Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
En nu hebben we de eerste termijn. Dit is de reactie van B en W op de algemene beschouwingen, zoals die zijn uitgesproken door de respectievelijke fractievoorzitters. We zullen dit doen in de volgorde waarbij de wethouder van Financiën, als eerste, het woord zal voeren. Daarna volgen wethouder Hoogstraten, wethouder Welting, wethouder Catsburg, en ik zal zelf de rij van de zijde van B en W sluiten. Vervolgens zal de plaatsvervangend voorzitter van de Raad, de heer Van Ginkel, dit deel voorzitten. Het is fijn dat dit zo kan. Bent u er klaar voor? Ja? Dan geef ik graag het woord aan wethouder Walter van Dijk. Fijne avond. Gaat het goed?
Ja, dat is een bekend gezicht, althans voor mij. Mooi, dank voorzitter. Ik mag inderdaad aftrappen en laat ik beginnen met een constatering die door een aantal partijen eerder vanavond, of moet ik zeggen vanmiddag, is gemarkeerd. Aan de ene kant is het triviaal, want we weten het, en aan de andere kant niet triviaal, want het heeft impact. Het zijn onzekere tijden. We zijn nog maar net bekomen van een coronacrisis die heel veel heeft betekend voor veel van onze inwoners, veel van onze ondernemers en overigens nog steeds heel veel impact heeft, bijvoorbeeld op jongeren in onze samenleving. En terwijl we daar nog van aan het herstellen zijn, is de volgende crisis alweer op ons pad gekomen. Of beter gezegd, op het pad van onze inwoners en onze ondernemers. En eigenlijk zijn dat ook nog verschillende crises. De inflatie giert omhoog. We hebben een energiecrisis die zaken beïnvloedt, en die elkaar ook nog eens beïnvloeden, en al met al leidt dat tot heel veel onzekerheid, nogmaals, vooral voor onze inwoners. En de overheid is een deel van de oplossing. Dat is het goede nieuws. Daarom zitten we hier vanavond met elkaar en praten we daarover, en de lokale overheid in het bijzonder, want wij zijn in nauwe samenspraak, in goed contact met onze inwoners en onze ondernemers, en kunnen langs die weg ook helpen. Maar tegelijkertijd ook wel in die volgorde. Dat hebben we ook in de raadsinformatiebrief, die eerder vandaag is verstuurd naar u, geprobeerd duidelijk aan te geven dat datgene wat wij lokaal doen, echt gezien moet worden als aanvullend ten opzichte van datgene wat er landelijk allemaal plaatsvindt. Uiteindelijk is het een overheid, dat voelt dan niet altijd voor iedereen zo, ook al omdat er nou eenmaal een zekere volgordelijkheid in zit. Maar zo zien we het, dus er komen op dit moment allerlei zaken vanuit het rijk op ons af, op onze inwoners af. En ja, als lokale overheid, als gemeente, proberen we daar zo goed mogelijk aanvullend op te acteren. Dat is de kernboodschap vanuit die raadsinformatiebrief. Een andere kernboodschap is natuurlijk dat we die goede verbinding met de samenleving proberen te vinden, proberen te houden en alert proberen in te spelen op de knooppunten die zich voordoen. En dat is niet eenvoudig, want die knooppunten zitten niet altijd waar je ze zou verwachten. Die zitten niet altijd per se bij de minima, terwijl we wel geneigd zijn om daar in eerste instantie naar te kijken. En dat is altijd goed, want vaak zitten knooppunten daar ook, alleen daar zitten ze niet exclusief in dit geval, zeker als het gaat om die inflatie en die energiecrisis. Het gaat er vaak veel meer om in wat voor huis je woont, hoe goed dat huis wel of niet geïsoleerd is, wat voor contract, wat voor energiecontract je wel of niet hebt, en dat soort variabelen. Ja, daar hebben we geen kennis van. Wij weten niet welke inwoners in die zin op dit moment wel of niet geraakt worden. Wij weten niet welke ondernemers in die zin in welke mate geraakt worden, en vandaar dat het zo van belang is om als gemeente via onze netwerken in contact te zijn met die samenleving en in die zin, nou ja, goed zicht te krijgen de komende tijd en op, nou zeg maar, waar die knelpunten ontstaan en vervolgens daar zo alert mogelijk op in te spelen. En dat zullen we ook doen. Dat heeft u gezien, dat dat eigenlijk ook onze aanpak was ten tijde van corona. Dat is ook geëvalueerd samen met de raad, want onze eerste twee coronapakketten zijn geëvalueerd. En we zien daar veel parallellen, vooral in de zin van die verbinding, vooral in de zin van aanvullend ten opzichte van het rijk, datgene doen wat nodig is, ook al omdat wij, zoals gezegd, heel dicht tegen de inwoners en de ondernemers aan zitten en zouden moeten kennen. Anders doen we ons werk niet goed. Daar bent u ook als raad onderdeel van, en langs die weg zouden we echt moeten weten wat er speelt. En kunnen we daarop inspelen. En dat laatste veronderstelt natuurlijk ook wel dat je daar de middelen voor hebt. En daar is het goede nieuws dat we twee jaar geleden in feite heel proactief zijn geweest. Nota bene eigenlijk in die coronacrisis, dat wij ambtelijk best wel ingrijpende heroverwegingen hebben gehad die tot miljoenen aan structurele bezuinigingen hebben geleid. Dat we daarna het jaar daarna de inwonersadviescommissie hebben gehad, waarbij een behoorlijk aantal inwoners met ons hebben meegedacht over de vraag hoe we die begroting, die door dat moment heel anders uitzag dan op dit moment, in balans konden krijgen en in feite plukken we daar nu de vruchten van en zien we dat we nu, nou ja, zeker als je het vergelijkt met andere gemeentes in het land, of ik heb vooral ook zicht op wat er in de omgeving, in de directe omgeving gebeurt, omliggende gemeentes, dan staat Zeist er gewoon heel goed voor. En als we dan weten dat de inwoners geraakt worden door die crises die op ons afkomen, dan is het fijn om te weten dat we ook de middelen hebben om daarmee om te kunnen gaan, om hen wat dat betreft daar te kunnen helpen, waar dat in onze financiële ruimte ligt. En die financiële ruimte, voor de goede orde, is niet onbeperkt, is relatief ten opzichte van wat het rijk doet, maar het zijn wel forse bedragen. In de begroting voor 2023 ziet u bijvoorbeeld twee keer een stelpost opgenomen, gekoppeld aan inflatie van 3 miljoen euro. Dat zijn heel forse bedragen. We hebben een flink overschot in het perspectief waar we op dit moment nog geen bestemming aan geven, precies om deze reden, om middelen achter de hand te hebben om alert in te kunnen spelen op knooppunten die zich zeker gaan voordoen. En ja, laten we ons ook bewust zijn van het feit dat we nog wat bedreigingen op ons af zien komen. Een aantal zijn vanavond al genoemd. D66 benoemde met name die hoge inflatie die impact gaat hebben, maar in welke mate zullen we moeten afwachten. Maar we moeten daarop voorbereid zijn en op anticiperen in financiële zin. De herverdeling van het gemeentefonds is een belangrijke, dat gaat gebeuren. Daar hebben we in de begroting rekening mee gehouden, maar niet voor de volle omvang, met name omdat dat nog onzeker is. Die duidelijkheid gaan we pas over enige tijd krijgen. Dus wij nemen daar nu in zekere zin een voorschot op door rekening te houden met een andere uitkomst van die herverdeling, maar niet voor het volledige risico. En dat risico, dat is er wel en dat is ook heel fors. Dan hebben we het over miljoenen euro's in potentie. Nou, iets soortgelijks speelt met de groei van uitgaven in het sociaal domein. Daar doen we van alles aan. We hebben een programma sociaal in balans om op het gebied van datasturing meer zicht te krijgen op ontwikkelingen in het sociaal domein, zowel aan de kant van de jeugdzorg als aan de kant van de Wmo. Later deze week is daar een sessie over met de raad, en twee weken geleden eveneens. Die factsheets maken daar onderdeel van uit. Dat geeft allemaal meer grip, maar neemt allemaal niet weg dat er onderliggend ontwikkelingen zijn, vergrijzing bijvoorbeeld, maar ik noemde net ook corona als het gaat om bijvoorbeeld jeugdzorg, die bijna een autonoom karakter hebben. Daar doe je niet zo heel veel aan en die maken dat de kosten de komende jaren gewoon gaan stijgen. En dat moeten we misschien ook niet heel erg vinden. Het gaat uiteindelijk om de kwaliteit van de zorg. Tenslotte, en tenslotte vanavond nog niet echt naar voren gekomen, maar ik denk ik markeer het hier toch nog maar even, we hebben een contract als gemeente met een leverancier van ons gas en dat contract loopt af. Het leek er even op dat we dat al een paar maanden eerder moesten ontbinden op instigatie van het rijk. Dat is uiteindelijk ingetrokken, maar dat neemt niet weg dat het contract afloopt per 31 december dit jaar. Dat we dat niet kunnen verlengen. Dat er op dit moment een aanbesteding loopt in de regio, we doen het samen met een aantal andere gemeenten, en als je kijkt naar de marktprijzen, dan is één ding zeker. Dat nieuwe contract gaat heel veel meer geld kosten. Ook dan heb ik het niet over tonnen, maar we hebben het over miljoenen. We kunnen op dit moment niet voldoende concreet maken om het mee te nemen in de begroting voor 2023, maar wel van belang om het hier nog even te markeren. Nou goed, als college en als raad maken we voortdurend keuzes die onze inwoners raken, zoals gezegd, en dat werk kunnen we alleen goed doen als we in nauwe verbinding staan met onze inwoners en ondernemers. En dat heb ik vanavond in heel veel van de bijdragen gehoord en dat is fijn om te horen. En dat gaat niet alleen om ons als college en om u als raad. Het gaat ook heel nadrukkelijk om de ambtelijke organisatie, die met bijvoorbeeld al die maatschappelijke organisaties in nauw contact is. Voorzitter, in veel bijdragen vanuit de fracties hoorden we waardering voor deze begroting, voor de cijfers die zinnen natuurlijk goed uit. Dat noemde ik al, relatief ten opzichte van andere gemeenten, maar met name ook waar het gaat om de vorm, die opzet met beleidsindicatoren die op inhoud laten zien, ik zie Jan glimlachen, hoe het ervoor staat in de tijd dat we eerder niet of minder direct lieten zien, maar ook hoe het ervoor staat ten opzichte van andere vergelijkbare gemeenten. Dat blijkt te werken om meer inzicht te geven in of het goed gaat of niet goed gaat op een beleidsterrein. We zijn er nog lang niet. Dit is pas een eerste aanzet, gebaseerd op die wettelijke set van beleidscriteria. Die gaan we maar tegen het licht houden, samen, ik zei criteria, bedoel indicatoren, in samenspraak met de auditcommissie, dus dat wordt verder doorgezet. En ik zou hier nog over willen zeggen dat de complimenten daarvoor met name, en dat is ook wel zo naar voren gebracht, dus ik herhaal dat, die zijn met name gericht, althans dat zou zo moeten zijn, aan de ambtenaren die hieraan trekken. En dat zijn niet alleen de ambtenaren die op de tribune zitten, die trekken die kar weliswaar en zijn misschien in eerste instantie daar degenen van die dit goede werk op gang hebben gebracht en zullen voortzetten. Maar eigenlijk is dit iets wat het hele gemeentelijke apparaat raakt, dus de hele opzet. En dat geldt niet alleen voor de begroting. Dat geldt zo meteen ook bij iedere bestuursrapportage weer, een beleidsrapportage, onderdeel vanuit maakt, die hele P en C cyclus is in die zin op dit moment in beweging om het deze kant op te krijgen. Minder gericht op de cijfers, meer gericht op hoe gaat het met de inhoud? En dat maakt ook dat de hele organisatie daarmee bezig is. Leek me goed om dat nog even te benoemen, maar we voelen in ieder geval veel steun om langs die lijn verder te werken als college. Nou, er zijn veel vragen over de wijze waarop invulling gegeven wordt aan de lastenverlichting. In het raadsvoorstel is al aangegeven dat we daar iets meer tijd voor nodig hebben, dus dat lukt niet om daarvoor een voorstel klaar te hebben bij de raad van 8 november. Dat wordt de raad van december en we hebben daar wel beelden bij. Het lijkt me niet zo productief om die in al te veel detail op dit moment te delen, maar alles wat daar vanavond over gezegd is, nemen we daarin mee. Herkennen we overigens ook, dus we gaan ervan uit dat we daar ergens de komende paar weken met een voorstel uw kant op kunnen komen. En nou ja, de signalen die u heeft meegegeven, Partij van de Arbeid, bijvoorbeeld over middeninkomens, die hebben we goed verstaan. Meerdere fracties hebben ook de weerstandsratio en het weerstandsvermogen genoemd, belang om langs die weg op risico's te sturen wordt onderkend vanuit de raad. Nou, dat is mooi, want dat zien wij ook als zodanig, ook de keuze die in de begroting zichtbaar is om met een aantal dotaties aan het weerstandsvermogen uiteindelijk op een ratio van 1,2 uit te komen, daar proeven we steun voor. Daar zitten we op dit moment nog niet. Zij is het belang gaat nog wat verder, die bleek te denken dat de afspraak is 1,5. Onze beleving is het 1,2, dus daar werken we naartoe. Maar die twee stortingen van nee, 1,0 is de signaalwaarde, 1,2 is wat de raad eerder heeft uitgesproken als ambitie en 1,5 is uw ambitie en dat mag en dat is mooi, maar dat zou een hoger bedrag dan die 7 ton betekenen. We houden het op dit moment even bij die 7 ton, maar als u het anders wilt, dan weet u ook dat middelen ter beschikking staan om het die kant op te manoeuvreren. Dan de oude begraafplaats werd door het CDA genoemd als een zorg, met name, nou ja, het onderhoud natuurlijk zit vanzelfsprekend in de begroting, maar het ging met name om de grafkelders die in een situatie verkeren die maakt dat er acuut aandacht voor nodig is. In de tweede bestuursrapportage is daar een oplossing voor opgenomen en dan zou het kunnen dat u het bedrag niet direct herkent, maar dat heeft dan te maken met het feit dat er een investering is en dat er investeert, dat het bedrag van de investering daar niet direct in zichtbaar is, maar wel het bedrag wat we jaarlijks nodig hebben om uiteindelijk tot die investeringen te komen. Maar het probleem is ons bekend, we zijn ook in overleg met het bestuur van de algemene begraafplaats en is meegenomen in zijn geheel, dus om tot volledig herstel te komen in de tweede bestuursrapportage. De SP vroeg naar het fonds sociale woningbouw. Nou, daar zijn we met de raad afspraken over gemaakt. Natuurlijk is dat beschikbaar voor sociale woningbouw, daarmee dat ook zo. Natuurlijk zit daar een fors bedrag in, meer dan 2 miljoen euro op dit moment. En natuurlijk, ja, staat het u vrij om als raad om daar een beroep op te doen. En zeker nu we 4000 woningen gaan bouwen, ligt het in de rede om daar naar te kijken. De spelregels daarvoor, de criteria daarvoor die zijn eerder door de raad vastgesteld. En nou ja, kunnen we u ter hand stellen. Maar dat is denk ik waar u naar vroeg en de ChristenUnie SGP en als laatste punt over de financiën gaf nog iets aan over de septembercirculaire. Nou ja, de positieve resultaten daarvan. En wat gaat daarmee gebeuren? Nou, ik noemde net al, we hebben middelen nodig om achter de hand te hebben op het moment dat zich knelpunten voordoen waar we op dit moment bestaan nog niet van weten. En verder, maar is meer een algemene zin, ja, we gaan natuurlijk hierna weer toewerken naar kadernota voor
Dank u wel, wethouder Van Deek, ook voor u is het de eerste keer om in deze hoedanigheid naar aanleiding van de begroting een reactie te geven op de algemene beschouwingen van de Raad. Veel dank daarvoor. De heer Fluitman van het CDA en daarna mevrouw Van Kippersluis zeiden dat het van belang is. Ja, dank u.
Dank u, voorzitter. Ik wil de wethouder bedanken voor de heldere beantwoording, onder andere over de voortgang in het centrum. Het is fijn te horen dat we op koers liggen en dat de raad daar op korte termijn over geïnformeerd zal worden. Wat betreft de algemene begraafplaats of de oude begraafplaats, is het ook prettig dat er een goede reactie is gegeven, zodat we hier met elkaar gerustgesteld kunnen zijn dat het erfgoed behouden blijft en dat we daar goed onderhoud aan plegen. Ik heb echter nog een vraag over de financiële middelen, met name naar aanleiding van de zeer recent toegestuurde Raadsinformatiebrief (RIB). In de begroting worden stelposten opgenomen van 3 miljoen. Kunt u mij nog eens toelichten wat u daarmee van plan bent? Waarvoor is de stelpost opgenomen? Wat moet ik nu doen? Ja, precies, ja, nee.
Uw vraag is: wat gaan we precies met dat geld doen? Het woord 'stelpost' is bewust gekozen, omdat we nog niet weten wat we ermee gaan doen. We weten één ding zeker: we zullen een flink deel van dat geld nodig hebben, omdat die knelpunten zich naar alle waarschijnlijkheid zullen voordoen. Maar in welke mate en waar precies? Dat weten we niet. Waar u aan kunt denken, en dat was uw vraag, is bijvoorbeeld het zwembad. Als een voor de hand liggende grootgebruiker van gas meer middelen nodig zou hebben, dan is dit een manier om te anticiperen op een hoger gasverbruik. Hetzelfde geldt voor ons als gemeentelijke organisatie. Hetzelfde geldt voor alle gemeentelijke gebouwen, maar het slot is, denk ik, een beter voorbeeld waarvan we zeker weten dat als de energieprijzen hoger zijn dan in het verleden, dit tot tekorten zal leiden. Op dit moment kunnen we nog niet exact berekenen hoe groot die tekorten zullen zijn, en dat is de reden om een stelpost op te nemen. Als uw vraag zou zijn, en dat was hij niet, maar ik interpreteer hem toch zo, of dit bedrag gebaseerd is op een gedetailleerde inschatting van waar de prijsstijgingen zich zouden kunnen voordoen en of we dan op dat bedrag uitkomen, dan is het antwoord nee. Het is letterlijk een stelpost. Het kan goed zijn dat we uiteindelijk 6 miljoen nodig hebben. Het zou ook kunnen dat, aangezien de gasprijzen op dit moment weer dalen, we uiteindelijk met 2 miljoen zouden kunnen volstaan. Dat weten we niet, maar dit is op dit moment naar onze beste inschatting het bedrag om op te nemen.
