Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Dan kom ik bij agendapunt 7, het vaststellen van de Kadernota 2023. Er is een motie aan de orde voordat we het voorstel zelf bespreken. Deze motie is ingediend door de fracties van Zeester Belang en de Socialistische Partij. Ik weet niet of er andere indieners zijn, maar dat zal ik wel horen van de heer Tompot. De heer Tompot, ik zou u de gelegenheid willen geven om de motie toe te lichten.
Ja, dank u wel, voorzitter. Voor zover ik op dit moment weet, is deze motie alleen mede ingediend door de SP, dus zij hecht er veel belang aan. Laat ik een toelichting geven op waarom ik deze motie zou willen indienen. Het gaat over de geld-terug-regeling en sinds 2009 zijn er bedragen vastgesteld van €100 per volwassene en €200 per kind. Dit betreft gezinnen die onder 130% van het sociaal minimum leven, zodat zij in staat worden geacht om deel te nemen aan activiteiten in de samenleving, of om bijvoorbeeld een abonnement op een krant te kunnen bekostigen of de contributie voor een sportvereniging te kunnen betalen.
Nu is het zo dat we sinds 2009, als we de periode tot en met 2022 bekijken, een oplopende prijsinflatie hebben gezien. Dit is te zien als je op de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek de cijfers van elk jaar in een tabel bekijkt. Die cijfers zijn aanzienlijk. Als je dat bij elkaar optelt over al die jaren, kom je uit op een groot getal. En dat is niet alleen van de laatste jaren zo, maar eigenlijk al vanaf al die jaren daarvoor. Ik heb zelf berekend dat het om een waardevermindering van mogelijk wel 25% gaat als we dit jaar vergelijken met het jaar 2009.
Dat betekent dus dat als je 2009 en 2023 naast elkaar legt, je in dit jaar eigenlijk voor 25% minder kunt besteden aan de geld-terug-regelingen dan in 2009. Dat is toch een aanzienlijk verschil. Daarom is het voor mij, en dus ook voor de SP, een reden geweest om deze motie in te dienen. Wij vinden het van belang dat mensen met een laag inkomen, tot 130% van het sociaal minimum – de grens die in onze gemeente Zeist is vastgesteld – kunnen blijven meedoen aan activiteiten in de samenleving.
Als we deze regeling met die vaste bedragen zo houden, dan zou dat doel in gevaar kunnen komen. Dat zou kunnen betekenen dat in de loop der tijd het aantal dingen, zoals bijvoorbeeld de dure contributies voor sportverenigingen of voor de padvinders of andere culturele activiteiten, moeilijker of misschien helemaal niet meer bekostigd kan worden door veel gezinnen. Ik denk dat we dat als gemeente, en ook als raad, niet zouden moeten willen en dat we daarin dus voorzichtig moeten zijn.
Er is dus een extra reden om deze regeling op peil te houden. Deze geld-terug-regeling, en daarom zou ik het college willen oproepen om in dit verzoek van deze motie te zorgen dat er in ieder geval in de begroting ruimte wordt gevonden om deze geld-terug-regeling weer op het peil van 2009 te brengen wat betreft de bestedingswaarde. Dank u wel.
Ik dank de heer Ton Pot van de Socialistische Partij. Ook vraag ik aan mevrouw Van Kippersluis, aangezien zij belanghebbende is, of zij gebruik wenst te maken van de mogelijkheid tot het geven van een aanvullende toelichting. Het woord is nu aan haar.
Ik wil een toelichting geven waarom zij deze motie belangrijk vindt en steunt. Naast het prachtige verhaal van mijn collega Tompot, hebben we het altijd over de inclusieve samenleving en spreken we volmondig over het feit dat iedereen mee moet doen. Ik denk dat dit een hele goede verbetering is om juist de mensen die, en ik vind het een naar woord, aan de onderkant van de samenleving staan, maar laten we zeggen mensen die het financieel minder goed getroffen hebben, toch een zetje in de rug te geven, al is het inderdaad maar een klein gebaar. Met hele simpele dingen, dus vandaar dat we van harte steunen om het college op te roepen middelen vrij te maken of geld op te zoeken om ook deze mensen een onderdeel van onze Zeister samenleving te laten blijven. Dank u wel.
