Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Oké, dames en heren, dan zijn we aangekomen bij agendapunt 7: het plan van aanpak voor de implementatie van de Omgevingswet. We hebben hier een amendement en een motie. Ik stel voor, zoals gebruikelijk, om eerst het amendement te bespreken. Dit amendement wordt ingediend door Carlo Fiscalini van Nieuw Democratisch Zeist. U mag hier plaatsnemen op het spreekgestoelte, maar u heeft wel even een pasje nodig, zie ik. Gaat uw gang.
Doet hij het? Ja, voorzitter, dank u wel. Ik wil een amendement met zes punten bespreken. Ik wil een van de overwegingen noemen en de overige overwegingen die hebben geleid tot de tekst zoals die is rondgedeeld, beschouw ik als bij u allen bekend. Het is de bedoeling van de Omgevingswet om te bewerkstelligen dat overheden, bedrijven, organisaties en burgers samen met elkaar in onderling overleg komen tot een gezamenlijke inrichting van de gedeelde fysieke leefomgeving en dat derhalve partijen daarbij de hoogst mogelijke participatiegraad dienen te hanteren. In dit verband wil ik iets citeren uit het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid van vorig jaar. De noodzaak om mensen meer grip te geven op hun eigen leven, waarbij terecht in dat rapport hard is uitgehaald naar de Omgevingswet die gebaseerd is op laissez-faire en het recht van de sterkste. Dat gaat volgens de Wetenschappelijke Raad allereerst over de projectontwikkelaars en ander groot geld, en daarnaast over andere partijen. De hamvraag is: hoe geeft u de gewone burger meer grip dan nu? En hoe voorkomt u bij de implementatie van de Omgevingswet dat we nog ver van dit ideaal verwijderd raken? Over dit rapport is een goed artikel geschreven door Frans Soeterbroek. Ik weet niet of u dat kent, maar daaruit citeer ik. De inbedding van de Omgevingswet moet gezien worden als een democratiseringsagenda. Want daarin gaat de grip waar de Wetenschappelijke Raad het over heeft eigenlijk over de hamvraag: wat moet je lokaal doen bij de invoering? Implementatie van de Omgevingswet, zodat democratisch burgerschap het wint van het recht van de sterkste? De Wetenschappelijke Raad ziet verschillende wegen om de grip van burgers te versterken, die ook geïllustreerd worden met voorbeelden uit het ruimtelijk domein. Ik zal u die hier niet herhalen, want dan wordt mijn toelichting te lang, maar ik beveel ze u aan. U kunt dat rapport van de Wetenschappelijke Raad trouwens teruglezen, want het is via internet makkelijk te vinden. Het borgen van bewonersbelangen, daar gaat het om. Daarvoor is het lokale omgevingsplan bijvoorbeeld, waar alle bestemmingsplannen van de gemeente in opgaan, het geëigende instrument. Daarin neem je regels en instrumenten op die de grip van bewoners op hun leefomgeving versterken, zonder expliciet participatie-instrumenten voor te schrijven. Bewoners moeten de kans krijgen de publieke ruimte zelf te ontwerpen en in te richten. In het verlengde daarvan kun je in het omgevingsplan instrumenten opnemen die strikt genomen geen participatie zijn, maar de noodzaak tot participatie impliceren. Bijvoorbeeld het opstellen van een buurtbatenovereenkomst, dat is al onderdeel van de omgevingsvisie in Amsterdam, of het maken van een bewonerseffectrapportage die al ingevoerd is in de gemeente Den Haag. Lokale bewonersinitiatieven moeten een serieuze plek krijgen in de planvorming en planuitwerking. Ook daar wordt al mee geëxperimenteerd elders in het land, dus waarom zouden we dat in Zeist niet ook kunnen en moeten doen? De invloed van bewoners op hun leefomgeving moet gewaarborgd worden. En vooral in een vroegtijdig stadium moet aan bewoners een rol gegeven worden bij het maken van maatschappelijke en stedenbouwkundige kaders voor de ruimtelijke planvorming. Gemeenten zoals Den Haag en Nijmegen hebben dat uitgewerkt in speciale procedures voor 'Samen stad maken', voorzitter, waarbij bewonersbetrokkenheid in elke fase, van ruw idee tot uitvoering, wordt geregeld.
Ja, dank u. Aan het begin van de avond meldde u dat we enigszins in tijdnood zijn gekomen. Daarom zou ik eigenlijk aan de visie willen vragen of die zich wil beperken tot het amendement dat voorligt, en de beraadslagingen over wat hij nu allemaal doet, naar een andere keer wil verschuiven. Want ik zou graag over alles willen spreken.
Ja, voorzitter. Ten eerste, datgene wat ik net heb gezegd, waren mijn laatste woorden bij deze doorlichting. En ja, over de andere opmerking van uw kant, van de kant van het CDA, wil ik geen tegenopmerking maken, voorzitter. Waar het mij om gaat, is dat - en ik hoop dat nu voldoende duidelijk te hebben gemaakt - participatie op de wijze zoals voorgesteld in het amendement meteen moet worden ingevoerd. Dank u.