Ja, dan doet hij het weer. Ja, nee, dank u. Dat is een uitleg voor mij, voornamelijk het vervolg van die zin, dat daar staat. Daar staat alles voor de prijsstijgingen voor onze eigen gemeentelijke uitgaven. En de vraag is natuurlijk: wat wordt er nou precies bedoeld met 'eigen gemeentelijke uitgaven'? U geeft daar nu een wat bredere blik op, dus ik kan me daar iets bij voorstellen. Is het zo dat, als wij hiermee instemmen, het college 3 miljoen krijgt en ook de ruimte krijgt om daar zelfstandig keuzes in te maken? Of worden die keuzes vanuit die stelpost voorgelegd aan de raad?
We kampen opnieuw met hetzelfde probleem, maar hij functioneert wel. Oké, nee, het is een stelpost, dus in die zin is het geen blanco cheque. En zodra wij daar een concrete invulling voor hebben - we zijn eerlijk gezegd nog op zoek - zal dat duidelijk worden. De VVD stelde bijvoorbeeld vanavond een vraag waarop ik nog niet ben ingegaan, maar dit is misschien een goed moment. We hebben vandaag een raadsinformatiebrief ontvangen die uiteenzet wat er vanuit het rijk komt en wat er lokaal aanvullend wordt gedaan. Kan dat niet net als bij de coronacrisis? Toen hebben we ook de raad regelmatig geïnformeerd over de ontwikkelingen. Er moet dan natuurlijk wel echt iets te melden zijn; het moet niet een soort van verplichte routine worden. Maar op een vergelijkbare manier zou je dat hier ook kunnen doen, en zo kan ik me voorstellen dat we dat op een vergelijkbare wijze zouden kunnen aanpakken. Maar het is geen blanco cheque in de zin dat u het college alle vrijheid geeft om zomaar iets te doen. Hoe we dat exact gaan doen, weet ik nog niet. Maar ik zou ook hier weer willen benadrukken dat wij corona als voorbeeld zien. Ook daar zijn middelen voor gereserveerd. Ik meen dat er toen voor het eerst een tweede pakket ter grootte van ongeveer 1 miljoen euro is gereserveerd, waarvan de invulling op een later moment is gekomen.
Ja, dank u wel. U begrijpt dus ook dat ik deze vragen wil stellen omdat ik mij heb voorbereid op een begroting, maar vandaag word ik geconfronteerd met de RIB en de inhoud daarvan. Vervolgens wordt er in het debat naar verwezen en wordt er heel stellig gezegd: "We gaan nu niets doen. We kijken in september of in december wel." Dan is het voor mij een beetje een zoektocht. Geef ik nu hier zometeen inderdaad die vrijbrief voor die 3 miljoen, waarin u dan in december met een wensenlijstje komt, of zegt u: "Dit gaan we ermee doen"? Of is het aan de Raad om daar verdere keuzes in te maken? Maar goed, uw antwoord is mij wel duidelijk. Dan heb ik nog twee andere vragen. Ja.
Ik heb hem, ik heb hem, ja, nee. Ik wil toch, om misverstanden te voorkomen, twee dingen echt even uit elkaar halen. Aan de ene kant, als ik naar december verwijs, dan heb ik het over de lastenverlichting. Dat is een bedrag van 5 ton dat in de begroting is opgenomen, maar nog niet gespecificeerd is. De invulling daarvan komt in december naar de Raad. Het is niet zo dat de invulling van die 3 miljoen in december naar de Raad komt. Nou, dat...
Het is een interessante toevoeging, dank u wel. Dan ben ik wel benieuwd hoe we die 3 miljoen in de gaten gaan houden met elkaar, maar daar zullen we scherp op zijn. Maakt u zelf het bruggetje over de 5 ton die beschikbaar is voor die andere activiteiten? Waarop heeft u het bedrag van € 500.000 gebaseerd?
Er blijkt een relatie te bestaan tussen de bijdragen. Ja, maar die staat ook aan. Daarom snap ik het niet. Het systeem functioneert nu goed. U kunt het antwoord geven: ja, nee, zeker, en dat ga ik ook doen. Geen zorgen, nee. Ook daarvoor geldt dat er geen gedetailleerde onderbouwing is. De verbouwing is niet de basis; het heeft meer te maken met de totale verhoudingen in de begroting. Wat zou je wel en wat zou je niet willen doen? Zou je, behalve dat je kijkt naar allerlei uitgaven die je de komende jaren wilt doen, niet ook moeten kijken naar de inkomstenkant? Een begroting gaat altijd over zowel de inkomsten als de uitgaven, of we nu moeten bezuinigen of toevallig net wat meer middelen hebben. In beide situaties kijk je naar beide kanten. We hebben ook niet toevallig de opdracht aan de adviescommissie van de inwoners gegeven om naar beide aspecten te kijken, en in die zin doen we dat nu ook op die manier. Ik hoorde vanavond in verschillende bijdragen, ook van u, als ik me goed herinner, enige zorg over de financiële situatie van onze inwoners, dat in die zin lastenverlichting ook een logisch element zou kunnen zijn in de begroting. Nou, zo zien wij dat ook. Deze omvang is dan tot op zekere hoogte arbitrair, maar daar is voor gekozen, nogmaals, in relatie tot alle andere zaken, zeker ook in relatie tot die 3,5 ton die daaraan gekoppeld is. En ja, zoals gezegd, er is geen gedetailleerde onderbouwing, dus het had ook 1 ton meer of minder kunnen zijn.
Ja, dank u wel, voorzitter. U heeft daarvoor gekozen, zegt u. Als ik nu kijk naar een andere RIB die ik afgelopen week heb gelezen, en zie wat de nood lijkt te zijn – de noodlijdende problemen bij theaters, bij sportverenigingen en bij andere clubs die u heeft geïnventariseerd – dan komen we bij lange na niet uit met die 5 ton. Wat blijft er dan nog over voor eventuele lastenverlichting? In dat kader, laat ik het dan maar weer eens noemen, het maatwerk dat u blijkbaar wilt gaan toepassen. Dus, hoe denkt u dat te gaan dekken in de toekomst? Welk bedrag denkt u dat nodig is? Denkt u echt dat u met € 500.000 klaar bent, gezien de kosten die u in ieder geval raamt vanuit die RIB over de cultuur- en sportaccommodaties? En dan hebben we het nog niet eens gehad over eventuele extra steun die nodig zou kunnen zijn voor ondernemers, voor minima of voor middeninkomens.
Nee, ik ben blij dat u dit even aanstipt, want dat biedt mij de gelegenheid om nogmaals te verduidelijken dat het werkelijk om verschillende zaken gaat. Het maatwerk waar u op doelt, betreft met name het pakket van die 3,5 ton. De 5 ton gaat echt over lastenverlichting, en die twee zaken hebben een relatie met elkaar. Daarnaast spreekt u over de 3 miljoen, wat overigens in feite twee keer 3 miljoen is. En dan hebben we ook nog het positieve saldo, zoals dat momenteel onder de streep beschikbaar is. Dat is in zijn totaliteit bedoeld om om te kunnen gaan met de effecten die de inflatie en de energiecrisis hebben op onze inwoners en ondernemers. En zo dient u die zaken eigenlijk te onderscheiden.
Ja, ik kijk u aan alsof ik het begrijp, maar dat is niet het geval. Ik weet niet of iemand het begrijpt - ik neem aan dat andere raadsleden het allemaal heel goed begrijpen - maar voor mij is het abracadabra. Ik heb gewoon totaal geen zicht op wat u nu als stelpost reserveert, wat u elders reserveert, voor hoeveel jaar u reserveert en wat u ermee gaat doen. Ik had het heel graag op een A4'tje willen zien. Dan was het namelijk heel duidelijk geweest voor mij en dan had ik misschien ook veel meer begrip gehad voor het feit dat er dan in december een voorstel komt. In plaats daarvan ben ik nu aan het zoeken. Ik begrijp dat de voorzitter, de fractievoorzitter van de VVD, het wel begrijpt, maar nogmaals, u bent langer in de politiek dan ik. Ik probeer het gewoon in 'Jip-en-Janneketaal' te begrijpen, en dat is voor mij heel erg lastig. Dus ik kan momenteel heel moeilijk uitleggen aan de ondernemers wat er nu in de begroting staat en wat we nu voor hen gaan doen als het probleem zich voordoet. Ik kan het niet vertellen aan de sportverenigingen en de culturele verenigingen. Ik heb een prachtig lijstje gezien met gigantische bedragen, en daar maak ik me als CDA'er grote zorgen over. Tot slot heb ik nog een laatste vraag, want die RB is wat mij betreft ook onleesbaar. Dan staat er ook weer dat er een verschil is van € 900.000 wat betreft de leges, en het is onduidelijk of dat nu wel of niet wordt meegenomen. Waarom staat die tussenzin daar en wat heeft dat ermee te maken?
Voorzitter, ik ga nog een keer proberen om toch wat helderheid in uw gedachten te scheppen, want zo ingewikkeld is het nou ook weer niet, denk ik. In de begroting staan een paar bedragen. Ik haal nog een keer die 5 ton voor lastenverlichting aan. Die komt in december in de Raad. De planning is dat er bij de Raad van december een besluit voorligt, dus dat komt echt heel concreet met een invulling op u als Raad af. Hetzelfde geldt voor het maatwerk; dat heeft ook te maken met dezelfde lastenverlichting, maar krijgt een andere invulling. Ook daarvoor komt de invulling naar de Raad van december. Als het gaat om die stelposten van 2 keer 3 miljoen, kunnen we op dit moment nog niet aangeven wanneer dat precies naar u toe komt. Dat is het verschil in de tijd. De enige stelpost is het andere, dat echt een hard bedrag is opgenomen in de begroting. Het ene is nog niet gekoppeld aan een moment in de tijd, aan een Raadsvergadering. Dat zijn de stookkosten; die andere bedragen die 503,5 ton. Het is echt in december, wat al heel snel is, dat dat naar u toekomt. Als het gaat om de vraag van inwoners en ondernemers van hoe de gemeente ons gaat helpen, blijft ons adagium. Dat zal aanvullend zijn ten opzichte van datgene wat landelijk wordt aangeboden. Nou, daar hebben we vandaag via die RIB over geïnformeerd. We blijven dat de komende tijd doen. Dat is een beetje een 'moving target', zoals dat bij corona overigens ook was. Daar zijn we allemaal natuurlijk aan het inspelen op de actualiteit en dat speelt met name ook wat ik net ook al aangaf, wat u ongetwijfeld zult herkennen, en dat compliceert het, of we dat nou leuk vinden of niet. Dit probleem concentreert zich gewoon niet bij een heel herkenbare groep op dit moment. We weten niet waar het probleem zich precies voor gaat doen. Nee, als u het wel weet, dan hoor ik het graag, want dan kunnen we er eerder op inspelen. Maar ik denk niet dat u dat weet. Zoals gezegd, het heeft te maken met energiecontracten en met de mate waarin een winkelpand of een woonhuis geïsoleerd is. Pas als je dat knelpunt eigenlijk op individueel niveau helder hebt, dan kun je ook kijken wat je daarmee moet doen. Nou, dat hebben we ook wel gedaan en dat is iets makkelijker. Misschien komt daar uw gezichtsuitdrukking vandaan. Als het gaat om maatschappelijke organisaties, omdat we daar, zoals gezegd, goed mee in contact zijn. Wij als college, u ook als Raad. Dus als het gaat om sportorganisaties, u heeft ook een motie ingediend. Als het gaat om culturele organisaties, dan hebben we daar de verbinding mee gelegd. Dan proberen we scherp te krijgen waar zij tegenaan lopen, met name waar het gaat om hun energiecontracten. Nou, dat beeld hebben we scherp. Dat overzicht is ook als een bijlage bij diezelfde RIB van vandaag, maar u heeft die mogelijk nog niet gezien, ook omdat die geheim is verklaard. Dus die staat niet openbaar toegankelijk, maar die staat wel in het raadsinformatiesysteem. Dat overzicht is er dus. Op dat niveau weten we waar het knelpunt zit, wat niet wil zeggen dat we daar een-op-een ook op die manier een oplossing voor weten te vinden. Maar het is wel belangrijk om die informatie te hebben.
Oké, dan zou ik graag nog een antwoord willen op mijn laatste vraag van zojuist. Waarom staat 'tussen' hier gebruikt? Het gaat over het verschil tussen de kosten en de inkomsten. Waarom staat 'tussen' op deze plek? Dit woord bevindt zich tussen twee onderwerpen in, maar wat is de relatie tussen die '9 t' en dit onderwerp?
Ja, dank u wel, voorzitter, en dank u wel, wethouder, voor uw betoog. Ik heb twee vragen. De eerste is: u zegt dat het heel lastig is om de nieuwe energienota in te schatten. Ik ben iemand van de simpele of pragmatische oplossingen. Wat let ons om te kijken naar het gemiddelde verbruik van vorig jaar en daar 25% bovenop te doen? Dat is al iets concreter dan "we weten het echt niet". Voor ons is het een groot zwart gat.
Is het een opvatting of een vraag, en is het de enige vraag of heeft u er meer? Want ik zou het fijn vinden als we proberen er een beetje vaart in te krijgen; anders raken we de dynamiek kwijt. Als we er te lang over doen, geldt dat voor onze kant, maar ook voor de zijde van de Raad. Dus ik wil vragen om er een beetje dynamiek in te brengen.
Het is een vraag: waarom hebben we daar niet voor gekozen? Dit was trouwens pas mijn eerste vraag. Ik heb twee vragen, en bij de tweede vraag wil ik even vaart maken. Ik werd een beetje uitgedaagd door de wethouder vanwege mijn punt over de weerstandsratio. Dat is een kengetal waarop wij sturen. Als ik even de nota 'Stabiliteitscriteria' erbij pak, daar staat het gewoon met zoveel woorden ook echt genoemd. Ik zal even mijn bril opzetten. Door uw raad is de gewenste signaalwaarde van de weerstandsratio vastgesteld op een bandbreedte tussen één en 1,5. Bij een waarde onder één zijn maatregelen nodig die financiële effecten hebben; is de ratio hoger dan 1,5, dan kan een deel van de reserve weerstandsvermogen vrijvallen. Dus het is niet zo dat ik iets verzin; het staat gewoon in de nota. Dus u kunt wel zeggen: "Ja, 1,2 is ook prima," maar we sturen tussen één en 1,5. Dat is mijn standpunt, en daar blijf ik ook bij; vandaar dat ik heb vermeld dat dat het meest ideaal is. Is het 1,5 of hoger, dan kunnen we zelfs reserves gaan afbouwen. Nou, dat is een prachtig verhaal. Natuurlijk kunnen we het geld goed besteden aan andere doeleinden. Dus ik wil toch even gezegd hebben dat die 1,5 een heel reële waarde is, die past bij de afspraken die we met elkaar hebben gemaakt.
Ja, ik begin even met uw eerste vraag, als u het goed vindt, want die ging over de vraag: "Waarom niet gewoon een bepaald percentage?" We gaan natuurlijk niet iedereen met een bepaald energiecontract op dit moment compenseren. Als dat al zou gebeuren, gebeurt dat veel meer vanuit een landelijk niveau. Daar zie je veel meer dat er gekozen wordt voor plafonds in die tarieven, en wat wij doen is met name aanvullend daarop in kaart brengen welke knelpunten er in de samenleving zijn en daar proberen we een oplossing voor te vinden. En dan kom je, denk ik, nooit hierop uit. Er zijn ook allerlei andere redenen waarom je dit niet zou moeten willen, denk ik, want daarvoor is de werkelijkheid gewoon heel anders. Er zijn mensen met een vast contract, er zijn mensen met een variabel contract. Op deze manier zou je allemaal mensen bevoordelen die dat helemaal niet nodig hebben. Daar zouden sommigen misschien ook helemaal van zeggen: "Doe dat alsjeblieft niet, help de juiste mensen." En dat is nou net het cruciale punt. Hoe kom je erachter wie de juiste mensen zijn? Dat kunnen we op dit moment nog niet bepalen. Zoals gezegd, daar is iets meer tijd voor nodig. We moeten helder hebben wat er landelijk gebeurt, datgene wat nu gebeurt, hebben we in de raadsinformatiebrief van vandaag opgenomen en daar zullen we over blijven informeren. Op dezelfde manier zullen we proberen zo goed mogelijk in contact te zijn met de samenleving, langs die weg te inventariseren waar het knelt en hoe wij denken dat mogelijk op te kunnen lossen en welke middelen dat dan vereist. En zo kom je dan weer bij de voorstellen van meneer Sluitman terecht, dan zullen we met voorstellen komen hoe je daar, naar onze overtuiging, een goede invulling aan kunt geven. Niet analoog, maar naar het voorbeeld van de wijze waarop we dat ook met corona hebben gedaan. Dus dat wat betreft het eerste punt.
