Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dus ik wil eigenlijk naar de volgende fase van deze rondetafelgesprekken gaan. Dat houdt in dat de raadsleden vragen kunnen stellen aan de wethouder en de andere organisaties. Ik zie dat mevrouw Kanters als eerste het woord wil voeren.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb twee vragen voor de wethouder. De eerste vraag is of het handvat voor het participatieproces al wordt toegepast bij nieuwe projecten. Zo ja, zouden wij daar eventueel informatie over kunnen krijgen? Mijn tweede vraag betreft de huisartsen en hun locatie. Er ligt een voorstel voor Humanitas. Is er overwogen om een gezondheidscentrum te combineren met wonen, naar het idee van 'Binnenbos' bij de ZAM? Is deze overweging wel of niet gemaakt en zo nee, waarom niet? Is er ook nagedacht over de locatie aan de Joost van den Vondellaan om daar een gecombineerd project van te maken? Dus de combinatie van, zoals het er nu ligt, in samenwerking met de huisartsen. Is er overwogen om eventueel naar beneden uit te breiden in plaats van omhoog, of zelfs ondergronds? Niet dat ik degene ben die de oplossingen aandraagt, maar is er in dit project ook over dergelijke mogelijkheden nagedacht? Ik heb namelijk begrepen dat het proces in eerste instantie geen doorgang heeft gevonden. Waarom is er dan niet aan een combinatie gedacht? Dank u wel.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb ook een vraag aan de wethouder: wat gaat de wethouder eraan doen om te voorkomen dat we hier over een paar maanden weer een soortgelijke bijeenkomst hebben over het zandterrein, maar dan met andere omwonenden? En dan nog een vraag: wat betekent 'mits thee' precies? Hoe lang is dat? Want de woningnood, zeker in Zeist, is zo groot dat als je eenmaal een plek hebt, je niet zomaar één-twee-drie iets anders vindt als 'mits thee' iets van zes maanden betekent. Stel dat je na zes maanden niets anders hebt gevonden, waar moet je dan naartoe? Word je er dan uitgezet of wat gebeurt er dan?
En ik wil graag aansluiten bij mevrouw [naam]. Aan de overkant worden er sancties getroffen als mensen zich misdragen, zoals dat in het voormalige pand van de Zeister Veste is gebeurd. Ik woon daar tegenover, dus ik weet dat het op dit moment inderdaad heel goed functioneert, mede omdat er duidelijke sancties zijn voorgesteld.
Dat was het.
Ja, voorzitter, dank u. Ik zou graag van de wethouder willen vernemen wat haar visie is op de rol van de gemeente bij het concretiseren van de afspraken die zijn besproken met betrekking tot veiligheid en leefbaarheid, en ook over de andere genoemde zaken. Heeft de gemeente hierin een rol? Gaat de gemeente hierin een rol spelen, of hoe zit dat?
Dank u wel, voorzitter. Ik ben erg nieuwsgierig naar de visie en de mening van de wethouder over de suggestie die is gedaan voor een masterplan voor gezondheidsvoorzieningen in Zeist.
Nou, ik denk dat ik er zelf een beeld bij heb, maar ik ga toch de vraag aan de wethouder stellen: hoe kunnen de afspraken die Woongoed wel heeft gemaakt, verankerd worden in dit raadsbesluit? Ik denk niet in het bestemmingsplan, maar hoe kunnen ze op enige wijze in het raadsbesluit verankerd worden? Dat is de eerste vraag. De tweede staat hier niet ter discussie, maar ik ben toch wel getriggerd door het verhaal van de heer Kuppeveld. In hoeverre is het nog te overwegen om het zandterrein daarin mee te nemen?
