Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
We zijn aangekomen bij het debat. We missen meneer Luca nog, zie ik; ik zit hier vast. Ah, daar komt hij aan. Waar is hij? We openen het debat. Meneer Viskenij heeft al een voorproefje gegeven. Zijn er andere raadsleden die tijdens het debat standpunten willen delen of willen reageren op wat de heer Fiscali naar voren heeft gebracht? Meneer Luca, gaat u uw gang.
Voorzitter, dank u wel. Allereerst, voorzitter, dank voor de ambtelijke uitleg en voor de toelichting van het college op de gestelde vragen. Ik denk dat de heer Kalom Verschynen een zeer uitvoerig debatpunt heeft ingebracht. Ik heb het onderweg gedeeltelijk uitgeluisterd en begrepen dat hij zijn punt heeft gemaakt. Ik ben erg benieuwd hoe wij als Raad het debat hierover met elkaar gaan voeren. Maar ik zou graag van meneer Visscher willen horen hoe hij dit verder ter tafel wil brengen, want dat lijkt me een goed punt.
Dat was het, daar zocht ik even naar. Ja, nou, heel simpel, wellicht als eerste. Het is nu 40 jaar geleden dat die kaart gemaakt is, en die zou nu aangepast moeten worden. En dan zeg ik, gezien alle feiten en omstandigheden die hierbij een rol spelen, en het belang van de invoering van de Omgevingswet per 1 januari aanstaande, laten we het definitief maken van die kaart uitstellen tot na 1 januari aanstaande. Dat staat op de eerste plaats; op de tweede plaats heb ik goed geluisterd en heb ik de wethouder daar eigenlijk al verontschuldigingen voor horen aanbieden. Het had eerder gemoeten, het had eerder gekund, en er is dus kennelijk tussentijds in die 40 jaar wel ergens een initiatief geweest, maar dat heeft geen verdere gevolgen gehad. Ik ben blij dat de wethouder stelt dat het eerder had gemoeten. Desondanks ben ik van mening dat het feit dat het 40 jaar heeft geduurd, ondanks het feit dat er tussentijds met de invoering van de Wet natuurbescherming als opvolger van de Boswet ruim gelegenheid was om die kaart nog eens goed onder de loep te nemen en aan te passen, toch reden moet zijn om dit raadsvoorstel nu niet te beslissen en eigenlijk aan te houden tot na de invoering van de Omgevingswet. Als derde argument ben ik van mening dat het huidige raadsvoorstel eigenlijk niet aansluit op datgene wat er na 1 januari gevraagd wordt in het kader van de invoering en dus ook het gaan hanteren van de Omgevingswet. Ik heb daar wat punten van genoemd. Een omgevingsplan moet voldoen aan regels, en nou, ik ga het niet annoteren, maar de combinatie van een regelwerkingsgebied met activiteiten moet het bevoegd gezag een waarde uit een vastgestelde waardelijst en activiteiten kiezen. Dat is in de een na laatste alinea van het tweede blad bijvoorbeeld. Ik begreep dat het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) wel in de nota van toelichting terechtgekomen zijn, maar ik vind dat die, gezien alles wat er speelt, ook in het raadsvoorstel zelf genoemd en beredeneerd hadden moeten worden. En dat is ook niet gebeurd. Om dergelijke redenen is Nieuw Democratisch Zeist van mening dat het raadsvoorstel in meerdere opzichten onjuist, onvolledig en onvoldragen is en niet op dit moment zou moeten worden beslist. Tot zover.
Nou, als ik stil blijf, wil dat niet zeggen dat ik het ermee eens ben. Ik probeer altijd even te wachten, maar dat lukt niet altijd omdat anderen langer wachten dan ik kan. Ik vroeg me daar alleen af, want op zich hoor ik u zeggen dat het vooral onvolledig is en niet het juiste moment. Maar ik heb ook het ambtelijk apparaat en de wethouder een aantal argumenten horen aandragen over wat de nadelen zijn. En ik vraag me af wat nou, zeg maar, het voordeel gaat zijn als we gaan wachten tot januari. Het is me niet duidelijk wat het gaat brengen. Het geeft een nieuwe Omgevingswet, maar wat is nou het inhoudelijke voordeel? Wat betreft de fiscaliteit van deze aanpak, daar ben ik wel benieuwd naar.
Het inhoudelijke voordeel is dat je vervolgens het hele stuk over de bebouwde kaart, het bosbeheer en dergelijke op een heel eenvoudige manier kunt inpassen in het omgevingsplan. Dat is nu niet mogelijk. Want eerst moet dit besluit genomen worden, en vervolgens is het afwachten wanneer het ambtelijke apparaat de gelegenheid zal hebben om deze kwestie in te passen bij het voorbereiden en opstellen van het omgevingsplan, volgens de regels die nodig zijn in het kader van de Omgevingswet. En als ik dan, met alle respect, de naam Geelkerken hoor noemen met de opmerking dat we het omgevingsplan pas in 2030 of 2032 hoeven te hebben, dan komt bij mij de termijn van 40 jaar weer bovendrijven. En dat is voor mij absoluut onaanvaardbaar.
Ik heb zojuist heel duidelijk uit de uitleg van het college begrepen dat zij de noodzaak inzien en dat er dus actie zal worden ondernomen. Ook heb ik duidelijke verhalen gehoord over hun bereidheid tot compenseren, maar ze willen niet dubbel compenseren. Dat is nu helder. Ik moet zeggen dat ik ook begrijp wat het college bedoelt met: "We hebben ook een taak en we willen wel iets doen, maar dan wel met behoud van kwaliteit en met de optie om, indien er iets wordt gedaan, dit later in de vorm van compensatie terug te geven, zoals we hebben gedaan met Kerk Bosman." Ik moet zeggen dat het Utrechts landschap de kwaliteit waarborgt, want daarmee voorkom je dat er extra gebouwd wordt of dat er andere ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Zo hebben we een goede vorm van onderhoud voor de openbare ruimte en behouden we de kwaliteit. Ik ben dan ook erg tevreden over de antwoorden die ik zojuist heb gehoord; we zetten in ieder geval een stap in de richting waar we naartoe willen. Ik ben benieuwd hoe de anderen ernaar kijken, want we moeten ook iets doen, nietwaar? We kunnen niet volledig stil blijven zitten; dat is een taak die we ook niet kunnen negeren.
