Debat jaarrekening 2023

Dan kijk ik even naar ons agendapunt, want volgens mij gaan we beginnen met de eerste termijn van de jaarrekening 2023. Ik ga even kijken wie het woord wil voeren. Ja, ik noteer dat even. Dat is in ieder geval Nieuw Democratisch Zeist. Ja, mevrouw Breddels van de Partij van de Arbeid, ik kijk nog even rond... de heer Splunter van de VVD, heb je... Dat is het. Volgens mij kan ik dan beginnen met de heer Bredius. Gaat uw gang.

Ja, dank u wel, voorzitter. Vandaag legt de gemeente Zeist verantwoording af over het gevoerde financieel-economisch beleid, de bereikte doelstellingen en ambities over het jaar 2023 aan de hand van de jaarstukken met bijlagen, die leesbaar en lezenswaardig zijn. We hebben grote waardering voor de uitwerking van de beleidsindicatoren en grafieken als indicatoren. Zichtbare resultaten zijn er ook met eigen Zeister indicatoren in de Wmo, de jeugdzorg en onze dienstverlening. Dank daarvoor. De begeleiding krijgt een 8,5 voor de dienstverlening en zorg voor een goede sociale basis. Toenemende eenzaamheid is een punt van aandacht. En waarom gaat de grafiek over hernieuwbare elektriciteit niet verder dan 2021? Dit gaat over 2023. Ik zie dat de wethouder hernieuwbare elektriciteit de wijk neemt naar aanleiding van deze opmerking. Het is een college, maar hij heeft nog net het laatste doorgekregen ten aanzien van het financieel beleid. De toezichthouder zegt dat dat ruim voldoende tot uitstekend is geweest, en de fractie van Nieuw Democratisch Zeist neemt dat oordeel over en stemt dus in. Hierover straks meer, want tegelijkertijd heeft de voorzitter van de VNG op 20 juni een vernietigend oordeel uitgesproken over de toekomstige financiële jaren. Zij spreekt van een rampjaar, een ongeluk in wording, kaalslag en een enorme klap naar beneden. Alarmbellen, een horrorbegroting? Zij zegt dat de onrust onder wethouders van Financiën immens is, aldus de voorzitter van de VNG in het AD van vorige week. Kan onze portefeuillehouder die onrust bevestigen? Dat is dan de vraag. Het jaar 2026 was een verboden woord geworden, maar nu is het een rampjaar. Maar laat dat Zeist niet overschaduwen, want van 2026 als rampjaar is al lang geen sprake meer. Kom met het goede verhaal. Dat zou het advies zijn aan de voorzitter van de VNG. Richt je op de feiten, en dat is dat 2023 voor Zeist uitstekend was. Sterker nog, er was een onovertroffen positief saldo. En met dankbaarheid hebben wij grote waardering voor de loyaliteit en betrokkenheid van onze organisatie en voor hun inzet, zonder welke die resultaten voor onze inwoners niet geboekt hadden kunnen worden. Ik dank mijn fractie voor haar ongekende inzet en hierbij past ook een woord van dank aan het college, onder aanvoering van onze raadsvoorzitter, in de verleden en in de nieuwe tijd. Terug in de tijd kennen we de uitdrukkingen nog goed. Ze staan ons in het geheugen gegrift: niet meetbaar, maar merkbaar; niet vinden, maar verbinden; hakken met plakken en zagen in lagen; ontmoeten in gesprek. Jan, het is interessant, maar niet relevant. Een weg is er niet; de weg wordt al gaande gemaakt. En over die weg gesproken, de vernieuwde ventweg van de Laan van Beek en Royen heeft Zeist er weer een pareltje bij. Want 2023, voorzitter, dat heeft 2023 ons geleerd: durf te vernieuwen, durf door te vragen en tijd te maken om te zoeken, kritisch maar betrokken. De nieuwe tijd is weer anders, sowieso nieuw, en de kernwaarde is nabijheid, verbindende nabijheid, prachtig. Een andere waarde is dat we voortaan waarde wegen. 