Mevrouw Hoogstraat gaat even kijken. We zijn met elkaar bezig met dit verhaal. Laat ik beginnen met de vraag van mevrouw Van Lunteren. Ja, ik denk erover na. Hoe kunnen we voorkomen dat we over een paar maanden weer op dezelfde manier samenzitten met het zandterrein? Het is een proces geweest; ook met dit voorstel is er echt wel van alles gebeurd. We hebben voor de zomer met elkaar gezeten naar aanleiding van een burgerinitiatief. Daar heeft de Raad een uitspraak over gedaan en vervolgens zijn we als gemeente, Woongoed en de initiatiefnemers van het burgerinitiatief in gesprek gegaan met de hulp van een externe voorzitter. Dat was een gesprek om het af te ronden, waarin eigenlijk gestart werd met de vraag: "Is er nog ruimte om iets aan te passen?" Aanvankelijk leek dat niet zo, maar aan het einde van het gesprek hadden we eigenlijk, zoals ook Ari aangeeft - ik kom even niet meer op jouw naam - waarin eigenlijk ook gewoon uitgesproken is hoe de houding ten opzichte van elkaar was, hoe men elkaar bejegende. Dat voelden de buurtgenoten zo, maar andersom richting de gemeente werd het ook zo gevoeld. Eigenlijk kwam dat wel mooi ter tafel en naar aanleiding daarvan hebben we ook gezegd: "We gaan toch een poging doen om te kijken of we een stap verder kunnen met het gebouw en in dat proces kijken of er nog een aantal dingen met elkaar te doen zijn om het wel te laten landen." En wel, om er de zes minuten van te maken, en dat proces is ook gestart met hulp van inderdaad de externe voorzitter. Is dat nou een manier van werken die we vaker gaan doen? Ja, ik vind het een hele waardevolle manier om met elkaar het gesprek te starten en te kijken wat er nodig is voor een ontwikkeling en wat onze opgaven zijn en hoe we daar mee omgaan. U noemt het coproductie, maar het is in ieder geval vanuit een participatieve opzet met elkaar kijken wat er is, wat de wensen zijn, wat er breed verlangd wordt, hoe het zit met verkeer, zijn er nog extra aanvullende wensen om zo dat soort ontwikkelingen op te pakken. En dat is helemaal niet gek dat we dat nu op deze manier willen doen, want dat is ook helemaal de intentie van de nieuwe Omgevingswet die we hebben en ook helemaal in de intentie vanuit die participatieladder, die vorig jaar aan het begin van of afgelopen jaar. Nee, volgens mij dit jaar in januari, februari is vastgesteld met elkaar, dus dat is ook de manier van werken zoals we nu willen gaan werken met elkaar. Dus dat is even een route naar aanleiding van dit proces, maar ook een route waarin we gewoon als Raad met elkaar aan het ontwikkelen zijn. Hoe we met dit soort ruimtelijke vraagstukken om willen gaan, want ruimte is gewoon schaars, dus dat ten eerste. Nou, dan terugkomend op de Sam-locatie. De Sam-locatie is ook al een proces van een aantal jaar, waarbij ook de oude situatie zal ik maar zeggen, we waren altijd de initiatiefnemer die moest aan de slag met participatie, dus die moest met de omgeving in gesprek gaan om tot een voorstel te komen voor de invulling van die locatie. En dat is ook bij de Sam-locatie gebeurd, dus er is wel degelijk een startgesprek geweest. Ik heb deze grond. Omwonenden, wat zullen we ermee doen? Er zijn een aantal vraagstukken bij. Daar zat ook de gemeente bij. Maar op het moment dat er geen plan ligt, is het gewoon heel lastig om daar als omwonende iets van te vinden. En daarna gaat er dus toch een ontwikkelaar aan de slag met een plan en wat bij de Sam-locatie een complicerende factor is, is dat het een hoge garage is, dat er veel grondvervuiling in de grond zit. Dus er zit ook nog wel een extra taak