Voorzitter, met alle respect, maar de vraag of we al dan niet compenseren is niet de vraag die op dit moment gesteld moet worden in het kader van het al of niet aannemen van dit voorstel, of het al of niet aanhouden ervan. Het gaat in de eerste plaats om de bebouwdekomkaart en of deze in het volledige stelsel van de Omgevingswet na 1 januari wordt ingepast, dan wel of deze nu wordt opgesteld als gevolg van de bepalingen in de Wet natuurbescherming, die op 1 januari ophoudt te bestaan en dan onderdeel wordt van de Omgevingswet.
Ik hoorde vanuit de ambtelijke inbreng ook duidelijk dat er veel wetten zijn die samenkomen, en er zullen altijd momenten zijn waarop je het geheel nog integraler kunt bekijken. Wat dat betreft vind ik niet dat dit een belemmering hoeft te zijn om nu al een oordeel te geven over deze stap in het samenvoegen van wat straks de Omgevingswet zal zijn. Ik zie dit meer als een situatie waarin we voor een keuze staan: willen we projecten, waarover we eigenlijk al lang een visie hebben vastgesteld, vertragen, of willen we ze gewoon doorgang laten vinden? Dat is hoe ik hier naar kijk.
Ja, over die vertraging met betrekking tot patina, daarover verschillen we dan van mening. Ik verschil ook duidelijk van mening met het college, want die vertraging zoals die wordt geschetst, hoeft er volgens mij niet te zijn. Als we de regels van het omgevingsplan, zoals die in de Omgevingswet zijn bepaald, volledig zouden gaan volgen, dan is er geen risico in de mate waarin dat door het college wordt gesteld, zoals u zei. Het andere apparaat dat wordt geschetst, dat zie ik anders, inderdaad.
Ja, dank u wel, voorzitter. Waar ik nog mee zit, is de kwestie van de aansluiting, die ook een beetje aansluit bij wat Karlovic Scalini net heeft ingebracht, namelijk de controle van de wet binnen de bebouwde kom. Als we die weer vaststellen na januari van volgend jaar, is er dan niet het extra voordeel dat we ook de uitwerking van het amendement, dat unaniem is aangenomen betreffende de omgevingsvisie waarin het gaat over de groene inventarisatie, kunnen meenemen? Dat amendement moet nog worden uitgewerkt, heb ik ook vorige week begrepen van de wethouder. En zoals het er nu naar uitziet, als we dit raadsvoorstel nu zouden vaststellen in december, dan zou de uitwerking van dat amendement op een heel ander moment plaatsvinden. De vraag is dan of het niet juist meerwaarde zou kunnen geven aan de grenzen van de bebouwde kom als we dat amendement meenemen in de vaststelling van die contouren. Dat zou dan juist een extra legitimatie kunnen geven voor die grenzen die je dan gaat vaststellen. Dus dat zou voor mij pleiten om het naar januari te verschuiven.
Als ik mag reageren: ik ben het gedeeltelijk eens met wat er gezegd is, maar ik wil ook terugkomen op wat ik tijdens de vorige ronde tafel probeerde in te brengen. Naar mijn mening voeren we in Zeist te weinig gesprekken over hoe we omgaan met groen. Ik vind bijvoorbeeld het burgeramendement fantastisch en passend in deze context. Mijn vraagstelling is dus nog breder dan alleen dit stukje voor de bebouwde kom. Tijdens de ronde tafel hebben we de toezegging van de wethouder gekregen dat we begin 2024 een bredere dialoog gaan voeren over de groenstructuur, onze bomenbeheersplannen en alle andere relevante documenten. Zo krijgen we weer een goed beeld van hoe we met groen omgaan en hoe we ernaar kijken. Ik kijk echt uit naar dat moment, want ik zie het als een kans om onze aanpak te herijken.
Bij de ronde tafel heb ik mijn ergernis geuit over het sentiment dat, zolang wij er niet over gaan, het beter gaat met de natuur. Ik wil daarvan af en het juist omdraaien. Ik zou willen dat de insprekers hier meer vertrouwen krijgen in de raad en in het college wat betreft de omgang met groen. Dit gaat voor mij verder dan alleen deze kaart. Deze kaart gaat voornamelijk over projecten vanuit het hart van de Heuvelrug, waarvoor we al lange tijd kaders hebben gesteld die naar mijn mening geen vertraging verdienen. Wat mij betreft, kunnen deze projecten doorgaan.
Wat de patriarchie schetst, geeft volgens mij geen juist beeld van wat wij als gemeente of als raad niet zouden vertrouwen. Dat wil zeggen, het gemeentelijk regime. Als je kijkt naar de grenzen van de bebouwde kom, lijkt alles wat daarbinnen geplaatst zou worden, uit te drukken dat er vertrouwen is. Maar dat is niet het geval in het raadsvoorstel zoals het nu voorligt. Volgens mij gaat het ook om een bepaalde feitelijkheid, namelijk het feit dat er een verschil is tussen de regimes van de provincie en de gemeente als het gaat over de grenzen van de bebouwde kom. Juist in het aspect van de kwaliteitscompensatie van het bos, waarbij de provincie onder het provinciale regime verplicht is compensatie te bieden en daarmee een kwaliteitsaspect introduceert, terwijl dat bij de gemeente niet verplicht is. Dat is natuurlijk een essentieel verschil. Dit verschil komt in deze discussie vaak niet heel duidelijk naar voren of wordt niet echt expliciet benoemd, maar ik vind het belangrijk om dat wel te doen en er aandacht voor te hebben. Want die compensatie maakt juist dat je onder het provinciaal regime meer garantie hebt dat natuur behouden blijft. Het is moeilijker om zomaar natuur te kappen, juist vanwege het feit dat je eerst die kwaliteitscompensatie moet kunnen realiseren.
Ik ben het met de heer Tompot eens. Echter, binnen dit programma, Hart van de Heuvelrug, heeft de Raad kaders gesteld en zijn er afspraken gemaakt over hoe compensatie eruitziet. In die zin ben ik wel gevoelig voor het argument dat het om dubbele compensatie gaat en dat dit een project moeilijker kan maken.
