B Beantwoording schriftelijke vragen

Ja, we hebben daar overigens een RIB. Het nummer is 25.005 overgestuurd, vrij recent nog, en daarin ook aangegeven dat wij op dit moment bezig zijn met, of niet wij, maar dat wij een stedenbouwkundig bureau opdracht hebben gegeven om een stedenbouwkundige visie voor het gebied van de markt op te leveren. Dat bureau heeft hier in deze zaal, dat weet ik niet, een week of 6 geleden ook richting alle belanghebbenden iets over verteld waar zij aan denken. Zij zullen voor de zomer al met dat ontwerp komen. En vervolgens is dat bedoeld als basis voor de kaderstelling die wij dan in het najaar richting de Raad zullen voorstellen. Als het gaat om wie betrekken we daarbij, dan is het, ik weet niet hoe dat spreekwoord ook alweer is, Jan en alleman, nou laat ik daar niet aan beginnen, maar heel veel mensen, in ieder geval alle betrokken winkeliers, dus met name de winkeliers die direct aangrenzend zijn, bijvoorbeeld aan de Voorheuvel, zowel noord als zuid, maar ook alle omwonenden, vanzelfsprekend de gebruikers van de markt, dus denk aan de marktkooplui en ook aan evenementenorganisatoren. Dus al met al heel wat mensen die in een klankbordgroep vertegenwoordigd zijn en actief meedenken met dat bureau. Tegelijkertijd is er ook de ruimte via Omgevingsvisie om digitaal mee te denken. Dat kan iedereen doen. Daar wordt volop gebruik van gemaakt. We organiseren dus bijeenkomsten. Binnenkort is er nog een bijeenkomst, die zal ook voor de zomer plaatsvinden, weer met dat stedenbouwkundig bureau. Er is ook een vraag gekomen vanuit de Raad om éénzelfde informatieavond te organiseren. Dat zijn we ook aan het proberen. Dat gaat wat moeizaam, dat ligt aan de agenda's, zeker niet aan de bereidheid om dat te doen, dus ik heb goede moed dat dat ook voor de zomer gaat lukken en dan kan de Raad ook niet alleen via de RIB, maar ook via een bijeenkomst goed meegenomen worden en besluitvorming nogmaals is in het najaar voorzien en dat is dan kaderstellend in de zin van wat gaan we echt doen met dat gebied? En dat moet ook richting geven waar het gaat om de keuzes die we uiteindelijk, of die u uiteindelijk als Raad gaat maken ten aanzien van de toekomst van de klinker. Tot zover.

Dank. Gaan we door naar vragen naar aanleiding van raadsinformatiebrieven en we beginnen bij raadsinformatiebrief 25047 en dat is een raadsinformatiebrief over de jaarverantwoording gemeentes en de kinderopvang. Daar zijn vragen over gesteld door de heer Visculini van Uw Democratische Kieslijst en voor de beantwoording kijk ik naar wethouder Beelding.

Beelding. Ja, dank u, voorzitter. Ja, de heer Vyskalini heeft gelijk dat de huidige formulering wat verwarring kan oproepen, dus we hebben beide tekstwijzigingen aangepast, zoals voorgesteld.

Ik kan me niet voorstellen dat dat een vervolgvraag oplevert, dus dank voor deze toezegging. Dan gaan we door naar RIB 250481, de raadsinformatiebrief over MKB Toegankelijke Route. De heer Visser van de VVD heeft daar een vraag over gesteld en volgens mij kijk ik weer naar de wethouder.

Wethouder, dat klopt inderdaad. Nee, het gebrek aan toiletten is geen onderdeel van de MKB-toegankelijke route. In het najaar wordt er een aparte campagne gestart om ondernemers te stimuleren om hun toiletten openbaar te stellen voor het publiek. En die campagne doen we samen met HogeNood, hè? De zogenaamde HogeNood-app van Maag Lever Darm Stichting, Stadslab en het team Toegankelijkheid. En daarnaast zijn we momenteel wel aan het onderzoeken of het mogelijk is en zo ja, waar, om extra openbare toiletten in het centrum te plaatsen. Daarover willen we de Raad aan het eind van het jaar informeren, dus tot...

Dank, dat roept geen vervolgvraag op. Dat is fijn, dan gaan we door naar RIB 25.049. Dat is een terugkoppeling uit de bestuursstaf van april 2025. De heer Vyskolini heeft daar behoorlijk wat vragen over gesteld. Een negental zelfs, en dat gaat ook nog over verschillende bestuurstafels. Dus ik zou willen voorstellen dat ik naar het college kijk hoe we gaan verdelen en wie de beantwoording op zich gaat nemen. Maar ik denk dat we beginnen met wethouder Kaatsburg.

