Nieuws in één oogopslag

Het Journaal toont kort en krachtig wat er speelt.

Journaal

Raadsinformatie

Alles kunnen vinden en niets missen. Met analyses & samenvattingen.

Maak een dossier

Verzamel informatie over een specifiek onderwerp.

Dossiers

Kies een vergadering

03-06-2025, Vergadering Vragenuur Lijst ingekomen stukken 03-06-2025
Met elkaar in debat zijn
  • Angèle Welting - D66
  • Walter van Dijk - Wethouder
  • Laura Hoogstraten - Wethouder
  • Wouter Catsburg - Wethouder
  • Jan Bredius - NieuwDemocratischZeist
Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie. Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven. Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.

Opening vragenuur door de voorzitter


Vincent van Voorden - Voorzitter

Dames en heren, van harte welkom bij het vragenuurtje ingekomen stukken. College, van harte welkom. Raadsleden, welkom. We hebben vanavond een volle agenda, dat wil zeggen dat ik 37 vragen heb geteld, dus ik doe een beroep op u beiden. Zowel de raadsleden die nog een vervolgvraag kunnen stellen, maar ook op het college om het enigszins beknopt te houden. Ik wil graag beginnen met poststuk 25-091. Dat betreft het bezwaarschrift van het principebesluit herontwikkeling PGGM-locatie en daar heeft de heer Bredius van Nieuw Democratisch Zeist een tweetal vragen over gesteld. En volgens mij kijk ik daarvoor naar wethouder Welting voor een beantwoording.

Angèle Welting - D66

Ja, dat klopt voorzitter, het is inderdaad zo dat de Raad hier een bevoegdheid in heeft, want de Raad neemt als orgaan dat het principebesluit heeft genomen, dus ook de beslissing op het bezwaar. Onze inschatting is dat dit voor de laatste Raadsvergadering van de zomer komt. Het is nog niet helemaal in beton gegoten, maar daar streven we wel naar. En kan het college de toezegging herhalen? Ja, want.

Vincent van Voorden - Voorzitter

Dank u wel, dat een vervolgvraag op de heer Bredius of zegt u gezien de tijd hoeft dat niet? Kijk, dank u wel, gaan we door naar poststuk 25.095. Dat betreft de aangenomen motie bevriezing uitgaven gemeentelijke schappelijke regelingen. Excuus, ook een vraag van de heer Bredius namens Nieuw Democratisch Sist en daarvoor kijk ik naar wethouder Van Dijk.

Walter van Dijk - Wethouder

Ja dank u, voorzitter. Dit is een tijd geleden begonnen. Toen hebben alle gemeenten in onze provincie gezamenlijk het initiatief genomen. Vooral vanuit de wethouders Financiën geïnitieerd om ook naar gemeentelijke gemeenschappelijke regelingen te kijken waar het gaat om wat toen nog het beruchte ravijnjaar 2026 leek te gaan worden, hè? Ongeveer 40% van onze begrotingen wordt besteed binnen gemeenschappelijke regelingen, dus op het moment dat je dan moet bezuinigen als gemeente, dan ligt het ook in de reden om ook naar gemeenschappelijke regelingen te kijken. Daarbij is aangegeven, dan moeten we wel zorgen dat alle GR in dezelfde mate met ordegrootte dezelfde vraag geconfronteerd worden en er is aangegeven dat het vooral geen kaasschaaf zou moeten zijn, dus het percentage was zo'n 4%. Maar de vraag is natuurlijk neergelegd. Kijk dan in de kadernota voor 2026 als GR of je op basis van inhoudelijke voorstellen die er dan voorgelegd aan het algemeen bestuur en daar zitten dan de wethouders weer in van de verschillende gemeenten een voorstel kunt doen en langs die weg dan tot die 4% komen en doet een GR daar niks op. Dan heb je alsnog een stok achter de deur en kun je alsnog een stelling opleggen. Nou, dat was de insteek. Vervolgens hebben we gezien dat heel veel gemeenten of sorry heel veel GR dat hebben opgepakt bij ons, bijvoorbeeld de RDWI, maar ook de BGU met inhoudelijke voorstellen zijn gekomen. Die zijn overgenomen of er zijn andere voorstellen gekomen, maar er zijn ook een aantal GR'en die hebben dat niet of nog niet gedaan, dus het zal wat dwingender moeten richting de kadernota van 27. Maar het is een initiatief waar ook Zeist volledig achter staat. Wij blijven echter wel vinden dat je dit langs inhoudelijke lijn moet doen, dus geen taakstellingen die gemeenschappelijke regelingen zijn in feite verlengd bestuur. Dat zijn we gewoon zelf, dus het is ook zaak dat daar de goede besluiten worden genomen. Maar dat je zomaar roekeloos 4% kort op de bedrijfsvoering van een GR dan kan het onbedoelde effect hebben. Dat is niet de bedoeling, dus we willen echt dat er op inhoud voorstellen gedaan worden aan de algemene besturen waar dat in 26 niet is gebeurd, gaan we dat in 27 opnieuw weer vragen en daar zitten we bovenop, dus ik hoop dat een beetje een beeld geeft van hoe we hier ook in Zeist mee omgaan.