bovenop om het financieel draaglijk te maken. Dus ook dat proces is al lang bezig, helemaal vanuit de bedoeling dat die ontwikkelaar die is ook echt wel in gesprek met omwonenden. Ook een aantal keren al gesproken met direct omwonenden. Ook over die doelgroep zijn daar nu gesprekken over. Maar goed, die ontwikkeling die loopt nu dus. Dat is wel vanuit een oude, zeg maar een vorige visie gestart en nu als we nu gaan starten met projecten, gaan we het doen volgens de Omgevingswetmethode. Dus dat is even het in geschiedenis met elkaar. Maar wij zitten nog wel met een aantal projecten waarin we wel op een ander startpunt zijn gestart en we gewoon moeten kijken hoe we dat verder brengen. Kan er nou nog ruimte komen om daar toch die huisartsen in te voegen? Het plan is al best heel ver, dus ik kan daar nu ook geen antwoord op geven. Maar het is in de ontwikkeling die ontwikkelaar die heeft gesprek gehad een aantal weken geleden met de omgeving. Nou, daar waren de bewonersvereniging Dichterbij ook aanwezig en die gaat nu terug met wat hij daar gehoord heeft en opgehaald en gaat weer aan de slag met dat plan verder. Zover zeg maar het proces en dus ook de ontwikkeling bij Joost van de Vondellaan. Dan is eigenlijk de tweede vraag: die huisarts. Er is eigenlijk best wel behoefte aan huisartsen, moeten we niet aan de slag met een soort masterplan, want wat als je dan een plek hebt, hè? En daar ontwikkelingen wil doen, hoe ga je dat dan ophalen dat ze niet alleen maar informeren aan de omgeving? Maar we hebben met elkaar ook gewoon één grote opgave rondom zorg. We zijn inderdaad bezig met een woonzorgvisie, er is inmiddels een woonzorganalyse gemaakt en die wordt nu verder omgezet naar een woonzorgvisie. En dat is een analyse die eigenlijk een voorspellende waarde geeft tot aan Zeist 2040-2050 hoe de bewonersontwikkeling zich zal laten tonen en daarin zie je inderdaad een grote vergrijzing. En wat vraagt dat dan voor soort woonzorgvormen? Maar daar zie je ook wat hebben we nodig voor mensen met een verstandelijke beperking, allerlei verschillende doelgroepen worden daarin aangegeven en daarnaast wordt gekeken hoe het voorzieningenniveau is. En dat is niet alleen waar zitten de huisartsen en apotheken, maar ook waar zitten supermarkten bijvoorbeeld. Dus het geeft een beeld van hoe de woonomgeving moet zijn rondom de bevolking die we op dat moment hebben. En dat zal ook echt wel een onderdeel worden waarin we met elkaar gewoon moeten zeggen, we moeten daar echt actief mee aan de slag om te kijken dat we daaraan kunnen gaan voldoen. En ik denk en de huisarts geeft dat heel goed aan, er is echt te weinig huisartsen, de druk is erg hoog. Er moet ruimte komen ook om huisartsenpraktijken te ontwikkelen. Dat gaan we moeten we echt met elkaar gaan bekijken. Hoe dan? En ik denk ook dat we een stap als gemeente moeten doen, omdat het voor de huisartsen niet te doen is om naast een hele drukke praktijk ook nog al die bouwtechnische dingen te doen. Dus we hoeven het niet allemaal te betalen, maar er moet wel echt een stap naar voren gemaakt worden om ze te helpen die ruimte te vinden en die plekken te creëren. Dus ik onderschrijf geheel de oproep die hier gedaan wordt en dat zit hem ook vast aan die woonzorgvisie. En ik kan bijvoorbeeld in Vollehoven ook wel, hè? Daar heb je eigenlijk zo'n project en een projectleider die daar ook vanuit die visie vanuit die rol dat ook heeft kunnen meehelpen om daar ook echt ruimte te vinden en met elkaar te kijken hoe we dat in Vollehoven, die huisartsen kunnen ondersteunen. Dus ook de oproep is verstaan