Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Ik zou de jaarstukken en de herbestemming van het resultaat van de jaarrekening aan de orde willen stellen. Ook wil ik inventariseren wie het woord wil voeren over dit onderwerp. Zijn er mensen die hierover willen spreken? Ik zal dat even inventariseren. Ik zag Jan Bredius, Wilma Breda en Jos. Is er nog feedback van anderen over de jaarrekening? Hannie van Kippersluis, Hoven Nieuwstad, Winkel. Misschien kan de heer Westerhof de mensen die weggelopen zijn terugroepen. Hij hoort me niet. Kan iemand de mensen die naar buiten zijn gegaan even naar binnen halen? We hebben geïnventariseerd wie er het woord wil voeren over de jaarrekening. De heer Jan Bredius, Hafid Boutahar, Hannie van Kippersluis, Roel van Nieuwstad en de heer Fluitman zijn aanwezig. Dank u. Ik geef het woord aan de heer Jan Bredius van Nieuw Democratisch Zeist.
Voorzitter, dank u wel. Ja, de cijfers duizelen toch wel: 12.002.000, 26, 2, 1027, 3,6 miljoen. We bevinden ons in een ravijnjaar, een rampjaar. Waar verkeren we in? Het gaat in het bijzonder om de voorspelbaarheid. Neem de Raad mee, voorzitter, want in 2021 is door de oudercommissie al een vraag gesteld rond de voorspelbaarheid. Er is dat jaar ook een aanbeveling gedaan in het rapport van de auditcommissie. Nieuw Democratisch Zeist heeft ongevraagd het college verzocht deze aanbevelingen over te nemen, voorspelbaarheid als een krachtige waarde binnen de cyclus van planning en control.
Het tweede punt gaat over de indicatoren. Dat is vorig jaar besproken. Ze zijn een hulpmiddel dat de Raad heeft om het gevoerde beleid te beoordelen, niet om ze in rook te laten opgaan aan de rafelrand van een jaarverslag. We willen de inwoners bij het jaarverslag betrekken door een dag van de verantwoording te houden. Was er dat jaar ook geen ronde tafel? Zo luidde de reactie op het jaarrekening 2021 van ons voor vorig jaar. Er is geen verantwoordingsdag gekomen, maar sinds de rechtmatigheidsbeoordeling door het college zelf in plaats van de accountant is ingevoerd, is er veel veranderd. Die ronde tafel is er wel gekomen en het hele college legt verantwoording af. Ook de indicatoren zijn prominent aanwezig. Nu nog de echte aandacht voor de voorspelbaarheid, maar daarover later meer.
Deze kleine lokale fractie uit zijn dankbaarheid voor de inzet van het college op deze drie thema's. Zoals gezegd, vraagt Nieuw Democratisch Zeist sinds vorig jaar aandacht voor beleidsindicatoren en na de begroting heeft het college er in dit jaarverslag opnieuw werk van gemaakt. Er is niet alleen aan de verplichte indicatoren aandacht besteed, maar onze medewerkers hebben prachtige modellen en grafieken gemaakt bij de thema's dienstverlening, lerende overheid en effectie. Jeugd en WMO trouwens, zonder die medewerkers, onze ambtelijke ondersteuning, kunnen wij onze raadstaken niet aan. Dus staat Nieuw Democratisch Zeist ook stil bij het uitspreken van dankbaarheid voor het modelleren van de grafieken en de tekeningen. Dank aan onze medewerkers daarvoor.
En over onze ambtelijke ondersteuning gesproken: niet zichtbaar, maar wel altijd aanwezig. We merken hun loyaliteit, trouw en bevlogenheid. Want wie anders springt er elke dag op de bres om het goede te doen voor onze inwoners? Veiligheid en personeelsbeleid leken lange tijd achter Chinese muren verborgen. Sinds kort wordt er gepitcht en het hoofd personeelszaken spreekt de Raad rechtstreeks toe over bevlogenheid en de Zeister Academie. Trouwens, wanneer mag de Raad eens aanschuiven bij een leerzaam thema uit het academieprogramma om op vlieghoogte te blijven en de landing veilig uit te voeren?
Over landing gesproken, wanneer gaat de Raad de evaluatie van de sluiting van de parkeerterreinen in onze bossen tijdens de coronatijd ontvangen? Een van de vraagtekens naar aanleiding van de lokale pandemiemaatregelen was of dat wel een realistische maatregel was. Trouwens, de accountant vindt net als wij vorig jaar ook iets van de realiteitswaarde van onze begrotingen. Zij doet de aanbeveling voor een verbetering van het voorspellend vermogen van de gemeente. Die aanbevelingen vragen, net als in 2021, om een adequate benadering, omdat anders de vraag rijst hoe serieus we het allemaal moeten nemen. Daar heeft het college op vragen van Nieuw Democratisch Zeist gezegd dat het resultaat van 18 miljoen positief aanpassing verdiende. Waar is die aanpassing, voorzitter?