Uw vraag? Ja hoor, ik kan dat vanuit hier beantwoorden. Ja, voorzitter, er ligt hier een uitgebreid plan van aanpak voor, of beter gezegd, plannen van aanpak, met daarboven een raadsvoorstel en een overkoepelend plan van aanpak waarin we ook een aantal uitgangspunten definiëren. Een van die uitgangspunten is dat wij onze inwoners goed en tijdig informeren over wat er allemaal te doen staat. Het beeld dat in het amendement wordt geschetst, alsof we dat onvoldoende zouden doen, herkennen we niet. De oproep om onze inwoners goed hierover te informeren, die omarmen we. Wij ontraden dit amendement echter om de volgende reden: kijk, in de toelichting die de heer Fiscalini net gaf, werd gesteld dat het belangrijk is om meer inwoners te betrekken bij hun leefomgeving en bij wat er staat te gebeuren rondom de Omgevingswet, de omgevingsvisie en alle plannen die hier liggen. Dat is juist ook precies de reden waarom wij gekozen hebben voor het niveau 'raadplegen'. Uit de evaluatie van de eerste conceptuele omgevingsvisie komt immers ook naar voren dat er een beperkte groep inwoners inspraak had en dat we juist die pluriformiteit van de samenleving een plek willen geven. Om dat recht te doen, hebben we juist gekozen voor 'raadplegen', omdat dat een niveau van participatie is dat zoveel mogelijk inwoners de kans geeft om mee te doen.
Misschien is het goed om te vermelden dat rondom 'raadplegen' het beeld bestaat dat dit heel eenzijdig zou zijn en dat we inwoners daarin geen terugkoppeling zouden geven. Nou, dat beeld wil ik graag corrigeren. Het is juist de bedoeling om heel breed de samenleving te consulteren en allerlei verschillende groepen bewoners de kans te geven om mee te doen, en vanuit die laagdrempeligheid juist ook recht te doen aan datgene wat de heer Fiscalini in zijn bijdrage net schetste: hoe geef je inwoners meer grip? Dat doen we door het zo breed mogelijk aan te pakken. Daarmee zeggen we ook dat het handvat participatie, waarnaar verwezen wordt in het amendement, in onze optiek juist ook toegepast wordt. Het is belangrijk dat we de bewoners hierin goed meenemen.
Dus ja, we zien geen aanleiding om in de verschillende plannen van aanpak het niveau van 'raadplegen' te wijzigen en daarmee ook het handvat participatie niet van toepassing te verklaren. Er staan nog een aantal zaken rondom het amendement zelf, de verschillende punten die genoemd worden, maar ik denk dat dit de algemene opmerking is waarom wij dit amendement als college ontraden. Tot zover dan, voorzitter. Dank u.
Ja, ik wil zeker reageren. De wethouder gaat slechts in op een onderdeel van het amendement. Het amendement heeft ook als bedoeling om het huidige handvat voor participatie zodanig uit te breiden dat het voor alle zaken waar participatie mogelijk of wenselijk is, kan gelden. Zo voorkomen we een situatie waarin meerdere protocollen of vormen van participatie een eigen leven gaan leiden. Ik wilde aangeven dat dit niet wenselijk is. De gemeente moet één omvattend participatieprotocol kennen, dat gedifferentieerd kan worden al naar gelang de dossiers waarin participatie gevraagd of gewenst wordt.
Wat betreft het niveau van raadplegen: het gaat om het vragen aan de inwoners 'Dit gaan we doen. Wat vinden jullie ervan?' Maar waar het om gaat, is dat je, zeker als je praat over het grip geven op de eigen omgeving, ook de ruimte moet bieden voor initiatieven. Als inwoners in een bepaalde buurt bijvoorbeeld zeggen 'Wij willen ruimtelijk dit en dat graag gerealiseerd zien en hierover in gesprek gaan met het college', dan is dat geen raadplegen. Dat is eigen initiatief. Maar voor dat initiatief is in de opzet zoals die nu voorligt geen ruimte.
Dat gaf u inderdaad al aan. Ik zal zo nog om een reactie van de wethouder vragen, maar ik kijk eerst even rond of er in deze termijn ook andere fracties zijn die willen reageren. Even kijken... Dat is in ieder geval de heer Julian Wassink van de ChristenUnie-SGP.
Naast het feit dat het college al enkele algemene opmerkingen heeft gemaakt over het amendement, lijkt beslispunt twee volgens mij ook gewoon onuitvoerbaar, nietwaar? Er wordt gevraagd om een utopische situatie te creëren waarin we alle belanghebbenden in de ruimste zin tijdig, actief en objectief informeren. Volgens mij is dat iets wat we niet van elkaar kunnen verwachten.
