niet specifiek gemist, want u heeft inderdaad gesproken over de faunapassages. Maar hoe staat GroenLinks tegenover het groen? Dat wil zeggen, het bomenbestand, want u hebt ook gelezen dat vandaag de CDA-gedeputeerde met een voorstel is gekomen om 1 miljoen te investeren in de uitbreiding van het bosareaal. Vindt GroenLinks het ook belangrijk dat zij een bijdrage levert aan de uitbreiding van het bomenareaal?
Het korte antwoord is 'ja'; het wat uitgebreidere antwoord is dat hier inderdaad een fantastische gelegenheid wordt geboden om van Zeist een nog groenere gemeente te maken. Het nieuws is inderdaad vers van de pers. Ik weet dat er op de achtergrond, zowel door de gemeente als door burgerinitiatieven, gewerkt wordt om bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het aanleggen van meer bossen te vergroten, bijvoorbeeld in de vorm van een voedselbos. Er is een actieve werkgroep in Zeist die zich daarvoor inzet. Ik weet niet of u daarvan op de hoogte was, maar het is wel zo, en GroenLinks juicht die initiatieven uiteraard toe. Daarnaast is het zo, en dat is ook terug te lezen in de verschillende stukken die uit het koffertje van de fractievoorzitter van de VVD komen, dat er aan onze groene buitenruimte gewerkt wordt in de vorm van het belonen van initiatieven vanuit de bewoners die zich graag met die buitenruimte bemoeien. Er staat volgens mij ergens expliciet een aantal vierkante meters bij dat op deze manier al vergroend is. Dus dit is het uitgebreide antwoord op de vraag van meneer Bredius. Ja.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb alleen een vraag aan GroenLinks. Hoeveel nieuws had u net over de oproep aan het college om met een plan te komen voor de verduurzaming van woningen, vooral in relatie tot de huishoudens die zelf niet de middelen hebben om hun woningen te verduurzamen? Ik doel hierbij bijvoorbeeld op isolatiemaatregelen. Mijn vraag aan GroenLinks is of zij kansen zien om, als het college met hun plan komt, ook de gemeentelijke woningen mee te nemen in dat plan. Hierbij wil ik hen toch even herinneren aan het feit dat GroenLinks onze eerdere motie voor de verduurzaming van gemeentelijke woningen niet had ondersteund. Het pleidooi komt nu enigszins verwondend over, maar misschien kan de heer Van Nieuwstaat hier wat opheldering over geven? Dank u.
We hebben bewust aan het college gevraagd om met een plan te komen dat zo breed mogelijk is, hè? We beschikken nu over middelen die niet ter beschikking staan, en dat betekent dat wij dus gaan vragen. Kijk naar al die woningen waar je winst kunt behalen; dat zijn zowel woningen van de gemeente als van eigenaren als van huurders. Dus als het gaat om de vraag of de door de heer Tompot genoemde woningen daarin meegenomen moeten worden, dan is het antwoord ja.
Nou, dat is in ieder geval mooi. Het is bemoedigend om te horen dat GroenLinks alsnog mogelijk uitvoering geeft aan wat wij eerder in een motie hadden bepleit. In ieder geval fijn. Dank u wel voor dit antwoord.
Voorzitter, leden van het college, geachte raadsleden, toehoorders en geïnteresseerden die het debat volgen,
Voor de kadernota van 2025 heeft het CDA de volgende titel aan de bijdrage gegeven: "Geloof". Dit komt voort uit het thema van de Passion dat het afgelopen jaar plaatsvond, "Ik geloof in jou". We mogen terugkijken op een fantastische avond met een zeer aansprekend thema. Hierbij nogmaals dank aan het college en de politieke partijen die zich hiervoor hebben ingespannen om Zeist op deze manier op de kaart te zetten en mensen te verbinden.
Als we over geloof spreken, dan komen er een paar kernbegrippen naar voren, zoals ongelooflijk, te goedgelovig, vertrouwen en verbinden. Aan de hand van deze begrippen hebben wij de kadernota gelezen en nemen we u graag hierin mee.
Vertrouwen is in deze tijd lastig om te hebben of te houden. Dit is mede ingegeven door onrust in de wereld, maar ook door het vertrouwen in bijvoorbeeld het nieuwe kabinet en wat we op korte termijn doen met het woningtekort. Ook de polarisatie viert hoogtij en er zijn zorgen over de gemeentelijke financiën. Veel gemeentes moeten de zeilen behoorlijk bijzetten. Hebben we hier nog wel vertrouwen in elkaar en kan de samenleving nog wel terecht bij de lokale politiek en de overheid? Wat doen we in Zeist om het vertrouwen van de lokale politiek en het bestuur te behouden? Dit vraag ik aan het college.
Als wij als CDA-fractie Zeist kijken met een blik van vertrouwen naar de voorliggende kadernota, dan mogen we best trots zijn op hoe goed het in Zeist vergaat. In de afgelopen jaren hebben we maatregelen genomen om tegenvallers in de toekomst op te kunnen vangen. Dat is gelukt en de komende jaren zien er goed uit, zeker als we kijken naar de doorwerking van de meicirculaire. Maar we moeten goed de vinger aan de pols blijven houden om deze lijn in de toekomst te bestendigen. Ik ben dan ook niet voornemens om een wensenlijstje neer te leggen waarin wij wensen gaan neerleggen voor voorstellen om geld uit te geven. We houden liever een berustende en bestendige lijn in de financiën in Zeist. Op dit moment geeft ons dit vertrouwen en we horen graag van het college hoe zij denken deze lijn te bestendigen.
Het afgelopen jaar heeft het CDA zich ook verwonderd over de voortgang waarmee het college aan de slag is gegaan. De voortvarendheid hierbij is opmerkelijk. Denk hierbij aan de aanpassing van de Oranje Nassaulaan, het voorstel inzake de nieuwe verbinding in Den Dolder of onderzoeken naar de winkelopeningstijden. Maar na de verwondering binnen de CDA-fractie kwam al snel het ongeloof. Hoe kunnen we deze projecten zo uitvoeren dat de inwoners nog wel vertrouwen kunnen hebben in een geloofwaardige overheid? Laten we de projecten even kort langslopen.
Bij de Oranje Nassaulaan werden bewoners geconfronteerd met een uitgewerkt plan dat gepresenteerd werd onder het mom van "zo gaat het worden". Gelukkig kon het CDA via een enquête nog tijdig aan de bel trekken. Het voorstel inzake de nieuwe verbinding in Den Dolder wordt gepresenteerd zonder participatie. Het CDA ziet een webinar niet als participatie, maar slechts als informatiedeling. Hoe geloofwaardig ben je dan als college om dit voor te leggen aan de inwoners?
De winkelopeningstijden en de zondagopenstelling raken thema's die dicht bij elkaar liggen. Opeens werden we als raad geconfronteerd met een commercieel onderzoeksbureau zonder de toegezegde ruggenspraak met de raad. Hoe kan het nou zo zijn dat zulke kosten gemaakt gaan worden op een ongedekte motie van de VVD? Het is toch eigenlijk ongelooflijk? Graag een reactie van het college op deze punten.
Te goedgelovig zijn kan een probleem zijn. Er is blijkbaar een verschil van inzicht over wat participatie nou inhoudt. Voor het college lijkt het erop dat inwoners informeren over plannen en uitkomsten, bijvoorbeeld via een webinar of via een inloopbijeenkomst, een voldoende wijze is van participatie. Het CDA ziet het anders. Participatie is met inwoners in gesprek gaan, samen plannen bespreken, voor- en tegens afwegen en zo komen tot een besluit dat goed uitgelegd wordt aan de inwoners. En let wel, participatie is voor het CDA niet je gelijk halen, maar wel gehoord worden in de zorgen die er zijn, zodat deze meegewogen worden in de besluitvorming. Geloof vraagt ook om inspanning. Daarom vraagt het CDA het college of en wat de leerpunten zijn van de genoemde projecten en wat de reflectie hierop is om het geloof en het vertrouwen van de samenleving te behouden. De samenleving heeft het recht om gehoord te worden. Geloof jij het?
Twee weken geleden is er een eerste avond geweest over recreatie en toerisme en retailperspectief. Aan de hand van de vragen van meerdere fracties was te zien dat er toch wel kritisch wordt gekeken naar de website openslotstad.nl. Ik heb hem inmiddels kunnen openen, trouwens, wethouder. Als CDA Zeist verwachten we geen wonderen van deze website. Nu staat er in de kadernota vier keer 75.000 euro voor gereserveerd. Wat het CDA betreft, stellen we voor om na twee jaar een evaluatie te houden. Graag zien we de reactie van het college en ook welke indicatoren zij dan hierbij willen stellen.
Geloven in de kracht van de samenleving: als er iets het CDA typeert, is het erkennen van de kracht van de samenleving. Een belangrijke partner hierin is MeanderOmnium. Gebleken is dat er zorgen zijn over een sluitende exploitatie. Dit geldt eveneens voor het Kunstenhuis IDEA. Ze hebben aangegeven een deel van de taakstelling te kunnen vervullen, maar niet de gehele taakstelling. Zowel MeanderOmnium als Kunstenhuis IDEA zijn de drijvende en soms stille krachten in onze samenleving. Deelt het college de zorgen van het CDA en wat is er nodig om deze organisaties het goede werk te laten blijven doen?
Geloven is groei. Groen is ons goud, of niet, meneer Bredius? Maar dat gaat niet voor alles op, wat het CDA betreft. Het CDA Zeist krijgt behoorlijk wat reacties op het maaibeleid binnen de gemeente. Sommige plekken wel, sommige plekken niet, dan weer een strook in het midden of dan weer een strook aan de zijkant. Overal staan wat prikken omhoog en wat mooi is, is te zien dat er zelfs inwoners zijn die zelfstandig het grasveldje voor hun huis maaien. Als CDA zijn we van mening dat de uitvoering van de bijenmotie van Zeist nu wel erg doorslaat. Soms kan een strak en mooi gemaakt perkje ook mooi zijn. Kan het college aangeven wat nu exact het beleid is om Zeist mooi en groen te houden?
Ik kom tot een afronding, voorzitter. Het CDA gelooft in jou. Als CDA hebben we onze beschouwing op de kadernota opgebouwd via het thema geloof, dit naar aanleiding van de Passion. Maar dat geldt ook voor ons politieke werk: geloof in de samenleving en geloof in het college. Collega-raadsleden, maar dit jaar vooral geloof en grote waardering voor het ambtelijk apparaat. Dit geven we graag door aan onze gemeentesecretaris, de heer Grotens. Dank voor de ongelofelijke inzet in Zeist om iedere dag Zeist een stukje beter te maken. Het CDA doet dit met woorden, maar wij zullen ook aankomende maandag een traktatie bij de koffie neerzetten voor de ambtenaren om hen hierbij te bedanken.
Tot slot danken wij het college. Wij hebben vandaag onze opinie gegeven over politiek en geloof, met een kritische blik maar een constructieve houding. We zien dat het college, bovenal onze nieuwe burgemeester, voortvarend aan het werk is gegaan. Dank voor jullie inzet. Dank voor wat tot nu toe gerealiseerd is en we blijven uitkijken naar de beantwoording. Maar we zullen ook altijd kritisch blijven.
Dank u.
Geachte voorzitter, dank u wel. Meneer Fluitman, zou u zo vriendelijk willen zijn om nog even te blijven staan? Ik zie namelijk dat er enkele mensen bij de interruptiemicrofoon staan, te beginnen met de heer Van Splunter van de VVD.
Ja, dank u wel, voorzitter. Dat is dan weer zo mooi, hè? Dat u begint met het geloof en ik daar straks mee eindig tijdens mijn bijdrage. Zo staan we toch weer dicht bij elkaar. Dat blijkt maar weer eens in deze Zeister raad.
Ik zal ook een stukje poëzie voordragen. Dus kijk ook even naar de voorzitter van de vergadering. Voorzitter, ik heb twee punten waarover ik graag de heer Fluitman wil bevragen. Ten eerste, hij zegt ja, de VVD-fractie heeft een ongedekte cheque neergelegd als het gaat om het onderzoek naar de winkeltijden. U heeft daar zelf vragen over gesteld, die ook beantwoord zijn. Er is heel duidelijk gesteld dat het helemaal geen ongedekte cheque is, maar dat er gewoon middelen voor zijn. Hier in deze raadszaal hebben wij er ook over gedebatteerd. De heer Tompot, die is daar altijd heel scherp op, heeft daar ook naar gevraagd. Hij zei: "Het is allemaal leuk en aardig wat jullie aan het doen zijn, maar gaat het niet te veel geld kosten?" Daar is dus ook naar gevraagd. Het college heeft daar op een hele adequate manier op gereageerd en aangegeven dat er dus middelen voor zijn.
Het tweede punt gaat over de bijenmotie. Die komt niet zomaar uit de lucht vallen. Mensen in de samenleving gaan bijdragen aan biodiversiteit en het beheersbaar maken van dat soort zaken. Dat is namelijk een advies van de IC, de Inwonersadviescommissie, en wij vinden als VVD-fractie dat we daar wat mee moeten doen. Dat is geen gratuit verhaal waar we ons bij neerleggen. Nee, dit is een uitstekende suggestie om tot een beter resultaat en tot kostenbeheersing te komen. Graag hoor ik uw reflectie op deze twee punten.
Dank u wel, voorzitter. Ik dank de fractievoorzitter van de VVD voor deze twee vragen. Als we het over het onderzoek naar de winkeltijden hebben, dan is het in onze ogen een ongedekte cheque. In de moties zelf staat niet hoe de dekking gerealiseerd wordt. Er waren andere afspraken gemaakt over hoe die motie zou worden uitgevoerd. Zonder de Raad hierover te informeren, is er een andere weg ingeslagen. We hebben daar vragen over gesteld en we hebben er antwoorden op gekregen. Ik moet zeggen, die antwoorden verbazen mij. Maar ik verwacht toch even straks in de eerste termijn het antwoord van het college af te wachten, want volgens mij zijn we over dit onderwerp vanavond nog niet uitgesproken. Maar ik geef het college nog even de ruimte om misschien een correctie te geven op de beantwoording van de vragen die zijn ingediend. En dan loop ik dus vooruit op wat ik eigenlijk van die beantwoording vind.
Het tweede punt is de bijenmotie. Ja, ik ben het helemaal met u eens dat de bijenmotie prachtig is om goed uit te voeren en heel fijn dat de IC daar ook aandacht voor heeft gevraagd. Alleen, je kunt wel iets met een beetje goed beheer doen en ik moet u zeggen, als ik nu door Zeist rijd – en ik rijd niet alleen als Zeistenaar, maar ook mensen van buiten zeggen: "Wat is hier aan de hand? Voor dat gemeentehuis ziet dat perkje er nog wel leuk uit, maar twee straten verder staat het onkruid tot hier." En dan is zo'n stukje links wel gemaaid, op de hoek. De berm staat in het midden gemaaid. Als ik naar de verlengde Slotlaan kijk, staat voor een mooi kantoorpand, hebben ze het zelf maar gemaaid. Het is één grote verrommeling aan het worden, waar ook allemaal veel vuil in komt. Dus ik vraag gewoon: welk beleid hebben we nou over dat maaien in Zeist? En hoe kunnen we nou zorgen dat we dat op een goede manier gaan doen? Maak dan gewoon keuzes waar je wel zegt: "Daar maaien we wel," en "Daar maaien we niet," in plaats van dat het nu totaal onduidelijk is.
Nou, ik ben toch ook altijd weer verbaasd over de verschillende waarnemingen. Op dit moment zie ik helemaal geen verrommeling in Zeist. Ik zie bermen die er fantastisch bij staan en die zijn, denk ik, een prima bron voor flora en fauna om te kunnen floreren. Ik denk dat het veel beter is om inwoners te betrekken bij het natuurbeheer, bij het beheer van de bermen. En als dat ook nog leidt tot kostenbeheersing, dan denk ik dat dat alleen maar winst is. Maar ik denk dat we op dit punt anders tegen de zaken aankijken en dan moeten we ons daar vooralsnog bij neerleggen. Wat betreft het eerste punt wacht ik inderdaad graag even af wat het college hiermee gaat doen, en dan kunnen we er eventueel nog een robbertje over vechten.