Vincent van Voorden - Voorzitter

Dank wethouder Van Dijk. Gaan we door naar het volgende poststuk. Dat is 25096 Wmo huishoudelijke hulp. Er zijn vragen gesteld door de heer Visculini van Nieuw Democratisch. En voor de beantwoording gaan we naar wethouder Hoogstraten.

Laura Hoogstraten - Wethouder

Ja, de heer Vyskoline refereert aan een brief waarin een mevrouw vertelt over haar ervaring met het aanvragen van huishoudelijke ondersteuning, nadat zij haar bovenarm heeft gebroken. Hij geeft aan dat hij meer van dit soort signalen heeft en vraagt of het College bereid is te onderzoeken hoe de behandeling van aanvragen WMO-bijdragen verloopt en welke redenen er zijn voor het niet adequaat reageren op aanvragen. Het antwoord is dat het college het beeld niet herkent. Wij hebben het cliëntervaringsonderzoek WMO dat jaarlijks wordt uitgevoerd en onder andere wordt daar gevraagd naar de bekendheid en de bereikbaarheid van het sociaal team. Uit dat onderzoek van 2024 blijkt onder andere dat 83% van de respondenten wist waar ze hun hulpvraag moesten stellen en dat 85% van de respondenten vindt dat ze snel werden geholpen door het sociaal team. Ook het contact met het sociaal team werd als goed beoordeeld. Naast het contact met het sociaal team, wordt in het cliëntervaringsonderzoek ook gevraagd naar bijvoorbeeld ervaringen met de geboden ondersteuning. Het grootste deel van de respondenten die WMO-ondersteuning ontvangt, krijgt bijna allemaal huishoudelijke hulp. Dat is zo'n beetje 94% en van hen is 78% het er helemaal mee eens dat ze de ondersteuning snel kregen. Het cliëntervaringsonderzoek WMO geeft dus een ander geluid dan deze vrouw als ervaring aangeeft. Het cliëntervaringsonderzoek wordt altijd bij de jaarrekening als bijlage toegevoegd. Die is ook naar de raad gestuurd. Er zit een factsheet WMO Jeugd bij, waarin we onder andere ook de gemiddelde tijdslijn van het proces van melding tot en met de inzet van ondersteuning hebben aangegeven. Als je dan kijkt naar die tijdlijn zoals mevrouw het beschrijft, komt dat overeen met een gemiddelde aanvraag en zelfs nog wel redelijk snel. Neemt niet weg dat we natuurlijk wel hebben gekeken naar deze melding en hebben gekeken wat er daar precies speelde om te kijken of er niet een omissie is en of we daar iets van kunnen leren. Het is ook goed om te weten dat de wachttijden bij de huishoudelijke ondersteuningsaanbieders langer zijn in verband met personeelsgebrek. Er wordt gewerkt met een beschikbaarheidswijzer, dus er wordt gekeken naar de vraag en dan wordt bij alle huishoudelijke hulpen gekeken wie er plaats heeft om zo de beschikbare capaciteit goed overzichtelijk te hebben en via de backoffice de verdeling van de cliënten over die aanbieders goed te coördineren. Kortom, daarmee willen we aangeven dat we er inderdaad naar kijken. Altijd individuele casussen die ons bereiken, nagaan en kijken wat we alsnog kunnen oplossen. Maar het beeld dat het altijd slecht gaat, wordt niet gedeeld. We evalueren jaarlijks en kijken of het beter kan. Wil het college dan nagaan of de inventarisatie van die redenen hoe dat nodig gedaan kan worden? Nou, dat heb ik, geloof ik, ook wel beantwoord. Het is ook goed om te weten dat we via het dashboard van het sociaal team de doorlooptijden van aanvragen monitoren en zeker als het nodig is, maatregelen nemen om die te verkorten. Via de factsheet WMO en Jeugd die we jaarlijks naar de Raad sturen, wordt de Raad ook geïnformeerd over die doorlooptijden en de ervaringen van de inwoners.