2023 maakte ook duidelijk dat we er nog niet zijn. We moeten blijven werken aan onze lokale democratie. En we roepen de portefeuillehouder daartoe op, om met onze wijkverenigingen en belangengroepen te blijven spreken, op te zoeken en te luisteren, want kennis is beschikbaar. Burgerkennis, denk eens aan een burgerpanel. Bij nieuwe verbindingen in Den Dolder, bijvoorbeeld. 2023 is ook het jaar van het burgeramendement. Maar in 2023 is bij het eerste de beste initiatief van onze burgers door een collega-raadslid deze reactie gegeven: "Je kunt niet vragen naar die verbinding als je ons raadsleden wegzet als amateurs." En dat is niet wat je terugverwacht als je die verbinding zoekt. Einde citaat. Poef, voorzitter, het is nooit goed of het deugt niet. Burgers laten van hun kennis blijken en sommigen in deze raad vinden het maar usual suspects. Jammer, een gemiste kans op herstel van het vertrouwen in de politiek. Maar de fractie van Nieuw Democratisch Zeist blijft onvermoeibaar oproepen om de kritiek toe te laten, zeker en met name als het gaat om de ruimtelijke inrichting van onze fysieke leefomgeving. Als groen onder druk komt te staan: Stationsgebied Driebergen-Zeist, de WA Hoeve, Den Dolder, Huis ter Heide, KNVB, Austerlitz, Bosch en Duin. De waarde weger is dus helaas in 2023 niet gebruikt, voorzitter. Ik rond af. Er werd vorige week dus misplaatst gewaarschuwd voor een onzeker financieel-economisch toekomstig debacle, niet gebaseerd op feiten. Blijf juist intern en lokaal gericht op je eigen lokale inwoners, je eigen doelstellingen en ambities, op een groenere en gezondere leefomgeving. Richt je op de successen van nu, op de huidige tijd. Daar leef je in. Dank u wel, voorzitter.

Dank u wel, meneer Bredius. Mevrouw Breddels van de Partij van de Arbeid.

Voorzitter, leden van het college en van de gemeenteraad, mensen op de tribune en eventuele luisteraars thuis, in de eerste plaats wil ik ook namens de PvdA hartelijk dank uitspreken aan allen die ervoor gezorgd hebben dat deze cijfers en alle andere stukken weer op tijd bij ons waren en ook ter beschikking gesteld zijn op papier, want dat is eveneens een gigantische klus. De jaarcijfers over 2023 zien er prachtig uit. De jaarrekening laat zien dat het saldo van de baten en lasten 11 miljoen bedraagt, terwijl er een negatief bedrag van ruim 4 miljoen werd verwacht. Dat is een verschil van maar liefst 15 miljoen. De accountant stelt dan ook terecht vast dat het voorspellend vermogen van de begroting niet heel groot is. Wellicht dat dit anders wordt als het aantal specifieke uitkeringen van het rijk kleiner wordt en er meer structureel wordt uitgekeerd. Het saldo van de baten en lasten wordt volgens de afspraken die we met elkaar hebben gemaakt, eerst verminderd met een storting in de reserves. Het gaat daarbij om een bedrag van ruim 8 miljoen, een fors bedrag. Ter vergelijking: de storting over 2022 bedroeg een kleine 3 miljoen en over 2021 1,7 miljoen. De financiële toekomst is niet per definitie rooskleurig, maar sinds de meicirculaire weten we dat alleen 2025 een gering negatief plaatje oplevert. De term 'ravijnjaar' is zwaar overtrokken, maar na 2025 ziet het er weer beter uit. De belangrijkste inkomsten van de gemeente bestaan uit uitkeringen van het rijk. Dan hebben we het over het gemeentefonds. De enige knop waar de gemeente direct aan kan draaien om inkomsten te genereren, is de onroerendezaakbelasting (OZB). We weten inmiddels dat er een directe relatie bestaat tussen de hoogte van de OZB en de uitkering die Zeist ontvangt uit het gemeentefonds. Een lage OZB betekent een lagere uitkering uit het gemeentefonds. De hoogte van het OZB-tarief in Zeist