Een besluit terugkijken

Zoek en kijk hoe het besluit door gemeenteraad is genomen.

Kijk terug

Hierover praat de raad

Bekijk de analyses en samenvattingen van documenten.

Kijk vooruit

Maak een dossier

Verzamel informatie over een specifiek onderwerp.

Dossiers
Kies een vergadering : 21-06-2022, Vergadering Debat Jaarrekening, Bestuursrapportage en Kadernota 21-06-2022
Met elkaar in debat zijn
  • Walter van Dijk - Wethouder
  • Koos Janssen - Burgemeester
  • Marcel Fluitman - CDA
  • Roy Luca - Seyst.nu
  • Laura Hoogstraten - Wethouder
  • Dick van Ginkel - D66
  • Angèle Welting - D66
  • Jan Bredius - NieuwDemocratischZeist
  • Wilma Breddels - PvdA
  • Wouter Catsburg - Wethouder
  • Roel van Nieuwstadt - GroenLinks
  • Hannie van Kippersluis - ZeisterBelang
  • Ernst van Splunter - VVD
Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie. Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven. Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.

Reactie college op 1e termijn raad


Walter van Dijk - Wethouder

In één keer goed: het was nog even hard werken zojuist. Ik kwam net echt om 8 uur binnenrennen. Dat het nog best een klus was om alles mee te nemen, betekent dat er best wel een aantal ingewikkelde onderwerpen vanmiddag naar voren kwamen. Hoe zit dat nou met die WMO van € 600.000? Waarom uit het weerstandsvermogen en niet uit het Rios? En waarom was het vorig jaar anders? De leges zijn ook zo'n onderwerp. Nou ja, gast Gast Brom kwam nog even langs voor het slot, allemaal onderwerpen waar je niet even in een zin mee af kunt. Dus ik heb wel een verhaal van, nou ja, we gaan het zien hoe lang het duurt, maar in ieder geval gaan die onderwerpen u tegenkomen. En ik heb het, tegen mijn gewoonte in, ook helemaal uitgeschreven. Maar ik zal proberen het toch een beetje toegankelijk te presenteren. Voorzitter, als een probleem groot en complex is, dan ontstaat vaak de reflex om naar een steeds grotere overheid te kijken: van lokaal naar regionaal naar landelijk. En dat zien we momenteel in de jeugdzorg, waar sommigen nu al de conclusie trekken dat de decentralisatie niet is gelukt. En we zien het ook bij de asielopvang, waar het rijk inmiddels op de koers van verplichte aantallen zit. Voor de democratische legitimatie is dat, wat ons betreft, niet de weg voorwaarts. Bovendien is centraliseren zelden de beste oplossing. Dat zien we in Zeist heel goed op het gebied van duurzaamheid. We zien het ook bij keuzes rondom corona en bijvoorbeeld rondom inburgering en integratie. En juist daar zie je dat dat besef ook breed begint te ontstaan: centraal beleid komt vaak neer op 'one size fits none'. Dus laten we in dit land, waar mogelijk, kiezen voor decentrale, lokale ofwel Zeister oplossingen. Ik was vorige week woensdagavond aanwezig bij een bijeenkomst georganiseerd door Woongoed, die ging over ontwikkelingen in de Moffat in Vollenhoven. En in die flat, die u ongetwijfeld bekend voorkomt, werden problemen samen met professionals besproken. Die avond presenteerden zij en gaven aan dat ieder probleem uniek is en vaak ook een hoge mate van maatwerk vereist. En dat maatwerk kunnen we bij uitstek lokaal bieden. Vervolgens zie je dat een aantal gepresenteerde casussen die avond ging over concrete mensen die vast waren gelopen. Aan de hand van die presentaties werd duidelijk dat op deze manier, dus echt met maatwerk en een persoonlijke benadering, mensen weer geactiveerd kunnen worden. En dat doet niet zozeer de gemeente. Dat doen vooral maatschappelijke partners, in dit geval Woongoed, maar ook bijvoorbeeld MEE aan de Omnium, die daar een grote rol in spelen. Maar de kern is vooral dat deze benadering vereist dat je start bij de persoon zelf om met hem of haar aan de slag te gaan. Dan ontstaat er beweging en perspectief, terwijl het de samenleving onder de streep niet alleen maatschappelijk gunstige effecten oplevert, maar, althans dat was mijn verrassing, ook financieel. En vanuit dat perspectief is het goed dat er steeds meer uitvoerend werk bij gemeenten wordt belegd. Maar zonder adequate financiële middelen laat de rijksoverheid dat, en ik zou bijna zeggen by design, mislukken, zoals momenteel zichtbaar in de jeugdzorg en ook bij de WMO. En dat terwijl we tegelijkertijd zien dat het wel kan. De rijksoverheid is bijvoorbeeld bij corona heel anders met dit thema omgegaan en heeft gemeenten, en langs die weg inwoners en ook ondernemers, wel voorzien van de vereiste middelen. Voorzitter, doordat dit kabinet fors investeert in maatschappelijke problemen, gaan gemeenten er de komende jaren heel fors op vooruit. Die meicirculaire werd vanmiddag al een aantal keren genoemd. Het gemeentefonds beweegt mee met deze uitgaven via het 'trap-op-trap-af'-principe: als het rijk meer uitgeeft, krijgen wij lokaal ook meer geld. Geeft het rijk minder geld uit, bijvoorbeeld omdat ze de mensen niet kunnen vinden of omdat er toch bezuinigd moet worden, ja, dan gaan we met zijn allen, dus ook de gemeente, vervolgens toch weer de trap af. Maar als het uitgangspunt leidt tot en met 2026 in Zeist tot maar liefst 40 miljoen aan aanvullende middelen, oftewel ruim 10 miljoen euro per jaar in die periode van 2023 tot en met 2026. En ik benader ook nog even dat die informatie twee weken geleden hier, nou, die zagen we wel een beetje aankomen. Dus toen hebben we gezegd: we gaan heel erg ons best doen om de betekenis van die meicirculaire te duiden in een RIB voorafgaand aan dit debat. En dat is ook wel gelukt. Maar ja, dit debat gaat over de jaarrekening, over de bestuursrapportage, over de kadernota, maar dus eigenlijk niet over die meicirculaire, terwijl die eigenlijk het hele speelveld verandert in financiële zin. Dus dat benadrukt nog even de laatste stand van zaken waar het gaat om hoe we er financieel voor staan, staat in die RIB over de meicirculaire. Ja, ik zei al, hierbij geldt wel dat als die bestedingen van het rijk tegenvallen, dan gaan we dus via dat softe uitgangspunt de trap af. Oftewel, we zullen behoedzaam moeten blijven met deze middelen, iets wat vanuit D66 terecht werd aangegeven. We hoorden het verzoek vanmiddag, ik meen dat het minimaal 6 punten waren, om een informatieavond te organiseren over die meicirculaire. Docenten zitten, hè, ja, wat betekent dat nou precies? Hoe zit dat, hoe zit dat nou exact in elkaar? Het is ingewikkeld en als die behoefte breed leeft, ja, dan organiseren we dat natuurlijk graag samen met u, griffie. Nou ja, verder hebben we in 2026 nog steeds te maken met dat woord, wat vanmiddag ook weer een aantal keren viel: het ravijnjaar. Maar het is wel een heel ander ravijnjaar dan twee weken geleden. Het ravijn begint heel ergens anders, het eindigt heel ergens anders en het is nog kleiner geworden ook. Maar het is nog steeds wel een ravijnjaar. In 2026 zakken de inkomsten structureel ook in Zeist met 8,9 miljoen naar beneden en je hebt te maken met de verplichting om structureel een sluitende begroting aan te bieden aan de provincie. Daar geldt hiervoor ook. En daar zijn we nog niet, dus in de opmaat naar de begroting voor 2023 zullen we proberen om nou ja, dat ravijnjaar zodanig op te lossen dat we die structureel sluitende begroting bij de provincie in kunnen dienen. En dat is nog een hele klus die de komende maanden moet gaan plaatsvinden. Voor de goede orde, het is niet direct mogelijk om die middelen die je zegt, maar in de jaren 2023 tot en met 2025 naar je toe ziet komen, ordegrootte 10 miljoen per jaar, dus om die te sparen. Als je dat zou doen, ja, dan heb je wel incidenteel dat geld, maar dat geldt niet als een sluitende begroting, dus dat is geen oplossing. Je zult het echt op een structurele manier moeten doen en Zeist heeft natuurlijk de goede traditie om behoedzaam om te gaan met de financiële middelen. En dat betekent onder meer dat we de financiële staat van de gemeente in beeld brengen. Dat doen we onder andere met die stabiliteitscriteria, die ook een aantal keren in positieve zin vanmiddag naar voren kwamen. Daarmee kun je inzicht bieden op een heel toegankelijke manier. En ja, je kunt daarmee ook sturen op wendbaarheid, op bestendigheid en op weerbaarheid. En voorzitter, laten we niet vergeten dat er financieel nog de nodige risico's in de begroting zitten. Zo hebben we bijvoorbeeld nog diverse taakstellingen in de begroting staan die we nog niet hebben opgelost. Het CDA vroeg daar aandacht voor. We hebben de IC gevraagd om mee te denken over het sluitend krijgen van de begroting en vervolgens is het, was het maar uit geloofwaardigheid, natuurlijk wel zaak om die door hen bedachte en door de raad geaccordeerde taakstellingen ook echt af te ronden. En nu het financieel wat beter lijkt te gaan, is dat een goed moment om de financiële huishouding dan ook echt op orde te brengen. Dit college werkt vanuit een programma dat de titel 'Samen bouwen aan een mooi en duurzaam Zeist' draagt en in dat programma zijn veel mooie ambities opgenomen. In die zin is het natuurlijk zeer welkom dat we de komende jaren over meer middelen beschikken dan tot voor kort was voorzien. Tegelijk zullen we, zoals gezegd, behoedzaam opereren, want we worden momenteel geconfronteerd met grote onzekerheden. Mevrouw Van Kippersluis, omdat het onder andere over klimaat, stikstof, corona, inflatie, asiel gaat, heel veel grote onderwerpen die allemaal ook financiële betekenis nu al hebben en zeker ook nog zullen krijgen. En het college zal mede om die reden haar beleid steeds baseren op die stabiliteitscriteria, waarmee we kunnen borgen dat we een financieel robuust beleid voeren in Zeist. Nou, ik doe wel, die meicirculaire is van zeer recente datum. En dus gaan we daarna de bestuursrapportage 2022 met nieuwe cijfers gebruiken bij het opstellen van de begroting voor 2023 en daarbij gaat het om het geheel van knooppunten en ambities uit zowel de kadernota als ook uit het coalitieakkoord en vanuit de raad gevonden. D66 gaf aan dat men bij de begroting graag een integrale afweging wil zien. Ook het CDA gaf dat aan en dat sluit aan bij GroenLinks, herinner ik mij uit een interruptie, en dat staat aan bij de opzet van de kadernota. Ik zal dat woord niet meer noemen, meneer Bredius. Zoals door het college voorgesteld? Aanvullend daarop ontwikkelen we de planning- en controlcyclus door op een zodanige wijze dat de raad, ik gaf dat vanmiddag ook al even aan bij de discussie over de begroting, echt het inhoudelijke gesprek kan voeren. Dus over de keuzes die gemaakt moeten worden. En dat laatste is momenteel al zichtbaar in de beleidsrapportage, onderdeel van de bestuursrapportage 2022, en die opzet, de VVD vroeg daar onder andere naar, is ook de basis voor de begroting 2023 en zal vervolgens ook op die manier zichtbaar worden in de jaarrekening over 2023. En als we dat proces een keer helemaal hebben doorlopen, ja, dan zou dat een goed moment kunnen zijn om te kijken van: nou ja, helpt dat om in de raad het goede gesprek te voeren over inhoudelijke keuzes die je nou eenmaal maakt rondom de begroting? Daarom heb je zo'n planning- en controlcyclus. En zouden we aan de hand daarvan of aan de hand van iets anders het gesprek daarover ook met de samenleving kunnen voeren? Voorzitter, ik stap over naar het thema leges dat door veel partijen is aangeraakt en gezien de hoogte van de bedragen is dat ook logisch. Vorig jaar heeft het CDA, wezen er zelf al even op, een motie ingediend. Ook rondom de kadernota en deze motie heeft vervolgens geleid tot een extern onderzoek, uitgevoerd door een organisatie genaamd AG. De resultaten zijn gepresenteerd in een raadsinformatiebrief, een RIB over bouwleges die met de raad is gedeeld in december 2021. En de belangrijke conclusie uit die RIB, en die dus voortkomt uit het onderzoek, is dat er 4,5 miljoen begroot is aan inkomsten uit leges in dit kalenderjaar 2022. Die begroting was op dat moment al vastgesteld, zoals gezegd, het rapport was van december 2021. En volgens AG was die begroting 1,35 miljoen op dit punt, dus op de bouwleges, te hoog geraamd. En daar kwam nog bij, geven zij aan, dat er twee nieuwe wetten op de gemeente afkomen. Ten eerste de Omgevingswet, die een ander instrumentarium voor leges met zich meebrengt, en daarnaast de Wet kwaliteitsborging, die maakt dat een aantal zaken waar we nu leges voor kunnen rekenen, straks niet meer kan. Dus dat slaat ook nog eens een gat in die bouwleges van ongeveer 600.000 euro. Oftewel, in 2022 is dat een tekort van 1,35 miljoen, want dan zijn die nieuwe wetten nog niet ingegaan. Vanaf 1 januari 2023 staat er liefst een gat van 1,95 miljoen in de inkomsten vanuit de bouwleges. En in die RIB is ook aangegeven dat we de aanbevelingen van AG meenemen in de nieuwe legesverordening. En recent is een nieuwe RIB over dit onderwerp gedeeld met de raad, waarin onder meer is aangegeven dat er financieel een relatie is met die twee nieuwe wetten, maar ook inhoudelijk. En dat is een nieuw element en om die reden ligt het erg voor de hand om de nieuwe verordening in de tijd te koppelen aan de datum waarop de beide wetten worden ingevoerd. Tegelijk is duidelijk dat we het ons niet kunnen permitteren om die nieuwe verordening, inclusief tarievenblad, nog langer uit te stellen dan 1 januari 2023. En vandaar dat in die meest recente RIB is aangegeven dat we hoe dan ook op 1 januari 2023 een nieuwe verordening zullen hebben in Zeist. Dus ook als het rijk nog een keer, het ligt nu bij de Eerste Kamer, nog een keer besluit tot uitstel van de Omgevingswet, dan hebben wij nog steeds de situatie dat we in de begroting een voorstel zullen doen, een nieuwe legesverordening zullen voorstellen, een nieuw tarievenblad en daarmee ligt dan bij de raad voor hoe je uiteindelijk inkomsten en uitgaven bij elkaar wilt brengen. Zoals vanmiddag aangegeven, dat kun je via een 'big bang' doen, maar dan loop je aan tegen waar de VVD aandacht voor vroeg: de betaalbaarheid voor de inwoners. En je kunt het natuurlijk ook gefaseerd doen. Maar dat is dan ook reden om dit te koppelen aan de begrotingsbehandeling, want dan kun je die integrale afweging maken. Het gaat niet alleen over bouwleges, het gaat over veel meer zaken. Nou, in theorie hadden we hierover in de zomer van 2022 een besluit kunnen nemen, maar hier speelt het dilemma tijd versus zorgvuldigheid, zoals ook besproken tijdens de raadsinformatieavond die over dit thema een maand geleden is gehouden. En zorgvuldigheid betekent hier dat er een gesprek met de raad moet kunnen plaatsvinden over de te maken keuzes. Dat zijn grote keuzes. Zorgvuldigheid betekent dus ook die integrale afweging die je in dat opzicht zou willen maken en dat past bij het behandelen hiervan tijdens de begroting. En dan nog een laatste zin hierover: dat betekent, wat het college betreft, dus meenemen in de begroting. Daarmee ontstaat echt een schone lei die aansluit op de planning van de twee nieuwe wetten, voor zover we die planning nu kennen, en die helemaal is gebaseerd

Koos Janssen - Burgemeester

De zin zoals gegeven is grammaticaal incorrect en ook inhoudelijk onduidelijk. Om de zin grammaticaal correct te maken, moet er meer context worden gegeven. Hier is een poging om de zin te corrigeren, maar houd er rekening mee dat de betekenis ervan kan veranderen omdat de oorspronkelijke intentie niet duidelijk is: "Dat was het wat betreft de bonus voor de interventie van de CDA-vertegenwoordiger Fluitman." Als "Fluitman" een persoon is en "CDA" verwijst naar het Christen-Democratisch Appèl, een politieke partij in Nederland, dan zou de zin kunnen verwijzen naar een specifieke gebeurtenis waarbij iemand genaamd Fluitman een rol speelde. De term "bonus" zou dan figuurlijk kunnen worden gebruikt om te verwijzen naar een voordeel of beloning die voortvloeit uit die interventie. Zonder meer context is het echter moeilijk om een nauwkeurige correctie te geven.

Marcel Fluitman - CDA

Dank u wel, Voorzitter. Ik dank de portefeuillehouder voor deze beantwoording. Ik wil toch even wat duidelijkheid scheppen over de motie van vorig jaar. Er is toen eerst gevraagd om de ontwikkelingen wat betreft de opbrengsten en de kosten van de leges voor de omgevingsvergunningen goed te volgen en ons periodiek op de hoogte te houden van wat er is gebeurd. We zijn nu een jaar verder en in december heeft het college een rapport laten opstellen, waarvan de bevindingen zijn gedeeld. Vervolgens is het onduidelijk geworden wat we daarna hebben gedaan met die bevindingen uit het rapport. Begrijp ik u nu goed? Dat was namelijk het tweede punt van de motie: dat in 2021 de kosten en de inkomsten in evenwicht zouden zijn. Ik begrijp nu dat dit in principe niet gelukt is in 2021, dat we hebben onderzocht wat de effecten waren van wellicht nieuwe wetgevingen, zoals de Omgevingswet en andere aspecten. Maar dat we nu eigenlijk van mening zijn dat het college een stap moet gaan maken. Begrijp ik dat goed, dat u dat nu zegt?