De voorzitter van GroenLinks heeft gesproken. "Ja, het lijkt alsof het gras mij voor de voeten is weggemaaid door de fractievoorzitter van de VVD. Er rijst de vraag: moet er nu wel of niet gemaaid worden? En ik vraag me af: als het maaibeleid van het groene oppervlak van Zeist een van je grootste zorgen is, dan valt het allemaal wel mee met onze bezigheden in Zeist op dit moment. Ik denk dat wij, samen met de VVD en enkele anderen, inderdaad een andere definitie van biodiversiteit hanteren dan de heer Fluitman doet. Maar ik wil graag ingaan op een ander belangrijk punt dat de heer Fluitman aansnijdt, namelijk de participatie. Hij noemt enkele projecten waarbij hij vindt dat de participatie niet helemaal goed verloopt en hij uit zich daarover nogal fel, zal ik maar zeggen. Ik kan me ook iets herinneren over een rotonde; daar ging het volgens mij ook niet goed met de participatie.
Ik zal iets dichter bij de microfoon spreken. De heer Fluitman maakt zich zorgen over het niveau van de participatie en stelt vast dat er een aantal projecten zijn waarbij dat niet goed is gegaan. Nu kan ik me die projecten ook herinneren, waaronder trouwens één van een rotonde, maar in mijn herinnering is het net anders. We hebben dus weer verschillende waarnemingen. Was er bij dat proces sprake van bewoners die behoorlijk strak betrokken waren? Dat is begrijpelijk, want als er iets aan de verkeerscirculatie in je wijk verandert, ga je daar al gauw iets van vinden. En volgens mij was de gemeente daar prima bezig om bij te sturen en aan te passen, terwijl het CDA de publiciteit zocht en op dat moment suggereerde alsof er helemaal niets deugde van de participatie. Die suggestie werd zojuist ook gedaan over het proces in Den Dolder, nietwaar? Ons geheugen is kort, maar we herinneren ons de ronde tafel en het debat over de verbindingen in Den Dolder. En daar is volgens mij in de beantwoording van veel vragen uitgebreid ingegaan op het participatieproces. Mijn mening als GroenLinkser en waarnemer van deze processen is dat het met de participatie eigenlijk wel meevalt. Ik vraag de heer Fluitman of hij die gedachte kan delen.
Dank aan de fractievoorzitter van GroenLinks. Ik ben zo blij dat u deze vraag stelt, want in de 7 minuten die ik had, kon ik het niet goed uitleggen. Ik moest er dus even snel overheen gaan, en nu heb ik gewoon lekker een kwartier de ruimte om u eens uit te leggen hoe dat nou zit. Dank daarvoor. Nou, kijk, over biodiversiteit verschillen we helemaal niet zo van mening, maar volgens mij kun je, moet ik zeggen, met meer beheer ook meer bereiken. En soms is het dan misschien ook gewoon goed om uit te leggen waarom daar wel en daar niet. Maar nu kan ik het soms niet uitleggen aan inwoners van Zeist wat het beleid nu is, dus dat hoor ik dan vanavond graag van het college.
Maar de participatie, dat is wel een interessant onderwerp, want moet u goed luisteren. Er is een proces geweest als het gaat om de Oranje Nassaulaan. Daarin is op een gegeven moment een voorstel gedaan. Er was een inloopavond, waar slechts twee politieke partijen aanwezig waren. Op die avond werd het gepresenteerd alsof dit het plan was, zo zou het worden. Er is aan mensen gevraagd of ze nog een reactie wilden geven. Die konden ze op een briefje kwijt. Verder is daar niets mee gedaan. Vervolgens hebben wij, naar aanleiding van de signalen die wij die avond van de bewoners hebben gehoord, gekeken hoe zij ertegen aankeken. Daar hebben we reacties op gekregen. Dat is helemaal niet een populistisch of raar iets. Dat is gewoon politiek werk doen om te horen wat er in de samenleving leeft en speelt. En als de mensen dan wordt voorgesteld dat het een voldongen feit is, dan is het niet goed gegaan. Uiteindelijk heeft de wethouder het ook toegegeven en gezegd dat hij de participatie opnieuw vorm zou geven. Dus uw beeld is dat er goed geparticipeerd is. Nou, mijn beeld is dus heel anders en ik ben blij dat de wethouder destijds dat ook heeft aangegeven en daar vervolg aan heeft gegeven. Dus volgens mij lopen de beelden daar echt uiteen.
Ten tweede, Den Dolder. Ja, Den Dolder is een heel wisselend, nee, wispelturig en heel lastig proces. Er ligt nu een voorstel. Alleen het voorstel is ook weer gepresenteerd alsof we heel veel hebben gehoord. We hebben een tussenstap gemaakt en toen is gekeken hoe breed mogelijk wat nog aan de zuidkant mogelijk is. Vervolgens hoor ik in een debat dat blijkbaar het CDA deze variant wilde, wat mij zeer verbaast. Want ik heb gezegd: laten we alle varianten bekijken, ook de nulvariant, zodat we als raad dan een goede afweging kunnen maken. Dat hoorde ik ook bij de insprekers bij de rondetafelgesprekken. Ja, dat het eigenlijk ook weer een voldongen feit is, dat kan niet meer. Maar we hebben nu die drietrapsvariant nog eens bekeken. Dan hebben we er iets aan gesleuteld en dat gaat het worden. En daar hebben de mensen zelf niet meer direct in die participatieronde over kunnen praten. Dus in mijn ogen hebben we daar ook weer een stap overgeslagen en daardoor verliezen we onze inwoners. Dus ik adviseer het college ook bij dit soort besluitvormingen: jongens, kijk alsjeblieft achterom of je inwoners nog meelopen en of je gemeenteraad nog meeloopt, want anders, als je voor de troepen uitloopt, dan raak je ze kwijt en dat zou zonde zijn. Dus ik ben blij dat we in ieder geval goede gesprekken hebben gevoerd over Den Dolder en die besluitvorming die eraan komt. Maar ik vind wel dat we heel goed moeten opletten dat we de inwoners blijven meenemen en datzelfde geldt voor de Oranje Nassaulaan. En daar ben ik ook blij dat de wethouder destijds wel heeft toegezegd: oké, dat heb ik niet zo goed gedaan. Ik ga dat vervolgproces nog een keer goed oppakken.
Dan ja, even een korte reactie, voorzitter. Ik hoor de heer Fluitman toch verschillende dingen zeggen. Hij blijft een beetje de suggestie wekken dat, als er niet was ingegrepen, het helemaal niet goed zou zijn gegaan met deze processen. Daar ben ik het eigenlijk principieel niet mee eens. Want zowel bij de Oranje Nassaulaan als bij het proces in Den Dolder is er wel degelijk aandacht geweest voor de zorgen van de inwoners, nietwaar? We hebben net een rondetafelgesprek, een debat gehad, waarbij uitgebreid gelegenheid is geboden aan de bewoners om hun zorgen te melden. Maar er is ook uitgebreid op gereflecteerd door de wethouder, en er komen ook vervolgacties. Dus in een proces dat al 15 jaar, of misschien zelfs wel langer, loopt, is het een beetje raar om te zeggen dat we in al die jaren te weinig aandacht hebben gehad voor de noden van de inwoners. Daar zijn we het gewoon niet met elkaar eens.
Luister, meneer Fluitman, ik zal u nog gelegenheid voor een reactie geven, en dan denk ik dat we het erover eens kunnen zijn dat u het ook gewoon niet eens bent met elkaar, toch? Maar meneer Fluitman, gaat u uw gang.
Nee, maar nu wordt het zo gezegd alsof ik beweer dat er gedurende 15 jaar geen participatieprocessen hebben plaatsgevonden, wat natuurlijk onzin is. Dat weet u zelf ook wel, en ik weet heel goed hoe er gewerkt is en hoeveel mensen daarbij betrokken zijn geweest, ook uit de samenleving. Maar daar gaat het nu niet om. De laatste variant is als het ware gepresenteerd in een webinar. Dit is het, en daarover is niet gesproken, en dat vind ik een gemiste kans.
Dank u wel, Voorzitter. Ik had een vraag voor de heer Fluitman. Ik begreep zojuist uit zijn reactie op de interruptie van de heer Van Nieuwstraat over Dendolder, dat voor het CDA eigenlijk alle varianten nog openstaan. Dat het CDA nog niet echt een stap heeft gezet om de drietaksvariant, zal ik maar zeggen, als enige aanvaardbare optie te beschouwen. Daarmee is mijn vraag of voor het CDA ook de viertaksvariant, die door het college inmiddels al is afgewezen, nog bespreekbaar is. Ik vraag dit ook in het licht van een amendement dat het CDA hierop zou willen indienen bij de raadsvergadering volgende week. Kan het CDA daar ook wat duidelijkheid over geven? Is de viertaksvariant nog een optie voor het CDA, of welke keuze maakt het CDA hierin? Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Vooruitlopend op een discussie die waarschijnlijk nog gaat plaatsvinden in de raadsvergadering van 9 juli over het amendement dat voor ons ligt, is alles nog open voor bespreking. We zijn nog steeds aan het afwegen: wat vinden we nu de juiste aanpak? Wij weten niet wat de juiste aanpak is, want volgens mij is er nooit één juiste aanpak, aangezien je altijd mensen teleurstelt of je komt toch altijd weer iets tegen wat niet past. Maar we kijken wel naar wat nu de beste oplossing is, en daar horen we straks ook graag een reactie op van het college, op de vragen die wij gesteld hebben. Of in ieder geval wat in het amendement staat, om zo, denk ik, de beste afweging te kunnen maken voor een besluit op 9 juli.
Meneer Tompot,
Ik wil u verzoeken om tijdens de raadsvergadering op 9 juli met elkaar in gesprek te gaan over dit inhoudelijke onderwerp, dat nu natuurlijk niet in de stukken staat. Kijk alstublieft even of u nog iets kunt toevoegen.
Iets anders heb ik niet. Een korte reactie, want het was inderdaad even een verheldering of een verhelderende vraag van mijn kant, maar laten we hier nu niet verder op uitbreiden.
Dank u wel, voorzitter. Ja, het CDA als participatiepartij, hè? Er wordt volop ingezet, dus het is even nieuw voor mij. Maar ik kan namens het CDA antwoord geven op de vraag: hoe staat zij tegenover bindend burgerberaad?
Ja, de gemeente Zeist was voor het eerst betrokken bij het burgerberaad, hè, en loopt daarmee voorop. Dat was de inleiding, maar is het CDA wel voor het invoeren van een burgerpanel?
Ja, ik reageerde zojuist alsof ik het goed had verstaan, namelijk dat het om een bindend burgerberaad gaat. Ik zeg dan dat we daar geen voorstander van zijn. Een burgerpanel, niet omdat het moet, maar omdat het kan. Dat houdt in dat je per onderwerp zou moeten bekijken of het zinvol is om een burgerpanel in te zetten. Het CDA is zeker voorstander van het idee om hiermee aan de slag te gaan en te kijken hoe dat werkt. In het verleden hebben we natuurlijk wel vaker zoiets gedaan, zoals met de bezuinigingsdialoog en de 'maaltijd van Zeist', waarbij we gewoon keken: oké, hoe betrekken we de mensen en komen we tot goede input vanuit de samenleving? Maar zoals ik al zei, je zou het niet standaard bij elk onderwerp moeten doen, maar wel bekijken bij welk onderwerp het juist past.
Tot slot, de laatste vraag: het bindend burgerberaad is dus niet hetzelfde als een burgerpanel, maar ik heb begrepen dat het CDA toch ook altijd weerstand had tegen burgerberaden in een adviserende rol. Hoe staat het CDA tegenover burgerberaden en voor welk onderwerp zou het CDA deze de volgende keer aan de orde willen stellen?
Ja, ik zou bijna zeggen: wat voor een vraag stelt u nou? Vraagt u mij of ik met een burgerpanel aan de slag zou willen gaan? Dat weet ik niet. Dat laat ik ook aan het college over, als zij dat nodig vinden.
Nee, meneer Bredius zei daarvoor nog iets, namelijk dat het CDA helemaal tegen burgerpanels is en dat soort dingen. En ik vraag me dan af waar dit soort dingen dan vandaan komen?
Ja, het is goed dat we dit even oplossen, want het is toch belangrijk voor deze middag om te weten hoe het CDA staat ten opzichte van participatie. In mijn beleving werd er eerst volop ingezet op participatie. Het CDA is vooral een bestuurderspartij, en nu komt het onderwerp participatie zo uitdrukkelijk naar voren. Ik zou graag willen weten hoe het CDA hierin staat. Geen bindend burgerberaad, maar wel een adviserend burgerberaad is dan de vraag. En welk onderwerp zou het CDA bij dat burgerberaad aan de orde willen stellen? Dat was eigenlijk de vraag, voorzitter.
Dank u wel, meneer Fluitman. Ik kijk even rond, ja. Meneer Van Splunter wil er bijna op ingaan. Vindt u het goed als we nog een bijdrage doen voor de pauze? En dan gaan we daarna even pauzeren. Meneer Van Splunter van de VVD, zou u voor uw bijdrage naar voren willen komen?