Het tweede punt: het ging mij er niet om dat de bandbreedte niet tussen de één en de 1,5 is, want dat is die zeker. Het punt is alleen dat de signaalwaarde, dus dat is belangrijk bij die stabiliteitscriteria, 1,0 is. Dus op het moment dat je daaronder zakt, dan hebben wij iets te doen en we zitten daaronder. Dus dan moeten we ook met een voorstel komen. Nou, dat hebben we gedaan. Dat ziet u in de begroting. Het tweede is dat de raad heeft uitgesproken dat het doel zou moeten zijn om op een ratio van 1,2 uit te komen. Dus met de bedragen die we op dit moment in de begroting hebben opgenomen, met name die dotaties van twee keer zeven ton, kom je precies op die 1,2 uit. Nu is ook dat een moving target, want op het moment dat een risico zich voordoet waarvoor wij weerstandsvermogen hebben opgenomen, en dat is zo, dat ziet u bijvoorbeeld nu in de tweede bestuursrapportage terugkomen, dan halen we weer een hap uit het weerstandsvermogen, want zo werkt dat nou eenmaal. Dan zakt de ratio en zijn we dus weer genoodzaakt om een voorstel te doen en dat gaan we dan nu met de Kadernota 2024 doen om weer op die 1,2 te komen. Dus dan komt er weer een nieuwe dotatie en in die zin ja, fluctueert dat, maar wij mikken vanuit een uitspraak vanuit de raad eerder gedaan op een ratio van 1,2 en niet op een ratio van 1,5. En dat u een voorkeur heeft voor 1,5, dat markeert u hier en dat is uw goed recht, vanzelfsprekend.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb eigenlijk twee vragen. De eerste vraag is naar aanleiding van wat de heer wethouder Van Dijk net heeft opgemerkt over de gascontracten. Uit een eerdere raadsinformatiebrief bleek dat de gemeente Zeist, evenals andere gemeenten in Nederland, nog net iets meer tijd krijgt om van leverancier te wisselen voor het energiecontract. Dat zou echter gaan om enkele maanden, en ik begreep dat er ergens in januari een nieuw contract zou moeten komen. Echter, die contracten, zoals u net opmerkte, zouden mogelijk ook voor onze gemeente miljoenen meer kunnen kosten. Mijn eerste vraag is dan ook: zijn die miljoenen al een vast bedrag in de begroting, of is daar al een bedrag voor gereserveerd? Want dat was mij niet helemaal duidelijk.
De tweede vraag gaat over iets wat ik eerder in de bijdrage heb gehoord over de verhoging van de sociale woningbouw. Ik begreep van de wethouder dat de Raad een aantal jaren terug daar criteria voor heeft vastgesteld. Ik heb net even geprobeerd dat te achterhalen, maar ik kon het niet zo direct vinden. Dus ik zou heel graag van de wethouder willen verzoeken of het mogelijk is dat de Raad, of voor mijn part gewoon mijzelf, geïnformeerd kan worden over wat die criteria dan precies zijn. Daarnaast zou ik ook graag enkele voorbeelden willen horen van de meest recente projecten die medegefinancierd zijn met de financiële steun van dat fonds, omdat ik daar ook geen zicht op heb.
Ja, de eerste vraag betreft het gaskanon. Op een gegeven moment kwam er vanuit het kabinet een oekaze om per een bepaalde datum in oktober – de exacte datum weet ik niet meer – ieder contract met een Russische leverancier te ontbinden. Dit gold ook voor ons. Dat leidde toen tot lichte paniek: hoe doen we dat en hoe vinden we een oplossing? Een aantal gemeenten is daar snel op ingesprongen. De stad Utrecht heeft bijvoorbeeld op dat moment een ander contract afgesloten. Dan weet je wat de financiële schade is, want je had iets begroot en je merkt: oké, dit is het nieuwe tarief en de volumes kunnen ook groter worden. Dus dan kun je die berekening maken. Er zijn gemeenten die dat kunnen doen, maar dat is een kleine minderheid. Wij zijn daar toen niet op die manier op ingesprongen en hebben vrij snel daarna vanuit het rijk te horen gekregen dat het niet nodig was en dat we gewoon tot het einde van de huidige looptijd van die overeenkomsten gebruik mogen maken van de voorzieningen uit de lopende overeenkomst, en dat is dus tot 31 december van dit jaar. Wij kunnen op dit moment ook niet precies kwantificeren wat de betekenis hiervan is, want we zijn bezig met het afronden van een Europese aanbesteding samen met een flink aantal gemeenten in de regio. Pas als dat duidelijk is, weten we welke nieuwe tarieven we gaan betalen. De volumes kennen we en dan kunnen we uiteindelijk ook gaan kwantificeren. Dat we nu nog niet kunnen kwantificeren, is de reden dat dit niet in de begroting is opgenomen; daarom vindt u dit niet terug en vandaar dat ik het noemde als een belangrijk risico voor de komende jaren. Het is een goede reden om op dit moment heel behoedzaam te kijken naar de begroting. Het zijn mooie bedragen, het zijn allemaal zwarte cijfers, maar dat moet ook wel, want we hebben te maken met een fors aantal grote risico's die op ons afkomen. Dit is in zekere zin helemaal geen risico, want een risico is iets wat onzeker is. Dit is gewoon zeker: we gaan aanzienlijk meer betalen in de toekomst dan op dit moment vanuit het huidige contract voor ons gas en ook voor onze elektriciteit.
Dan uw tweede vraag: ik weet niet of het de bedoeling is om u vanavond van die criteria te voorzien, want dat kan. Of dat het meer de bedoeling was van: kunt u mij, of kunt u ons als raad, gewoon voorzien van de afspraken die daarover eerder gemaakt zijn? Want dan kan ik zeker toezeggen dat we dat deze week kunnen doen. En uw vraag of er voorbeelden zijn: die heb ik zo even niet paraat. Ik zou me kunnen voorstellen dat met name in Kerkenbos daar gebruik van is gemaakt en ik hoor vanuit de griffie dat dat klopt. Oké.
Dank u wel. Wat mij betreft, kunt u dat schriftelijk met de Raad delen deze week. En inderdaad, als er voorbeelden zijn, zou ik het op prijs stellen als u die nu zou kunnen vermelden. Zo wordt het ook voor mij en voor de Raad duidelijk welke wijze van inzet dit niveau heeft gehad de afgelopen jaren en welke criteria daarbij zijn gebruikt. Dank u wel, en ook dank voor uw eerste vraag. Ik begrijp dat er nog steeds een risico bestaat voor de begroting dat niet volledig is afgedekt, hè? Dit in verband met het nieuwe contract en de nieuwe tarieven. Maar ik begrijp ook, of misschien trek ik nu een voorbarige conclusie, dat dit niet direct invloed heeft op, laten we zeggen, het weerstandsvermogen, wat net ook al besproken is. Dat hoeft daar niet direct onder te lijden.
Nee, misschien moet ik daar nog heel kort iets over zeggen, want ik probeerde net ook al aan mevrouw Van Kippersluis duidelijk te maken dat het weerstandsvermogen gekoppeld is aan een aantal risico's die we voorzien. Die proberen we te kwantificeren. Uiteindelijk leidt dat tot een bedrag, en dat heeft weer een relatie met de weerstandsratio. Op het moment dat een risico dat we hebben geïdentificeerd en gekwantificeerd zich voordoet, betekent dat, dat we dat financiële risico ook dekken vanuit het weerstandsvermogen. Ik moet zeggen, vanuit dat deel van het weerstandsvermogen. Oftewel, dan zakt de weerstandsratio. Gegeven de uitspraak dat we altijd op die 1,2 uit zouden moeten komen, leidt dat dan bij de eerstvolgende mogelijkheid, dat zal de begroting zijn, tot een voorstel om weer tot die 1,2 te komen. En dit is niet meegenomen in, zeg maar, het overzicht van risico's dat we op dit moment hebben. Dus in die zin raakt dat elkaar niet direct.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik zal proberen de vaart erin te houden, en dat aan de hand van de raadsinformatiebrief die ik ook pas vanmorgen heb ontvangen, dankzij de brief van de griffie die per e-mail tot ons kwam. Wat mij betreft is dat zo goed dat ik daardoor ook mijn inbreng voor vandaag nog heb aangepast. Het was erg verhelderend. Omdat de brief toch vrij laat was, heeft dat waarschijnlijk ook geleid tot het kleine debat dat net ontstond tussen u en de heer Fluitman. Maar als je de brief rustig leest, dan staat het er zo in dat zelfs ik dit kan uitleggen aan mensen die enige afstand hebben. Maar in het verlengde daarvan heb ik een vraag, niet aan de voorzitter, maar aan de wethouder. Ik heb namelijk de vraag gesteld of u deze raadsinformatiebrief, die ik communicatief heel sterk vind, tot een levend document kunt maken, zodat we regelmatig een geüpdatete versie ontvangen. Volgens mij kan hij ook een rol spelen in de communicatiecampagne die eveneens in deze raadsinformatiebrief wordt genoemd. Dus nogmaals expliciet de vraag om dat te bevestigen. Ja.
Dan zouden we deze heel graag willen hebben. Nee, we moeten het zo nuanceren dat we er geen strikte routine van maken, dus niet elke drie maanden of twee maanden een brief, want dan gaan we op zoek naar nieuws dat er misschien op dat moment niet is. We moeten communiceren op het moment dat er iets te melden valt. En zoals gezegd, we hebben op die manier gereageerd rondom corona. Dan kunnen we dat heel goed doen door telkens een update of een aanvulling te delen, of hoe u het ook wilt noemen, met u als Raad. Dus dat is bij deze toegezegd. En uw eerste opmerking? Ja, ik begrijp de heer Fluitman wel, want we hebben een begroting en die omvat al die 403 pagina's die hij in zijn bijdrage noemde. Dat is behoorlijk uitgebreid en dan schieten de bedragen omhoog. Nou ja, dat is al een heel verhaal op zich. Daarnaast hebben we nog de stukken die later beschikbaar zijn gekomen, zoals de tweede bestuursrapportage, die gaat over hoe het in dit kalenderjaar gaat. Maar ook over de impact die het de komende jaren kan hebben, want die kan soms structurele effecten hebben. Dan hebben we de septembercirculaire. Daarvoor geldt hetzelfde, maar dan in positieve zin, terwijl bij de tweede bestuursrapportage de effecten vooral negatief zijn. En dan is er nog een blog van de RUB over inflatie en energie, waarin blijkbaar ook een opmerking over leges is opgenomen. Dus ik begrijp dat u enigszins worstelt om grip te krijgen op al deze informatie, en dat geldt ook voor ons.
Ja, dank u wel, voorzitter. We hebben vandaag al een aantal keer de middeninkomens genoemd. Ik ga het niet meer hebben over de bedragen waarover de heer Fluitman sprak, want ik heb in mijn eerste bijdrage al gezegd dat ik ook verwacht dat het een druppel op een gloeiende plaat is. Maar we gaan uw plannen voor december afwachten. In dat licht heb ik wel een vraag. Bent u, in het kader van maatwerk, bereid om te kijken of het niet heel zinvol en nodig is om die 130% die wij nu hanteren voor de minima, op te hogen naar 150%, zodat ook middeninkomens daarvan kunnen profiteren?
Ja, voorzitter, de vraag is natuurlijk of je met 150% bij middeninkomens uitkomt. Maar ik denk dat ik ook naar collega Hoogstraten kijk voor het inhoudelijke deel van het antwoord op deze vraag. Klopt dat? Ja, dus daar krijgt u zometeen via de collega antwoord op, als u dat goed vindt.
Dank u wel, voorzitter. Ik had nog een vraag voor de wethouder met betrekking tot de verleende coronasteun: komt er nog een evaluatie, en moet ik daarvoor bij u zijn of toch bij de Rekenkamer? Of bent u degene aan wie die vraag gesteld moet worden?
Nee, er zijn, zeg maar, in de loop van de tijd drie coronasteunpakketten ontwikkeld. De eerste twee, als ik het goed heb, zijn geëvalueerd met de Raad, en de derde is nog niet geëvalueerd. Maar dat gaat nog gebeuren; het staat nog wel op de agenda. Dus dat komt nog naar de Raad toe. En dat is waarschijnlijk ook het laatste pakket geweest, dus in die zin klopt het dat dat nog een open punt is.
Eindje is prima, dank u wel. En ik had ook nog een vraag over de Voorheuvel en het Emmaplein. Begrijp ik het goed dat de evaluatie daarvan na fase één zal plaatsvinden? Want dat heb ik niet helemaal goed begrepen. Of anders, nee?
Nee, dat snap ik. Ik verwees ook naar een bijeenkomst die eind vorig jaar heeft plaatsgevonden met de Raad. Dat ging over een opmaat naar een gebiedsvisie voor, nou ja, dat gebied: de markt en het Emmaplein inderdaad. Daarvan is toegezegd dat we met twee fasen gaan werken: een planvormingsfase, die we dan fase één noemen, en een fase waarin we echt aan de slag gaan met de uitvoering. Daarbij hebben we het ook over bijvoorbeeld een nieuwe klinker. Dat is dan fase twee. Het spreekt voor zich dat fase één over heel andere bedragen gaat dan fase twee. Er is toen een budget beschikbaar gesteld om fase één in ieder geval te kunnen starten, en daarvoor is meerjarig 3 ton per jaar opgenomen. Dus aan de hand daarvan zijn we op dit moment bezig met, nou ja, de eerste stappen op weg naar gebiedsontwikkeling. Dat gaat gelukkig voorspoedig, en dat maakt dat we steeds meer zicht krijgen op die tweede fase. De vraag van meneer Fluitman was of het budget daarvoor ook geborgd is. En dat is dus niet zo. Wij komen op een gegeven moment, gebaseerd op de resultaten van die eerste fase, met een voorstel naar de Raad voor de tweede fase. En daar zal dan ook een voorstel voor de dekking van die tweede fase in zitten. Dus, heel concreet, als onderdeel daarvan zou zijn dat de klinker vervangen zou moeten worden, ja, dan betekent dat een hele forse investering. En dan zit dat dus niet in fase één, maar wel in het voorstel voor fase twee.
Twee. Nee, dan gaat mijn evaluatie inderdaad over iets anders. Het is dus behoorlijk veranderd; er wordt een fietspad aangelegd dat met de bewoners geëvalueerd zal worden, en dergelijke komt er nog aan. Uiteindelijk willen we toch wel weten, denk ik, of het bevalt.
U heeft het over de... Maar ik denk dat het goed is dat wethouder Catsburg daar even op reageert. Ik kijk echter met een schuin oog; klopt dat? Ja, dat klopt, het gaat...
Voorzitter, dank u wel. Ik heb nog even informatie ingewonnen over die stelpost. Het is zo dat, als wij de stelpost aannemen, er bij de begroting alleen maar een meldingsplicht is vanuit het college om te melden wat ze ermee gedaan hebben. Het is dan geen beslissing meer vanuit de raad, dus dat moeten we ons goed realiseren als we die stelpost vrijgeven bij deze begroting. Los daarvan heb ik nog een heel andere vraag. Ik heb het in mijn betoog gehad over de huisvestingsvergunning. Ik heb gevraagd hoe het college daar tegenaan kijkt. Dat ging over het verhaal dat iemand € 105,50 moest betalen om een briefje aan te vragen, zodat hij bij de Belastingdienst zijn huurtoeslag kan krijgen. Alleen die € 105,50 is inmiddels de eerste drie tot vier maanden huurtoeslag die er al aan opgaat. Dus, hoe kijkt het college ertegen aan om daar iets aan te gaan doen?
Ja, aangezien u die vraag gesteld heeft, denk ik dat deze bij mevrouw Hoogstraten ligt. Dus die vraag zal zo dadelijk ook nog beantwoord worden. Ik ga geen gras voor de voeten van collega's wegmaaien.
Ja, dank u wel, voorzitter. In de bijdrage van Democratisch Zeist is gesproken over die 3 miljoen, en er is aangegeven dat in ieder geval voorafgaande toestemming van de Raad vereist is bij het gebruik van de post van die 3 miljoen. Nou, zegt de wethouder: "Ja, het is niet 3 miljoen, maar het is 2 keer 3 miljoen." Hij zegt: "Het is geen blanco cheque, maar de Raad wordt geïnformeerd als er iets te melden is." Maar het gaat om bijlage. Het gaat om tabel 7 in het raadsvoorstel. Dat gaat niet over 3. Dat gaat niet over 6, maar dat gaat over 10 miljoen aan stelposten tot 2026. Is de wethouder het met Democratisch Zeist eens dat er een vorm van toestemming of voorafgaande toestemming voor de stelpost moet komen, aangezien dit bedrag van een niveau is waarbij je niet kunt spreken over een blanco cheque?
Ja, ik zei eerder vanavond al dat wat mij betreft, het geen blanco cheque is. Er is ook een verband met de wijze waarop we dat bij corona hebben aangepakt. We zullen de Raad meenemen in de discussie over de besteding van die middelen en hoe dat formeel geregeld is. Ik denk dat we daar met elkaar op terug moeten komen, want ik realiseer me dat het om een fors bedrag gaat en dat we moeten bekijken hoe we dat op een goede manier samen kunnen organiseren.
De voorzitter heeft, tegen alle verwachtingen in, vertrouwen dat we er samen uitkomen. Echter, een toezegging over voorafgaande toestemming zou zeker bijdragen aan de aanname van dit raadsvoorstel. Ja.
Er is uitvoerig over de wedstrijd gesproken, maar het is ook zeker de moeite waard. Omdat het een groot onderwerp is waar we het vandaag over hebben, zijn er nog andere wensen, vragen of interventies met betrekking tot de portefeuille financiën en andere onderdelen van zijn portefeuille? Zo niet, dan geef ik graag het woord aan wethouder Laura Hoogstraten. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ondertussen weten jullie eigenlijk al wat mijn visie is en waar ik het altijd over heb: de sociale basis. Als je mee wilt kunnen doen, moeten aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Dat is gebaseerd op de piramide van Maslow. Het gaat over basisbehoeften, en een basisbehoefte is een passende woning. Een passend inkomen waarvan je gezond kunt eten en leven. Geen stress door bijvoorbeeld schulden of onveiligheid. Een basisbehoefte is ook taal, Nederlands spreken of kunnen lezen en schrijven. En als er lichamelijke of geestelijke problemen zijn en er is zorg of ondersteuning bij mobiliteit of zelfstandig wonen, of de dagelijkse verzorging nodig, dan wordt dat ook gezien als een basisbehoefte om mee te kunnen doen. En tot slot is een sociaal netwerk en het hebben van duurzame relaties een basisbehoefte, want eenzaamheid maakt uiteindelijk ziek en verkleint de weerbaarheid.