Walter van Dijk - Wethouder

Nee, niet helemaal. Die motie dateert van exact een jaar geleden, vanuit de kadernota. En die was dus gebaseerd op de ontwikkelingen zoals die toen gepresenteerd werden in de bestuursrapportage. Klopt het dat in december die rapportage van het externe bureau is gepresenteerd? Dat was inderdaad een direct gevolg van die motie. Dus we moeten echt goed kijken, niet alleen naar de bedragen, maar ook bijvoorbeeld naar de nieuwe wetgeving. In april heeft dat uiteindelijk geleid tot een Raadsbesluit (RB). Dus de aanleiding voor die motie zou je kunnen zeggen, lag in 2021. We hebben nu te maken met 2022. Daarin is dat akkoord van 1,35 miljoen en vanaf volgend jaar, vanaf 2023, komen daar dus nog de consequenties van die twee nieuwe wetten bij. Samen kom je dan op die 1,95 miljoen in 2023. En dan nog als laatste: het is de bedoeling om in het najaar, dus bij de begrotingsbehandeling van dit jaar, een voorstel te presenteren waarbij de inkomsten en de uitgaven uiteindelijk bij elkaar komen. Dus vanaf 1 januari 2023 is het goed denkbaar dat er sprake is van kostendekkendheid. Dat kan nu nog niet.

Marcel Fluitman - CDA

Maar dan zijn we het erover eens dat het voorstel waar het college nu mee komt, of de lijn die het college nu uitzet, eigenlijk voldoet aan de vraag die in deze motie is gesteld, namelijk om te komen tot een goed evenwicht. We zijn er weliswaar iets later, maar we zijn op weg daar naartoe. Dus...

Walter van Dijk - Wethouder

Dus ja, daar gaan we zeker naartoe. Oké, waarom?

Marcel Fluitman - CDA

Waarom zegt u dat? U zegt daarnaast dat u het aanbiedt bij de begroting. Is er niet de mogelijkheid om ruim voordat de begroting wordt besproken, dit specifieke onderdeel eruit te lichten en het eerder te bespreken? Ik denk namelijk dat het een vrij zwaar en lastig onderwerp is waarover keuzes gemaakt moeten worden. De uiteindelijke keuzes kunnen we dan maken in het totaaloverzicht bij de begroting. Maar ik denk dat wij als raad in een eerder stadium graag willen meedenken en meepraten over welke maatregelen u overweegt te treffen om tot dat evenwicht te komen.

Walter van Dijk - Wethouder

Ja, dat lijkt me uitstekend; dus, zoals gezegd, ruzie vermijden. Je kunt met de tijd spelen, uitgaande van het streven naar kostendekkendheid. Laten we aannemen dat dit het geval is. Het organiseren van een informatieavond, of beter gezegd, een raadsavond, is gezien de complexiteit van de materie buitengewoon verstandig, denk ik. Op die manier kun je tijdens de begrotingsbehandeling echte keuzes maken, en wel vanuit een integrale benadering. Het gaat op dat moment immers over veel meer dan alleen de bouwleges. Maar onder de streep heeft alles een relatie met elkaar; vandaar het idee om dit aan de begroting te koppelen. Gezien de complexiteit is dit een bijzonder onderwerp, dus het is een goed idee om ergens in het najaar een bijeenkomst te organiseren over de keuzes die op ons afkomen. Dit is in feite niet heel anders dan de bijeenkomst die een maand geleden, in maart of april, is gehouden en waar u wellicht ook bij aanwezig was.

Koos Janssen - Burgemeester

Wat? Ja, maar ik denk dat het een ander soort bijeenkomst wordt. Ik ben echter blij met uw toezegging hierin. Ik denk dat het goed is, tenminste, het CDA vindt het heel fijn om in een vroegtijdig stadium mee te denken over hoe het er dan uit moet zien, om straks bij de begroting een weloverwogen standpunt te kunnen innemen. En ik denk dat dit aspect een heel zwaarwegend aspect is, wat een groot onderdeel uitmaakt van die begroting. Ik kan me voorstellen dat mijn collega-raadsleden het heel fijn zouden vinden om niet alleen een informatiebijeenkomst te hebben, maar meer in een soort werksessie met elkaar, zodat u ons kunt helpen om te komen tot de juiste beslissing die wij als raad met zijn allen moeten maken over dit zware onderwerp. Ja.

Walter van Dijk - Wethouder

Ja, als ik het goed heb gezegd, was het D6 die daar ook naar vroeg. Nee, sorry, dan haal ik dingen door elkaar. Dat ging over de meicirculaire. Dit gaat over de leges bij complexe onderwerpen. Als we daar via de griffie iets voor kunnen organiseren, is dat mij zeer welkom. Zeker, voorzitter, dan nog een punt over de Wmo, ook een punt dat vanuit het CDA kwam. Ook een ingewikkeld onderwerp. Want de vraag was waarom het tekort van € 600.000 wordt gedekt uit het weerstandsvermogen. Het heeft te maken met de financiële kaders die door deze raad zijn gesteld. Die stellen dat een positief saldo op de jaarrekening naar het riool vloeit. Dus als we geld overhouden van jaar op jaar, dan vloeit dat geld naar het riool. Omdat er vorig jaar, in 2021, sprake was van een tekort bij de Wmo, is er gekeken of je dat niet vanuit het weerstandsvermogen zou moeten dekken. Dat is niet willekeurig. Dat heeft te maken met het feit dat jaarlijks in kaart wordt gebracht welke risico's we lopen. De tien grootste risico's worden opgenomen in de begroting. Die worden ook gekwantificeerd. Dan volgt er nog zo'n exercitie die u kent en vervolgens kom je tot een bepaald bedrag dat nodig is voor het weerstandsvermogen, gegeven de vertaling in euro's van de risico's die je loopt. Als zich vervolgens een risico voordoet dat je hebt geanticipeerd door het op te nemen in die weerstandsparagraaf in het overzicht van risico's, en dat is in dit geval gebeurd, dan is het ook goed gebruik dat de dekking daaruit plaatsvindt. Want daarvoor had je die reserve weerstandsvermogen ook gecreëerd. Dus als dat risico zich dan voordoet, is dat ook de logische situatie. Dat geldt dus specifiek voor 2021. In 2022 moet je opnieuw kijken: is dat risico voorzien, is het gekwantificeerd, doet het risico zich voor zoals het zich vorig jaar voordeed, dan zou het tot dezelfde conclusie leiden. Dat is naar alle waarschijnlijkheid niet het geval. Dus in die zin verklaart dat het verschil tussen bijvoorbeeld 2020 en 2021 en kan het in 2022 opnieuw anders zijn. En daar had u een vraag over, toch?

Marcel Fluitman - CDA

Als ik de ruimte krijg van de voorzitter en ik zie hem knikken... Nee, ik begrijp je redenatie, maar je kunt hem ook andersom beredeneren. Er is in de raad een afspraak gemaakt dat het weerstandsvermogen niet onder de één zou vallen, en door wat er nu toegepast wordt, vallen we onder de één. En wie bepaalt dan de keuze? Mijn vraag aan u als wethouder van financiën is: wat vindt u nou verantwoord? Vindt u het verantwoord dat het weerstandsvermogen blijft dalen door dit soort aanpassingen? Of vindt u het verantwoord dat we het op een andere wijze zouden moeten doen? Want als we volgend jaar exact hetzelfde doen en u geeft mij hetzelfde antwoord, omdat u zegt: "Ja, dat hebben we zo met elkaar besproken," dan zou het wel eens naar een dieptepunt kunnen gaan. En dan voldoen we ook niet meer aan de afspraak die we gemaakt hebben om niet onder de één te gaan zitten. Dus in feite legt u zelf nu een keuze voor, terwijl u niet aan de raad vraagt of we zien dat we ook niet voldoen aan de vraag om niet onder die één te komen. Dus mijn vraag aan u is: hoe kijkt u daar nou als wethouder van financiën tegenaan? Ja, ik heb u al hoog staan, Walt.

Walter van Dijk - Wethouder

Ja, de vraag is duidelijk. De insteek is dat het college de kaders volgt die door de Raad zijn vastgesteld. Als er een positief resultaat op de jaarrekening is, dan gaat het geld naar Rios. Als het risico, zoals ik net heb beschreven, zich voordoet, dan halen we dat uit het weerstandsvermogen. Maar dat is natuurlijk wel een momentopname; hierdoor zakt het weerstandsvermogen terug beneden de norm van één, wat niet goed is. We hebben immers met elkaar bepaald waar we willen zitten, achter ieder getal of iedere reeks getallen. Er zit ook een oordeel achter, hoe subjectief dat misschien ook is. We willen boven die norm van één uitkomen. Dat is wat de Raad uitspreekt, en het college staat daar niet anders in. Dat is ook de reden om in de bestemming van het jaarrekeningsaldo over het jaar 2021, die 4,3 miljoen, een deel van de middelen die we over het vorige kalenderjaar hebben overgehouden, aan te wenden voor het weerstandsvermogen. Daarmee kom je weer op die 1,04, oftewel weer boven de norm waar u graag boven wilt zitten. Dus in die zin is het een spel; het is een kengetal dat inherent fluctueert. Op het moment dat je onder een bepaalde grenswaarde zit, dan probeer je het weerstandsvermogen te verhogen vanuit bijvoorbeeld een overschot op de jaarrekening. En dan zit je ook weer boven die norm van één en misschien op een gegeven moment wel boven de 1,5. Ik zou denken dat het zomaar zou kunnen lukken in de komende jaren, maar laten we het afwachten. En als je eronder zakt, dan weet je dat je iets te doen hebt.

Marcel Fluitman - CDA

Nu een technisch antwoord, alstublieft. Ja, ik heb u vanmiddag al geïnformeerd. We hebben vorig jaar 471.000 overgehouden. Dat bedrag hebben we teruggestort in de Rios. Vervolgens komen we nu 6 ton tekort. En door het nu te betalen, niet uit de Rios, maar uit het weerstandsvermogen, zakken we onder de afgesproken norm voor het weerstandsvermogen, wat het CDA eigenlijk een onverantwoorde keuze vindt. Ja.

Walter van Dijk - Wethouder

Ja, dan herhaal ik nogmaals dat we dat herkennen en onderschrijven. Mede om die reden hebben we bij de aanwending van het overschot op de jaarrekening van 2021 de keuze gemaakt om een deel van dat bedrag in te zetten voor de verhoging van het weerstandsvermogen, waarmee we weer boven die norm uitkomen. Misschien nog even over die €471.000, want dat is een ander bedrag, nietwaar? Er is op een gegeven moment voor gekozen om de reserve voor het sociaal domein niet meer af te zonderen. Dat heeft te maken met de ontschotting waarvoor we hebben gekozen. Dit bedrag bleef over. Uiteindelijk was het restant wat daar nog in zat, en ook daar is al in 2015 bij de decentralisatie de keuze gemaakt dat als daar een overschot zou zijn, dat naar het riool zou gaan. Dus dat is geen keuze die dit college heeft gemaakt; het is echt een keuze die de Raad eerder heeft gemaakt. In die zin zijn wij volgend, en u bent leidend.

Marcel Fluitman - CDA

De keuzes die u maakt, komen nog een keer bij u terug als wethouder van Financiën. Wat vindt u nu verstandig?

Walter van Dijk - Wethouder

Ja, dat heb ik zojuist aangegeven. Wij vinden het verstandig om voor wat betreft het weerstandsvermogen te kiezen voor een niveau waarop de risico's, zoals ze zich zouden kunnen voordoen, beheersbaar zijn. We berekenen dit ieder jaar opnieuw en zorgen periodiek voor een goede verhouding tot de reserves die we daarvoor aanleggen. Met 'goed verhouden' bedoelen we dat de ratio boven de 1.0 blijft. Mochten we daaronder zakken, dan zult u van ons een voorstel ontvangen om dit niveau weer te bereiken. Dat is ook precies wat u heeft ontvangen.

Marcel Fluitman - CDA

Bent u het dus met mij eens dat het eigenlijk niet verstandig is om dit tekort van € 600.000 uit het weerstandsvermogen te halen? Maar u zegt nu dat we het toch doen omdat we het zo hebben afgesproken en omdat we het geluk hebben dat we aan de andere kant weer wat kunnen bijplussen, zodat we toch boven de norm blijven. Zo kunt u...

Walter van Dijk - Wethouder

Kunt u het samenvatten? Daar kan ik het niet mee oneens zijn. Zeker, dank u wel.

Koos Janssen - Burgemeester

De heer Luca ziet nu het punt, voorzitter.

Roy Luca - Seyst.nu

Dank u wel, toch heb ik een kleine aanvulling op het betoog van meneer Van Dijk, want het verhaal is helder. Maar om inderdaad onder die 1% uit te komen en dan vervolgens te zeggen "maar we gaan hem aanvullen", begrijp ik het goed dat u ervan uitgaat dat dit incidenteel en eenmalig is? Of zegt u dat we de volgende keer hetzelfde kunnen doen, en per saldo uitkomen op 1,4, 1,5 of 1,6, waar we eigenlijk met zijn allen willen zitten? Maar dan is het een spelletje van net weer eronder komen en dan weer aanvullen. Hoe waardeert u dat de dobbelsteen toch weer, zeg maar, boven die één uitkomt? Ziet u dit als een incidentele actie die u nu eenmalig doet, en dat we straks, nadat we de aanvulling hebben gehad, toch bij de afspraak blijven die wij als Raad hebben neergezet, dat die 1% gewoon moet blijven, minimaal? Want ik snap uw analyse die u meekrijgt, dat er wordt doorgerekend wat de risico's kunnen zijn. Maar als die risico's er dan zijn, met wat wij weten, bijvoorbeeld een plotselinge crisis zoals corona die op ons afkomt en waarbij het rijk ook moet bijspringen, dan hebben we een echt probleem. En ik hoop dat u het met ons eens bent waarom wij zeggen: "We willen er niet onder."

Walter van Dijk - Wethouder

Ja, nee, u heeft helemaal gelijk. We hebben dit kengetal omdat er risico's kunnen voordoen, dus jaarlijks proberen we in kaart te brengen wat er gebeurt. Ambtelijk wordt dat, zoals u weet, in de hele organisatie uitgevraagd: welke risico's zouden zich kunnen voordoen? Dat wordt gekwantificeerd. Er gaat een 1-1-1-1-methodiek overheen en vervolgens heb je het bedrag waarvan je naar redelijkheid een inschatting maakt van het risico dat we lopen als gemeente Zeist, kijkend naar de begroting die we presenteren. En vervolgens heb je ook een bedrag nodig in je reserves waarmee je dat financiële tekort, dat zich zou kunnen voordoen als de risico's zich voordoen, kunt afdekken. Dan is vervolgens de vraag welk kengetal je aanhoudt. Nou ja, we kiezen hier dan voor een tot op zekere hoogte arbitrair kengetal. Dat loopt gewoon van onvoldoende naar matig, maar voldoende, en zo verder, dus twee is beter dan één, zou je kunnen zeggen. En ja, zo vullen we iedere keer, afhankelijk van hoe de risico's zich ontwikkelen, maar ook op basis van de situatie die we dit keer met de WMO hebben gehad, het weerstandsvermogen in. Dat risico doet zich voor, we hadden het voorzien, dan zakt het weerstandsvermogen wat in, maar er valt ook een risico weg, want het heeft zich voorgedaan. Dus in die zin is het inderdaad fluctuerend. Je kunt niet zeggen dat het er altijd sowieso uitziet, en ja, voortdurend in die prognoses neem je dat mee, bekijk je voortdurend die waarde, niet voortdurend, maar in ieder geval een aantal keren per jaar kijk je naar de omvang van de risico's en dus naar het vermogen dat je nodig hebt om die risico's af te dekken. En zakt het onder de één, ja dan, zoals gezegd, kunt u van het college een voorstel verwachten om het weerstandsvermogen zodanig aan te vullen dat je weer boven één zit. Dus u ziet het als incidenteel. Nou, het wordt in de toekomst ook niet gebruikt, want het is iets structureels, hè? Dit is een belangrijk onderdeel, een belangrijk kengetal, onderdeel van de stabiliteitscriteria. Het is een van de manieren waarop we sturen op een financieel robuust Zeist. Als we met 'incidenteel' bedoelen dat het fluctueert, dat je op verschillende momenten in de tijd verschillende waarden hebt, dan ben ik het met u eens. Maar dat zou ik niet 'incidenteel' noemen.