Ja, dank u wel, voorzitter. Wij zijn van mening dat het gebruik van burgerexpertise van groot belang is. Het is juist zo belangrijk om iedereen te betrekken en ook om de expertise die leeft onder de mensen uit de betreffende wijken in te zetten. Waarom zou je dat niet doen? Daarom zouden wij dit amendement zeker willen steunen. Dank u wel.
Dank u wel, Voorzitter. Ik ben, in aansluiting op de heer Van Voorden, blij dat de heer Fiscalini niet slechts één overweging heeft toegelicht. Echter, de heer Fiscalini roept op tot het toevoegen van allerlei nuances en kanttekeningen, die het proces volgens mij niet eenvoudiger maken. Deze toevoegingen, die bijna vaagheden zijn, maken het voor mij onmogelijk om te begrijpen wat we nu precies gaan besluiten. Als we dit zouden toevoegen, laat staan dat ik het morgen op straat nog aan iemand kan uitleggen. De oproep tot participatie hoor ik wel, maar volgens mij hebben we hierover goede afspraken gemaakt. We staan vooral aan de vooravond om te beginnen met de implementatie, en daarom zullen wij het burgerinitiatief niet steunen.
Ja, dank u wel, voorzitter. De SP zou dit voorstel ook willen steunen. De reden voor ons om dat te doen, is omdat het amendement, zou ik maar zeggen, op dit moment ook een oproep is om bij de totstandkoming van de diverse plannen van aanpak, waaronder ook de omgevingsvisie, het niveau van participatie niet alleen te beperken tot het raadplegen. Ik heb daar eerder over gesproken, zowel aan de ronde tafel als tijdens het debat, en ik heb ook vragen gesteld aan het college. Ik heb toen ook antwoord gekregen op de vraag waarom het college kiest voor het niveau van raadplegen, wat ook alles te maken heeft met het bereiken van zoveel mogelijk mensen, het proberen te bereiken van inwoners. Ik denk dat het belangrijk is dat we ook ruimte laten voor het adviseren en dat we dat niet bij voorbaat al uitsluiten, omdat het natuurlijk ook gaat om de expertise van een aantal inwoners en belangengroepen. En ik denk dat de omgevingsvisie en het omgevingsplan best in kwaliteit kunnen worden vergroot als je die ruimte ook biedt. Daarom denk ik dat dit voorstel wel een verbetering is ten opzichte van het huidige raadsvoorstel en daarom zullen we ook vóór stemmen. Dank u wel.
Ja, dank u, voorzitter. In de toelichting van de heer Fiscalini herkennen wij als fractie zeker diverse punten die wij belangrijk vinden, zoals het betrekken van burgers en het stimuleren van een hogere participatiegraad. Aan de andere kant heeft de wethouder goed toegelicht op welke wijze wij hier in de toekomst mee verdergaan. Het van tevoren helemaal vastleggen dat je 100% kunt behalen wat betreft het tijdig, actief en objectief informeren van inwoners is op zich een mooi streven, maar het is niet altijd volledig haalbaar. We hebben tijdens de ronde tafel ook gehoord van het college dat zij dit wel als streven hebben, en dat is ook nu hier herhaald.
Al met al, of nou ja, ook op het gebied van adviseren en raadplegen bij de omgevingsvisie, is het niet altijd mogelijk om het gewenste niveau van adviseren te halen. Het is wel een mooi streven. Tegelijkertijd is het belangrijk om ook groepen te bereiken die nu nog veel minder betrokken kunnen worden. En daar bleek bij de vorige omgevingsvisie dat dit niet altijd eenvoudig was. Al met al herkennen wij zeker een aantal punten waarvan wij denken: ja, deze zijn belangrijk. Maar het gaat niet zo ver dat we dit amendement kunnen steunen. Dank u wel.