Vincent van Voorden - Voorzitter

Uitgebreid antwoord? Ja, dat klopt. De heer Visser, heeft u nog een vervolgvraag? Ja, wethouder.

Carlo Fiscalini - Voorzitter

Ja, wethouder, dank voor dit uitgebreide antwoord en uiteraard de stukken die u noemt. Daar heb ik naar gekeken. Maar ja, ik stel me op het standpunt dat hulp, als die gevraagd wordt, op de eerste plaats gekeken moet worden of die nodig is, en op de tweede plaats dat die dan zo snel mogelijk geleverd moet worden in alle gevallen. En als u zegt dat 80% van de respondenten zegt tevreden te zijn, betekent dat dat er 20% dus kennelijk niet is. En dan is het net de vraag bij die 20% hoe ernstig de gevolgen daarvan zijn, enzovoort, enzovoort, en dat komt dus niet in beeld via dashboard en dergelijke.

Vincent van Voorden - Voorzitter

Maar goed, het zij zo. Dank, dat was geen voorvraag. Gaan we door naar de volgende vraag, ook van de hand van de heer Vyskolini van Nieuw Democratisch Zeist, en dat betreft poststuk 25097, de aangenomen motie, eerlijke financiële compensatie en proportioneel beleid voor de gemeentelijke taken. En daarvoor ga ik naar wethouder Welting.

Angèle Welting - D66

Ja dank u wel, voorzitter, ja, wij zitten niet in dezelfde situatie als Achtkarspelen. Ik ben altijd. Ik moest altijd even denken hoe ik deze gemeentenaam uitspreek. Want zoals u kunt zien in de jaarverantwoording voor de kinderopvang 2024 hebben wij juist meer inspecties uitgevoerd onder de voorzieningen voor gastouders dan sinds 1 januari 2023 wettelijk verplicht is. Dus wij delen wel het standpunt hoor dat gemeentes eerlijk gecompenseerd moeten worden voor de taken die ze uitvoeren, maar zijn niet van mening dat het hier nodig is om daar iets over actie te ondernemen en hebben we wellicht goed advies voor het college. Nou, volgens mij kunnen ze dat in Achtkarspelen, West-Friesland, prima zelf, dus de focus van ons college ligt primair nu bij Zeist. Maar nou, wellicht als ik de collega's binnenkort spreek op een VNG-congres of elders, zullen we eens een keer van gedachten wisselen. Lijkt

Vincent van Voorden - Voorzitter

Ik zie instemmend geknikt. Dank, dan gaan we door naar PR 25098 en daarmee zou ik graag willen voorstellen dat wij dat combineren met PR 2504. Dat gaat namelijk allebei over het openbaar vervoer en heeft allebei ook betrekking op aansluitingen, want er zijn vragen gesteld door de heer Visculin van Democratisch Zeist, door Tijmen Visser van Zeist.nu en op het andere stuk zijn ook door Tijmen Visser vragen gesteld en door Marco Huibben van de VVD. Dus ik zou eigenlijk de wethouder Casper willen verzoeken om die in één keer te beantwoorden.