is 0,06%. Als ik een rondje in de buurt maak, kom ik de volgende cijfers tegen: in Bunnik is de OZB 0,11% van de waarde, dus bijna tweemaal zo hoog. En in de gemeente Utrechtse Heuvelrug is het 0,10%. Wil de Partij van de Arbeid de inwoners financieel over de kling jagen? Zeker niet, de belastingdruk verhogen is geenszins ons doel, maar onderzoek levert ook op dat de overige heffingen in de genoemde gemeenten lager zijn dan in Zeist. De afvalstoffenheffing in Bunnik bedraagt, ik noem maar een voorbeeld, voor een eenpersoonshuishouden €189 en in Zeist €244. Het is een voorbeeld; alle bedragen en tarieven zijn terug te vinden op de site van de BghU. Wellicht is het interessanter om te kijken naar de totale belastingdruk over 2024. De duurste gemeente is Bunnik met een lastendruk van €1379 en Zeist bungelt een beetje onderaan met €1002. De belastingdruk is in Zeist dus helemaal niet zo hoog. Als het hoog lijkt, komt dat omdat Zeist de lasten van de kwijtscheldingsregeling voor zijn rekening neemt in de lokale belastingdruk. Dat is overigens een keuze waar de Partij van de Arbeid helemaal achter staat, alleen geeft het wel een vertekend beeld. De Partij van de Arbeid zou graag zien dat er onderzocht wordt wat het voor het gemeentefonds, maar ook zeker voor onze inwoners, zou kunnen betekenen als het tarief van de OZB wat harder stijgt dan nu is voorgenomen en dat de overige lokale lasten in Zeist wat zouden dalen. Immers, de tarieven voor de afvalstoffenheffing mogen niet meer zijn dan volledig kostendekkend, maar ze hoeven niet kostendekkend te zijn. Zoals gezegd, gaat er van de 11 miljoen die Zeist over heeft over 2023 alvast 8 miljoen naar de reserves. Dat is veel, maar kennelijk nog niet genoeg, omdat er wordt voorgesteld om nog eens 1,7 miljoen naar de algemene reserves over te hevelen. De Partij van de Arbeid vindt dat geen goed plan. Zeist staat er uitermate goed voor en een extra storting is niet nodig. De gemeente heeft een eigen vermogen van 168 miljoen, bestaande uit 52 miljoen in algemene reserves en de rest aan bestemmingsreserves. De weerstandsratio staat op 2,2 en de algemene reserve bedraagt €829 per inwoner. De risico's zijn teruggebracht tot net onder de 5 miljoen. Zeist komt 2025 makkelijk door, zonder dat er een extra storting in de reserves nodig is. We hebben met elkaar afgesproken dat overschotten naar de reserves zouden gaan en er is eigenlijk geen enkele reden om ons niet aan die afspraak te houden. Het enkele feit dat de provincie nu toestaat dat het overschot wel naar de algemene reserves mag worden toegevoegd, maakt dat niet anders. Ik ben er 100% van overtuigd dat de provincie niet Zeist voor ogen had toen ze deze regeling bedachten. We hebben het al eerder gehad over dat de raad meer aan het roer zou moeten staan. Tegelijkertijd zien we nu dat de reserves de komende jaren behoorlijk worden aangesproken. Dat is naar de mening van de Partij van de Arbeid onjuist. Het is nuttig om het daar eens met elkaar over te hebben en wellicht opnieuw te definiëren waar de reserves nu eigenlijk voor zijn, want het lijkt erop alsof het steeds meer een algemene reserve wordt en dat is nooit de bedoeling geweest. We zullen de storting van 1,7 miljoen in de algemene reserve voor nu laten rusten. We vertrouwen de wethouder op zijn toezegging dat er, indien er ruimte is bij de behandeling van de begroting, alsnog gekeken kan worden naar een storting in de reserves. Tevens zal de Partij van de Arbeid in de algemene beschouwingen die later op deze dag volgen nog een aantal suggesties doen over de besteding van de reserve. Tot zover.