Ja, nogmaals, voorzitter. Kijk, dat er kennis en expertise in de samenleving aanwezig is die je graag wilt benutten bij dit hele proces, lijkt me evident. En dat er gevraagd en ongevraagd de afgelopen maanden, eigenlijk al sinds het begin dat ik hier als portefeuillehouder met dit onderwerp bezig ben, adviezen vanuit de samenleving komen die we ook, daar waar dat kan, gewoon benutten. Ik denk dat dit zo blijft. Dus ik wil het beeld dat er wellicht bij een aantal raadsleden leeft, dat er geen enkele ruimte is voor partijen in de samenleving die kennis en expertise hebben om die richting het college of de gemeentelijke organisatie te brengen, wegnemen. Volgens mij is dat niet zo. Echter, ik vind het echt belangrijk, zoals de heer Van Vliet van de GroenLinks-fractie ook schetst, dat als wij ons expliciet gaan beperken tot adviseren of nog sterker tot een soort cocreatie, we daarmee ook verwachtingen bij inwoners scheppen die we niet waar kunnen maken en dat we daarmee ook een groep verengen, terwijl we juist zo breed mogelijk die pluriforme stem willen laten horen. En nogmaals, we hebben er echt voor gekozen om in dit plan van aanpak, in alle plannen van aanpak, terug te laten komen dat we juist zoveel mogelijk mensen willen bereiken en dat het niveau van raadplegen ook echt meer is dan alleen maar eenzijdig een vraag stellen. Dus, voorzitter, ik denk dat wij hiermee recht doen aan de situatie. Ik begrijp dat de heer Fiscali nog behoefte heeft om de verschillende punten langs te lopen. Nou, ik kan heel kort zeggen: het handvat participatie is toegepast en het staat ook al vermeld in het raadsvoorstel. We zijn het erover eens dat we, zoals in punt twee staat, actief, objectief en tijdig onze inwoners informeren. Ook dat staat gewoon in het raadsvoorstel, in het overkoepelende plan van aanpak. Daar hebben we zelfs een uitgangspunt van gemaakt dat het belangrijk is dat iedereen daarin meegenomen wordt. Ja, ten aanzien van punt 3, 4 en 5 zien wij geen aanleiding om de verschillende plannen van aanpak daarop aan te passen. Er wordt ook nog gesproken over het tijdelijke afwegings- en toetsingskader. Ook daarvan hebben we in het aparte plan van aanpak voor het handvat participatie gezegd dat we nu dat tijdelijke toetsingskader gebruiken, juist ook als vertrekpunt. We gaan daar ook breed met de samenleving en met verschillende partijen consultatiesessies houden om te komen tot een definitief handvat participatie voor initiatiefnemers en inwoners. Dus ja, we herkennen ons niet in de stelling dat dat toetsingskader niet als basis dient; dat nemen we juist wel. Dus in die zin wordt aan die vraag van u, punt 5, ook gewoon tegemoetgekomen. En ten aanzien van de inventarisatie van beleid om die als bijlage op te nemen en mee te laten wegen: ook daar, hè, daar is de vorige keer bij de vaststelling vorig jaar van de eerste destijds de omgevingsvisie immers ook een motie over ingediend door de VVD-fractie. En zoals u in de stukken kunt zien, zit er ook een bijlage bij waarin het bestaand beleid dus in die zin... Nou, ik heb volgens mij nu daarmee ook even tegemoetgekomen aan het punt van de heer Fiscali om alle zes punten even langs te lopen en ik hoop daarmee dat het helder is bij het ontraden van dit amendement en hebben daarmee volgens mij ook alle vragen en punten beantwoord.
Er blijft een groot verschil van mening bestaan over hoe de participatie in de komende periode vormgegeven moet en kan worden. De wethouder merkt op, voorzitter, dat er inderdaad verschillende plannen en vormen van participatie bestaan. En juist dat heb ik geprobeerd tegen te gaan door te stellen dat we een handvat voor participatie maken en dit differentiëren naar de diverse onderdelen. Maar goed, op dat punt vinden we elkaar dus niet. Ook op andere onderdelen vinden we geen overeenstemming, gezien de standpunten die uit de diverse fracties naar voren zijn gekomen. Natuurlijk moeten we tijdig en actief controleren. Het is niet onmogelijk, laat ik het zo zeggen. Als het in andere gemeenten kan, dan kan het ook in Zeist.
Ja, oké, dan gaan we dat doen. Ik heb al een aantal fracties gehoord die een soort stemverklaring hebben gegeven. Dus ik wil even alleen kijken naar de fracties die nog niets gezegd hebben of die nog behoefte daaraan hebben. Ja, het CDA.
Dank u wel, nog iets anders. Het was CDA, u zei dat u het amendement niet gaat steunen, hè? Nee, nog iets anders, nee? Dan breng ik het in stemming. Wie stemt er voor dit amendement? Laten we even kijken. We beginnen aan deze kant, hè? Dat is ZeisterBelang, Seyst.nu, Nieuw Democratisch Zeist en de SP. Dat zijn 7 stemmen. Daarmee is het amendement verworpen. Dan gaan wij naar het volgende punt.
Ik zou u willen vragen, wanneer u tot stemming overgaat, om ook even te informeren wie er tegen is. Ik bespeur namelijk bij mezelf, maar ook bij de collega's, enige onrust over deze wijze van stemmen. Dat ligt natuurlijk in uw handen, maar ik zou het op prijs stellen als u de procedure volledig zou afronden door te vragen wie voor en wie tegen is, en vervolgens de uitslag vast te stellen. Dank u wel.
Ik zie dat er meerdere keren is geknipt; dat ben ik niet gewend, dus dat merkt u. Maar het is goed dat u mij dat even meegeeft; dan zullen we dat de volgende keer aanpakken. Dank u wel. Dan gaan we over naar de motie die voorligt over, ja, nieuwe werkgroepen voor de Omgevingswet, ingediend door D66. Even kijken, wie... ja, u komt al. De heer André de la Porte, u komt al deze kant op, heel goed. Dan geef ik u nu het woord om deze motie toe te lichten.