en we gaan ermee aan de slag. En als het goed is, gaan we daar volgend jaar de eerste helft van volgend jaar ook echt met elkaar het gesprek voeren. En nou ja, ik dwaal wat af, maar het is even om gewoon ook recht te doen aan het gesprek wat hiervoor is geweest. We doen dat ook nog eens met de provincie in zijn geheel met de U10 om te kijken. Ja, niet alle doelgroepen krijgen in elke gemeente net zoveel aandacht dus. We kunnen ook kijken hoe we dat nog met elkaar kunnen verdelen. Welke woonvormen, wat is er nodig, nou al dat soort zaken. Dus dat is even als grote inleiding. Dan is er eigenlijk hè? Nou oké, dit plan met al zijn mitsen en maren waar we van geleerd hebben waarvan ik denk dat we vooral ook gewoon nu een situatie hebben waarin we het gesprek moeten voeren met alle dilemma's dat er nu een plan ligt. Er zijn met de externe begeleider een aantal afspraken gemaakt. En dat zijn een veertiental echt concrete afspraken die op papier staan. Het idee is om daar een convenant van te maken waarin we in ieder geval zeggen: deze punten gaan we allemaal uitwerken, maar er zitten ook wat afspraken in voor de toekomst. Hoe gaan we samenwerken met het Leger des Heils? Hoe gaan we ieder jaar het gesprek voeren? Wat is er nodig als het misgaat, wat gebeurt er als er echt voortdurend overlast is? Wat gebeurt er dan, wat doet het Leger des Heils dan om op die manier met elkaar de afspraken te maken en het lijkt ons gewoon heel reëel om dat met de corporatie, de bewoners, het Leger des Heils en de gemeente samen te doen om daarmee met elkaar gewoon te bestendigen. Dit is het en daar zitten. Nou ja, het zijn afspraken rondom het gebouw zelf, over inkijk, privacy, het groenplan, hoe gaan we daarmee om? Maar ook een stukje over ontsluiting van het verkeer en uiteindelijk ook iets over het wonen van de mensen die daar komen. Gewoon zelf, nou, daar komen in ieder geval mensen vanuit het Leger des Heils, dat is een opgave die we hebben vanuit onze convenanten rondom de maatschappelijke opvang, beschermd wonen en provinciale afspraken die we hebben gemaakt met het realiseren van eigenlijk huisvesting voor mensen die, nou ja, dreigen dakloos te zijn of net dakloos zijn geworden, dus daar draagt deze woongroep aan bij. Daar hebben we van Zeist eigenlijk te weinig en moeten we aan toevoegen. En dus dat is ook de oorsprong van deze doelgroep an sich en het tweede is dat we naar graag willen dat we ook een soort mitsen en maren hebben en mitsen en maren staat voor een jaar twee jaar. Maar ja, als het een keer drie jaar is of het is een keer een half jaar kan het ook. Maar het gaat echt wel om de mensen die, nou ja, we kennen ze hè, die klem zitten in een situatie dan wel geen ruimte hebben om snel ergens een plek te kunnen vinden omdat ze geen inkomen hebben of aan de andere kant in een vervelende scheidingssituatie zitten om die te ondersteunen. En daar zeg maar een soort vluchtheuvel voor te realiseren. Dus dat is de gedachte om die mix daarin te doen, maar ook wel dat het een woongroep wordt waarbij je elkaar ook ontmoet en kan helpen. Dus het is niet zo dat iedereen er maar geplaatst moet worden. Het zijn ook mensen die elkaar uiteindelijk kunnen ondersteunen en dat het gewoon ook een leuke woonplek gaat worden. Eigenlijk zoals in de Zeister vesten ook met samenhang, verbinding en vriendschappen. Laten we het zo zeggen, dan ga ik nu naar vragen voorzitter en dan zal ik ook snel loslaten. Ik kijk even naar jou. Jij weet meer over het handvat participatie, hoe het klaar is. Dat valt onder wethouder Wilting. Ken jij die beantwoorden?