Om op dat laatste in te haken: daar vroeg het CDA naar. Ik zie helemaal niet hoe het staat met de 50-, 75-plus huisbezoeken. In de begroting is vanaf 2023 30.000 euro structureel opgenomen voor de voortzetting van de huisbezoeken. Aanvullend is in het uitvoeringsplan voor de periode van deze raadsperiode jaarlijks 25.000 euro opgenomen, bestemd voor de brede aanpak tegen eenzaamheid en een dementievriendelijke samenleving. En de evaluatie, daar heeft u gelijk in, die komt nog naar u toe via een raadsbrief. Maar de basisbehoeften moeten op orde zijn om mee te kunnen doen. De huidige tijd brengt veel onzekerheden met zich mee. Er is een wooncrisis, armoede, een energiecrisis en dat raakt mensen in hun veiligheid en basis en beperkt ze in het meedoen.
Het is dan ook terecht dat dat allemaal terugkomt in uw bijdrage en we delen deze zorgen ook. Ik wil dus ook graag samen optrekken met de raad om hier actie op te kunnen ondernemen. D66 noemt de U-pas en we zijn dan ook blij met de opmerking. We gaan er voortvarend mee aan de slag en met die U-pas ook de praktijkvoorbeelden uit andere gemeenten bekijken, de randvoorwaarden en de effecten en de implementatie daarvan leren en meenemen. We gaan ook kijken of we die kunnen uitbreiden met eventuele energiebesparende maatregelen. Dat onderzoek nemen we mee en daarnaast hebben we natuurlijk de geld-terug-regeling naar aanleiding van de motie van de SP. We gaan die structureel verhogen, maar ook preventie en vroegsignalering van schulden is een belangrijk onderdeel en daarin gaan we ook de vernieuwing van de beleidskaders van de bestaanszekerheid snel oppakken. Daarin nemen we ook de extra aandacht voor jongeren en jongvolwassenen mee. Want ook rondom het omgaan met schulden, daar ontvangt de RSD de betalingen, die zorgt dat we voorkomen dat huisuitzettingen plaatsvinden door middel van huurschulden. Het is allemaal belangrijk om te voorkomen dat mensen onder water raken. En daarmee gaan we ook extra onderzoeken hoe het zit met jongeren, hoe we die extra kunnen ondersteunen en dat onderzoek loopt op dit moment ook bij de RSD. Hoe kunnen we specifieke oplossingen bieden aan jongeren die dat nodig hebben? Maar er is dus nu ook direct hulp nodig en dat doen we ook, hè? Dat gaat natuurlijk via het toekennen van de energietoeslag. Daar doet de RSD aan maatwerk. Mensen die zich melden, doen een aanvraag, dat wordt gecontroleerd en toegekend. En daarnaast zijn we ook aan het kijken op regionaal niveau, want de RSD is nu eenmaal een regionale samenwerking. Hoe we nog meer kunnen doen? We gaan bijvoorbeeld kijken of we de collectieve aanvullende ziektekosten kunnen verhogen, dat zijn bijdragen vanuit de gemeente die mensen helpen om de zorgkosten wat lager te maken. We zijn aan het onderzoeken en dat ziet er best goed uit. Of we inderdaad de giften of we de handelswijzen om de gestelde grenzen voor giften te kunnen verhogen? Het ziet er ook goed uit en daarnaast kunnen inwoners altijd terecht bij de RSD voor advies voor schulddienstverlening, voor budgetbeheer, voor hulp om contact op te nemen met schuldeisers. Al dat soort zaken kunnen gewoon via de RSD opgepakt worden en het moet niet alleen maar zijn dat mensen zich moeten melden. Nee, we moeten ook alle signalen in de samenleving daarvoor gebruiken, dus het netwerk wat we hebben. Ons minimanetwerk is daar super belangrijk in. Het zijn onze maatschappelijke partners, die hebben hun wortels in die samenleving en die pakken al die signalen op en die zijn we dus ook vanuit de gemeente aan het ondersteunen met allerlei praktische vragen, extra financiële middelen, maar ook het verbinden in die netwerken. Dat is allemaal wat we op dit moment moeten doen. En tenslotte is het gewoon communicatie, praten, praten, praten. Mensen zijn nog niet bekend met wat er allemaal kan zijn, onbekend met het vragen van hulp en we moeten met elkaar kijken hoe we ook op andere manieren mensen kunnen bereiken om wel aan te geven, hè? Die hulp die is er, kijk wat je kunt vragen, het kan geen kwaad en we kunnen altijd kijken wat er wel mogelijk is. Dus dat zover op het onderwerp armoede.
Maar dan is er ook wonen. Ook wonen is een fundament waarop mensen hun leven baseren. En ook daar zijn heel veel mensen die geraakt worden door de woningcrisis en veel zorgen hebben. Je zou het je maar voor moeten stellen dat je niet goed woont, hoge huislasten hebt of gewoon niet op een plek terecht kunt. Het is ook heel goed dat daar aandacht voor wordt gevraagd vanuit de raad en ook daarin gaan we samen optrekken. Ik vond vorige week de dialoog die we hadden met de corporaties een goede start om dat gesprek ook met elkaar te voeren. De woonvisie is dan ook, oh ja, GroenLinks, die noemde dat eigenlijk al: perspectief voor woningzoekenden, een mooie opdracht. En de woonvisie is daar ook gewoon onze basis voor. En daarin staat ook hun oproep voor het beter benutten van de bestaande voorraad. Daarin hebben we opgenomen hoe we woningen kunnen omzetten of splitsen. Er wordt terecht aandacht gevraagd, kunnen we niet wat met het bevorderen van samenwonen? Er zitten een aantal belemmeringen in, bijvoorbeeld de kostendelersnorm voor mensen die een uitkering krijgen. Gelukkig wordt die kostendelersnorm voor jongeren tot 27 jaar afgeschaft, dus daarmee voorkomen we dat jongeren uit huis worden gezet omdat anders de ouders worden gekort op hun bijstand. Er wordt op landelijk niveau ook gekeken, misschien dat het breder moet worden afgeschaft. U zult natuurlijk weten dat ik vanuit mijn portefeuille zeker de landelijke lobby die kans zal adviseren, omdat het gewoon onnodig is om mensen uit elkaar te drijven als ze samen in een huis kunnen wonen. Er werd gezegd, hè, waarom kunnen ouderen niet makkelijk mantelzorgers in huis nemen? Nou, dat kan natuurlijk, maar ook dat kan eventueel financiële consequenties hebben met betrekking tot toeslagen of de uitkeringen of gekort worden op je WAO-uitkering. Ook daarin hebben we natuurlijk een lobby te doen en is het iets niet wat we in gemeenteland kunnen oplossen, maar het is wel gewoon een vraagstuk wat niet meehelpt.
Nou tenslotte is er natuurlijk het toevoegen van woningen en we hebben er veel nodig. Er zijn natuurlijk meerdere kleinere huishoudens. Mensen wonen meer in eenpersoonshuishoudens. Ik denk niet dat we daar zomaar de tij kunnen keren om dat meer te doen, maar we hebben gewoon extra woningen nodig en we zijn blij met de steun vanuit de PvdA voor het toevoegen of het plan op 4000 woningen. Naar de zal misschien mijn collega Angelle ook verder op ingaan. Maar we hebben ze echt nodig en ook eens dat we daar dat we dat doen en rondom de huisvesting van jongeren zetten we dan ook in op het labelen van huurwoningen, specifiek voor jongeren. Dat is ook extra aandacht voor jongeren. Ouderen doorstroming. Er was gezegd, ja, hoe zit het nou? Want de verhuurdersheffing wordt afgeschaft en we gaan toch niet, hè? In het coalitieakkoord staat wat we toestaan dat de corporaties woningen kunnen verkopen. Nee, dat willen we gewoon het liefste niet. Het is alleen dat het ook wel een manier kan zijn voor de corporatie om in beweging te komen en tegenover het afschaffen van de verhuurdersheffing staan nu binnen de nationale prestatieafspraken onder andere juist het verduurzamen van die woningen. Dus laten we hopen dat dat ook gaat helpen en dat we zo min mogelijk woningen hoeven te verkopen. Zij is punt nu die vraag, hoe zit het nou met die opkoopbescherming en zelfbewoningsplicht? Nou, dat is natuurlijk. Ik zie dat helemaal niet terug in de begroting. Nou, dat klopt omdat we het uiteindelijk al geregeld hebben en het is door uw raad vastgesteld in de huisvestingsverordening die per 1 juni jongstleden in werking is getreden. Dat hebben we nog net voor de zomer of net voor de zomer hebben we daar snel een voorstel voor gemaakt en dat heeft u gedaan en daarnaast is er het plan vanuit de nationale woningwet om 50% toewijzing aan de eigen inwoners toe te staan. Nou de vraag dit heeft. Dat heeft dus betrekking op dat wetsvoorstel. Dat ligt nu in de behandeling in de Tweede Kamer. En als de wet in werking treedt, dan zal dat ook in 2023 zijn en dat wordt dan ook het gesprek bij de nieuwe huisvestingsverordening waar we dat in zullen regelen. Dus dat gesprek gaan we nog met elkaar voeren. Tot zover het onderwerp wonen.
Dan was er uiteindelijk nog een hartenkreet voor de subsidie van het Leger des Heils. Het Leger des Heils is een bekende partner voor ons en het is een zorgverlening waarin we ook zorgcontracten hebben. Maar ze doen veel voor de dak- en thuislozen en ze hebben dus een inloophuis op de Weeshuislaan. Zij krijgen nu 650 euro subsidie. Dat is op basis van een aanvraag die ze hebben gedaan en conform die aanvraag hebben wij die verleend en daarnaast maken ze heel veel gebruik van giften die ze gewoon krijgen. Ik ben zelf ook donateur van het Leger des Heils, omdat ze specifiek ook voor jonge daklozen veel doen. Maar goed, zij hebben op initiatief. Ze zijn ook al bij mij geweest om te vragen, hè, kunnen we daar wat aan doen en we gaan gewoon het gesprek aan en we gaan kijken wat een passende manier is om hun hulp en de opdracht die zij doen met hun inloophuis goed kunnen ondersteunen en daar verder op kunnen aanpakken. Tot zover mijn verhaal, voorzitter.
Dankjewel. Ik kijk even of er mensen zijn van de zijde van de Raad die het woord wensen te voeren: David Tompot van de Socialistische Partij, Marcel Fluitman van het CDA. Dit is Tompot van de Socialistische Partij.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ik had een vraag over de bijdrage van mevrouw Hoogstraten. Mijn vraag aan het college, die ik in mijn eerste bijdrage stelde, ging over hoe het college aankijkt tegen het uitkeren van de energietoeslag ook aan de groep studenten. Daar kwam niet echt een rechtstreeks antwoord op, dus mijn vraag is eigenlijk nogmaals: hoe kijkt het college daar tegenaan? Hoe staat het college tegenover wat op dit moment in de gemeente Nijmegen praktijk is, namelijk dat de gemeente al een energietoeslag uitkeert per huishouden van studenten? En of dat inderdaad in onze gemeente ook navolging kan krijgen?
Wij keren uit aan studenten, zeker als het nodig is. Eigenlijk moet ik zeggen dat het niet gaat om de studentenhuizen, maar wel om studenten die alleen wonen en te maken hebben met een hogere energierekening. Aan hen passen we maatwerk toe. Dit is één van de voorbeelden van de groepen waarvan we zeggen: "Hier moeten we iets doen." Maar we passen dit nu niet toe op de studentenhuizen, zoals u aangaf, tenzij er een aanmelding komt en het daadwerkelijk een probleem is voor dat huis om de energierekening te kunnen betalen.
Ja, dank u wel, voorzitter. Als ik nog even een verduidelijkende vraag mag stellen: begrijp ik het goed uit uw reactie dat het aan de studentenhuizen zelf is om naar de RLSD te stappen? En ten tweede, als ze dat doen, geldt dan dat de RLSD in de vorm van maatwerk die € 1.300 kan uitkeren, of gaat het dan om een ander bedrag?
De aanvraag wordt persoonlijk gedaan. Ik denk dat de situatie van de studentenhuizen in die zin wordt bekeken, of er daadwerkelijk een schrijnende situatie is met de energierekening. Het is echt maatwerk en het gaat erom dat we het beschikbare geld gericht toepassen op de mensen die daar behoefte aan hebben, en dat zijn ook studenten. Maar het zijn met name de studenten die een zelfstandige woning hebben en te maken krijgen met een hoge energierekening. Wat betreft de studentenhuizen kan ik niet inschatten of ze in de problemen komen omdat de energierekening veel te hoog is.
Dan de laatste vraag, voorzitter: zou de wethouder bereid zijn om een inventarisatie te maken van de nood bij de studentenhuizen in Zeist? We hebben natuurlijk ook in Zeist, en toevallig ook in het complex waar ik woon, veel studentenhuizen. Maar het lijkt mij goed dat het college dit beter in beeld krijgt, want nu lijkt het alsof er weinig gebeurt omdat het college daar weinig informatie over heeft. Daardoor moeten de studenten zelf het initiatief nemen om naar de RSD te stappen, waarbij ik me ook afvraag in hoeverre dit bij de studenten bekend is. Ik vermoed zelfs dat er best wat studenten in onze gemeente zijn die gewoon de stoute schoenen aantrekken en zelf besluiten de energietoeslag aan te vragen via het digitale loket van de RSD. Als die aanvragen dan binnenkomen bij de RSD, moet de RSD er iets mee gaan doen. Vervolgens...
Dat gebeurt inderdaad. Er zijn veel mensen die dat nu inzien; we zien je. Er worden nu ook veel aanvragen gedaan door mensen die het gewoon proberen, en je kunt het dus ook digitaal aanvragen. Dan worden er geen loonstrookjes meegestuurd. Maar het is wel iets wat de RSD allemaal moet onderzoeken. Dus het is in die zin natuurlijk goed dat mensen gewoon kijken of ze ervoor in aanmerking komen. Maar het is ook goed dat mensen nadenken over of ze daarvoor in aanmerking komen omdat het echt nodig is, of omdat het fijn is om wat extra's te hebben. En natuurlijk snap ik dat het voor heel veel mensen fijn is om wat extra te hebben, maar op dit moment zijn we echt aan het kijken waar de nood het hoogst is, en die pakken we aan. Daarnaast moeten we uitvoering geven aan de regeling voor 120% waar we ook nog mee bezig zijn. Dus ik kan informeren hoe het staat met de studentenhuizen. Dat is natuurlijk een goede suggestie die u doet, en we kunnen zeker kijken hoe we mensen, inclusief studenten en die in studentenhuizen, kunnen bereiken om te bepalen of daar nood is en of we daar iets extra's moeten doen. Dus in die zin neem ik die suggestie graag mee.
Ja, dank u wel, voorzitter. Er is mij een vraag doorgespeeld waarover u mij veel meer dan alleen een financieel antwoord zou kunnen geven, dus ik ben benieuwd.
Het betreft de aanvraag van een huisvestingsvergunning. Deze vergunning dient in principe alleen aangevraagd te worden door mensen die in een particuliere huurwoning wonen tot aan de liberalisatiegrens voor sociale woningbouw. Voor corporaties geldt dit niet. Zo is mij verteld. Als u bevestigt dat dit wel het geval is, dan ben ik zeer geïnteresseerd in de details. Er moet €105 betaald worden voor de vergunning. Wat betreft de huurtoeslag, deze kan oplopen tot €350. Het bedrag van de toeslag waar men recht op heeft, kan natuurlijk variëren. Op dit moment is het via de leges op deze wijze geregeld. Wat vinden we hiervan? Als het bedrag lager is, dan is het iets wat wij als Raad moeten bespreken om te beoordelen of het daadwerkelijk verlaagd moet worden.
Ja, dank voor het antwoord. Het is niet alleen voor particuliere huur, maar ook voor de sociale huur. Bij Woongoed is die €110 in ieder geval inbegrepen. Dus het blijft in mijn ogen vreemd dat je, als je aanspraak wilt maken op een toelage omdat je die heel hard nodig hebt - omdat je blijkbaar weinig verdient en daardoor je huur niet kunt betalen - in Nederland eerst bij de gemeente een fors bedrag moet betalen om een document te krijgen, alvorens je de huurtoeslag kunt aanvragen.
Als u het zo uitlegt, vind ik dat ook raar. De aanvraag voor de huisvestingsvergunning is bedoeld om te controleren of het ook echt om een sociale woning gaat. Als u dat anders zou willen, dan zouden we moeten kijken hoe dat op een andere manier mogelijk is. Kunt u daarover het gesprek met de Raad starten?
Laten we kijken of we de emotie over een tweede vraag, die ik in mijn betoog had en die betrekking heeft op de aangepaste grondprijs voor het bouwen van middenhuurwoningen, gaan indienen. Gaat mevrouw Welten hierop antwoorden of gaat u daar ook antwoord op geven? Ik...
Dank u wel, voorzitter mevrouw Hoogstraat. Ik heb nog een vraag over de U-pas. Gaat deze onderzocht worden? Is er al enig idee wanneer deze eventueel in gebruik genomen zou kunnen worden? Want wij denken dat het voor de inwoners een zeer positieve ontwikkeling zou zijn. Ja.
Ja, we gaan het zo snel mogelijk onderzoeken om te bepalen of het daadwerkelijk het middel is dat we voor ogen hebben en of we daarmee ons doel kunnen bereiken. Het gaat erom dat het een middel is waarmee we mensen goed en flexibel kunnen helpen, en dat het een systeem is waarbij je niet steeds hoeft aan te tonen dat je tot de doelgroep behoort. Maar het kan best zijn dat we uiteindelijk iets anders vinden, dus houd daar rekening mee. We gaan er meteen mee aan de slag. We hopen aan het begin van 2023, laten we zeggen voor de zomer, een antwoord te hebben. Nou, dat is fijn. We zullen het blijven monitoren, dank u wel. Dank u.