Wouter Catsburg - Wethouder

Ja dank u wel, voorzitter. Ja, het zijn in totaal 6 vragen en ik ga erop één antwoord proberen te geven. Efficiënt? Nou, ik weet het niet. Het ligt eraan hoe groot dat ene antwoord is. Nee, de bereikbaarheid in kleine kernen is een landelijk probleem. Uit onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving van september 2024 blijkt, en dan citeer ik: "Veel bestemmingen zijn zonder auto steeds moeilijker bereikbaar geworden en dat geldt zowel voor het landelijk gebied, stadsranden als buitenwijken." En Zeist treft dat uiteraard, maar ook andere delen van Zeist. Vanaf 2012, even een stukje geschiedenis, is vanwege vooral financiële middelen het openbaar vervoer sterk versoberd. Nou, dat zag je ook in Austerlitz, dat vanaf 2012 de frequentie in Austerlitz afnam. Nou ja, er is meer recent natuurlijk de coronacrisis geweest en het grote tekort aan buschauffeurs, wat door de afschaling van de buslijnen heeft geleid tot in een aantal gevallen meer dan 30%. Gelukkig zien we na corona inmiddels ook weer dat het aantal chauffeurs weer redelijk is aangevuld, dat gelukkig weer in provincie Utrecht redelijk op het oude voor-coronaniveau is. Maar we zijn er nog zeker niet. Maar we zien ook in de nieuwe concessie voor 2026 die is uitgegeven dat er ook voor Zeist in ieder geval meer lijnen gaan rijden, die ook in Austerlitz wordt beter bereikbaar. Ook in de avond en ook voor een aantal lijnen geïntensiveerd. Helaas geldt dat voor 2026 nog niet voor Austerlitz. Daar is natuurlijk al eerder door de raad aandacht voor gevraagd. Een motie van GroenLinks in 2018, wie kent de motie? Ja, 2019, sorry, wie kent de motie niet, de motie Abba. Ik ben benieuwd wie nog weet waar Abba voor stond. Ik denk niemand: Actieplan Beter Bereikbaar Austerlitz. Naar aanleiding van die motie hebben we destijds onderzoek laten doen. Dat hebben we samen met de vervoersmaatschappijen, de provincie en Austerlitz Zorgt gedaan. Austerlitz Rijdt, sorry, hebben we dat gedaan. Nou, uiteindelijk conclusies van dat onderzoek. In maart 2020 zijn in RIB 2062 naar u toegestuurd. En de conclusie van dat rapport was een frequentere busverbinding zoals die er nu is en die dan frequenter laten rijden, is economisch niet haalbaar. Dat zou ongeveer €33 per persoon per rit gaan kosten en de conclusie was uiteindelijk dat het inzetten van een buurtauto, wat eigenlijk al gebeurde in Austerlitz, en dat intensiveren, dat dat eigenlijk de meest optimale oplossing was. Nou, daar zijn we mee aan de slag gegaan. Austerlitz Rijdt is natuurlijk een fantastisch initiatief, maar die gaven ook al gelijk aan van ja, wij werken met vrijwilligers. Wij kunnen niet intensiveren. Dan doen we een te groot beroep op de vrijwilligers. Nou, dat is denk ik een hele terechte afweging die ze maken en wat wij toen gedaan hebben als gemeente