Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
De motie, vreemd aan de orde van de dag, over een landelijk vuurwerkverbod is ingediend door de eerste indiener, Annette Ploeg van de ChristenUnie-SGP.
Dank u wel, Voorzitter. "Bouwen aan bloei" is het motto van de ChristenUnie-SGP. Inwoners die tot hun recht komen, waar gezondheid een dankbaar goed is, waar onrecht, geweld en overlast bestreden worden, waar de natuur ademt in een groen landschap en in een blauwe lucht, waar hulpverleners onze helden zijn, en waar het zorgen voor elkaar bovenaan ons lijstje staat. En dit alles ook tijdens de wisseling van het ene jaar naar het volgende jaar. Het moet de nacht zijn waarin we terugkijken en hoopvol vooruitkijken, voor de één in rust en voor de ander in een mooi feest. Het is door de jaren heen een ingewikkelde nacht geworden. Te veel overlast en geweld tegen hulpverleners, maar ook te veel en te gevaarlijk vuurwerk. Illegaal vuurwerk van categorie F2 en F3 is verboden; zelfs met dit verbod is er enorm veel geweld en overlast en nog te veel ongelukken. De ChristenUnie-SGP wil een verbod op de verkoop en het afsteken van consumentenvuurwerk. Waarom dan geen lokaal verbod? In november hadden we nog de hoop dat een lokaal verbod wellicht op sommige plaatsen een beetje de goede richting op kon gaan. Nu weten we beter. In Rotterdam zijn meer slachtoffers gevallen met een lokaal verbod dan voorheen. Het gewenste resultaat is uitgebleven. Het wel mogen verkopen van vuurwerk in Zeist en het niet mogen afsteken is niet uit te leggen aan onze inwoners. Hoe verhoudt zich dat, en wat zegt dat over ons lokale bestuur? Plannen maken waarvan je bij voorbaat al weet dat ze niet uitvoerbaar zijn, is niet zinvol. Bedrijven die niet in staat zijn datgene wat we samen regelen ook daadwerkelijk uitvoerbaar te maken, verdienen onze steun niet. We willen onze hulpverleners steunen; dat verdienen ze. Het is een nacht met veel gevaren voor hun gezondheid. We kunnen ze geen onmogelijke opdracht meegeven, of zeggen: de politiek heeft een verbod besloten, maar laat de handhaving maar zitten. Maar wat zegt dat dan over onze Raad? Alleen een landelijk verbod is een stap in de goede richting om weer een feest van dit moment te maken, maar vooral ook om handhaving beter te realiseren. Ieder jaar komt er meer druk op de Haagse politiek om een verbod in te stellen. Het aantal voorstanders groeit. We vragen al onze collega-raadsleden en aan het college: doe een indringend beroep op je vertegenwoordiger in het Parlement om zo spoedig mogelijk een landelijk totaalverbod op het verkopen en afsteken van consumentenvuurwerk in te stellen. Voor de lokale partijen: stuur een brief naar de partijen die nu nog tegen zijn. Als er een deur dichtgaat, gaan er vele andere open. We hebben veel inwoners met talent, kennis en creativiteit in onze gemeente. We vragen het college om samen met inwoners alternatieve evenementen te bedenken. We zijn ervan overtuigd dat we samen er een mooie nacht van kunnen maken. Dank u.
Wel, voorzitter, dank aan Annet Ploeg, sprekend voor de ChristenUnie SGV. Ik loop, denk ik, de lijst van de indieners af en kom ik bij Ernst van Splunter van de VVD. Ja.
Ja, dank u wel, voorzitter. Vanavond is de vraag niet zozeer hoe een grote meerderheid van onze raad verdeeld is over vuurwerk, maar eerder over de nu voorliggende moties. Deze hebben immers een grote overlap: de slachtoffers van het vuurwerk, de schade aan het milieu, de overlast voor mensen en dieren. Ik hoef het hier niet te herhalen; mijn collega heeft dat zojuist heel goed gedaan. Het afsteken van consumentenvuurwerk is overigens geen oude traditie, zoals het Sinterklaasfeest dat de eeuwen overstijgt. Nee, deze, wat mij betreft, nare gewoonte is pas ontstaan in de jaren '50. Vandaag bestaat mijn partij, de partij van mijn fractie, precies 75 jaar en wij vieren dat feest niet mee, want de raadsvergadering van Zeist is veel belangrijker. Maar vanuit het liberale gedachtegoed zeg ik u dat wat ons betreft de vrijheid van sommigen hier veel te veel ten koste gaat van velen en dat wij dus ook van het afsteken van vuurwerk af willen. Die weg loopt, en dat staat ook in de motie, wat ons betreft via de landelijke route.
Geachte voorzitter, ik wil allereerst aangeven dat mevrouw Van der Ploeg zojuist eigenlijk heeft verwoord wat ook bij D66 leeft. Ik kan het niet mooier vertellen dan zij zojuist heeft gedaan. Ik zou daar eigenlijk een punt aan willen toevoegen, namelijk dat dit thema ongelooflijk veel leeft in de samenleving. Wij van D66 vinden het belangrijk dat we juist de dialoog met de samenleving aangaan om te kijken hoe we tot alternatieve feesten kunnen komen waar iedereen uiteindelijk ook gelukkig van wordt. Voorzitter, tot zover.