Dank u wel, mevrouw Breddels. Ik ga naar de heer Boutahar van D66.

Kijk, dank u wel, voorzitter. Ik zou graag willen beginnen met het benoemen van het feit dat wij ongelooflijk trots mogen zijn op de jaarrekening die hier voor ons ligt. In Zeist kunnen we spreken over zwarte cijfers in plaats van rode cijfers. We hoeven alleen maar om ons heen te kijken en zien dat dat niet vanzelfsprekend is. Dus kunnen wij straks ook bij de algemene beschouwingen praten over ambities in plaats van saneringen. Dat is evenmin vanzelfsprekend en dat maakt mij trots om een Zeistenaar te zijn. Maar ik ben ook trots op de ambtelijke organisatie, want als je naar de jaarrekening kijkt, dan zie je ook tussen de cijfers door dat er ongelooflijk veel druk ligt bij de medewerkers. We hebben veel capaciteit nodig, er wordt hard gewerkt en sommigen werken twee keer zo hard om dingen voor elkaar te krijgen, voor ons, voor de samenleving. En dat is bewonderingswaardig en daarom wil ik daar ook in het bijzonder bij stilstaan. Voorzitter, ik heb zo dadelijk bij de algemene beschouwingen een uitgebreid betoog. Ik wil nu wel twee dingen in ieder geval benoemen die we ook in het rondetafelgesprek en de auditcommissie hebben benoemd. Het gaat over de gezondheid van onze gemeente. We hebben stabiliteitscriteria gecreëerd en die hebben we in het leven geroepen om vooral te kijken hoe we als raad, als samenleving, als organisatie kunnen sturen op onze gemeentefinanciën en alles wat daaromheen draait. Nou, die cijfers staan er nu. We hebben een dashboard en daar mogen we ook ongelooflijk trots op zijn dat we dat hier hebben en dat dat mede mogelijk wordt gemaakt door de ambtelijke organisatie. Maar het is denk ik ook wel weer goed om met elkaar te kijken of we hier niet in moeten bijsturen, of dit nog past. Hoe kijken we naar de benchmark bijvoorbeeld? Daar worden dingen genoemd in de stabiliteitscriteria. Is dat realistisch of niet, dat je naar bepaalde gemeenten kijkt? Dus dat zijn zaken waar wij graag een evaluatie over willen en in het rondetafelgesprek is eigenlijk toegezegd dat we dat gaan doen, dus die komt er ook en ik moedig dat ook vooral aan. Verder, als je kijkt naar de jaarrekening, dan zien we dat we een hoop zaken hebben gerealiseerd. Veel staat op groen met mooie smileys. Maar ik merk ook dat wij de discussie met elkaar hebben aan het einde van het proces. Wanneer is iets afgerond, wanneer vinden we dat iets afgerond is? En dat is best wel een interessante discussie, vooral omdat dat wat mij betreft een discussie is die we moeten voeren aan het begin van het traject. Wanneer zijn we tevreden als raad, wanneer zijn we tevreden als samenleving? En wat mij betreft, en dat is ook een aanbeveling richting het college, is het goed om met elkaar te kijken hoe we ervoor zorgen dat we aan de voorkant helder hebben hoe we bepaalde zaken willen afronden en wanneer we echt tevreden zijn als raad en dat er ook een terechte smiley staat waar iedereen blij van wordt. Voorzitter, ik ben nogmaals trots op onze gemeente, op onze ambtelijke organisatie en wij zullen straks natuurlijk instemmen met deze jaarrekening. Dank u wel.

Dank u wel, meneer Boutahar. De heer Van Splunter van de VVD.