Ja, laat ik beginnen met het bestuurstafel Groen Landschap. Er zijn vragen gesteld over de sloopmetersystematiek of de vrijgekomen metersystematiek, zoals de heer Visklinie voorstelt. Nou, ik ga niet over de namen. Het is een initiatief vanuit de provincie om inderdaad als bij vrijgekomen agrarische gronden bebouwing dat ja, als je terugbouwt, vaak is een schuur groter dan de woning die terugkomt. Dus dan heb je sloopmeters over en om het aantrekkelijker te maken voor agrariërs om te gaan slopen, wil de provincie een systematiek ontwikkelen om inderdaad sloopmeters die overblijven, dat agrariërs die alsnog kunnen verkopen en elders in de provincie bijvoorbeeld inzetten om ja, elders op agrarisch gebied, waar dat mogelijk is, bestemmingsplan technisch om daar te gaan bouwen, hè? Dus dat is eigenlijk de maatregel, een financiële maatregel om het aantrekkelijk te maken voor agrariërs om hun schuren en dergelijke te slopen. Wij zijn gematigd positief over het voorstel, omdat wij wel zien dat het zomaar kan zijn dat de meters uit een gebied waar de grondprijs lager is dan in Zeist, dat er handige Harries zijn die de sloopmeters opkopen om vervolgens in Zeist in het buitengebied te gaan bouwen, hè? Dus we zijn er echt wel heel kritisch op. Het is heel goed dat we daarom afdeling RO ook erbij betrokken hebben, omdat eigenlijk ons bestemmingsplan wel dicht moet zitten voor dit soort gevallen. Dus gematigd positief, maar we weten nog niet of we uiteindelijk ook daadwerkelijk mee gaan doen in deze systematiek. Dat is Groen en Landschap. Dan pak ik ook Groen Groeit Mee, het Krommerijngebied. Nou, dank voor de complimenten daarvoor. U had één vraag en dat is denk ik ook een taalvraag. Ik heb hem als taalkundig even bestempeld dat u zegt: klopt het wel dat? Dan moet ik even kijken, dat schaarste van de gronden noodzakelijk is om opgaves te kunnen realiseren, zoals die me opschrijft. Klinkt dat, is dat een rare zin, maar als je de tekst leest, dan staat er: dit is nodig om de opgaves te kunnen realiseren en dat "dit" slaat terug op het vrijkomen van schaarse landbouwgronden. Nou, dat is inderdaad taalkundig, maar daar gaan we niet over discussiëren. Oké, zoals u dit interpreteert, is het niet juist.

Bestuurstafel economische positionering, volgens mij gaat de heer Van Dijk daar wat over zeggen. Nou, dan geef ik...

Ja nee dank u wel, een mooi onderwerp bedrijfslocaties. Dat is een onderwerp waar we bij iedere bestuurstafel over spreken en dat heeft te maken met het feit dat in deze provincie ruimte nogal schaars is. Dus ruimte voor bedrijventerreinen concurreert met vele andere bestemmingen. Woningbouw, natuur, et cetera. Dus het is heel erg zoeken, dus niet zo heel veel ruimte vanuit de provincie om locaties toe te voegen. Er zijn een paar locaties voorzien aan de westkant van de provincie. Met name Vianen komt er regionaal bedrijventerrein bij, maar Vianen zien wij niet echt als een alternatief voor bijvoorbeeld bedrijven die op dit moment bij Driebergen-Zeist gevestigd zijn en aan het zoeken zijn naar een alternatief, iets te ver weg. Ook in Stichtse Vecht wordt gezocht naar een locatie, maar de oostkant lukt het vooralsnog niet. Daar zijn we hierover in gesprek met een paar omliggende gemeenten om te kijken of daar een plek gevonden kan worden. In Zeist gaan we die zeker niet vinden, maar we hopen ook voor de bedrijven in Zeist iets te vinden. Dat is meer de provinciale kant. Aan de lokale kant hebben we recent een RIB over naar de Raad gaan. Een bureau, Sweco, is dat uit buurgemeente De Bilt opdracht gegeven om een visie te maken op werklocaties. Dus waar knelt het? Als we aan onze eigen ondernemers hier in Zeist vragen waar u behoefte aan heeft, ja, dan niet in het hier en nu, maar wel over 10, 15 jaar. Wat zouden we dan in Zeist moeten realiseren? En, nou ja, dat komt binnenkort naar de Raad toe en wij proberen die twee dingen, datgene wat regionaal in de provincie mogelijk is en datgene wat onze eigen ondernemers willen, in het najaar naar de Raad toe te brengen. Zodat dat ook gewoon vanuit één perspectief samengebracht wordt en dat is met name ook voor onze ondernemers van belang. Morgenmiddag is er een eerste bijeenkomst over onze eigen visie op werklocaties. Die stond vandaag ook aangekondigd in de Raadsflits Nieuwsflits. Hoe heet dat, Nieuwsflits? Omdat eerder de vraag ook kwam vanuit deze Raad of Raadsleden daarbij aanwezig zouden kunnen zijn. U bent zeer welkom. Het is morgen op het handelscentrum. Als toehoorder vanzelfsprekend, maar daar gaan we het eerste gesprek hierover voeren met onze ondernemers, dus tot zover voorzitter.

