Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Laten we beginnen met PR 23.019, een brief van een inwoner van Zeist over de plannen voor het hof en het parkeren in de Vogelwijk. Harry van Kippersluis van Zeister Belang ontvangt graag een toelichting of een inkijk in de gang van zaken. Ja, ja, ja, even voor de bandopname: het winderige geluid dat u hoorde, was afkomstig van een stoel en niet van een van de raadsleden of de heer Fluitman in het bijzonder. Goed, de brief, de beantwoording van de brief van de Zeistenaar, want ik keek naar wethouder Kas Willig. Ja.
Voorzitter, dank u wel. Ja, het project Peterhof valt in deze periode onder mijn collega Hoogstraat. Ik had het de vorige periode onder mijn hoede en heb toen ook het gesprek gevoerd met de briefschrijver en de inwoners. Toen is dit gebied eigenlijk niet ter sprake gekomen. Dat is pas later gebeurd en wat nu gebeurt, is dat de plannen, zoals die oorspronkelijk bedoeld waren en zoals die ook altijd al in de plannen zaten, namelijk dat er langs die weg langsparkeren gerealiseerd wordt, nu ook daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. Tot die tijd was er een tijdelijke situatie met stelconplaten, waardoor er horizontaal aan de ene kant geparkeerd kon worden. Het is echter altijd al de bedoeling geweest om het parkeren zo in te richten zoals het nu ingericht gaat worden, dus ook al voordat de briefschrijver daar zelf ging wonen. Dus in feite voeren wij gewoon het beleid uit dat destijds, zij het wat warrig, door de Raad met betrekking tot de omvorming van de Vogelwijk is afgesproken. Dat wordt nu uitgevoerd. Ik weet uit de vorige periode dat we in het kader van Vredenhof echt hebben gezocht naar hoe we de opgelegde parkeernorm konden uitvoeren. Nou, dat is uiteindelijk gelukt. Dus het feit dat deze brief suggereert dat we deze parkeerplaatsen aanleggen omdat elders niet volgens afspraak geparkeerd wordt, is onjuist. De parkeerplaatsen die nu aangelegd worden, hebben altijd op deze manier in het plan gezeten.
Ik ben helemaal vergeten aan te geven dat er op dit punt ook een vraag van Gerard van Vliet is. Maar ik denk dat het goed is als Hanny van Kippersluis eerst reageert. En dan komen we bij de vraag van Gerrit van Vliet, Harry van Kippengaas, ja.
Ja, dank u wel, voorzitter, en dank voor de beantwoording. Waar ik even naar op zoek ben, is hoe het ontstaan is dat er blijkbaar bij de bewoner een beeld leeft alsof er op de Gruttolaan op het eigen terrein geparkeerd zou moeten worden in plaats van op de openbare parkeerplaatsen. Want ik denk dat daar juist de miscommunicatie zit, of tenminste dat de namen verschillen en of dat duidelijk gecommuniceerd is naar de bewoners toe.
Ja, het klopt wat de briefschrijvers schrijven: op de Gruttolaan was het de bedoeling dat mensen op eigen terrein zouden parkeren. Dat betekende eigenlijk dat het kleine tuintje dat er was, werd opgeofferd aan parkeren om aan de toenmalige parkeernorm te voldoen. Nu blijkt dat de bewoners dit niet doen en dat de plek die bedoeld is voor parkeren in het Kerkenbos, bijvoorbeeld, ook bij het tuintje wordt getrokken. Men moet echter niet denken dat ze nu opeens een hele grote tuin hebben; het blijven kleine tuintjes. Dus dat klopt. Alleen is het niet juist dat, omdat zij dat doen, deze parkeerplaatsen worden aangelegd, wat de brief suggereert.
De wethouder reageerde op de vraag van Gerard van Vliet van GroenLinks, die betrekking had op de toch al beperkte beschikbare ruimte. Hij vroeg zich af of zo'n stuk grond ook niet voor een andere doelstelling of een ander gebruik zou kunnen dienen, bijvoorbeeld als een plek voor tiny houses of een kinderspeelplaats. Samengevat, dat was de vraag van Gerard.
Ja, ik heb inderdaad al deels een antwoord van de wethouder ontvangen. De resterende vraag is dan eigenlijk nog of het niet zonde is dat er in het gebied achter de Kievitlaan en de Roerdomplaan een vrij grote open ruimte is die, volgens de brief, nauwelijks wordt gebruikt. Is het niet zonde dat deze ruimte weinig benut wordt, terwijl er op andere plekken parkeerplaatsen worden aangelegd?