Ik wil nog even het woord nemen, dank u wel, voorzitter. Ja, dit zijn de eerste algemene beschouwingen onder uw leiding. Wij vinden het leuk om dat even te markeren, en de VVD-fractie hoopt, afgaande op de afgelopen maanden, dat er vele mogen volgen en wenst u nog heel veel plezier in het eerste jaar van uw nieuwe ambt. Ik maak ook direct even gebruik van de gelegenheid om iedereen te bedanken die heeft bijgedragen aan de enorme stapel stukken die tot ons is gekomen. Het kistje dat ik altijd gebruik om de spullen voor de raad in op te slaan, was pijl eruit; het kwam boven de rand uit. Dat getuigt dus van de enorme inspanning die is gedaan, en die wordt door onze fractie ook zeer gewaardeerd. Ook in 2023 sluiten we, tegen de verwachting in, af met een positief saldo van 2,9 miljoen euro. Dit hangt samen met diverse circulaires die een positief verschil hebben bewerkstelligd. De accountant zal een goedkeurende controleverklaring verstrekken over het jaar 2023. Dat is goed nieuws. De VVD dankt de accountant voor haar werkzaamheden en complimenteert ook het college en de ambtelijke ondersteuning voor de accuraatheid van de documenten, zoals onder andere de factsheets en het interne auditverslag, die zeer goed leesbaar waren. Een paar zaken die in het oog springen en voor de VVD blijvend relevante thema's zijn: ten eerste, de accountant komt tot de conclusie, los van het, wat ons betreft, verheugende feit dat de weerstandsratio inmiddels uitstekend te noemen is, dat het voorspellend vermogen van de gemeentelijke financiële huishouding verbetering behoeft. De VVD-fractie waardeert het dat in het raadsvoorstel te lezen staat dat het college op dat punt verbetermogelijkheden ziet en een onderzoek wil starten om het voorspellend vermogen te vergroten. De VVD, maar ik verwacht dat dit breed gedragen zal zijn, ziet uit naar het resultaat van dit onderzoek, omdat het begrotingsresultaat nog meer in balans kan komen met het jaarrekeningresultaat. Ten tweede, en dit is een punt waar de VVD niet zonder reden bij stilstaat: de woonlasten. We constateren dat de meeropbrengsten van de onroerendezaakbelasting in 2023 700.000 euro bedragen. Hoewel de OZB in Zeist, en daar mogen we trots op zijn, in verhouding tot andere gemeenten laag is, zien we wel dat de lokale lastendruk aanhoudend boven of net op de signaalwaarde zit. En dat komt onder andere door de afvalstoffenheffing en rioolheffing. De VVD roept het college op om alles in het werk te stellen om de meeropbrengsten zoveel mogelijk terug te laten vloeien in de portemonnee van de inwoners van onze gemeente. Te meer nu we de afgelopen jaren ook meer van onze inwoners hebben gevraagd, zoals de 3 keer 3% extra OZB in de afgelopen drie jaren. Daar mag ook wel wat tegenover staan in betere tijden. Dat brengt mij op het derde punt: de stabiliteitscriteria. Tijdens de bijeenkomst met de auditcommissie is er geconstateerd dat deze aan een update toe zijn. Ook mevrouw Britt had het daar zojuist al over, wat overigens ook in de planning staat. De meerwaarde van het dashboard stabiliteitscriteria, waarmee de stand van zaken in Zeist wordt afgezet tegen die van omringende gemeenten, behoeft geen discussie. Maar we moeten zoveel mogelijk appels met appels en peren met peren kunnen vergelijken. Daar schort het soms aan. Het is goed te hebben kunnen constateren dat er breed draagvlak voor die update is. En dat brengt mij op de resultaatbestemming 2023. Ook mevrouw Breddels had het daarover. Het structurele beeld laat alleen in 2025 een negatief beeld zien. Het college stelt voor 1,7 miljoen euro te doteren aan de algemene reserves om onder andere dit tekort op te vangen. En dat wijkt af van de gewoonte om overschotten te doteren aan het Ríos, maar in lijn met de financiële stabiliteit die de VVD voorstaat, is zij eenmalig voorstander van deze aanpak. Mocht richting de begroting van 2025 blijken dat er tekorten zijn en 2025 een positiever beeld laat zien, behoort gedeeltelijke dotatie aan het Ríos altijd nog tot de mogelijkheden. Wat ons betreft, graag een reactie van de wethouder of hij dit ook een goede route vindt. Dankzij uw gemeenschappelijke inspanningen, en dus ook door onze inzet, is het weerstandsvermogen het afgelopen jaar weer in lijn gebracht met de afspraken. Door het wegvallen van enkele risico's in 2023 is de ratio ook nog eens gestegen tot 2,2, waardoor dotatie aan het weerstandsvermogen niet nodig is. De VVD is hier verheugd over en stelt vast dat zij een stootje kan hebben. Voorzitter, de VVD stemt in met de jaarrekening 2023. Dank u wel.