Oké, dank u wel, voorzitter. Ook dank aan iedereen die betrokken is. Op 1 juni verscheen het rapport van de staatscommissie rechtsstaat. Wat de VVD-fractie betreft, is dit misschien wel het belangrijkste rapport dat dit jaar verschenen is: 'De gebroken belofte van de rechtsstaat'. Het bevat vijf aanbevelingen die de kern raken van ons gespreksonderwerp vandaag, namelijk de relatie tussen overheid en inwoners. Hoe deze de laatste jaren achteruit is gegaan en wat we eraan moeten doen om dit te verbeteren. Ik vind het rapport zo belangwekkend dat ik mijn bijdrage ermee begin en doe hierbij een oproep aan het college om de aanbevelingen die op de gemeentelijke overheid van toepassing zijn, te bespreken. Nu we halverwege deze raadsperiode zijn, moeten we eraan werken dat we de kiezer in maart 2026 met open vizier tegemoet kunnen treden. Als u hiermee instemt en we dit kunnen verkennen bij de Commissie Werkwijze, doen we wat mij betreft een volgende stap. Dit is al eerder genoemd vanmiddag in een reeks maatregelen die wij namen om dichter bij de inwoner te komen op het gebied van bestuurlijke vernieuwing: de maaltijd van Zeist, de inwonersadviescommissie met burgerabonnement en het burgerberaad. Het rapport bespreekt indringend de verstoorde relatie tussen overheid en inwoner en kan misschien ook een goede leidraad zijn als we ernaar gaan kijken. De sleutelbegrippen om hier iets aan te doen zijn 'dichterbij' en 'betrokken'. Dat gezegd hebbende, maak ik een bruggetje naar volgend jaar. Dat we dit allemaal op deze manier kunnen bespreken, heeft te maken met het feit dat bijna 80 jaar geleden ons land werd bevrijd en volgend jaar vieren we 80 jaar vrijheid. In dat kader zouden wij het voorbeeld van onze buurgemeente Soest willen volgen, waar iedere veteraan op Veteranendag een bloemetje krijgt. Overmorgen is het Veteranendag, dus het is veel te kort dag om dat nu te regelen, maar juist omdat het volgend jaar 80 jaar vrijheid is, zou het mooi zijn om dan op Veteranendag de veteranen met een bloemetje te eren. Ook een onderwerp dat samenhangt met 'dichterbij' en 'betrokken' is de positie van de helden van onze lokale democratie: de buitengewoon raadsleden. Vorig jaar is er gelukkig een grote stap gezet om deze groep volksvertegenwoordigers recht te doen. Er is hard gewerkt aan de beloning, maar we weten allemaal dat het ambt van volksvertegenwoordiger onder druk staat en dat we steeds meer zien dat volksvertegenwoordigers tussentijds afhaken. Daarom zou ik willen vragen om ook bij de Commissie Werkwijze te kijken of we iets kunnen doen aan de positie van de buitengewoon raadsleden om ze wat meer zichtbaar te maken. Ze zitten nu op de eerste rij van de publieke tribune, maar er is lang niet voor iedereen ruimte en ze hebben niet echt een vaste plaats. Hoe we dat verder zouden invullen, ga ik hier niet bespreken, maar ik denk dat het goed is om dit te verkennen bij de Commissie Werkwijze. Dan een ander onderwerp waar ik het met u over wil hebben, los van het feit dat het in Zeist natuurlijk heel goed gaat, zijn er toch ook dingen die veel beter kunnen. Ik heb het vooral over wonen, een van de grootste opgaven in deze raadsperiode blijft het realiseren van meer woonruimte. Er komen lichtpunten, grote bouwprojecten zijn in realisatie en een van de grootste daarvan is het project rondom het stationsgebied. Maar de bespreking in een prematuur stadium wordt wel eens overschaduwd door krachten in onze samenleving die al op voorhand dreigen de route naar ons hoogste beroepsorgaan, de Raad van State, te kiezen. Wij doen als VVD-fractie een beroep op de genoemde krachten om niet, voordat er een echt concreet plan is verschenen, naar de rechter te stappen. U kunt erop vertrouwen, voorzitter, dat wij met alle ruimte voor afgesproken participatie nog steviger dan voorheen zullen antwoorden op destructieve krachten. Want alle mensen die echt wachten op nieuwe woonruimte hebben daar in onze optiek recht op. Voorzitter, een ander onderwerp dat tot onze grote tevredenheid door het college bij de ronde tafel is opgepakt, is het buurt- en wijkwerk. Ik zeg alvast dank aan iedereen die zich daarvoor inzet, want dat is zo belangrijk. Het heeft ons gerustgesteld dat de wethouder heeft aangegeven alles te willen doen om zo snel mogelijk tot intensivering van dat buurt- en wijkwerk te komen. We weten ook waarom het niet goed lukt om dat nog sneller te doen; dat heeft ook te maken met personele bezetting en dergelijke. Maar ik denk dat we ook weer aan de hand van de begrippen 'dichterbij' en 'betrokken' niet genoeg kunnen benadrukken hoe belangrijk dit werk is. Dat heeft ook weer te maken met iets wat ik wil aansnijden en wat te maken heeft met deze toch wel tumultueuze tijd. We zien steeds meer polarisatie en verharding in onze samenleving. Zo neemt bijvoorbeeld het aantal antisemitische incidenten in ons land en ook in Zeist toe. Hier hebben we als raad een statement tegen gemaakt, omdat er in de gemeente Zeist, net als in de rest van Nederland, geen ruimte is voor antisemitisme of andersoortige discriminatie. Artikel 1 hangt hier niet voor niets aan de muur. We hopen dat met de vorig jaar vastgestelde agenda 'Meedoen' er in de komende jaren vooruitgang wordt geboekt. Ook hebben wij als raad het manifest 'Weerbaar Bestuur' van de provincie Utrecht vastgesteld en ondertekend. Want niet alleen wordt het effect van de polarisatie en verharding binnen de samenleving door onze inwoners gevoeld, maar ook door onze ambtenaren en door onszelf. Voor ons is het van belang dat iedereen in de gemeente Zeist zich veilig voelt om hier te werken en te wonen. En daar zullen wij ons de komende jaren voor blijven inzetten. Want dat is natuurlijk wat we allemaal willen in onze directe leefomgeving: veiligheid. Ik zal op de tijd letten, voorzitter. Graag ontvang ik een reflectie, voorzitter, op de constatering van onze fractie dat, gelet op de pluriformiteit van onze gemeente – en dan heb ik het over zowel inwoners als kernen en buurten – het toch, denk ik, een zaak is van meer maatwerk en minder uniformiteit. Het zou mooi zijn als u daar iets over zou kunnen zeggen. Heel kort over The Passion, voorzitter. Ik sluit me aan bij de woorden die collega Fluitman daarover heeft gesproken, maar ik ben nog wel erg benieuwd, want we hebben hier in deze raadszaal tijdens een besloten vergadering gevraagd aan ZeistNu om een opmerking bij RTV Utrecht te rectificeren. Het heeft zich aan mijn waarneming onttrokken of dat wel of niet gebeurd is. Als het wel gebeurd is, hoor ik graag in de bijdrage van ZeistNu een antwoord daarop. Tot slot nog iets over de KNVB, want zo'n evenement als The Passion, ja, dat is natuurlijk iets waar je hart van opengaat. Op het gebied van citymarketing zouden wij ook graag zien dat in de gemeente Zeist, in het centrum, de KNVB zich op een soortgelijke wijze zou manifesteren. Op dit moment is er op het Centraal Station van Utrecht een fanshop aanwezig, tijdelijk overigens. Ik kan me wel voorstellen dat, gelet op de wedstrijd van twee dagen geleden, er wat minder shirtjes verkocht worden op dit moment. Maar het zou eigenlijk heel mooi zijn als zo'n shop eigenlijk op permanente basis in het centrum van Zeist zou komen. Tot slot, tot het absolute slot: er gebeurt veel in onze samenleving. En wij als VVD-fractie willen op basis van onze beginselen – vrijheid, verdraagzaamheid, verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en sociale rechtvaardigheid – proberen om ons in te zetten de democratie te versterken en onze democratische plicht te vervullen. Daarbij willen wij onze inwoners in staat stellen in vrijheid te leven, eigen keuzes te maken, zodat zij geen slachtoffer worden of willen zijn. Want voorzitter, wij zeggen tegen onze inwoners: "Ik geloof in jou, ik zal je licht zijn, een vlam in het duister. Ik geloof in jou en als je valt, vang ik je op. Zolang de zon en de maan aan de hemel staan, klink ik dwars door alles heen. Ik geloof in jou. Jij doet het niet alleen." Dank u wel.
Dank u wel, meneer Van Splunter. Blijft u vooral nog even staan. Ik zie dat er wat mensen naar de interruptiemicrofoon lopen. Ik begin bij de heer Fluitman van het CDA.
Ja, voorzitter, het is ongelooflijk. De heer Van Splunter, echt, ik sta hier vol vertrouwen met u. Als we het over geloof hebben, samen dus, dat is mooi. We vieren dit jaar, of beter gezegd, dit weekend ook het 100-jarig bestaan van de Rooms-Katholieke Kerk Sint Jozef. U bent van harte uitgenodigd bij de viering daarvan. Iedereen van het college is ook heel welkom, want geloof in Zeist is heel belangrijk en dat sluit in ieder geval heel mooi aan bij een heel andere vraag die ik heb. Die gaat even over het wonen.
Ik ben het helemaal met u eens dat wonen een belangrijk onderwerp is in Zeist. Het verbaast mij ook, maar het is nu eenmaal zo dat procedures zo lang lopen en dat het zo lang duurt voordat, als er dan een plan is, de eerste steen gelegd wordt. Maar u had het over stille krachten, over plannen tegenhouden. Kunt u daar iets preciezer in zijn? Iets meer uitleg geven voor mijn beeldvorming?
Ik wil het vooral hebben over de toenemende neiging van insprekers. Niet dat dit voor alle insprekers geldt, maar er zijn er die, nog voordat het plan gepresenteerd is, al aangeven dat ze naar de Raad van State zullen stappen. Dat vind ik eigenlijk respectloos. Laten we eerst afwachten tot er daadwerkelijk iets op tafel ligt, en dan kun je altijd nog beslissen of je het hoogste beroepsorgaan wilt inschakelen. Ik denk dat wij als Raad scherp moeten zijn op het moment dat dit zich voordoet. We moeten dan ook onmiddellijk zeggen: "Dat is allemaal wel leuk en aardig wat u doet, maar geef het gewoon nog eens een kans, in plaats van bij voorbaat de handdoek in de ring te gooien."
Ja, dank u voor het antwoord, voorzitter, maar hoe gaat u dat concreet doen? Gaat u mensen daar concreet op aanspreken? Heeft u trouwens concrete personen voor ogen? Want iedereen die dit nu hoort, denkt: als ik straks inspreker ben, dan denkt men misschien dat ik al meteen naar de Raad van State ga. Dus misschien kunt u iets explicieter zijn. Nou ja.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ik en al die krachten die het op die manier doen, kunnen erop rekenen dat wij op een wijze manier van repliek zullen dienen bij zo'n bijeenkomst en dat we duidelijk zullen maken dat we dit een slechte ontwikkeling vinden. En dan nu, ik ga hier niet op voorhand allerlei mensen noemen waarvan ik eigenlijk niet eens zou weten wie ze zijn. Er komen geen namen of organisaties bij mij op waarvan ik zou zeggen dat zij dat zouden kunnen zijn. Maar in ieder geval, laat ik een concreet voorbeeld noemen zonder in detail te treden: bij de presentatie van plannen, althans de bespreking van het voornemen om te gaan bouwen in het stationsgebied van Driebergen-Zeist, zijn er wel zulke geluiden te horen geweest. Daar verzetten wij ons tegen.
Dank u wel, voorzitter. Ja, geluiden van disrespect hoor ik nu. Maar hebben we niet ook zoiets als een waardenweging voordat er een besluit komt? Zijn we met deze participatie niet zo ver gekomen dat we niet terug willen naar de regententijd? Voorzitter, de vraag aan de VVD is: hoe ziet de VVD participatie in de toekomst?
Ik heb het dan specifiek over de waardeweger die in de omgevingsvisie vermeld staat. Die wordt ook in andere stukken genoemd. Is deze heel concreet? Is deze ook gebruikt bij het stationsgebied Driebergen-Zeist? Voorzitter, dit is de vraag aan de fractievoorzitter van de VVD.
Nou, daar kan ik heel kort over zijn, voorzitter: dat weet ik niet. Als ik daar nu een concreet antwoord op zou geven, dan zou ik maar wat raaskallen. Misschien kan ik u op een ander moment een antwoord geven, maar op dit moment kan ik dat niet.
De VVD weet niet hoe het zit met het wegen van waarden. Het wegen van waarden gaat over waarden, hè? En de groepen die hij noemt, de genoemde krachten, maken zich zorgen over die waarden. En dat gaat niet alleen over wonen; wonen is een waarde, maar het gaat ook over biodiversiteit, over kwelwater, zichtlijnen en noem maar op. Dit is allemaal gemeld aan de VVD, voorzitter, en nu gaat het dus over respectloosheid. Dus ik zou graag willen dat de fractievoorzitter van de VVD heroverweegt wat hij zojuist heeft genoemd.
Nou, ik kan u alleen maar zeggen dat ik het net over de trend heb gehad. De trend die wij als negatief beschouwen, namelijk om direct te roepen dat je naar de Raad van State wilt stappen. Over al die dingen die u net aangeeft, zeg ik: dat is volkomen terecht. Iedereen mag daarvan zeggen en vinden wat hij wil, en dat hoort ook bij het onderdeel participatie. Ik heb ook gezegd, als u goed geluisterd heeft, dat u dat gehoord heeft, met inachtneming van een participatietraject, en dus daar is helemaal op gehint. Dat is voor ons, denk ik, geen punt van discussie. Het gaat mij erom dat mensen op voorhand zeggen: "We gaan direct naar het hoogste beroepsorgaan." Dat staat ons tegen. Het belemmert ook uiteindelijk het oplossen van het grote probleem, en daar moeten we het hier altijd over hebben. En dat is dat we uiteindelijk mensen die dringend verlegen zitten om een woning, moeten helpen.
Het betreft een totaal andere vraag, want ik heb de fractievoorzitter van de VVD horen spreken over Veteranendag. Hij heeft buitengewone raadsleden, de KNVB en nog meer groepen genoemd, maar hij heeft de middengroepen niet genoemd. De gewone man met de gewone baan heb ik hem niet horen noemen. Hoe wordt in deze kadernota voorzien in de behoeften van deze groepen? Voorzitter, dat vraag ik aan de VVD.
Nu u het heeft over middengroepen, wat bedoelt u precies? Kunt u zich wat explicieter uitdrukken? 'Middengroep' is namelijk een heel breed begrip. Doelt u op mensen met een middeninkomen of verwijst u naar mensen die op zoek zijn naar een woning in het middensegment? Ik kan hier namelijk nog geen duidelijk beeld van vormen.
Ja, voorzitter, ik zal proberen er chocola van te maken, wat een terechte vraag is. Maar ik verwijs naar het coalitieakkoord, waarin staat dat we het verhogen van de lokale lasten met terughoudendheid zullen inzetten. We voeren de gemeentelijke taken op een zuinige manier uit, zodat de lokale belastingen zo laag mogelijk blijven. Daarin zie ik een voordeel voor de middengroepen. Ziet de VVD ook in deze kadernota dat deze bepaling uit het coalitieakkoord wordt uitgevoerd, of is er sprake van een stijgende lijn?
Ja, voorzitter, ik zou willen verwijzen naar wat ik hier eerder vanmiddag heb gezegd over de jaarrekening. Als het enigszins mogelijk is, willen we op het moment dat de gelegenheid zich voordoet en de financiële situatie het toelaat, dat overschietende middelen terugvloeien in de kas van de burger. Het zijn juist de middengroepen die daarvan het meest kunnen profiteren, de mensen voor wie wij traditioneel opkomen. Dus ik denk dat het antwoord dat u zoekt in die richting moet worden gevonden.
Ja, dank u wel, voorzitter. Deze microfoon doet het, voorzitter. Ik zou graag nog een vraag willen stellen aan de heer Van Splunter van de VVD om door te gaan over het punt dat we net besproken hebben. De heer Van Splunter vindt het respectloos dat burgers direct naar de Raad van State stappen bij bouwplannen. Allereerst denk ik dat dit niet recht doet aan het feit dat inwoners, laat ik maar zeggen, hun recht zoeken als ze dat niet direct bij de gemeente vinden. Ik wil bijvoorbeeld het plan van de Willem Arntsz Hoeve in Den Dolder als voorbeeld geven. Er is een grote groep bewoners die, laat ik maar zeggen, geld aan het inzamelen is om een proces bij de Raad van State te voeren. Dit is een proces dat al veel langer speelt. Als ik de heer Van Splinter zo beluister, lijkt het alsof hij denkt dat mensen het als een soort hobby zien om direct naar de Raad van State te stappen, terwijl zo'n proces behoorlijk lang duurt en ook kostbaar is.
Daarbij wil ik ook de vraag stellen die de heer Van Splunter aan het begin van zijn betoog stelde. De heer Van Splunter gaf aan dat burgers zich afzijdig houden van de politiek of zich daarvan afkeren. Hij noemde nabijheid en betrokkenheid als sleutelwoorden om tot een oplossing te komen. Ik denk dat wat de heer Van Splunter zojuist heeft aangekaart over het probleem dat mensen te snel naar de Raad van State stappen, juist wijst op een tekort aan participatie. Als mensen binnen de gemeentelijke besluitvorming niet het gevoel hebben dat ze voldoende betrokken worden, rest hen uiteindelijk niets anders dan naar de Raad van State te gaan. Het is niet zo dat mensen dat als eerste optie zouden kiezen. Maar als inwoners het gevoel hebben dat ze niet voldoende betrokken worden bij de besluitvorming, dan zou de gemeente toch kunnen zeggen: laten we dit op een andere manier organiseren om juist te voorkomen dat mensen naar de Raad van State stappen.
Ik beschouw het betoog van de heer Tompot eigenlijk als een ondersteuning van wat ik heb gezegd. Ik denk dat we niet heel erg veel van elkaar verschillen en laat één ding heel duidelijk zijn: als mensen aan het eind van een bepaald proces een recht willen halen, moeten ze dat gewoon kunnen doen. Dat is juist een onderdeel van onze rechtsstaat. En op het moment dat plannen nog geen licht hebben gezien en dat is het moment waarop je zegt: "Ik loop naar de Raad van State", dan komen wij in het geweer. Maar het voorbeeld dat u net gaf? Ja, dat is volgens mij een voorbeeld van een project dat al in een zodanig stadium is dat je inderdaad, als je er uiteindelijk niet uitkomt, zo'n gang moet kunnen maken. Daar zult u mij nooit over horen. Maar op het moment dat er nog niet eens iets concreets op tafel ligt en men dan al roept: "We gaan naar de Raad van State", dat staat ons tegen.