Maar vooral, bij de cijfers was er aanvankelijk een verlies van 1,3 miljoen voorzien. Het resultaat is nu dik 14 miljoen in de plus. Voorzitter, laat het college ook eens goed kijken naar pagina 10 bis van het accountantsrapport en zien dat de afgelopen vier jaar het begrote verlies ongebroken is omgebogen in een aanzienlijk positief resultaat. Niet een paar ton, maar miljoenen. We gaan tijdens de algemene beschouwingen en het ravijnjaar bespreken, het rampjaar 2026. Maar 2026 blijkt een domino-ramp op te leveren, een opschuiframp naar 2027. Met de ervaring van de afgelopen vier jaar zal zo'n ramp niet ontstaan, met het gevaar dat de gemeenteraad de begroting en dus de kadernota niet meer serieus neemt. Ziet het college dat gevaar en wat doet het college aan het realistisch begroten, aan de verbetering van het voorspellend vermogen?
Ja, sinds de jaren '80 zijn rampen en typen rampen geclassificeerd in A tot en met D-rampen: onvoorspelbaar, onvoorstelbaar, onherstelbaar en zonder klaar, de vier O's genaamd. De fractie van Nieuw Democratisch Zeist heeft de drie O's van het college gelezen, maar dat heeft met de vier O's die ik net noemde niets van doen. De ramp van 2027 is weliswaar hypothetisch, maar ik kan op dit moment niet anders dan deze classificeren als onvoorstelbaar, een A-ramp, geen D-ramp. Het is gewoonweg niet voor te stellen. Kan het college de typering bevestigen? En dan is dus inderdaad een uitkering uit het, naar nu blijkt, lege rampenfonds niet opportuun. Ik stel die vraag opnieuw omdat de beide heren Van Kooten en De Bie er lang geleden in 'Draaikonten' ook al vragen over hebben gesteld.
Voorzitter, na de tweede bestuursrapportage zullen de middelen ons toestromen, of er vindt onderuitputting plaats bij de ons opgedragen taken. Kan het college op deze constatering reflecteren? Onderuitputting, dat wil zeggen, niet toekomen aan je voorgenomen taken. Daar lijkt dus in 2022 sprake van te zijn. Kan het college toezeggen dat scherp op de voorgenomen taken wordt toegezien en dat de uitvoering daarvan adequaat ter hand wordt genomen? Want op zichzelf genomen kan een positief saldo een opgewekte gemoedstoestand teweegbrengen, maar niet als je de basisvoorzieningen hebt laten liggen. De bewoners van de Laan van Beek en Royen vragen zich af wanneer hun straat, sinds het voornemen in 2019, op de schop gaat. Het is zomaar een voorbeeld.
Voorzitter, Nieuw Democratisch Zeist complimenteert het college voor de samenwerking met de fractie. De fractie heeft grote waardering voor de woorden van het college over inwonersparticipatie. Het burgerraadslid is nu in een volwassen status terechtgekomen. Het gaat niet zonder de consequente en volhardende benadering van het college. Houd dat vast. De vernieuwing van de lokale democratie is een trein die voort dendert en niet stopt. We lopen voorop als het gaat om burgerberaad. College, blijf dat doen. Er is geen weg terug. Het is een aanvulling op de vertegenwoordigende taak van de gemeenteraad, het hoogste beslissingsorgaan van de gemeente. Maar let op, daarboven staan onze inwoners. Zij hebben het voor het zeggen en dus beslissen we niet over hen, maar met hen. Laat dat nu diep geworteld in ons DNA terechtkomen. Het is een lichtpuntje in tijden van politiek geruzie. Mensen gaan altijd weer samenwerken. Indieners van de burgerinitiatieven hebben niet alleen een bijna wetenschappelijke en feitelijke benadering laten zien. Ook de Raad moet veel serieuzer kijken naar de burgerkennis. Soms laat de Raad zich kennen en voelt zich in het geweld van feiten en kennis tekortgedaan. Maar maak gebruik van burgerkennis. Een interruptie: velen weten meer dan een enkeling. Wij in bij...
Wie was dat? Ik voel me gevleid dat de vergelijking wordt gemaakt met de heer Fluitman. Ik geef toe, ik ben gisteren naar de kapper geweest en we beginnen wat meer op elkaar te lijken. Maar...
Geachte voorzitter, ik wilde de heer Bredius vragen of hij nog kruid over heeft om straks tijdens zijn algemene beschouwing met onze degens te kruisen, want ik krijg enigszins de indruk dat hij al bezig is zijn algemene beschouwing hier te houden.
Dat is een misverstand, want dit gaat nog steeds over voorspelbaarheid en cijfers. En ja, dit gaat inderdaad over 2022. En ja, ik zou zeggen, onderbreek me niet als het gaat om complimenten aan het college, omdat het ook weleens anders is geweest. Laat dat gewoon zijn weg gaan. Maar ik was gebleven bij de inwoners, die ook belangrijk zijn, omdat er niets boven een inwoner gaat. En ik wilde zeggen: maak gebruik van de burgerkennis. Velen weten meer dan een enkeling. Er komen gouden ideeën uit voort. Een nieuw democratisch Zeist, dat het college uitdraagt, gaat verder op de weg van vernieuwende democratie en spreekt dan wel over uitdagingen. Wat vindt het college van het uitdaagrecht? Dit betekent dat inwoners of maatschappelijke partijen de overheid kunnen verzoeken om de uitvoering van een taak over te nemen. Ik rond af, voorzitter. Tien jaar geleden is Nieuw Democratisch Zeist opgericht en we zijn nog lang niet klaar. We vieren onze verjaardag op zaterdag 16 september in het Torenlaan Theater in Zeist vanaf twee uur 's middags, omdat een lokale partij belangrijk is om op te komen voor lokale belangen. U bent van harte welkom. Dank u.