Ik ben ook voorzitter en ik ben benieuwd hoe dat dan zal gaan. Nou ja, de heer Tompot ziet misschien ook nog wel fiscale mogelijkheden als we het nu niet meenemen naar januari. In de beantwoording van mijn vragen komt de kwestie van dubbele compensatie aan de orde. Er is eerder door onze raad afgesproken dat er natuurcompensatie plaatsvindt. Nu zou er ook boscompensatie moeten plaatsvinden, wat € 100.000 per hectare kost. Dat is veel geld. Ik vraag me af hoe we daar als gemeente mee om moeten gaan, want voor zover ik lees, komen die kosten bij de gemeente terecht, aangezien ze niet te verhalen zijn op de provincie of de ontwikkelaar.
Ja, ze moeten een goede vraag stellen. Kijk, nu bekijk ik toevallig ook een ingediend concept van een burgerabonnement. En ja, misschien weet ik niet of ik dit hier ter discussie mag stellen, maar daarin wordt juist het argument bestreden dat er sprake zou zijn van dubbele compensatie, namelijk aan de ene kant volgens het project 'Hart van de Heuvelrug' en vervolgens de regels zoals die zijn toegepast bij hetzelfde project. Dat programma, en aan de andere kant, dan ook nog de provinciale compensatie. Dus ik denk dat daar dan ook helderheid over moet komen, want is er inderdaad sprake van die dubbele compensatie, of ligt dat heel anders? Misschien kan de wethouder daar nog iets over zeggen, maar...
Ik ben benieuwd hoe u het overzicht ziet dat erbij zit, dat volgens mij vanuit het hart van Deuveren is gestuurd. Daarin staat alle compensatie vermeld, en dat betreft natuurcompensatie. Dat klopt. Maar in mijn optiek heeft natuur in Soesterberg een andere waarde dan bosnatuur. Het vertegenwoordigt wel een andere waarde, maar dat betekent niet per se dat het meer of minder is. Dus ik weet niet hoe we daar bossen kunnen compenseren, want dat is waar ik vooral nieuwsgierig naar ben. Ik heb net ook tijdens de schorsing aangegeven dat ik het erg ingewikkeld vind om bos te kappen voor woningbouw. Maar onze raad heeft, ver voor mijn tijd, al besloten deze richting op te gaan en het groen is al geregeld.
Even voor de goede orde: het is geen conceptburgeramendement van de heer Visscher, maar een amendement ter inspiratie voor de raadsleden. Misschien kan ik kort iets vragen aan de wethouder met betrekking tot die compensatie, aangezien ik begreep dat u ook nog een argument wilt inbrengen.
Nou, kijk, ik denk dat het in brede zin hierover ging. Er zijn een aantal bijdragen geweest. De provincie heeft een andere focus dan de gemeente als het gaat over natuurcompensatie. De gemeente moet rood en groen, alsook andere waarden, in balans brengen binnen haar stedelijke contouren. Dat is een ander regime, zal ik maar zeggen, dat heb ik de vorige keer ook gezegd, dan het provinciale regime, hè? De provincie heeft als primaire taak het instandhouden van het bosareaal; vroeger ook vanwege productiebos, wat nu wat minder aan de orde is, maar daar komt de oorsprong wel vandaan, alsook voor het beschermen van het natuurnetwerk. Dat is ook de reden waarom de provinciale regels strenger zijn dan de regels van ons als gemeente, om dat even uit te leggen.
Het tweede is dat binnen die stedelijke contouren, dus binnen het gemeentelijke regime, het wel degelijk de bedoeling is om zoveel mogelijk groenprojecten te behouden, en daarom hebben wij ook besloten dat alle projecten van Hart van de Heuvelrug binnen de groene kaart vallen. Dat doen we niet met alle projecten of alle grensaanpassingen, maar in dit geval is daar wel voor gekozen. Vervolgens heeft u als raad de mogelijkheid om in het bestemmingsplan nog iets te wijzigen, en we hebben ook nog de mogelijkheid om, waar nodig, zoals ik net heb toegezegd, dingen terug te geven onder het provinciaal regime.
Dus dat even ter algemene schets. Dan gaat het ook over of we nou eerst moeten... Kijk, wat ik belangrijk vind, is dat het programma Hart van de Heuvelrug niet één op één een bomencompensatieplan is. Het is een balans tussen rood en groen, waarbij er dus ook bos door natuur is gecompenseerd. Ja, daar kunt u inhoudelijk over twisten, maar dat is wel het geval. Er zijn ook heide en graslanden en zandgronden teruggekomen, dus er is in brede zin gekeken naar die natuurcompensatie.
Dat punt wilde ik even maken. Nou, volgens mij is dat nu niet de discussie die hier voorligt. Wat er dan nog binnen speelt of meespeelt, is goud, maar we zouden toch in het kader van de Omgevingswet kunnen zeggen: we stellen deze kaart nu niet vast, want dan ga je sowieso opnieuw in de Omgevingswet dit moeten doen en dan wordt er een koppeling gemaakt met het omgevingsplan. Maar voor uw beeldvorming: per 1 januari gaan alle huidige bestemmingsplannen onder een tijdelijk omgevingsplan vallen. U krijgt als raad eind dit jaar... Ik kan het nog niet behandelen dit jaar. Dat lukt qua tijd niet, maar wel in Q1 van 2024 gaan we met u als raad in gesprek over dat brede plan van aanpak over de implementatie van de Omgevingswet. Wat we tot heden hebben gedaan, is de invoering van de Omgevingswet. Daar hoort dit eigenlijk ook bij, hè? Het zorgen dat je klaar bent om per 1 januari met de Omgevingswet te kunnen werken en na 1 januari gaan we bezig met de implementatie van de Omgevingswet en dat betekent zorgen dat er een tweede Zeister omgevingsvisie komt, dat er een handvat voor participatie komt en dat we gaan werken naar een definitief omgevingsplan.
Dat doorvoeren is een exercitie die een aantal jaren gaat duren, want die raakt gewoon een bredere discussie in Zeist over wat we wel en niet willen in onze fysieke leefomgeving. En dat, hè? De eerste Zeister omgevingsvisie is op waardebeschrijving gericht, maar heeft nog niet gezegd wat wel en niet kan. Het zit nog zonder harde piketpaaltjes, zal ik maar zeggen. Daar hebben we bij de behandeling destijds in mei ook over gesproken. Dat gaan we wel doen als we naar de tweede Zeister omgevingsvisie gaan. En het definitieve omgevingsplan om pas dan met de kaart van de bebouwde kom aan de slag te gaan, zeggen van ja, zoals ook door de heer Willems is aangegeven bij de vorige rondetafel. We gaan vaker hebben dat we het traject doorlopen van het komen tot die tweede visie en een definitief omgevingsplan en het raakt dan de discussie van bestaand beleid. Maar dat betekent niet dat we de lopende projecten, zoals ook door de partijen is aangegeven, willen stopzetten. We willen ook door kunnen gaan met woningbouwprojecten waarvan we al eerder en u ook als raad hebt besloten dat die gewoon doorgang moeten vinden. En daar hoort dit huiswerk bij, noem ik het maar even, waarin we helder hebben wie waarover gaat en onder welk regime.