Ja, dank u wel, Voorzitter. Vanuit mijn kant heb ik geen vraag, maar eerder een reactie naar aanleiding van het betoog van de heer Splunter. Ik besprak het zojuist met mijn fractie. Wij proefden echt het sociaal liberalisme terug in uw verhaal, en dat deed ons goed. Dit staat in schril contrast met de verharding die we op landelijk niveau waarnemen. Op dit moment was het een verademing, dus bij dezen mijn complimenten. Hij hoeft er niet op te reageren.
Er is weleens gezegd dat de VVD geen vleugels heeft, maar vlerken. Ik blijf erbij, en deze fractie wil altijd blijven benadrukken dat wij vijf beginselen hebben, die ik zojuist heb genoemd, op basis waarvan wij politiek bedrijven, en dat zullen we blijven doen.
Nu we deze mooie woorden hebben gehoord, gaan we even pauzeren. Ik stel voor om om 4 uur weer verder te gaan. U heeft nu 10 minuten pauze. Ik verzoek iedereen om daarna weer plaats te nemen. Wilt u alstublieft allemaal weer op uw plaats gaan zitten? Ja, ik open de vergadering weer. Beste mensen, graag weer even uw aandacht. Dank u wel. Nieuw Democratisch Zeist, de heer Bredius, u mag nu uw bijdrage leveren. Wilt u plaatsnemen bij het spreekgestoelte? Komt u alstublieft.
Ja, dank u wel, voorzitter. De fractie van Nieuw Democratisch Zeist start waar het vorig jaar eindigde. Ronduit trots zijn we op de vaste waarden binnen de lokale democratie: de wijkverenigingen en de groene groepen, de belangenverenigingen die met hun kennis van grote invloed zijn op het besluitvormingsproces binnen de gemeente Zeist. We kunnen hun kennis goed gebruiken. Er staan grote projecten op stapel, zoals het Stationsgebied WA, de Hoeve-sluiting en de Overgang Den Dolder. We moeten dichter bij de inwoners gaan staan in plaats van verder weg, of erger nog, hen ronduit negeren. Wil het college vaart maken met de Participatieverordening, voorzitter?
Deze algemene beschouwingen staan in het teken van ons dorp: terug naar de basis. Bestuurders willen juist meer, groter en verder, maar nooit het omgekeerde. Afgelopen eeuw is het aantal gemeenten teruggebracht van 1000 naar 300. Ze dreigen hun zelfstandigheid te verliezen met bestuurlijke tafels, convenanten en gemeenschappelijke regelingen, onder het mom 'meer is beter'. Wij pleiten voor pas op de plaats en heroriëntatie: koester wat we hebben. Schaalvergroting is niet de oplossing. Breng het bestuur bij de burger, betrek hen daarbij en laat de raad in positie beschermen. Ons dorp, onze dorpen. Noem ze geen kernen meer; kernen maken deel uit van de verstedelijkte metropool. Een dorp is van de gemeenschap.
De democratische politiek is als een roeping en, zo u wilt, een plicht. Het rotsblok iedere dag omhoog rollen met de wetenschap dat het een dag later teruggerold is. De lokale democratie eist keihard werken, iedere dag weer, van iedere burger op zijn manier en invulling. Het is de samenleving, u en ik, uw buurvrouw en buurman, die de democratie inrichten. Die opvatting maakt dat iedere burger bepalend is voor het leven in vrijheid, gelijkheid en gemeenschappelijkheid. De democratische invulling is niet perfect, maar het is het beste van al het andere. Maar let op: de invulling is niet onbegrensd. Het rotsblok kan wel steeds anders gerold worden, en dat is de kunst die je moet beheersen. Door vernieuwende elementen de vernieuwing van de democratie in gemeenschappelijkheid door burgers, kennis, burgerexperts en panels door abonnementen en burgerberaad. Tegenstanders kennen niet de troost die de democratie biedt en zijn niet bereid het rotsblok in beweging te brengen. Het kan niet anders dan met bedachtzaamheid, controle en vooral op basis van de feiten.
Het belang van de politiek, van de lokale politiek, wordt niet erkend, terwijl de gewone levens van gewone mensen zich in dorpen en steden afspelen. Onze raadsleden verdelen vandaag een kwart miljard euro, 250 miljoen. In 2018 was dat nog 150 miljoen. Honderd miljoen extra uitgaven in zes jaar tijd. Ze drukken steeds zwaarder op de middengroepen. Uiteindelijk zijn zij het die het uitgavenpatroon van de overheid financieren. En dan hebben we het nog niet over de torenhoge zorgpremie, het eigen risico, enorme woonkosten, gigantische stookkosten. Waarom verlagen we de afvalstoffenheffing niet opnieuw? Het zijn de jongeren van nu die het onderwijs verlaten met een forse schuld, geen vaste baan kunnen vinden, geen huis. Hoe verder? Ook de middeninkomens komen in de problemen. De helft van de huishoudens heeft te weinig om fatsoenlijk rond te komen. En dan wel vragen om deel te nemen aan de democratie. Hoe dan? Welke aandacht heeft de kadernota voor onze middeninkomens?
Het is ondertussen pleisters plakken in een tijd van decentralisatie, complexere problemen, verslavingen die leiden tot schulden, tot scheiding en psychische problemen, tot dakloosheid, tot armoede. Kinderen in de knel? Het raadslid is het sluitstuk: drie avonden per week, soms 35 uur per week. Het maakt Den Haag niet uit. Gretig worden grote taken overgeheveld van Den Haag naar Zeist. En ook alle bedrijven maken maar wat graag gebruik van de lokale diensten. 2023 heeft laten zien dat Zeist dat kan, maar overvraagt niet. Er is een grens. Laat werkgevers raadsleden een dag vrijgeven voor raadswerkverlof om het raadslidmaatschap echt mogelijk te maken.
Voorzitter, we moeten terug naar de basis, terug naar ons dorp. Het is tijd voor herbezinning: kleinschaliger, circulair, meer natuur, bewustzijn, groener. Laat de bomen staan. Juist nu is het moment om jongeren en dus ook de jongerenraad mee te nemen, te luisteren naar de groene groepen, de wijkverenigingen serieus te nemen. Dit is het moment voor aandacht voor alle waarden binnen de samenleving. Weeg die waarden nauwkeurig met de weegschaal en geef iedereen hun moment.
Voorzitter, we zijn overtuigd van het lokale belang en hebben eerder de wens uitgesproken te streven naar een politiek blok van lokale partijen, omdat lokale partijen niet de druk voelen van Den Haag, omdat het een nadeel is verknoopt te zijn aan een landelijke partij, omdat alle politiek lokale politiek is. Omdat we vanuit dat streven aandacht vragen voor onze drie speerpunten: inwonersgericht, realistisch, duurzaam en economisch vitaal. We vragen het college om te reflecteren op acht toekomstgerichte voorstellen. Ze verschijnen nu op het scherm, hoop ik. Excuus, onmiddellijk, ja, ik wil lezen: voer uitvoering aan de Waarderweg en omgevingsvisie door hem in raadsvoorstellen te benoemen, onderzoek de samenwerking tussen de gemeenteraad en de jongerenraad, bijvoorbeeld op het thema armoede bij jongeren, onderzoek de voordelen van gezamenlijke besluitvorming en beraadslaging in het project Stationsgebied Driebergen-Zeist met de gemeenteraad van Utrechtse Heuvelrug, kom met een evenredige toeristenbelasting en creëer een gelijk speelveld met de inwoners voor het voorzieningenniveau, zet de vergunningsaanvraag voor de gewikkelde nieuwsbode, volg de aanbeveling van de Rekenkamer, onderzoek nieuwkomers en verkrijg een deugdelijk inzicht in de integratiecijfers over aantallen en deelnemers, realiseer een goed inzicht in de daadwerkelijke arbeidsintegratie van nieuwkomers en verklaar, voorzitter, beter waarom de cijfers rond integratie ontbreken en kom met een verbeterde sociale kaart. Het zesde punt is: onderzoek als eerste gemeente van Nederland een integraal kapverbod, want voor Zeist is het vandaag al gevallen geld. Groen is ons goud. Kom met een buurtbudget en tenslotte, voer een integraal onderzoek uit over de gemeentegrens. Daarmee wordt bedoeld: wat zijn eigenlijk de gemeentelijke kerntaken en welke taken behoren tot de basisvoorzieningen?
We geven vandaag een aanzet, voorzitter, tot de gedachtenwisseling en hoor graag van de raad en het college een reactie op deze punten. Dank u wel.
Dank u wel, meneer Bredius, voor de mooie timing. Ik denk dat u nog even kunt blijven staan. Er is een interruptie van de heer Van Nieuwstadt van GroenLinks.
Voorzitter, ik wil graag een korte interruptie plaatsen aan het begin van het pleidooi. De heer Bredius uitte zijn zorgen over de schaalgrootte van gemeenten en gerelateerde zaken. Hij sprak ook over gemeenschappelijke regelingen. Ik wil graag verifiëren of we het over hetzelfde hebben. Was de suggestie van de heer Bredius dat we moeten aansturen op het hebben van een eigen sociale dienst, een eigen omgevingsdienst en een eigen GGD? Of zijn er ook voordelen aan gemeenschappelijke regelingen die door meerdere gemeenten worden bestuurd?
Ja, dank u wel, voorzitter. Dit is een voorbeeld van hoe gemeenten hun zelfstandigheid verliezen. De gemeenschappelijke regeling is zo'n voorbeeld, en er komen er steeds meer bij. Op zichzelf genomen is het niet negatief en ook verstandig om een gemeenschappelijke regeling in te stellen, en het is ook goedkoper. Dat is eigenlijk niet het punt. Ik wijs erop om te zeggen dat we onze zelfstandigheid verliezen. Straks wordt de gemeente opgeheven, en dat is toch niet de bedoeling. Het is juist de bedoeling om de dorpen te omarmen, en dat is eigenlijk de kern van mijn betoog. Dus je kunt de gemeenschappelijke regeling omarmen en behouden, en tegelijkertijd kleinschaliger en circulair werken, zoals al die voorbeelden die ik noemde.
Dank u wel, voorzitter. Ja, punt 6 was, als ik het goed heb onthouden, een integraal kapverbod. Ik zou echter graag wat preciezer van de heer Bredius willen weten hoe we dat nou moeten zien, hè? We weten allemaal dat er vrijwel altijd gekapt wordt op het moment dat er nieuwe bouwprojecten komen. Hoe ziet u dat nou precies? Is dat zo rigide dat er werkelijk niets kan, of zijn daar nog gradaties in?
Ja, voorzitter, er zijn inderdaad gradaties in de mogelijkheden waarmee je een kapverbod kunt instellen. Dat zijn: de bomenverordening zelf, het bestemmingsplan, de beschermde bomenlijst of een noodverordening. Maar ik spreek hier vooral over de bomenverordeningen. Die kennen we allemaal, en die kennen heel veel uitzonderingen. Dunnink Bosbeheer, bijvoorbeeld, laat berken, populieren, wilgen en fruitbomen toe, maar we willen eigenlijk van die uitzonderingen af, omdat ze eigenlijk niet terecht zijn. Veel belangrijker is echter de gedachte achter dit punt 6, en dat is dat we met zijn allen een gezonde leefomgeving willen. Een gezonde leefomgeving kan niet zonder bomen, zonder bos. We zien dat om ons heen; we leven in een fantastische omgeving, en die bomen horen daarbij. We zien ook aan de inzet van de provincie dat ze nu 1 miljoen euro besteden. Waarom? Omdat de bossen in kwantiteit zijn afgenomen, wordt er nu een herstelactie gepleegd met dat geld. Vandaar ook mijn vraag aan de fractievoorzitter van GroenLinks: hoe staat u tegenover de beweging in de tegenovergestelde richting? Met andere woorden, niet alleen strikt kijkend naar de bomenverordening, maar ook naar de achterliggende gedachte van een gezonder leefmilieu.
Nu het erop lijkt, voorzitter, dat ik tevreden ben met het antwoord, wil ik benadrukken dat, als ik het goed begrijp, de heer Bredius binnen de bestaande regelgeving opereert. Het is dus niet zo rigide dat er helemaal niets kan. Als ik dat goed zie, en uiteraard, wij hoeven niet onnodig in te grijpen in het goede leven in Zeist en het waardevolle ecologische gebied. Ja, dat is iets waar wij ook volledig achter staan. Maar zoals ik u zojuist heb horen zeggen, gaat u uit van de bestaande regelgeving. Natuurlijk, dan zullen wij redelijker zijn en met u preciezer kijken, maar dat betekent niet dat er helemaal niets meer mogelijk is.
Nou, we willen de regelgeving wel veranderen, want er moet een kapverbod komen. Dat is primair omdat groen ons goud is; dat is het uitgangspunt. En waarop is dat gebaseerd? Het is gebaseerd op een gezonde leefomgeving, nietwaar? Dat komt op de eerste plaats. Daarna komen de andere waarden. Als je dat omarmt, dan kan het niet anders dan dat je met een integraal kapverbod komt. De uitzonderingen die er nu zijn, kunnen dan niet blijven bestaan. Dat betekent dat de regelgeving tegelijkertijd moet veranderen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, en die kun je in plaats van met vergunningen met ontheffingen regelen.
Ja, heel kort. Wij staan tegenover elkaar op het moment dat het inderdaad integraal wordt, maar ik zie nog wel enig licht om hieruit te komen. Samen, dank u wel.
Uitgedaagd door de heer Bredius, en dat is wederzijds, kijk ik naar de situatie. De heer Bredius maakte zich een paar minuten geleden ernstig zorgen over de toekomst van mensen met een middeninkomen. Nou, dat is bij uitstek ook een groep waarvoor we heel graag huizen willen bouwen. Als hij zich echter heel rigide opstelt, dan betekent zijn houding dat wij minder huizen kunnen bouwen voor mensen met een middeninkomen. Dus ik hoop dat we elkaar inderdaad kunnen vinden in de uitzonderingen die hij dan wel wil toestaan. Anders moet de heer Bredius ook een keuze gaan maken: of een kapverbod of opkomen voor de belangen van mensen met een middeninkomen. En laat het duidelijk zijn, iedere omgehakte boom is er één te veel. Maar dat wil niet zeggen dat we nooit meer een boom kunnen omhakken als er zwaardere belangen zijn, zoals bijvoorbeeld het belang van mensen met een laag en met een middeninkomen die een woning nodig hebben.
Ja, we zijn realistisch en duurzaam; dat staat ook in onze kernbegrippen. Maar willen we toch een omdraaiing maken? Komt wonen niet op de eerste plaats? Of komt een gezonde leefomgeving op de eerste plaats? Daar hoort wonen uiteraard bij, maar wel als onderdeel van het geheel. Je kunt het een niet los zien van het ander, en daar lijkt nu een verschil van mening over te ontstaan.
Ja, dank u wel, voorzitter. Nou, meneer, laten we het even over iets anders hebben dan over de bomen. U vroeg mij zojuist wat ik vond van een bindend burgerberaad. Wat vindt u daar zelf van?
Het is goed dat het CDA deze vraag over participatie stelt. Nou, ik kan hier het volgende over zeggen: we zijn begonnen met een adviserend burgerberaad. We hebben nooit eerder een bindend burgerberaad gehad, dus ik kan me een onderwerp of thema voorstellen dat zodanig geformuleerd is dat het een bindend burgerberaad zou kunnen zijn. Zij had het antwoord op de vraag. Als u nu de vraag stelt, dan ben ik er voorstander van. Welk voorbeeld kunt u dan noemen? Ja, dan zou ik, net zoals u dat zojuist niet kon, op dit moment ook geen voorbeeld kunnen geven.
Het is interessant, maar u vraagt mij welk voorbeeld ik zou hebben, terwijl u het zelf ook niet heeft. Dus dat is weer een beetje een zoektocht. Maar hoe verhoudt dat bindend burgerberaad zich tot uw uitspraak dat de Raad in positie moet blijven?