Meneer Bredius, hierbij presenteer ik u de nieuwe democratische visie van Zeist voor uw beschouwing van de jaarrekening 2022. Graag geef ik het woord aan Wilma Bredas van de Partij van de Arbeid.
Ik deed het niet goed, voorzitter en andere aanwezigen. Ook mij past het om in eerste instantie een dankwoord uit te spreken aan allen die betrokken zijn geweest bij de samenstelling van al deze stukken. Wat een klus! Hetzelfde dankwoord geldt voor degenen die ervoor hebben gezorgd dat alles netjes in onze bakjes terecht is gekomen, want ook dat is een berenklus. De Partij van de Arbeid heeft kennisgenomen van de jaarstukken over 2022 en van de raadsvoorstellen die daarmee samenhangen. Financieel is het een goed jaar geweest. Er was een positief saldo van 7,44 miljoen verwacht, maar uiteindelijk is het ruim 14 miljoen geworden. De Partij van de Arbeid kan zich vinden in het bestemmingsvoorstel van het college met een storting van 1,4 miljoen. Door die 2 miljoen gaat de weerstandsratio van de gemeente aan het eind van dit jaar naar 1, en de komende jaren met de verwachte stortingen naar 1,2. De Partij van de Arbeid vindt het op dit moment niet nodig om een groter bedrag aan de weerstandscapaciteit toe te voegen. Ook de Partij van de Arbeid weet dat er onzekere jaren aankomen, omdat het rijk gaat bezuinigen en de thans bestaande bekostigingssystematiek van 'trap op, trap af' gaat wijzigen. Het eerder aangewezen 'ravijnjaar' 2026, wat een beetje moeilijk uitspreekt zonder aanhalingstekens, lijkt een jaar naar achteren te zijn opgeschoven. De vanmorgen ontvangen meicirculaire laat echter weer een ander beeld zien, zodat er veel onduidelijk is. Maar de ontwikkelingen lijken vooralsnog positiever dan verwacht. Regeren is ook financieel vooruitkijken en de nodige maatregelen nemen. Zeist geldt als een stabiele en financieel voorzichtige gemeente. Dat is goed, want geld dat je niet hebt, kun je ook niet uitgeven. Je kunt echter ook te voorzichtig zijn. Er zijn ook investeringen nodig de komende jaren en de weerstandsratio is niet het enige criterium om de financiële gezondheid van de gemeente te wegen. En de vergelijking met onze omringende gemeenten is vrijwel onmogelijk, omdat zij een andere berekeningsmethode hanteren. In Zeist staan het weerstandsvermogen en de algemene reserve los van elkaar, terwijl die in de ons omringende gemeenten in elkaar opgaan. De Partij van de Arbeid wil dan ook breder kijken dan alleen naar het weerstandsvermogen en de weerstandscapaciteit. We moeten ook kijken naar wat een gemeente financieel aankan. Na de storting, zoals verwoord in het raadsvoorstel, komen we uit op een algemene reserve van € 600 per inwoner en zelfs op € 675 als we ook het weerstandsvermogen erbij betrekken. En als we dat vergelijken met onze omringende gemeenten, dan is de eerstvolgende Nieuwegein met een reserve van € 463 per inwoner. De beeldslijterij heeft slechts € 91 per inwoner. De Partij van de Arbeid is blij met de storting van vooralsnog 8,5 miljoen in het Ríos. Dat betekent dat er de komende jaren ruimte is om de nodige investeringen te doen. Zo zullen bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten niet uitgesteld kunnen worden en ook in het kader van milieumaatregelen, in de breedste zin van het woord, kunnen de maatregelen niet worden uitgesteld. Tot zover, voorzitter, dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, 2022 was toch een bijzonder jaar, en dat blijft toch een beetje onderbelicht als ik naar de vorige sprekers luister. Want 2022 was ook een jaar waarin we bijvoorbeeld nog met corona leefden. Een jaar waarvan we nu al, als je terugkijkt, bijna vergeten zijn dat we de eerste twee maanden in een lockdown zaten. En als ik dan kijk naar de jaarrekening en zie wat we binnen onze gemeente hebben gerealiseerd vorig jaar, dan denk ik dat we daar ongelooflijk trots op mogen zijn. Alle waardering ook naar alle ambtelijke medewerkers en medewerkers van de gemeenteorganisatie die dat ook mede mogelijk hebben gemaakt het afgelopen jaar.