Dank ook aan wethouder Hoogstraten voor de eerste termijn van de zijde van het college. Vanuit uw portefeuille geef ik graag het woord aan wethouder Wilting.
Hij doet het in één keer. Alles is fijn, dank u wel, voorzitter. Dank u wel. Ja, waar ik mee wil starten, is dat ik gisteravond een bijeenkomst had met allerlei onderwijspartijen. We zaten op het Herman Jordan, waar we bezig waren met elkaar aan de nieuwe agenda voor onderwijs en jeugd. Ik kan u vertellen dat we daar mooie stappen hebben gezet met elkaar. Daar zaten niet alleen de onderwijspartijen, maar ook de welzijnsorganisaties waren daar. De leerplicht was er, het samenwerkingsverband voor het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs. En eigenlijk kwam de lijn daarin naar voren dat we samen willen investeren in onze jeugd en onze kinderen. We willen veel meer aan die voorkant gaan zitten met elkaar, maar er kwam een hele mooie eindconclusie uit. We hebben een start gemaakt met elkaar, maar laten we onszelf nou niet alleen maar prestatieafspraken opleggen, maar juist ook ontwikkeldoelen. En dat is eigenlijk wat ik deze raad, dit college en eigenlijk ook met de samenleving gun, dat we onszelf niet alleen maar prestatieafspraken en elkaar heel hard afrekenen, maar dat we onszelf ook de ruimte gunnen om te mogen ontwikkelen om de vraagstukken die we zien, om die in een soort ontwikkellijn met elkaar te ontdekken. Want het is vandaag al heel vaak genoemd. We staan voor uitdagende tijden die heel veel ondernemers, inwoners, jongeren, kinderen, ouderen raken, maar die we niet 1-2-3 hebben opgelost en die een zoektocht zijn. Hoe doen we dat nou met elkaar? En daar hoop ik dat we vanuit dialoog en vanuit samenspel ook ruimte hebben voor die ontwikkeling om steeds te kijken: wat is nou het beste antwoord op dit vraagstuk? En dat is niet altijd vast te pinnen. Dat is ook een ontwikkellijn. Het was in die zin heel mooi met de VVD, de oproep om bijvoorbeeld de RIB ook te zien als een ontwikkeld document, als iets wat we steeds gaan bijschaven, past volgens mij ook heel mooi in die lijn. Daarbij hebben we natuurlijk zeker wel oog voor de kaderstellende en controlerende rol die u als raad heeft. Maar wat ik al zeg, laten we ruimte houden voor die open dialoog. Daarbij merk ik ook dat we volgens mij, dat kwam ook gisteravond mooi naar voren, ja, waar zit de maakbaarheid, hè? We hebben uitdagingen en de reflex kan zijn: dat moet de gemeente dus gaan oplossen, terwijl we daar in ook met elkaar willen kijken. Wat kunnen we in dat samenspel van gemeente en samenleving? Waar zit de veerkracht ook van ondernemersverenigingen zelf om zaken op te lossen en waar hebben ze de ondersteuning nodig? Direct van ons of via onze maatschappelijke partners, waar ik ook scholen onder schaar? Nou, met die gedachte willen we dus de komende jaren aan de slag, waarbij ik even specifiek wil inzoomen op die jongeren en die kinderen. Ik heb hem al genoemd. Er komt een nieuwe agenda, jeugd en onderwijs, waar we inzetten op die ontwikkellijn van eigenlijk nul tot 23 jaar. Van een kansrijke start tot een rijke schooldag, van de aanpak van schoolverzuim en thuiszitters, tot ook de aansluiting op de arbeidsmarkt of het vervolgonderwijs. En die fase van de ene levensfase waar een kind in zit naar de volgende zijn altijd van die cruciale stappen waar je met elkaar moet kijken hoe je dat op een goede manier doet. Daar zien we ook ouders als partner. We zien gewoon dat er een toenemende vraag is in de jeugdhulp. Deels komt dit door corona, maar niet alleen door corona en we zien dat veel ouders met opvoedvraagstukken zitten, waarbij direct de reflex kan zijn om dat in de jeugdzorg te zoeken. Waar we juist ook willen kijken hoe we veel meer vanuit die preventie, die ook al genoemd werd door collega Hoogstraten, hoe kunnen we veel meer aan die voorkant zitten? Hoe kunnen we ouders aan de voorkant al helpen met die opvoedingsvraagstukken? Daar past ook de lijn in van een IKC in Vollenhoven, daar gaat het niet om het IKC zelf, maar dat gaat om een herkenbare plek waar ouders op een laagdrempelige manier binnen kunnen lopen met vragen en waar ze ook weten dat als het grotere vragen zijn, dat ze dan ook de hulp krijgen die ze nodig hebben. Want ik wil ook even inzoomen op de vraag van GroenLinks. Met preventie alleen zijn we er niet, een terecht punt dat er een toenemende vraag is ook rondom eetproblematiek. Goed dat er aandacht wordt gevraagd. We hebben op dit moment, even feitelijk gezien, gewoon 25 jeugdzorgaanbieders die aangeven expertise te hebben op die eetstoornissen, waarbij we ook daar de beweging willen maken. Niet alleen maar klinische opnames, maar hoe kunnen we ook veel meer ambulant 1-1-aanbod hebben voor jongeren die met dit vraagstuk worstelen? En daar zijn we in samenwerking met onze specialisten en ook in de regio goed mee bezig, dus we stimuleren dat ook. En daarnaast willen we ook als gemeente werken aan perspectief voor jongeren in de brede zin. We hebben ook gisteren kwam het aan de orde toen we met de scholen zaten. Daar zat ook de mensen van de CJG bij. Op elke school, zeker op het voortgezet onderwijs, hebben wij een school-CJG'er die samen met de school kijkt wat er op dat moment nodig is om hulp en ondersteuning te geven. Dat kan aan ouders zijn, dat kan aan een jongere zelf zijn. En op die manier proberen we eigenlijk te kijken, kunnen we al direct aan de voorkant iets pakken of als dat niet lukt, met zogenaamde doorbraaktafels, hè? Voor kinderen die thuis dreigen te blijven zitten, hoe kunnen we daar de aanpak hebben? Echt vanuit, wat is er nodig voor dit kind of dit gezin? Nou, we hebben het ook gehad over de effecten van corona. We zien gewoon wel dat we met het nationaal programma onderwijs werken we samen op het achterlopen of inlopen van die onderwijsachterstanden en vanuit de gemeente zelf hebben wij een plan gemaakt om te kijken hoe wij nou ja perspectief voor jongeren kunnen bieden. Nou, daarbij zetten we in op culturele activiteiten op school, het online jongerenwerk wat we hebben en ook dus de inzet van die school-CJG'ers wat ik net ook al eerder noemde. Daarbij krijgen scholen ook een budget waarmee ze op maat kunnen werken aan dat mentaal welzijn van onze kinderen. Daar wil ik ook nog een ander punt wel bij noemen. Dat sluit ook aan bij hoe we onze inclusie- en diversiteitsagenda willen opstellen en wat de noodzaak daarvoor is. Als ik even inzoom op bijvoorbeeld jongeren met LHBTIQ+. Nou, hè? Vanuit die achtergrond zien we dat die vaak meer mentale problemen hebben en dat is volgens mij ook een vraagstuk van, hoe kunnen we er nou voor zorgen dat ook zij gezien en gehoord worden? Dat geldt niet alleen voor die jongeren, dat geldt voor alle mensen vanuit die gemeenschap. We gaan dus ook aan de slag met een diversiteit- en inclusieagenda en op de vraag van het CDA, waar staat die € 7.000 voor? Die staat voor de deelname aan de Pride in Utrecht, waar wij met een vertegenwoordiging van onze partners in Zeist aan willen deelnemen. Dat is een experiment. Dat doen we eenmalig om te kijken heeft dat een positief effect in onze eigen samenleving, wat voor de uitstraling heeft dat? En als dat goed bevalt, kunnen we dat voortzetten, maar het is in die zin een experiment en ik nodig ook de raad uit om te kijken wie daar vertegenwoordigd zou willen zijn. Wellicht is dat de heer Fluitman zelf. Maar belangrijk is in ieder geval dat we dus aan de slag gaan met die inclusie- en diversiteitsagenda, waarbij het uitgangspunt is: iedereen kan zichzelf zijn en heeft de ruimte om mee te doen. Ik denk dat dat belangrijk is. Daarbij gaan we ook kijken en daar ben ik ook wel over in gesprek met de sportverenigingen en de culturele instellingen. Dat meedoen geldt ook op dat vlak. Wat is er nog voor nodig voor verenigingen om echt inclusief te zijn, hebben we een aanbod voor iedereen? Ik was hé, dit is volgens mij ook al eerder wel genoemd, maar er zijn hele mooie voorbeelden waar de ene hockeyvereniging G-hockey heeft. De andere heeft een tennisuur voor dementerende ouderen met beginnende Alzheimer en de volgende zet zich in voor mensen met een visuele beperking. Nou, dat is ook wel onze ambitie. Kunnen we dat met onze partners in Zeist te krijgen met de stip op de horizon dat we uiteindelijk een aanbod voor iedereen in Zeist hebben om mee te kunnen doen op cultureel en sportief en beweegvlak? Daarbij kijken we niet alleen naar onze individuele bewoners. Het is ook al een paar keer genoemd vanavond. Hoe zit het met onze sportverenigingen, onze culturele instellingen? U is daar, u heeft daar in de RIB, bent u daar ook over geïnformeerd. Hoe dat zit? Daarbij wil ik twee dingen zeggen, een zij geven signalen af over individuele leden die moeite hebben om de contributie te betalen. Nou, collega Hoogstraten heeft dat ook al aangegeven, waar nodig kunnen we heel duidelijk de bekendheid over het Jeugdfonds Sport en Cultuur versterken en geven we ze ook extra geld. Daarnaast geven ze ook wel gewoon signalen af over hun eigen club. Daarbij kijken we heel duidelijk naar, hoe kunnen we ze nou helpen? Lokaal en met verduurzamingsmaatregelen, maar ook de landelijke lijn. Ja, ik zit ook met smart te wachten totdat we meer duidelijkheid hebben wat er ten aanzien van energieplafonds voor zwembaden en sportverenigingen gaat gebeuren. Dus ik zou willen zeggen, ja, daar zetten we zeker op in. Die kijken ook hoe ze daarbij kunnen helpen, met ook wel het mogelijk naar voren halen van bepaalde investeringen. Ook daarover zijn we in gesprek. Zou het interessant kunnen zijn om bepaalde zaken zoals ledverlichting toch eerder te doen, zodat je weet dat die energierekening van de sportverenigingen ook echt fors naar beneden kan. Ik vind het wel belangrijk om te melden. Het is niet iets wat alleen bij de gemeente ligt. Ook de verenigingen zelf kijken daar heel kritisch naar. Moet die sportkantine de hele dag open, doen we dat alleen op bepaalde uren? Hoe zit het met douchen? Kan dat ook wat korter? Hè? Dat, dat ik ken het wel van mijn zoon ook wel, hè? Ze zetten een leuk muziekje neer in de kleedkamer en gaan vervolgens een half uur naar de overwinning met zijn allen douchen. Ja, de vraag is of dat nog steeds nodig is en daar wordt ook kritisch naar gekeken door de verenigingen zelf, dus hè? De bewustwording is het nou nodig om een half uur met zijn allen onder de douche te staan. Ja, ik zeg hem even gekscherend, ik snap het, maar dat is wel ook iets. Ik vind het een goede effect. Hiervan is dat we allemaal bewust kijken naar wat echt nodig is. Neemt niet weg dat ik natuurlijk graag zie als wethouder van sport en gezondheid dat iedereen in beweging blijft en daarbij kijken we ook naar wat eenieder daarvoor nodig heeft. Ik was laatst ook op een congres over sporten van de vereniging Sport en Gemeenten. En eigenlijk moeten we niet alleen maar over sport hebben, maar ook over bewegen in de brede zin. Het gaat sommige mensen voelen zich niet aangesproken door per se sport, maar die beweging en die gezondheid is belangrijk. Nou, dat is iets wat we mensen ook laagdrempelig voor willen uitnodigen. Het recent geopende gezondheidscafé in Vollenhoven vind ik een mooi voorbeeld waar mensen op laagdrempelige manier binnen kunnen lopen met gezondheidsvraagstukken en we ook daar weer mensen kunnen verwijzen als ze iets willen. Het mooie zou zijn, hè? We gaan het komend jaar ervaren of dat ook succesvol is, hè? Is het een vraag, is er behoefte aan of niet en mocht dat zo zijn, zou het mooi zijn als we dat mogelijk ook in andere wijken kunnen uitbreiden. Daarbij altijd belangrijk om te kijken, wat speelt er in elke wijk? Het is niet een soort eenheidsworst. Dat je in elke wijk hetzelfde zou kunnen doen, maar we moeten daar vooral ook kijken. Wat is de kracht van de wijk zelf? Want bijvoorbeeld in Vollenhoven in het gezondheidscafé zijn veel vrijwilligers, dus het draait niet alleen maar op subsidie van de gemeente. Het draait ook op vrijwilligers die een idee daarachter hebben en die samen willen kijken hoe ze met inwoners aan de slag kunnen met hun gezondheid. Nou, vanuit die gedachte van de gezonde leefomgeving kijken we ook hoe we de wijken zo kunnen inrichten dat die uitnodigt om elkaar te ontmoeten om te bewegen. En waar ook ruimte is voor de jeugd, want terecht wordt het hier ook genoemd vanavond. We hebben zeker ook de geluiden gehoord. Niet alleen van u als raad, maar ook vanuit de jongeren zelf. In het recente gesprek met de jongerenraad gaven ze dat ook aan: goh, Zeist is een leuke plek tot en met 12 jaar. Maar ja, als ik ouder word, dan is er eigenlijk niet zo heel veel voor mij te doen. Ze missen een plek qua horeca, ze missen een plek voor chillplekken in de wijk, trapveldjes, maar misschien ook de mogelijkheid om niet per se in georganiseerd verband maar op een vrije vrijdagavond op een losse manier met elkaar aan de sportvereniging te kunnen voetballen of hockeyen zonder meteen het commitment te moeten hebben dat je met een team twee keer of drie keer in de week moet trainen. Nou, dat is iets wat we met elkaar volgens mij moeten verkennen in de brede zin. Wat hebben wij aan aanbod voor onze jongeren? En daar wil ik de raad ook graag bij uitnodigen om aan dat gesprek deel te nemen, maar zeker ook met de jongeren zelf. Want laten we vooral niet hier bedenken wat jongeren nodig hebben, maar met henzelf kijken wat er nodig is. Vanuit die dialoog willen we ook kijken wat er in de wijken speelt. Het college is blij met de erkenning van de waarde van wijkgericht werken en de rol van de wijkmanager. Maar het gaat niet alleen om de rol van de wijkmanager. Het gaat om dat brede samenspel van inwoners. Allereerst met de wijkagent, met de wijkmanager, met jongerenwerk, met ondernemers. Wat speelt daar nou in deze wijk? En als daar knelpunten in zijn, wat is dan de beste aanpak? Dus nou, wij zijn als college daar ook mee bezig om te kijken wat dat wijkgericht werken nou precies inhoudt en wat de rol van de wijkmanager daarvoor is. Ook dat is iets wat we niet in onszelf of in ons eentje doen, maar daar komen we nog bij u op terug als het gaat om dat wijkgericht werken. Neem mijn leesvoer hoor, gaat dat niet alleen over de vraagstukken in het hier en nu. Het gaat niet alleen over veiligheid of onveiligheid of leefbaarheidsvraagstukken die op de korte termijn spelen. Dat gaat ook over waar wil je met de wijken naartoe? Wat zijn belangrijke waarden? We hebben best wel veel ambities in die fysieke leefomgeving. En daar merken we nog wel eens. Ik merk het hier
Hartelijk dank voor uw eerste reactie namens het college van B en W op de begroting die voor het komende jaar voorligt. Veel dank daarvoor. Er zijn raadsleden die vragen willen stellen of willen interveniëren. De fractievoorzitter spreekt nu.
Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraag voor Saestum: zou er een nieuw clubgebouw gebouwd worden en gaat dit nog door nu de kosten zo omhoog zijn gegaan?
Dank voor uw vraag. Wij zijn daarover in nauw overleg met DeStem. Ja, ik wil daarover zeggen dat we in gesprek zijn. Wat ik kort kan zeggen, is dat zij onze hulp hebben ingeschakeld. We kijken naar wat we kunnen doen rondom de verduurzamingsmaatregelen in brede zin. Dat geldt voor alle verenigingen, en we kijken ook of we voor DeStem specifieke dingen kunnen meenemen.
Ten tweede kijken we naar de businesscase die zij zelf hebben gemaakt, want de vereniging is zelf verantwoordelijk voor de bouw van het nieuwe clubhuis. Daarvoor hebben wij een garantstelling verleend, waar u als Raad ook akkoord op heeft gegeven. We zien echter dat, met de huidige bouwprijzen, het financieel niet haalbaar is. Daarover gaan we met hen in gesprek. We moeten opnieuw naar die businesscase kijken. Er speelt ook een kwestie rondom een huurder; ze zouden een medehuurder hebben die inkomsten genereert. In totaal kijken we met hen of het verstandig is om nu te gaan bouwen. Is het mogelijk dat we zeggen dat we een half jaar wachten? En kunnen we dan al dan niet verduurzamingsmaatregelen meenemen? Dat is waarover we in nauw gesprek zijn met DeStem.
Ik hoop dat dit voldoende antwoord is. Dit speelt niet alleen bij DeStem, maar het is daar wel heel urgent. Het speelt ook bij andere verenigingen.