Ja, dat is een goed punt. Ik heb gesproken over de vernieuwing van de democratie, die in haar huidige vorm heel belangrijk is. We moeten alle inwoners betrekken bij deze democratie. Ook heb ik gewezen op de gevaren en op manieren waarop we de belangstelling voor het raadslidmaatschap kunnen verbeteren. Ik heb een voorbeeld genoemd, maar wij denken dat het mogelijk is. Dat je de Raad in positie moet brengen. We zien dat dit in een geleidelijke schaal gebeurt, met voorbeelden die ik ook heb genoemd, zoals met een U10 of met bestuurstafels zoals bij het IRP, waarin de zeggenschap van de Raad niet altijd 100% is geweest. Tegelijkertijd kun je als voorbeeld van vernieuwende democratie, die hoog nodig is, kijken naar de vorm van bindend burgerberaad, zoals net aangegeven. Wij denken dat dit goed mogelijk is en dat het de participatie vormgeeft, zoals het in een democratie zou moeten.
Ja, hier vinden we elkaar niet. Ik denk dat de democratie werkt zoals die werkt. Hier zitten 33 democratisch gekozen raadsleden en die hebben volgens mij altijd het laatste woord, en niet een bindend burgerberaad. Maar dat is mijn visie. Ik heb nog een heel andere vraag: u komt met een lijstje van 8 punten. Ik kan ze bijna niet meer reproduceren, maar het lijstje gaat u aan. Dat was even onduidelijk. Gaat u aan het college vragen wat ze daarmee gaan doen, of komt u straks met 8 initiatiefvoorstellen richting de raad? Want ja, u roept wel veel, maar ik heb de afgelopen jaren vanuit uw partij toch heel weinig initiatieven gezien. Dus misschien is het handig dat u dan ook het voortouw gaat nemen hierin.
Ja, bijna geen initiatieven, voorzitter. Nieuw Democratisch Zeist is bij elke commissievergadering geweest. Mag ik echt wel zeggen. We zijn initiatiefrijk en betrokken bij het raadswerk. Ik hoop niet dat dat is wat u bedoelt. Deze acht voorstellen hebben wij tijdens deze algemene beschouwingen aan de orde gesteld. Niet in de eerste plaats om een antwoord van het college te willen, hoewel we dat uiteraard ook verwachten, aangezien de vragen ook aan het college gericht zijn, maar vooral ook om met u en uw collega's te discussiëren over wat u van die voorstellen vindt. Bijvoorbeeld over de waardeweger. Vindt u die belangrijk? Vindt u het belangrijk om waarde te wegen bij projecten en moet dat in de raadsvoorstellen? Daar heeft de raad over beslist, nietwaar? De omgevingsvisie, staat die waardeweging er al in? Moet die toegepast worden? Ja, het is een vraag aan het college, maar ook aan u wat u ervan vindt. En zo zijn er meer voorbeelden. Ik dacht, misschien gaat u een vraag stellen over toeristenbelasting? Hoe zit dat nou precies? Dat is ook een voorstel. U mag daar iets van vinden, maar het is vooral ook aan het college om een reactie te geven, omdat u net zo goed als ik weet dat in Utrecht € 10 per toerist wordt gerekend, in Zeist is dat € 2,45 en in Houten is het € 6. Dus er zit nogal wat ruimte tussen. En inwoners van Zeist gaan ook op vakantie, dus die betalen dan de hoofdprijs, terwijl voor het voorzieningenniveau hier in Zeist dat bedrag niet gerekend wordt, dus dat is niet evenredig. Daar maken wij een punt van. Zou dat een antwoord op uw vraag kunnen zijn, voorzitter?
Nee, is geen antwoord op mijn vraag. Het is prachtig dat u met voorstellen komt en deze met ons wilt bediscussiëren. Dat kunt u alleen doen door een initiatiefvoorstel in te dienen. Want als we het over de waardeweging hebben, daarover hebben we al lang gediscussieerd in het kader van de besluitvorming over de Omgevingswet. Dus ik verwacht eigenlijk van u en uw partij dat u actie gaat ondernemen en echt laat zien wat u wilt, in plaats van hier een soort verlanglijstje neer te leggen en af te wachten wat het college daarmee gaat doen. Dus, bent u bereid om met initiatiefvoorstellen te komen op deze punten?
Je weet hoe het zit met de verwachtingen, hè? Je bent daar niet heel positief over, en verwachtingen komen zelden uit. Kijk, wat we hier gedaan hebben, is acht voorstellen indienen. Dat is ons initiatief, en afhankelijk van hoe de reactie van het college is, zullen we ze verder uitwerken. Ik denk dat dit het antwoord op uw vraag is.
Dank u wel, voorzitter. Mijn hart breekt als ik kijk naar de ellende in de wereld. Het lijden van de mensen in Gaza en de onmacht om dit te stoppen, raakt mij diep. Het is hartverscheurend om te zien hoe onschuldige mensen dagelijks worden geconfronteerd met geweld en onrecht, zonder dat er een einde in zicht lijkt te komen. Wat mij nog meer verontrust, is dat veel van de leiders, ook in ons prachtige land, deze ellende en onrecht in de wereld selectief veroordelen. Dit soort dubbelzinnigheid draagt bij aan een klimaat van wantrouwen en verdeeldheid in onze samenleving. Ik ben van mening dat hier ook de frustratie ligt die we nu breed terugzien in onze samenleving. Het leiderschap waarbij vooraanstaande bestuurders en politici een kant kiezen en verschillende groepen in de samenleving uit elkaar drijven, is zorgwekkend. Er is een chronisch tekort aan verbindend leiderschap. We zien dat overal in de samenleving, in sportscholen, sportclubs en nog veel meer in winkels. Onze gemeenschap verhardt en dat baart mij grote zorgen. Mensen luisteren ook minder naar elkaar. De polarisatie groeit en dit leidt tot een samenleving waarin meningen botsen zonder dat er sprake is van een echte dialoog. We lijken vergeten te zijn hoe belangrijk het is om naar elkaar te luisteren, empathie te tonen en te streven naar gemeenschappelijk begrip. Om mensen als individu te zien, met hun eigen geschiedenis en mening, waarbij diversiteit de samenleving juist versterkt en kracht geeft. Ik geloof sterk in de kracht van verandering van mensen en de mogelijkheid van een betere toekomst. We moeten nu meer dan ooit investeren in leiderschap dat verenigt in plaats van verdeelt. Leiderschap gericht op het herstellen van vertrouwen, solidariteit en gemeenschapszin. En dit begint bij ons allemaal. We moeten elkaar de hand reiken, bereid zijn om te luisteren en de moed hebben om samen te werken, ongeacht onze verschillen. Laten we ons richten op de fundamenten van menselijkheid, respect, empathie en gerechtigheid. Door samen te werken kunnen we verdeeldheid overbruggen en een samenleving creëren waarin iedereen zich gehoord en gerespecteerd voelt. We hebben de kracht en de middelen om positieve veranderingen teweeg te brengen door in dialoog te treden, gemeenschappelijke doelen na te streven en ons te verenigen. In onze verscheidenheid kunnen we bouwen aan een wereld waarin vrede en rechtvaardigheid uiteindelijk zullen zegevieren. Laten we onszelf en elkaar inspireren om de verandering te zijn die we zo dringend nodig hebben. Samen kunnen we een toekomst opbouwen waarin hoop, liefde en compassie de boventoon voeren. Een toekomst waarin we onze kinderen kunnen laten opgroeien in een wereld vol mogelijkheden en waarin iedereen de kans krijgt om in vrijheid en waardigheid te leven. Voorzitter, en dan weer terug naar Zeist en de kadernota die voor ons ligt. Inmiddels zijn we twee jaar verder in deze raadsperiode en veel van de ambities uit het coalitieakkoord zijn gerealiseerd of zijn in progress. Ik ben daar trots op en ik wil het college ook complimenteren voor het resultaat dat tot nu toe al bereikt is. Maar de tijd en de samenleving staan niet stil en blijven vragen om aandacht. Ondanks de mooie resultaten en de successen van dit college wil ik toch een aantal zaken benadrukken. En ik begin bij bestaanszekerheid. D66 vindt dat kinderen nooit de dupe mogen zijn van armoede. Iedereen die dat wil, maar zeker kinderen die in armoede opgroeien, moeten in Zeist, ieder op zijn of haar eigen passende manier, mee kunnen doen in de samenleving. Bijvoorbeeld door op scholen gelijke kansen te krijgen, lid te zijn van een sportvereniging naar keuze en te genieten van kunst en cultuur. Na onderzoek heeft het college aangegeven dat de U-pas hiervoor niet het geschikte middel is en dat de U-pas in zijn huidige vorm niet wordt ingevoerd. Maar wat gaat het college als alternatief bieden om de bekendheid en het bereik van de verschillende bestaanszekerheidsregelingen te vergroten? De regelingen ook toegankelijker en de administratieve lasten ervan voor de inwoners zo laag mogelijk te maken? En dan natuur en klimaat. Zeist mist water: water voor verkoeling, om in te spelen of om in te sporten. We hebben water nodig, niet alleen vanuit recreatief oogpunt, maar ook voor klimaatadaptatie om de toenemende hittestress tegen te gaan en om de biodiversiteit te bevorderen. In het uitvoeringsprogramma is opgenomen dat er een wateractieplan aan de raad wordt voorgelegd. We zijn heel erg benieuwd wanneer dit plan richting de raad komt en misschien kan het college straks ook in hun bijdrage een sneak preview geven van wat we kunnen verwachten. En dan het volgende punt, en daar zal de heer Bredius heel blij van worden: buurtbudget. D66 wil inwoners en wijkorganisaties meer ruimte geven om zelf verantwoordelijkheid te nemen over hun wijk en deze in gezamenlijkheid te verbeteren. Een buurtbudget is wat ons betreft een goed middel om dat te faciliteren. De uitwerking van de mogelijkheid voor een budget is vertraagd en het lijkt erop dat de personele capaciteit het knelpunt is. Uit de ronde tafel heeft het college aangegeven het met ons eens te zijn dat het überhaupt eerst goed is om een open gesprek te voeren met de samenleving, de buurt en de belangenverenigingen en uiteindelijk met de gemeenteraad natuurlijk. Zo kunnen we verkennen hoe er op die plekken wordt gedacht over kansen en belemmeringen voor het vergroten van eigen verantwoordelijkheid en uitvoeringskracht van inwoners over vraagstukken in hun buurt en wijken. We zijn dan ook heel erg benieuwd naar de verdere uitwerking. En dan tot slot, voorzitter, festivals en evenementen. Het gaat goed met het stimuleren van evenementen in het centrum. Maar er wordt nog niets concreets gezegd over de ambitie voor avondfestivals op een tijdelijk afgesloten Slotlaan, mede in het licht van de ambitie om de Slotlaan geleidelijk autoluw te maken. Deze laatste ambitie is helemaal niet in de plannen terug te vinden en we zijn daarom heel erg benieuwd wanneer het college hier een voorstel over gaat aanbieden richting de raad. Voorzitter, tot zover mijn bijdrage, dank u.
Dank u wel, Voorzitter. Met uw toestemming zou ik graag eerst mijn bijdrage willen leveren en daarna antwoord geven op de vraag van de heer Van Splunter omtrent de Passion.
Dank u wel. Net als onze collega's hiervoor wil ook de fractie van Seyst.nu haar dank uitspreken voor het verzorgen van de jaarstukken, de eerste bestuursrapportage en de kadernota. Wat ook al vaker is uitgesproken, maar zeker nog een keer benoemd mag worden, is de heldere indeling met de veelal vrolijke poppetjes als statusindicatoren. Dank daarvoor dus. We zijn nu halverwege de raadsperiode en we zien dat het college gestaag werkt aan de uitvoering van het coalitieakkoord. Maar er waren grote zorgen in oktober vorig jaar over het financieel perspectief van onze gemeente. Kunnen we nu wat rustiger ademhalen? Zouden we op basis van de eerste bestuursrapportage het jaar 2024 nog kunnen afsluiten met een relatief klein tekort? Dankzij de extra inkomsten vanuit het Rijk verwachten we nu het jaar af te sluiten met een positief saldo. Daarmee zijn we nog niet uit de wind, want voor het jaar 2025 zijn er meer kosten dan baten te verwachten. De begroting voor 2025 is dan ook negatief. Maar de vooruitzichten voor de jaren daarna zijn ronduit positiever en laten geen negatieve cijfers zien. Daarmee lijkt Zeist uitzonderlijk goed te presteren in vergelijking met veel andere Nederlandse gemeenten. Terwijl 280 gemeenten volgens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten voor 2026 en 2027 een negatief resultaat in hun meerjarenbegroting presenteren, heeft Zeist een positieve financiële toekomst voor ogen. Dit roept de vraag op wat Zeist anders heeft gedaan dan menige andere gemeente. Wordt er efficiënt met geld omgegaan, waardoor er minder verspild is? Zijn er specifieke bezuinigingsstrategieën geweest of te verwachten? Ook investeringen in digitale en innovatieve oplossingen kunnen de efficiëntie van dienstverlening verhogen zonder de kosten significant te verhogen. Deze maatregelen zouden te prijzen zijn. Maar het kan ook zijn dat uitgaven naar een later moment verschoven zijn of dat er minder of te weinig geld uitgegeven is aan bepaalde diensten waar het wel nodig was. Denk aan jeugdzorg, Wmo, het uitreiken van hulpmiddelen. Kostenbeheersing is noodzakelijk, maar bezuinigingen in deze sector mogen niet ten koste gaan van de kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg. Naast de vraag om uitleg inzake deze positieve wending, wil Zeist.nu erop wijzen dat transparantie en voortdurende monitoring cruciaal zijn om ervoor te zorgen dat deze positieve financiële vooruitzichten duurzaam zijn op de lange termijn. Duurzaamheid zouden we ook graag terugzien in de personele inzet en inzetbaarheid binnen de gemeente. Een landelijk relatief hoog ziekteverzuim en een krappe arbeidsmarkt resulteren in een gemeentelijke dienstverlening die in zwaar weer verkeert. Zeist is hier geen uitzondering op. Het voorstel om in september een plan op te stellen en vanaf januari extra geld beschikbaar te stellen, vinden wij een te lange termijnstrategie. Het probleem is er nu, dus durf dan ook nu te investeren in bijvoorbeeld meer tijdelijke inhuur of het versneld vergroten van de recruitmentcapaciteit, waarmee we sommige doelen en ambities sneller kunnen bewerkstelligen. Dit klinkt wellicht financieel niet positief, maar met de juiste inzet en goede grip op inhuur zet je mensen gericht in en door scherp te kijken naar kosten kun je het beheersbaar houden. Laten we niet vergeten dat goede dienstverlening meer betekent dan alleen het uitvoeren van taken. Het vraagt om een voortdurende inspanning om diensten toegankelijk, efficiënt, transparant, persoonlijk en innovatief te maken. Daarmee wil Zeist.nu de aandacht vestigen op een veelgehoord probleem, namelijk het gebrek aan goede communicatie tussen gemeente en inwoners. Deze wordt als onvoldoende ervaren, waardoor inwoners zich niet gehoord voelen. Ook kunnen klachten escaleren door het gebrek aan tijdige terugkoppeling, wat uiteindelijk extra druk op de gemeentelijke diensten legt. Goede dienstverlening is onlosmakelijk verbonden met effectieve participatie. We hebben dit al eerder gehoord vandaag. Participatie bij gemeentelijke beslissingen is een waardevol instrument om de lokale democratie te versterken en ervoor te zorgen dat beleid en plannen aansluiten bij de behoeften van de gemeenschap. Inwoners van Zeist worden graag gehoord, en terecht. Ze beschikken vaak over lokale kennis die kan bijdragen aan beter geïnformeerde beslissingen. Laten we vooral niet vergeten dat het hier gaat om zaken die hun leven en omgeving beïnvloeden. Door ons in te beelden hoe hun leven wordt beïnvloed door voorgestelde veranderingen, kunnen we hen beter begrijpen. Dit begrip helpt in onze interacties en beslissingen. Dit brengt mij bij de tevreden smileys in zowel de jaarrekening als in de eerste bestuursrapportage bij participatie. Processen lopen soepeler, met een kortere doorlooptijd en tevredenheid over het proces en de communicatie. Zeist.nu vindt dit een erg positieve weergave en wij zien uitdagingen in het verwachtingsmanagement en de communicatie. Inwoners hebben vaak hoge verwachtingen, maar wordt er voldoende uitgelegd dat participatie