Ja, voorzitter, betreffende de motie voor een nieuwe werkgroep Omgevingswet: we hebben al een bestaande werkgroep Omgevingswet. Met de invoering van de Omgevingswet per 1 januari dit jaar heeft deze werkgroep een groot deel van haar taak volbracht, aangezien dat het uitgangspunt van deze werkgroep was. Uit de reacties die zijn teruggekomen uit de werkgroep, maar ook uit de reacties vanuit de gemeente en de ambtenaren, is gebleken dat de werkvorm die daar is gevonden, eigenlijk een hele prettige werkvorm is. We zijn hier bezig met een hele nieuwe wet, met hele nieuwe kansen, maar ook met nieuwe zaken waar we rekening mee moeten houden. Vandaar deze motie. Het is bedoeld om een nieuwe start te maken met de werkgroep. Ik heb deze motie rondgestuurd naar de leden van de werkgroep, zoals die voorheen aanwezig waren, en ik heb een aantal reacties teruggekregen. Dat heeft er in ieder geval toe geleid dat ik aan het einde van deze motie een toevoeging heb gemaakt. Hierin wordt gesteld dat we bij de eerste bijeenkomst van de werkgroep, mocht deze motie worden aangenomen, gaan kijken wat de beste werkvorm is. Het is dus echt een werkgroep. Een aantal punten staan genoemd; er worden dus geen besluiten genomen in deze werkgroep. Het is puur een werkgroep die procedureel kijkt of we op een effectieve manier tot besluitvorming kunnen komen. Dat was het, voorzitter. Dank u wel.
Dank u wel, voorzitter. Ja, de motie is eigenlijk primair gericht aan de Raad zelf, nietwaar? Het is een oproep aan de Raad. Ik begrijp dat u ook een reflectie vanuit het college wenst. Welnu, sommige fracties willen dat niet, maar ik zal toch een reactie geven op verzoek van de voorzitter, wat mij prima lijkt. Laat ik, althans voor mezelf spreken, maar ook namens het college, zeggen dat we de afgelopen twee jaar goede ervaringen hebben opgedaan. De ondersteuning van de werkgroep is primair de verantwoordelijkheid van de griffie. Wij, als college en ambtelijke organisatie, zijn op afroep beschikbaar, waarbij het vooral gaat over de ervaringen, waarnemingen en opvattingen omtrent de werkwijze rondom de implementatie van de Omgevingswet. Ik denk dat we ons gewoon via de normale P&C-cyclus verantwoorden, dus dat gaat niet via de werkgroep. Dat blijft via de reguliere lijn. En als enige opmerking ter afsluiting, voorzitter, wil ik benadrukken dat we het belangrijk vinden dat de rollen en verantwoordelijkheden scherp blijven en dat de werkgroep daadwerkelijk ten behoeve van de Raad functioneert. Het is van belang dat iedereen zijn rol scherp blijft vervullen. Dat ter afsluiting, voorzitter. Dank u.
Dank u wel. Ja, dan vraag ik inderdaad vooral aan de Raad om te reageren, want het is inderdaad een oproep aan de Raad. Aan wie kan ik het woord geven? Ik begin maar even bij u, mevrouw Osinga, het onafhankelijke raadslid. Ja, dat klopt.
Nee, dat staat er inderdaad, dat klopt. Dank u wel, voorzitter. Ja, ik lees hier bij punt 3 dat de werkgroep bestaat uit één lid per fractie, en bij punt 4 dat de werkgroepleden zelf terugkoppelen aan hun eigen fractie. Nou, ik ben in mijn eentje en ik geloof niet dat ik dit allemaal kan bijhouden. Dus, als we hiermee akkoord gaan, vraag ik de raad om mij op de een of andere wijze mee te nemen in de terugkoppeling.
Ja, dank u, voorzitter, en dank aan de initiatiefnemer voor deze motie. Het CDA kijkt met tevredenheid terug op het voormalige werk van de groep en ziet ook veel in deze motie om dit weer nieuw leven in te blazen. Ik wilde inderdaad ook een opmerking maken over de fracties. Er zijn een aantal kleinere fracties hier aanwezig, dus ik kan begrijpen dat zij dan niet deelnemen aan deze werkgroep. Dan zou uiteraard iemand uit de werkgroep bereid zijn om hen te informeren. Dus wat ons betreft, steun voor deze motie.