Geachte voorzitter, hartelijk dank voor uw bijdrage. Ik vond het zeer inspirerend. Wat mij bijzonder aanspreekt, is inderdaad het samen ontwikkelen van nieuwe dingen en het bewandelen van nieuwe wegen. Daar ben ik altijd een groot voorstander van geweest. U zei aan het begin van uw verhaal dat we de raadsinformatiebrief (RIB) moeten zien als een ontwikkeld document. Ik denk dat het goed is dat we dan afspreken om daar een nieuwe naam voor te bedenken, want anders krijg je een soort tweedeling tussen de raadsinformatiebrieven: welke is nu ter informatie en welke is een ontwikkeld document? Ik zou er dus voor pleiten om daar in ieder geval een andere naam aan te geven. Ik hoop dat u het daarmee eens bent.
Dat is het ene punt en het tweede punt dat mij bijzonder aanspreekt, is het betrekken van ouders bij problematiek, als ik het goed heb begrepen. Maar aan de andere kant ook niet te snel zijn met het medicaliseren van problemen. Heb ik dat correct begrepen?
Ik kan antwoord geven op de eerste vraag. Het ontwikkelde document was meer bedoeld vanuit een bepaalde gedachtegang, maar laten we het vooral 'B' noemen, zodat er geen semantische discussie over ontstaat. Wat ik eigenlijk bedoel, is dat het een document is dat zich steeds verder ontwikkelt. Wat dat betreft, sluit ik graag aan bij de woorden van de heer Van Splunter over het tweede punt, als het gaat over het betrekken van de ouders. Ja, dat is inderdaad gericht op het normaliseren, zoals dat mooi wordt genoemd. Terug naar de vraag: wat is nu eigenlijk de vraag? Dit hoort ook bij een opgroeiende puber: hoe kunnen we de opvoedingsvragen veel eerder aan de voorkant aanpakken? Daarbij heb ik ook gisteren met scholen besproken dat zij al best veel doen om ouders vanaf de basis mee te nemen. En dat we dat inzichtelijk moeten krijgen met elkaar, en dan kijken wat eventueel extra nodig is. Ja, dat vind ik wel passen bij veel meer aan de voorkant doen en minder in de jeugdhulp. Even ter aanvulling: dit is wel een vraagstuk dat breed speelt als het gaat over de hervormingsagenda Jeugd. Dat is iets wat landelijk speelt: wat hoort nu bij jeugdhulp en wat niet? En die reikwijdtediscussie, ja, die speelt, maar dat is een breder onderwerp waarover ik u graag een andere keer informeer. Ik denk dat dat beter is, anders ga ik er nu te diep op in. Prima.
Andere onderwerpen, dank u wel, voorzitter. Ja, ik wilde graag reageren op basis van eigen ervaring, maar dan in drie hoofdstukjes, zoals een goede gereformeerde preek, zal ik maar zeggen: drie punten. Duurzaamheid, mobiliteit en grondstoffen. Ik weet niet hoe ze het in de katholieke kerk doen, maar goed, dat doe ik graag. Ja, en de collecte is ja... Voorzitter, dank u wel.
Om te beginnen met punt één: duurzaamheid, oftewel eigenlijk het klimaatplan. Ik voel, of wij voelen, en u voelt denk ik ook, brede steun in de raad voor de manier waarop wij in Zeist omgaan met duurzaamheid en de insteek die we daarvoor gekozen hebben. Ik moest even terugdenken aan het verleden, hoe het nou eigenlijk allemaal zo gekomen is. Want eigenlijk, als je terugkijkt, dan zijn we in 2016, denk ik, echt de basis gaan leggen voor ons duurzaamheidsbeleid, waarin mijn voorgangers samen met de inwoners van Zeist de brede milieuvise hebben opgesteld. Eigenlijk een document volledig samengesteld door onze inwoners. En dat is de basis geweest. Vervolgens is dat doorgegaan. Allerlei groepen in de samenleving zijn actief geworden, hebben mensen meegetrokken en ik zeg altijd: als je buren, als je buurman of buurvrouw het vertelt, dan geloof je dat, want je vertrouwt elkaar en dat is denk ik de sterke basis die we in Zeist hebben. En dat heeft zich voortgezet in dat energieplan, wat ook weer helemaal door de samenleving is gemaakt. En uiteindelijk heeft dat ook geleid tot de routekaart en dergelijke. Dat heeft geleid tot ongelofelijk mooie initiatieven in Zeist. Ik blijf ze noemen, want ze zijn gewoon zo prachtig: Samen Duurzaam Zeist. We hebben afgelopen week de week van de duurzaamheid gehad. Nou, het stond bol van de activiteiten in Zeist. Maar we hebben ook de Stichting Energy Zeist met Mijn Gezonde Huis, Mijn Groene Bedrijf. En eigenlijk al een beetje onofficieel, hè? Mijn Groene VvE. En dan zie je dat die inwoners zelf eigenlijk het initiatief nemen en dat alles van onderaf aan het borrelen is. En dat is zaaien, dat is zaaien en je ziet in de landen zie je nou best wel wat gemeenten die eraan trekken, hè? We hadden toevallig in het college nog over dat er gemeentes zijn die gaan een week aanwijzen, wij gaan daar wat doen en dan zie je dat die wijk helemaal in opstand komt, want we willen niks. Nee, je ziet dat er in Zeist gewoon heel veel burgerinitiatieven zijn op het gebied van bijvoorbeeld energie. Ik kreeg net nog een bericht, er zijn inmiddels 11 serieuze burgerinitiatieven die gewoon bezig zijn met het verduurzamen van hun wijk en ze komen naar ons toe. Gemeente, kunnen jullie helpen? En vaak via Mijn Groene Huis of Mijn Groene Bedrijf komen ze rond en dan gaan we kijken van, hoe kunnen wij jullie nou helpen in het ontzorgen? Eventueel in het financiële verhaal en zo zie je dat dat opborrelt van beneden uit zonder dat we als gemeente grootscheepse acties doen van kijk ons eens heel veel geld uitgeven, kijk ons eens een actie voeren om zonnepanelen te promoten, los of dat moet hè? Dat zou zomaar kunnen, maar dat hebben we tot nu toe niet gedaan en je ziet dat die energie in de samenleving zit. Als je ook kijkt, van de week heb ik de vorige week was dat bij de U10 heb ik ook aangegeven, U Thuis, een initiatief in de regio, hartstikke leuk, maar als je ziet hoeveel telefoontjes zij krijgen en hoeveel aanvragen zij krijgen, dat is bijna beschamend. Als je dat kijkt voor een heel Utrecht, als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld Mijn Groene Huis. Daar zit Mijn Groene Huis voor, alleen Zeist, bijna op hetzelfde aantal als U Thuis in de hele provincie. Dan denk ik nou, dat doen we echt wat goed met elkaar. En dan weten onze inwoners ook de juiste kanalen te vinden en dat is ook de manier waarop wij in Zeist gezaaid hebben. En je ziet nu dat het ook ja, dat het echt wel gaat groeien en dat zul je de komende tijd ook zien. Er werd net al even Energy in de buurt genoemd en volgens mij die Bredius noemde het in zijn staat inmiddels de eerste buurtbatterij bij een VvE, hè? We zijn ook bijvoorbeeld met de nieuwe gemeentewerf bezig. Er komt in principe gewoon ook een accu te staan voor opslag. Wettelijk gezien mogen we die opslag nog niet delen met percelen rondom de nieuwe gemeentewerf. Ontzettend jammer, want die mogelijkheid zouden wij wel graag hebben, maar helaas staat de wettelijke regelgeving dat nog niet toe en zo zie je dat we ook heel veel nieuwe initiatieven en innovatieve maatregelen willen promoten. En in die zin is er misschien ook wel een leuk nieuwtje te melden. Dat is namelijk dat we ook de eerste aanvraag voor een windmolenpark in Zeist binnen hebben. Toch een leuk momentje? En ik zie allerlei schrikbewegingen. Het gaat om 3 windmolens die een meneer die zijn woning aardgasvrij wil maken, bovenop zijn dak wil zetten. Dus nou, dat soort initiatieven vinden wij leuk, kijken van nou, dus vrij windmolentje tussen, dus het valt mee. Maar die aanvraag gisteren, daar zijn wij als Zeist enthousiast mee, want we willen kijken als dat nou werkt, nou dan, dan heeft dat weer een werking op de buren en die buren en het wordt verder verteld op verjaardagen. En dat is de spirit die we in Zeist willen hebben. En dat is ook de manier waarop we door willen gaan. We er komt straks de actualisatie van de routekaart. Daar gaan we donderdag ook met elkaar over in gesprek en dan gaan we kijken van nou, wat is nou voor de komende jaren de route die wij met elkaar willen volgen om bijvoorbeeld die energietransitie gewoon op gang te houden en misschien nog wel aan te moedigen en wat extra spirit te geven. Dat is als je kijkt naar de energietransitie. Daarnaast heb je natuurlijk de aandacht voor de biodiversiteit, verschrikkelijk belangrijk. Is ook, nou, waar we mee aan de slag gaan. Er komt geld beschikbaar om een uitvoeringsprogramma te maken op basis van de biodiversiteitsvisie. Er werden wat bedragen genoemd en ik merk iedere keer dat er een belangrijk bedrag wordt vergeten, namelijk de 3 ton vanuit het VGRP, het verbreed gemeentelijk rioleringsplan, moet ik oppassen met punten met de afkortingen, hè? Dus als u iemand een afkorting hoort, wat heb je het over, even je hand opsteken dan? Dan herinner ik het me weer, maar dat komt ook jaarlijks 3 ton voor beschikbaar. En dat is enerzijds voor klimaatadaptatie, maar dat heeft ook alles te maken met de biodiversiteit en met vergroenen, met grondwater, met afkoppelen en zo zie je dat alles met elkaar eigenlijk op duurzaamheid wel met elkaar te maken heeft en vandaar dat we ook een klimaatplan willen gaan maken en onze insteek hier. En het werd ook een aantal keer ook wel genoemd. Het wordt participatie is toch wel het idee om dat inderdaad wel weer op een hele constructieve manier samen met die inwoners te doen, wellicht door middel van een inwonersberaad of een andere vorm. Maar dan zijn we echt serieus op zoek van nou, wat is wat is daar nou de beste methode voor uiteraard op basis van onze handleiding participatie die we daarvoor hebben. En zo zien we dat waar volop mee bezig zijn. GroenLinks gaf nog mee van hebben wij de kennis ecologie wel in huis? Nou, op dit moment kopen we die in bij de ODRU, maar het is inderdaad de vraag van nou, is dat niet iets wat we eigenlijk zelf in huis zouden moeten hebben? U overweegt een motie, ik laat het graag aan u. Verdroging, de heer Bredius is dan een gesprek met Vrumona en Vitens. Nou, dat ligt niet aan ons, hè? De vergunningverlening ligt bij de provincie. Er zijn overigens wel, we zijn als gemeentes in gesprek wel met bijvoorbeeld Vitens, hè, want die zijn ook afgelopen periode in het nieuws geweest dat er echt een groot tekort aan drinkwater gaat ontstaan. Nieuwe wijken kunnen in sommige gevallen al niet meer aangesloten worden. Dus daar ligt echt wel een uitdaging, dus daar is Vitens wel met de gemeentes al in gesprek of gaan binnenkort in gesprek. En voor Mona zal er ongetwijfeld ook voorbij komen. En in februari zit ik ook met het hoogheemraadschap rond de tafel om onder andere over het grondwaterpeil en dergelijke te spreken. Dus dat is in gang gezet in die zin. Mevrouw van Kippersluis gaf aan van ja, hoe kan het nou dat we dat er we gaan inzetten op het klimaat en er komt minder geld beschikbaar? Nou, dat lijkt een beetje en dat komt omdat in de begroting van vorig jaar wisten we al welke subsidies we zouden krijgen en welk geld daarvan het rijk zou komen. Dat weten we nu nog niet, hè? Dus daar zit het grootste verschil eigenlijk in in geld, hè? Dat dat we toen al wisten wat we van het rijk zouden krijgen, welke subsidies er zouden komen en dat is nu nog onbekend. Er gaat geld van het rijk komen. Hoeveel dat precies is, dat weten we gewoon niet. Dat is denk ik wat ik over het klimaatplan zou willen zeggen. En dan ga ik over naar de mobiliteit. Nou, dat het is een beetje samengevoegd waarvan ik denk, nou, dat kan ik wel op een of andere manier onder mobiliteit schuiven. Ja, daar zijn we natuurlijk volop in aan de slag gegaan met het mobiliteitsplan. Wat is vastgesteld afgelopen februari? En nou daar, daar zijn we op dit moment ook eigenlijk alle belangenverenigingen en alle mensen die zich hebben aangemeld voor wij willen met jullie in gesprek. Nou, daar zijn we die ronde hebben we eigenlijk al gedaan, grotendeels gedaan. De bedoeling is dat waar in ieder geval twee keer met al die mensen spreken en daar halen we inderdaad heel veel op en dan koppelen we ook terug van joh. Wat, wat doen we ermee, hè? Dus in die zin zit dat in een denk ik in een goed spoor en zijn we constant zoeken van. Hoe kunnen we nou die inwoner ook bij onze uitvoering betrekken? Nou eerste instantie in de komende 3 weken bijvoorbeeld dat er iedere week een avond gepland voor nieuwe projecten die we gaan opstarten, bijvoorbeeld de Fietsstraat Arnhemseweg. Er is een bewonersbijeenkomst, wordt er georganiseerd, hij gaat uiteindelijk komen, Roy. De Kroostweg en bijvoorbeeld. Nou ja, Frank, we gaan we gaan bij Jan de slag en bijvoorbeeld in Zeist-West op het industrieterrein, hè dus zo zie je dat we ook daar we gaan aan de slag en we betrekken die inwoner erbij. Dan is een beetje zijdelings. Het CDA had de vraag van ja, hoe zit het nou met al die woningen die op de Steijnlaan worden gebouwd? En ja, hoe zit dat dan met parkeren? Er zal grote parkeerdruk nou, dat is eigenlijk het. Het issue wat we hebben in het centrum met het ruime bestemmingsplan wat we daar hebben binnen het bestemmingsplan kan er gebouwd worden zonder dat we daar parkeernormen op los kunnen laten zijn heel vervelend ding, dus dit is het aanpassen van het bestemmingsplan. Voor het centrum is een van de prioriteiten die we die we straks ook willen op willen pakken. Dat is één kant. De andere kant zit een deel van de oplossing in de nieuwe parkeernota, waarin we wellicht in de uitwerking gaan kijken. Jij moet iedereen die een eerste parkeervergunning aanvraagt, die ook daadwerkelijk ook gelijk krijgen, hè? Dus in die zin kan je aan twee kanten werken, maar dat is een van de denkrichtingen. Dan fietspaden wandelpaden. Zij is met nieuw. Hoe staat het ermee? Nou afgelopen jaar is er intern hard gewerkt aan het beheerplan voor voor voor onze wegen. Voorheen zaten voetpaden nooit in de beheerplannen dat was het werd eigenlijk op het moment dat er inspectie was geweest en dat wordt gezien dat er voetbalt slecht was, werd er op geacteerd, maar er was niet echt een beheerplan voor voor bijvoorbeeld voetpaden. Dat is er nu wel, dus we hopen daar in de komende jaren. Naast natuurlijk de signalen die we uit de samenleving krijgen, hopen we daar nu structureel ook de voetpaden gewoon in goede conditie te kunnen houden. Een even kijken dan vragen over de Slotlaan Hogeweg nou, dat zijn dus twee onderwerpen waar we binnenkort met elkaar over spreken, dus dat wou ik graag dan dan gaan doen. Het CDA noemde nog het probleem van die ene parkeerplaats bij de watertoren en het initiatief van de heer van 3. Daar kan u zeggen dat we daar zo goed als zo goed als uit zijn dat dat opgelost gaat gaat worden. Dan de onderhoudsplannen zijn ze belang noemde dat er staan er nog een aantal open. Klopt, er worden er als goed is binnenkort 3 opgelost. Daar zijn we druk mee bezig en dan is de bedoeling dat we de rest gaan doen. Overigens. Ik noemde achterstallig onderhoud, daar is geen sprake van. We hadden een andere systematiek in Zeist, hè? We inspecteren de wegen en op basis van de inspecties werd er een onderhoudsplanning gemaakt, maar dat werd niet in een beheerplan vervolgens geperst en dat is eigenlijk de de de het de de de omschakeling die we afgelopen jaar wel gedaan hebben. Natuurlijk blijven we inspecteren. Alleen er staat ligt wel een beheerplan aan ten grondslag, dus dat is wat we de komende tijd gaan gaan afronden. Dan. U hebt het niet meer over afval, hè? We hebben het over grondstoffen. Ja, het is een bekend gegeven dat NDZ al jaren voorstander is van van nascheiding. En ja, ik wilde wat dat betreft niet al te veel meer over zeggen, behalve dan een ding dat het echt een utopie is om te denken dat nascheiding goedkoper is als je dat tegen onze inwoners zegt, dan dan klopt dat gewoon niet. In de praktijk blijkt nascheiding op dit moment gewoon duurder en dat heeft alles te maken met de vergoeding die gemeentes vanuit het Verpakkingsfonds krijgen voor ingeleverd afval die is bij bronscheiding vele malen groter dan bij nascheiding en zodanig groot dat ook, zeg maar de extra kosten die gemaakt worden voor het wellicht extra laten rijden door de vrachtwagen. Ruimschoots gecompenseerd worden. Dus op dit moment is zeker voor Zeist nascheiding duurder dan bronscheiding én dat een stad als Utrecht kiest voor nascheiding. Dat snap ik heel goed. Nieuwegein heeft er ook voor gekozen, omdat die echt verschrikkelijk slechte resultaten hadden. Wat betreft bronscheiding, hè, die zaten ik geloof op 5 6 kg per MD, terwijl ze met nascheiding 11 kg of 12 kg per MD uit het afval halen, terwij
Oh ja. Nou, volgens mij heb ik op dit moment niet zoveel toe te voegen. We hebben natuurlijk met de Raad aangegeven hoe wij dat proces volgen, nietwaar? Wij herkenden vanuit de routekaart dat er nieuw beleid rondom de verduurzaming van monumenten nodig is. Dat hebben we de vorige periode ingezet. Daarvoor is iemand aangenomen die daar nu mee bezig is, en we proberen langzaam maar zeker echt een beleid te ontwikkelen. Je kunt het opleggen. We denken dat dat ook noodzakelijk is, hè? Enerzijds is het ontzettend van belang dat we monumenten hebben die bepalend zijn voor hoe Zeist is en wat Zeist uitstraalt. Aan de andere kant is, zoals mijn collega Van Dijk ook aangeeft, verduurzaming heel noodzakelijk. Ik wil hier echt benadrukken dat wij altijd openstaan voor gesprek. Dus op het moment dat er een vergunning wordt aangevraagd en volgens de regels zoals die op dit moment gelden, kan dat niet, dan gaan we in gesprek met die inwoner om te kijken wat dan wel kan. En dan hopen we tot een oplossing te komen. We komen er niet altijd uit, maar dat is wel onze intentie, want we willen uiteindelijk dat ook onze monumenten verduurzaamd worden. Want ja, we willen dat ze ook over 20 jaar nog bestaan. En dat is natuurlijk ook wel de andere kant van het verhaal.