Voorzitter, bij de rondetafelgesprekken heb ik vragen gesteld, niet zozeer alleen over de inhoud, maar vooral ook over wat zo'n jaarrekening nu uitademt, hè? Want vaak is het verleden tijd. Het is iets wat gebeurd is. En wat kunnen we nu leren van zo'n jaarrekening? En ik moet zeggen dat het antwoord dat ik daar kreeg vanuit het college, van de heer Jansen, onze burgemeester, mij wel geruststelde en eigenlijk ook het gevoel bevestigde dat ik altijd al had bij de jaarrekening binnen onze gemeente. En dat betekent dat deze jaarrekening stabiliteit uitademt. Het betekent dat wij binnen onze gemeente financieel degelijk beleid voeren met elkaar. Het betekent dat we heel voorzichtig zijn in voorspelbaarheid. Als ik de woorden mag quoten van onze burgemeester, dan denk ik dat dat allemaal elementen zijn die in deze onzekere tijd heel belangrijk zijn om bij stil te staan. Dat geeft mij heel veel vertrouwen in hoe wij hier in Zeist omgaan met onze gemeenschapsgelden. En ik blijf het natuurlijk ook aanmoedigen.
Ik zou graag een aandachtspunt willen meegeven, want dat zit hem vooral in de interne audit die ook uitgevoerd is op de jaarrekening. En dat zit hem niet zozeer in de acties die uiteindelijk verricht worden op de aanbevelingen, maar meer in dat we meer stilstaan bij wat nu de grondoorzaken van de problemen zijn. Staan we echt stil bij de rode draden? Vaak zie je dat bepaalde problemen zich herhalen, vaker terugkomen. Sommige staan er al een aantal jaar op, en dan is de vraag of we nu echt de grondoorzaak van het probleem raken, of dat we toch bezig zijn met symptoombestrijding. En ik heb die aanbevelingen ook meegegeven in de auditcommissie en ook bij de rondetafelgesprekken. En dan denk ik dat het belangrijk is dat we daar ook aandacht aan schenken, zodat we ook blijven leren en dingen beter kunnen blijven doen.
Voorzitter, ik wil eigenlijk afronden door nogmaals mijn dank uit te spreken richting alle mensen die keihard hebben gewerkt het afgelopen jaar om dit allemaal mede mogelijk te maken. Tot zover, dank.
Dank aan Frits, de fractievoorzitter van D66. Graag geef ik het woord aan Hannie van Kippersluis, zij is van groot belang. Ja, hij doet het, voorzitter.
Ik wil me graag aansluiten bij de dankzegging voor alle mensen die hard hebben gewerkt om de stukken weer boven tafel te krijgen en leefbaar te maken. Het lijkt alsof het elk jaar leesbaarder wordt, dus een groot compliment daarvoor. Bij de algemene beschouwingen zal ik verder ingaan op enkele kanttekeningen. Nu wil ik eigenlijk alleen het amendement behandelen dat wij hebben ingediend en dat we ook hebben gedeeld met de fractievoorzitters voorafgaand aan deze vergadering. Dat komt er eigenlijk op neer dat wij het resultaat van de bestemming, dus van de plus, willen aanpassen. We hebben nu, zou je bijna kunnen zeggen, een soort van bonus gekregen omdat we een behoorlijke meevaller van 40 miljoen hebben gekregen. Het blijft altijd wel lastig om daarop te acteren, omdat we van zoveel externe factoren afhankelijk zijn. Dus we hebben geprobeerd met ons amendement enige zekerheid in te bouwen, voor zover dat natuurlijk mogelijk is. Dat heeft geresulteerd in ons voorstel om het resultaat anders in te delen. Ik heb begrepen dat dit tamelijk uniek is voor deze raad. Wat wij willen, is dat er een grotere dotatie wordt gedaan aan de reserve weerstandsvermogen. Nu is dat 1,4 miljoen en dat zou dan 3,7 miljoen worden. Daarnaast zou de toevoeging aan de Rios wat ons betreft verlaagd worden van 8,4 naar 4,8 miljoen. We hebben gezegd: haal de investering in het masterplan Buitensport naar voren, die nu nog niet is opgenomen, en noteer dit jaar met de gunstige resultaten over 2022. Als laatste zou de dotatie aan de stelpost prijsstijgingen, die nu ook niet is opgenomen, afgerond 394.000 euro zijn. Daardoor verschuif je wat met gelden en wat ons betreft zou het zware accent op het weerstandsvermogen moeten liggen. Dat is nu matig te noemen, net boven de 0,8, en bij een iets lagere waarde zitten we op onvoldoende. Dat moet je gewoon niet willen. Als we nu een flinke dotatie naar voren halen, dan maken we het geheel een beetje robuuster. En dan zullen ook de onzekere factoren die ongetwijfeld op ons afkomen wellicht beter opgevangen kunnen worden. Ik ben heel benieuwd hoe mijn collega-raadsleden daartegenover staan en met name wat het college van B&W daarvan vindt. Tot zover, voorzitter, dank u.