Ja, dank u, voorzitter. Dank aan de heer André de la Porte voor de inbreng hiervan. Wij, als GroenLinks, zullen deze motie van harte steunen. We hebben echter een kanttekening bij een onderdeel. Onder punt 3 staat dat de werkgroep bestaat uit één lid per fractie. Gezien de Omgevingswet veel aspecten kent en het voor raadsleden die deelnemen aan de werkgroep soms een leerproces is, kan het verstandig zijn om, mede omdat sommige mensen niet bij elke bijeenkomst aanwezig kunnen zijn, ook voor de continuïteit, per fractie maximaal twee leden af te vaardigen. Nu zie ik hier staan "één lid per fractie". Als ik het zo mag interpreteren dat er bij voorkeur één lid per fractie is en maximaal twee, dan is dat prima. Anders denk ik dat het aangepast moet worden. Het lijkt mij ook dat dit past bij de organisatorische zaken onder punt 5, hoe je als werkgroep verder alles regelt. Dus mijn vraag is hoe ik dat moet lezen. Dank u wel.
Dank u wel. Ik zal straks nog even reageren op de vraag die ik aan de indiener heb gesteld, maar eerst maak ik het rondje af. De heer Wassink van de ChristenUnie-SGP.
Voorzitter, wij zijn eigenlijk best kritisch over het voorstel. Het is ook niet voor niets dat we al een aantal jaren niet meer actief zijn in deze werkgroep. Dat heeft te maken met het feit dat de werkgroep vooral procedureel van aard zou moeten zijn, wat vaak niet het geval was volgens onze mening. We hebben niet het idee dat we hier echt een verschil kunnen maken, dus vind ik het belangrijk om dat hier te benoemen. Ook wil ik de oproep om de werkgroep verder uit te breiden ter sprake brengen. Meer mensen met nog meer meningen helpen ons volgens mij niet om hier goede resultaten te behalen, dus dat wilde ik even kwijt. Ik kan me ook voorstellen dat je bij punt 3 zegt: maximaal één lid per fractie, maar wij zullen daar geen gebruik van maken. Dank u wel.
Dank u wel, voorzitter. Ik was eigenlijk niet van plan om een toevoeging te doen, maar ik sluit me graag aan bij het voorstel om maximaal één persoon per fractie toe te staan, om de groep compact te houden. Dit helpt ons om het overleg efficiënt en effectief te maken. Bovendien bied ik me graag aan om de mensen die geïnformeerd willen worden, te informeren.
Oké, ik wil graag enkele opmerkingen maken over de motie, als u mij toestaat. Het idee om, in mijn ogen, de werkgroep zoals die al jaren functioneert voort te zetten, spreekt mij natuurlijk zeer aan, gezien wat er gebeurd is en de wijze waarop we tot deze werkgroep zijn gekomen, ver voor 2020 overigens. Ik vind dat binnen de werkgroep zaken besproken kunnen worden door raadsleden die dieper in de zaak duiken dan de andere raadsleden. En om die reden vind ik het uitermate belangrijk dat de werkgroep blijft bestaan, of dat we formuleren dat er een nieuwe werkgroep wordt gevormd. Ik steun van harte een nieuw democratisch Zeist en deze motie.
Ja, voorzitter, dank u wel. Ik wil de insprekers danken voor hun bijdrage. Even kijken, ten aanzien van die terugkoppeling, mevrouw Osinga, over de voortgang: dit wordt in principe gedaan op het moment dat de rapportages van alle bijeenkomsten door de griffie worden voorzien van notulen. Die zullen we ook rondsturen, dus daar zie ik helemaal geen probleem in. We zijn geen geheim genootschap, om het maar zo te zeggen, ten aanzien van de heer Van Vliet, ja, een en twee. Eigenlijk verwijs ik inderdaad naar het laatste punt, punt 5, dat we daar gewoon in de Raadswerkgroep het goede gesprek over moeten voeren in relatie tot de doelstelling van het samenkomen. En ik proef wel, maar dat is misschien ook de afdronk van het rondje dat we net gemaakt hebben, dat men toch wel de voorkeur geeft aan een vertegenwoordiger vanuit de fractie. Maar laten we kijken waar we op uitkomen. Ja, dat waren volgens mij de vragen. Voorzitter, dank u wel.
Dan vraag ik u of ik dit kan afconcluderen: dat u allen vóór stemt? Maar de ChristenUnie-SGP stemt tegen, hè? En ja, wilt u nog een stemverklaring afleggen, of wilt u een stemming aanvragen, meneer Bredius? Ja?
Ja, voorzitter, ik wil mijn stemverklaring geven. Ik wil tegen dit raadsvoorstel en tegen deze motie stemmen om twee redenen. Ten eerste evalueren wij onszelf tot in het extreme, maar hier gebeurt dat niet. Ik zou er zeer voor pleiten dat de werkgroep zelf evalueert, maar die evaluatie heb ik dus niet gezien. Ten tweede is het de opvatting van dit raadslid dat de werkgroep weinig toegankelijk en weinig transparant is. Er is met betrekking tot dit onderwerp heel veel te doen, wat ook blijkt uit de hoeveelheid moties, amendementen en burgerinitiatieven die op ons afkomen. Dat is de reden dat ik zou willen vragen om de stemming over de motie uit te stellen totdat de werkgroep zelf intern heeft geëvalueerd. Maar zolang dat niet is gebeurd, vraag ik u om niet op mij te rekenen voor een stem vóór.