Ja, de plek die benoemd wordt, is volgens mij gewoon conform de parkeernormen; het zijn de parkeerplekken die we nodig hebben. Ik durf ook niet te zeggen of ze nou heel intensief of extensief gebruikt worden. In mijn beleving worden ze gewoon gebruikt. Wat wel zo is, is dat bij het appartementencomplex dat in het park Vredehof gebouwd wordt, er in de planning een groot groen gazon voorzien is. Ik kan me voorstellen dat we, met de inzichten die we nu hebben, daar geen gazon van maken, maar bijvoorbeeld kiezen voor bloemrijk graszaad. Dus om toch een beetje in uw richting te denken: we zijn bij de Geffense Laan volop bezig om gazon om te vormen tot bloemrijk grasland. Ik kan me voorstellen dat dit ook in dit gebied gaat gebeuren. Maar nogmaals, volgens mij hebben we de parkeerplekken in de Vogelbuurt hard nodig voor parkeren en dan zeg ik ook helaas, maar het is wel zo dat parkeervakken opheffen terwijl ze nodig zijn, problemen creëert.
Ja, voor dit moment is dat voldoende. Ik ervaar zelf dat er, als ik daar soms ben, ook best wel parkeerplekken bij die ruimte zijn. Maar goed, je hebt natuurlijk de parkeernormen, en dus moeten we daar misschien nog eens goed naar kijken. Ja.
Kasper, kijk, wellicht hebben we iets soortgelijks in Nijenheim gedaan. Daar hebben we bepaalde parkeervakken die weinig gebruikt werden en ook niet heel centraal lagen, omgevormd tot groen. Dit in het kader van de operatie Steenbreek. Dus ik kan me voorstellen dat we op die achtergelegen plek nog eens goed kijken of het nodig is dat we alle parkeervakken behouden. Of kunnen we daar wat groen plaatsen en ze omvormen tot groengebieden?
Ja, dank je. Ik denk dat we bij wethouder Catsburg blijven, hè? Wat betreft de Azië-vragen van twee van onze leden: Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist heeft een aantal vragen die, denk ik, niet zinvol zijn om te proberen samen te vatten. Ik geef je zo dadelijk het woord, en ook Esther kan Jan Bredius misschien kort toelichten.
Kortom, de vraag in lijn 5 is net zo cryptisch als de vraag waarover het gaat. Misschien moet ik hem even voorleggen, tenzij dat niet nodig is. Maar het gaat erom dat juist voor een controleorgaan zoals de Raad, de professionele controle door de accountant binnen het toetsingskader onmisbaar is. Het AB staat daar achter, maar dan moet het college wel zijn werk doen. Niet dat dit conceptjaarverslag te veel voorbehouden maakt, nu een accountantsverklaring niet is opgenomen. En de rechtmatigheidsverantwoording is daardoor incompleet. Vervolgens gaat de vraag verder over een ander onderdeel, namelijk over wat de accountant in rekening brengt. Meer dan de begroting, waardoor er sprake is van een begrotingsoverschrijding. De vraag is waar dat aan ligt. Dat is de totale tekst die helaas is weggevallen.
Voor nadere toelichting kunt u terecht bij Jan Bredius. Er is ook een vraag van Esther vanuit het standpunt van Zeist. Ik wil dit graag nog verder toelichten. Hartelijk dank.
Catsburg, ja, met uw permissie, voor de luisteraars, voorzitter. Misschien is het toch goed om kort even de vraag te benoemen, zodat ze ook weten waar het antwoord op slaat, want anders is het misschien ook niet handig. Nou, de eerste vraag gaat over de verdeling van een voor u onduidelijk stukje tekst: wat staat er nou eigenlijk? Dat heeft te maken met begroting, realisatie en datgene wat gemeentes daadwerkelijk aan voorschot hebben betaald. Nou, eigenlijk staat er niets anders dan dat er verschillen zijn tussen datgene wat begroot is en wat gerealiseerd is, en datgene wat uiteindelijk definitief betaald is door de gemeentes als voorschot, en ook de realisatie. Daaruit volgt dat er een overschot is. Dat betekent dat we dus inderdaad vanuit de AVU geld terugkrijgen, en dat is een vraag van de heer Bree. Die is al zowel door mevrouw Kant als door mij beantwoord, en dat zal, afhankelijk van de aanvulling, hetzij positief, hetzij negatief worden verrekend via de jaarrekening van de RMN. En vervolgens worden eventuele overschotten of tekorten in Zeist verrekend met de egalisatiereserve. Dus dat betekent niet direct een teruggave richting onze inwoners, maar dat gaat in de egalisatiereserve om eventueel toekomstige tekorten te kunnen egaliseren, zodat ook tekorten, zeg maar, niet direct onze inwoners raken. Dat heb ik, denk ik, bij vraag twee in ieder geval van de heer Bredius ook beantwoord, en volgens mij betreft vraag twee ook mevrouw Kant.