Hartelijk dank, meneer Van Splunter. Wij hadden... Ik had geen andere fracties genoteerd. Aanvankelijk dacht ik dat we het debat hadden afgerond, maar ik hoor toch nog iets. Kijkt u even rond, ja, meneer Nieuwstadt. Komt u alstublieft naar voren en neemt u het woord.

Ja, voorzitter, last but not least, we gaan het hebben over de jaarrekening. Voorzitter, wat hebben we uitgegeven? Wat hebben we daarmee gedaan? Waar zitten de afwijkingen ten opzichte van de begroting en welke resultaten zijn er behaald? Ik wil ook graag beginnen met een compliment aan het college, met name de wethouder van financiën en de financiële ambtenaren die ons steeds op tijd leesbaardere stukken aanleveren. En ook ondanks de krapte zijn zij erin geslaagd om alle vragen die vanuit de fracties zijn gekomen, op tijd te beantwoorden. Dat is een compliment waard. Ook al geven alle andere collega's dit compliment, ik zal niet nalaten dat ook te doen. We moeten dat eigenlijk misschien wel wat vaker doen. Ten tweede een groot compliment, voorzitter, ook voor al die medewerkers van de gemeente van verschillende diensten en organisaties die in het veld bezig zijn met de uitvoering van dat beleid. Zij zijn de mensen die ervoor zorgen dat iedereen die hulp nodig heeft, dat ook krijgt. De gemeente doet goed werk, met name ook in de drie zogenaamde decentralisaties: de Jeugdwet, de WMO en de Participatiewet. We voeren die van de rijksoverheid en provincie overgenomen taak steeds beter uit en dankzij het programma 'Sociaal in Balans' hebben we steeds meer kennis van en grip op de bijbehorende kosten. Het gaat hier om tientallen miljoenen euro's. Dus we blijven hier scherp op letten, zowel op de kwaliteit als op de kosten. We hebben een goed minimabeleid, zodat ook inwoners met een kleiner inkomen ondersteuning krijgen. Helaas stellen we wel vast dat er nog steeds inwoners zijn die de stap naar de hulpbronnen niet maken, waardoor hun problemen groter worden, terwijl dat te voorkomen is. Daar ga ik in de beschouwing nog nader op in. GroenLinks kijkt ook met genoegen naar de uitvoering van het programma 'Vollenhoven Vooruit'. Een groot project met heel veel input van de bewoners en mooie resultaten die ertoe leiden dat delegaties van andere gemeentes hier komen kijken wat er gebeurt en hoe dat georganiseerd wordt. Ook voor dat team een groot compliment. Zomaar wat voorbeelden, voorzitter, van wat de gemeente met het geld doet. Ik zal niet alles uitputtend langslopen, want dan maaien we elkaar het gras voor de voeten weg. Maar ik ga naar het resultaat. Een deel van dat al eerder benoemde gunstige resultaat van de jaarrekening is dat we aan het eind van de rit aardig wat geld overhouden. Dit is een gevolg van niet of nog niet uitgevoerde projecten. Dat komt voor een belangrijk deel omdat het moeilijk is daarvoor het juiste ambtelijk personeel te vinden, en dat is wel zorgelijk. We hebben plannen, goede plannen. We hebben geld. Veel van die plannen hebben een preventief karakter of een win-winmogelijkheid. Dus het niet uitvoeren van die plannen is eigenlijk een verlies. Nu is onderbezetting in het gemeentelijk ambtenarenapparaat iets dat overal in het land voorkomt, en ik weet dat Zeist een programma heeft om het werkklimaat hier zo aangenaam mogelijk te maken. Ik zal daar in de algemene beschouwingen nog even kort op terugkomen. Ik deel wat er eerder door mijn voorgangers is gezegd over de evaluatie van de stabiliteitscriteria. Daar hebben we het ook in de auditcommissie over gehad, en ik deel ook zeker de stelling dat als er geld overblijft, dat moet terugvloeien naar de inwoners. En daartoe zal ik in de algemene beschouwing een aantal suggesties doen. Wij stemmen in met deze jaarrekening. Voorzitter, dank u wel.