Oké, ik begrijp dat er toch een verzoek is om hem zo in stemming te brengen, maar voordat ik dat doe, kijk ik nog even naar de indiener. Er ligt nu een verzoek om hem aan te houden en eerst te evalueren. Dat wil ik doen. Wilt u daar nog even op ingaan?
Ja, het verrast mij enigszins, want voor zover ik weet, is Nieuw Democratisch Zeist zeer actief aanwezig geweest en heeft het bijgedragen aan deze werkgroep. Mijn voorstel is om de werkvorm te continueren. En voor zover er iets niet democratisch gebeurt, dat zie ik helemaal niet. Ik heb net ook aangegeven dat er notulen worden gemaakt van de bijeenkomsten die we hebben en die worden rondgestuurd. Er worden geen politieke besluiten genomen, dus ik deel de overweging van de heer Bredius niet, maar het is natuurlijk zijn eigen visie ten aanzien van die evaluatie. Nou, wat mij betreft is er in ieder geval geen behoefte om op dit moment de werking van die werkgroep te evalueren, en ook de reflecties die ik heb teruggekregen rondom het indienen van deze motie zijn niet van dien aard dat ik denk dat we eerst de oude werkgroep moeten afsluiten. Ik bedoel, de beste afsluiting van de werkzaamheden van de oude werkgroep heeft zich afgespeeld op 1 januari, namelijk bij de ingang van de Omgevingswet, en we gaan nu een nieuwe fase in. Dus ik zou graag willen doorgaan op die voet. Ik vind het spijtig als de heer Bredius dat niet ziet of anders ziet. Dank u wel. Dus.
Dus de motie die voorligt, breng ik hierbij ter instemming en ik vraag u: wie stemt er voor de motie? De nieuwe werkgroep Omgevingswet - dat is de hele Raad, met uitzondering van, nou ja, de heer Bredius van Nieuw Democratisch Zeist. En de ChristenUnie-SGP, of wilt u, meneer Van Splunter, dat ik u even apart noem? Nee, maar volgens mij is het nu helder, toch? Er zijn drie stemmen tegen en de rest van de Raad stemt voor, waarmee deze motie is aangenomen. Dank u wel. Goed, dit was het amendement en deze motie waren allemaal een onderdeel van het voorstel dat nu voorligt, en dat is agendapunt 8. De categorieën - nee, sorry, mijn excuses, ik ga te snel. Ja, we zijn nog bij punt 7. Het plan van aanpak voor de implementatie van de Omgevingswet ligt voor ons, en het is de bedoeling dat we de uitgangspunten vaststellen. We stellen het deelplan van aanpak voor de Omgevingsvisie Zeist 2050 vast, evenals het deelplan van aanpak voor het definitieve omgevingsplan en het deelplan van aanpak voor het handvat participatie voor inwoners en initiatiefnemers. Ook nemen we de inventarisatie van het beleid in de fysieke leefomgeving als bijlage op. Dat ligt voor u en daarover is natuurlijk ook al uitgebreid gedebatteerd, inclusief het amendement dat uiteindelijk niet is aangenomen. Ik vraag u: wie wil er in de eerste termijn nog iets over dit onderdeel zeggen? Oh, we beginnen al met de stemverklaringen. Ja, meneer Van Vliet van GroenLinks, wilt u een stemverklaring afgeven?
Ja, dank u, voorzitter. Ik heb een stemverklaring met een aantal punten, maar één punt was eigenlijk het volgende. Tijdens de rondetafelgesprekken en het debat kwam een bepaald onderwerp aan de orde, en daarover heb ik de wethouder een uitspraak horen doen. Die uitspraak zou ik graag nog eens op mijn manier bevestigd willen zien. Dus ik heb eigenlijk een vraag, en die gaat over het volgende: we hebben gesproken over de inventarisatie van de groene en groenblauwe waarden, die dit jaar zal plaatsvinden. Daarnaast is het, zoals ook besproken, van belang dat er een toetsingskader komt voor deze waarden. Vanuit mijn fractie heb ik aangegeven dat het belangrijk is om hiermee dit jaar al aan te vangen en er vaart achter te zetten, omdat dit aansluit bij de motie en het burgerinitiatief die bij de omgevingsvisie zijn aangenomen, en wel met algemene stemmen. Mijn vraag is dus in hoeverre de wethouder kan bevestigen dat dit toetsingskader voor de groene en groenblauwe waarden ook dit jaar actief kan worden opgestart, gelijklopend met de inventarisatie van deze waarden. En ja, natuurlijk moet het zorgvuldig gebeuren, maar wat ons betreft, hoe sneller het klaar kan zijn, hoe beter. Dat is dus een vraag die ik tijdens mijn stemverklaring ook wilde stellen. Dat is alles.