niet inhoudt dat alle wensen worden ingewilligd? Wat wordt er gedaan met de input die is opgehaald tijdens inspraakavonden en uit enquêtes? Het ontbreken van een duidelijke omschrijving van participatie en een goede terugkoppeling achteraf gaat ten koste van het draagvlak, terwijl juist besluiten die in samenspraak met de gemeenschap zijn genomen, breder geaccepteerd en ondersteund worden en het gevoel van gemeenschapszin kunnen bevorderen. Seyst.nu promoot duidelijke communicatie via toegankelijke participatiekanalen voor iedereen, en over hoe participatieprocessen werken en hoe burgerinput wordt gebruikt in de besluitvorming. En heel belangrijk: feedbackloops. Informeer inwoners over de resultaten van participatieprocessen en hoe hun input is meegenomen in beslissingen. Een tevreden gemeente is een veilige gemeente. Als de inwoners tevreden zijn met hun gemeente, voelen ze zich vaak meer betrokken bij hun gemeenschap, wat kan leiden tot sterkere gemeenschapsbanden, een omgeving waarin mensen elkaar kennen en ondersteunen, wat weer kan bijdragen aan een gevoel van veiligheid. Tevreden inwoners zijn eerder geneigd deel te nemen aan buurtwachten, lokale verenigingen en andere initiatieven die de veiligheid bevorderen. In veel wijken zijn inmiddels buurtwachten of buurtpreventieteams actief die samenwerken met de politie om de veiligheid in de buurt te verhogen. Zeist.nu zou graag zien dat hier nog meer bekendheid aan gegeven wordt. Ook bij veiligheid op straat speelt de kwaliteit van gemeentelijke voorzieningen en diensten een rol. Goed verlichte straten en parken kunnen de criminaliteit verminderen en het veiligheidsgevoel van bewoners vergroten. Verkeersveiligheid en het verminderen van obstakels zijn ook belangrijk. Zeist.nu heeft er bij de algemene beschouwingen in oktober vorig jaar aandacht voor gevraagd en het college een overzicht aangeboden van door inwoners aangemerkte misstanden in Zeist onder de naam 'Prettig naar buiten', wat heeft geleid tot een aantal positieve veranderingen. Echter, ondanks de geboekte vooruitgang zijn er nog steeds problemen die door de gemeente aangepakt moeten worden. Separaat zullen wij hier schriftelijk wederom aandacht voor vragen. Wat kunnen we daarnaast nog meer doen om tevredenheid en daarmee veiligheid te bevorderen? Zeist.nu blijft ook nu vragen om meer boa's. Met de politie onder druk bieden de boa's een aanvullende handhavingsrol. Ook zien boa's als een zichtbare afschrikking tegen misdaad en door hun aanwezigheid op straat bouwen zij een relatie op met de gemeenschap, wat kan leiden tot een verbeterd gevoel van veiligheid. Ook zou Zeist.nu graag een uitbreiding van het cameratoezicht zien. Uiteraard moet bij de uitbreiding van cameratoezicht de balans tussen veiligheid en privacy bewaakt worden. Wat het gevoel van veiligheid ook ondermijnt, is de overlast door hangjongeren en jeugdcriminaliteit. Een groeiend probleem in veel stedelijke centra. Hier is een aanpak van preventie, handhaving en rehabilitatie vereist, met aandacht voor zowel de korte termijn als de lange termijn oplossingen. Handhaving heb ik benoemd, maar onze voorkeur zou uitgaan naar de inzet om aan de voorkant overlast door jongeren te verminderen en juist een positieve verandering te bewerkstelligen. Hier zijn verschillende strategieën voor. Ik moet het een beetje inkorten van de burgemeester. Zeist.nu vraagt aandacht voor de groep 15- tot 17-jarigen die een geschikte plek in het centrum van Zeist missen om hun vrije tijd door te brengen, wat kan leiden tot verveling en wat hen vatbaar maakt voor negatieve groepsdruk. Jongeren hebben behoefte aan spanning en uitdaging. Zonder positieve uitlaatkleppen kunnen ze risicovol gedrag vertonen om deze behoefte te bevredigen. Een effectief alternatief is het opzetten van een jeugdhonk, een plek waar jongeren zich kunnen verzamelen, ontspannen, met leeftijdsgenoten omgaan en nieuwe vriendschappen sluiten. Zeist.nu pleit met spoed voor de inzet tot het oprichten van een jeugdcentrum in het centrum van Zeist. Ook hierbij is de gemeenschapsbetrokkenheid cruciaal, net als het blijven monitoren van de maatregelen en deze aanpassen op basis van nieuwe inzichten. Om af te sluiten heeft Seyst.nu nog een vraag met betrekking tot de woningnood: heeft het college plannen om mee te gaan in de ambitie van het kabinet om flexwoningen te realiseren? Deze zijn snel te bouwen, verplaatsbaar en betaalbaar. Deze woningen kunnen gebouwd worden met duurzame materialen en energiezuinige systemen. Met de bouw van flexwoningen zou de acute woningnood voor bijvoorbeeld starters verlicht kunnen worden. Dank u voor uw aandacht.
Ja, ik zou allereerst willen zeggen dat ik heel blij ben dat de heer Van Splunter deze vragen heeft gesteld. Want dat biedt mij de gelegenheid om uitleg te geven zonder dat ik daar zelf om aandacht moet vragen. Ik begrijp dat de woorden in het interview met RTV Utrecht als incorrect of misleidend opgevat kunnen worden. Echter, ik heb namens Seyst.nu geen onjuiste informatie gedeeld en dat is ook nooit onze intentie geweest. De gestelde vragen hadden betrekking op de situatie tijdens de voorgenomen plannen en daar ging het interview dan ook over. Het interview is opgenomen ver nadat het besluit om The Passion naar Zeist te laten komen, genomen was. In de tijd dat wij bezig waren met deze besluitvorming, was er veel financiële onzekerheid. Er werd gesproken over de 'ravijnenjaren' en het was in dat licht dat ik heb gezegd dat het voor Zeist wellicht geen goede keuze is en we het misschien nog even uit moesten stellen. Dus de vragen die mij door, ja, zou ik willen zeggen, de mediacowboys gesteld zijn, die zijn eigenlijk gesteld over iets wat in het verleden plaatsvond, maar dat geprojecteerd is alsof ik het in het heden zeg. Ik hoop dat ik hiermee duidelijkheid heb verschaft. Ik heb zelf niet om een rectificatie gevraagd, omdat iets wat brandt en je geeft het zuurstof, dan laait het alleen maar hoger op. Ik hoop dat u met deze uitleg verder kunt.
Voorzitter, ik moet mevrouw Roelofsen teleurstellen. Ik ben niet tevreden met dit antwoord. Voor zover ik mij kan herinneren, is er bij RTV Utrecht gesteld dat er sprake was van rode cijfers toen u dat interview gaf. Wij hebben hier in deze raadszaal tijdens een informeel overleg daarover gesproken, en ik heb u toen – en ik vond dat ik dat op een heel vriendelijke manier deed – gevraagd om dat recht te zetten. Want het beeld dat ontstaat, en waarvan ik denk dat veel meer fracties dat ook vinden, daar wil ik echt afstand van nemen. Dat wij met zijn allen aan het feestvieren waren door The Passion hierheen te halen, ten koste van mensen die het heel moeilijk hebben. Ja, dat willen veel fracties zich niet laten zeggen.
Ik vind het heel erg teleurstellend dat u in het laatste deel van uw antwoord het nu heeft over 'media cowboys', want nu lijkt het alsof de journalisten het gedaan hebben. En daar ben ik het niet mee eens. De media doen gewoon hun werk, hè? Zij laten u aan het woord over The Passion, dat u The Passion niet zag zitten. Dat is duidelijk. U heeft er werkelijk alles aan gedaan om te voorkomen dat The Passion hier zou komen. En het is met grote dank aan de collega's van het CDA, ChristenUnie, SGP en Ndz dat het uiteindelijk toch allemaal goed is gekomen, met een geweldig resultaat wat mij betreft. Het is een reclamespot voor Zeist geweest. Maar dat laat onverlet dat u bij RTV Utrecht heeft gezegd dat er sprake was van rode cijfers, en dat ik toen hier – en ik denk dat ik namens veel collega's sprak – heb gevraagd om dat beeld recht te zetten. En dat heeft u niet gedaan. Het stelt mij zeer teleur.
Ja, ik probeer het even. Er waren meerdere punten, maar wat mij teleurstelt, is dat u mij verwijt maakt over mensen die het moeilijk hebben. Dat is nooit een reden geweest waarom wij tegen de Passion waren. Dat ik er alles aan gedaan zou hebben het tegen te houden, vind ik ook een aanname die ik niet onderschrijf. Aan de ene kant denk ik dat u misschien niet helemaal goed geluisterd heeft naar wat ik gezegd heb. Maar in het interview is mij gevraagd waarom ik destijds ervoor gekozen heb om tegen te stemmen. Daar heb ik duidelijk op geantwoord dat de vooruitzichten toen niet goed waren en dat we daarna diverse circulaires gehad hebben waarin de vooruitzichten bijgesteld zijn. Dat staat er los van. Het was een interview dat gericht was op de beslissing die toen genomen is. En ja, wat u zegt over het informele overleg, daar zou ik dan op terug willen komen. Het heeft niet mijn voorkeur, maar ik kom er bij deze toch even op terug. Ik heb misschien wel meer, maar ik heb sowieso een gebrek. Als er een soort van overval plaatsvindt, want voor mij was het verhaal klip en klaar. Ik bedoelde het verleden. Het is overgekomen alsof het het heden was. Dan word ik in een informeel overleg geconfronteerd met iets waar u alle rechten heeft en waar ik alle begrip voor heb. Alleen voor mij was het op dat moment een complete overval. Dan komen we terug op het gebrek. Ik heb dan de vervelende neiging om dicht te klappen, het 'black-out'-systeem. Dat is een feit. Ik heb op dat moment daarom ook niet gereageerd. Daarom zei ik aan het begin ook dat ik blij ben dat u er nu over begint, want ik wil er eigenlijk geen aandacht voor vragen, omdat het in principe ook niet helemaal bij mij past om overal aandacht voor te vragen. Maar langs deze weg probeer ik eigenlijk te zeggen dat ik tijdens het informele overleg had willen reageren en het niet kon. En dat ik er naderhand niet op teruggekomen ben. Daar heb ik, denk ik, een reden voor gegeven. Het is nooit mijn bedoeling geweest om wie dan ook in een kwaad daglicht te stellen, ook onze eigen partij niet. Wat er met de Passion gebeurt en of het nou een succes is of niet, dat zal nog uit de eventuele begroting die we nog moeten ontvangen blijken. Maar ik heb er niet alles aan gedaan om het tegen te houden. Wij hebben gewoon uitgesproken dat wij er niet voor zijn, omdat wij van mening zijn dat het te veel geld kost. En ik hoop dat we het onderwerp hiermee kunnen afsluiten, dat u tevreden bent hierover en dat ik graag op een persoonlijk niveau nog een keer verder met u zou willen praten.
Het raakt mij ook weer dat een collega geraakt wordt. Dat is iets wat we in deze raadszaal zoveel mogelijk willen beperken, dat we daar op een gepaste manier mee omgaan. En stelt u zich ook voor dat tijdens dat informele overleg, bij onze VVD-fractie het beeld ontstond dat u aangaf...
Mag ik u verzoeken, meneer Van Splunter, om rekening te houden met de mensen op de tribune, aangezien zij niet betrokken zijn bij het informele overleg?
Laat ik uitleggen wat hier is gebeurd. Ik zal de details van de besprekingen achter gesloten deuren nu even achterwege laten. Het punt is dat er op een bepaald moment een toezegging is gedaan. Het is inderdaad zo dat ik die toezegging als een ankerpunt heb genomen. Wanneer hetgeen dat is toegezegd op een of andere manier niet wordt nagekomen, dan verwacht ik van u dat u dat met open vizier naar mij communiceert. Ik wil graag weten waarom het niet is nagekomen en waar dat aan ligt, zodat we misschien in dialoog een stap verder kunnen komen. Dat is wat er tot nu toe aan heeft ontbroken en het heeft er dus ook toe geleid dat ik deze vraag aan u heb gesteld. Ik hoop dat u hiermee verder kunt.
Ik ben me ervan bewust dat het enige tijd geleden is, dus corrigeer me als ik het mis heb, maar ik ben me er niet van bewust dat ik heb toegezegd een rectificatie te doen. Maar als u gelijk heeft, dan spijt het me; dan heb ik dat niet gedaan. Want ik vind nog steeds dat er niets onjuist is gezegd, maar dat het onjuist is geïnterpreteerd. Ja, sorry, daarover kunnen we het niet eens zijn. Dan wil ik graag nog een keer met u van gedachten wisselen. Maar dit is hoe ik het heb ervaren en hoe het is gebeurd. Dank u.
We sluiten dit onderwerp af en ik zie dat er geen andere interrupties zijn. Dus daarmee wil ik u bedanken voor uw bijdrage en gaan we verder. Even kijken... Hebben we de ChristenUnie? Ja, de ChristenUnie-SGP.
Dank u wel voor het woord, mevrouw de Voorzitter. Christelijk sociaal met hart voor de kwetsbaren in de samenleving, met oog voor groen en milieu en gericht op constructieve samenwerking. Dat is waar de ChristenUnie SGP in Zeist voor staat. Het mooie aan algemene beschouwingen, en dat hoor ik ook vandaag, is dat je even terug gaat naar waar we het ook alweer voor doen. Wat zijn voor elke partij de drijfveren en welke onderwerpen liggen je na aan het hart? Voor ons gaat het dan om de woorden waarmee ik begon: christelijk sociaal met hart voor kwetsbaren in de samenleving. Dat betekent dat we willen opkomen voor de groep die niet zo hard kan schreeuwen als anderen. We denken aan de woningzoeker die geen lid is van een strak georganiseerde wijkvereniging, maar wel belang heeft bij een bouwproject. We denken aan kinderen die door armoede van hun ouders in de knel komen, wat generaties lang doorwerkt. Ik denk aan vluchtelingen die in onze samenleving ruimhartig worden opgenomen in plaats van als gelukszoeker en crimineel weggezet te worden, al voordat ze een kans hebben gekregen. Bij de behandeling van het rekenkamerrapport over integratie van nieuwkomers hebben we daar recent met elkaar over gesproken. Hoe belangrijk is het dat nieuwkomers de taal leren? Dat begint al in de opvanglocatie, het AZC in Kamp van Zeist. Kan het college aan ons duidelijk maken of het gaat lukken om de bibliotheek die men daar heel graag wil, in samenspraak met het COA alsnog te realiseren? De taal leren is namelijk een opening naar meedoen in de samenleving. Het helpt bij de zoektocht naar werk en eigen inkomen. In het kader daarvan maken we ons ook zorgen over de tekst in de kadernota over de totaalaanpak. Het is een belangrijk speerpunt van onze partij, ook van deze coalitie, en de teksten voor de totaalaanpak staan vol met coördineren, netwerken en integraal beleid, maar zouden we als gemeente niet veel praktischer daarmee aan de slag moeten? Kan het college hierop reflecteren en ook de vraag beantwoorden of de doelstelling van 2000 mensen die een passend taalaanbod krijgen eigenlijk wel gehaald wordt op deze manier?
Als we doorgaan op het onderwerp taal, komt ook de dienstverlening van de gemeente in beeld. We lezen in de bestuursrapportage dat wordt ingezet op optimale digitale dienstverlening op basis van de wensen van de moderne maatschappij. Uiteraard is het fijn dat heel veel diensten digitaal beschikbaar komen voor onze inwoners en de ambities mogen daar ook heel hoog voor zijn, maar wel met aandacht voor groepen die niet digitaal vaardig zijn. En communiceert de gemeente dan met woorden die iedereen begrijpt? We vragen hier aandacht voor. Vorige week was ik aanwezig bij een lezing van Team Sjongers naar aanleiding van zijn nieuwe boek 'Armoede uitgelegd aan mensen met geld'. Een aantal opvallende observaties die hij doet: de mensen die het beleid maken en uitvoeren zijn vaak juist de hoogopgeleiden en mensen die zich over dat geld in hun privéleven geen zorgen hoeven te maken. Ten tweede zijn er ongeveer 27 inkomensregelingen waar mensen aanspraak op kunnen maken. En ten derde worden veel van deze regelingen niet gebruikt of de overheid wordt niet vertrouwd. Mijn conclusie was dat we anders moeten kijken naar armoede en zelfredzaamheid en dat we vooral onze vooroordelen over anderen los moeten laten. Ik heb hierover aan het college de volgende vragen: herkent u deze problematiek en wat is uw visie op het doorbreken van dit patroon?