Roy Luca - Seyst.nu

Daar zijn we het over eens; dan laat ik het daarbij. Voorzitter, dank u wel. Oké, dan ga ik verder met een ander onderwerp, namelijk de economie. Vorige week heeft u het misschien gezien: uit een onderzoek van adviesbureau Goudappel bleek dat in Zeist de vitaliteit van het centrum de afgelopen jaren flink is versterkt. Als je nu op Twitter of Facebook kijkt, zou je dat beeld misschien niet hebben. Ik hecht er toch aan om dat te noemen, omdat het een groot compliment is voor de ondernemers, de winkeliers die we hier in Zeist hebben, en ook omdat het een aanmoediging is voor het college om te blijven inzetten op de versterking van het kernwinkelgebied. We moeten blijven investeren in de aantrekkelijkheid van de wijkwinkelcentra, in de bestrijding van leegstand en om aan de slag te gaan met het gebied rondom de markt, waar we in het centrum echt nog wel een stap te gaan hebben. Verder borgt het Ondernemersplein dat we in nauw contact zijn met alle andere bedrijven in Zeist. We hebben ook een goed zicht op de wensen en verlangens, maar ook op de knelpunten die daar spelen, zodat we hier vervolgens goed op kunnen inspelen en de juiste keuzes kunnen maken voor Zeist en vooral voor de Zeister ondernemers. Dat gaat bijvoorbeeld over bedrijfslocaties, waarbij we als college willen borgen dat er voldoende locaties beschikbaar blijven voor bedrijven, ook als we de komende jaren fors gaan inzetten op meer woningen. Een ander gespreksonderwerp dat vanmiddag door de ChristenUnie-SGP is genoemd, is duurzaamheid. Ook daar zijn we volop over in gesprek, onder andere met de beheerders van bedrijventerreinen. Mijn groene bedrijf doet daar overigens ook goed werk in. Als college zijn we zelf in gesprek met bedrijven en ook met de beheerders van deze bedrijventerreinen. Voorzitter, een heel ander onderwerp: vanuit verschillende partijen is aangegeven dat er aandacht nodig is voor de spanning die er kan zijn tussen cultureel erfgoed en duurzaamheid. Het college heeft de overtuiging dat deze spanning overbrugd kan worden en gaat hierover graag het gesprek aan met de raad. Laten we deze discussie vooral niet plat slaan met een daklijst van 5 cm, maar het gesprek voeren over, zoals u het zelf ook benoemde, de vraag welke knelpunten er zijn op het vlak van duurzaamheid in relatie tot monumenten. Die vraag zien wij als een goed startpunt voor een raadsbijeenkomst. Voorzitter, het CDA vroeg aandacht voor de kosten van gas en dat daar aandacht voor wordt gevraagd in de bestuursrapportage. Een terechte zorg. Misschien is het goed om daar een paar feiten over neer te zetten, zodat iedereen op de hoogte is van wat hier speelt, want dit gaat toch een aantal keren terugkomen. Zeist neemt op dit moment gas af van een bedrijf dat GasTerra Energy heet. Het contract met Gazprom Energy moet per 10 oktober 2022 vanwege landelijke wetgeving worden beëindigd. Dit contract is ontstaan doordat er in 2018, samen met 17 andere gemeenten in deze provincie, een aanbesteding is uitgevoerd. Dat contract eindigt sowieso per einde van dit kalenderjaar, dus 31 december van dit jaar. De situatie vereist dat we een nieuwe aanbesteding zullen moeten doen. We zijn gebonden aan aanbestedingswetgeving, waarbij Gazprom Energy vanzelfsprekend zal moeten worden uitgesloten. Er wordt verkend of het mogelijk is dat de nieuwe aanbieder of nieuwe aanbieders ook al per 10 oktober kunnen leveren. Als dat niet het geval is, hebben we een probleem en dan zou het in de rede liggen dat ook veel andere gemeenten, zeker in deze provincie, een probleem hebben. Waarschijnlijk speelt dat veel breder en dan mag je aannemen dat er een ontheffingsbesluit van het rijk gaat komen, maar daarover hebben we op dit moment nog geen zekerheid. Financieel vertaald: de kosten die we op dit moment kwijt zijn op basis van het contract met Gazprom Energy bedragen €240.000 per jaar gemeentebreed, dus niet alleen voor het slot. De inschatting is dat dat in 2022, gebaseerd op een nieuwe aanbesteding, zo'n €80.000 aanvullend zal zijn, dus dat we dit jaar zo'n €320.000 kwijt zullen zijn aan gas als gemeente. Vanaf 2023 mag u aannemen dat dat een fors hoger bedrag zal zijn, kijkend naar wat we daar op dit moment van kunnen inschatten. Over die €80.000: het kan minder of meer zijn. Dat gaat u terugzien in de tweede bestuursrapportage. Dit is op dit moment een inschatting; meer is het ook niet.

Koos Janssen - Burgemeester

De heer Fluitman ja

Marcel Fluitman - CDA

Ja, dank u wel, voorzitter. Dank voor uw antwoord. De inleiding van het antwoord sloot, denk ik, niet helemaal aan bij de opmerking vanuit mijn bijdrage. Het ging mij meer om het feit dat u zei, of dat ik gezegd heb, dat ik het positief vind dat er een reservering is voor de extra energiekosten voor het slot in de aankomende jaren. Echter, voor de andere panden en elders binnen onze gemeente zie ik niets dergelijks. Nu hoor ik u zeggen dat er redelijk zicht op is en dat dit 80.000 euro extra gaat kosten. Een logische vraag zou zijn, denk ik, waarom dit niet terug te vinden is in de boeken op dit moment. Dat zou toch een surplus moeten zijn op de stukken die nu voorliggen, want dat staat er helemaal niet in. Ik vind het vrij fundamenteel, dus waarom staat dat er niet in? Was het nog niet bekend en zijn we ook zeker dat het daadwerkelijk om die 80.000 euro gaat die extra komt? Als ik kijk naar wat het slot al extra kost in verhouding, dan lijkt die 80.000 euro mij niet helemaal correct. En mijn tweede vraag: kunt u garanderen dat wij geen Russisch gas meer gaan gebruiken? Ja.

Walter van Dijk - Wethouder

Ja, laat ik beginnen met die € 80.000; dat zijn inschattingen, ambtelijke inschattingen. Dat is dus aanvullend op de € 240.000 die op dit moment begroot is. Gegeven de situatie zal dat in 2022 naar inschatting zo'n € 80.000 meer betekenen. En wat ik net als laatste aangaf: de exacte berekening zal nog plaatsvinden en die gaat u terugzien in de tweede bestuursrapportage. Ook daar weer gelijktijdig met de begrotingsbehandeling in het najaar. En voor 2023 zou dat zomaar nog een veel hoger bedrag kunnen zijn. Maar dan zou ik helemaal een inschatting uit de lucht moeten grijpen, dus laat ik dat niet doen. Dit was al een inschatting en nu vraagt u door. Nou ja, ik dacht, ik bedien u hiermee, maar misschien niet. Maar dat is hoe u het moet lezen, dus geen hard bedrag. Het is echt afhankelijk van marktomstandigheden. We zijn nog lang niet op 31 december, dus het kan nog alle kanten opgaan. En uw vraag of wij geen gebruik meer maken van Russisch gas? Nou ja, dat is wel een wettelijke verplichting. Dat is ook de reden waarom wij Gazprom Energy niet mogen laten meedoen in de volgende aanbesteding. Dat geldt ook voor andere bedrijven die hun gas uit Rusland betrekken. Dus ja, ik ga ervan uit dat een Europese aanbesteding die we samen met een aantal andere gemeenten gaan doen, begeleid wordt door een externe, daarin gespecialiseerde partij. Die zullen de vereisten zo formuleren dat aanbieders van Russisch gas worden uitgesloten. Dus daar kunt u in die zin wel vanuit gaan. Mooi, voorzitter, ik ben er bijna. Een laatste onderwerp komt erbij, zeer interessant en ook wel een mooi onderwerp. Het gaat over de boa's. In het coalitieakkoord hebben we aangegeven dat we de mogelijkheid gaan verkennen om meer boa's aan te stellen, jeugdboa's in het bijzonder. Die hebben we op dit moment overigens niet in Zeist. In de meicirculaire, en dat zien we met veel genoegen, ontvangen we daar nu ook de middelen voor. Dus de kans dat deze ambitie uit het coalitieakkoord gerealiseerd gaat worden, is op dit moment buitengewoon groot. Dank voor de vraag en dit is het antwoord. Dat was het, voorzitter, dank u.

Koos Janssen - Burgemeester

Bedankt, wethouder Arthur van Dijk. Leuk, dank voor uw reactie namens het college van B en W vanuit uw portefeuille. Ik geef graag het woord aan wethouder Laura Hoofdstraat. Ja, staat hij nog dichtbij?

Laura Hoogstraten - Wethouder

Dank u wel, Voorzitter, en dank u wel, Raad, voor de beschouwingen van vandaag. Het waren mooie beschouwingen, en wat ik er vooral uit kan ophalen, is dat er grote betrokkenheid is bij de Zeister samenleving, dat er betrokkenheid is bij de omstandigheden van mensen en dat er meelevendheid is met wat er allemaal speelt en wat er op mensen afkomt. We leven in een ingewikkelde tijd, komen uit een ingewikkelde tijd, en er zijn zorgen over hoe het gaat met onze Zeister inwoners. Dus eigenlijk heb ik vooral bij u gezien dat u bondgenoten bent in de zorg. Zorgen over mensen in de knel, over de WMO, over ouderen, over bestaanszekerheid, over taal en werkgelegenheid en over woonlasten in het algemeen. Zorgen over energiearmoede en de urgentie van het isoleren van woningen. Daar zal mijn collega Catsburg op terugkomen, en zorgen dat het iedereen lukt om volwaardig mee te doen, zoals we hebben genoemd in ons coalitieakkoord, en dat het belangrijk is dat iedereen kan meedoen en dat dat gewoon niet vanzelfsprekend is. Als je dan kijkt naar welke middelen we daarvoor hebben, dan is een eerste waar we naar kijken de bestaanszekerheid. Daar is bijvoorbeeld door de SP gevraagd: kunnen we de geld-terug-regeling niet indexeren? Want die is sinds 2009 eigenlijk al op hetzelfde niveau. Maar ook D66 vraagt aandacht: kan iedereen volwaardig meedoen, hoe zit het met cultuur en sport? Want dat is belangrijk, dat iedereen ook kan participeren. Belangrijk voor ontwikkeling: hoe staat het met die U-pas? Ik denk dat beide oproepen zijn die we als college willen onderzoeken, en dat we dat onderzoeken in de breedte van het hele bestaanszekerheids- en minimabeleid. Dat we kijken naar hoe het zit met het Jeugdsportfonds, Jeugdcultuurfonds, hoe zit het met de bijzondere bijstand en of we in de vorige periode voldoende inzet hebben gehad om mensen te bereiken. Er is een minimaboekje gekomen waarin mensen kunnen zien hoe de regelingen gevonden kunnen worden, en dat hele pakket vraagt inderdaad aandacht, en we zullen onderzoeken hoe beide onderwerpen meegenomen kunnen worden. We zullen bij de begroting daarbij een integrale afweging maken en een voorstel kunnen doen. Als we het dan hebben over die sociale basis, dan wil ik altijd graag terugkomen op de visie dat mensen ook een basis nodig hebben om überhaupt mee te kunnen doen. We hebben allemaal al wel meegekregen dat bijvoorbeeld schulden en zorgen over geld gewoon ziekmakend zijn en niet helpen om mee te kunnen doen. Dat blokkeert alles, dus vanuit de visie dat de sociale basis op orde moet zijn: een huis, inkomen, geen stress, geen schulden. Maar taal is daarbij ook een heel belangrijk basisaspect. Taal is een obstakel, want als je daar niet goed in mee kunt doen of het niet goed beheerst, dan lukt het onvoldoende om mee te doen. En daarin wordt eigenlijk gezegd: hoe kan dat nou, die €50.000 bij de knelpunten bij taal? En als je dan voor taal niet inzet, hoe kunnen we daarmee alle mensen bereiken? Nee, dat klopt, die €50.000 die daarin staan, is eigenlijk voor de verdere uitwerking van de taalaanpak, het organiseren van een goed taalbeleid. En de mensen die krijgen allemaal een traject dat bekostigd wordt uit de educatie voor volwassenen gelden, maar ook uit de Wet inburgering. Sinds 1 januari 2022 zijn we verantwoordelijk voor de inburgering van statushouders. Nou, die starten ook met een traject en die starten met taal en participatie. Maar we hebben de afgelopen jaren ook 'Taal en Ontwikkeling' opgezet. Dat zijn cursussen voor ouders die jonge kinderen hebben en die op die manier rondom de kinderen taal leren. En daarvan heb ik echt bij vrouwen gezien dat ze heel blij zijn dat ze nu eindelijk de dingen voor hun eigen kind kunnen regelen, zoals de afspraak met de huisarts of een speelafspraak op het schoolplein. En dat soort kleine vonkjes die ontstaan en de vrouwen zijn gemotiveerd om een volgende taalcursus te doen. En van de week heb ik het wijkleerbedrijf geopend. Daar zitten ook vrouwen die eigenlijk de volgende stap maken om taal te leren, maar ondertussen ook een diploma te halen om in de zorg te gaan werken. Trouwens, een prachtig initiatief dat mijn voorganger weer heeft opgepakt en een ontzettend belangrijk onderdeel is voor taal en werk, maar ook taal en gezondheid. Gezondheid is ook een motivatie voor mensen om aan de slag te gaan en bijvoorbeeld bij Beukbergen hebben ze zorgen rondom gezondheid. Dat is ook ontstaan rondom corona en daar gaan we met gezondheid en taal aan de slag om mensen daarin weerbaarder te maken en de taal weer op de agenda te zetten, of taal mee te nemen in het zelfstandiger worden en beter begrip. Ja, en in dat pakket, zeg maar, van die basis komen eigenlijk de medewerkers, de professionals die zorg verlenen, allerlei situaties tegen die gewoon niet in een hokje passen. En daar hebben we dan de doorbraakbudgetten voor. Die doorbraakbudgetten hebben we sinds 2017, en die zijn ervoor, ja, alle ongeregelde zaken die zijn ervoor om te voorkomen dat mensen onderdoor gaan aan schulden, bijvoorbeeld om schulden over te nemen. Maar we hebben ook bijvoorbeeld doorbraakwoningen voor mensen waar het gewoon goed is dat ze op een andere plek een woning krijgen. Zo hebben we dat doorbraakbudget voor de professionals. Het is inderdaad een methode om mee te werken, wat helpt om doorbraken te realiseren, moet ik zeggen. En er zijn zo'n 30 tot 40 knellende casussen waarin dat budget gebruikt wordt. Vaak is het echt een hulpmiddel om het gesprek te starten en om te zien waarvoor we het nodig hebben. Soms is het helemaal niet meer nodig, maar het helpt gewoon om situaties op te lossen. Het is soms voor een fiets, zodat iemand naar zijn werk kan, of een busabonnement, dus allemaal dat soort knellende problemen waarbij mensen die stap kunnen maken om zichzelf verder te helpen. En die positieve effecten van doorbraken zijn dan ook al langer dan een jaar merkbaar. Het is niet zomaar even wat je in een jaar kunt opschrijven, maar het is meerdere jaren en het helpt mensen dus de voortgang te maken die ze willen maken. Dan zijn de ouderen speciaal genoemd door het CDA en de VVD. En ik kan zeggen dat we het advies van het CDA bij de behandeling van het coalitieakkoord hebben overgenomen. U heeft een wethouder jeugd, waarom is er niet een wethouder ouderen? Nou, voor u staat de wethouder ouderen. En eigenlijk zijn alle punten die vandaag genoemd zijn natuurlijk hartstikke relevant, en zeker de uitwerking om te verkennen of buurtcentra langer open kunnen zijn, ook op zondag, in het kader van eenzaamheid en het ontwikkelen van een visie op informele zorg, en dan met name voor die mantelzorgers. Helpen we die voldoende, zijn ze voldoende ondersteund? Een actieprogramma eenzaamheid, maar ook dementie, wat gestart is de vorige periode. Dat heeft mooie resultaten opgeleverd en daar gaan we gewoon mee verder. We zijn nu aan het onderzoeken hoe we dat kunnen bestendigen en samen met de ouderenorganisaties. De afspraak is gepland om te kijken hoe we wonen, zorg en welzijn weer verder vorm kunnen geven, juist met die groepen om het gesprek te starten. Dus zeker een mooie oproep en ik hoorde gewoon een urgentie om daar ook bij de begroting een goed programma en een apart hoofdstuk voor te maken. En tot slot was er nog de oproep om te kijken naar de openbare toiletten. Dat is een onderdeel ook in de inclusieagenda waar mijn collega Wilting mee aan de slag gaat. Als we die inclusieagenda zo snel mogelijk uitvoeren, dan hebben we het ook voor de ouderen hartstikke goed geregeld. Dat is altijd al wat ik heb geroepen. En belangrijke aandacht voor de ouderen, maar daarnaast hebben we die basis en aandacht voor de speciale groepen absoluut.

Koos Janssen - Burgemeester

Absoluut. Misschien over ouderen?

Marcel Fluitman - CDA

Inderdaad, het gaat over ouderen. Ik wil u feliciteren met het feit dat u wethouder van ouderenzorg bent geworden, dank u wel. Ik hoop dat dit snel ook op de website van de gemeente komt te staan.

Laura Hoogstraten - Wethouder

Dat staat erop en

Marcel Fluitman - CDA

Nee, het staat er nog niet op. Ik heb net gecontroleerd.

Marcel Fluitman - CDA

Ik ben erg blij hiermee en ik moedig mijn collega-raadsleden aan om ook blij te zijn, zelfs als een amendement het niet haalt. De uitwerking kan alsnog vorm krijgen, dus dank daarvoor.