Dan vraag drie: de heer Bredius vergelijkt Zeist met Veenendaal en zegt: "Joh, Veenendaal doet het zoveel beter dan wij. Wij krijgen alleen maar meer afval, terwijl Veenendaal minder afval krijgt." Op zich ben ik wel blij met uw vergelijking met Veenendaal, want het is natuurlijk een gemeente die al heel lang gescheiden afval inzamelt en in 2016, meen ik, diftar heeft ingevoerd. En dan zie je dat die twee maatregelen een enorm effect hebben op het aantal kilo's restafval dat wordt opgehaald. Dat is echt behoorlijk gedaald, en daarin verschillen Zeist en Veenendaal wel behoorlijk van elkaar. De dorpen zijn natuurlijk niet helemaal vergelijkbaar, maar de cijfers die u vergelijkt, dat zijn de begrotingscijfers en de werkelijke cijfers. Als je kijkt naar de werkelijke cijfers van 2021 ten opzichte van 2022, dan zie je dat we in Zeist qua brandbaar afval - u verwijst overigens naar tabel 1.8 van het stuk - in 2022 1389 ton minder afval hebben verbrand dan het jaar daarvoor. En als je kijkt naar 2020, dan zien we een afname van 2600 ton brandbaar afval over de afgelopen twee jaar, dus je ziet dat de route die wij zijn ingeslagen naar gescheiden afval wel degelijk effect heeft en dat er echt fors minder brandbaar afval is. Maar dat is als je de werkelijke cijfers vergelijkt en niet de begrote cijfers, en dat verschil met de begrotingscijfers zit hem vooral daarin dat we natuurlijk de begroting van de AVU, die loopt ongeveer anderhalf tot twee jaar voor op het begrotingsjaar. En toen dachten we nog dat we gescheiden inzamelen eerder zouden hebben ingevoerd dan we verwacht hadden. Het is in 2022 volledig uitgerold in Zeist en op basis van de eerste resultaten zien we een afname in Zeist, en verwachten wij uiteindelijk van zo'n 25% brandbaar restafval dat we uiteindelijk minder gaan ophalen, dus in die zin zitten we in een goede flow.
Dat was vraag drie. Waarom wordt de verbrandingsbelasting niet apart vermeld, aangezien het toch een forse impact heeft op het tarief? Uiteindelijk een goede opmerking. Ik heb even teruggekeken in eerdere AVU-rekeningen. Daar stond hij wel vermeld, hetzij wat impliciet. Namelijk, dan moest je hem zelf uitrekenen. Maar we hebben dit aan de AVU meegegeven. Op zich een goede suggestie om dat voortaan wel mee te nemen voor uw informatie. De verbrandingsbelasting, dat heet officieel de afvalstoffenbelasting, die was afgelopen jaar €33,58 per ton. Voor dit jaar, 2023, is die weer met ruim €2 gestegen naar €35,70. En om even het verschil te zien: in 2018 was die nog maar €13,21. Dus daar zie je een forse toename. En nog even daarop toevoegen: we krijgen straks ook te maken met de CO2-heffing. En mede naar aanleiding van uw vraag lijkt het me ook handig dat we straks die CO2-heffing ook gewoon helder communiceren over wat dat voor effecten heeft op de kosten.
Tussendoor: omdat ik die heffing heb gezien, ken ik ook die bedragen. Ze worden ook vermeld in het jaarverslag, maar voor mij is het juist belangrijk dat er onderscheid wordt gemaakt. Zo zie je duidelijk wat de belasting is en wat de kosten zijn, en op die manier kun je de jaarrekening veel beter lezen.