Dank u wel, Voorzitter. Ik zal het iets korter houden dan de voorgaande sprekers. Wat ik wel wil doen, is gebruikmaken van het uitgebreide betoog van de heer Bredius en daar waar hij lovend was over de handelingen van het college, deel ik die bijdrage volledig, dank uiteraard. Dat hebben de anderen ook gezegd aan de ambtelijke staf die een steeds leesbaarder product leveren. Dank ook voor het organiseren van een uitstekende informatieve avond. Daar kan ik iedereen aanbevelen een keer naartoe te komen. Dank ook aan de wethouder en het college voor de raadsinformatiebrief. In de extra uitleg zojuist, want dat is wel fijn, want om vanmorgen diagonaal zo'n brief door te lezen en hem dan helemaal te begrijpen, dat is een flinke opgave. Blij ook met wat ik de wethouder hoor zeggen over de aanpassing van de dotatie aan het Rios en een aparte regeling voor vluchtelingen, dat is iets waar wij als GroenLinks uiteraard zeer blij over zijn. Maar ik blijf wel een beetje met in mijn hoofd zitten: het beeld van een activistische VNG. En is nu ons college ook ineens activistisch geworden? Ze zitten niet op hun handen, maar als ik mijn ogen dicht doe, dan zie ik ze aan het begin van de Utrechtse baan vastgeplakt zitten op het wegdek van de A12. En als ik dan doordenk, dan zie ik zo'n Duits waterkanon aankomen rijden. En hoe ziet het er dan uit als zij daarvan het wegdek gespoten worden? Ik hoop dat het zover niet hoeft te komen, Voorzitter, en ik vertrouw op de nuance van ons college. Als ik kijk naar de jaarstukken, dan is er één ding waar ik nog even extra aandacht aan wil besteden, Voorzitter, en dat is ook iets waar de accountant aandacht aan besteedt, want hij geeft het college een aantal tips mee als het gaat om aandacht voor milieu, klimaat en natuur. En daar zijn wij het uiteraard ook mee eens. Dan heel even kort ingaand op het voorstel van de collega van Zeist Belang, Voorzitter, die roept op om een reactie te geven op het door Zeist Belang ingediende amendement. GroenLinks zal dat amendement niet steunen en de argumenten daarvoor zijn gegeven in het verhaal van mevrouw Breddels, dus die zal ik hier niet uitgebreid herhalen. Tot zover, Voorzitter. Dank u wel.
Dank u wel, voorzitter. Ja, als het CDA naar de jaarstukken van 2022 kijkt, dan moeten wij constateren dat het een ongelooflijk mooi verantwoordingsdocument is geworden. Het is hartstikke lijvig, overzichtelijk en compleet. En er is volgens mij keihard aan gewerkt, dus ook vanuit het CDA heel veel dank aan iedereen die daar een bijdrage aan heeft gegeven. Wel vraagt het CDA zich af of een gemiddelde inwoner van Zeist dat stuk nu leest en of de gemiddelde inwoner van Zeist weet waar het over gaat. En dat achteraf misschien via een verslagje neerleggen is prachtig, maar ik zou een suggestie willen doen om te kijken of we niet een soort populaire versie kunnen maken waarin ook voor een gemiddelde Zeistenaar te lezen is waar we staan en wat er gebeurd is, in plaats van dat vanuit de pers alleen maar een kop staat dat er een miljoenentekort is in Zeist. Dan doen we onszelf onrecht aan, want volgens mij is er veel gebeurd en laten we ook zien dat we in ieder geval in 2022 heel veel mooie dingen hebben gedaan en dat jaar ook afsluiten met een positief resultaat. Ja, en dan stond erin eigenlijk een beweging van crisis naar kracht en dan staat daarbij dat het mooi is om te zien dat de verbindingskracht is toegenomen. En toen dacht ik van, oh, wacht even, heb ik een crisis gemist? Nou, die kracht, die ken ik wel. Ik hou wel van kracht. Er staat hierachter dat het gaat om een betere verbintenis tussen de regio, de gemeentes daarin en de regionale samenwerking en wat ik mis, is de verbinding naar de inwoners van Zeist. Ik denk dat dat namelijk ook een hele grote verbinding is geweest in 2022, waar we hard aan gewerkt hebben. Maar ik zou zeggen, college, houd vast, houd die kracht vast, houd die verbinding vast, want volgens mij is dat alleen maar goed om samen op te trekken en verder te komen. Aandachtspunt blijft wel dat we toch een probleem hebben met de menskracht daarbij. En als je ziet dat er een verloop is van ruim 20%, ja, dan is er ook een oproep om te kijken hoe wij als organisatie binnen de gemeente Zeist werken aan het boeien en het binden van medewerkers, zodat we ook kennis en kracht vasthouden in de ambtelijke organisatie. Afgesloten dus met een positief saldo, ondanks de grilligheid in de landelijke politiek en de ontwikkelingen in het gemeentefonds. Maar het is een mooi resultaat, maar het CDA is wel van mening dat we het resultaat heel hard nodig hebben in de aankomende jaren en dan zullen we straks op terugkomen als ik een bruggetje maak naar de resultaatbestemming, voorzitter, dan denk ik dat daar een helder voorstel ligt, maar daar valt wel wat op af te dingen. Het CDA deelt de mening van Zeister Belang en Zeist.nu werd niet genoemd, maar die staat ook op de agenda op een ander moment om te kijken van ja, wat voor een dotatie doen we nu als het gaat om het