Ja, dat huiswerk proberen we nu wel gewoon op orde te krijgen. Dat wilde ik even zeggen en ten tweede, als het gaat over wat we dan in januari of in ieder geval in Q1 met deze raad gaan doen. Dat zijn een aantal dingen. Ten eerste is de toezegging van vanavond om dieper in te gaan op het programma Hart van de Heuvelrug, omdat ik merk dat daar vragen over zijn. Ik heb de inschatting dat het niet meer past, maar dat is aan de griffie om dat nog in 2023 te doen, gezien de drukke agenda. Die schrikt al van nee, en dus dat is in ieder geval het eerste. Het tweede wat ik heb gezegd tijdens de vorige rondetafel, is om een bijeenkomst te organiseren, wellicht gecombineerd, over ons huidig beleid rondom de bomenverordening, het groenbeleid, de brede milieuvise om aan de raad te laten zien welk beleid we allemaal hebben en hoe we dat in de praktijk doen. Daarnaast gaat de bomenverordening in 2024 ook geëvalueerd worden, dus de discussie over de witte en groene kaart, hoe dat in de praktijk uitpakt, ook die gaat in 2024 plaatsvinden. We geven daar nu geen harde deadline voor. Dat zal ook, ja, maar dat is wel het streven om dat in ieder geval op te starten in 2024. De eerste bomenverordening heeft een best lange doorlooptijd gehad, dus ik durf geen toezegging te doen wanneer die klaar is. Ik vind het wel belangrijk dat we die in 2024 opstarten en die toezegging kan ik wel doen. En ten vierde gaat er dus gewoon in het eerste kwartaal van 2024 ook een plan van aanpak uw kant op over die implementatie van de Omgevingswet waar dus het handvat voor participatie, de tweede visie en het komen tot een omgevingsplan, waarbij ook de groene en blauwe inventarisatie zoals benoemd in het burgeramendement ook echt duidelijk aan de orde komt. Dus dat even als het complete plaatje om u dat te schetsen.
Dankzij een heldere beschouwing en een duidelijk pleidooi om in te stemmen met het voorliggende raadsvoorstel, denk ik: wie wil daar nog op reageren? Wat denken de raadsleden? Ik...
Ik wil daar graag op reageren. Het betreft een brede context die natuurlijk voor een groot deel bekend was. Ik zit nog steeds met hetgeen voor de schorsing in mijn hoofd en hoorde net de wethouder een aantal dingen zeggen. Ik ben benieuwd hoe de fracties denken over het burgerabonnement als we dat in ogenschouw nemen. Er wordt gezocht naar een kwaliteitsslag, kwaliteit in de zin van verbetering van de bestaande potgronden en natuurgebieden. In hoeverre zou het mogelijk zijn – want we hebben net geconstateerd dat, nogmaals als voorbeeld, bij jouw gebied niet volledig duidelijk is of en hoe het vlak om de post zal worden gebouwd – om voor die gebieden een inventarisatie te doen? De verkaveling in te richten op basis van die inventarisatie en vervolgens de gebieden die de hoogste kwaliteit hebben weer terug te brengen naar het huidige regime?
Ik vind het een andere vraag die je nu stelt dan de vraag die net bij de ronde tafel aan de orde kwam. Ik was namelijk nog benieuwd naar de toezeggingen van de wethouder; ik miste er wel een. Dat was precies de vraag die Alexander stelde over hoe we gaan borgen dat, na afronding van een project zoals de verkaveling, er stukken grond om de provinciale wegen komen. Hoe gaan we dat borgen? Daar was ik nog wel benieuwd naar. Misschien heeft de heer Pieterse daar zelf een toevoeging op, of we dat met een abonnement zouden moeten doen? Misschien wil de wethouder dat ook zeggen. Dat het college dat zelf zou willen toevoegen als beslispunt, maar dat vind ik wel belangrijk. En voor de rest, ja, weet je, ik kijk uit naar de discussie over de kwaliteit van biodiversiteit en natuur, maar die wordt hier altijd gevoerd in relatie tot woningbouw. Ik wil het ook eens hebben over de bredere context. Dat, daar...
Ik vraag me af of we, gezien het feit dat we voor dit gebied al gekozen hebben op basis van het concept 'Hart van de Heuvelrug' en het bestemmingsplan, nog een ontwikkeling kunnen doorvoeren. Ik was op zoek naar de mogelijkheid of de oproep tot inventarisatie nog meegenomen zou kunnen worden. Daarnaast noemt u een punt dat inderdaad belangrijk is: welke mogelijkheden hebben we na de schorsing? Hoe kunnen we procedureel dit punt meenemen? Betreft het een dictum dat het college wil opnemen, zodat we na vaststelling van het verkavelingsplan een raadsvoorstel krijgen? Een voorstel dat als doel heeft de bosgrenzen opnieuw te herstellen. Of is dit iets wat wij als raad zelf kunnen voorstellen om hetzelfde te bereiken? Dus mijn vraag is vooral procedureel, voorzitter.
Mag ik van meneer Pieters een uitleg krijgen over de grenzen van de boswet die hij nu bedoelt? Bedoelt hij daarmee de grenzen volgens de huidige en de oude kaarten op basis van de boswet, of de gewijzigde kaart zoals die in het raadsvoorstel staat, meneer?
Wat ik bedoel is het volgende: uiteindelijk hebben we nu het voorstel liggen om bijvoorbeeld de WA Hoeve grotendeels binnen de komgrens te plaatsen, terwijl we weten dat een deel van het gebied uiteindelijk niet bebouwd zal worden. Dat deel zal niet bebouwd worden. Wil je dan uiteindelijk weer buiten die concurrentie staan? Dus je krijgt een correctie van de huidige grens. Het voorstel dat de heer Fiscalini doet, is dat we nu alles buiten de grens houden en het later gaan bezien. Het voorstel dat ik doe, is dat we nu wel het raadsvoorstel, dat er ligt, aannemen, dus je trekt het binnen de concurrentie, maar je gaat later corrigeren wat er niet binnen de kom hoort te liggen.