De wethouder heeft een goede suggestie gedaan. Vervolgens heeft de heer Bredius hier inderdaad een toelichting op de jaarrekening gegeven. Dit is een standaardprocedure. Elk jaar sturen we de jaarrekening naar de raad, nog voordat de accountant zijn goedkeuring heeft gegeven. Het Algemeen Bestuur (AB) doet dit ook, maar dan onder voorbehoud van de goedkeuring van de accountant. Zodra de accountant zijn goedkeuring heeft gegeven, stelt het AB de jaarrekening definitief vast. De gemeenten hebben echter de informatie uit de jaarrekening nodig om hun eigen jaarrekening te kunnen opstellen. Als we wachten op de goedgekeurde jaarrekening van de AVU, dan zijn we te laat om de gegevens mee te nemen in onze eigen begroting. Dat is de reden waarom het stuk nu voorligt. De ervaring van de afgelopen jaren laat zien dat er heel weinig afwijkingen zijn ten opzichte van het concept dat nu ter inzage ligt.
De vraag is met name gesteld omdat er iets in de systematiek veranderd is. Namelijk, net als bij onze gemeente, is er nu een rechtmatigheidsverantwoording. Daaruit volgt ook dat de accountant een andere taak krijgt. Dan is het goed als de raad daar eerder kennis van neemt. De toezegging dat er weinig veranderd is of dat het zelfs beter is, is prima. Maar de raad moet als controleorgaan voor zoiets belangrijks toch echt de vinger aan de pols kunnen houden.
Dan is de vraag: waarom kan die accountantsverklaring niet gewoon meegestuurd worden of eerder plaatsvinden? We hebben gezien dat de kosten omhoog zijn gegaan, hè? Met een bedrag van € 4.000. Zo zien we ook in de jaarrekening; dus daar gaan de kosten niet aan op. De vraag is: waarom kan niet met voortvarendheid de controle van de accountant toegevoegd worden aan de jaarrekening? Catsburg, ja.
Een accountant heeft ook zijn eigen planning, en als kleine organisatie zijn wij bij AVU in ieder geval niet in de positie om een accountant te dwingen om eerder een accountantsverklaring af te geven. Sterker nog, wij zijn ontzettend blij dat we überhaupt nog een accountant hebben, wat in de overheidssector een zeldzaamheid is. Het is lastig om een goede accountant te vinden. Maar u heeft gelijk wat betreft de extra kosten. Die zijn onder andere te wijten aan de rechtmatigheidsverklaring en de extra controles die de accountant moet uitvoeren. In die zin zijn we afhankelijk van de accountant, en ik moet zeggen dat deze tot nu toe wat ons betreft altijd redelijk op tijd is geweest, en altijd ruim voor april hebben we over het algemeen de definitieve accountantsverklaring binnen. Dat is, gezien de situatie, op zich een prima tijdlijn. Eerder zou beter zijn, maar we kunnen het niet afdwingen.
Wat betreft vraag 6, over hoe het AB-lid verantwoording aan het college heeft afgelegd: dat doe ik eigenlijk op dezelfde manier als ik dat naar u toe doe, namelijk gewoon door de P&C-cyclus met het college te bespreken en de stukken in het college te behandelen. Dus dat gaat op die manier.
Jan Bredius merkte op: "Ik heb het niet in de besluitenlijst gevonden. Misschien heb ik niet goed gezocht, maar ik heb het niet in de besluitenlijst van het college gezien. Dus het kan zijn dat er geen besluit is genomen, maar dat er alleen een mondelinge toelichting is geweest dat het wel op de agenda staat."
Dan zijn dat die straks ben ik even kwijt van nu wel of niet nu besproken, maar hij komt definitief in
Deze zin is erg verwarrend en lijkt een reeks losse fragmenten te bevatten die niet logisch met elkaar verbonden zijn. Om de zin grammaticaal correct te maken, moeten we de intentie van de spreker begrijpen en de zin opnieuw formuleren. Hier is een poging om de zin te herschrijven op basis van een mogelijke interpretatie:
"Dan zijn er die onderwerpen die ik straks misschien even kwijt ben, of we die nu wel of niet hebben besproken, maar hij komt er definitief in."
Let op dat deze herformulering een interpretatie is en dat de oorspronkelijke bedoeling van de spreker niet duidelijk is. Als de context anders is, kan de zin op een andere manier gecorrigeerd worden.