Het is een bijzondere vorm, hè? Dat noem ik het maar even, meneer Van Vliet. Als het straks heel eenvoudig kan, kijk ik nog even naar de wethouder. Maar laten we dat liever niet allemaal gaan vermengen. Ik kijk even rond of er nog andere partijen zijn die stemverklaringen willen afleggen. Ja, dat. De heer Fiscalini van Nieuw Democratisch Zeist.
Ja, voorzitter, gezien het feit dat mijn amendement schipbreuk heeft geleden en ik datgene wat daarin gesteld en gevraagd is ontzettend belangrijk vind, heb ik toch grote twijfels over de wijze waarop de wethouder zegt dat participatie ingebouwd zit in het voorstel. Ik zie dat niet en kan niet anders dan tegen dit voorstel stemmen.
Ja, voorzitter, dank u wel. D66 is heel erg blij met dit voorstel. Dit voorstel brengt ons stapsgewijs op de route van een gedegen invoering van de Omgevingswet op lokaal niveau, met daarbij de participatieparagraaf zoals die beschreven is, die zeer uitgebreid is en in onze ogen ook voorziet in de intenties zoals die zijn uitgesproken in de Omgevingswet. We hebben al een heleboel gesproken over de Omgevingswet. Je kunt een heleboel invalshoeken kiezen om te gaan spreken over de Omgevingswet, maar daar gaat het nu niet om. Het gaat hier om het stappenplan om uiteindelijk te komen tot de juiste stappen voor de invoering. Die staan hier omschreven, zijn zeer uitgebreid en er is heel veel werk in gestoken. Ik dank de ambtelijke organisatie daarvoor, want ik weet hoeveel werk het geweest is en D66 zal zeker voor dit plan stemmen. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. In aanloop naar deze raadsvergadering is deze vraag ook al aan mijn kant opgekomen. Ik kan u in ieder geval toezeggen, voorzitter, dat we richting de raad aan de slag gaan met de inventarisatie van die groenblauwe waarden, net zoals we overigens aan de slag gaan met het inventariseren van de woon- en werklocaties en opgaves. We hebben ook de maatschappelijke voorzieningen, dus we moeten dat wel in samenhang met elkaar zien. Parallel aan die inventarisatie zullen we ook zeker kijken naar een toetsings- en afwegingskader rondom die groenblauwe waarden. Ik denk wel dat het belangrijk is, of dat hele toetsingskader al af gaat zijn eind 2024. Die toezegging kan ik niet zo heel hard maken, want het ligt er ook aan wat we op ons pad tegen gaan komen, hoe breed of hoe smal we het moeten zien en we moeten het ook in samenhang zien. Ik denk dat het belangrijk is dat we de raad goed meenemen als college, dat we de raad goed meenemen in hoe dat proces de komende maanden ook gaat lopen. Maar die toezegging kan ik in die zin zeker doen, dat we daar parallel aan de inventarisatie ook gaan kijken wat het betekent voor het toetsingskader. Tot zover, voorzitter. Goed.
Goed, dank u wel. Nee, ik geef u nu niet meer het woord, want we gaan niet onderling nog debatteren. Ja, nee, volgens mij heeft u nu voldoende gezegd. U heeft uw toezegging, u heeft het gehoord en ik vraag nu: gaan we daadwerkelijk tot stemming over. Tot nu toe heb ik eigenlijk alleen een tegenstem, laat ik het zo noemen, van de heer Fiscalini gehoord. Kan ik concluderen uit wat ik nu zie dat u allen voorstemt, met uitzondering van... Nee, oké, nou, dan gaan we het gewoon even echt officieel in stemming brengen. Wie is er voor hetgeen wat voorligt? Dat is de... Nou ja, dat zijn... Dan gaan we even naar de VVD, GroenLinks, Onafhankelijk Raadslid Osinga, ChristenUnie-SGP, CDA, Partij van de Arbeid, D66. Tegen zijn de SP, Nieuw Democratisch Zeist, Seyst.nu en ZeisterBelang. Daarmee zijn er 7 stemmen tegen en de rest van de raad stemt voor. En daarmee is dit voorstel aangenomen.
Ik krijg een verzoek om even 5 minuten te schorsen. Ik wil u wel vragen, ook gezien de tijd, om straks direct door te gaan en ook echt een beetje vaart te maken, zodat we kunnen proberen om gewoon voor 11 uur klaar te zijn. We gaan even schorsen; ik schors de vergadering voor 5 minuten en daarna gaan we door.
Goed, dames en heren, wilt u weer plaatsnemen, want we gaan de vergadering weer voortzetten. Fris en fruitig. Iedereen heeft even een moment gehad. Ik open weer de vergadering.