Daarnaast lees ik in de kadernota dat er geld gevraagd wordt voor recruitment, omdat er verwacht wordt dat er 150 vacatures te vullen zijn in de komende tijd. Bent u bereid om bij de selectie van nieuw personeel te sturen op mensen die niet de perfecte cv hebben, maar wel de perfecte levenservaring om het belangrijke werk dat wij doen uit te voeren?
Voordat ik afsluit, nog een verzoek aan het college: vanuit onze fractie heeft René van der Linde afgelopen week vragen gesteld over de groep mensen die mogelijk structureel onder de armoedegrens leeft vanwege beleidsfouten in Den Haag. Het verzoek aan gemeenten is om dat namens de overheid recht te zetten de komende jaren en daarvoor is het belangrijk dat er voor het komende weekend al bij de Belastingdienst gemeld wordt dat wij daar ons voor willen inzetten. En ik zou toch graag willen horen, al vanavond, of dat lukt of dat wij daar op de goede weg zitten, even vooruitlopend op de beantwoording van die vragen, omdat het zo urgent is.
Ter afsluiting: bij de begrotingsbehandeling in november wisten we nog niet hoe het college eruit zou zien op dit moment, omdat we onze nieuwe burgemeester nog niet eens kenden. Namens onze fractie kan ik zeggen dat we blij zijn dat u er bent. En we willen met de hulp van God de komende periode verder bouwen aan de bloei van onze gemeente. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ik kan het toch niet laten. Ik hoor al commentaar van deze kant, maar ik heb de fractievoorzitter van de ChristenUnie-SGP horen zeggen dat hij niet denkt aan de strak georganiseerde wijkvereniging. Wat bedoelt hij daar nou eigenlijk mee? Want is het niet juist de kracht van een samenleving zoals de onze dat die strak georganiseerd is en dat die aangeeft waar de belangen liggen, dat ze vragen stellen over slechte raadsvoorstellen en dat ze de raad ook helpen meedenken bij het besluitvormingsproces?
Nee, dank u wel voor deze vraag. Ik heb niets tegen strak georganiseerde wijkverenigingen. Ik heb wel iets tegen mensen die via zo'n strak georganiseerde vereniging vooral hun eigen belang goed op tafel weten te leggen. En dat doen ze helemaal niet eens met verkeerde intenties, maar de consequentie daarvan is dat er andere belangrijke groepen zijn die buiten beeld blijven. En daar heb ik wel moeite mee.
Ja, laatste vraag, voorzitter. Maar is het dan niet van belang dat de politiek ervoor zorgt dat de mensen en de groepen die buiten beeld blijven, in beeld komen, in plaats van de angel van commentaar of kritiek te leggen bij die strak georganiseerde wijkvereniging?
Nou, ik heb de kritiek dus niet bij de wijkverenigingen gelegd. Ik heb vooral aangegeven dat ik het belangrijk vind dat we andere groepen, en dan bedoel ik met name de woningzoekenden, op dit onderwerp meer ruimte geven en daar zullen wij ons ook voor inzetten.
Ja, voorzitter, ik heb nog een geheel andere vraag. Dank u wel voor de beantwoording tot zover. We zijn het niet met elkaar eens, maar dat terzijde. Ik hoor de fractievoorzitter van de ChristenUnie en de SP ook spreken over vluchtelingen en integratievoorzieningen, tenminste, zo heb ik hem begrepen. Op pagina 38 van de jaarstukken van 2023 staat toch een grafiek die zorgwekkend is. Hierin is te zien dat het aantal lopende re-integratievoorzieningen aanzienlijk daalt, beneden het peil dat Nederland gewend is. Ik weet niet of u die gezien heeft.
Er zijn 38 lopende re-integratievoorzieningen. Ik wilde de vraag stellen of, indien hij ze gezien had, de voorzitter daarover wilde reflecteren: moeten we hierover een vraag stellen aan het college betreffende welke risico's er lopen? Dit ligt ook enigszins in lijn met het punt dat ik als mijn punt 6 noemde. Maar het is natuurlijk belangrijk dat deze voorzieningen op peil blijven, nietwaar? Vandaar deze opmerking.
Nee, volgens mij delen we de zorg in die zin. Dus het is best interessant om eens aan het college te vragen hoe zij daar inderdaad op reflecteren. Maar ik heb pagina 38 niet zo in mijn broekzak bij me, nee.
Goed, we gaan het in het college bekijken, die zal dat straks wel uit de broekzak kunnen halen. Goed, dank u wel, meneer Wassink, voor uw bijdrage, en dan gaan we naar de Partij van de Arbeid, mevrouw Breddels.
Voorzitter, leden van het college, collega-raadsleden, mensen op de tribune en wie weet ook nog een enkele luisteraar, Zeist is een mooie gemeente. De toestand in de wereld is sinds oktober 2023 niet beter geworden. Ook wat er in ons eigen land vanuit Den Haag op ons afkomt, soms ingegeven door al dan niet bewust verstrekte misinformatie, stelt niet gerust. Noodzakelijke maatregelen op het gebied van natuur en milieu worden op onverantwoorde wijze naar achteren geschoven. Ook het aankomende vluchtelingen- en migratiebeleid baart ons zorgen, en de aandacht voor de bestaanszekerheid van inwoners lijkt vrij gering. In Zeist kunnen we gelukkig zeggen dat we, ook zonder spreidingswet, vluchtelingen opvangen, gewoon omdat we vinden dat het onze taak is. Uiteraard bestaan er in Zeist verschillende politieke opvattingen, maar wat ons verbindt, is dat we allemaal gehecht zijn aan onze parlementaire democratie. We omarmen de verschillen en laten elkaar niet los. Zeist is en blijft van ons allemaal. Het is goed om te zien dat er in dat licht echt stappen zijn gemaakt. Zo is er een doelgroepenverordening vastgesteld, waardoor in de toekomst voornamelijk gebouwd gaat worden voor mensen met een laag of middeninkomen. De individuele inkomenstoeslag wordt automatisch uitgekeerd aan gerechtigden. Het project Vollenhoven loopt fantastisch. De PvdA is er erg blij mee. Helaas moeten we constateren dat niet op alle terreinen alles koek en ei is; het aantal leerlingen dat zonder startkwalificatie de school verlaat, neemt toe. Het absolute verzuim van leerlingen in Zeist is significant hoger dan het landelijk gemiddelde. De Partij van de Arbeid is zich ervan bewust dat het schoolverzuim niet direct tot het gemeentelijk terrein behoort, maar dat betekent niet dat de gemeente op haar handen kan blijven zitten. Pas onlangs is er een plan van aanpak vastgesteld voor de besteding van de gelden die zijn vrijgekomen uit een nationaal programma onderwijs, en dat plan van aanpak moet nog geconcretiseerd en uitgewerkt worden, terwijl de maatregelen die te maken hadden met de coronapandemie al lang verleden tijd zijn. Volgens de bestuursrapportage beschikken alle scholen in Zeist over een conciërge en worden er maatregelen genomen om de mentale weerbaarheid van leerlingen te verbeteren. Desondanks gaat het gewoon niet goed. Juist de toekomst en de PvdA zou dus ook graag zien dat het college hier stevig op inzet en dat de voorgenomen maatregelen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. De Partij van de Arbeid had nu wel een groep verwacht achter het digitale loket waar we al jaren over spreken en waarvan was toegezegd dat het in het eerste kwartaal van 2024 gerealiseerd zou zijn. Het argument dat de uitgebrachte offerte hoger was dan verwacht, overtuigt niet echt, gezien de financiële positie van de gemeente en dus de onzekerheid over het vervolg is voor de Partij van de Arbeid, gezien de looptijd die het project al heeft gehad, gewoon onacceptabel. Gezien de ontwikkelingen in de landelijke politiek, zoals bijvoorbeeld de terughoudendheid om maatregelen te nemen die nodig zijn voor de natuur, is de verwachting dat de lokale politiek het heft in eigen hand moet nemen om te bewerkstelligen dat we niet stil komen te staan. Zeist moet klaar zijn voor de toekomst. We weten dat een aantal projecten niet uitgevoerd kan worden, omdat de gemeente te kampen heeft met een groot personeelstekort. Zeist is niet de enige werkgever die daaronder lijdt en dus zal de gemeente alles in het werk moeten stellen om enerzijds terugkerende handelingen zoveel mogelijk te automatiseren en anderzijds de meest aantrekkelijke werkgever in de provincie Utrecht te worden. Mijn laatste punt is dat de gemeente de werknemers van het Centrum voor Jeugd en Gezin en van de wijkteams zelf in dienst heeft genomen. De Partij van de Arbeid steunt dit, omdat dit de band tussen werkgever en werknemer versterkt en er meer een gezamenlijk gevoelde verantwoordelijkheid ontstaat. De Partij van de Arbeid zou graag zien dat Zeist een naar buiten gerichte gemeente is, waar gebruik wordt gemaakt van de omgeving waarin zij ligt, vlakbij het Utrecht Science Park, waarin niet alleen diverse faculteiten te vinden zijn, maar ook vestigingen van de hogeschool. We zien dat er in het land zogenaamde hackathons georganiseerd worden. Misschien ook iets voor Zeist? We hoeven het niet zelf te doen; we kunnen het ook uitbesteden. Investeer ook in immigranten en hoger opgeleide vluchtelingen. Ze willen graag leren en als werkende de taal sneller beheersen, twee vliegen in één klap, toch? Kijk naar wat andere gemeenten doen en investeer in de samenwerking waar dat kan. En natuurlijk, we moeten bouwen. De woningnood is nog steeds veel te hoog en de wachtlijsten veel te lang. De Partij van de Arbeid wil dat de grond behouden blijft; de beschikbaarheid van energie en water zijn daarbij ook punten van aandacht. U heeft het al gehoord in de bijdrage van GroenLinks: er is ruimte om 1,7 miljoen naar de algemene reserves over te hevelen. Dat betekent dat er ook ambities geformuleerd kunnen worden. Ik wil toch een paar noemen. U kent de Partij van de Arbeid als de partij die zich hard maakt voor gelijke kansen. In de binnengekomen stukken van deze maand zitten verslagen van de Stichting Leerkansen, waarin beschreven staat wat een training in de doorstroomtoets voor kinderen kan betekenen, een niveau omhoog. Ouders die dat kunnen betalen, sturen hun kroost naar een van de vele huiswerkinstituten die de gemeente rijk is. Ouders die dat niet kunnen betalen, betekent dus direct een achterstand voor hun kinderen. Door een subsidie van buitenaf heeft de Stichting Leerkansen dit jaar een training kunnen organiseren voor ouders die een commercieel huiswerkinstituut niet kunnen betalen, met het effect zoals ik net omschreef. Zou het niet mooi zijn als de gemeente hierin zou investeren? Ieder kind een gelijke kans. En de gemeente hoeft het werk ook niet zelf uit te voeren. Ook het isoleren van woningen voor mensen die dat niet kunnen betalen, is een investering waard. Dan gaat het natuurlijk voornamelijk om huurwoningen, maar niet alleen. Er zijn ook inwoners met een koopwoning die moeite hebben met de kosten van de isolatie. Aandacht moet ook uitgaan naar de vele gemeentelijke monumenten die deze gemeente rijk is en waarvan de isolatie nou eenmaal meer kost dan bij een woning zonder monumentenstatus. Onlangs spraken wij op ons gemeentelijk spreekuur al met vertegenwoordigers van woningen waar al decennia niets aan is gedaan en waarvan de kosten van isolatie juist vanwege die monumentenstatus niet meer te overzien zijn. Ik weet niet of u het woord burgerparticipatie kunt horen, maar ik ga het er toch heel kort even over hebben, maar dan wel op een heel andere manier. Ja, het uitdaagrecht wordt straks wettelijk verankerd. Het uitdaagrecht houdt in dat bewoners en maatschappelijke organisaties taken van gemeenten kunnen overnemen als zij denken het slimmer, beter, goedkoper of anders te kunnen doen. De Partij van de Arbeid ziet deze ontwikkeling met veel enthousiasme tegemoet. Een oudste lid hebben we al: een landelijk bekend voorbeeld. Ook op het gebied van duurzaamheid zijn er mogelijkheden. Het lijkt mij een mooie uitdaging voor al diegenen die nu roepen dat de gemeente geen of veel te weinig gebruikmaakt van de kennis die er in de samenleving aanwezig is. Tegen diegenen zou ik willen zeggen: grijp uw kans. En ik denk ook dat het wellicht een idee is om een en ander te combineren met het buurtbudget, waarvan we wel van plan zijn om dat in te voeren, maar wat enigszins op achterstand ligt. Lijkt me een mooie kans. Tot zover, dank u wel.
U heeft het woord 'hackathon' laten vallen. Nu heb ik wel een idee wat daarmee bedoeld wordt, maar ik denk dat de gemiddelde luisteraar zich nu afvraagt: wat is een hackathon?
Dank u, voorzitter. Ja, dat is een evenement. Sommigen noemen het ook wel een festival, maar dat hangt er een beetje van af hoe het georganiseerd wordt. Het kan een halve dag duren, maar het maximum is, geloof ik, een week. In die tijd komen enthousiaste en slimme mensen bij elkaar om een oplossing te bedenken voor een voorgelegd probleem. Je zou kunnen denken aan vragen zoals: "Hoe kunnen we zo snel en slim mogelijk robotiseren?" Het begon eigenlijk met ICT, maar tegenwoordig kun je het over alles hebben. Je zou ook de vraag kunnen stellen: "Hoe word ik een aantrekkelijke werkgever?" Maar het is dus een bijeenkomst van slimme en enthousiaste mensen die een oplossing bedenken voor iets.
Dan heb ik een vraag over financiën. We kennen de PvdA natuurlijk als een partij die zich daar uitgebreid over buigt en die over het algemeen met enorm goede ideeën komt. U heeft, net zoals onze partij en een aantal andere partijen vanavond of vanmiddag in dit debat, een aantal suggesties en ambities gepresenteerd. U noemt in ieder geval het overschot van 1,7 miljoen. Ziet de PvdA ook nog mogelijkheden om elders wat geld vrij te maken om die eventuele ambities te dekken en vorm te geven?
Ja, ik word wat angstig om het RIOZ te noemen, omdat ik toch al zie dat het zo hard achteruitgaat. Dus daar ben ik niet zo van. Nou, je zou kunnen denken aan het weerstandsvermogen. Dat heeft natuurlijk een ratio die ontzettend hoog is. Wij zeggen 2,2, maar we weten ook dat het eigenlijk niet klopt, omdat onze manier van berekenen heel anders is dan die van andere gemeenten, hè. Je ziet bijvoorbeeld, ik dacht dat het Nieuwegein was, maar ik weet het niet helemaal zeker, dat het eigen vermogen kleiner is dan de weerstandsratio, omdat zij daar allerlei bijzondere bestemmingen meerekenen; dat doen wij allemaal niet. Dus daar zit echt geld zat in, dus dat zou wat mij betreft ook nog een optie zijn.
Ja, dat was het, meneer Van Nieuwstadt. En dat was uw bijdrage, dank u wel, mevrouw Breddels. En dan geef ik het woord aan de heer Tompot van de SP. Ik vraag uw aandacht voor meneer Tompot. Gaat uw gang, dank u wel.
Dank u wel, voorzitter, voor de gelegenheid om bij te dragen aan de algemene beschouwingen namens de SP over de Kadernota. Ja, we bevinden ons in een tijd met een aanstaand nieuw kabinet. Als gemeente hebben we steeds meer taken gekregen. Een veelgehoorde leus is inmiddels: "Meer taken, maar zonder de knaken," of misschien een variatie daarop. Sinds dit jaar zijn we bezig met de implementatie van de Omgevingswet, onder andere. We hebben ook te maken met het meldpunt goed verhuurderschap dat we van het rijk krijgen. Eigenlijk worden er steeds meer taken door het rijk aan de gemeenten toebedeeld. Bij de ontwikkeling daarvan rijst de vraag of de gemeenten, met al die taken die ze krijgen, ook de middelen krijgen om die taken goed te kunnen uitvoeren. Ik heb het net over twee voorbeelden gehad, namelijk over de Omgevingswet en de interpretatie daarvan.