Laura Hoogstraten - Wethouder

Ja, het staat er wel op. Het betreft de wethouder WMO, ouderen en welzijn, dus het is in samenhang. Dat is ook belangrijk. Oh nee, in het coalitieakkoord niet, maar wel bij de portefeuilles. Even kijken. We hebben dus die sociale basis, huis, inkomen, geen zorgstress, taal en gezondheid. En er zijn natuurlijk altijd mensen bij wie het niet lukt en die gewoon steun in de rug moeten hebben. En dat is niet zomaar een steun, maar soms gewoon voor langere tijd. En dan hebben we dat georganiseerd binnen de WMO. Nou, daar is aandacht voor de 600.000, hè? Meer kosten in de berap die betaald worden vanuit het weerstandsvermogen. En eigenlijk wordt er iedere keer gevraagd: is dat nou incidenteel of is dit structureel en gaan we dat dan structureel altijd uit het weerstandsvermogen dekken? Daar heeft mijn collega Van Dijk antwoord op gegeven. Ik wilde meer ingaan op de inhoudelijke kant, want wat is nou de oorzaak van die groei? Ja, we hebben gewoon te maken met vergrijzing, dat is een gegeven. Een gegeven is dat ouderen langer thuis blijven wonen en wat we zien is dat er een deel is, zeg maar, dat zijn de tariefstijgingen, dus er gebeurt ook iets met de indicering. Maar wat je ziet is dat door het feit dat ouderen ook langer thuis wonen, de zorg ook steeds complexer wordt en er steeds meer nodig is. Dus wat een keer startte met twee uurtjes huishoudelijke hulp, kan op een gegeven moment gewoon 2 keer 4 uur worden. Huishoudelijke hulp en dat is gewoon het gevolg van het beleid dat ouderen langer thuis kunnen wonen. Dat is één kant. Daarnaast is er de inkomensafhankelijke bijdrage die is afgeschaft en daardoor is er ook een aanzuigende werking dat mensen denken: nou, het is goedkoper om via de WMO mijn huishoudelijke hulp te regelen. Dat is een tweede punt. Een derde is dat er ook meer vraag is naar specialistische begeleiding en reguliere begeleiding. En wat we daaraan doen is natuurlijk kijken van: hé, kunnen we voorkomen dat er duurdere zorg nodig is? Dus dat specialistische begeleiding is er, maar kunnen we dat wat afschalen naar reguliere begeleiding en wat meer vanuit een gedachte van duurzame ondersteuning? Dus we zijn bezig om te kijken of we niet kunnen inzetten op het versterken van de sociale basis. Is het gewoon mogelijk om dingen die nu door professionals gedaan worden, soms ook gewoon door vrijwilligers of door de buren of door familie te laten doen? En dat is niet om te voorkomen dat je zorg mist, maar omdat het soms ook gewoon duurzamer is. En ik wil daar wel bij vertellen dat ik bij 'Samen Oplopen' was. Die heeft ieder jaar een feest en daar ontmoet je dan de gezinnen en de maatjes. En die maatjes, ja, er werd me gezegd, die maatjes werken heel goed, maar soms blijven die maatjes hangen bij de gezinnen, dus dan raken ze de vrijwilligers, de maatjes, kwijt. Maar dat is nou precies wat je wilt, want daarmee ontstaat er dus een duurzame relatie. Er ontstaat een vriendschap die gewoon maakt dat gezinnen elkaar in het leven opzoeken als het even tegenzit, eigenlijk zoals wij dat vaak ook gewoon doen, dat ik mijn zus bel als ik ergens mee zit. Daarmee willen zij die nieuwe vriend van het maatjesproject dus inzetten op meer steun voor die sociale basis, het zorgen voor duurzame oplossingen. Daar gaan we meer op inzetten. Het gaat het niet allemaal oplossen, maar dat is wel een beweging die we graag zien. Nou, daar past dat eenzaamheidsproject natuurlijk weer ontzettend goed in, maar ook 'welzijn op recept', maar ook weer kijken, hè, is er geld nodig om bijvoorbeeld culturele activiteiten te kunnen doen? Want daarmee kun je ook weer mensen ontmoeten. Dus het is meer inzetten op het volwaardig meedoen. Ik houd adem en wat mij betreft is dat het.

Koos Janssen - Burgemeester

Het woord is aan u Voorzitter.

Roy Luca - Seyst.nu

Voorzitter, dank u wel. Mevrouw, ik waardeer de lovende woorden die u op straat uitspreekt, maar ik wil u ook een stukje praktijk meegeven in die spiegel. U kent ongetwijfeld ook mantelzorgers die overwerkt zijn, of beter gezegd, die ook weer hulp en ondersteuning van buren en dergelijke ontvangen. De realiteit leert ons dat deze hulp eigenlijk al overbelast is. Bent u niet van mening dat we, in het kader van duurzaam denken en vooral naar aanleiding van wat u net zei over ouderen die langer thuis wonen, geconfronteerd worden met een nieuwe vorm van decentralisatie waarvoor we niet de benodigde financiën hebben ontvangen? We riskeren een overbelasting door nu termen als 'duurzaam' en 'sociaal rijker worden' te gebruiken, terwijl juist de mensen die hiermee geconfronteerd worden, in hun eigen omgeving vereenzamen. Ik ken er twee heel dichtbij die het niet meer aandurfden. De heer Fluitman haalde het punt van vereenzaming aan. Dat is een risico dat we daarmee inderdaad versterken. Neemt u, als college, maar ook wij als raad, deze signalen alstublieft serieus. De heer Tienerfeest heeft ooit een voorbeeld genoemd van de cassière en de postbode. Er werd toen gelachen, maar dat zijn nu juist de mensen die binnen het CG de informatie verstrekken, maar ook de buren die zien dat het huis vervuilt of dat het niet goed gaat met het eten. We worden steeds meer geconfronteerd met deze problematiek. Ik vraag het aan u: realiseert u zich dat ook? Want hoewel ik uw betoog mooi vind en ik er zelf achter sta, is het risico dat we te veel verantwoordelijkheid neerleggen bij mantelzorgers en bij mensen die het goede voor de buren of ouderen in hun eigen omgeving willen doen. Ik vraag u echt, diep uit mijn hart, neem dit alstublieft mee en vergeet dit signaal niet, want het gebeurt echt, hier bij ons in de straten. Ik ben benieuwd hoe u dit zelf ziet. Ik kan me vinden in uw betoog, ik draag het een warm hart toe, maar ik wil dit toch ook graag aan de raad en aan u meegeven.

Laura Hoogstraten - Wethouder

Uw hartenkreet is helemaal verstaan en u heeft helemaal gelijk: het is zoals het is. We hebben natuurlijk signalen ontvangen dat mantelzorgers overbelast raken door het inzetten van die sociale basis. Dat is niet het hele antwoord, absoluut niet. We moeten juist kijken naar een persoon, iemand die zorg nodig heeft en het systeem eromheen. Het gaat niet alleen om die persoon die zorg nodig heeft, maar juist ook om de mantelzorger, nietwaar? Vaak moet je kijken naar wat de mantelzorger nodig heeft, wat kinderen nodig hebben en hoe je in gezamenlijk overleg kunt zorgen dat er een stabiele basis komt. Waar ik het over had, is dat er een goed inkomen, een goed huis en geen stress moet zijn, en dat er een zorgsituatie is van waaruit mensen weer volwaardig mee kunnen doen op de manier zoals zij dat zelf willen. En dat is voor de een heel anders dan voor een negentigjarige of voor iemand die met een lichamelijke handicap zelfstandig woont. Dus het is ook nog eens maatwerk en wat ik daarbij ook wil aangeven, is dat een van de grote zorgen natuurlijk de werkgelegenheid is. Er is gewoon een groot tekort aan zorgpersoneel en we moeten ook met elkaar kijken hoe we dat tekort gaan oplossen. Aan de ene kant gaan we kijken hoe we samen met het veld die krapte kunnen aanpakken. Daar hebben de werkgevers een rol in, maar we moeten ook in netwerkverband kijken hoe we dat vraagstuk gaan oppakken. Daarnaast is ook het inzetten van samenhang in zorg belangrijk, bijvoorbeeld zorg voor Zeist. Hoe werken we goed samen met de huisartsen? Hoe werken we samen met de welzijnsorganisaties? Wat doet de fysiotherapie en ergotherapie? En daarvoor zijn die netwerkmanagers, waar we het over hadden, die bij de knelpunten staan, maar die ook als een soort 'oliemannetjes' al die vraagstukken goed verbinden. Want niet alle vragen hoeven meteen een antwoord. Het is echt even zoeken hoe mensen elkaar goed en snel kunnen vinden. De professionele hulp moet ingezet worden en daarnaast start je met het informele, het sociale netwerk van de persoon die zorg nodig heeft, de mantelzorger en het gezin. Wat kunnen we daar doen om uiteindelijk een duurzame situatie te creëren? En er zijn heel verschillende oplossingen. We zijn aan het kijken of we, zoals in De Bilt, bijvoorbeeld een wasservice kunnen starten. Dat kan mensen ook al ontlasten. Het ontlast ook de huishoudelijke hulp en in De Bilt wordt dat verzorgd door de kringloopwinkel. Dus al die nieuwe verbindingen en oplossingen moeten we de komende periode echt gaan verkennen. Hoe kunnen we dat meer versterken vanuit de gedachte dat er uiteindelijk een stabiele, duurzame situatie ontstaat waarin mensen, bij voorkeur met zelfregie, in een situatie verkeren waarvan zij denken: "Hé, ik heb een goed leven op deze manier."

Roy Luca - Seyst.nu

Voorzitter, dank u wel. Ik laat het hierbij. Dank u voor het antwoord. In ieder geval is de noodzaak duidelijk geworden van wat ik heb aangekaart.

Laura Hoogstraten - Wethouder

De tekst hieronder is grammaticaal gecorrigeerd voor betere leesbaarheid. Let op dat sommige zinnen mogelijk nog steeds onduidelijk zijn vanwege de context of de manier waarop de originele tekst was opgesteld: "Dat is absoluut te begrijpen. Tot slot, buiten de stabiele situatie, geeft het aan dat we anders denken en kijken naar wat voor iemand een sociale basis is. Wat is een basis? Heeft het CDA hier aandacht voor gevraagd? Nou ja, in de versnellingsopgave, hoe zit het nou met die tiny houses op het water bij het windpark? Ik wil wel meegeven dat de Waterwild Bank gewoon een soort pilot is. We zijn daarmee gestart om te kijken hoe het werkt met die tiny houses en of het eventueel een antwoord kan zijn voor een groep mensen die daar willen wonen en op zo'n manier willen leven. We hebben ondertussen ook vijf tiny houses op het water in het park en er waren vijftien bij Kamp van Zeist. Die hebben allemaal gelukkig een nieuwe plek kunnen vinden, dus we kunnen daar verder met de opvanglocatie. Maar we zien wel dat er echt een groep mensen is die vanuit ideologieën zoals minimalisme en de wens om klein en buiten te wonen, in tiny houses woont. Er is echt een groep die zegt: "Ik kan op geen andere manier een zelfstandige woning vinden; dit is voor mij de enige manier om überhaupt zelfstandig te kunnen wonen." En er is echt een groep die gewoon niet weet wat ze met zichzelf aan moeten en dus in een tiny house of in een woongroep ergens gaat wonen. Dat is dus een heel eigen groep, en de gedachte bij de tiny houses is natuurlijk dat het iets tijdelijks is. Het kan helpen bij een locatie die braak ligt en niet wordt gebruikt. Daar kan het een oplossing zijn voor die mensen. De oproep van de motie was: "Start nou alvast met plannen maken, want uiteindelijk kunnen er bij de tiny houses op het water meer dan vijf huisjes komen; misschien wel twintig." Ik heb dat bij Woongoed aangegeven. Je mag daar starten met het maken van plannen. Dit is een oproep, maar ik weet niet hoe ver Woongoed ermee is. Ik zal dat met hen bespreken en u terugkoppelen wat de situatie is."

Koos Janssen - Burgemeester

Dank u, wethouder Hoogstraat. Ik geef het woord aan de heer Fluitman voor een interventie. De heer Fluitman van het CDA.

Marcel Fluitman - CDA

CDA, dank u wel. Misschien voor de kijkers thuis: er zitten mensen in de zaal, maar blijkbaar ben ik de enige die toch nog wat wil doorvragen over hetgeen het college heeft geantwoord op mijn vragen. Het CDA had het zojuist over de motie die dit jaar is ingediend, waarin u bent opgeroepen om aan het werk te gaan zodat, na de beëindiging van de pilot in 2025, gestart kan worden met de nieuwbouw op dat terrein. Het CDA heeft veel begrip voor het feit dat er mensen wonen die een ideologie aanhangen en heel graag in zo'n tiny house willen wonen. Maar we hebben ook begrip voor het feit dat, als er 5 woninkjes staan op een terrein waar 30 tot 40 woningen gerealiseerd kunnen worden, we ook een afweging moeten maken. Hoe gaan we om met de vraagstukken die we hebben in de versnellingsopgave, alle extra toewijzingen die we moeten doen aan de doelgroepen, en hoe zit het met onze eigen inwoners, de kinderen die ook graag in Zeist willen wonen? We hebben u toen gevraagd om aan de slag te gaan met Woongoed om te bewerkstelligen dat de start ook daadwerkelijk in 2025 kan plaatsvinden. Ik wil graag van u weten welke gesprekken u heeft gevoerd en hoe ver u nu bent met dit proces?

Laura Hoogstraten - Wethouder

Nu, dat geef ik aan. Ik heb bij Woongoed aangegeven dat ze kunnen starten met de planvorming voor het waterwingebied, maar de huidige stand van zaken ken ik niet. Het is dus een goede herinnering om daar weer aandacht voor te vragen, en ik zal dat bij u terugkoppelen.

Marcel Fluitman - CDA

Bij dit soort overleggen vraagt men vaak om een herinnering over de voortgang van een motie. En als u de opdracht heeft gekregen om ervoor te zorgen dat er in 2025 gebouwd moet worden, hoe vreemd is het dan dat u nu zegt: "Ik heb het een keer gevraagd bij Woongoed, maar ik weet eigenlijk helemaal niet hoe het ermee staat"? Vindt u dat zelf niet een beetje vreemd? Nee, laten we geen waardeoordeel geven. Hoe kijkt u daar zelf tegenaan? Nou?

Laura Hoogstraten - Wethouder

Nu en nogmaals, het zijn bijzondere tijden geweest. De oproep is om in 2025 te starten. Het is gebruikelijk om in dit geval het bij Woongoed neer te leggen. En ik vraag zeker niet bij elk project waar Woongoed mee bezig is, voortdurend hoe het ermee staat.

Marcel Fluitman - CDA

Dus degene die ook de taak van versnelling in de portefeuille heeft. Dat is heel belangrijk, denk ik, dat u ervoor zorgt dat we zo snel mogelijk goede woningen bouwen. We zijn nu een jaar verder en u heeft slechts één keer een vraag gesteld bij Woongoed. U weet niet hoe het ermee staat en u kunt dus nu ook niet zeggen of u uitvoering kunt geven aan de motie zoals die er nu ligt. U geeft wat dat betreft de voorkeur aan vijf woninkjes, in plaats van dat u zegt: "Ik wil juist de ruimte bieden om daar 20, 30, 40 woningen te bouwen voor de grote nood die we in Zeist hebben."

Laura Hoogstraten - Wethouder

Meneer Fluitman benadrukt dat de urgentie van het bouwen van woningen zeer groot is. Volgens hem wachten er veel groepen op een woning en zitten veel mensen in de knel omdat ze geen woning kunnen vinden. Bovendien zitten er ontzettend veel cliënten vast in allerlei instellingen omdat ze niet kunnen doorstromen. Op dit moment liggen tal van woonprojecten stil door allerlei bezwaren en planningsprocessen die stroef verlopen. Ik denk dat de realisatie van woningen, die we nu zouden kunnen starten met bouwen, aandacht vereist. De betreffende locatie komt echter pas op zijn vroegst in 2025 vrij, als het niet later is. Daarmee ligt het bij Woongoed om te bepalen wat ze met de plannen doen. Het is ook lastig met allerlei bouwplannen, zoals Vollehoven, om woningen te realiseren. Dus in die zin denk ik dat de urgentie, voorzitter, wat minder op het netvlies heeft gestaan.

Koos Janssen - Burgemeester

De heer Fluitman ja

Marcel Fluitman - CDA

Ja, voorzitter, ik hoor de wethouder nu een argument aandragen waarvan ik denk: ja, hij brengt argumenten voor woongoed naar voren, maar dat is niet aan de orde. U heeft vanuit de Raad de opdracht gekregen om ervoor te zorgen dat er in 2025 woningen gebouwd worden. Hoort u wat ik zeg? U heeft van mij de ruimte gekregen, of beter gezegd, u heeft de opdracht vanuit de Raad om in 2025 te zorgen dat er woningen gebouwd worden. En ik hoor dat u daar nu eigenlijk geen prioriteit aan geeft, omdat u zegt: "Nou, het duurt allemaal zo lang en is zo moeilijk, dus ik ben nog met heel andere dingen bezig." Dus eigenlijk zegt u dat u hier niet voor bent. Dan is mijn constatering dat u op dit moment de motie geen prioriteit geeft en zelfs bijna aangeeft dat u niet weet of 2025 wel het moment is dat die woningen weggaan. Is dat de juiste constatering? Volgens mij hebben we met elkaar heel duidelijk afgesproken dat die tiny houses tot 2025 daar zouden staan en dat we dan tot realisatie over zouden gaan voor onze woningzoekenden in Zeist, en dat zijn er meer dan die vijf tiny houses. Ik hoor u dus niet de verbinding zoeken met wat in de motie is gevraagd en om dat uit te voeren. Maar u volgt uw eigen weg en geeft zelfs bijna aan dat u niet weet of 2025 wel het moment is dat die woningen weggaan. Is dat de juiste constatering?

Laura Hoogstraten - Wethouder

De constatering is dat ik op dit moment niet weet hoe ver Woongoed met deze plannen staat.

Marcel Fluitman - CDA

Kunt u de Raad binnen veertien dagen op de hoogte stellen van de voortgang?

Laura Hoogstraten - Wethouder

Ja, ik ga met Woongoed in gesprek om te kijken hoe ver ze zijn met hun plannen.

Marcel Fluitman - CDA

De tekst is al grammaticaal correct: "U kunt de Raad binnen 14 dagen schriftelijk informeren over de voortgang."

Laura Hoogstraten - Wethouder

Ik zeg toch ja, ja oké.

Marcel Fluitman - CDA

Oké, dankuwel.

Koos Janssen - Burgemeester

De heer van Ginkel bij Interruptie.

Dick van Ginkel - D66

Voorzitter, er is niets mooier dan een stevig debat. Het valt me echter op dat, op het moment dat het debat stevig wordt – zoals zojuist en ook vanmiddag hebben we dat meegemaakt – en de focus op de inhoud ligt, we dan vergeten om via u te spreken. Hierdoor krijgt het debat al heel snel een persoonlijk karakter, waardoor we elkaar ook gaan interrumperen tijdens het debat. Persoonlijk vind ik dat niet passen bij de regels van een goed debat. Ik kijk nu een beetje rond naar mijn collega's in de raad om te zien of zij dit gevoel delen. Dat gevoel heb ik namelijk wel, en daarom zou ik u, als voorzitter, namens de raad willen vragen om daar ook alert op te zijn.

Koos Janssen - Burgemeester

Dank aan wethouder Hoogstraten voor deze aanmoediging ter afronding.