Dank u wel, voorzitter. Mevrouw Ploeg heeft het inderdaad prachtig gezegd, en er zijn nog meer duiten in het zakje gedaan. Nu hoeft er eigenlijk niet nog eentje bij. Waar ik niet helemaal met de heer Van Splunter eens ben, is dat het geen traditie is. Het is er zolang als ik er ben, ongeveer, en dat is best lang. Dus ik vind het eigenlijk wel een traditie, en ik moet heel eerlijk zeggen dat ik er wel steun voor heb. Ik ben mede-indiener en ik steun alle argumenten, en toch voel ik ook wel een beetje spijt dat we misschien straks deze traditie toch overboord moeten gooien, want het kan namelijk wel veilig. Bij de afgelopen jaarwisseling was ik op een plek waar vaders met kinderen in de hoogste klassen van de basisschoolleeftijd keurig met een aansteeklont en een veiligheidsbril hun kinderen aan het leren waren hoe je met vuurwerk kunt omgaan. Dit is typisch een situatie waarin de meerderheid lijdt onder de acties van de minderheid, want laat daar geen enkele twijfel over bestaan: het is echt walgelijk. Ik durf het woord 'walgelijk' best in mijn mond te nemen als je hulpverleners bekogelt met vuurwerk. Dan spoor je gewoon niet. Daar ben ik het gewoon helemaal mee eens. Maar ja, een taartje kunnen kopen en dan niet opeten, dat is voor mij toch een wat rare situatie. Het moet echt vanuit het land komen, dus ja, vandaar. Dank u wel.
Ja, dank u wel, voorzitter. Wat ons bijzonder aansprak in deze motie, is dat er duidelijk een onderscheid wordt gemaakt tussen consumentenvuurwerk en ander soort vuurwerk. Het belang is niet dat we mordicus tegen alle vuurwerk zijn, maar wel tegen consumentenvuurwerk. De lijn die gevolgd moet worden, zoals mijn collega Splunter aangaf, is vanuit de landelijke politiek. Daar moet een vuurwerkverbod vandaan komen. Hoe kun je het überhaupt op lokaal niveau goed gaan invullen? Anders blijft het symboolpolitiek, en daar zijn wij geen voorstander van. Ik denk zeker dat, op het moment dat consumentenvuurwerk verboden wordt, er alternatieven komen of wegen open komen te liggen naar alternatief vuurwerk, dat afgestoken wordt door een gespecialiseerd bedrijf. Zelfs bijvoorbeeld in de provincie, zodat mensen die echt vuurwerk willen zien en daarvan willen genieten, het kunnen opzoeken en dat mensen die daar verder van willen blijven, lekker thuis kunnen blijven. En de hond en de kat zullen daar heel erg blij mee zijn. Ik geef als voorbeeld Frankrijk, bijvoorbeeld bij 'catchy jouet', waar gewoon vuurwerk wordt afgestoken op een hele veilige plaats door de gemeente en men gaat ernaar kijken. Daar komt geen consument aan te pas die een sterretje, rotje of wat dan ook afsteekt. Heel veilig, heel gezellig. Maar daarnaast zijn er ook heel veel mogelijkheden om anderszins het oudejaar uit te luiden. En naar mijn mening komen die alternatieven op dat moment vanzelf boven borrelen. Laten we dan vooral van elkaar leren, zoals collega Fluitman heeft gedaan met de gemeente die hij noemt in zijn motie, vreemd aan de orde 8, als ik het me goed herinner. En ik zou zeggen, vanuit de landelijke politiek kunnen we het lokaal gaan invullen en niet andersom. Ik denk dat dat een verkeerde weg is. Dank u wel, voorzitter.
Dank aan Harry van Kippersluis voor het spreken over dit belangrijke onderwerp. Het is duidelijk dat het onderwerp vele nuances kent, en dankzij de uitgesproken woorden zullen we nu voor een eerste reactie naar het college gaan. Ik begrijp dat het van twee kanten komt, en ik weet niet in welke volgorde. Nee, dat wil ik graag, maar ik heb begrepen dat u uw moties niet op deze stapel wilde hebben. Als dat wel zo is, dan nemen we ze nu mee. Is dat wat u zegt?
Ik zal de tekst grammaticaal correct maken, maar omdat de zinnen fragmentarisch en onvolledig zijn, zal ik enige vrijheid moeten nemen om er samenhangende zinnen van te maken. Hier is een mogelijke correctie:
"Neem het mee in overweging. Echter, ik moet zeggen dat meneer Fluitman de verwarring beschrijft als iets dat alleen bij hem voorkomt, en niet bij de 31 andere leden. Maar als u zich voelt alsof er twee moties zijn die u wilt indienen, dan geef ik u de ruimte om deze twee moties toe te lichten. Ze zullen worden meegenomen in de reactie van het college nu."
Let op dat deze correctie ervan uitgaat dat de tekst een dialoog of discussie weergeeft, waarbij iemand spreekt tot een ander persoon, vermoedelijk in een formele setting zoals een vergadering of debat. De oorspronkelijke betekenis kan enigszins verloren gaan zonder meer context.
Nu ja, u hoeft niet geïrriteerd te zijn, want hoewel ik het niet begrijp en u het wel begrijpt, ligt de verantwoordelijkheid ook bij mij. Laten we het daarbij houden. In ieder geval, dat staat nu ook op band. Nadat we de twee moties gehoord hebben, hebben wij als CDA gemeend ook twee moties te moeten indienen. De volgorde is wat anders dan we hadden gedacht, dus vandaar dat ik bij het begin zal starten.