weerstandsvermogen? En als we kijken naar hoe we volgend jaar en de aankomende jaren voorstaan, dan is dat weerstandsvermogen gigantisch belangrijk. En het CDA verbaast zich dan ook dat het college zich niet houdt aan de afspraken die wij gemaakt hebben in de raad om wat er ook gebeurt, dat op het niveau van minimaal 1,2 te houden. Maar er wordt een kleinere stap gezet en dat is jammer, want het CDA is van mening dat als die ruimte er is, dat we de afspraken na moeten komen die we hebben gemaakt en gewoon op het niveau van 1,2 moeten uitkomen. Verder vindt het CDA het vraagstuk wat er staat over de top bij het Beauforthuis een lastige. We snappen dat daar al jaren over gesproken wordt dat er iets moet gebeuren. We zien ook dat daar een grote rol is weggelegd voor de provincie en nu €54.000 te labelen voor die top. Ik begrijp het, ik gun het ze ook en ik denk ook dat we er eindelijk eens werk van moeten maken, maar ik denk dat het ook belangrijk is om aan het jasje van de provincie te blijven trekken, zodat zij ook hun verantwoordelijkheid op zich nemen om daar een veilige situatie te creëren. Want het heeft niet alleen te maken met de top, maar ook gewoon met de veiligheid op de Woudenbergseweg in brede zin, dus wij zullen daar niet tegen zijn, maar we vragen wel het college om samen op te trekken met de provincie en te zorgen dat zij ook hun aandeel daarin neerleggen. Kortom, wij zullen de jaarstukken steunen. Wij complimenteren het college ook met de resultaten, maar we zijn gereserveerd ten aanzien van de bestemmingen. Wij zijn het eens met het voorstel van Zeister Belang en zij spelen nu om het weerstandsvermogen te verhogen en wij wachten de reactie van het college af als het gaat om de buitensportaccommodaties en het voorstel wat daarmee is gemoeid. Tot zover, dank u wel, voorzitter.
Dankzij de heer Fluitman, die namens het CDA spreekt, denk ik dat we nu tijd hebben voor een korte reactie van de zijde van B en W. Heb ik die al, Esther? Aan uw kant, Esther, alstublieft. Nu, dank u wel, voorzitter.
Voorzitter, meneer Zijsplit heeft eigenlijk alleen een hele korte vraag, dus vandaar dat we geen betoog over het jaarverslag zullen geven. Wij willen hierbij wel het college, de burgemeester, alle raadsleden en de ambtenaren hartelijk danken voor alle inzet die zij hebben getoond bij het samenstellen van het jaarverslag. Het is goed leesbaar. Verder sluiten wij ons aan bij onze voorgaande sprekers. Onze vraag is eigenlijk dat wij nog niet alle antwoorden op onze vragen hebben ontvangen, en daardoor is het wat lastiger om een compleet beeld te vormen van het jaarverslag 2022. Wij hopen eigenlijk dat we deze antwoorden vandaag nog kunnen krijgen. Dank u wel.
Ik dank de anderen voor hun bijdragen in de eerste termijn over de jaarrekening. Nu richt ik mij tot de wethouder van Financiën, omdat ik benieuwd ben naar zijn reactie namens het college van B en W.
Ja, dank u, voorzitter. Ik was in de veronderstelling dat de vragen beantwoord waren, maar blijkbaar zaten er nog een aantal vragen in het geheel. Daar doelt u op, oké, ik zal dat nagaan en kom er zelfstandig op terug. Ja, misschien een paar dingen, want we zouden per partij kunnen gaan, maar dat doe ik misschien niet helemaal recht aan wat er is gezegd. Dus ik zou het liever langs de inhoudelijke lijn doen. Dan gaat het in eerste instantie over voorspelbaarheid, waar met name vanuit de zetels aandacht voor is gevraagd. Maar niet alleen door hen, zeker ook door de accountant is de aandacht hiervoor gevraagd en dat is ook iets wat we herkennen. Dus dat je ziet dat de verwachte uitkomst en ook de gerealiseerde uitkomst van jaar op jaar grote verschuivingen laten zien. Dat is overigens bepaald niet uniek voor Zeist. Dat zie je eigenlijk in alle gemeenten. Vorige week is daar ook veel over gesproken. Dat neemt niet weg dat je daarvoor dan ook alleen naar de nationale overheid moet kijken, omdat daar een deel van de oplossing zit. Die zit daar dus wel en daar wordt ook aan gewerkt. Ik noemde ze net bij de inleiding al, dat trap-op-trap-af-principe waar men vanaf wil stappen en dat wil verruilen voor een model dat veel meer aansluit bij ontwikkelingen in het bruto nationaal product. Nou, dat zou dus kunnen, behalve dat punt van die zorgkosten wat ik al noemde. Dat creëert meer voorspelbaarheid en daarvoor hebben we de nationale overheid nodig om daar keuzes in te maken. Lokaal kunnen we ook dingen doen, dus ook daarvoor geldt: we gaan niet op onze handen zitten. We kijken ook wat we zelf kunnen doen om tot meer voorspelbaarheid te komen. Een voorbeeld daarvan, bij de ronde tafel ook al even genoemd, is bijvoorbeeld die ICT-egalisatie die wij voorstellen, want ICT is ook zo'n voorbeeld waar we veel geld aan uitgeven, en dat zal de komende jaren eerder meer dan minder worden. Maar dat is heel moeilijk om de precieze fasering in een begroting goed te ramen, omdat je te maken hebt met aanbestedingen die soms meer tijd kosten dan je denkt en hoopt. En vervolgens moet het allemaal