Ja, dank u wel, voorzitter, en dank aan de wethouder voor zijn reactie en het betoog zojuist. Ik ben ook heel erg blij om te horen dat we serieus met participatie aan de slag gaan als het gaat om duurzaamheid. Dus het is geweldig dat dit ook vorm gaat krijgen in de komende tijd. Waar ik nog wel benieuwd naar ben, is het volgende: u vertelde net in uw betoog over alle mooie initiatieven die er leven in de samenleving, waar de afgelopen jaren aan is gewerkt en waar in de komende tijd ook nog aan gewerkt gaat worden. Waar ik naar op zoek ben, en dat zat ook een beetje in mijn betoog van vanmiddag, is hoe we als Raad kunnen zien of we daadwerkelijk aan het versnellen zijn op dit thema of niet. En of we voldoende geld hebben om de ambitie te behalen, en hoe we daarop kunnen bijsturen. Want ik geloof echt dat er hard wordt gewerkt, en dat kan, denk ik, iedereen hier in deze Raad beamen. Maar waar ik naar op zoek ben – natuurlijk hebben we de meerjarenvisie, de pijlers, we kennen ze allemaal – is hoe we de komende jaren hier adequaat op kunnen besturen. Deze zelfde vraag geldt eigenlijk ook voor de mobiliteitsambities die we hebben. Hoe kunnen we daar wat meer regie op houden, ook als Raad?
Nee, dank u wel. Uw vraag heeft mij inderdaad aan het denken gezet. Als we kijken naar de afgelopen vier jaar, dan is de keuze gemaakt om ons te richten op grootschalige duurzame energieopwekking. Dat was urgent, want als we in 2030 iets willen opwekken, moeten we nu beginnen. Dat heeft ertoe geleid dat we in de afgelopen vier jaar echt de nadruk daarop hebben gelegd. En je ziet dat er veel initiatieven in de samenleving zijn ontstaan, waar we gelukkig ook een vervolg aan hebben kunnen geven.
Ik vind dat de Kerk en Bosvelt natuurlijk prachtige voorbeelden zijn, maar ook de kerk en de 'bossflex' zijn dat. We hebben nu ook gezegd dat die grootschalige opwekking in 2024 weer aan de orde komt, als we gaan kijken naar nieuwe gebieden. Laten we nu eerst onze prioriteit stellen; dat hadden we al gedaan voordat de energiesituatie escaleerde. Ik probeer altijd het woord 'crisis' te vermijden. Vandaag heb ik een boekje van Beatrice de Graaf ontvangen over crisismanagement. Ik had al naar de podcast geluisterd en kan het iedereen aanbevelen, want het biedt een andere kijk op crises dan we nu lijken te hebben. Maar die keuze hadden we al gemaakt om te kijken hoe we ons de komende jaren gaan focussen op het motiveren van inwoners om de nodige maatregelen te nemen.
Binnenkort komt er een duurzaamheidsmonitor. Dat is voor ons een manier om te peilen of dit de informatie is waar u op zit te wachten en of dit de stuurinformatie is die u nodig heeft. Het probleem is vaak dat informatie twee jaar achterloopt, dus dat is altijd een uitdaging waar we mee te maken hebben. Omdat we ons nu voornamelijk richten op de inwoner en hoe we die kunnen ondersteunen, denk ik dat we door meer te vertellen - want we kwamen erachter dat we te weinig vertellen - u beter meenemen in het verhaal en dat u ziet dat er versnelling plaatsvindt.
Ik denk ook dat donderdagavond, als we het over de routekaart gaan hebben, dit een belangrijk onderdeel is dat meegenomen zou kunnen worden. Dat geldt ook voor mobiliteit. In het mobiliteitsplan hebben we aangegeven wat we de komende tijd willen doen. Als u deze begroting goedkeurt, kunnen we datgene wat we in de mobiliteitsvisie hebben vastgesteld uitvoeren, en nog wat andere mogelijkheden verkennen omdat we iets ruimer in ons jasje zitten door subsidies. Ik denk dat het aan mij is om te vertellen wat we aan het doen zijn, zodat u ziet wat er gebeurt.
Nee, Helder, dank je wel voor je antwoord. Ik begrijp ook dat het heel complex is om dat inzicht te krijgen, ook met het oog op de toekomst. Maar ik denk dat het goed is om inderdaad tijdens de routekaart in dat gremium met elkaar door te praten over hoe we meer grip kunnen krijgen op deze ontwikkelingen. Dankjewel.
Dank u, meneer Boerhaar. Ik heb even de positie ingenomen. Ook een burgemeester heeft recht op enkele minuten privétijd, die u mij niet zo gegund heeft. Wie van u twee is het? Mevrouw Van Kippersluis, zij is van belang.
Ja, dank u wel, voorzitter. Wethouder, bedankt voor de beantwoording van alle vragen. Ik blijf echter zitten met de beantwoording van de vraag over het verschil van 8 ton tussen de ambities van de coalitie met betrekking tot duurzaamheid en het lagere bedrag dat is opgenomen in de begroting. Wat mij dan bekruipt, is de vraag waarom er niet voor gekozen is om de subsidies van vorig jaar ook nu op te nemen in de huidige begroting. Of dat er met een voetnoot wordt aangegeven: "Let wel, beste Raad, in uw taak als controlerend orgaan, let op, er komen nog een aantal subsidies aan." Een kleine voetnoot was voldoende geweest. Nu bekruipt mij het gevoel van 'zoek de verschillen' en 'kleur de plaatjes', en ik denk dat dat niet nodig zou moeten zijn. Je had dit soort vragen kunnen voorkomen door gewoon met een voetnoot aan te geven, en ik denk dat het ook zuiverder is als je niet het ene jaar wel de subsidies meeneemt en het volgende jaar niet. Kunt u daar commentaar op geven? Ja.
Ja, zeker. Nu, ik ben van mening dat je pas iets over de begroting mag zeggen op het moment dat je zeker weet of je het hebt of niet. Overigens, één ding was ik vergeten te zeggen: vorig jaar zat in dat geld ook nog een stukje dat doorgeschoven was naar het budget van dit jaar. Vandaar dat het verschil ook heel groot is. Nee, want je ziet dat je geld krijgt van de overheid, maar je weet niet hoeveel, en je weet ook niet wanneer. Dat is het probleem, en toch wil je verder. Vandaar dat we nu ook willen gaan werken met een duurzaamheidsreserve, zodat, op het moment dat het geld van de overheid pas in augustus komt – wat zomaar kan gebeuren – je toch door kunt. Dus vandaar dat er wat geleverd is. Misschien hadden we er een voetnoot bij moeten plaatsen in de verklaring, want er staat natuurlijk een verklaring op de volgende pagina, pagina 24, waar eigenlijk een verklaring staat. Maar het verschil zit dus in die verklaring; die staat er wel, namelijk dat er een verschil is tussen inderdaad de subsidies van het rijk of de bijdrage van het rijk en subsidies. Maar misschien had dat met een sterretje iets duidelijker neergeschreven kunnen worden. Op pagina 24, de volgende pagina, staat er wel iets over.
Ja, dank u wel, voorzitter. Over stikstof: ik had die vraag misschien aan uw collega Hoogstraten moeten stellen, voorzitter. Maar het college spreekt met één mond, dus bovendien heeft u, naar mijn mening, kennis van deze kwestie. Dus ik herhaal mijn vraag nog even: wat is de invloed van het rapport van Remkes van vorige week?
De kwestie van stikstof valt onder mijn verantwoordelijkheid. Toen ik de impact van stikstof op de bouwsector onderzocht, bleek dat dit in principe een zaak is voor mijn collega. Zij houdt zich bezig met de naleving van de richtlijnen op dit moment. Wat betreft de verf en de Natura 2000-gebieden, wij ondervinden daar geen of slechts zeer beperkte hinder van stikstofuitstoot. Dus in principe vormt stikstof geen belemmering voor bouwprojecten in Zeist.
Ja, voorzitter, dank u wel. We zijn de portefeuillehouders zeer erkentelijk voor de antwoorden op een aantal aspecten, zoals het klimaatplan samen met de inwoners in een burgerberaad, twee vliegen in één klap met Vitesse in gesprek, wat heel positief is. We hebben niet gesproken over dat nascheiding moet worden ingevoerd. Dat is niet gezegd, maar Nieuw Democratisch Zeist heeft wel aangegeven dat het afvaldossier failliet is. We hebben gesproken over een kostenpost van 10 miljoen. We hebben de totale begroting besproken, waaronder die van de RMN, die dit jaar met 3,3 miljoen omhoog gaat. We hebben verwezen naar de gemeente Baarn die een brief met een zienswijze aan het dagelijks bestuur heeft geschreven, waarin de nodige punten, laat ik het voorzichtig zeggen, aan de orde zijn gekomen. Daar heeft de portefeuillehouder niet op gereageerd. Er staat geen vraag in de besluitenlijst, maar ik kan me zo voorstellen dat er wel een reactie verschuldigd is.
Nieuw Democratisch Zeist heeft gevraagd waarom de raad niet op de hoogte wordt gesteld van zo'n zienswijze. Moet dat niet gebeuren, zeker als het gaat om 3,3 miljoen en in een andere gemeente een zienswijze van dit niveau en over dit bedrag wordt ingediend? Met andere woorden, is het niet zo dat, als je de raad in control wilt houden en regie wilt geven, deze informatie beschikbaar moet zijn? Ik heb die vraag al eerder gesteld bij de rondetafelgesprekken. Toen zei de wethouder: "Dat is iets wat u zelf moet regelen," en dat snap ik ook wel. Maar ik leg het toch op het bordje van de portefeuillehouder neer, want wij kunnen alleen maar vragen of er een zienswijze beschikbaar is. Daar hoeven we niet naar op zoek, maar die kan wel in dit verband, met name vanwege de omvang van dat bedrag van 3,3 miljoen, door de wethouder beschikbaar worden gesteld. Dat zijn niet kort en zakelijk, maar wel de punten die Nieuw Democratisch Zeist naar voren wil brengen.
Wethouder: "Ja, dank u. Er was misschien geen vraag besloten, maar ik had hem wel opgepikt. Alleen had ik hem vervolgens niet in mijn stuk verwerkt. Nee, de normale procedure is natuurlijk dat de begroting naar de raad wordt gestuurd. De raad staat open voor zienswijzen. De zienswijzen gaan vervolgens naar het college toe en het college geeft daar een reactie op. De reactie vanuit het college gaat naar alle raden, dus u krijgt uiteindelijk de reactie van het college op de diverse zienswijzen te zien. Ik, als bestuurslid, zie ook die zienswijzen niet eerder dan dat er een reactie vanuit het college is gekomen. Dit is misschien wel een aanleiding om een pleidooi te houden. We hebben dat eerder in het Algemeen Bestuur aangegeven, om dat ook aan de raadsrapporteurs mee te geven. Kijk of je, bijvoorbeeld als raadsrapporteurs, in de opmaat naar bijvoorbeeld de begroting of naar een zienswijze, even bij elkaar kunt komen, zodat ook dit soort dingen gedeeld kunnen worden. En dan is het toch zo dat ik het weer van mijn bordje af krijg, maar ik leg het toch graag bij u neer, want dat is wel de route, hè? Dus de zienswijzen krijgt u te zien op het moment dat er een reactie vanuit het college is op de zienswijzen. Dat is een standaardprocedure die we volgen."
Hartelijk dank, wethouder, en de raadsrapporteurs voor de RMNP. Vergeet niet altijd het vallen van het riet en Aad Genis, hartelijk dank daarvoor. Voldoende dank voor deze wethouder. Dan geef ik het woord graag aan Koos Janssen als portefeuillehouder van openbare orde, veiligheid, burgerparticipatie en nog veel meer, geloof ik. Het woord is aan Koos Janssen.
Ik zal mijn best doen. Bent u er nog bij? Ja, gewoon, dat is jammer. Dat vind ik jammer. Vooral de eerste die zei: "Van ja, zeker." Weet je, er zijn in de algemene beschouwingen van de diverse fracties verschillende opmerkingen gemaakt over verschillende onderwerpen. Ik wil die onderwerpen gewoon een voor een even langslopen in een willekeurige volgorde. Aan het eind wil ik samenkomen in de tijd waarin we ons met elkaar bevinden.
Eerst wat lossere onderwerpen: buitengewone raadsleden, kunnen die niet beter vergoed worden? Die oproep is heel goed te verstaan, want dat is ook landelijk best een probleem, een vraagstuk. Als je kijkt naar wat de Vereniging van Raadsleden ervan vindt wat de vergoeding van raadsleden betreft, of als je ziet wat de fractieondersteuning of buitengewone raadsleden betreft, dan zie je landelijk discussies daarover. Ik kan er een paar opmerkingen over maken, want het is best gecompliceerd. Wij hebben een systeem waarin de buitengewone raad vergoed wordt met een soort vrijwilligersvergoeding. Dat is een bepaalde systematiek, geloof ik, €150 per maand, 12 maanden lang, is €1.800 per jaar. Dat ligt iets hoger dan de systematiek van Binnenlandse Zaken. Daar gaat het om de vergoeding per bijgewoonde vergadering. Dus degene die in de vergadering actief is als buitengewoon raadslid, wordt wel vergoed in dat denken en handelen. Maar zit je alleen in de fractievergadering die niet erkend wordt als vergadering? Met andere woorden, ben je ondersteuner van de ondersteuning? Ja, dan telt dat niet mee en in vakantietijd ook niet. Kom je macro uit op een lager bedrag per jaar voor een buitengewoon raadslid, dus dat is geen oplossing.
Nou, en de derde optie is de buitengewone raadsleden in dienst nemen. Dat kun je als fractie doen, dan kun je misschien als gemeente doen. Maar ja, dan is de vergoeding weer fiscaal belast, want die vrijwilligersvergoeding is fiscaal vrij en dat betekent dat wat we ook afspreken, als je het werkgeverschap aangaat, je ja, pakweg een derde tot de helft wegbrengt naar de fiscus. Kortom, dit is het vraagstuk. Nou, ik wil met u afspreken, dus van de zijde van B en W wordt het vraagstuk erkend. Dat is al nummer één, hè? Ik weet ook dat Jan Bredius enige tijd geleden daar ook een keer naar gevraagd heeft en nu kwam het ook weer naar voren door verschillende fracties. We gaan dus serieus ernaar kijken, dat redden we niet alleen, dus daar heb ik gewoon de VNG of BZK, het ministerie van Binnenlandse Zaken, voor nodig en misschien ook wel de Vereniging van Raadsleden. We gaan die verkenning maken. Dat is wat ik sommige van u misschien ook wel voor nodig heb om te kijken of we een voorstel kunnen ontwikkelen dat wij beter vinden, passend in deze tijd dan de huidige regeling. Zullen we die afspraak maken? Dat is één.
Het tweede is het Veteranen Search Team. Ja, dat is gewoon een breed door ons erkende instelling in Zeist die voor het hele land werk doet. Als we daar ook op bezoek gaan, zoals nu het afgesloten politieke seizoen vlak voor de zomer? Ja, dat is het enige wat we naar die club kunnen doen, is erkenning en een gift geven. We hebben een gift gegeven, ook bij de hè, dus €2.000. U mag weten, wij gaan de Veteranendag ook daar organiseren. Veteranendag is op 26 november in Zeist. Daar gaan we met de Zeister veteranen naar het Veteranen Search Team op de locatie, zoals we daar ook als raad geweest zijn, zodat die veteranen onder elkaar het over het werk kunnen hebben. Ook dan zal onze erkenning er weer zijn en een gift van het bedrag dat ik u ook noemde. Zo proberen we lokaal iets te doen.
Nou, als er locatievraagstukken zijn, hebben wij gezegd tegen de club, dan kun je ons inschakelen om mee te helpen, maar zolang je bij defensie zit, gaan wij niet een probleem, een vraagstuk op sleeptouw nemen met defensie. Defensie moet zich moreel en feitelijk verantwoord vinden ten opzichte van de gebruiker van een deel van Kamp Amersfoort, The Wallace Acre, hè? Daar zitten ze nou en het laatste wat ik wil zeggen is dat de oproep die naar de politiek werd gedaan, die doet u ook van daar ons als college, dus ik zal me verstaan met het ministerie van Justitie en Veiligheid, want het raakt gewoon een politietaak. Of er landelijk mogelijkheden zijn dat het rijk een financieel handje helpt, hè? Laat onverlet, ik zal u op de hoogte houden van de vorderingen dat als u politiek, hè, de Tweede Kamerfractie kan stimuleren daar een keer aandacht voor te vragen, dan worden ze van twee kanten benaderd, laat ik het zo formuleren.