Dank u wel, voorzitter. Ja, we kunnen eigenlijk zeggen dat het college positief staat tegenover deze motie. Deze is zeker uitvoerbaar, mede gezien de huidige maatschappelijke context en alle prijsstijgingen die er zijn, en het feit dat sinds 2009 de indexatie achterwege is gebleven. Daarom staan we positief tegenover deze motie, die wel betekent dat er dekking gevonden moet worden in de begroting. We zullen deze dan ook meenemen in de reguliere begrotingsbehandeling, waarbij we de afweging aan de raad overlaten om te bepalen of u daadwerkelijk met zijn allen daarmee instemt. Maar de motie is in die zin voor het college uitvoerbaar om mee te nemen. Tot zover, voorzitter. Wethouder.
Partijvoorzitter, het is mooi dat het college deze motie wil omarmen en dat het college deze uitvoerbaar acht. Dus ik ben er heel blij mee dat deze motie in ieder geval positief wordt ontvangen. En ja, ik denk dat het heel goed is als er in de begroting inderdaad middelen voor worden gevonden. Ik denk dat het ook goed is als de raad geïnformeerd zou worden over de dekking, wanneer dat in de loop van de begrotingscyclus allemaal duidelijk wordt en waar de dekking vandaan komt. En ik denk dat de raad dan ook, naar mijn inschatting, wellicht zou kunnen instemmen met de geld-terugregeling en dat indexatie zou kunnen plaatsvinden. Dan, dank u wel.
Voor alle helderheid wil ik een aanvullende opmerking maken over wat er is uitgesproken: we houden ons echt aan de strekking zoals die in de motie staat. Ik hoorde namelijk in de toelichting van de heer Tompot net enkele andere bewoordingen. In die zin nemen we het mee in een integrale afweging, zoals die bij de begrotingsbehandeling aan de orde komt. Dus dat wil ik even duidelijk hebben voor alle helderheid. Ja, dank u.
Wil iemand hierover het woord voeren? Zo ja, dan geef ik graag het woord aan de heer Fluitman van het CDA. Als er geen anderen zijn, zal ik even inventariseren. Roelofsen van Zeist Nu, Breddels van de Partij van de Arbeid, Jeroen van den Heuvel van D66, en Bredius van Nieuw Democratisch Zeist. De heer Fluitman, u heeft het woord namens het CDA.
Ja, dank u wel, voorzitter. Het CDA is een groot voorstander van de geld-terug-regeling. We vinden het heel belangrijk dat er mogelijkheden zijn voor mensen die het inderdaad niet zo breed hebben, zodat zij toch in onze samenleving mee kunnen doen en mee kunnen blijven doen. We vinden indexeren ook belangrijk. Dat houdt in dat je heel goed moet kijken of, als de lonen omhooggaan, je ook je regelingen daarop aanpast.
Wat ons wel een beetje opvalt, is de ruimhartige omarming van het college, zonder dat we weten over hoeveel geld het gaat. Want ik lees de motie en vind deze lastig leesbaar. Er worden percentages van 25% en 22% genoemd, en het gaat terug tot 2009. Dan maak ik me wel enige zorgen over wat het betekent als je vanaf 2009 wilt gaan doorindexeren en je wilt nu op een goed bedrag uitkomen. Wat gaat dat dan betekenen in Zeist?
Dus daar heeft het CDA wel een reservering over. Het CDA zou het veel fijner vinden - en volgens mij is daar al eerder, een jaar of twee geleden, een toezegging over gedaan - dat er gewoon jaarlijks geïndexeerd gaat worden. Maar of dat nu met dit soort percentages vanaf 2009 te doen is? Dat vinden we vrij fors. Dus als blijkt dat dat een te fors bedrag is, dan stelt het CDA voor - en dat zullen we dan bij de begroting ook met u bespreken - om te kijken of we kunnen overgaan tot een jaarlijkse indexatie met ingang van 2023.