Ja, dank u, Raad. U heeft een handvat voor participatie; dat kent u en dat legt uit hoe de gemeente om wil gaan met participatie. Dat kennen we; in de organisatie wordt ermee gewerkt. Het is echter in zoverre moeilijk toepasbaar voor situaties zoals deze, dat wanneer de initiatiefnemer niet de gemeente zelf is, maar in dit geval Woongoed, en zeker wanneer een initiatiefnemer verder van de gemeente afstaat. Want met de woningcorporatie, die we natuurlijk goed kennen en waarmee we vaker samenwerken, hebben we meerdere banden, zoals meneer Wassenberg al de prestatieafspraken noemde. Maar vooral wanneer iemand die volledig buiten de organisatie staat, een initiatief neemt. Daarvoor heeft u een burgeramendement aangenomen vorig jaar, dat er een uitbreiding van het handvat voor participatie moet komen, specifiek voor inwoners en initiatiefnemers. Daar wordt op dit moment aan twee kanten aan gewerkt: er wordt gewerkt aan een plan van aanpak, hoe we dat het komende halfjaar gaan opzetten, samen met de personen die dat burgerinitiatief hebben ingediend. En omdat de Omgevingswet nou eenmaal per 1 januari ingaat, wordt er nu gewerkt aan een tijdelijk middel om direct vanaf 1 januari zoveel mogelijk in de geest daarvan te kunnen werken. De bedoeling is dat in december een voorstel over deze twee punten aan het college wordt voorgelegd. En dat uw Raad daar dan direct via een Raadsinformatiebrief (RIB) over wordt geïnformeerd.
Meneer Vissering, dank u voor het laten kijken naar dit laatste punt door meneer Gil, maar daarna zal de Raad hier niet meer over gaan zoals in december.
Het is sowieso de bedoeling dat het definitieve verhaal naar u toe gaat, aangezien de Raad natuurlijk het burgeramendement heeft aangenomen. Voor zover ik nu kan overzien, gaat het ons niet lukken om een raadsvoorstel naar uw raad te krijgen voor 1 januari. Maar als er een raadsinformatiebrief (RIB) komt en u vindt dat dit een punt is dat geagendeerd moet worden, dan staat het uiteraard de raad vrij om dat te agenderen.
Laat ik me voorstellen, want ik ben niet de portefeuillehouder van het onderwerp waar we het nu over hebben. Dus als u daar vragen over heeft, kunnen we die op een ander moment bespreken.
Mevrouw de wethouder, het is door diverse insprekers genoemd, nietwaar? De participatie wordt als een punt van zorg beschouwd. Daarom vind ik dat er duidelijkheid moet bestaan over hoe deze zich de komende maanden kan en mag ontwikkelen.
Is het een idee dat we de ontwikkeling misschien schriftelijk kunnen vastleggen, zodat er een schriftelijke reactie van het college komt? Hoe staat het daarmee? Want ik snap de vraag, maar zou het op prijs stellen als dit schriftelijk wordt afgehandeld. Ik ben het met de wethouder eens dat we nu naast de kwestie zijn. Deze discussie is één ding, maar als het schriftelijk afgehandeld kan worden, en ik zie dat de wethouder instemmend knikt, dan kunnen we overgaan naar de andere beantwoordingen. Volgens...
Laten we een soort convenant opstellen; dat zou een zin in het raadsvoorstel kunnen zijn om de intentie aan te geven dat het de bedoeling is om de afspraken op die manier te borgen. Ik zou er verder geen besluit van willen maken, omdat het dan heel direct aan de wijziging van het bestemmingsplan wordt gekoppeld, en dat lijkt me ingewikkeld. Want dan is het eigenlijk... ja, dan wordt het gecompliceerd.
Ik heb gehoord dat er een convenant gesloten gaat worden. Ik heb u niet gehoord, behalve nu een klein stukje. Hoe zou dat dan eventueel geborgd kunnen worden? Het antwoord kan ook nee zijn. Volgens mij moet je het niet aan het bestemmingsplan koppelen, maar zou je het wel kunnen toevoegen. Naar mijn mening zou het aan het raadsbesluit kunnen worden toegevoegd als een dictum: "Er wordt een convenant gesloten voor datum x." Dat kan een besluit zijn dat de raad neemt.