Laura Hoogstraten - Wethouder

Ter afronding wil ik in ieder geval de Raad bedanken voor de bespreking, het delen van de zorgen en het vinden van bondgenoten in de zorg. Ik heb veel zin om de komende vier jaar samen de schouders eronder te zetten. Dank u wel.

Koos Janssen - Burgemeester

Dank u wel, wethouder Hoofdstraat. Dan geef ik het woord aan wethouder Welten. Hij doet het nog niet, nee. Hij staat nog op muziek, toch? Even nog.

Angèle Welting - D66

Ja, ik zie dat iedereen hiermee worstelt. Ik ben volgens mij niet de enige. Dank u wel, voorzitter, dat ik voor de eerste keer in de categorie 'Is dit nu eng, spannend of leuk?' mag spreken. Laten we het houden op 'leuk spannend', zoals ik het altijd met mijn kinderen bespreek: dat zijn altijd de leuke dingen die spannend zijn. Allereerst wil ik de Raad bedanken die, naar mijn mening, in hun bijdrage wil laten zien dat wij vraagstukken hebben die in de samenleving leven en die we op dit moment, als gemeenteraad en ook als college, niet alleen kunnen oplossen. Die vragen om samenwerking, samenspel en dialoog. Ik denk dat dat een belangrijke rode draad is door het hele coalitieakkoord, maar ook door de bijdragen die ik vandaag heb gehoord. Grote maatschappelijke vraagstukken die ook vragen om verbinding met de samenleving en alle partners die daarin actief zijn. Concreet wil ik daar op een aantal zaken inzoomen. Allereerst is er de zorg uitgesproken door een aantal van u over corona. Ik denk dat corona wel zijn sporen heeft achtergelaten, zeker bij de jeugd in onze samenleving. Veel jongeren hebben daar last van. Het is goed om te weten dat we in samenspraak met de onderwijspartijen, maar ook met maatschappelijke partners, bezig zijn om een plan te maken waarbij de NPO-gelden, die we ook als gemeente krijgen, goed besteed worden. Onderwijs pakt daarin zijn rol om te kijken naar de onderwijsachterstanden en wij, als gemeente, pakken onze rol samen met onze maatschappelijke partners om echt te kijken naar een aantal pijlers: het sociaal-emotioneel welbevinden van die jongeren. Hoe kunnen we zorgen dat ze ook gewoon weer goed in hun vel komen te zitten? Gezondheid en bewegen, waar ik als wethouder sport zeker ook een warm pleidooi voor wil houden, maar ook de preventie en interventies die we doen in verbinding met de zorg en de jeugdzorg. Daar wil ik ook wel even op inzoomen als het gaat over het onderwijs. We gaan ook aan de slag met een lokale educatieve agenda. Die moet vernieuwd worden en daar gaan we samen met de schoolbesturen en de maatschappelijke partners ook mee aan de slag. Daar komt ook het punt van een aantal partijen, zoals D66 en, volgens mij, een van de andere partijen - ik geloof dat zij het nu ook genoemd hebben - waar het gaat over de inschrijving op de basisschool vanuit het principe van gelijke kansen. De schooldirecteuren hebben ook een werkgroep gevormd, waar zij samen met mensen van de gemeente hebben gekeken hoe dat nou eigenlijk in de praktijk loopt. Die openheid die er vanuit de schoolbesturen of vanuit de scholen is geweest, is een vertrekpunt geweest om te zeggen: "Nou, wat doen wij daar nou mee en kunnen we binnenkort dan ook komen tot gezamenlijke afspraken over die inschrijving op de basisscholen?" Ik wil daar de verwachtingen ook wel een beetje managen, want ik wil daar niet alleen de scholen in meenemen, maar ook de schoolbesturen, want uiteindelijk zijn zij het die dit systeem dan ook moeten gaan omarmen. Daar is het waarschijnlijk zo dat we wel kunnen komen tot gemeenschappelijke afspraken, of het meteen al leidt tot een centraal aanmeldsysteem, dat durf ik niet bij deze te beloven. Ik denk dat dat ook iets is waar we stap voor stap moeten kijken waar ook het draagvlak zit bij de schoolbesturen. Maar dat het op ons netvlies ligt, dat is duidelijk. Een ander punt dat we ook naar voren laten komen, is de aansluiting bij de Gelijke Kansen Alliantie. Ook dat is door een van de partijen genoemd. Ook daar willen we samen met de scholen kijken hoe dat een plek kan krijgen in de lokale educatieve agenda.

Koos Janssen - Burgemeester

Nee, nee. Oké, nee, want kijk, ik denk dat het wel goed is. Wanneer iemand zijn eerste bijdrage levert, vind ik het elegant om niet te onderbreken. Dus ik geef u geen gelegenheid om te interrumperen tijdens de inbreng van de wethouder. Straks zal ik ruimte geven voor uw inbreng. Het gaat nu niet over het woord geven, hè? We maken soms mee dat mensen die hier staan, vragend kijken naar een raadslid, zeker als hij daar al staat. Ik wil u vragen, als u hier staat, om dat niet te doen. Laten we met elkaar de discipline opbrengen om stijlvol met elkaar om te gaan. Dus ik geef u graag het woord. Kijk niet met vragen naar de raad, maar vertel ons hoe we moeten luisteren.

Angèle Welting - D66

Ik beschouw het als een beginnersfoutje. Dank u wel, voorzitter. Een ander thema is natuurlijk, zoals ik al eerder aangaf, de aanpak van corona zelf. Verschillende partijen hebben gevraagd hoe dat nu eigenlijk verloopt. Wel, we krijgen als Zeist wekelijks de besmettingscijfers van de GGD toegestuurd en we zien, als u de recente berichtgeving volgt, dat de besmettingscijfers ook in onze regio oplopen. Op dit moment baart de huidige variant nog geen grote zorgen, maar we treffen wel voorbereidingen. Ik heb daarover contact gehad met de gemeente en de GGD, en ik kan aangeven dat zij, samen met de Veiligheidsregio Utrecht, maatregelen nemen. Heel kort daarop inzoomend: de testcapaciteit is nu echt gericht op zelftesten, maar de GGD treft voorbereidingen voor het geval dat nodig wordt. Als er een nieuwe variant komt, kunnen ze de testcapaciteit heel snel opschalen en kunnen zij dus ook de PCR-testen weer afnemen. Hetzelfde geldt voor het vaccineren; op dit moment is het niet nodig, maar mocht er een variant komen die vraagt om extra vaccinatierondes, dan is er ook een richtlijn vanuit het Rijk om heel snel te kunnen opschalen. En wat ik vanuit de cijfers die ik krijg kan aangeven, en als de raad daar behoefte aan heeft, kan ik aanvullende informatie toesturen, is dat de GGD echt voorbereid is. Tot slot, rondom de corona-voorbereidingen: het regionaal overleg acute zorg, dat team komt ook periodiek bij elkaar in de waakvlammodus, zoals dat heet. Zij hebben ook een rol bij het managen van de beschikbaarheid van de zorg en houden de bezetting van de ziekenhuisbedden in de gaten. Dat wordt dagelijks inzichtelijk gehouden in samenspraak met alle verpleeghuizen, verzorgingshuizen en ziekenhuizen. En als het nodig is, kan er opgeschaald worden, waarbij ik een kanttekening wil maken. Zoals wethouder Hoogstraat net benoemde, geldt er ook krapte op de arbeidsmarkt in de zorg. Ik denk dat het altijd een balans blijft van wat haalbaar is en hoe we dat gaan doen. Ik kan in ieder geval aangeven dat vanuit het college wij vertrouwen hebben in de voorbereidingen die de GGD treft en de mate waarin zij kan opschalen als dat nodig is. En uiteraard zijn we ook met andere sectoren in gesprek als dat nodig is. Dus dat wilde ik daarover melden. Terug naar het verhaal over corona: één ding wat corona ons namelijk heeft geleerd, is het belang van bewegen en gezondheid. Het is niet heel specifiek genoemd in alle bijdragen, maar toch wil ik hier even de gelegenheid nemen om dat te benoemen. Ik denk dat het goed is dat we blijven werken aan de gezondheid van onze inwoners, zowel in de inrichting van onze wijken als in de verdere uitvoering van het sport- en preventieakkoord. Mijn voorganger heeft daar mooi werk in geleverd en het is nu zaak om daar ook uitvoering aan te geven. Die handschoen wordt door allerlei partijen opgepakt. Er is ook een subsidieregeling voor. Ik weet nog niet precies hoe de uitputting daarvan verloopt, maar ik denk dat het goed is dat ik u in het najaar daarover nader informeer over hoe de uitvoering van het sport- en preventieakkoord verloopt. De regeling rondom sport en cultuur is in ieder geval ook door wethouder Hoogstraten genoemd. Ik denk dat het belangrijk is dat we die goed voor het voetlicht blijven brengen. Het belang van bewegen en sporten, en ik noem die twee ook wel samen, hè? Niet iedereen wil racen op zijn mountainbike, zoals ik, maar gewoon bewegen op zich is al heel belangrijk. Ik denk dat het belangrijk is dat we dat blijven inzien. Dan rondom de jeugdzorg. Ook daar zijn vragen over gesteld: hoe loopt dat nou eigenlijk? Aansluitend op het verhaal van mijn collega Hoogstraten over het werken aan de sociale basis geldt dat ook voor de jeugdigen. Ik denk dat het CJG en het wijkteam, het sociaal team, heel hard bezig zijn om echt samen te bouwen aan die sociale basis, waarbij partners zoals Meander Omnium, maar ook Sportief Zeist samen kijken wat ze kunnen oppakken en waar de vragen van ouders en kinderen belegd kunnen worden. Daarin wil ik ook de school-CJG'ers noemen. Die hebben een goede verbinding vanuit het CJG met de scholen. Ze zijn daar zeer over te spreken, weet ik uit het laatste overleg dat we met de directeur hadden. Daar maken we ook wel een balans waar we zeggen: in bepaalde wijken hebben we die uren ook opgeplust, omdat we gewoon zien dat op de ene school meer problematiek is dan op de andere. Nou, en van daaruit, in die combinatie van zorg, jeugdzorg en onderwijs, gaan we dan ook in die wijken wat extra doen waar dat nodig is. We weten allemaal dat we heel verschillende scholen hebben in Zeist, met ook verschillende problematieken. Nou, daar moeten we denk ik oog voor hebben. Wat ik daarbij wel wil noemen, en die vraag is ook een aantal keren gesteld: hoe zit het dan met de effectiviteit van wat we doen? Nou, het programma Sociaal in Balans is ook al meerdere keren hier in de raad naar voren gekomen. Dat is iets wat we ook integraal vanuit het college willen oppakken. Dat is iets waar zowel wethouder Van Dijk als ook wethouder Hoogstraat en ikzelf samen met elkaar integraal willen kijken: hoe kunnen we nou niet alleen naar de cijfers kijken, hè? Want het programma Sociaal in Balans lijkt te gaan over alleen de euro's. Maar die gaat juist eigenlijk ook heel erg over: doen we de dingen goed en doen we de goede dingen en kunnen we dat ook met elkaar meten? En ik denk dat we daar grip op proberen te krijgen met het programma Sociaal in Balans. Hoe loopt het met de financiële uitputting? Maar ook: wat zetten we nou in qua interventies? Wat is daarin effectief en kunnen we die effectiviteit ook structureel blijven meten met elkaar? Nou, dat wil ik in ieder geval ook even aan de raad meegeven. Ik denk dat het goed is dat, als we daar, we zijn nu net vijf weken bezig, er iets meer zelf ook wat grip op krijgen, dat we daar ook een keer in een stamtafel sociaal domein, bijvoorbeeld, nader met u over in gesprek gaan. Ik denk dat dat een hele goede is. Nou, wat we daarnaast ook hebben besproken, is: als je nou kijkt naar het coalitieakkoord, maar ook naar alles wat er ligt, dan is het meedoen van mensen en kinderen en jeugdigen als het ware de rode draad. En dat geldt ook voor fysieke toegankelijkheid. Ook dat is aan de orde geweest. Hoe zit het nou eigenlijk met onze gebouwen? Er zijn veel locaties in kaart gebracht, al in de vorige collegeperiode door de Stichting Ongehinderd. Daar is ook een subsidieregeling voor, daar willen we wat meer bekendheid ook aan gaan geven. Daar wordt ook al, door mijn collega over de openbare toiletten is daar ook over gesproken. Het vastgoed van de gemeente, met het idee: geef zelf het goede voorbeeld. Nou, ook als gemeente is het vastgoed van de gemeente ook in kaart gebracht. Daar zijn ook, daar waar dat kan, al aanpassingen gedaan en in het meerjarenonderhoudsplan van de gemeente is dit ook meegenomen. Daar waar wij renovatie of aanpassingen gaan doen aan het gebouw, laten we dan ook meteen die toegankelijkheid daarin meenemen. Nou, dan moeten we ook reëel zijn, van: dat vraagt een wat langere termijn. Maar ik denk dat het goed is dat het in ieder geval ook een plek heeft gekregen in die onderhoudsplanning. Toegankelijkheid is niet alleen fysiek, het is ook digitaal, volgens mij. Daar kunnen sommige raadsleden goed over meepraten, wat het allemaal vraagt. Daar is ook een werkgroep intern mee bezig geweest, waar stappen in gezet zijn. Je merkt wel dat de eerste stap daar, daar kun je hele grote winst halen. Het laaghangend fruit noem ik het maar, maar wil je er echt structureel op alle fronten voor zorgen dat digitale inclusie ook echt doorgevoerd wordt, dan vraagt dat nog best wat. En daar zijn we nu met elkaar ook mee bezig om te kijken hoe we daar als gemeente ook de volgende stap in kunnen zetten. Daarbij wil ik ook zeggen, er moet een nieuwe inclusieagenda opgesteld worden en die zouden we graag in combinatie met de regenboogagenda willen doen, waardoor we echt een inclusie- en diversiteitsagenda maken in de volle breedte, waardoor we meer integraal met elkaar aanpakken. En uiteraard willen we daar ook de raad en de samenleving goed bij betrekken. Een mooi voorbeeld daarvan is wel, helaas kon ik er zelf niet bij zijn, maar collega Hoogstraten heeft de eer overgenomen om een film die gaat over kinderen met een beperking te presenteren. Daar is een film over gemaakt en die film wordt ook beschikbaar gesteld aan alle scholen in Zeist. Nou, ik denk dat dat een goed voorbeeld is waarop we heel tastbaar maken aan de hand van gewoon een aantal praktijkverhalen van mensen zelf wat er nodig is om echt inclusief te zijn, ook op scholen en hoe dat van iedereen wat vraagt. Dit is weer zo'n vraagstuk: we kunnen daar als raad en als gemeente het goede voorbeeld in nemen, maar het is een vraagstuk dat we niet alleen oplossen. Ook dit is een vraagstuk waar we echt in samenspraak met onze partners en onze inwoners moeten kijken wat je daarmee kunt doen. Het eerste inclusieplatform heeft in ieder geval zijn eerste bijeenkomst gehad en kan verder uitgebreid worden. Nou, ik denk dat we dat de vorm van het inclusieplatform ook mee willen nemen in die agenda rondom inclusie. Dan een ander punt wat ik echt wel wil noemen, en ik denk dat die heel belangrijk is: het meedoen in Zeist is belangrijk, maar ook het meedenken en meepraten over hoe ons dorp en haar kernen eruit komen te zien. Niet alleen nu en op de korte termijn, maar ook op de langere termijn. Er is ook afgelopen weken natuurlijk best in de raad gesproken met buurt- en belangenverenigingen over de omgevingsvisie. Het is een nieuw instrument waar we ervaring mee opdoen. En de zienswijzen bewijzen mijns inziens, of onze inziens, ook dat het instrument ertoe doet. Het is een belangrijke opstap of stap in opmaat naar de toekomst van Zeist en de keuzes die we daarin met elkaar moeten maken, met de nadruk op de kwaliteit van leven. We zeggen allemaal: het goede leven in Zeist, en dat vraagt ook dialoog op waarden. Wat vinden we nou belangrijk en hoe doen we dat nou met elkaar? En we snappen daarin ook wel de zorgen en de vragen die er leven bij buurt- en belangenverenigingen en ook wel bij de raad. En volgens mij is het daarin vooral belangrijk om met elkaar de dialoog te blijven voeren op inhoud en goed te kijken, met respect voor ieders visie op die waarden die kunnen verschillen. Dat mag ook schuren en goed te kijken welke vorm daar dan bij past. En daar wil ik een paar dingen over zeggen, ook om richting te geven en antwoord te geven op de zorgen die er ook zijn bij een aantal raadsleden, maar ook in de samenleving en bij die buurt- en belangenverenigingen. Het eerste is: de omgevingsvisie is een vertrekpunt en geen eindpunt. Ik denk dat dat belangrijk is. Dat betekent ook dat, wanneer u in het najaar die omgevingsvisie gaat vaststellen, dat dan niet in beton gegoten is en dat er verder in de toekomst geen aanpassingen meer op die omgevingsvisie zouden kunnen zijn. Nogmaals, het is een vertrekpunt. Dat vind ik wel belangrijk om te noemen, want anders zetten we elkaar vast en is die dialoog er onvoldoende. Daarnaast denk ik dat het belangrijk is, er zijn heel veel zienswijzen ingediend. Daarvan kun je op twee manieren kijken: er zijn zoveel zienswijzen, dus het is allemaal niet goed, of je kunt ernaar kijken dat er veel zienswijzen zijn, het toont aan dat het leeft en dat die omgevingsvisie een belangrijk instrument is waar we met elkaar het gesprek over moeten voeren. Die vele zienswijzen geven ons wel aan dat dit zo leeft dat een schriftelijke afdoening van deze zienswijzen niet recht doet aan alle indieners. En daar zijn we ook over in gesprek om te kijken, en daar komen we ook nog met een voorstel richting u, hoe dat eruit gaat zien en ook richting de indieners, dat we extra stappen inbouwen in het proces rondom de zienswijzeprocedure om recht te doen aan de inbreng van iedereen. Dus daar kom ik nog op terug. En het derde punt, wat ik erover wil schetsen, is dat bij het vaststellen van de omgevingsvisie we ook een procesperspectief willen schetsen. Ik weet niet of dat de juiste term is, maar zo noemen we hem even voor nu, dat ik denk dat dat het meest recht doet. Maar eigenlijk ook een beeld schetsen: wat gebeurt er daarna? Een van de leerpunten die we ook uit het handvat participatie of in ieder geval uit het rekenkameronderzoek halen, is wel dat mensen zeggen: ja, ik weet niet zo goed wat er met mijn inbreng gebeurt, maar ik weet ook niet zo goed wat er daarna gebeurt. Schets dat dan nou, dat proberen we bij deze ook te doen, dus dat we ook een procesperspectief schetsen. Wat gaat er daarna gebeuren? En nogmaals, het is een vertrekpunt en geen eindpunt. Dat betekent ook dat we rondom die omgevingsvisie ook helderheid schetsen: wat te doen met de buurt- en wijkverenigingen en de inwoners? Want ik wil ook wel breder schetsen, hè? De buurt- en wijkverenigingen zijn zeer belangrijk en zeer betrokken bij dit verhaal, maar we willen ook individuele inwoners de kans geven om in dit proces mee te denken en mee te doen en mee te praten, en dat we dat perspectief dus ook schetsen. Kortom, bij het vaststellen zijn we er nog niet, gaan we verder in dialoog en daarbij stimuleren we dus ook die wijkvisie, die benutten we, degene die er al zijn. GroenLinks vraagt daarin ook nog op: zijn er nou nieuwe vormen van participatie die we daarin mee kunnen nemen? Nou, ik kende die YouMatter-app niet, ik sta daar zeker voor open en het is interessant om dat te bekijken. En ik denk dat het goed is dat nou het handvat participatie een vertrekpunt is om ook echt te kijken naar verschillende vormen. Ik denk dat onze burgemeester ook straks nog verder ingaat op in den brede het instrumentarium wat we hebben qua democratische vernieuwing, maar dit is in ieder geval wat ik wilde melden aan de raad. Ik wil afsluiten in ieder geval met het verhaal dat we volgens mij een raad hebben die zeer betrokken is, een samenleving hebben die zeer betrokken is en dit college in ieder geval heel erg de handreiking wil doen naar iedereen om met elkaar in gesprek te gaan en te blijven, vanuit respect en dialoog, soms met dat het even schuurt op bepaalde waarden of visies of uitwerkingen, maar wel vanuit het gezamenlijke vertrekpunt dat we allemaal staan

Koos Janssen - Burgemeester

Graag geef ik nu het woord aan de heer Lucas voor zijn interventie. Daarna is de heer Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist aan de beurt, gevolgd door de heer Luca.