Laten we even kijken. Dan zijn we door de vragen van de heer Bredius heen, en nu de vragen van Esther Kant van Sijns punt over Remondis, toch? Gaat het over de aanbesteding of het contract met Remondis dat aan het eind van het jaar afloopt? Je zag nergens dat er een nieuwe aanbesteding gaat komen. Dat klopt, het is de bedoeling om geen nieuwe aanbesteding te doen, maar om bij Remondis na te gaan of ze het huidige contract met twee tot drie jaar willen verlengen. We doen dit omdat Remondis wordt ingeschakeld voor het ophalen van oud papier, voornamelijk bij verenigingen en stichtingen. En eigenlijk is er niemand in de markt die dat ook wil doen. Dus we zijn nu vanuit de AVI bezig om concurrenten in de markt aan te schrijven met de boodschap: "Dit is ons voornemen om met Remondis te kijken of we kunnen verlengen en dat we dus geen aanbesteding doen. Heeft u daar problemen mee? Ja of nee?" Mocht inderdaad een van de partijen, de concurrenten, zeggen: "Hé, maar wij willen graag meedoen," dan zullen we waarschijnlijk de route van aanbesteding alsnog moeten volgen. Maar we verwachten eigenlijk niet dat dat het geval zal zijn.
Bij dit punt had ik nog een vraag van Esther over de bemonstering. Wij laten vier keer per jaar bemonsteren om de controle te houden op de kwaliteit. Per controlepost kost dat € 2.300. Dus het is moeilijk te zeggen. Ik ben er nog niet achter gekomen waarom we dat ooit hebben besloten, maar het kan interessant zijn om te overwegen of dat nog wel nodig is. Waarom zouden wij het vaker doen dan anderen? Dus ik vond het een scherpe vraag die ons in ieder geval weer aan het denken heeft gezet: is het nog wel nodig om dit vier keer per jaar te doen? Jan
Voor nu, hè? Ja, oké, u komt vast nog een keer aan het woord, maar dan gaan we nu naar punt 23, nummer 21: wensen en bedenkingen bij de oprichting van de Stichting Waarborgfonds Veiligheidsregio Hannie van Kippersluis. Zeister Belang vraagt zich af of de optie van eigen risicodrager ook onderzocht is en wat de voor- of nadelen daarvan zijn. Ik zie wethouder Van Dijk naar de microfoon grijpen. Wethouder Van Dijk?
Ja, dat klinkt heel enthousiast. Ik weet niet of dat het geval is, maar ik zal de burgemeester op dit punt even vervangen, want hij is primair verantwoordelijk voor de veiligheidsunie, vanzelfsprekend. Het volledige risico bij de gemeente neerleggen is zeker verkend, maar dat brengt zodanige financiële risico's met zich mee dat het geen goed idee lijkt, in ieder geval niet op dit moment. Dus er wordt wel naar gekeken of dat bijvoorbeeld gefaseerd een oplossing zou kunnen zijn. En als we het daarover hebben, dan hebben we het overigens niet alleen over het niveau van de gemeente, want dat is eigenlijk uitgesloten, gezien de risico's die dat met zich meebrengt. Maar wat wel denkbaar is, is dat je dat met de gezamenlijke veiligheidsregio's op die manier zou kunnen organiseren. Daar wordt dus wel naar gekeken.
Dat was ook de intentie van mijn vraag: voordat het een gezamenlijke gemeenschappelijke regeling zou worden, maar dan in een ander jasje. Mag ik hieruit opmaken dat het per keer wordt onderzocht, of dat het gefaseerd wordt ingevoerd? En waar moet ik aan denken bij de invoering? Gaan we het wellicht gefaseerd invoeren en binnen welke termijn? Wat voor zaken spelen hierbij een rol?
Een termijn durf ik daar niet direct aan te koppelen. Het is meer zo dat dit een serieuze optie is die al verkend is en die op dat moment niet afhankelijk was van de financiële slagkracht van de gezamenlijke veiligheidsregio's. Maar het is wel een aantrekkelijke variant, dus in die zin wordt er ook met het oog op de toekomst naar gekeken. En als dat gebeurt, dan geldt ten eerste dat dit over de veiligheidsregio's heen zal moeten gebeuren en ten tweede dat het, omdat het beide met financiële slagkracht te maken heeft, hoogstwaarschijnlijk gefaseerd ingevoerd zal worden.