Het derde is veiligheid. Veiligheid eigenlijk op drie manieren: Steenlaan, kentekenregistratie en de boa-uitrusting. De boa-uitrusting, daar is wat beweging in gekomen wat de regelgeving betreft. In juni jongstleden zijn de regels wat verruimd. Maar ik ben heel voorzichtig met dit onderwerp. Want die wapenstok en die pepperspray, die is een andere wapenstok, een kortere dan bij de politie, dus het lijkt wat, maar is het wat? Dat kun je nog steeds afvragen, maar niet alle medewerkers zijn blij met die uitrustinguitbreiding, want dat leidt tot een eeuwige discussie: ben je beter uitgerust, wat roept het op? En het is dus best een gevoelig onderwerp en de tweede dimensie die eraan vastzit, is dat de officier van justitie ruimte moet krijgen, maar de omstandigheid moet er ook naar zijn. Dus ja, is er niks aan de hand, ja, fluitend je werk doen, dan ga je niet zomaar met zo'n uitrusting op pad, dus er moet aanleiding zijn.
Nou, ik wilde voorstellen, want we hebben een thema-avond veiligheid op 24 november, dan is de officier van justitie aanwezig. Daar gaan we, ik zal hem dit onderwerp aankaarten en dan kunnen we het met elkaar eens over hebben. Snap je, wat zijn de kantjes? Kunnen we ook met onze eigen medewerkers nog eens over praten? Maar het is een serieus onderwerp, maar het is niet zomaar goed om het te doen en ook niet zomaar mogelijk om te doen.
Dus dit is het antwoord, het tweede is, wil ik even noemen, die kentekenregistratie. De heer Van Splunter, die vroeg er ook in de commissievergadering naar. Nee, ik ook de officier voor nodig, dus die wilde ik ook bij dat thema aankondigen. Kunnen we op 24 november daar gewoon even over praten? Kijk, het dilemma bij de kentekenregistratie is dat het echt een privacy punt heeft, dus je stelt kentekenregistratie wil zeggen dat je rijdt per week in, je nummer wordt geregistreerd. Je rijdt ter week uit, ja, dan wordt je nummer geregistreerd. Dan heb je verdachte nummers. Dat zijn de landelijke boeven, komen die nou in de wijk, komen die vrij winkelen, als het ware? Nou, wordt dat geregistreerd, gaat er een piepertje af en denken ze: "Hé, er is een vrij winkelaar in de wijk." Snap je, maar je kan er niet zomaar voor andere doeleinden gebruiken en niet iedereen is blij met zo'n kentekenregistratie. Maar ik heb beloofd dat ik zal nagaan of we een pilot kunnen doen in een bepaalde wijk, is kijken, hoeft niet tot december te wachten, als eerder kan, is mooi. Maar dan moeten we wel even met elkaar het onderwerp doorgronden, want er zitten verschillende kantjes aan. Ik vind het vanuit veiligheid de moeite waard om met elkaar te verkennen wat er mogelijk is.
Nou, het derde, het laatste onderwerpje van onderwerp van veiligheid, dan ben ik mijn blaadje kwijt. Oh, wat erg, oh nee, allemaal geheugensteuntjes, hè? We hebben veelzijdig werk, hè? Dat blijkt wel op zo'n dag als vandaag waar we het over hebben. De Steenlaan, uitgangspunt bij de Steenlaan is, als er wat aan de hand is, het wijkteam is de draaischijf. Het is niet anders. Wat is het, leefbaarheid of veiligheid? In het wijkteam zitten de wijkmanager, de politie, de woningcorporatie en de jongerenwerker, want meer aan de omnium zit erin, is er, wat is de draaischijf van het werk en van het organiseren van het werk om te werken aan leefbaarheid en veiligheid? Het is het wijkteam. Daar kun je met elkaar over praten, hè? Als je al wilting, de wethouder vertelde erover dat we met elkaar gaan kijken, hè, zitten daar de goede functionaliteiten? Hoe kan het beter, maar in dit geval is het gewoon het wijkteam. Het vertrekpunt als wijkteam geholpen moet worden door de samenleving, die we kunnen niet zonder en bijvoorbeeld door meer politie of meer van het een of meer van het ander, dan gaan wij helpen en wie zijn wij in dit geval? Dat is wethouder Walter van Dijk, die is wijkwethouder daar en handhaving. En ik zelf, hè? Vanuit mijn portefeuille openbare orde en veiligheid, dus wij met zijn tweeën hebben de handen ineengeslagen. De draaischijf is het wijkteam, die is bezig met analyse en aanpak en dat is serieuze business, want wij nemen het signaal serieus, zo simpel is het. En als het niet serieus is, zijn we zo klaar en als het wel serieus is, moeten we aan de bak. Snap je, dus ja, zo werkt dat, dus het is altijd goed, het signaal dat gegeven wordt. We hebben wel analyse en aanpak nodig, want dat gaat om best een veelzijdig iets. We hebben avonduren en uitgaansleven, we hebben horeca en drinkhoreca, we hebben bestraatte taferelen, we hebben bezorgdiensten met scooter gedrag en we hebben ondernemers die eigenaar ondernemers zijn van die bezorgdienst. Dus we hebben over jeugd, jongeren, scooterrijders, afval. Dit is even de bouwsteen van het vraagstuk. Nou, dan maken we een mooi actieplan, we houden verbinding met de bewoners en we kijken wie wat kan doen en dan hoop ik dat we vooruitkomen in het vraagstuk. Er zijn vragen over gesteld. Ik dacht door de VVD. U krijgt gewoon antwoord, maar ik denk, het is wel goed om daar ook naar aanleiding van de opmerkingen in de algemene beschouwingen iets over te zeggen. Dus weet dat we het serieus nemen. Geef ons even de tijd het goede te doen.
Democratie, twee opmerkingen: burgerabonnement maar voor een jaar geldt, nou, dat klopt, burgeramendement, dat is, daar komt eraan. Het voorstel daar komende dagen staat in het coalitieakkoord, een jaar geraamd. Zijn ontwikkelkosten is kijken of het werkt. Het kan zijn dat het werkt en dat we zeggen: "Hé, dat kunnen we mooi inpassen in het bestaande werk, hebben we geen budget meer nodig." Stel, we ontwikkelen een instrument en we doen de ervaring op in de loop van een jaar dat we zeggen: "Ja, het gaat toch wat meer geld kosten?" Dan moeten we in de kadernota, de volgende begroting zeggen: "We gaan wat bijramen," dan is eigenlijk de gedachtegang van een jaar geraamd. Nou, het voorstel ligt er. Ik hoop dat we er met elkaar het goede gesprek over hebben. Het staat al gepland dat ik veronder tafel debat en raad november december, nou, dan kunnen we de democratie verrijken met een instrument. Waarom noem ik het instrument als verschijnsel? Kijk, wij werken met verschillende instrumenten, maar we doen dat omdat uitgangspunt bij ons is de participatie, de inbreng van de samenleving, maar die kunnen we op verschillende manieren waarmaken. Er zijn verschillende instrumenten voor en dit is er één, het is niet een soort monopoliepositie, maar iedere keer afhankelijk van de omstandigheid passen wij het participatiehandvat toe om te kijken welk instrument het beste past in welke omstandigheid.
En dat is mijn aanloopje naar de vraag van het CDA van ja, die inwonersadviescommissie, burgerberaad, waarom wel de ene keer, waarom niet de andere keer, waarom niet in goede tijden, maar wel in slechte tijden? We hebben natuurlijk 1,5 jaar gewerkt met het burgerberaad, dat is best een grote klus geweest. Hebben de inwoners veel tijd aan besteed, hebben we veel waardering voor raads- en bestuursbreed. Daar hebben we besluiten over genomen in november. Nou, daar kan je dan ga je de volgende dag niet meer aan beginnen, snap je, dan ga je even laten landen en kijken, hoe gaat het in maart jongstleden was die film van Bromet, hè, er nog een keer over nagepraat? Er zijn verkiezingen gehouden. Nou, dat is burgerparticipatie pur sang natuurlijk, hè, inwonersbreed, twee hoofdrolspelers, de inwoners zelf in de raad. Nou, dan kun je zeggen, dat is ook een brede vorm en dat kan dus zijn dat we het burgerberaad, maar dat is een instrument, weer op enig moment voor dingen gebruiken. Dat kan om het thema zijn, dat kan in een wijk zijn, het kan met een doelgroep zijn, dat is een beetje afhankelijk van de omstandigheid, maar de reden dat we het nu niet gedaan hebben, komt simpelweg. We hebben er net achter de rug en er zijn nu ook verkiezingen geweest, twee inwonersbrede processen, dus ja. Als zich weer een goede gelegenheid voordoet in welke portefeuille dan ook of als u daar zelf ideeën over heeft, dan zeggen we, we passen het toe, maar het is geen wet van Meden en Perzen, dat zo, want zo willen we het eigenlijk niet zien.
Personeel en organisatie, mooi onderwerp. En meubilair, mooi onderwerp, hè? Ik moet een aanloopje nemen, voorzitter. Neem me niet kwalijk, maar het gaat wel ergens over en daarom zijn er ook vragen over gesteld, hè? De, hoe zit dat nou met personeel en organisatie met de formatie en al die budgetten, kan dat niet wat meer of wat minder of waarom zus of waarom zo? Even iets algemeens, we zitten best in een specifieke arbeidsmarktsituatie. En die is soms best ja met zorgen, niet van hopeloosheid, maar toch anders dan een paar jaar geleden. Als we nu kijken. Ik heb wel eens meer gezegd. Per jaar stroomt 16% van de medewerkers uit, 16%. Dat was in vroegere tijden voor corona 8%. 16% wil zeggen, in twee jaar tijd ben je een derde van je organisatie kwijt. Dat is niet mis. Dat is niet alleen in Zeist zo, maar dat is in heel Nederland zo in gemeenteland en ook in bepaalde branches is heel veel dynamiek in personeel gekomen. Allemaal reflectie op de coronatijd die we gehad hebben. Mensen denken: "Wil ik het wel hebben zoals het nu is?" Dat betekent voor ons dat er dat er dat het best lastig is ook nog in een krappe markt om weer nieuwe mensen te vinden. Er zijn er twee problemen
Ja, dank u wel, voorzitter. En ook dank voor de passie waarmee de portefeuillehouder deze elementen naar voren brengt. Ik heb een korte vraag, misschien ook een kort antwoord, die gaat over burgerberaad. De portefeuillehouder geeft aan dat het college kan kiezen voor het moment waarop dat burgerberaad plaatsvindt. Maar binnen onze fractie leeft toch wel de vraag of de Raad ook kan kiezen voor dat burgerberaad. Is het een keuze die alleen voor de portefeuillehouders binnen het college is, of is deze afhankelijk van het onderwerp dat daarvoor beschikbaar is? En wat is dan de route? Gaat dat dan via het presidium, of gaat dat via de ingewikkelde weg van een motie? Of hoe moeten we dat zien, burgemeester?
Ja, eigenlijk is het zo ruim als u de vraag stelt, want weet u, niemand heeft het monopolie of het alleenrecht op het instrument burgerberaad. U ziet het nu landelijk, nietwaar? Ik mag het best weten. Over twee dagen zit ik in Den Haag om de ervaring vanuit Zeist in te brengen, in een gesprek met minister Jetten in dit geval, omdat hij overweegt een burgerberaad landelijk te houden op het gebied van klimaat. En het kan dus in het parlement, in het lokale parlement ontstaan. Het kan bij een portefeuillehouder ontstaan. Het kan bij B en W ontstaan. Het kan in de samenleving ontstaan. Dus als u denkt dat er echt een thema is dat we in die vorm moeten gieten, hoeft niemand dat te claimen, toch? Dan gaan we het er met elkaar over hebben, want dat is best belangrijk. Je moet dat met elkaar zien zitten. En de kracht van ons bij die eerste keer bij het burgerberaad was dat wij het - ambtelijk, bestuurlijk, politiek en met de samenleving - allemaal zagen zitten, en dat is best belangrijk. Dus is er vertrouwen om het middel met elkaar in een bepaalde omstandigheid weer te bespreken. En dan kan het initiatief daarvoor bij iedereen liggen.
Dank u wel, voorzitter. Hierop voortbordurend wil ik graag een van mijn vragen aan de orde stellen waarop nog geen antwoord is gekomen. Wat bedoelen we precies met 'samen'? "Samen bouwen aan een mooier en duurzaam Zeist" is de titel van het coalitieakkoord. Hoe mooi zou het zijn geweest als we ook samen met de samenleving hadden gekeken naar hoe wij invulling geven aan onder andere deze begroting, wetende dat er ruimte en geld beschikbaar is? Wat ik nu constateer, is dat er alleen maar samen met de coalitiepartijen is gekeken naar de invulling van het coalitieakkoord. Dan zegt u dat het een goed instrument is en dat we er zuinig mee om moeten gaan. Dat we het niet altijd zomaar moeten toepassen, en dat begrijp ik. Maar de vraag is of de inwoner dat ook begrijpt. Want als we hem wel vragen om in slechte tijden mee te denken over bijvoorbeeld het feit dat sportverenigingen minder geld gaan krijgen, dan is dat prachtig. Maar in goede tijden zou het ook fijn zijn om bij die samenleving ideeën op te halen over waar we ze weer een impuls kunnen geven. Dus ik begrijp uw antwoord, maar ik had alleen verwacht dat deze coalitie, met deze sterke tekst over samen bouwen aan een mooi en duurzaam Zeist, dat ook echt samen met de samenleving had opgepakt. Hoe kijkt u daar tegenaan?
Ja, het is een beetje een pikante vraag aan mij, want het is een zeer politieke vraag. En ja, kijk, ik kan niet anders zeggen dan dat 'samen' altijd bij B en W, de raad, de ambtelijke organisatie en de samenleving hoort. Dat is het in principe altijd. Dat is bij ons 'samen', want bij dat samenspel, hè? Dat samenspel en de interactie zijn essentieel voor een goed leven in Zeist. Je kunt niet zonder een van die spelers. En nu, hè, maar daar wil ik een beetje afblijven van de politieke interpretatie. Nu is er voor gekozen, in die hele aanloop en in de huidige crisistijd, om die interactie vooral met de maatschappelijke spelers te hebben. Dus met de RSD, ja, met de sportverenigingen, met de cultuurinstellingen; dus die invulling van 'samen' is nooit standaardwerk. En ja, want wij kunnen het nooit alleen verzinnen, dus 'samen' is ook niet wat u even vreemd of zegt. Dit is coalitie of B en W. Dat zijn wij, want als die begroting dadelijk wordt goedgekeurd, dan zijn wij 'samen'. En als je zegt, nee, dan zijn wij 'samen', maar u hoort er niet bij, want u heeft nee gezegd. Zo zien we dat 'samen'.
Het gesprek is heel interessant, nietwaar? Ja, maar als we het over samenwerking hebben, en u spreekt over samenspel, dan zegt u iets waarmee ik het niet eens ben. Er is in dit geval geen burgerparticipatie geweest door middel van een burgerberaad, en daardoor was er geen participatie in goede tijden. Die participatie is er echter wel; die is aanwezig en krijgt elke dag vorm door onze verbinding met sportverenigingen en cultuurinstellingen, met de RLSD, met cliëntenplatforms en met wijkverenigingen. Dat is een andere vorm van participatie, afhankelijk van de omstandigheden. Dus in zekere zin heeft u gelijk, maar principieel gezien niet.
Ik wil graag op twee dingen reageren. Ten eerste, als u zegt: "Als ik tegenstem, betekent dat dan dat ik niet solidair ben?" Nou, zo voelt het volgens mij niet, maar daarover zullen we op een ander moment nog eens met elkaar spreken. Nee, ik begrijp wat u zegt, maar leg het alstublieft uit aan de samenleving. Want nogmaals, de mensen van de IC hebben zich ingezet en zien nu dit gebeuren. Dus ik denk dat het om een goede uitleg en toelichting vraagt. Dan wil ik overgaan naar mijn tweede punt, want het gaat ook over een goede uitleg en toelichting. En dat heeft toch te maken met de capaciteiten en de inzet? Het CDA twijfelt er totaal niet aan dat die inzet nodig is. We twijfelen er ook niet aan dat die op een goede manier wordt ingezet. Maar als de markt verandert en mensen vertrekken, dan heb je niet extra mensen nodig, maar wel de inzet en de capaciteit. En wat ik dan lees over het bouwen van 4000 woningen, hè? We hebben het komende jaar extra inzet nodig van 400 en zoveel duizend euro, en vervolgens voor andere projecten 700 en zoveel duizend euro. Het is niet duidelijk wat nu vervanging is, wat een buffer is die je nodig hebt om tekorten op te vangen, of wat je extra gaat inzetten, en of je dat dan structureel of niet-structureel doet. Ik hoef er verder geen antwoord meer op, want u heeft al voldoende geantwoord. Maar mijn verzoek is wel om enige zorgvuldigheid te betrachten bij dit soort vraagstukken, zodat ook heel duidelijk is waar onze middelen aan besteed worden. Dank u wel.
Hier is een grammaticaal correcte versie van de tekst:
"Korte reactie: ik waardeer het dat u zegt dat ik er geen antwoord op hoef te geven, toch? Maar ik wil toch een korte reactie geven. Ik ben van mening dat we deze discussie altijd moeten voeren, vooral als we op reis zijn. Het gaat namelijk om onderwerpen die we moeten uitleggen; we moeten communiceren over hoe onze deelname aan deze strijd er in de loop van de tijd uitziet. Begrijpt u? En dat we dit doen in samenwerking met onze maatschappelijke stakeholders, die opkomen voor hun klanten en bezoekers. En als hun personeel vertrekt, waarom zouden we dan niet communiceren over de overwegingen die nu in het debat zijn en straks in de raadsvergadering van 8 november? We nemen deze uitdaging dus graag aan. Dank u voor de gelegenheid."