Roy Luca - Seyst.nu

Ja, voorzitter, dank u wel. Voorzitter, ik wil graag mijn complimenten uitspreken aan mevrouw Welding, onze wethouder, over de wijze waarop zij zojuist de omschrijving heeft gedeeld over een centraal inschrijvingsmodel bij scholen. Waarom doe ik dat? Omdat wij destijds de motie hebben ingediend, en met dank ook aan D66, maar ik waardeer het zeer dat u dit zo voortvarend oppakt. Dat doet ons erg goed. U heeft in uw beantwoording gesproken over een stappenplan, en toen schrok ik een beetje omdat u aangaf dat u wel wilt – en dat is waar we naar streven – maar u zei vervolgens dat het in stapjes gaat. Daarover zou ik graag iets meer willen weten. Waarom wil ik dat weten? Omdat ik weet dat bij twee of drie schoolbesturen het speelt dat zij vinden dat zij daar zelf over gaan. Ik vraag u of u ook het signaal van de bestuurders heeft gekregen dat dit zo wordt gezegd. En of we het hebben over twee of drie stapjes, of dat we echt over meer stapjes praten voordat we kunnen komen tot dit centrale inschrijvingssysteem, om recht te doen aan de vrijheid van keuze voor iedereen. Niet dat als iemand al een broertje of zusje op die betreffende school heeft, het derde of vierde kind automatisch voorrang heeft. Na de geboorte moet u dat dan maar melden en dan staat het kind automatisch op die school ingeschreven. Is dat hoe u het ook ziet, of heeft u dat signaal ook ontvangen? Daar ben ik erg nieuwsgierig naar. En vooral ook hoe wij dat samen – want wij willen er echt actief bij helpen – zouden kunnen aanpakken, zodat het echt netjes geregeld gaat worden. Dat is mijn vraag, voorzitter. En nogmaals, ik wilde mijn complimenten uitspreken, dus laat dat duidelijk zijn.

Koos Janssen - Burgemeester

Dank wethouder wilting.

Angèle Welting - D66

Dank u wel, voorzitter. Allereerst is het zo dat het inschrijfbeleid op scholen de verantwoordelijkheid van de scholen zelf is. Dat betekent dat wij als gemeente daar zeker een visie op kunnen hebben en dat we ook in gezamenlijkheid met de schoolbesturen daarnaar willen kijken. Het is niet zo dat we het zomaar kunnen overnemen en kunnen zeggen: "Beste scholen, zo gaan we het doen." Daar komt ook de achtergrond van mijn opmerking vandaan: dat ik vanuit het draagvlak en de ideeën die er zijn bij de schoolbesturen goed wil kijken waar er nu draagvlak voor is bij de scholen. Daarin is voor mij de vorm, en zal ik maar zeggen, het middel en het doel iets wat we ook goed uit elkaar moeten houden. Het doel is volgens mij dat we gelijke kansen willen voor alle kinderen. Het kan zijn dat een centraal aanmeldsysteem daar de beste vorm voor is, zoals men in Utrecht daarvoor heeft gekozen. Het kan goed zijn dat men hier in Zeist zegt: "Ja, maar dat past niet bij ons," of: "Dat vinden wij op dit moment niet legitiem of passend." En daar wil ik graag het gesprek over voeren, zowel met de schoolleiders als ook met de schoolbesturen. Want uiteindelijk gaan de schoolbesturen over de vaststelling van dit soort, nou ja, zal ik maar zeggen, centrale afspraken die je daar met elkaar over maakt. En daar komt het vandaan, dus het is in die zin dat ik het meer bedoelde te zeggen. Ik begrijp de behoefte vanuit D66 en zij zeggen nu: "We willen een centraal aanmeldsysteem." Ik zou even een voorbehoud willen maken van: "We willen volgens mij een gelijkekansen-aanmeldsysteem," of systematiek. En of daar dan een centraal aanmeldsysteem bij hoort, denk ik dat we die twee even uit elkaar moeten houden, ook met het oog op de gesprekken die we daar nog met de schoolbesturen over willen voeren. Ik hoop dat dat voor nu voldoende is ter beantwoording van de vraag.

Koos Janssen - Burgemeester

De heer Luca ja

Roy Luca - Seyst.nu

Ja, voorzitter, dank aan de wethouder voor de beantwoording. Ik heb een kort vraagje aan u: wilt u dat we de vragen die niet beantwoord zijn, ook gelijk behandelen, of wilt u dat we dat apart doen? Want dan heb ik er nog een paar die openstaan.

Koos Janssen - Burgemeester

Zodra B en W de eerste termijn hebben afgerond, ga ik bij de Raad inventariseren of er nog onderwerpen zijn die in de tweede termijn aan de orde kunnen komen. Dus dat komt dadelijk. De heer Bredius van Nieuw Democratisch Zeist.

Jan Bredius - NieuwDemocratischZeist

Ja, voorzitter, dank u wel. Ik heb een opmerking en twee vragen. De eerste opmerking betreft de zienswijzeprocedure en de wijkorganisaties. Ik heb grote waardering voor de mededeling van de portefeuillehouder dat schriftelijke afdoening niet voldoende is, en dat er stappen in het proces worden gezet waarover zij zal terugkomen. Dat is helder. De eerste vraag heeft betrekking op een mededeling die vanuit deze kant is gedaan over de kernen. Er is gesteld dat aandacht voor de bestemmingsplannen urgent en noodzakelijk is. Het college wordt opgeroepen hier werk van te maken. Dat klinkt wellicht cryptisch, maar ik denk dat de goede luisteraar weet waar het over gaat. Kan namens het college hier iets over gezegd worden? De laatste vraag gaat over het meten van sporteffectiviteit. Zoals we weten, is in Zeist begonnen met het verzamelen van cijfers. De bekende cijfers zijn uit 2016: 44,7% niet-sporters, en dat is 6 jaar geleden. Hoe wil de portefeuillehouder, of het college, gaan meten welk percentage er volgend jaar of over vier jaar moet zijn? En wat wordt er precies bedoeld met 'effectiviteit'?

Koos Janssen - Burgemeester

Wethouder wilting.

Angèle Welting - D66

Dank u wel, voorzitter. Ik was even benieuwd naar wat de heer Bredius benoemde of bedoelde met 'de bestemmingsplannen voor de kernen'. U zei dat de heer Bredius aangaf dat het cryptisch was, en ik wil daar eigenlijk een verhelderende vraag over stellen. Want eerlijk gezegd is het voor mij niet helder. Kunt u...?

Koos Janssen - Burgemeester

Kunt u het toelichten? Uw vraag ja.

Jan Bredius - NieuwDemocratischZeist

Ja, voorzitter, ik doel op de testen. In Bos en Duin hebben inwoners vragen gesteld over het bestemmingsplan voor een zorgvilla die daar mogelijk gerealiseerd zou worden, zoals vermeld in deze kadernota, of althans tijdens deze algemene beschouwingen. Het is belangrijk om daar meer inzicht in te krijgen. Dus mijn vraag aan het college is of dat mogelijk is.

Angèle Welting - D66

Dat antwoord voorzie ik. Ik zal naar de Raad toekomen. Ja, op dit moment kan ik daar niet verder op ingaan, maar ik zal ervoor zorgen dat u schriftelijk een antwoord krijgt. Is dat voor nu oké? En dan de tweede vraag, die ging over het meten van de cijfers. Hoe gaan we de effectiviteit meten? Die opmerking was vooral bedoeld voor de jeugdhulp die we op dit moment inzetten en wat we in het programma 'Sociaal in Balans' inzichtelijk proberen te maken. Dus dat gaat over het brede spectrum van wat we inzetten. Daarin is de vraag over het aandeel sporters niet als zodanige indicator meegenomen. Ik vind het echter wel een goede suggestie van u om te kijken in welke mate wij een ambitie kunnen hebben over het aantal mensen dat sport en beweegt. Ik pak het breed op en we zullen intern gaan kijken hoe we dat kunnen meten en welk streefcijfer we willen hanteren. Daar kom ik op terug. Ik vind het een goede suggestie van u om daar ook een ambitie voor te stellen, waarbij ik het liefst zou streven naar 100% beweging, maar ik ben ook realistisch.

Koos Janssen - Burgemeester

De tekst "Dank u wel, dan ga ik naar Wilma Breddels." is grammaticaal correct.

Jan Bredius - NieuwDemocratischZeist

Breddels, Partij van de Arbeid. Dank

Wilma Breddels - PvdA

Dank u wel, voorzitter. Ik wil de wethouder complimenten geven voor haar eerste optreden in deze zaal, althans op deze wijze bij deze belangrijke overeenkomst. Ik heb de wethouder net horen zeggen dat zij heel graag wil meewerken aan de gesprekken waarin ouders hun kinderen kunnen opgeven bij de school van hun keuze, oftewel de vrije schoolkeuze. Echter, soms is de praktijk weerbarstiger. Er zijn namelijk scholen waar de eigen bijdrage, zo moet ik het eigenlijk zeggen, bepaald niet gelijk is. Ik begrijp heel goed dat de gemeente daar niet over gaat; dat is in handen van de schoolbesturen. Maar is daar wel aandacht voor? Dat is mijn vraag.

Angèle Welting - D66

Dank u wel, voorzitter. Ik kom op het terechte punt van de Partij van de Arbeid. Ik denk dat dit ook meegenomen gaat worden in de lokale educatieve agenda, en dit punt, wat daarin zit, hè? De vrijwillige bijdrage is, zoals al geschetst, vrijwillig. Maar we zien in de praktijk, en dat is ook wel uit de eerste inventarisatie met de scholen gekomen, dat de mate waarin erover gecommuniceerd wordt echt ook per school verschilt. Nou, ook dat is iets waar we met alle scholen afspraken over willen maken, dat je, als het ware, een van de voornemens hebt. Maar dan loop ik een beetje op de zaken vooruit, maar het is ook dat we willen kijken in hoeverre de gemeente Zeist, hè? Alle ouders met kinderen vanaf twee jaar ook kunnen informeren over, hè? "Uw kind gaat binnenkort, over twee jaar, naar school. U kunt daarvoor een inschrijving doen." En hoe zit dat eigenlijk met die ouderbijdrage, zodat je, als het ware, daarin de communicatie zowel vanuit de gemeente als vanuit de scholen echt op elkaar afstemt? Dat is wat ik er voor nu in ieder geval over kan melden, voorzitter.

Wilma Breddels - PvdA

En dank u wel. Ik ben blij dat het de aandacht heeft, want ja, gelijke kansen moeten ook echt gelijke kansen zijn. Dank u wel. Dank.

Koos Janssen - Burgemeester

Dank u, wethouder Wiltink. Dan geef ik graag het woord aan wethouder Catsburg.