nog geïmplementeerd worden. Nou, dan zie je dat dat soms over de grenzen van één jaar heen kan schuiven. Nu lossen we dat op door in een jaarrekening een overschot of een tekort te laten zien en komen gemiddeld wel uit op datgene wat we nodig hebben, maar met een egalisatiereserve kun je daar meer op sturen. Nou, dat doen we met meer onderwerpen zo, aan de inkomsten- en aan de uitgavenkant. En vooral waar grote verschuivingen zichtbaar zijn, is dat een manier om lokaal te werken aan voorspelbaarheid. Het tweede punt is het financiële beeld en aan het begin van de middag zijn daar dingen over gezegd. Maar ik hoorde ook een aantal dingen langskomen die daar wat haaks op staan, grotendeels overigens wel verklaarbaar. De 18 miljoen die ook bij de ronde tafel naar voren kwam, ik kijk nog maar weer even uw richting op, meneer Bredius, dat was een momentopname. Zoals door de accountant toegelicht, later is dat die 11,48 miljoen geworden, zeg maar die 11,5 miljoen die in het raadsvoorstel over de jaarrekening van 2022 staat. Ik heb aan het begin van de middag gezegd, daar is 2,7 miljoen aanvullend bij gekomen vanuit de vergoedingen en tegemoetkomingen die we vanuit het rijk ontvangen voor de opvang van Oekraïners en dat maakt dat we op die 14,2 zitten, dus die 18 miljoen is effectief, werkelijk 14,2 miljoen. Dat is het resultaat over 2022 en daar moeten we geen ruis en misverstand over hebben. Iets soortgelijks geldt voor het ravijnjaar. Dat is echt een woord van vorig jaar. Ik heb daar toen al van gezegd, maar waarschijnlijk wordt het niet 26, maar 27 en waarschijnlijk vlakt het ook af. Nou, dat is ook wat je nu ziet. Zoals gezegd, we zitten tussen die bandbreedte. Er zit 1 miljoen tussen van 13,2 tot 14,2 miljoen in die jaren 24 tot en met 27, dus daar is misschien wel sprake van een ravijn, maar dan is het ravijn van 4 jaar lang een tekort, zou ik zeggen, geen ravijn, want dat impliceert dat je van iets op dit niveau naar iets lager gaat en dan weer terugveert. Dat was de situatie. Dat is nu niet meer de situatie, maar nog steeds wel een probleem wat we met elkaar hebben op te lossen richting de begroting. Nou, dan wordt er gepleit, als het gaat om het financiële beeld, voor een realistische begroting, daar werken we hard aan. Ik noem maar wat voorbeelden: we komen straks met de parkeernota, sociaal en balans, waar we lijn aan toevoegen om ervoor te zorgen dat we aan de uitgavenkant en aan de inkomstenkant zoveel mogelijk bij elkaar in de buurt komen, dus sturen op dat nulresultaat en we zien nu dat dat de verkeerde kant op gaat. Daar kunnen we kijken naar Den Haag. Dat blijven we doen. Nou, meer dan kijken, actief articuleren waar wij behoefte aan hebben, waar we tegenaan lopen, maar tegelijkertijd ook gewoon lokaal acteren met kracht, zou ik bijna zeggen, richting de heer Fluitman. Betekent dat dan dat we geen onderuitputting gaan zien in 2023? Nou, dat betekent het niet. Op onderdelen zullen we dat zeker gaan zien. De raad is vrij recent ook meegenomen in de personele situatie binnen de gemeente, waar ook hier en daar naar verwezen werd. Ja, die situatie, daar hebben we mee te maken. De arbeidsmarkt waar we mee te maken hebben, dus dat zal maken dat we op onderdelen niet al onze ambities waar kunnen maken. Tegelijkertijd, en omdat het aan het begin van de middag ook al gezegd is, zijn er heel veel opgaves en transformaties die op gemeenten en zeker ook op Zeist afkomen en daar werken we hard aan. Dus wij laten niets op de grond vallen, maar waar nodig kan het wel zijn dat iets net wat langer duurt dan we zouden hopen en dat het daarmee soms over jaargrenzen heen gaat. En als dat laatste gebeurt, ja, dan is de consequentie daarvan dat je een zekere mate van onderuitputting ziet. Die verklaart voor een klein deel ook het resultaat over 2022 en dat is zeker niet de enige verklaring, want een veel grotere verklaring daarvoor is de onvoorspelbaarheid die zit in de circulaires, met name als in de septembercirculaire of zelfs in de decembercirculaire nog allerlei bedragen op de gemeente afkomen. Heb je geen financiële ruimte meer, nou, überhaupt ook geen ruimte meer, ook niet qua menskracht, om dat geld nog tijdig weg te zetten. En dus houd je dan, of heb je dan te maken met een overschot. En dat verklaart in belangrijke mate dat overschot van die 14,2 miljoen waar we in 2022 mee te maken hebben. Heel fijn om te horen van vier partijen, geloof ik, dat het werk wat wordt gestoken in de ontwikkeling van de P&C-cyclus, dat dat gezien wordt en ook dat die P&C-cyclus, dat die jaarrekening sowieso heel veel werk kost en dat we inzichtelijkheid proberen te vergroten met toegankelijke teksten en waar nodig ook met de doorontwikkeling van beleidsindicatoren. De suggestie om dat ook richting de inwoners te laten zien, dus een meer populaire versie, nou, ik denk dat we die ter harte nemen. Dat denk ik voor wat betreft de drie punten die vooral op mijn bord zouden kunnen liggen, dus dan denk ik dat ik... Ik kijk naar de voorzitter.