Het is voor mij geen probleem om dat op te nemen. De kern van de afspraken betreft wel de afspraken tussen Woongoed en de vertegenwoordigers uit de buurt, en dus een dictum van de Raad. Wij dragen bij aan het faciliteren van die afspraak en wij vinden dat natuurlijk belangrijk.
Ja, een antwoord kan ook 'nee' zijn, maar ik hoor de wethouder zeggen: "Het is een convenant tussen de gemeente, Woongoed en de bewoners." Dan is het dus iets waarbij de gemeente betrokken is en waar zij de leiding in heeft, en dan zou je volgens mij ook kunnen benoemen dat je het gaat doen. En een antwoord kan ook 'nee' zijn, maar nu hoor ik een antwoord dat noch 'ja' noch 'nee' is.
Nee, dus het antwoord is nee. Er is echter wel de toezegging dat er iets opgesteld wordt waaraan we ons kunnen houden. Dit met de gedachte van "het komt niet goed" of "het komt wel goed".
Dank u wel, Voorzitter. Ik heb nog een heel kleine vraag aan de wethouder. Hoe hebben jullie zelf het hele proces rond de Joost van den Vondellaan ervaren? De ontwikkelingen die er zijn geweest en wat we nu eigenlijk allemaal horen over wat er is gebeurd en wat er beter kan - hebben jullie hier een idee van? Hebben jullie bepaalde zaken geïdentificeerd waarvan jullie zeggen: "Dit kunnen we toepassen"? Bij de zwemlocatie, zijn er dingen waarvan u zegt: "Goh, wat jammer, dat hadden we misschien net iets anders kunnen aanpakken"? Ik probeer even een beeld te krijgen, want ik merk dat dit proces eigenlijk best wel moeizaam is begonnen. Er waren veel onduidelijkheden en pas op een vrij laat moment kwam er veel informatie binnen, waardoor er duidelijkheid voor de inwoners ontstond. En ik zoek eigenlijk een manier om te voorkomen dat zoiets nog een keer gebeurt. Nou?
Ik deel uw conclusie niet zoals u die nu samenvat. Er is immers een proces geweest, nietwaar? Wat ik heb aangegeven over Woongoed is dat zij wel degelijk met heel veel omwonenden hebben gesproken, in eerste instantie ook met de huisarts. Er is ook van alles aangepast aan het gebouw. Maar dat er geen fijne sfeer was en dat er veel argwaan bestond, en een situatie waarin het gevoel heerste dat men aan beide kanten niet serieus genomen werd of als lastig werd weggezet, dat kan ik wel bevestigen. Die bevestiging geven we ook nadat we dat met elkaar hebben besproken, met de hulp van de heer Bontenbal, en dat was ook een goed gesprek om dat uit te spreken. Ja, zo heet hij inderdaad.
Wat het mij persoonlijk heeft geleerd, is dat de sfeer en de metacommunicatie wel degelijk aspecten zijn waarover je met elkaar echt het gesprek moet aangaan. Met de hulp van een externe voorzitter kan dat heel goed. Het kan niet altijd, maar in deze situatie heeft het goed geholpen. Dat heb ik ter harte genomen. Ik denk dat bij toekomstige processen, die natuurlijk altijd moeilijk zijn met veel zorgen, belangen en boosheid, je toch op tafel moet krijgen wat er speelt en wat we nodig hebben om een besluit te nemen. Dat is een route waarbij je met elkaar goed de discussie kunt voeren en de degens kunt kruisen. Dat is sowieso iets wat we met elkaar moeten doen.