Wouter Catsburg - Wethouder

Ja, we moeten de boel even pauzeren, vindt u ook niet? Voorzitter, dank aan alle partijen voor hun bijdrage in de eerste termijn. Vanuit mijn portefeuille kan ik zeggen dat ik eigenlijk heel erg blij ben met uw bijdragen. De heer Van Nieuwstraat kwam als eerste en noemde een paar woorden waarvan ik dacht: "Hé, ik ben benieuwd hoe vaak die woorden vanavond terug gaan komen." Ik ben gaan turven gedurende de avond, althans gedurende uw bijdragen, en die woorden waren: klimaatadaptatie, biodiversiteit, duurzaamheid, natuur, groen, isoleren en klimaat. En u raadt het al, deze woorden zijn tientallen keren door u genoemd in uw bijdrage. Soms werden niet specifiek deze woorden gebruikt, maar als bijvoorbeeld het CDA het woord 'schepping' noemt, dan denk ik dat ze ook deze woorden wel bedoelen. Zo zie je maar dat je het woord niet hoeft te noemen, terwijl het toch bedoeld wordt. De urgentie wordt gevoeld, voorzitter, door deze raad en daar zijn we dankbaar voor als college, want het is nodig om die extra stappen te maken en dat willen wij ook de komende jaren gaan doen. Bij de voorbereiding zat ik te denken aan de zin die we afgelopen jaren regelmatig hebben uitgesproken, namelijk: "Wat je niet verbruikt, hoef je ook niet op te wekken." Een aansporing om te isoleren, maar toch ook een aansporing om wat minder grootschalig duurzaam op te hoeven wekken. En eigenlijk staan we nu op het punt om te zeggen: "Ja, die zin is eigenlijk niet af. Wat je niet verbruikt, hoef je ook niet op te wekken en hoef je dus ook niet te betalen." Dus uw zorg is ook onze zorg, de betaalbaarheid van de energie. Ik had deze week weer een overleg met mijn wijkmanager en die gaf aan: "Ja, ik hoor deze geluiden in de wijk steeds meer. Servicekosten die verdriedubbelen." Dat komt erin en dat is dan gelijk een hele flat die daarmee te maken heeft. Dus uw zorg is onze zorg. Natuurlijk is er afgelopen jaren al best wel veel gedaan. Onze woningcorporaties hebben zich enorm ingespannen en zitten op gemiddeld label B op dit moment qua woningen en ze zijn op weg, inderdaad, zoals Zeist Nu zegt, naar label A. Via Mijn Groene Huis zijn er diverse acties geweest die nog steeds lopen, zoals 'Omlaag die Meter', de LED-omruilactie. Laura Hoogstraten heeft energieboxen uitgedeeld, waardebonnen voor isolatiematerialen. Er gebeurt al heel veel. Maar er moet nog meer. En in het kader van het bestrijden van de energiearmoede volgen we op dit moment het rijksbeleid, hè? De inwoners tot 120% van het sociaal minimum hebben die €800 ontvangen en we zijn nu bezig met de uitwerking van het plan voor de zogenaamde SPUK-gelden. We krijgen €372.000 van het rijk om mensen te helpen die getroffen worden door die energiearmoede. Daar zijn we nu mee bezig met een plan en we zijn aan het kijken: waar zitten die mensen, wie zijn die mensen, waar hebben ze nou het meeste behoefte aan? En dan kun je inderdaad denken, de PvdA noemde het, hè, de energiecoaches of je ze nou energiecoaches noemt of energiebespaarmaatjes of wat we ook hebben, de energieconciërges, hè? De mensen die gewoon bij de of de conciërges die gewoon bij de mensen de isolatiematerialen aanbrengen, even het radiatorfolie achter de cv, even die tochtstrip, even die LED-lamp indraaien, dat soort dingen zou je moeten denken, het ontzorgen van inwoners. En we zijn ook met vijf omliggende gemeentes samen met de provincie bezig om te kijken of we niet één organisatie op kunnen zetten wat we dan de ESCO noemen, de Energy Service Company, om onze inwoners te ontzorgen en dat niet eenmalig, maar langdurig en op een hele gestructureerde manier. Dus op deze manier zijn we bezig, want het makkelijk maken voor onze inwoners is toch wel de clou. Zo bleek ook afgelopen zaterdag, toen we de regenpijp gingen doorzagen bij een aantal bewoners. Carolien Paasman van de Nieuwsbode vroeg aan die meneer: "Waarom nu pas?" Ja, hij zat er altijd al wel aan te denken. Maar ja, weet je, het werd me wel makkelijk gemaakt. Ik kreeg een brief, ik kreeg een QR-code, ik scande, ik kwam op de site en op de site stond: "Wat wilt u, meneer? Wilt u een sedumdak? Wilt u uw regenpijp doorzagen? Wilt u zonnepanelen? Wilt u een warmtepomp? Vink maar aan en wij nemen contact met u op." En ja hoor, een paar dagen later werd er contact opgenomen en meneer gaat inderdaad zonnepanelen aanschaffen. Meneer heeft inmiddels een sedumdak, meneer heeft inmiddels een regenpijp doorgezaagd. Hij zegt: "Ja, het werd me makkelijk gemaakt. Ik had geen enkele reden meer om een beslissing vooruit te schuiven." En dat is denk ik de manier waarop wij ook de komende jaren, ook in de nieuwe coalitie, en ik denk ook dat we u als raad daarin mee gaan, dat dat de manier is. En we hebben ook heel duidelijk gezegd, nu de komende vier jaar, we gaan het dichter bij onze inwoners brengen. We gaan ons focussen op isoleren en we gaan ons focussen op zon op dak. Dus dat was ook een vraag vanuit Zeist Nu, gaan we ons nou ergens op richten? Ja, zonne-energie gaan we ons op richten, want uiteindelijk hebben wij onze doelen gesteld en meneer Bredie vroeg: "Gaan we onze klimaatdoelstellingen bijstellen?" Nee, dat is niet onze bedoeling. We gaan gewoon door op de weg waarin we ingeslagen zijn. Alleen we gaan wat accenten verschuiven en dat betekent niet dat dit het enige is wat we doen, want al die andere dingen zijn ook nodig. Die blijven we verkennen. Op het moment dat er een bewonerscollectief is die zegt: "Joh, wij willen grootschalig zon op dak, maar we kunnen het niet kwijt aan het net, dus gemeente, kunnen jullie meedenken om een accu bij ons te plaatsen?" Dat soort initiatieven zie je nu ontstaan en daar gaan we mee bezig, want uiteindelijk zijn we er allemaal voor een duurzaam Zeist. Er zijn een paar vragen gesteld over mobiliteit. Het CDA uit dus hun zorgen over het OV in de regio, onder andere. Nou, jullie zorgen zijn ook onze zorgen en ook de zorgen van de provincie, hè? Onze gedeputeerde heeft daar duidelijk een uitspraak over gedaan. Dus er is echt wel een lobby, ook richting het rijk, om toch te zorgen dat het OV in de provincies in stand blijft, minstens in stand blijft. En daarnaast zie je toch ook goede bewegingen, mooie bewegingen dat de provincie zegt: "Joh, de oude AOW'ers in onze regio, die mogen gratis met het openbaar vervoer." Dus dat soort dingen zijn ook mooie bewegingen die je ziet. En wat betreft de uitvoering van het mobiliteitsplan, daar zijn we volop mee bezig. De gesprekken met bewonersverenigingen en anderen zijn opgestart, fietsenrekken bij het OV worden geplaatst, de 150ste laadpaal in Zeist is geplaatst. En bij groot onderhoud van wegen worden deze ingericht als 30-kilometerweg. De heer Tompot van de SP vroeg: "Worden nu overal in Zeist dan drempels geplaatst?" Nou, zo erg zal het niet worden. Ik weet van heel lang geleden dat mijn partij ooit aan de Rekenkamer heeft gevraagd: "Doe nou eens een onderzoek naar de drempels in Zeist," want toen was het echt een wildgroei van drempels. Dat is zeker niet de bedoeling, maar daar waar ze nuttig en nodig zijn en daar waar ook de inwoners zeggen: "Wij willen graag een drempel," dan kunnen wij die plaatsen, als dat inderdaad veilig is en nuttig is op dat moment. Soms worden er ook drempels gevraagd en dan zien wij de noodzaak niet zo in op dat weggedeelte en soms wil men drempels, maar dan wel drie huizen verder, hè? Dus dat zijn allemaal dingen die hierbij spelen, maar het is zeker nodig. Ook in het concept van 'duurzaam veilig' zijn plateaus en drempels een belangrijk middel om de snelheid omlaag te brengen. En ja, misschien toch wel even een waarschuwing vooraf. Het is misschien een knuppel in het hoenderhok en misschien is dat helemaal niet verstandig om dat hier te zeggen, maar als we drempels aanleggen om de snelheid terug te brengen naar 30, dan zijn dat ook echt drempels die de snelheid minstens terugbrengen naar 30 en dat je er niet met 50 overheen kunt klossen, want dat heeft ook geen enkele zin en dat is jammer van ons geld. En als wij ons rentmeester voelen, dan moeten we dat vooral niet doen. Voorzitter, dat is, denk ik, de antwoorden op de vragen. Oh, nog een vraag voordat ik hem vergeet, het is weer een hele andere orde. Dat is nog de vraag van de Wet WOZ, ook van de heer Tompot. Ja, u kijkt verbaasd, "Heb ik die vraag gesteld?" Maar dat was u inderdaad. Daar zijn we op schema in. Misschien is het goed om u daar wel een keer even over te informeren. Maar we volgen daarin het implementatieschema van de VNG en ik denk dat het goed is als we daar op korte termijn u over kunnen informeren.

Koos Janssen - Burgemeester

Dank aan wethouder Catsburg voor de interventie, ja, de heer Fluitman van het CDA.

Marcel Fluitman - CDA

Ja, dank u wel, voorzitter. Via u zou ik de heer Catsburg willen vragen om nog eens te reflecteren op de parkeernota. Mijn tweede vraag betreft het openbaar vervoer, dat is zeer breed. Naast het openbaar vervoer hebben we ook leerlingenvervoer, om maar iets te noemen. Is het mogelijk om daar een integraal stuk van te maken, om te bekijken hoe de toekomst in Zeist eruit gaat zien? Ik weet dat er veel zorgen zijn, met name in de kernen. Mensen denken: "Er wordt zoveel gesproken." De heer Schaddelee heeft inderdaad een stuk in de landelijke pers geschreven namens zijn collega's. Antwoorden daarop heb ik echter niet teruggezien, dus wat daar gaat gebeuren, weet ik niet. Dat roept alleen maar meer zorgen op. Ik denk dat het goed is dat wij in Zeist participeren en kijken hoe wij daar nu in staan.

Wouter Catsburg - Wethouder

Ja, dank u voor de vragen. Ja, wat betreft de parkeernota, daar is ook tijdens de Ronde Tafel al een antwoord op gegeven. De planning is dat deze in het voorjaar van 2023 zal komen. Dat heeft ook te maken met het feit dat u in de Raad heeft aangegeven dat het niet in de mobiliteitsvisie meegenomen wordt, maar dat we een apart document willen. Dus dat gaan we ontvlechten. Er lopen nog onderzoeken voor, dus dat is de planning op dit moment. Wat betreft het openbaar vervoer (OV), ik denk dat het goed is dat we zoveel mogelijk integraal kijken naar de hele samenhang van het openbaar vervoer. Nu is de financiering van doelgroepenvervoer natuurlijk heel anders dan de financiering van het openbaar vervoer. We moeten dus echt kijken of het zinvol is om die twee met elkaar te combineren. Ik heb zelf al een aantal keren bij de provincie aangegeven dat ze moeten zoeken naar nieuwe middelen en naar een stukje innovatie op het gebied van openbaar vervoer. Wellicht kan je deze twee heel goed met elkaar combineren, maar dan moet je ook wel durven. Ik heb zelfs, en dat is misschien een beetje voorbarig, tegen de provincie gezegd dat ik me in de Raad ook hard wil maken, als er geld nodig is voor een initiatief voor een innovatief concept. Dat wil ik inderdaad ook doen, om daar geld voor beschikbaar te stellen. Dus in die zin is de wil vanuit de gemeente Zeist er absoluut. Alleen, het zijn wel allemaal verschillende panelen die ook allemaal verschillend bekostigd worden, en dan is het toch wel een hele opgave. Maar met het deel van uw verhaal ben ik het helemaal eens: we moeten alles in kaart brengen. En wat is uiteindelijk ons bod of onze uitgangspositie richting de diverse partijen die het aanbieden?

Marcel Fluitman - CDA

Meneer de Voorzitter, ik ben het daar ook helemaal mee eens. Echter, ik zou het op prijs stellen als we vóór de begrotingsbehandeling inzicht zouden kunnen krijgen in de kosten die we verwachten te gaan maken in de komende jaren op het gebied van vervoer. Want ook het leerlingenvervoer staat natuurlijk onder druk. Ik lees in de kranten dat vervoerders hun personeel niet meer kunnen betalen of de busjes niet meer kunnen bemannen. Dit zijn zorgen die met name zowel ouderen als jongeren in Zeist hebben. Ze vragen zich af hoe het er in de toekomst uit zal zien. Ik zou het fijn vinden als wij als raad bij de begroting een keuze kunnen maken om te bepalen of we budget moeten reserveren voor de toekomst, om wellicht extra maatregelen te kunnen treffen.

Wouter Catsburg - Wethouder

Ja, ik kan het u op dit moment niet beloven, maar ik ga kijken wat we kunnen doen. We moeten ergens ruimte vinden voor de begroting. U weet wanneer we daar ongeveer mee beginnen, dus dat is wel heel ambitieus. Maar ik ga kijken of we daar zicht op kunnen krijgen. Dan moet ik ook even met mijn collega's overleggen, maar ik neem uw suggestie mee.

Marcel Fluitman - CDA

Ik zou het liever zien als een suggestie in mijn oproep.

Wouter Catsburg - Wethouder

Dan neem ik uw oproep aan, dat is ook goed.

Koos Janssen - Burgemeester

Dank de heer van Nieuwstad GroenLinks dank

Roel van Nieuwstadt - GroenLinks

Dank u wel, voorzitter. Ik ben blij te horen dat de wethouder meldt dat de corporaties flink hun best doen om de woningen in hun beheer te verduurzamen en dat ze inmiddels gemiddeld op een niveau van label B zitten. Maar we weten dat zo'n gemiddelde betekent dat er huizen zijn met label A, maar ook dat er een heleboel huizen zijn die nog op label F zitten. Vandaar ook mijn vraag of in de prestatieafspraken besproken kan worden om over het bevriezen van huren te praten, een merkwaardige term bij slecht geïsoleerde woningen, maar goed, als het label inderdaad zo slecht is.

Wouter Catsburg - Wethouder

Nou, ik zal u eerlijk gezegd niet kunnen vertellen of wij daar überhaupt wettelijk enige invloed op kunnen uitoefenen. Maar dat lijkt me wel goed, het uitgangspunt dat we in ieder geval in de prestatieafspraken aangeven dat we van gemiddeld label B naar gewoon label B gaan. En sommige huizen zullen waarschijnlijk nooit op label B kunnen komen, hè? Dus we moeten natuurlijk ook realistisch zijn. En ja, er spelen natuurlijk ook andere aspecten mee. Ze willen best wel huizen op label A opleveren, maar dan heb je ook andere vraagstukken en dat ligt ook nog wel gevoelig, als u begrijpt wat ik bedoel. Ja.

Roel van Nieuwstadt - GroenLinks

Ja, alle begrip daarvoor. Voorzitter, dank voor dit antwoord. De suggestie komt ook voort uit het feit dat er andere gemeenten zijn die dit soort gesprekken aangaan en dan ook daadwerkelijk dit voor elkaar krijgen. De omstandigheden zijn daar anders, maar ik hoor aan u dat de intentie er is om deze gesprekken te gaan voeren.

Koos Janssen - Burgemeester

Dank mevrouw van Kippersluis Zeester belang. Ja.

Hannie van Kippersluis - ZeisterBelang

Ja, dank u wel, Voorzitter. Allereerst zou ik willen vragen of de wethouder een toelichting kan geven op wat hij verstaat onder 'zon op het dak'. Er zijn dakpannen die tevens zonnepanelen zijn, en er zijn grote, rechthoekige panelen – om maar iets te noemen. Is daar variatie in? Heeft hij daar ideeën over? Ten tweede wil ik reflecteren op een opmerking over energiebesparingen. Het lijkt erop dat we de grootste slag kunnen slaan met wat we niet nodig hebben; wat je niet nodig hebt, hoef je immers ook niet op te wekken, met alle nadelige gevolgen van dien. Dus dat ondersteunt het belang waar zij van harte blij mee is, en daar zijn we heel blij mee, die opmerking. Ten derde schrok ik een beetje van de opmerking dat u bezig bent geweest met het doorzagen van regenpijpen, maar gelukkig heeft u die zorg weg kunnen nemen door toe te lichten dat dit met instemming van de eigenaar was. Dus dank hiervoor.

Koos Janssen - Burgemeester

Wethouder catsburg ja.

Wouter Catsburg - Wethouder

Ja, ik dacht dat u mij direct zou begrijpen, aangezien u natuurlijk uw regenpijpboeken langdurig hebt doorgenomen, neem ik aan.

Hannie van Kippersluis - ZeisterBelang

De zin "Aan en zo niet nog niet langs geweest" is grammaticaal incorrect en mist context om een correcte zin te vormen. Het lijkt erop dat er informatie ontbreekt die nodig is om een samenhangende zin te maken. Als we aannemen dat de bedoeling is om te zeggen dat iemand ergens nog niet langs is geweest, kan de zin als volgt worden gecorrigeerd: "Ik ben er nog niet langs geweest." Als de zin bedoeld is om een voorwaardelijke situatie uit te drukken, kan het zijn: "Als ik er nog niet langs ben geweest, zal ik dat binnenkort doen." Zonder meer context is het echter moeilijk om een grammaticaal correcte zin te vormen die de oorspronkelijke bedoeling nauwkeurig weergeeft.

Wouter Catsburg - Wethouder

Ik ben niet geweest, nee, maar misschien is het wel een idee om alle raadsleden in de raad even langs te gaan. En misschien, ja, misschien, als u vannacht wat hoort, dan weet u wat er aan de hand is. Schrik niet, dat is wethouder Catsburg die de regenpijp aan het doorzagen is. Nee, om eerlijk te zijn, ik heb die regenpijp zelf niet doorgezaagd, want ik kan nog geen rechte lijn trekken met een liniaal, zeg ik altijd. Dus ik heb dat lekker aan iemand overgelaten die daar wel verstand van heeft. Kijk, zonder het dak... Ja, met alle respect, het maakt mij eigenlijk niet zoveel uit of mensen zonnepanelen gebruiken of wat dan ook. Het is natuurlijk wel zo dat dakpannen met zonnecellen op dit moment sowieso niet te betalen zijn, dus of dat heel efficiënt is... Maar als iemand dat mooi vindt en wil doen, en het past allemaal binnen de regels, dan ben ik er niet tegen. Dus ik heb geen voorkeur in die zin. Een zonnedak is voor mij hetzelfde als zonnepanelen op het dak, en je zit natuurlijk wel met het verschil dat grootschalige zonne-energie gewoon een probleem is op dit moment met de netcongestie en de aansluiting. Maar iedere particulier met, laten we zeggen, 3 tot wat u heeft, 40 panelen op zijn max, en in zijn tuin nog een paar, die zou ik zeggen: sluit maar aan.

Hannie van Kippersluis - ZeisterBelang

Dank u wel, voorzitter. Ik heb nog wel een vraag, want ik ging ervan uit dat wij als gemeente het plaatsen van zonnepanelen proberen te stimuleren. Er hangt dus ook een subsidie aan vast voor 'zon op het dak'. Dat is natuurlijk weer afhankelijk van of je mensen over de streep kunt trekken om al dan niet zonnepanelen aan te schaffen. Vervolgens is er ook een esthetisch aspect waarbij mensen zeggen: "Ja, ik wil die grote vierkante bakbeesten niet op mijn dak hebben." Maar je zou hen wel kunnen overhalen om dakpannen met zonnecellen op hun dak te leggen. Daaruit komt mijn vraag voort.

Wouter Catsburg - Wethouder

Ja, precies. Nou, kijk of je überhaupt nog subsidie nodig hebt voor zonnepanelen. Maar de vraag is of ze rendabel zijn. Dus de vraag is of je iets wat rendabel is, moet subsidiëren. Overigens is het wel onderdeel van een onderzoek dat we doen om te kijken of je het moet subsidiëren of dat je het makkelijker moet maken. Dus dat is de vraag en dat lijkt mij belangrijk. Maar goed, dat is even uit de losse pols gezegd. We willen niet dat we een inefficiënt en duur middel gaan subsidiëren, alleen omdat men het mooier vindt. De dakpannen met zonnecellen zijn op dit moment niet efficiënt en niet betaalbaar. Ja, dan creëer je een grote onrendabele top. Dat lijkt me niet verstandig. Als gemeente moet je dat niet gaan subsidiëren.

Hannie van Kippersluis - ZeisterBelang

Dank u wel dank.

Koos Janssen - Burgemeester

Dank. Dank ook aan wethouder Catsburg, vraagt de heer Van Ginkel of hij even het deel wil voorzitten.

Dick van Ginkel - Voorzitter

De burgemeester, Koos Janssen, is verantwoordelijk voor de onderwerpen in zijn portefeuille.