Dank u, meneer Van Nieuwstad. U heeft in uw bijdrage een aantal dingen genoemd die in mijn ogen slechts benoemd zijn, maar desondanks haal ik er toch een vraag uit voor de wethouder. De wethouder heeft mij zojuist aangegeven dat hij er misschien nog wel meer uit heeft gehaald. Dus ik geef nu het woord aan de heer Van Dijk namens het college.

Zo, dank u wel. Ik heb inderdaad een vraag, maar ik had nog een paar andere dingen genoteerd die soms misschien een beetje vermomd waren als vraag. Dus ik zou ze misschien toch allemaal even kort willen nalopen, als u mij toestaat. Ja, ik zal het proberen kort te houden, want de heer Bredius vroeg onder andere: "Hoe zit dat nou met die oproep van de VNG-voorzitter, die in plaats van het woord 'laveren', wat we in Zeist al niet zo herkennen, nu opeens over een 'rampjaar' spreekt?" Ik heb maar één rampjaar, 1672, kent u dat? Dat herkennen we in Zeist niet, en dat is maar goed ook. Dus er is een verschil tussen landelijk en lokaal. Maar ik dacht, ik haal het toch even aan, omdat er op tenminste twee manieren wel een relatie met Zeist te leggen is. Ten eerste is het feit dat wij op steeds meer vlakken in de regio samenwerken, zeker in het sociaal domein werken we heel nauw samen. Dat weet u, hoop ik, met de Utrechtse Heuvelrug, met Wijk bij Duurstede, met steden en met Bunnik, en veel van die gemeenten staan er financieel anders voor. Op het moment dat wij heel intensief met ze samenwerken op de inhoud, op beleid, maar ook in de uitvoering, dan raakt ons dat via de band uiteindelijk ook. En een tweede reden dat ik dacht, goed om daar toch iets over te zeggen, heeft te maken met de doorrekening van de circulaires die wij drie keer per jaar vanuit het rijk krijgen. Die vallen vaak mee voor Zeist, maar dat is geen garantie, dus het kan ook zomaar keren. Het is juist de onvoorspelbaarheid van de uitkomst van die circulaires die maakt dat we nog wel eens verrast worden, en dan zijn we weer terug bij het voorspellend vermogen waar een aantal van u ook aandacht voor heeft gevraagd. Nou, ik denk dat ik daar niet veel over hoef te zeggen, want we hebben het bij het debat ook uitgebreid over gehad. Wij herkennen, dat wil ik er wel over zeggen, datgene wat de accountant daarover zegt; we vinden dat we beter, meer voorspellend zouden moeten kunnen zijn. Daar is veel voor in gang gezet, maar we wijzen daarvoor toch ook wel een klein beetje naar het rijk. Daar zal iets moeten gebeuren. Ik zou ook nog graag een misverstand willen wegnemen. Dat zat onder andere in het verhaal van mevrouw Breddels, want u leek te zeggen dat op het moment dat je de OZB verhoogt, van die 0,06 naar iets wat je bijvoorbeeld ziet in omliggende gemeenten, dat dan, zeg maar, de bijdrage vanuit het gemeentefonds of andersom geredeneerd, de korting op het gemeentefonds daarmee een directe relatie zou hebben. Dat is niet zo. Als wij de OZB hier zouden verdubbelen van die 0,06 naar 0,12 en daarmee ook op het niveau van Bunnik zouden zitten, dan doet dat helemaal niets met de uitkering uit het gemeentefonds. Dus dat misverstand wilde ik wel graag rechtzetten hier. Even kijken, dan zijn er veel