Voorzitter, de conclusie die meneer Pieters trekt, is niet juist. Ik stel niet dat alles buiten de bebouwdekomgrens moet vallen. Ik beweer enkel dat dit raadsvoorstel naar onze mening niet kan en zeker niet op dit moment, en dat is voor ons reden genoeg om in ieder geval tegen het voorstel te stemmen, ongeacht de gevolgen. Ja, die zullen...
We zien het allemaal. De conclusie die u benoemde, is dezelfde als die ik benoemde. U stelt voor om het raadsvoorstel in januari te behandelen. Dat betekent automatisch dat wat nu besproken wordt, buiten beschouwing blijft. Als u het niet vaststelt, verandert er niets en blijft alles zoals het is. Dus volgens mij zeg ik inhoudelijk hetzelfde als wat u zegt, maar ik heb...
Als het raadsvoorstel niet verder aan de orde komt, dan blijft de situatie zoals die nu is. Inderdaad, dan zijn er dus gebieden die buiten de bebouwde kom vallen, waarvan het college, of wellicht de provincie, zou willen dat ze binnen de bebouwde kom zouden vallen. Ja, dat is zo. Heb ik u daarmee voldoende geïnformeerd?
Kleine aanvullingen op de vraag aan de andere raadsleden over wat we ervan vinden. Als we een soort waarde-inventarisatie doen van de gebieden binnen bijvoorbeeld de WA Hoeve, waarom zouden we dan wel of niet gaan bouwen? Ik zou graag de reactie van de wethouder hierop willen horen, want dat is iets waar ik gevoelig voor ben. Misschien zit dat ook ergens in de procedure.
Ja, kijk, wat sowieso gebeurt, is dat de huidige woonvlakken van de WA Hoeve destijds ook bepaald zijn door de werkgroep. Daarbij is ook gekeken naar de globale inventarisatie van waardevolle gebieden. Dat allereerst. Dit betekent ook wel dat wij bij de vaststelling van het bestemmingsplan een beeldkwaliteitsplan met elkaar vaststellen. Dus ik begrijp heel goed de behoefte bij de Raad om, in lijn van de motie en het burgeramendement destijds bij de ESO, nu ook te kijken of we dat kunnen meenemen in die hele groen-blauwe inventarisatie hier. Wij spelen natuurlijk ook een rol in die hele planvorming en maken daar ook afspraken over met de eigenaar van de gronden, met BPD, en bij de definitieve vaststelling van het bestemmingsplan gaan we, net als destijds bij soortgelijke projecten, een beeldkwaliteitsplan vaststellen. Dus het punt is alleen dat ik wil voorkomen dat wij die hele groen-blauwe inventarisatie, zoals u die nu voorstelt, gaan vooruitlopen en dat dat eigenlijk in mijn optiek bij het proces hoort van de vaststelling van het definitieve bestemmingsplan en beeldkwaliteitsplan. Dus ik ben even aan het zoeken naar een toezegging over de borging van teruggave. Ja, die toezegging heb ik gedaan. En wat mij betreft, komen we als college daarop terug. Geef mij nog wel even de ruimte om intern te kijken, ambtelijk, hoe we dat in het proces gaan doen. Komen we ieder half jaar of komen we met een verzamelvoorstel van: "We hebben een aantal ruimtelijke projecten gerealiseerd en we hebben vervolgens gekeken naar de kaart van de bebouwde kom en dit is het voorstel dat we doen voor aanpassing." Want het is een bevoegdheid, zoals de heer Gil Kerk heeft gezegd. Het is en blijft een bevoegdheid van de Raad, tenzij u zegt dat het college erover gaat. Gezien deze discussie verwacht ik dat niet, maar dat betekent dat wij sowieso jaarlijks een evaluatie gaan doen over hoe de implementatie van de Omgevingswet gaat verlopen. Dus dat is ook onderdeel van het plan van aanpak dat nog uw kant op komt, maar daarin hebben we gezegd: "Laten we eens per jaar die evaluatie doen, hoe loopt deze implementatie van de Omgevingswet?" Wat mij betreft kunnen we daar in ieder geval ook zeggen: "Kijk dan ook jaarlijks naar welke ruimtelijke ontwikkelingen er zijn geweest, welke bouw- en woningbouwprojecten of andere ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving hebben plaatsgevonden en of dat wel of niet moet leiden tot bijvoorbeeld een teruggave van gebieden richting de provincie als het gaat over plaatsen buiten de bebouwde kom." Maar de exacte werkwijze? Ja, ik zeg nogmaals, geef mij even de ruimte om te kijken of we dat doen met die jaarlijkse evaluatie of dat we daar een andere werkwijze in vinden. Daar kom ik bij u dan nog op terug. Heb ik daarmee, ik kijk even, want de heer Pieterse had daar een vraag over gesteld, dus ik was even benieuwd of ik daarmee de vragen die er waren of de reflectie die u vroeg voldoende heb beantwoord.
Nee, ik was aan het woord. We waren aan het zoeken, ik... ik... ik. Ik vind de toezegging op zich aardig om per periode een reflectie en een terugkoppeling te geven, maar dat geeft zo weinig zekerheid, laat staan een garantie. Ik zou denken dat we dat nu wel in een aanpassing van het dictum kunnen opnemen, zodat we gewoon zeggen: "We gaan dat doen. We komen daarop terug na vaststelling van het verkavelingsplan en gaan het dan bekijken." Het tweede punt is dat ik het vreemd vind om te horen dat als we de natuurkwaliteit nu zouden inventariseren op basis van het burgerinitiatief, dat dat vooruitlopen op de zaken zou zijn. Want dat is toch op zijn minst iets wat je moet doen voordat je gaat rooien.
Ik zou zeggen dat het juist nu moet gebeuren, omdat het vooruitloopt op de rest van het proces. Daar geloof ik direct in. Maar we gaan niet heel Zeist tegelijkertijd regeren. Dat heeft de wethouder gezegd. Dat kost jaren. Nou, laten we dan dit deel als eerste aanpakken. Is het mogelijk om die eerste scan mee te nemen in de nadere verkaveling, aanvullend op wat er dus eerder is gedaan aan inventarisatie? Want er zijn blijkbaar al een aantal inventarisaties gedaan. Als die er al liggen, is de inventarisatie misschien wel heel erg makkelijk. Dan is het gewoon een kwestie van meenemen wat er ligt, aanvullend interesseren, en daarop de plannen inrichten.