Dank u wel, Voorzitter. Zij heeft een punt. Wij zijn nu ook heel gelukkig met deze geld-terugregeling en vinden indexering na 2009 zeker op zijn plaats. Wij ondersteunen ook wat de heer Fluitman zegt, namelijk dat we inderdaad moeten weten om welk bedrag het gaat. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, we wilden met de motie instemmen, maar de laatste opmerking van de wethouder leidt toch tot vragen. Als zij aangeeft dat bij de begroting een integrale afweging gaat plaatsvinden, dan denken we: ja, daarmee was volmondig ingestemd. Aanvankelijk leek het alsof dit teniet werd gedaan in onze ogen. Dus we zouden het college willen vragen om duidelijkheid. Er wordt aangegeven dat we hier spreken over een percentage van 25%. Dus daarmee is de koopkracht verminderd. Op raadsvragen van GroenLinks, twee jaar geleden, is geantwoord dat er geïndexeerd wordt. Zo begrijp ik het, misschien is de tekst iets anders, maar er zijn in ieder geval vragen over gesteld en het college heeft daarop geantwoord. We zijn het met het CDA eens dat de financiële consequenties nu wat minder helder zijn, en daarover willen we meer weten. Dus het zijn eigenlijk meer vragen dan een stemverklaring, maar we stemmen volmondig in met deze motie. Dat is duidelijk. Alleen er hangen nog een paar vragen aan vast.
Dank aan de heer Bredius voor het nieuwe democratische Zeist. Ik ben zijn achternaam vergeten. Jeroen van den Heuvel. D66, John van den Heuvel, u heeft het woord.
Het is aan u, net zoals mijn voornaam, dat scheelt. Ja, we sluiten ons aan bij de voorgaande sprekers. Dus, om dat lange verhaal wat korter te maken: we gaan er eigenlijk vanuit dat de Raad bij het besluit in 2019 heeft beoogd de waarde van het bedrag toe te willen kennen en niet het bedrag zelf. Tenminste, dat zou mijn aanname zijn. Als we nu over zoiets zouden besluiten, dan zouden we dat misschien gewoon moeten nakomen.
Wat een andere vraag betreft, dus niet nog een keer toevoegend: zijn er nog andere regelingen waarvoor geen indexatie is opgenomen, terwijl dat wellicht wel de intentie zou kunnen zijn geweest in het verleden? Dat klinkt misschien een beetje vreemd, maar geldt dit ook voor deze regeling? En misschien zijn er ook nog andere. Ik heb ze zo niet op mijn netvlies, maar het lijkt me ook relevant om daar naar te kijken.
Ja, ik vind het een mooie motie, eigenlijk verschrikkelijk logisch. Maar ik wil me ook wel aansluiten bij de vraag van meneer Van den Heuvel, want die lijkt me dan ook relevant. Je moet ook consequent zijn, dus. Maar ik ga de motie in ieder geval wel steunen. Dank u wel. Dank aan de anderen.
Kan ik het afsluiten met een kanttekening, of vergeet ik nog iemand? Ja, dat weet ik, maar ik ga het toch afronden. Want ik voel gewoon dat de Raad zegt: "Die moties zien we zitten." Daar is geen verschil van mening over. Maar we wilden de feiten op tafel hebben. Stel gerust een aantal vragen; die zullen worden meegenomen in de uitwerking, en de beantwoording van de vragen zal in het najaar bij de begrotingsbehandeling aan de orde komen. Kunt u daarmee instemmen? Akkoord? Dank u wel. Dan gaan we naar agendapunt 8. Kunt u instemmen met de technische wijziging in de gemeenschappelijke regeling BGHU? Akkoord met agendapunt 8. De heer Bredius van Nieuw Democratisch Zeist, gaat u zitten.
Ja. Ja, ja. Ik heb helemaal genoeg van het geweld. Nadat we de motie unaniem hebben vastgesteld, met inachtneming van alle kanttekeningen, is nu het voorstel zelf aan de orde als agendapunt 7. Kunt u instemmen met het vaststellen van de Kadernota 2023? Wie wil daarover het woord voeren? Want dan ga ik dat inventariseren. De heer Bredius, Splinter. Nee, Julius van Splunter. Mevrouw Kant, ik zag u van Nieuwstad. De heer Breed heeft een nieuw democratisch Zeist. Ja.