behartenswaardige dingen gezegd over de stabiliteitscriteria. Die gaan we in het najaar ook in de auditcommissie bespreken en evalueren, het RIOZ. Kijk, ook u, mevrouw Breddels, dat is vrij recent geëvalueerd. Je kunt natuurlijk opnieuw evalueren, maar dat heeft qua scope daar is het wat breder geworden en u zegt nu eigenlijk: "Het is te breed," en dat kan, en dan moeten we misschien weer een klein beetje terugbrengen. Maar zoals gezegd, is het al vrij recent tegen het licht gehouden. De heer Van Splunter sprak in de toekomende tijd over de accountantsverklaring, en dat snap ik, want we hebben dat nog niet met de raad kunnen delen, maar laat ik u wel zeggen dat wij een goedkeurende accountantsverklaring over 2023 hebben ontvangen en die komt zeker voor het reces nog naar de raad toe. Ja, dan was er nog het punt van u, ook weer mevrouw Breddels, over de notatie van het positieve rekeningresultaat 2023 aan de algemene reserve of aan het RIOZ. Daar heb ik ook bij de ronde tafel of bij het debat toezeggingen voor gedaan, dus dat zou ik hier willen bevestigen. Wij kijken bij de begroting of het mogelijk is om dat op die manier te doen en mocht het dan niet of niet geheel mogelijk zijn om die 1,7 miljoen toe te voegen aan het rioolfonds, dan zijn er ook in de tijd nog volgende momenten waarop we dat zouden kunnen doen, dus die insteek is er absoluut. En dan als laatste, voorzitter, de meer inhoudelijke vraag heeft te maken met het feit dat mevrouw Hoofdstraat er niet is. Maar we zitten samen in het AB van de sociale dienst van de RDWI, dus dat antwoord durf ik wel aan, maar dat gaat over de vindbaarheid van regelingen voor minima. Dat is ook iets wat bij de strategische kaders voor het sociaal domein in de regio is meegenomen. Dus dat probleem wordt ook in de andere vier gemeenten onderkend. Daar wordt op dit moment hard aan gewerkt. Er komt een portal waar mensen kunnen vinden wat er in de breedte voor hen aan regelingen beschikbaar is, want dat het op dit moment te veel verschillende regelingen zijn die te onduidelijk zijn ontsloten, dat deelt iedereen. Dus daar proberen we het eenvoudiger te maken, maar tegelijkertijd zijn al die regelingen ontzettend complex. Dus het is niet iets wat we van vandaag op morgen voor elkaar hebben, dus het gaat enige tijd duren. Maar het heeft zeker de aandacht en vooral van de sociale dienst. En dan echt afsluitend, hartelijk dank, met name voor de complimenten die we van veel mensen hebben gehoord. En ik denk dat ik dan mede namens de rest van het college spreek voor de complimenten die met name richting de ambtelijke organisatie zijn geuit, alsook voor, zoals beluisterd, de mensen die binnen de verschillende gemeenschappelijke regelingen in de uitvoering veel werk voor ons doen. Dank u wel.

Dank u wel, meneer Van Dijk, en inderdaad, het is mooi dat u dat laatste ook noemt. Dat is namelijk precies wat ik uit uw bijdrage haal, en het is heel fijn en goed dat we elkaar daarin waarderen. Zoals u weet, is vandaag alleen het debat aan de orde. De besluitvorming over de jaarrekening vindt plaats op dinsdag 9 juli. Daarmee sluiten wij dit agendapunt, de jaarrekening 2023, nu af.