In de gebiedsvisie heb ik mij vooral verdiept in de discussie over de Wet bebouwde kom en minder over de hele gebiedsvisie waar we het over hebben. Ik ben niet op ieder plan in detail ingegaan, maar er zijn in het kader van het bestemmingsplan voor de woonomgeving, of bijvoorbeeld ook in het kader van een gebiedsvisie, wel degelijk al diverse onderzoeken gedaan. Daar loopt altijd een en ander vooruit op de zaken. Er is dus al heel veel geïnventariseerd op dat vlak. Ik kijk ook even naar mijn rechterzijde, omdat ik een informatieachterstand heb en even wil nagaan wat er verder nog heeft plaatsgevonden. Ik weet niet of het gebruikelijk is in een debat, maar ik wil dit toch even verifiëren.
Een proces dat nu vanaf nul begint voor de Willemshoeve. Er is een hele geschiedenis sinds 2017, beginnend met een gebiedsvisie, gevolgd door de overname door Altrecht, waarna BPD de ontwikkelaar is geworden. Vervolgens hebben wij als gemeente afspraken met BPD gemaakt over het planningsproces. Er is een bestemmingsplan in voorbereiding genomen. Allerlei onderzoeken zijn uitgevoerd, waaronder een natuuronderzoek. Het ontwerpbestemmingsplan heeft ter inzage gelegen, er zijn zienswijzen ingediend en eigenlijk ligt het hele pakket nu klaar om, mits het groene licht krijgt, aan de Raad aangeboden te worden. Er is al veel bepaald, dus als je nu zelf een nieuw onderzoek start en tot andere uitkomsten komt, zou dat interfereren met alle processen die al zijn doorlopen. Dat is eigenlijk de situatie. We zijn al vrij ver in de pijplijn.
Ja, dank u, voorzitter. Ik vond het interessant om te horen wat de heer Pieters vertelde over de mogelijkheden voor de stroken en gebieden binnen WA Hoeve die niet bebouwd zouden worden, en hoe deze mogelijk weer onder het provinciale regime gebracht zouden kunnen worden. Dit zou ook voor andere gebieden kunnen gelden. Echter, GroenLinks is nog niet zo ver, want wij zien dat er bij meerdere plannen nog geen bestemmingsplannen zijn vastgesteld. Als we kijken naar de jurisprudentie in het kader van Boekel, dan is het maar de vraag in hoeverre je dan voldoet aan de eisen om binnen afzienbare tijd bebouwing te realiseren. Wij zien hierin een spanningsveld, zeker bij de plannen voor Huisbereide West en de noordelijke en zuidelijke ontwikkelingen bij WA Hoeve, nu deze plannen in procedure zijn en er nog geen bestemmingsplannen zijn vastgesteld.
Als we dan kijken naar de feitelijke gevolgen, zoals toegelicht door het college op vragen van de heer Pieters, dan wordt er gezegd dat de businesscase niet sluitend is. Maar dat hangt sterk af van de termijn die je hanteert. Als je uitgaat van de periode tot het bestemmingsplan is vastgesteld en je je daartoe beperkt, dus niet wacht tot andere vergunningen ook zijn vastgesteld en onherroepelijk zijn, dan kunnen de gevolgen nog meevallen.
Verder is het zo dat ik tijdens de ronde tafel meerdere keren heb gevraagd naar de feitelijke gevolgen voor de businesscase. Ik hoor collega's zeggen dat de gemeente Zeist die kosten moet dragen, maar dat lijkt me helemaal niet logisch. Als je een bestemmingsplan nog niet hebt vastgesteld, is het ook niet logisch om een bepaald gebied onder de Wet natuurbescherming te brengen. De jurisprudentie die ik heb gevonden, stelt duidelijk dat er al bebouwing moet zijn waaraan het moet aansluiten. En hier is nog helemaal geen bouw, en ook nog geen bestemmingsplan.
Al met al moet ik dit nog intensief terugkoppelen en besprekingen voeren binnen onze fractie. Maar vooralsnog zijn wij nog niet zo ver als collega Pieters, die meent dat het volstaat om bij WA Hoeve en andere plekken de niet-bebouwde gebieden terug te geven aan het provinciaal regime. Wij vinden fundamenteel dat de plannen die nog in procedure zijn, uit dit raadsvoorstel gehaald moeten worden.
Ja, voorzitter, dank u wel. De heer Van Vliet refereert aan het arrest rondom Boekel. Wat betreft de juridische eis waar u het over heeft: de deskundige op dit gebied, de heer Visser, heeft hiernaar gekeken. Ook staat in de memorie van toelichting heel duidelijk dat het te bebouwen gebied binnen de bebouwde kom gebracht mag worden. Ook toekomstige plannen worden hierin meegenomen, en in die zin ben ik het niet helemaal eens met de heer Van Vliet. Als u goed geluisterd heeft naar de heer Brocard, dan weet u dat alle plannen rondom de WA Hoeve eigenlijk klaarstaan in de startblokken, maar dat we ons in een lastige situatie bevinden die niet te maken heeft met procedurele, maar met een inhoudelijk vraagstuk rondom Altrecht Fivoor, waarover u geïnformeerd bent. Hetzelfde geldt voor Huis ter Heide West. Daar bevinden we ons in de afronding van alle bestemmingsplannen en is de planning, voor zover ik weet, om in 2024 met de procedure te starten. Dus ja, in onze optiek als college zijn we van mening dat dit zeker binnen afzienbare tijd zal gebeuren en dat de zaken ook echt al heel ver in de pijplijn zitten. Dat is allereerst het eerste punt.
Het tweede punt is dat we ook hier opnieuw afspraken hebben gemaakt, ook in het kader van Hart van de Heuvelrug, en bestuurlijke afspraken hebben vastgelegd. Het is zowel, en even hè, u kunt zeggen: "Nou, daar heb ik niet zoveel mee te maken", dat kan. U zou kunnen zeggen: "Nou, dat neem ik niet in ogenschouw, ik heb niet te maken met wat lokaal speelt", maar dat hebben we als college wel degelijk te doen. Maar het zijn dus beide aspecten, zowel de afspraken die we in het kader van Hart van de Heuvelrug hebben gemaakt als ook het feit dat die jurisprudentie ons de ruimte geeft, als ook het feit dat we al redelijk ver zijn in de procedure rondom de bouwontwikkelingen. Dat wilde ik even als reflectie teruggeven aan de heer Van Vliet.