is dat we contacten hebben gezocht met de ANWB, die in die tijd ook Automaatje heeft geïntroduceerd. Daar hebben wij ons als gemeente Zeist mee aangesloten, dus vandaar dat is in ieder geval een van de dingen die we wel hebben kunnen doen. Los van het feit dat we natuurlijk steeds bij de provincie aan het lobbyen zijn om te kijken of we Austerlitz toch beter bereikbaar kunnen maken. We zijn recent ook op bedrijfsbezoek geweest als college bij het Bedrijvenpark Zeist wat daar ligt. Ook daar kregen we de boodschap mee: ik heb behoorlijk wat mensen die niet beschikken over een auto. Ik heb moeite om personeel te krijgen op het moment dat ze hier niet met het OV kunnen komen. Dus dat zijn allemaal signalen die we hebben gekregen en waar we mee ook aan de slag zijn, ook richting de provincie. In de tussentijd hebben we ook twee nieuwe haltes aangelegd, een op de Krakelingweg en één bij de KNVB Campus, zodat er een extra bus ook die richting op rijdt. Nou, dan zien we de eerste resultaten. Zien we dat er inderdaad een verhoogd aantal reizigers zijn? Dat is nog niet spectaculair, maar we zien wel een toename in het aantal reizigers. En ja, dat is voor ons ook wel weer een aanknopingspunt om met de provincie rond de tafel te gaan. En, we hebben ook, dat is wethouder Van Dijk en ik, gedeputeerde Van Schie ook uitgenodigd om langs te komen. De heer Van Schie heeft de portefeuille economie en mobiliteit. En nou ja, die twee passen natuurlijk uitstekend bij Bedrijvenpark Zeist waar economie is gevestigd, handel is gevestigd, bedrijven maar ook een grote vraag is naar OV, dus we hopen op die manier ook bij de provincie steeds weer aan te kloppen om te zorgen dat de OV-verbinding met onder andere Austerlitz, maar het geldt natuurlijk ook voor andere kernen van Zeist, dat die wordt verbeterd. Dus dat is even hoe wij in de film zitten dat we daar eigenlijk ieder jaar proberen om de kern goed bereikbaar te houden en dat dat best wel een opgave is gezien zowel de financiële situatie als ook de situatie bij de vervoersmaatschappijen met nog altijd een tekort aan chauffeurs. De heer Visser van Zeist vroeg nog of we al een reactie hadden ontvangen van de provincie. Het proces is zodanig dat wij nu onze reactie sturen. Vervolgens neemt Gedeputeerde Staten daar een besluit over. Dat sturen ze naar Provinciale Staten ter goedkeuring van het vervoersplan en op dat moment krijgen wij ook te horen wat uiteindelijk de reactie op onze zienswijze is vanuit de provincie, dus we hebben formeel in ieder geval nog geen reactie gehad. En uiteraard proberen we bij de reguliere overleggen, zoals bij de U10, ook steeds weer dit onder de aandacht te brengen. En daar zijn wij overigens niet de enige gemeente die bereikbaarheid van OV onder de aandacht brengt. Ik denk dat we dan ongeveer de 6 vragen hebben beantwoord, voorzitter.