Koos Janssen - Burgemeester

Bent u er nog bij? Aan het eind van de rit moet ik proberen de verbinding te maken. Er is al zoveel verbinding gemaakt dat het eigenlijk veel makkelijker is dan gedacht. Dat had ik zomaar gedacht, maar het is niet waar, natuurlijk. Weet u, als u luistert naar de algemene beschouwingen van tien politieke fracties, dan kunt u er toch niet omheen. Dan kunt u elkaar proberen te vangen op woorden, maar dat probeer ik helemaal niet. Ik denk dat, als ik goed luister en als ik u goed begrijp, ook vanuit de verantwoordelijkheid mede van B en W, het niet anders kan zijn dan dat u heeft uitgesproken dat u op de een of andere manier allemaal wilt samenbouwen aan een mooi en duurzaam Zeist. Het kan niet anders, want uw bijdrage, ook al is het een inname, de woorden van een coalitieakkoord, u heeft er raadsbreed een input aan geleverd. U haakt er allemaal op aan om daar inspiratie en verlangen in te verwoorden, om het zo toch te kneden dat u samen op weg gaat, raadsbreed naar een goede programmering en goede acties met maatschappelijke betekenis. Niet alleen voor de komende maanden, maar ook voor de jaren daarna. En ik vind dat echt bemoedigend en inspirerend om dat te kunnen ervaren, om zo te beginnen, en dan spreek ik heel erg mijn dank en waardering uit, vooruitlopend op de waardering vanuit het college. Ik wil een opmerking maken over democratie. En ja, daarin kan ik eigenlijk alle dingen vangen die vanuit de verschillende fracties over mijn portefeuille naar voren zijn gebracht. Democratische vernieuwing is een onderdeel van mijn portefeuille. En ik moet er iets over vertellen, want daarmee kan ik aangeven wat ik eronder versta, ook al weten sommigen inmiddels van mij wat ik daar namens B en W onder versta. Kijk, democratie is samenspel binnen en tussen diverse werelden. Die wereld kan de samenleving zelf zijn, dus als mensen in de buurt wonen en ze maken onenigheid met elkaar en het leidt tot niets, dan zeggen we: ja, er schort wat aan dat samenspel, er schort wat aan de democratie in die buurt. Maar het geldt ook voor democratie binnen de wereld van de Raad, binnen de wereld van B en W en tussen de Raad en B en W, en de ambtelijke organisatie en de Raad, en de ambtelijke organisatie en de samenleving. Dus dat samenspel, dat is wat democratie is. Het is een samenwerking binnen werelden en tussen verschillende werelden. En het is de kunst om dat ook in deze periode verder te vernieuwen en te ontwikkelen, want dat is nooit af. De tijdgeest verandert en de samenleving verandert. En als wij denken dat we er zo langzamerhand zijn met zo'n onderwerp als democratische vernieuwing, dan hebben we het mis, want de wereld staat niet stil en wij horen daarop vooruit te lopen, mee te bewegen of erop in te spelen. En in die zin kun je zeggen dat democratie of democratische vernieuwing meer is dan participatie. Want onder participatie verstaan we het samenspel tussen overheid en samenleving. Maar democratie is veel meer; het gaat om al die actoren in die verschillende werelden die zich met elkaar moeten verstaan. Dus het kan niet zo zijn dat de één iets beweert naar de ander en dat het dan bedoeld is van: joh, dat moet je wel verstaan en daar gelijk naar handelen, want dat noem ik geen democratisch samenspel. Dat is een soort roepdemocratie waar we in Zeist niet van houden. Dus we houden niet van een toeschouwersdemocratie en we houden niet van een roepdemocratie, maar we houden wel van een samenspel tussen die verschillende werelden. Het is meer dan participatie. Het is samenspel en samenwerken voor wat wij noemen een goed leven in Zeist, en dat is dat leven wat wij programmatisch willen vormgeven met elkaar voor de samenleving. En daar gelden vele instrumenten voor, zoals het burgeramendement dat door D66 is genoemd. Dat willen we natuurlijk met elkaar vormgeven. Het ligt natuurlijk op raadsniveau, maar vanuit B en W wil ik de toezegging doen dat we in het samenspel met de Raad het de komende maanden proberen vorm te geven. Dan moeten we het misschien ook wel een tijdje uitproberen om te kijken of dat beter kan. Het hoeft niet meteen in een eeuwigdurende vorm terecht te komen, maar laten we kijken waar het meeste draagvlak voor is, daarmee aan de slag gaan en het dan na verloop van tijd evalueren. Wat ook van belang is, en daarom begon ik met het definiëren van democratie, is van hoe verschillende functionarissen erbij staan. Ernst van Splunter van de VVD zei dat het ook best belangrijk is voor dat samenspel en het recht doen aan krachten. Als we kijken naar de buitengewoon raadsleden, kunnen we die niet nog beter recht doen of beter positioneren? Laten we daarvoor bijvoorbeeld een afspraak maken met het presidium. Als we dan toch naar een nieuwe vorm zoeken, dan zou het mooi zijn als we ook recht zouden kunnen doen aan de buitengewoon raadsleden, en ik lever daar graag mijn bijdrage aan. Je zou ook kunnen zeggen, ook weer in termen van democratie, zou het niet mooi zijn, want we hebben kinderdemocratie, we hebben jongerendemocratie, we hebben natuurlijk democratie in heel veel verschijningsvormen. Het zou mooi zijn als het verschijnsel schoolbezoek aan het gemeentehuis in het kader van democratie wat verder ontwikkeld zou kunnen worden. De scholen komen hier ook regelmatig, bijvoorbeeld volgende week houdt groep 8 hier een bijeenkomst in de raadszaal over volle halven. We participeren vanuit het bestuur ook in hebben we onderbrekers zelfs B en W er even voor om de verbinding weer te leggen. Ze komen op locatie en ze hebben het over de dingen in hun leven, hun buurt, dat zijn natuurlijk hele aantrekkelijke vormen om ook jonge generaties burgerschap en democratie mee te geven. Samen met de wethouder onderwijs zullen we echt kijken hoe we dat in de loop van de tijd nog beter kunnen organiseren dan dat we dat tot nu toe doen, dus dank voor de oproep daarvoor. Ik kom ook weer bij het thema democratie, want dat heeft toch allemaal met democratie te maken, want dat zijn de mensen in het leven en dat zijn ook vluchtelingen. Verschillenden van u hebben op het onderwerp vluchtelingenopvang gewezen. Je kunt er echt van zeggen, daar ligt voor ons in Zeist een immense opgave. U heeft daarnet de raadsinformatiebrieven daarover gekregen. Raadsbreed werken we daaraan vanuit het dagelijks bestuur, vanuit B en W, ieder met een eigen verantwoordelijkheid. Wethouder Hoogstraten met asiel en integratie, de wethouder financiën is betrokken, de wethouder onderwijs is betrokken, werkgelegenheid krijgt invulling. Dan moet u eens weten hoe druk B en W en de ambtelijke organisatie en de samenleving met dit onderwerp zijn, en dan is het best belangrijk ook om aandacht te vragen, wat D66 doet, voor de particuliere opvang. Dat vindt vooral bij de groep Oekraïners plaats. Er is net een onderzoek verschenen, ik heb het nog even meegenomen, u moet het maar eens lezen van de VNG. Daar schrik je best van, eerlijk gezegd, en ik merk dat natuurlijk ook in allerlei gesprekken die we vanuit de gemeente hebben. Gemeenten lopen tegen grenzen aan bij de opvang van Oekraïners. Het onderzoek is net verschenen, 15 juni jongstleden, staat op de site van de VNG, u moet het echt lezen. Het sluit aan bij uw denken en uw ondersteuning, ook op raadsniveau. Want ja, gemeenten doen hun uiterste best om de opvang te organiseren, maar het vinden van nieuwe opvangplekken wordt steeds lastiger. Uit die enquête blijkt dat driekwart niet genoeg personele capaciteit heeft voor de opvang in gemeenteland. Regulier werk lijdt eronder, personeel heeft werkdruk, daar komen we dadelijk even op terug. Dus het is een niet gering vraagstuk en nu, in Zeist, los van alle andere groepen die we opvangen, worden ongeveer 300 mensen opgevangen, 150 bij particulieren, 150 in gemeentelijke accommodatie. We hebben pas een avond gehad, een van u was daar ook bij betrokken, met de mensen die particuliere opvang verzorgen. Nou, dat valt niet mee. En dan reken je op anderen, op je buren, wellicht op familie en vrienden om het soms even over te nemen, maar je rekent ook op de overheid of die kan helpen en kan faciliteren. En in die zin versta ik de oproep van de heer Hafid Boutahar van D66 heel goed dat hij zegt: blijf dat koesteren, blijf daarover waken, blijf in het gesprek om het zo goed mogelijk te doen. Want perfect kan het bijna niet in deze barre tijden, maar als je maar ervaart in de praktijk dat je elkaars kameraad bent om gezamenlijk verantwoord en humaan werk te doen. Ja, daar kom ik van de vluchtelingen op van, want dat is toch wel ja, er is nationaal nu een vluchtelingencrisis sinds afgelopen vrijdag. Dat is niet mis en al dat werk, het CDA vraagt daar aandacht voor, wordt zeer gewaardeerd. De ChristenUnie-SGP doet dat ook. De werkdruk in onze ambtelijke organisatie, dan moeten we er geen drama van maken, maar zo is het ook niet bedoeld, uw inbreng helemaal niet, een drama van maken. Want we maken de werkdruk alleen maar groter, bij wijze van spreken. Maar het is wel zo, we komen uit coronatijd. Het heeft geleid bij sommige mensen tot een andere oriëntatie, die denken: ja, dus we zien dat de instroom en uitstroom van mensen groter is. We hebben elkaar twee jaar eigenlijk niet gezien, ja, alleen maar tweedimensionaal, en die driedimensionaal, dus ja, je moet elkaar weer een beetje uitvinden in de samenwerking, dus dat heeft daar ook wat gedaan. Het ziekteverzuim is hoger, ook bij andere gemeenten. De omstandigheden zijn best lastig. Het leven na coronatijd komt weer op gang. Zorg voor werkdruk, vergunningaanvragen, nou, in- en uitstroom verandert, mensen zijn nog niet echt helemaal geland na coronatijd, de vluchtelingencrisis vraagt veel, dus ja, al met al is het niet zomaar een klein ding, wat het CDA en de ChristenUnie-SGP noemen, hè? En ook bij eerdere bijeenkomsten in de ronde tafel kwam het aan de orde en ook bij een van de eerdere raadsvergaderingen, de werkdruk, houd het met elkaar acceptabel, draag niet bij aan onnodige stress. Als je ziet dat je te veel vraagt, houd je in, hè? Dat geldt voor het bestuur, wellicht is het mogelijk voor de politiek, we moeten het ook uitleggen aan de samenleving. Het signaal is helder en het leek ons een goede gedachte, en die toezegging doe ik graag, om de komende maanden, en misschien in het nieuwe jaar, in januari, gewoon in de commissie bestuur weer eens een pitch te houden of een presentatie te houden over personeel en organisatie. Dat is best lang geleden, om een chronisch te ontwikkelingen samen te brengen, gewoon in een goed informatief werkoverleg, om van de suggesties van uw kant gebruik te kunnen maken, om u ook te ervaren, want zo ervaren we dat gewoon door dat signaal wat u aangeeft, dat we allemaal aan dezelfde kant staan en dat dat dan gewoon ook nodig is dat je gewoon denkt van: hé, hoe werkt dat en? Is het nog werkbaar, is het met elkaar nog te doen? En nou, ik zou het zeer op prijs stellen als we met elkaar daarover het goede informatieve gesprek zouden kunnen houden.

Dick van Ginkel - Voorzitter

Bij Interruptie, meneer

Marcel Fluitman - CDA

Meneer Fluitman, ja, dank u wel, voorzitter. Ik denk dat het heel goed is om zo'n werkbijeenkomst te houden. Ik zou het ook plezierig vinden om te horen wat u als college aan ons als raad graag mee wilt geven om een bijdrage te leveren. Ik heb opgeroepen tot een stuk zelfreflectie vanuit de raad, en wij zijn soms heel breedsprakig. Hier staat er eentje die soms ook niet van ophouden weet. Maar hoe kunnen wij met elkaar dat gesprek met jullie als college aangaan om een bijdrage te leveren, zodat de mensen die het werk voor ons moeten verrichten dat zo goed mogelijk kunnen blijven doen? Dus ik roep ons zelf ook op om dat gesprek met u aan te gaan.

Koos Janssen - Burgemeester

Ja, dat wordt zeer gewaardeerd, hè? Maar het signaal dat u afgeeft, is het begin van erkenning van de werkdruk en van een vraagstuk dat een hulpmiddel en bemoedigend is om vooruit te komen. En ik vind het goed. Die uitnodiging nemen we zeker aan. Het moet er ook toe leiden dat het bestuur en de Raad bij zichzelf nadenken: "En wat doen wij daaraan om binnen onze eigen rol en verantwoordelijkheid het goede te doen?" Dus dank u wel voor die precisering. Dan kom ik op het laatste onderwerp. Dat is wat ik weerbaar bestuur noem, wat ook weer met democratie te maken heeft. Als we in het bestuur zitten of in de politiek, in een werkveld waarin we elkaar uitmaken voor rotte vis omdat we iemand niet mogen, omdat mensen de verkeerde taal gebruiken of een verkeerde houding en gedrag vertonen, dan worden we bang om iets te zeggen of te doen omdat we op sociale media of op andere manieren de maat genomen worden op een manier die grensoverschrijdend is. Dat is het thema. U noemde het, meneer Van Splunter, VVD-fractievoorzitter, vanuit het gebruik van sociale media, wat gewoon wel eens beklemmend en bedreigend kan zijn. Het past ook bij het thema niet alleen van weerbaar bestuur, maar ook van veiligheid en publieke taak. Nu hebben we op 25 augustus een werkbijeenkomst hier in de Raad over het onderwerp integriteit. Een onderdeel daarvan kan weerbaar bestuur zijn, maar het zou misschien nog beter zijn om na die avond van 25 augustus nog eens apart over weerbaar bestuur te spreken en ook stil te staan bij dat thema. Want weerbaar bestuur, dat is de oplossing bij onszelf zoeken. Dat is aan normstelling doen. Dat is voor elkaar gaan staan als er één in de woestijnwind staat, snap je? Dat is mensen aanspreken dat we dat loeien van die wind buiten niet aanvaardbaar vinden en dat we daar niets van willen weten. En hoe doe je dat dan? Als je die ervaring deelt en je maakt daar gedragsregels over met elkaar, en je kunt onbevangen tegen elkaar zeggen: "Joh, help me een handje," dan denk ik dat we daadwerkelijk in de praktijk kunnen bouwen aan een weerbaar bestuur. Dus dank u wel, heel expliciet, voor het agenderen van dit vraagstuk.

Dick van Ginkel - Voorzitter

De onderstaande tekst lijkt een fragment te zijn uit een gesprek of debat en mist context. Om het grammaticaal correct te maken, moeten we aannames doen over de bedoeling van de spreker. Hier is een poging: "Ben je je bewust van de ernst, meneer Van Splunter van de VVD? Ja?"

Ernst van Splunter - VVD

Ja, voorzitter, dank aan de burgemeester voor dit antwoord. Dat is eigenlijk ook waar ik op gehoopt had, dat het niet zo zou gaan, en daarom kwam ik eigenlijk niet naar de microfoon. Maar ik wil proberen om een tweede termijn van mijn kant te voorkomen, en daarom kom ik toch even terug op het schoolbezoek waar u in een eerdere fase van uw beantwoording over gesproken heeft. Want het is inderdaad mooi, zo'n incidenteel schoolbezoek, als het gaat over Vollenhoven. Maar dat is toch niet waar ik naartoe wil. Ik wil echt toewerken naar een structureel schoolbezoek en dan ook specifiek in deze zaal aandacht besteden aan het werk dat wij hier doen, aan de rol van het bestuur, van de wethouders, van u als burgemeester en van ons als raadsleden. En natuurlijk, wat mij betreft kunnen scholieren ook buiten die structuur hier komen; wat mij betreft kunnen ze hier zelfs niet vaak genoeg komen. Maar ik zou het mooi vinden als wij iets doen wat op dit moment in Den Haag gebeurt rond het Binnenhof, en dus als het ware ook een voorlichtend programma verzorgen over het belangrijke werk van de democratie.

Dick van Ginkel - Voorzitter

Burgemeester Jansen.

Koos Janssen - Burgemeester

Ja, ik bedoelde het niet anders te zeggen dan hoe u het aangeeft, hè? Onze suggestie voor proefdemo's noemde u ook, evenals de portefeuille onderwijs. Mijn aarzeling, mijn voorzichtigheid, zit hem hierin dat wij het niet moeten verzinnen, maar moeten inspelen op een behoefte van het onderwijs zelf. En daar zit juist mijn aarzeling: dat we kritisch kijken of wat we nu voor een aantal scholen doen verder te ontwikkelen is en of dat aansluit bij de behoefte van de scholen, en of we elkaar dan kunnen vinden. Op zo'n thema als burgerschap of democratie, het reilen en zeilen van de gemeente of van een bestuur. Dus mijn voorzichtigheid zit niet in het enthousiasme voor het onderwerp, maar in het feit dat ik denk: ja, de scholen zelf en hun geledingen hebben ook een stem. Sluit dat aan bij wat zij voor ogen hebben? Daar zit mijn voorzichtigheid.

Ernst van Splunter - VVD

Ja, dat kan ik me wel enigszins voorstellen. Maar ik denk dat als wij als collectief, als Raad, ook zeggen dat het belangrijk genoeg is... Ja, kijk, de scholen hebben het natuurlijk altijd druk, hè? Die hebben lespakketten, ook van buiten het reguliere programma. Dus ja, dat is denk ik de neiging die bestaat bij scholen om te zeggen: "Nou, dat moeten we misschien gezien het overladen programma maar niet doen." Ik bevind me een beetje in dat krachtenveld. Maar laten we eens kijken waar we op uit kunnen komen. Ik ben in ieder geval wel blij met uw positieve insteek bij de beantwoording.

Koos Janssen - Burgemeester

Voorzitter, ik heb gezegd wat ik erover kan zeggen, dus daar laat ik het bij. Ik wil terugkomen op het punt waarmee ik begon: het samen bouwen aan dat mooie en duurzame Zeist. Ik denk dat het belangrijk is dat we dat doen. Ik vertrouw erop dat dit ook gesteund wordt door B en W en door de Raad. Ik denk dat het goed is om te beseffen dat het nooit in één dag af is. Als we ons elke dag maar bewust zijn dat het daadwerkelijk de moeite waard is om samen daaraan te blijven bouwen. Hiermee heb ik mijn bijdrage afgerond. Dank u wel.

Dick van Ginkel - Voorzitter

Zijn er nog andere vragen voor Koos Jansen, de burgemeester? Zo niet, dan geef ik het woord weer terug aan de burgemeester. Is het niet zo?

Koos Janssen - Burgemeester

De eerste termijn van de zijde van B en W is gehad in reactie op uw inbreng. Er zijn interventies, interrupties, aanvullingen of vragen geweest. Nu is het even de...