En nou, het is uiteindelijk natuurlijk aan u als raad of u deze twee projecten wel of niet binnen dit raadsvoorstel wilt meenemen. U heeft gelijk dat, zoals de heer Bij elkaar ook feitelijk schetste, als u het pas doet na vaststelling van de bestemmingsplannen, het geen enorme schade oplevert. Als u het wel doet na onherroepelijkheid, ja, dan lijkt het me helder, en daarin bent u volgens mij ook met het college eens.
Ja, u noemde onder andere bestuurlijke afspraken in het kader van Hart van de Heuvelrug. Ik heb heel duidelijk gezocht, juist met het oog op dit raadsvoorstel, in hoeverre deze situatie daaronder zou vallen. Ik heb geen bestuurlijke afspraken gevonden. Hij heeft die bestuurlijke afspraken in de projectmatige onderdelen ook nauwelijks kunnen achterhalen, dus dat maakt het voor mij heel lastig. Maar in ieder geval heb ik die bestuurlijke afspraken niet gevonden. Ik ben natuurlijk ook van mening dat we oog moeten hebben voor, zoals u ook aangeeft, het belang en het evenwicht tussen enerzijds de bomen, bossen, compensatie en anderzijds de woningbouw; daarin heeft u gelijk. En ja, het feit dat er bij Altrecht, door het vertrek van Fivoor, mogelijk vertraging is opgetreden, kan een extra reden zijn waarom het niet binnen afzienbare tijd is gerealiseerd. Dat bewijst dat daarmee nog extra complicaties zijn. Maar goed, ik denk dat wij wat verschillen over de visie op wat 'binnen afzienbare tijd' is en in hoeverre plannen concreet moeten zijn om te kunnen spreken van aansluiting bij de bestaande bebouwing binnen de bebouwde kom. Duidelijk, meneer Pieters.
Ik had nog een aanvullende vraag over wat de wethouder in het zuiden heeft gezegd. Het gaat vooral over het bestemmingsplan. Als het bestemmingsplan nu niet wordt meegenomen, maar we het pas gaan meenemen wanneer het bestemmingsplan wordt vastgesteld – dus niet onherroepelijk, maar wel vastgesteld – dan starten we ergens in het eerste of tweede kwartaal van volgend jaar de procedure opnieuw. Dan gaan we de procedure aanpassen om de concurrentie voor de hoeve in huis te halen. Kan de wethouder bevestigen dat in dat geval de dubbele compensatie, met name die van € 1, niet van toepassing is? Want uiteindelijk staat in de beantwoording van mijn vragen dat we het over € 100.000 per hectare hebben. Ik heb gelezen dat als we het nu doen, we geen dubbele compensatie hebben, maar als we het volgend jaar doen, dat we dan wel dubbele compensatie krijgen.
Wat we doen is dat we een procedure opnieuw moeten doorlopen om het gebied onder het regime van de bebouwde kom van de gemeente te krijgen, dus het aanpassen van de kaart van de bebouwde kom voor deze gebieden. Vervolgens doorloop je dezelfde procedure als nu, inclusief de daarbij behorende zienswijzen en processen.
Het raadsvoorstel wordt 'dubbele compensatie' genoemd. In mijn beantwoording staat dat bij dubbele compensatie de financiële consequenties aanzienlijk zijn, maar zeer moeilijk in te schatten. Ik sla een stukje over: de verwachting is dat de gebieden moeilijk te vinden zullen zijn. De financiële consequenties zullen aanzienlijk zijn; de inschatting is herzien naar ongeveer 100.000 euro per hectare. Dus we zoeken enerzijds hectares en anderzijds zoeken we 100.000 euro per hectare. Dat staat in mijn beantwoording.
De Wet natuurbescherming. Naar mijn mening lopen hier twee zaken door elkaar, en dat heb ik ook geprobeerd duidelijk te maken in de beantwoording. Aan de ene kant, als je compenseert onder de Wet natuurbescherming volgens het provinciaal regime, dan is er sprake van een dubbele compensatie. Compenseer je echter onder het gemeentelijk regime, dan is dat niet het geval. In dat geval valt de compensatie wel binnen de boscompensatie binnen de groene kaart van de bomenverordening, en daarvoor hebben we regels. Maar leidt dit dan niet tot vertraging in het hele proces? Dus er zijn twee verschillende situaties.
Het is mij duidelijk dat het hier om twee verschillende zaken gaat. De vorige keer bespraken we dat er in januari een nieuwe wet van kracht wordt, wat het lastig maakt om onder het oude regime te blijven. Voor zover ik begrijp, gaat het hier om de mogelijkheid van dubbele compensatie. Ik kan de tekst niet anders interpreteren. Wat zijn de financiële consequenties hiervan? In het raadsvoorstel staat letterlijk dat de financiële consequenties van dubbele compensaties aanzienlijk kunnen zijn. Er wordt gesteld dat als we nu niet besluiten, er sprake zal zijn van dubbele compensatie, aangezien we al groencompensatie hebben ontvangen en dan ook nog boscompensatie zullen krijgen. Dit was precies het punt dat ik tijdens de vorige ronde tafelgesprekken probeerde aan te kaarten. Wat nog steeds niet duidelijk is, is wanneer dubbele compensatie van toepassing is en wanneer niet.
Dubbele compensatie is alleen van toepassing als je kapt en gaat compenseren onder de Wet natuurbescherming. Dus als je de gebieden niet binnen de bebouwde kom haalt, ongeacht wanneer je dat doet, hè? Maar je kunt het nu doen en je kunt het ook later doen, na het vaststellen van de bestemmingsplannen. Dan valt het binnen de bebouwde kom en is er geen sprake van dubbele compensatie. Buiten de bebouwde kom geldt dit wel.
Ja, ik ben even aan het denken. Dus als we volgend jaar de grens aanpassen en er op dat moment nog niet gekapt is, hoeven we niet te compenseren. Maar als het bestemmingsplan volgend jaar is vastgesteld en we daarna de grens aanpassen, dan moeten we wel compenseren.