Vincent van Voorden - Voorzitter

Ik kijk even of het nog vervolgvragen oproept. Dat is niet het geval. Dank voor de flexibele opstelling om dat gezamenlijk te doen, gaan we door naar poststuk 25 0 9 9. Dat is de ontwikkeling Gebiedsvisie Driebergen-Zeist. Daar zijn vragen gesteld door zowel de heer Visolini als door de heer Bredius van Nieuwe Democratische Zeist. En daarvoor ga ik naar wethouder Welting.

Angèle Welting - D66

Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, ook in antwoord op de heer Bredius. De afgelopen twee jaar hebben we natuurlijk een uitgebreid proces doorlopen waarbij we heel veel partijen hebben gevraagd wat ze vinden van het gebied. En we komen eigenlijk nu op het moment van vaststellen van de gebiedsvisie. Wat denk ik belangrijk is voor deze raad om te realiseren, is dat het geen eindproduct is van de gebiedsontwikkeling, want na vaststelling van deze gebiedsvisie gaat er nog een heel proces van uitwerking en ook nader onderzoek plaatsvinden. De burgercoalitie stelt nu voor om eerst het onderzoek te doen en dan pas de gebiedsvisie vast te stellen, maar die volgorde ondersteunen wij niet, want voor nader onderzoek heb je juist ook nodig dat de richtinggevende kaders er zijn. En ook principiële keuzes gemaakt worden. Die geven input voor de onderzoeken die je vervolgens gaat doen. Dus wij vragen ook de gemeenteraden om eerst de gebiedsvisie vast te stellen en daarmee geven we ook helderheid aan alle partijen. Het is nogal een principiële keus of je gaat voor bijvoorbeeld een tweede Kerkenbos waar je heel diep het gebied in gaat of dat je nu principieel de keus maakt om een compacte kern met daaromheen recreatief groen en natuurversterking. Dus kortom, die keus ligt nu voor en daarmee willen we dus ook de helderheid geven aan alle partijen, inclusief de ondernemers en de inwoners die nu in het gebied wonen. We zijn wel heel positief over de betrokkenheid van die burgercoalitie en we gaan binnenkort samen met collega Rob Jorg, ga ik dat doen van Utrecht, het gesprek aan met een vertegenwoordiging van de burgercoalitie over de vervolgsamenwerking. Dat gaat dus wel over de samenwerking na het vaststellen van de gebiedsvisie en ten behoeve van de uitwerking daarvan. We willen eigenlijk niet vooruitlopen op de uitkomsten van dat gesprek. We weten ook nog niet of die samenwerkingsvorm vastgelegd dient te worden, omdat er natuurlijk veel meer partijen dan alleen de burgercoalitie zijn met wie wij deze nadere uitwerking en die samenwerking in het vervolg ook moeten vormgeven. Tijdens de informatiebijeenkomst op 3 juli, over volgende maand, lichten wij ook richting de gemeenteraden toe wat er nou precies voor ligt ter besluitvorming waar u nu ja op zegt en ook krijgen jullie een doorkijk rondom wat er na besluitvorming nog verder moet gebeuren. Dit ook omdat er nog best veel stukken zijn die in de zomerperiode door u gelezen moeten worden. En het leek ons raadzaam om u daar ook in mee te nemen wat er dan zoal voor ligt. Tot zover, voorzitter, ter beantwoording van de...

Vincent van Voorden - Voorzitter

Dank u. Vervolgvraag van die visclaim, gaat uw gang? Ja voorzitter, dank u wel. Ik vind het antwoord, ondanks de uitgebreidheid ervan, toch teleurstellend. Waarom niet gezocht naar de mogelijkheid die de Omgevingswet gewoon biedt? Om voordat dat stuk wat naar ons toe moet ter instemming met deze derde partij te bespreken. Volgens de Omgevingswet kan dat gewoon en het zou ertoe leiden dat het stuk wat vervolgens door de Raad bekeken moet worden, om daarmee al of niet in te stemmen, uitgebreider kan zijn en gestructureerder en meer gegrond in alle wensen en verlangens van de gehele samenleving, want daar ga ik wel vanuit. Bij deze brede coalitie op die wijze ja, grond kan vinden. Ik vind dat jammer, maar goed. Wethouder Wilding, nou...

Carlo Fiscalini - Voorzitter

Uw gang? Ja voorzitter, dank u wel. Ik vind het antwoord, ondanks de uitgebreidheid ervan, toch teleurstellend. Waarom niet gezocht naar de mogelijkheid die de Omgevingswet gewoon biedt? Om voordat dat stuk wat naar ons toe moet ter instemming met deze derde partij te bespreken. Volgens de Omgevingswet kan dat gewoon en het zou ertoe leiden dat het stuk wat vervolgens door de Raad bekeken moet worden om daarmee al of niet in te stemmen, uitgebreider kan zijn en gestructureerder en meer gegrond in alle wensen en verlangens van de gehele samenleving, want daar ga ik wel vanuit. Bij deze brede coalitie op die wijze ja, grond kan vinden. Ik vind dat jammer, maar goed.

