- Koos Janssen - Burgemeester
- Ruben Pattiasina - D66
- Walter van Dijk - Wethouder
- Jan Bredius - NieuwDemocratischZeist
- Roy Luca - Seyst.nu
- Hannie van Kippersluis - ZeisterBelang
Zeist zet koers naar een aardgasvrije toekomst: Raad stemt in met dynamische aanpak
In een streven naar een energieneutrale gemeente in 2030, heeft de gemeenteraad van Zeist een belangrijke stap gezet door in te stemmen met de derde fase van het plan om gemeentelijk vastgoed aardgasvrij te maken. Een jaarlijks gesprek over de voortgang en een 'revolving fund' voor verduurzaming zijn sleutelonderdelen van de nieuwe strategie.
Politiekverslaggever Rijk de Bat
ZEIST - De gemeente Zeist heeft een duidelijke boodschap afgegeven: in 2030 moet de gemeente energieneutraal en aardgasvrij zijn. Tijdens een recente raadsvergadering werd dit streven kracht bijgezet door de goedkeuring van een aangepaste aanpak voor het verduurzamen van gemeentelijk vastgoed. De raad stemde in met de derde fase van het traject, die loopt tot 2028, en voegde een jaarlijks gesprek toe om de voortgang te bespreken."Deze ambitie vereist innovatieve oplossingen en een strakke planning," benadrukte wethouder Groen tijdens de vergadering. "We moeten als college, raad en ambtelijke organisatie dicht bij elkaar blijven en samen de vinger aan de pols houden."
Het amendement voor het jaarlijkse gesprek, ingediend door fracties waaronder de PvdA, D66 en GroenLinks, werd breed ondersteund. "We willen als raad bovenop het proces blijven zitten en periodiek kaders kunnen bijstellen om ons doel te realiseren," verklaarde de heer Ruben Pâtissier van de PvdA.
Niet iedereen was overtuigd van de noodzaak van het amendement. "Het is volkomen overbodig," stelde Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist. "De raad wordt al geïnformeerd door de jaarlijkse investeringskredieten die aangevraagd moeten worden."
Desondanks werd het amendement met een ruime meerderheid aangenomen, met 28 stemmen voor en slechts 3 tegen. De motie voor het opzetten van een 'revolving fund' om de verduurzaming van vastgoed te ondersteunen, zal in een volgende vergadering besproken worden.
De gemeente Zeist benadrukt het belang van samenwerking en communicatie met alle betrokkenen en zal de voortgang van het project nauwgezet evalueren. Met de stijgende energiekosten en beperkte ambtelijke capaciteit in het achterhoofd, blijft de gemeente zoeken naar efficiënte en haalbare manieren om haar duurzame doelstellingen te bereiken.
Samenvatting van het voorstel
Samenvatting:
De gemeente Zeist streeft ernaar om in 2030 energieneutraal en aardgasvrij te zijn. Er is al progressie geboekt, maar tijdens de actualisatie van het duurzame meerjarenonderhoudsplan in 2021 bleek dat extra investeringen nodig zijn. Daarnaast is er een congestie op het elektriciteitsnet, waardoor tot 2028 geen nieuwe grootverbruikersaansluitingen mogelijk zijn. Dit heeft geleid tot een aangepaste aanpak voor het aardgasvrij maken van gemeentelijk vastgoed.
Het raadsvoorstel presenteert de derde fase (2024-2028) van dit traject, waarbij jaarlijks investeringskredieten worden aangevraagd om flexibel te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden. In 2028 zal een voorstel voor de vierde en laatste fase (2029-2030) worden gepresenteerd. De gemeente Zeist heeft al enkele gebouwen aardgasvrij gemaakt en zal dit proces voortzetten, rekening houdend met natuurlijke vervangingsmomenten en subsidiemogelijkheden.
Het raadsbesluit van 29 juni 2023 stemt in met de opzet van fase 3 en voegt een jaarlijks gesprek met de raad toe over de voortgang van de verduurzaming. Een amendement voor dit jaarlijkse gesprek is aangenomen. Daarnaast is een motie aangenomen die het college verzoekt een voorstel te doen voor het gebruik van een 'revolving fund' om de verduurzaming van gemeentelijk en maatschappelijk vastgoed te ondersteunen.
De gemeente Zeist benadrukt het belang van samenwerking, participatie en communicatie met betrokkenen en zal de voortgang van het project evalueren. De financiële aspecten van de derde fase worden jaarlijks beoordeeld, en de gemeente houdt rekening met de stijgende energiekosten en de beperkte ambtelijke capaciteit.