Het transcript dat je hieronder aantreft is gegenereerd met behulp van computertechnologie.
Hierdoor kunnen de namen van personen en partijen soms foutief zijn weergegeven.
Indien je een fout opmerkt kun je deze gemakkelijk verbeteren door op het bewerk-symbool (het potloodje) te klikken.
Laten we overgaan naar agendapunt 7: de tweede wijzigingslezing van de vordering betreffende huisvesting en de uitvoering van de moties van het CDA. Het woord is aan de heer Fluitman van het CDA.
CDA, dank u wel, voorzitter. Ik wil graag mijn complimenten uitspreken richting het college en Silvijn, omdat we in onze bijdrage aan de begroting hier aandacht voor hebben gevraagd en deze uitwerking nu zo snel op tafel ligt. Dus dank daarvoor.
Zeist? Ja, dank u wel, voorzitter. Bij dit raadsvoorstel horen ook tarieven voor het verkrijgen van een vergunning op grond van de opkoopbescherming voor 2023. Onder punt 3 van het raadsvoorstel wordt vermeld dat de leges voor deze vergunning abusievelijk zijn weggevallen in de verordening die op 8 november jongstleden is vastgesteld. Ja, voorzitter, ik constateer dat er op 29 maart 2022, in ieder geval toen, ook een wijzigingsvoorstel heeft plaatsgevonden en dat toen het bedrag van € 196 is toegevoegd. Mijn vraag aan het college is hoe dit tarief nu tot stand komt. En als we niets doen, blijft het dan € 196? Geldt niet hetzelfde als voor de huisvestingsvergunning, waarbij de doelgroep ook partners, kinderen, schoondochters en dergelijke omvat, zoals genoemd onder punt 3 van de aanvraag voor een verhuurvergunning? Moeten we, gelet op de doelgroep, niet ook spreken van een beperkt legestarief? Dat zijn mijn twee vragen.
Het onderwerp is niet ter discussie gesteld, dus we geven elkaar wat ruimte voor eigen interpretatie. Is de vraag duidelijk genoeg voor de wethouder? Zo niet, dan moeten we bekijken of we deze opnieuw kunnen formuleren. Meneer Radius.
Hier zijn twee vragen. Wordt er in het raadsvoorstel bij punt 3 abusievelijk vermeld dat de leges voor deze vergunning zijn weggevallen? Hoe kan dat zijn gebeurd? Zonder de vaststelling van het tarief kan er niet worden geheven. Maar is er toch niet in 2002 door de heer...?
We hebben het dus over de vaststelling van de huisvestingsvergunning. Daar heb ik geen vragen over, maar het tarief is gehalveerd. Geldt hier niet dezelfde doelgroep, namelijk de familieleden? Onder hen bevinden zich toch ook personen die niet zeer draagkrachtig zijn. Moet het tarief dan niet ook voor hen gematigd worden?
Ja, ik heb het idee dat het meneer Bredie is. Het raadsvoorstel lijkt breder getrokken te worden dan de bedoeling is, hè? Tijdens de begrotingsbehandeling heeft het CDA een vraag gesteld over de lezersverordening op basis van de Huisvestingswet. Daar hebben we invulling aan gegeven met dit voorstel, en de zin waarnaar u verwijst op pagina twee is niet onbelangrijk. Daar staat inderdaad dat een deel van de leges is weggevallen in de verordening die op 8 november tijdens die raadsvergadering over de begroting is vastgesteld. Dat moet alsnog gebeuren, dus dat hebben we hier meegenomen. Zo moeten we dat zien. Daarmee is het, op dit moment, mogelijk om na vaststelling van dit voorstel die leges alsnog in rekening te brengen. Maar u trekt de discussie breder, en dat zit niet in dit voorstel. U kunt dat natuurlijk op elk moment aankaarten, maar het voelt een beetje oneigenlijk om dat hieraan te koppelen. Dit gaat puur over de invulling van het verzoek vanuit het CDA, alsook over een correctie op het abusievelijk niet opnemen van een aantal zaken in het voorstel van 8 november. Tot zover, voorzitter.
Het gaat hier om de vaststelling van de vergunning voor opkoopbescherming, en de vraag is gericht op de hoogte van het tarief dat van €196 naar meer dan €200 is gestegen. Dan is het toch gerechtvaardigd om te vragen waar dit tarief vandaan komt, als we het moeten vaststellen nadat het abusievelijk is weggevallen. Maar moet de Raad niet ook een oordeel vellen over dit voorstel? Mag men dan niet het onderwerp breder trekken en vragen stellen over de hoogte van het tarief?
Ja, u vraagt naar een heel specifiek onderdeel van de legesverordening. In algemene zin kan ik daar iets over zeggen, namelijk dat er een onderbouwing aan ten grondslag ligt die te maken heeft met het kostendekkend moeten zijn van de leges. Dat geldt eigenlijk voor alle regels en u mag ervan uitgaan dat dit ook voor de regels geldt waar u nu op doelt. Er is geen specifieke reden waarom destijds deze specifieke regels zijn weggevallen uit de verordening. We corrigeren dat nu hiermee. Daar is ook niets, zeg maar, beleidsmatig in gedaan wat leidt tot die aanpassing zoals u die constateert op het moment. Met andere woorden, als die regels opgenomen waren geweest in het voorstel dat op 8 november voorlag, had u exact dezelfde bedragen gezien en had u daar misschien ook dezelfde vraag over gesteld. Dan had ik gezegd dat dit te maken heeft met een doorrekening op basis van de kosten, en die leidt dan tot dit tarief. Dat is het, voorzitter, dank u.
Dank, wethouder Van Dijk. Ik denk dat we dit voorstel kunnen vaststellen. Ik kijk even rond: wie is akkoord met het voorstel? Kwijtschelding? Nee, dat was die andere kwestie waarover een akkoord was, toch? Ja.