Angèle Welting - D66

Nou, even ter afsluiting: als er het beeld is ontstaan dat er nog helemaal niet gesproken is met de burgercoalitie, moet ik dat beeld in ieder geval ontkrachten, want het is wel degelijk al gebeurd. En we gaan ook nog, voordat alle stukken naar de Raad toe gaan, binnenkort nog een gesprek hebben met de burgercoalitie. En het is aan u het oordeel om te bepalen of de burgercoalitie de gehele samenleving is of niet, of de gehele samenleving van Utrechtse Heuvelrug en Zeist. We hebben in ieder geval een uitgebreid participatieproces gehad waar heel veel verschillende partijen geraadpleegd zijn, ook reizigers en toekomstige woningzoekenden. En u zult in de stukken die u toegestuurd krijgt ook een uitgebreid participatieverslag zien waarin dat ook terugkomt, alsook een reactie op de door de burgercoalitie ingebrachte punten. Dus tot zover denk ik dat ik duidelijk ben hierover.

Vincent van Voorden - Voorzitter

Dan gaan we naar het laatste poststuk. Dat is poststuk 2508. Dat is een aanbiedingsbrief aanvulling Begrotingscirculaire 2026, vragen gesteld door de heer Bredis, Nieuwe Democratische Partij. En voor het antwoord kijk ik naar wethouder Van Dijk.

Walter van Dijk - Wethouder

Ja, de indruk lijkt te bestaan bij de heer Bredy dat het gaat om een RIB. Dat is niet zo. Dat is een brief die vanuit de provincie wordt verstuurd. De provincie is onze toezichthouder op financieel gebied. Zij sturen ieder jaar een brief en normaliter is dat redelijk voorspelbaar qua inhoud, in dit geval iets minder. Dat heeft te maken met de keuzes die het kabinet rondom de voorjaarsnota heeft gemaakt. Daardoor zijn er iets ruimere kaders meegegeven. En binnen die kaders stellen wij als college een begroting op die u in het najaar ontvangt, verder niets af aan het budgetrecht wat vanzelfsprekend bij de Raad is en blijft. Maar vervolgens heeft de provincie een rol als toezichthouder en via deze brief geven ze aan binnen welke kaders die rol van toezichthouder vervullen. Dus nogmaals geen RIB, alleen maar een jaarlijkse brief van onze toezichthouder waarin ze aangeven vanuit welke kaders naar onze begroting zullen kijken. Dank, voorzitter.

Jan Bredius - NieuwDemocratischZeist

Ja, de vraag was of het een gebruikelijke gang van zaken is omdat ik het niet herkende. Maar ik begrijp uit het antwoord van de wethouder dat het dus een mogelijkheid is dat het niet eerder is voorgekomen. Een aanvulling, maar dat dit keer kennelijk vanuit de provincie de behoefte bestond om...

Walter van Dijk - Wethouder

Daarvan echt. Nee, het proces is niet nieuw. Ze zijn toezichthouder en ze geven ieder jaar kaders mee. De kaders zelf op inhoud kunnen verschillen en met de grote keuzes die het kabinet rondom de voorjaarsnota heeft gemaakt. Het wel of niet overnemen van het rapport van Ark ten aanzien van de vergoeding voor de jeugdzorg heeft toch al wat impact voor gemeenten, ook op Zeist. Nou, dat is helaas niet helemaal overgenomen, maar wel voor laten we zeggen de helft en dat maakt dat wij in combinatie met een paar andere dingen aanvullende kaders meekrijgen. Dat is dus wel bijzonder dit jaar, dus het is iets beleidsrijker, maar als zodanig is de brief een brief die wij ieder jaar ontvangen en nu dus ook.

Vincent van Voorden - Voorzitter

Nu gaan we door naar een vraag gesteld naar aanleiding van schriftelijke vragen en dat zijn vragen gesteld door de