Dank u, Voorzitter. U heeft zojuist een uitgebreid betoog gehouden over het feit dat het proces met betrekking tot het zandterrein al geruime tijd gaande is en dat er participatie heeft plaatsgevonden. U stelt dat de omwonenden zijn gehoord. Echter, ik zie dat Van der Kolk, die nu niet slechts in mijn ooghoek maar recht in mijn gezichtsveld staat, zijn hoofd schudt. Niet heel fanatiek, meer uit beschaafdheid, denk ik. Maar wat klopt er dan niet aan het verhaal van de wethouder?
Maar het gaat echt over een ander dossier, dus ik wil die wel gescheiden houden. Ik snap dat er een overlap is omdat het in dezelfde wijk is, maar ik zou dat hier vanavond niet willen bespreken. Ik denk dat wij wel de middelen weten om de heer Van der Kolk bij te staan in zijn vragen die hij heeft richting de wethouder, maar dat zou ik nu hier buiten willen houden. De andere raadsleden vragen de heer Vis van Klinie Nieuw Democratisch Zeist, ik...
Ik neem aan dat ik de laatste ben, voorzitter, en ik wilde de ernst van de betogen van vanavond enigszins afzwakken door de volgende vraag te stellen: op pagina 3 van het raadsvoorstel, in de derde alinea van onder, staat dat de verschillende doelgroepen meer gespreid in het gebouw worden gesitueerd. Wat wordt daar nu precies mee bedoeld?
Ja, bij de ingang staat altijd een grote pot verf. Het gaat erom dat er vier woonlagen zijn en je kunt zeggen dat de bewoners van het Leger des Heils de onderste twee woonlagen bezetten, terwijl de rest van de bewoners de twee bovenste woonlagen inneemt. Of je kunt zeggen dat we alle bewoners van het Leger des Heils en van de woongroepen, evenals de reguliere woningzoekenden of huurders, gemengd door elkaar huisvesten. Dit betekent dat de bewoning gespikkeld is, dus niet geconcentreerd op één verdieping, maar verdeeld over verschillende woonlagen. Dat is het principe van gespikkeld wonen, denk ik.
Een pot verf zou bij de ingang staan. Maar als mensen gekenmerkt zouden worden, zou ik dat zeer kwalijk hebben gevonden. Dank voor de toelichting. Ik...
Wetende dat u, voorzitter, net hebt aangegeven dat de zalm niet op de agenda staat, ga ik toch een vraag stellen in relatie tot de vraag van dokter Van Kuppeveld. De wethouder gaf heel duidelijk aan dat er op die locatie, vooral vanwege de olieverontreiniging, veel moest gebeuren. Voor zover ik weet, bestaat er op die locatie een verhouding van sociale huurwoningen van 40% en zijn de panden van Humanitas niet per se de best renderende vastgoedoplossingen. Ik kan me niet voorstellen dat een huisartsenpraktijk daar anders in rendeert, dus ik vraag me af in hoeverre dat nog meegenomen kan worden. Dat was eigenlijk de vraag. Er wordt een woonzorgvisie opgesteld. Bij de zalm is al een traject gelopen, maar voor zover ik me kan herinneren, was dat niet heel intensief. Voor zover ik weet, is er vanuit de Raad nog niets besloten en is het volgens mij een interessante locatie. Ik hoor hier een duidelijke oproep.
Ja, ik heb de oproep ook gehoord en het is niet voor dovemansoren geweest. In hoeverre het echt meegenomen kan worden, kan ik echter niet toezeggen. Schriftelijk kan ik het ook niet bevestigen, want ik... Ik heb wel de intentie om ernaar te kijken of er nog iets mee te doen is, of dat er nog een aanvulling of aanpassing mogelijk is. Ja, dan...
Ik kijk naar het brons. Volgens mij zijn we ook rond. Dan rest mij nog de vraag of u een debat wilt over dit onderwerp. En dat lijkt niet het geval te zijn. Dat betekent dat dit raadsvoorstel naar de raadsvergadering van dinsdag 12 [vervolg van de datum ontbreekt] zal gaan.