Ja, dank u wel, voorzitter. Ja, twee zijn twee. Ik neem aan dat er vragen zijn blijven hangen. Dat is de heer Jan Bredius over de Haverbeke die een beetje naar de bekende weg vraagt, want u bent zelf op de inloopbijeenkomst geweest. Dus u weet dat dat in de planning zit. Ik denk dat we achteraf heel erg blij zijn dat het wat vertraagd is, omdat we nu ook in staat zijn om veel meer klimaatadaptieve maatregelen te nemen op dat kleine stukje parallelweg. In die zin past het netjes in de planning en gaat het uitgevoerd worden, overigens samen met een nog oudere motie van de VVD over de oversteek van het Laantje Zonder Eind, die we tegelijkertijd zullen oppakken.
Dan de heer Fluitman van het CDA, die uw aandacht vroeg voor het Beauforthuis. Terechte aandacht. De provincie Utrecht is daar volop mee bezig. Op de projectpagina van de provincie staat het ook. Er is een onderzoek gedaan naar de knelpunten op de N224. Daar staat gedefinieerd dat, inderdaad, het Beauforthuis en de oversteek daar aangepakt gaan worden. Afgelopen 15 juni is daar een informatiebijeenkomst geweest voor de omwonenden in Austerlitz. Dus ook dat zit in het spoor en gaat de goede kant op, overigens ook samen met de bekende snelheidsverlaging op provinciale wegen, die daar ook toegevoegd zal worden.
Ik zou vanuit B&W nog twee opmerkingen willen maken. De eerste ligt in de Tweede Kamer. Dat is naar aanleiding van de opmerking over het uitdaagrecht, zoals Jan Bredius dat noemt. In de Tweede Kamer ligt een wetsvoorstel dat 'Versterking participatie op decentraal niveau' heet. Onderdeel daarvan is het uitdaagrecht. Ook is de participatieverordening een onderdeel, als vervanging van de inspraakverordening die bij ons zeer gedateerd is. Zowel vanuit het bestuur als de ambtelijke organisatie worden de ontwikkelingen in dat wetsvoorstel nauwgezet gevolgd, en zodra het mogelijk is, zullen we daar suggesties uit ontlenen om hier te blijven werken aan, zoals de heer Bredius het noemt, 'de kracht van Zeist'. Dat zullen we doen.
Het tweede punt is dat er een opmerking werd gemaakt over het personeelsbeleid, over werving binnen de organisatie. Marcel Fluitman bracht dit ter sprake, en ik zou daar vanavond graag bij de algemene beschouwingen op terugkomen. De reactie van de zijde van B&W op het thema personeel en organisatie zal ik dan graag toelichten. Ik kijk naar de raad: is de heer Fluitman aanwezig?
Ja, dank u wel, college, voor de beantwoording. Ik mis eigenlijk nog de appreciatie van het voorstel van Zeister Belang. En dat is nu juist het punt. Ik weet niet of die nu al gegeven kan worden of dat u die achter de hand houdt tot aan de raadsvergadering.
Ik weet het niet; we doen het in ieder geval niet. Alleen professionals dus. Misschien is het goed om daar vanavond op terug te komen als we een reactie geven op de algemene beschouwingen, hè? Dus dan hebben we het nu over het debat over de jaarstukken die voorliggen en geven we een eerste reactie op het amendement dat van toepassing is op het raadsvoorstel dat eind van de maand aan de orde komt, hè? Dan houden we het in beeld en dan kunnen we toch een eerste reactie, misschien een eerste gedachtewisseling daarover hebben. Is dat goed? Oké, anderen? Kan daarmee gezegd worden dat er in voldoende mate over de jaarrekening gesproken is en dat we het doorgeleiden naar de raadsvergadering, met inachtneming van die kanttekening over het amendement? Akkoord.