Ja, dank u wel, voorzitter. De kadernota is beleidsarm en blijft dat. Een nieuw democratisch Zeist heeft bij herhaling, en sommigen vinden tot vervelens toe, kritiek geuit op die ontwikkeling. Maar dat beleidsarme, dat is zonder goede grond en zonder perspectief. Effectief heeft een nieuw democratisch Zeist ook gevraagd naar een routekaart waarin de raad wordt meegenomen naar de begroting, en die routekaart is uitgebleven. Er is geen wegwijzer naar een uitweg, dus verdwalen richting de begroting ligt in het verschiet, en dat wil niemand in een nieuw democratisch Zeist. We zijn daar niet tevreden over, maar we zullen voor deze kadernota stemmen, voor dit raadsvoorstel, omdat we ook vertrouwen in het college hebben uitgesproken en dat willen we bij deze nog een keer doen. Om die reden zullen we de verdere ontwikkelingen positief en met vertrouwen tegemoet treden, en niet vanuit achterdocht, wil ik benadrukken, maar vanuit een kritische en scherpe grondhouding met grote belangstelling voor een zelflerende organisatie.
De tweede opmerking, voorzitter, betreft de meicirculaire en het ravijnjaar, waar ik vanavond ook al eerder over gesproken heb. Een nieuw democratisch Zeist vindt de meicirculaire, die vier dagen voor de algemene beschouwingen aan de orde is gekomen in een raadsinformatiebrief waarvoor dank, zeer verhelderend. Maar deze sluit eigenlijk een ravijn of een ravijnjaar uit. Als je de cijfers goed bekijkt, dan praat je over een positieve ontwikkeling over meerdere jaren van meer dan 40 miljoen, en is 2026 een afdaling. Niet een ravijn in, maar een afdaling, wellicht weer omhoog naar de volgende top, naar de volgende col, zou je kunnen zeggen, als je van fietsen houdt en de Tour de France in gedachten hebt. Maar dat daargelaten. Dus een nieuw democratisch Zeist wil nog een keer benadrukken dat de negatieve houding die uit de stukken zou kunnen blijken, tenietgedaan wordt door die meicirculaire. Althans, dat is de hoop en dat wil een nieuw democratisch Zeist vanavond ook uitspreken. Dank u wel, voorzitter. Dank u wel.
Voorzitter, het begin van deze raadsperiode wordt gekenmerkt door een wereld die verwarder en verdeelder lijkt dan ooit. De VVD-fractie constateert echter dat de coalitie, die sinds mei aan het werk is, gekenmerkt wordt door een sfeer van vertrouwen en de ambitie heeft om in deze zware tijd de problemen aan te pakken. Burgemeester en wethouders zijn, althans zo ervaren wij het, met energie en ambitie aan de nieuwe raadsperiode begonnen. Wij, op onze beurt als fractie, zien met vertrouwen uit naar het najaar, als de begroting wordt gepresenteerd. De VVD-fractie heeft haar prioriteiten tijdens de algemene beschouwingen ten aanzien van die begroting gepresenteerd: financiële stabiliteit, vasthouden aan de afspraken die van Zeist een financieel degelijke gemeente maken, vol inzetten op bouwen in het middensegment en daarvoor ook de nodige kracht en middelen hebben. Ouderenbeleid verstevigen door maatregelen te nemen om eenzaamheid te bestrijden, het bereik en de actieradius van senioren te vergroten en mantelzorgers erop te wijzen hoe ze beter en goed uitgerust hun dierbaren kunnen bijstaan. Versteviging van de lokale democratie door scholieren bewust te maken van wat hier in dit gemeentehuis gebeurt en de positie van buitengewoon raadsleden te versterken. En tot slot, naar elkaar omkijken, ook op sociale media. Op al deze punten heeft het college aangegeven stappen te willen zetten en vanuit dit vertrekpunt kunnen wij met volle overtuiging instemmen met deze kadernota. Dank u.