Voordat ik verderga, wil ik u vragen om uw aandacht te richten op de heer Tompot. Dit is ook belangrijk omdat het anders misschien onverstaanbaar wordt voor de publieke tribune. Dus, meneer Tompot, gaat u alstublieft verder.
Volgens mij gaat het over enkele wetten die dit jaar zijn ingevoerd. De implementatie van de Omgevingswet is in gang gezet, waarbij veel gemeenten, waaronder de onze, druk bezig zijn met het maken van een omgevingsplan en alle stappen die daarbij horen. We hebben ook de Wet meldpunt goed verhuurderschap, die afgelopen juli een jaar geleden is ingevoerd. Bij dit meldpunt komen klachten binnen van huurders over de staat van woningen, meestal van particuliere verhuurders. Het gaat uiteindelijk om de handhaving: wat doet de gemeente met deze klachten? Voor handhaving heb je mensen nodig vanuit de gemeente die het toezicht en de handhaving moeten organiseren, om zo te zorgen dat de situatie voor huurders op termijn kan verbeteren.
Financieel staat onze gemeente er relatief goed voor, maar er is toch wat ongerustheid over de toekomst, omdat we misschien niet voor alle benodigde mensen compensatie kunnen krijgen.
Ik wil ook ingaan op andere punten waarover ik vragen heb, ook vanuit het rijk. Gemeenten zijn verplicht om vanaf volgend jaar een woon- en zorgvisie op te stellen. Deze woonzorgvisie is niet hetzelfde als de woonvisie, die straks zal verdwijnen. Volgend jaar krijgt deze een andere, langere naam die misschien een afkorting behoeft: het volkshuisvestelijke programma. Over de woonzorgvisie gesproken, onze gemeente zal in het najaar een woonzorgvisie presenteren aan de raad. Ik heb gesprekken gevoerd met inwoners van onze gemeente, en sommige ouderen geven aan dat ze graag naar een kleinere woning zouden verhuizen. Ze wonen vaak te groot en hebben kamers over. Echter, dergelijke woningen met een tuin zijn er niet. Bij de nieuwbouwprojecten die de komende jaren worden opgeleverd, worden voornamelijk eengezinswoningen en appartementen met hooguit een balkon aangeboden, maar geen kleine woningen met een tuin. Ik vraag het college of het bij het opstellen van de woonzorgvisie ook aandacht zal besteden aan onderzoek naar de precieze woonbehoeften van ouderen die kleiner willen wonen. Als we niet weten wat de woonbehoeften zijn, kunnen we wel bijbouwen, maar niet noodzakelijkerwijs wat er echt nodig is.
We willen als SP dat er meer woningen worden bijgebouwd, maar tegelijkertijd is er ook het vraagstuk van doorstroming, om bestaande woningen beschikbaar te maken voor de primaire doelgroepen, zoals gezinnen.
Een ander punt is schooluitval of schoolverzuim. Er zijn verschillende vormen van schoolverzuim: de ernstige vorm waarbij leerlingen hun opleiding niet afmaken en de minder ernstige vorm waarbij leerlingen wel hun opleiding afmaken, maar een jaar moeten overdoen. Het zou goed zijn als er duidelijkheid komt over welk type schoolverzuim we het hebben.
Vorig jaar is gesproken over een onderzoek naar een dorpshuis in Den Dolder. Er was 1 ton voor een verkennend onderzoek uitgetrokken, waar wij als SP niet enthousiast over waren. Ik vraag het college hoe het staat met dit onderzoek en of er een dorpshuis in Den Dolder komt.
Dan is er nog de kwestie van het plaatsen van openbare zitbankjes. Hoe wordt bepaald waar deze komen? Worden bewoners betrokken bij de plaatsing? We krijgen signalen dat er soms bankjes worden geplaatst waar niemand op zit, wat zonde is van de investering.
Over Dijnselburg hebben we volgende week een vragenuurtje, dus daar beperk ik me nu toe. Hoe staat het met de onderhandelingen over het toegankelijk maken van het landgoed?
Tot slot, er is het probleem van lachgascilinders die bij het grofvuil belanden. Wat kan de gemeente doen om dit tegen te gaan?
Voorzitter, dank u wel voor de tijd en de gelegenheid om mijn bijdrage te leveren.
Dank u wel, meneer Tompot. Ik zie dat dit nu niet leidt tot interrupties, dus ik wil u bedanken voor uw bijdrage. Dan gaan we nu naar de laatste bijdrage, en dat is die van mevrouw Osinga als onafhankelijk raadslid.
Dank u wel, Voorzitter. In Zeist hebben wij gelukkig een financieel stabiele situatie. Er is vandaag veel over gezegd, en er zijn punten naar voren gebracht die blijk geven van de ambitie om andere keuzes te maken. Gelukkig kunnen we nog ambities hebben. De heer Boutahar gaf dit vanmiddag al eerder aan. In mijn bijdrage heb ik gezocht naar andere wegen die kunnen bijdragen aan een gezonde financiële huishouding. Ik heb gekeken naar welke gedragingen wij in Zeist kunnen inzetten en hoe dat kan leiden tot ons gezamenlijke doel: samen bouwen aan een mooi en duurzaam Zeist. Ik neem u mee aan de hand van drie thema's: samenwerken, vertrouwen en moed. Een aantal van deze thema's heb ik vanmiddag ook al in andere bijdragen gehoord, dus het is mooi dat het daar goed op aansluit.
Samenwerken kan veel voordelen opleveren, zoals samenwerken met andere gemeenten in de regio. Dit kennen we natuurlijk al vanuit diverse samenwerkingsverbanden, maar er zijn meer gebieden te bedenken waarop we met andere gemeenten kunnen samenwerken, bijvoorbeeld op het gebied van personeelstekort en krapte op de arbeidsmarkt. De provincie Gelderland leent bijvoorbeeld personeel uit aan gemeenten en er wordt ook werk gemaakt van het opzetten van een flexpool. Op die manier kan een specialist van een bepaalde gemeente ook ingezet worden bij andere gemeenten. Dit leidt ertoe dat we sneller kunnen beschikken over benodigde vakkennis en dat gemeenten minder elkaars concurrent zijn op de arbeidsmarkt.
In de regio kunnen we ook op andere manieren van toegevoegde waarde zijn. Bezuinigingen op het gemeentefonds leiden tot financiële problemen bij gemeenten. Om diverse redenen, waaronder schaalgrootte, zijn de gevolgen in sommige gemeenten groter dan in Zeist. Ik roep daarom het college op om de helpende hand te bieden aan gemeenten om ons heen door bijvoorbeeld in samenwerkingsverbanden net iets meer te doen daar waar het kan, zodat ook de inwoners van de omliggende gemeenten blijvend gebruik kunnen maken van voorzieningen. Op die manier werken we samen aan een stabiele regio.
En ook wij als raad kunnen stappen maken in het meer samenwerken. We zijn met 33 gekozen raadsleden en hebben elk onze eigen expertise en kennis. Daar maken we naar mijn idee nog onvoldoende gebruik van. We kennen de raadsrapporteurs, en ik kan mij voorstellen dat we in meer dossiers op een dergelijke manier gaan samenwerken. Nu worden de taken verdeeld binnen een fractie. Dat maakt dat er op veel dossiers van elke fractie iemand mee bezig is. Door het werk raadsbreed te verdelen, kunnen we met elkaar meer dossiers tegelijk behandelen. Dat maakt ook dat we meer loskomen van het denken in termen van coalitie en oppositie. We zijn als gemeenteraad gekozen om samen met het college ervoor te zorgen dat het fijn wonen, werken en verblijven is in onze gemeente, nu en in de toekomst. En het is goed om daarin meer de overeenkomsten te zoeken met elkaar. Want de samenleving, zoals al eerder genoemd vanmiddag, lijdt onder de polarisatie die op allerlei gebieden voelbaar is. Door als raad en college meer te werken vanuit wat ons verbindt, kunnen we wegblijven van polarisatie. Dat zal uiteindelijk ook zijn uitwerking hebben buiten deze zaal, is mijn overtuiging.
Om goed te kunnen samenwerken, is het belangrijk om te werken op basis van vertrouwen. Vertrouwen in de samenleving, bijvoorbeeld na het toeslagenschandaal. De Correspondent zocht uit dat er met het gevoerde beleid zo'n 4 miljard is teruggehaald. Dat is een heleboel geld. En nu blijkt dat al met al 27 miljard nodig is om de ontstane problemen weer op te lossen. In Rotterdam is een zorgvrijstaat opgesteld, een doorontwikkeling van een burgerinitiatief. Hier wordt ook hulp geboden aan mensen die bepaalde werkzaamheden niet konden betalen, bijvoorbeeld door armoede en schulden, of omdat de WMO het niet vergoedt. Uiteindelijk is er een gedoogafkoopgarantiefonds opgesteld. Dat is een heel lang woord; misschien komt er nog een afkorting voor. De reactie van een aantal instanties daarop was dat er misschien eerst een aantal procedures moeten worden opgestart om te toetsen of mensen inderdaad niet kunnen betalen, maar dat leidt tot bureaucratie en meer kosten. Uiteindelijk is er daar gekozen om op basis van vertrouwen met elkaar aan de slag te gaan.
Ook inderdaad is vertrouwen een belangrijke voorwaarde om goed met elkaar te kunnen werken. Vertrouwen in elkaar, vertrouwen in het college en vertrouwen in de organisatie. Als raadsleden hebben we een gave in het stellen van vragen. Vragen die vanuit diverse achtergronden worden gesteld. Het beantwoorden van die vragen kost veel tijd van onze ambtenaren en juist in deze krappe arbeidsmarkt zou het helpen wanneer we vanuit de raad minder vragen zouden stellen. Als we de ambtenaren en het college het vertrouwen geven dat ze goed werk afleveren, geeft dat de organisatie meer ruimte om het geplande werk ook echt af te krijgen. En, indien je toch twijfelt, dan is input goed meegenomen. In de afweging is samen even een kop koffie drinken en het nog even doorspreken een prima optie. Uit onderzoek blijkt dat vertrouwen werk snel en kostenverlagend maakt.
Om op deze manier met elkaar aan het werk te gaan, vraagt het moed: de moed om soms je zekerheden los te laten, de moed om niet alles tot in detail te willen weten en toch een besluit te nemen. Gaan we voor een 8, of is een 6,5 ook goed genoeg? Mijn oproep is: doe meer met 'ongeveer'. Dat betekent dat je soms je onderzoek kunt beperken en meer vertrouwt op gezond verstand. En als wij met elkaar die moed kunnen opbrengen, kunnen we sneller werken en kosten besparen. Mij lijkt dat een mooie ambitie voor Zeist.
En om het voorgaande vorm en inhoud te geven, ben ik benieuwd wie met mij wil werken aan een agenda van samenwerken, vertrouwen en moed. Mij geeft dat meer energie en perspectief dan kaasschaafkeuzes en bezuinigingen. Dus wat mij betreft komt er een werkgroep die bestaat uit diverse leden, ongeacht hun politieke kleur. Dus raadsleden, collegeleden, mensen van de griffie en wellicht ook ambtenaren zijn van harte welkom om samen met mij na te denken over een agenda van samenwerken, vertrouwen en moed.
Ja, voorzitter, dat wil ik graag doen, want ik heb met waardering naar uw bijdrage geluisterd. Maar ik heb het idee dat wat u voorstaat al bestaat en dat we aanstaande maandag in de Commissie Werkwijze over de zaken die u heeft voorgesteld, zouden kunnen spreken. Ik kijk even naar links naar de voorzitter van die commissie, dus volgens mij is uw oproep prima, maar we kunnen dit vrij snel invullen. We hoeven niet nog een ander gremium in te richten, want dat is ook weer zoiets. Dat zou betekenen dat het tijdsbeslag op ons allen weer groter wordt en u, als eenmansfractie, heeft daar in versterkte mate last van.
Dank u wel, voorzitter. Ja, de heer Van Splunter heeft inderdaad gelijk dat ik, als eenmansfractie, maar ook wij allemaal, onze tijd goed moeten besteden. Ik ben op de hoogte van de commissie die gaat starten en ik heb daar gevraagd wat de agendapunten zijn. In eerste instantie gaf mij dat de indruk dat het vooral gaat over, nee, iets minder grondige dingen dan die ik voor ogen heb. Dus ik kijk dan ook meteen even naar de voorzitter van die commissie, om.. Oh, excuus, ik kijk naar Dick, want die zit te glunderen. Maar ik ben aan het verkeerde adres.
Voor ieder geval wil de heer Van Splunter zeggen dat hij daar wel voor openstaat. En ik denk dat we vooral met elkaar moeten bepalen, nietwaar? Wat daar wellicht mogelijk is. Natuurlijk is dit alvast een voorstel, maar volgens mij bepalen we uiteindelijk samen waar we allemaal die verandering in willen aanbrengen. Dus volgens mij geeft u daar ook weer een mooi voorschot op. Ik kijk even naar de heer Bredius. Wilt u over dit onderwerp nog iets zeggen, of wilt u het over een ander onderwerp hebben?
Ja, dus. Volgens mij hebben we u goed gehoord en zou ik u in ieder geval willen uitnodigen voor het overleg van komende week van die commissie. Ik geef het woord aan de heer Bredius.
Ja, er is wel samenhang, want het is een zeer samenhangend betoog. Ik dank mevrouw Osinga daarvoor. Meer samenwerken is natuurlijk belangrijk, hè? We zien de voorstellen tegemoet. En wat betreft de werknemerspool, ik haalde er twee uit. Dat is natuurlijk veel te weinig, maar ook belangrijk. Op twee andere punten, voorzitter, sla ik toch minder aan. Van een 8 naar 6,5 gaan, is wat ik begrepen heb. Ik heb altijd begrepen dat de gemeente Zeist een 10 was, dus een 6,5 was echt niet de ambitie. U vraagt dus eigenlijk om de wereld de andere kant op te laten draaien. En wat minder vragen betreft, geldt eigenlijk hetzelfde. Ik snap dat u die ambitie hebt, maar kunt u nog even aangeven hoeveel vragen u de afgelopen tijd gesteld hebt? En dat afzetten tegen de vragen die Nieuw Democratisch Zeist heeft gesteld? En kunt u er eentje uithalen waarvan u zegt: "Nou, dat was toch wel een overbodige vraag"? U zegt dat ik te veel vraag. Dat is weer een vraag, voorzitter. Heeft dat niet te maken met de complexiteit van de materie? En is het niet ook kenmerkend voor het raadslid dat hij graag op de hoogte gebracht wil worden door professionals, waardoor hij vragen moet stellen? En dat is nou eenmaal niet onontkoombaar bij het werk van een raadslid als het gaat om de controle van het bestuur?
Ja, dank u wel, voorzitter. Nou, ik heb het meer gehoord als een stelling dan als een vraag. Ik kan nog wel even toelichten waarom ik op zoek ben, hè? Hoe kunnen we het anders doen? We merken gewoon dat we op een aantal zaken vastlopen. De arbeidsmarkt is zoals die is. Zoals vanmiddag ook al gezegd werd, komen er allemachtig veel onderwerpen steeds op ons pad die we met elkaar, met de handen die we tot onze beschikking hebben, moeten zien te behappen. Dat maakt dat ik graag op zoek ga naar hoe we het anders kunnen doen. En wat mij betreft, is dit een denkrichting waarin dat anders zou kunnen.
Dank u wel, mevrouw Osinga. Hiermee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Raad en de algemene beschouwingen. Ik constateer dat we een goede planning hebben, aangezien het iets over halfzes is. Ik kijk even naar de griffier. Ja, we gaan om halfacht verder, klopt dat? Ja, dus we hebben de mogelijkheid om samen iets te eten. Ik schors bij dezen de vergadering tot halfacht, waarna we verdergaan met deze vergadering.