Dank, volgens mij was er nog een vraag voor u over de evaluatie en bij...

En bij 3 was het nou? Bedrijven kunnen mengen met wonen, dat wordt...

Daarmee bedoeld. Ja, met dat laatste even beginnen. Er zijn verschillende soorten bedrijventerreinen aan het uiteinde van het spectrum, bijvoorbeeld voor de Heeze en Dolder. Dat heeft een hoge milieucategorie. Dat betekent dat ook bedrijven die bijvoorbeeld circulair zijn, die zich bezighouden met recycling van metalen, en dat kunnen hele mooie, duurzame bedrijven zijn, maar die kunnen zich niet overal vestigen. Dat kan daar. Dat maakt dat daar de kans dat je tot een gemengd bedrijventerrein, dus inclusief wonen, dat dat moeilijk voorstelbaar is. Maar er zijn ook bedrijventerreinen waar het meer gaat om kantoorfuncties, waar het heel goed denkbaar is. Neem bijvoorbeeld Driebergen-Zeist, dat sluiten we helemaal niet uit dat je die twee functies, in feite zijn die twee functies daar nu ook al aanwezig, dat je die kunt combineren. Ook bij het handelscentrum. Daar hebben we op dit moment nog steeds een grote busremise, maar dat is vanuit de historie vooral gekoppeld aan dieselbussen. Naar de toekomst toe wordt het allemaal geëlektrificeerd en als dat zo is, ja, is het ook weer beter denkbaar dat je ook daar een mogelijkheid ziet ontstaan om wonen en werken te combineren. Dus naar de toekomst zullen we dat steeds vaker zien, is onze verwachting. Dat moet dan ook blijken uit dat onderzoek van Sweco waar ik het net over had, maar dat is de reden waarom dit zo genoemd wordt en nog even die evaluatie van de OMU. Dat is de organisatie van de provincie die kijkt naar hoe je bestaande bedrijventerreinen kunt revitaliseren, hoe je bijvoorbeeld ook tot beter ruimtegebruik een verdieping erbovenop bijvoorbeeld kunt komen. Allemaal zaken die zij doen om op een gegeven moment het beperkte aantal vierkante meters voor bedrijven, de ruimtes die je dan wel hebt, zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Die evaluatie is op dit moment gaande. Er is een voorlopige versie bekend. Ik twijfel even, ik dacht in oktober, weet ik wel zeker, stelt de Provinciale Staten die evaluatie vast en dat betekent dat wij verwachten dat ergens rond de zomer die evaluatie beschikbaar zou komen. Die zullen we ook delen met de Raad, dus die komt eraan, is op dit moment in ontwikkeling.

Dan gaan we naar vraag 5 en 6 van de heer Visser en dat betreft de bestuurstafel duurzame bruikbaarheid en volgens mij is dat wethouder Kansburg.

Wethouder Kansburg niet helemaal, ja, wordt het groot onderhoud A12 geëvalueerd? Ja, uiteraard wordt dat geëvalueerd, want in de zomer, de tweede helft van de zomer, vindt er opnieuw een afsluiting plaats op hetzelfde wegvak. Dus dan kunnen we de lessen die we nu geleerd hebben daarin meenemen. Overigens is onze evaluatie voor Zeist dat het beperkte invloed heeft gehad. Utrechtseweg is drukker geweest, Kromme-Rijnweg heeft af en toe vastgestaan, maar verder zijn er geen hele grote fileachtige situaties geweest. Dus voor Zeist is het wat ons betreft redelijk soepel verlopen. Dan uw tweede vraag ging over deelfietsen, het deelfietssysteem, hoe is dat tot stand gekomen? Nou, we hebben zelf natuurlijk in Zeist een pilot lopen met elektrische deelfietsen. Utrecht, stad Utrecht, maakt al veel langer gebruik van deelfietsen en zowel in Utrecht als in Zeist is het best wel succesvol. Het contract van stad Utrecht liep af en dat heeft in regionaal verband ertoe geleid dat ook Utrecht het initiatief genomen heeft om te zeggen van: nou, is het niet handig om die deelfietsen in een breder gebied dan alleen stad Utrecht in te zetten, zodat we inderdaad ook mensen de gelegenheid geven om met elektrische fietsen in Zeist op te stappen, in Utrecht af te stappen of naar Houten te fietsen of, nou ja, enzovoort, zodat er een URBAN System ontstaat waardoor je de fiets in de ene stad of dorp kan pakken en in de andere stad of dorp neer kan zetten. En nou ja, dat heeft uiteindelijk geleid tot één aanbesteding onder de vlag van de stad Utrecht, waarin dus een aantal gemeentes meedoen uit de provincie. En eigenlijk bieden wij onze inwoners een bredere mogelijkheid om gebruik te maken van elektrische deelfietsen, wat uiteindelijk hopelijk ook de druk op...