Dank u wel, voorzitter. Zij heeft nu vertrouwen in het college en zal instemmen met de nota. Wij vragen echter wel specifieke aandacht voor de hoge nood binnen onze jeugdzorg, waar wij als gemeente zorg voor moeten dragen. Voor de komende drie schooljaren komen er middelen vanuit het rijk voor het gemeentelijke Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Wij vragen ons af of dit voldoende is en zien dan ook graag een volledige, extra financiële dekking hiervoor beschikbaar gesteld worden. Ook zien wij graag een voorrangsregeling voor onze eigen Zeisterse jongeren die hier ingeschreven staan voor een woning. Na de zomer zullen wij een motie indienen, verwijzend naar het beleid van de Utrechtse Heuvelrug, inhoudende een vrijwillige afspraak met ontwikkelaars om een percentage van de nieuwe woningen toe te wijzen aan inwoners van Zeist. Tevens zullen wij na het zomerreces schriftelijke vragen stellen omtrent de doorstroming van ouderen naar kleinere woningen. Dank u wel, mevrouw de voorzitter.
Dank u wel, voorzitter. Ook vanuit GroenLinks kijk ik met veel vertrouwen uit naar de begrotingsvergadering in het najaar, en wij zullen deze kadernota zeker steunen. Uiteraard zijn wij, net als alle aanwezigen hier, blij met de extra ruimte die geboden wordt door de interpretatie van de meicirculaire. Maar we zijn ons er zeer goed van bewust dat het hier niet gaat om grote, structurele middelen en dat we in 2026, wat voor naam je het ook geeft, toch nog een tekort van 9 miljoen zullen ervaren. Ik ga geen wielrenvergelijking maken, zoals de heer Bredius dat deed. Het blijft een positief perspectief, maar dat betekent wel dat we goed moeten nadenken over hoe we omgaan met de ruimte die er nu geboden wordt en bij voorkeur zorg moeten dragen dat we, als wij met plannen komen, dat bij voorkeur doen zonder grote structurele uitgaven. We moeten alle ideeën verzamelen en in het najaar een goede afweging maken met keuzes die op dat moment bij de begroting gemaakt moeten worden.
Er zijn vanavond een aantal voorbeelden van bestemmingen van die middelen voorbijgekomen, en ik feliciteer de collega van de SP met het binnenhalen van de motie voor de indexatie van de geld-terug-regeling. GroenLinks zou richting het najaar ook wat extra steun en aandacht willen vragen voor jongeren. We hebben al gehoord dat SEIS nu allerlei plannen heeft. De jongeren waarvan we weten dat zij niet alleen door corona getroffen zijn, maar er zijn er ook een heleboel die geen gebruik kunnen maken van de energiecompensatie. En er zijn natuurlijk ook veel studerende jongeren die met een veranderende studiefinanciering in de problemen dreigen te raken. Daar hebben we aandacht voor, en we willen kijken of we daar in het najaar ook iets voor kunnen betekenen.
Dan nog even iets over het coalitieakkoord, voorzitter. Daar vallen de ambitie om duurzaam te bouwen en bestaande woningen te verduurzamen op, en daar willen we zeker aandacht voor vragen. GroenLinks zou dan ook willen voorstellen om als raad de dialoog aan te gaan met de twee eigenlijk belangrijkste belanghebbenden in deze: de woningcorporaties. We praten met wijkverenigingen, we praten bijvoorbeeld binnen de Commissie Samenleving met medewerkers van de sociale dienst. Dus wij denken dat een informatieve sessie met de corporaties ons veel kan leren over kansen en knelpunten en wat wij voor elkaar kunnen betekenen. Dus wij overwegen om kort na het reces een dergelijke sessie te willen organiseren. Dank u wel.
Dank. Ik vraag de Raad en de senioren: zijn er nog andere mensen die graag een stemverklaring willen afleggen? Zo nee, dan kan de conclusie zijn dat de Raad, met inachtneming van enkele kanttekeningen en aankondigingen, unaniem instemt met de kadernota. Dank u wel.