De vraag over compensatie komt op het moment dat de kapvergunning wordt aangevraagd, en logischerwijs is dat dus op het moment dat men gaat bouwen. Dit speelt ook een rol op het moment dat de grond in de tender wordt verkocht, want de grond is natuurlijk meer waard wanneer men kan overzien dat het kappen redelijk soepel zal verlopen. Als men weet dat er bij het kappen een grote herplantplicht is, zal men minder voor de grond bieden.
Toen ik het raadsvoorstel aan u schreef, waren er een groot aantal varianten die in de ronde tafel zijn besproken, maar die waren mij nog niet ter ore gekomen, en ik heb daar geen rekening mee gehouden. Dus dat raadsvoorstel schrijft inderdaad redelijk kort door de bocht dat, als u iets binnen de bebouwde kom brengt, de gemeentelijke regeling geldt. We kunnen dan rekening houden met de compensatie die al heeft plaatsgevonden, zodat er geen dubbele compensatie is. Als u het nu niet binnen de bebouwde kom brengt, dan blijft het buiten de bebouwde kom. Dat ging ik ervan uit op het moment dat het raadsvoorstel werd geschreven. Het blijft buiten de bebouwde kom gedurende het gehele traject, dus ook gedurende de vaststelling van het bestemmingsplan, het verlenen van de bouwvergunning en de realisatie van de bouwvergunning, en dus ook op het moment dat de kapvergunning wordt aangevraagd en de compensatie ter sprake komt.
De gesprekken die we in de afgelopen drie jaar hebben gehad, hebben in ieder geval opgeleverd dat er een groot aantal varianten op dit systeem de revue zijn gepasseerd. Dit betreft het starten van deze procedure, het alsnog binnen de bebouwde kom brengen van de gebieden, direct starten in januari, direct starten na vaststelling van het bestemmingsplan, direct starten na onherroepelijk worden van het bestemmingsplan, bij vergunningverlening of bij onherroepelijk worden. De varianten waarvoor het raadsvoorstel in eerste instantie niet voorziet, zijn dus de bottom line die van belang is, precies zoals net gezegd werd: op het moment dat de kapvergunning wordt aangevraagd en zodra het gebied nog niet binnen de bebouwde kom is gebracht, dan is er sprake van dubbele compensatie. Het ligt voor de hand, gelet op de eerder gemaakte bestuurlijke afspraken, dat we zeggen: nee, dat is niet de basis waarop we de samenwerking hebben afgesproken. Dus dan gaan we eerst proberen het gebied alsnog binnen de bebouwde kom te leggen voordat er sprake is van het aanvragen van een kapvergunning. En dan ontstaat dus inderdaad het risico op vertraging waar we het eerder vanavond over hebben gehad. Ik hoop dat ik nu duidelijkheid heb verschaft.
U heeft ook aan de Raad de vraag gesteld wat de financiële consequenties zijn als we Huis ter Heide West separaat van deze lijst halen, en wat de financiële gevolgen zijn bij bijvoorbeeld dubbele compensatie. We hebben geprobeerd dit in onze beantwoording uit te leggen. Dat was het dus even; er zit een procedurele kant aan. Is het nu helder?
Om het helemaal duidelijk te maken: het antwoord was zeer uitgebreid en daardoor nogal omvangrijk, waardoor ik af en toe tijdens het verhaal in gedachten verzonken raakte. Dus, als we de procedure even terzijde laten voor vandaag, en het ons lukt om een nieuwe procedure af te ronden voordat de grondtransactie of de aanbesteding begint, zullen er dan geen compensatieproblemen zijn? Daarna zou het kunnen dat er compensatieclaims van een ontwikkelaar komen. Die zou namelijk kunnen beweren dat de grondwaarde lager is, en vervolgens krijg je te maken met dubbele communicatie.
Dank u. Het is duidelijk, dat is mooi. Ook u allen, zijn er nog andere punten in het debat die u wilt toetsen? Nee? Dan kunnen we concluderen dat er voldoende is gedebatteerd en kan ook de conclusie zijn dat het stuk op de agenda van 12 december aanstaande geplaatst kan worden. Ja, mocht u overwegen om moties of amendementen in te dienen, dan kan de griffie daarbij behulpzaam zijn. Doe dat tijdig, want het is druk en de agenda van december is ook al behoorlijk vol. Maar dat terzijde. Ja, meneer Patina, dank u.
Dank je. Er kwam nog een vraag, die ook van Alexander Pieterse kwam, over of er nog een aanpassing komt. De wethouder zei: "Ik kom er nog op terug." Of dat in de dictum of in een aanvulling op het raadsvoorstel gebeurt, of dat het misschien met een amendement moet. Wanneer komt het uitsluitsel, ongeveer?
Dan doelt u waarschijnlijk op de procesmatige toezegging die ik heb gedaan, namelijk dat we als college op een bepaald moment, na realisatie van de woningbouw, zullen kijken of we iets kunnen teruggeven. Daar doelt u op, neem ik aan. Ik kijk even. Ik ben aan het zoeken naar de tijd. Over één, twee, drie weken hebben we een raadsvergadering. Zullen we afspreken dat ik dit ook even intern kan bespreken? Want ik doe nu een voorstel voor iets wat ook een plek moet krijgen in de werkprocessen. Is het haalbaar als we voor 1 december uitsluitsel geven? Dan weet u ook of we dat kunnen realiseren. Dat is binnen anderhalve week, dus ik kijk even naar mijn rechterzijde. Niels, dat moet haalbaar zijn, toch? Dan bespreken we dat intern even en dan, nou ja, komen we erop terug.
Ik had nog twee punten. Ten eerste, ik zal dit onderwerp meenemen terug naar de fractie. Het is mogelijk dat we, wat betreft het vaststellen van het bestemmingsplan, over twee plannen spreken. Misschien komt er een motie van de mensen die willen dat bepaalde zaken eruit gehaald worden. Dat is mogelijk, maar dat weet ik nog niet. Ik moet dit met de fractie bespreken, maar ik wilde het in ieder geval aankondigen.
Ten tweede, ik hoor termen als 'dubbele compensatie' en 'verplichting', en dat het moeilijk is, maar ik denk juist dat het om twee verschillende vormen van compensatie gaat en dat dit ook gezien kan worden als een mogelijke kans, niet alleen als een moeilijkheid voor de gemeente. Het is zo dat er in het verleden afspraken zijn gemaakt waar we naar moeten kijken. Maar ik zou het niet alleen als een probleem zien; ik zie het juist ook als een kans. Oké, dat wilde ik even zeggen.